TA Triumph-Adler P-C4580DN de handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

INSTRUCTIE-
HANDLEIDING
P-C4580DN/P-C5580DN
Printen
A3
KLEUREN PRINTER
Inleiding
Dank u voor uw aanschaf van de P-C4580DN/P-C5580DN
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit
te voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt
gebruiken.
Lees deze gebruikershandleiding bediening voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Wij raden u aan vervangende artikelen van ons eigen merk te gebruiken. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade
als gevolg van het gebruik van artikelen van andere fabrikanten in dit apparaat.
Bijgesloten handleidingen
Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg ze wanneer nodig.
Schijf met Product Library
Quick Installation Guide Beschrijft de procedures voor het installeren van de machine.
Safety Guide Bevat informatie over veiligheid en waarschuwingen bij het installeren en het
gebruik van het apparaat. Lees deze handleiding voor u het apparaat in
gebruik neemt.
Safety Guide (P-C4580DN/
P-C5580DN)
Beschrijft de installatieruimte van het apparaat, de waarschuwingsruimte en
andere informatie. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik
neemt.
Gebruikershandleiding
(deze handleiding)
Beschrijft het laden van papier, de basishandelingen voor afdrukken en
probleemoplossing.
Data Security Kit (E)
Operation Guide
Legt de installatie en instellingsmethoden voor de Data Security Kit uit.
Card Authentication Kit (B)
Operation Guide
Beschrijft hoe men zich bij de machine kan authenticeren met de ID-kaart.
Embedded Web Server
User Guide
Beschrijft hoe u vanaf een computer via een Webbrowser toegang tot de
machine kunt verkrijgen voor het controleren en wijzigen van instellingen.
Printing System Driver
User Guide
Beschrijft de installatie van het printerstuurprogramma en gebruik van de
afdrukfunctionaliteiten.
Network Tool for Direct
Printing Operation Guide
Beschrijft het gebruik van de functionaliteit voor het afdrukken van
PDF-bestanden zonder dat Adobe Acrobat of Reader gestart hoeft te worden.
NETWORK PRINT
MONITORUser Guide
Beschrijft het monitoren van het netwerk-afdruksysteem met NETWORK
PRINT MONITOR.
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten
veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn
ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
WAARSCHUWING: geeft aan dat onvoldoende aandacht voor of het niet op juiste wijze voldoen aan de
betreffende punten kan leiden tot ernstig letsel of zelfs overlijden.
VOORZICHTIG: geeft aan dat onvoldoende aandacht voor of het niet op juiste wijze voldoen aan de
betreffende punten kan leiden tot persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat.
Symbolen
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten
worden binnen in het symbool aangegeven.
... [Algemene waarschuwing]
... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke
informatie over de niet-toegestane handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
... [Demontage verboden]
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd.
Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
... [Haal de stekker uit het stopcontact]
... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervangend exemplaar te bestellen als de
veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt (tegen
betaling).
Opmerking Originele documenten die heel erg op een bankbiljet lijken kunnen mogelijkerwijs niet goed
gekopieerd worden omdat dit apparaat voorzien is van een functie die valsmunterij voorkomt.
i
Inhoud
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
1 Namen van onderdelen
Exterieur / cassettes ........................................................................................................................................ 1-2
Interieur / connectoren .................................................................................................................................... 1-3
Wanneer er opties geïnstalleerd zijn .............................................................................................................. 1-4
Bedieningspaneel ............................................................................................................................................ 1-5
2 Voorbereiding voor het gebruik
Aan- en uitzetten .............................................................................................................................................. 2-2
Parameters voor de netwerkinterface wijzigen ............................................................................................. 2-3
Een statuspagina afdrukken ........................................................................................................................... 2-7
Software installeren ......................................................................................................................................... 2-8
Statusbewaking .............................................................................................................................................. 2-14
Software verwijderen (Windows) .................................................................................................................. 2-17
Embedded Web Server RX ............................................................................................................................ 2-18
Papier plaatsen .............................................................................................................................................. 2-21
Registreren van een papierformaat .............................................................................................................. 2-37
Energiebesparingfunctie ............................................................................................................................... 2-38
Bedieningspaneel .......................................................................................................................................... 2-39
Toetsen ........................................................................................................................................................... 2-42
Het menuselectiesysteem gebruiken ........................................................................................................... 2-45
Toegang tot selectiemenu Modus ................................................................................................................ 2-47
3 Afdrukken
Afdrukken - Afdrukken vanuit toepassingen ................................................................................................ 3-2
Enveloppen plaatsen ....................................................................................................................................... 3-6
Banners afdrukken .......................................................................................................................................... 3-9
Beveiligd 'follow me' afdrukken (optionele functie) ................................................................................... 3-13
4 Onderhoud
Tonercontainer vervangen .............................................................................................................................. 4-2
Tonerafvalbak vervangen ................................................................................................................................ 4-5
Nietjes vervangen ............................................................................................................................................ 4-8
Perforatorafvalbak leegmaken (optioneel) .................................................................................................. 4-13
Reinigen .......................................................................................................................................................... 4-15
5 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen ........................................................................................................................................ 5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit .................................................................................................................. 5-3
Foutmeldingen ................................................................................................................................................. 5-6
Papierstoringen oplossen ............................................................................................................................. 5-17
Bijlage
Optionele apparatuur .......................................................................................................................................A-2
Papier ................................................................................................................................................................A-3
Specificaties ...................................................................................................................................................A-11
Index
ii
iii
Wettelijke kennisgevingen en
veiligheidsvoorschriften
Kennisgeving met betrekking tot software
DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER
ONDERSTEUNEN. De printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL.
Kennisgeving
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen
extra pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in
deze handleiding. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het
ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met
de verkoop van de laserprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren of op een andere
manier reproduceren van de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een willekeurig onderwerp waarop
auteursrecht van toepassing is, is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright-eigenaar. Elke
kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde
copyrightvermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
PRESCRIBE en KPDL zijn handelsmerken van Kyocera Corporation.
Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7 en
Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en/of
andere landen.
PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated.
Ethernet is een gedeponeerd handelsmerk van Xerox Corporation.
Novell en NetWare zijn gedeponeerde handelsmerken van Novell, Inc.
IBM en IBM PC/AT zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Bonjour, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere landen.
Alle Europese lettertypen die in dit apparaat zijn geïnstalleerd, worden gebruikt onder licentieovereenkomst met
Monotype Imaging Inc.
Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van Linotype GmbH.
ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken
van International Typeface Corporation.
Er zijn UFST™ MicroType
®
lettertypen van Monotype Imaging Inc. in dit apparaat geïnstalleerd.
ThinPrint is een handelsmerk van Cortado AG in Duitsland en andere landen.
Alle overige merk- en productnamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven.
De symbolen ™ en ® worden niet gebruikt in deze gebruikershandleiding.
VOORZICHTIG ER WORDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE IS
VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.
iv
Licentieovereenkomsten
GPL/LGPL
Dit product is voorzien van GPL- (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html) en/of LGPL- (http://www.gnu.org/licenses/lgpl.html)
software als onderdeel van de firmware. U kunt de broncode verkrijgen en het is toegestaan deze te kopiëren, te
verspreiden en te wijzigen volgens de voorwaarden van GPL/LGPL.
Open SSL License
Copyright © 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit. (http://
www.openssl.org/)"
4 The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived from
this software without prior written permission.
For written permission, please contact [email protected].
5 Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without
prior written permission of the OpenSSL Project.
6 Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment: "This product includes software
developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http:// www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS
CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY
THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR
OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
v
Original SSLeay License
Copyright © 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young ([email protected]). The implementation was written so as
to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are adhered to. The following
conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The
SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim
Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the
package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-).
4 If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must
include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING,
BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR
PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT
OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this
code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
vi
Monotype Imaging License Agreement
1 Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as
well as the UFST Software.
2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and versions
of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or personal
purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of this
License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the fonts
on more than three printers, you need to acquire a multi-user license agreement which can be obtained from
Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights
are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement.
3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary
information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access to
and use of the Software and Typefaces.
4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You agree
that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original.
5 This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License
may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not
remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you
shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as
requested.
6 You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt, reverse engineer or decompile the Software.
7 Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery, the Software will perform in accordance with
Monotype Imaging-published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship.
Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions.
The parties agree that all other warranties, expressed or implied, including warranties of fitness for a particular
purpose and merchantability, are excluded.
8 Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in connection with the Software and Typefaces is
repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
In no event will Monotype Imaging be liable for lost profits, lost data, or any other incidental or consequential damages,
or any damages caused by abuse or misapplication of the Software and Typefaces.
9 Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written
consent of Monotype Imaging.
11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data
and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate.
Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in
FAR 52.227-19 (c)(2).
12 You acknowledge that you have read this Agreement, understand it, and agree to be bound by its terms and
conditions. Neither party shall be bound by any statement or representation not contained in this Agreement. No
change in this Agreement is effective unless written and signed by properly authorized representatives of each party.
By opening this diskette package, you agree to accept the terms and conditions of this Agreement.
vii
Compliance and Conformity
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 and
Part 18 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a
residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and
used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no
guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to
radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to
correct the interference by one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
The use of a non-shielded interface cable with the referenced device is prohibited.
CAUTION
The changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the
user’s authority to operate the equipment.
This device complies with Part 15 of FCC Rules and RSS-Gen of IC Rules.
Operation is subject to the following two conditions; (1) this device may not cause interference, and (2) this device must
accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device.
* The above warning is valid only in the United States of America.
Interfacekabels
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt voordat u een interfacekabel aansluit of ontkoppelt. Bescherm
interfacekabels die niet worden gebruikt met behulp van de meegeleverde dop tegen statische elektrische ontlading
via de interfacekabel(s) naar de interne elektronica van de printer.
Canadian Department of Communications Compliance Statement
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Avis de conformité aux normes du ministère des Communications du
Canada
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels.
viii
Energiebesparingfunctie
Het apparaat is uitgerust met een energiebesparende stand, waarbij het energieverbruik wordt beperkt na het verstrijken
van een bepaalde tijdsperiode nadat het apparaat het laatst werd gebruikt, en met een slaapstand, waarbij de printer- en
faxfuncties in een wachtstand komen te staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt wanneer er
gedurende een bepaalde tijdsperiode geen activiteiten hebben plaatsgevonden op het apparaat.
Slaapstand
Het apparaat schakelt automatisch ongeveer 60 minuten nadat het apparaat voor het laatst gebruikt is, naar de slaapstand.
De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de slaapstand wordt geactiveerd, kan worden verlengd.
Raadpleeg voor meer informatie Slaapstand .
Energiebesparende stand
Het apparaat schakelt automatisch naar de energiebesparende stand wanneer 3 minuten (voor de P-C4580DN) of 5
minuten (voor de P-C5580DN) verstreken zijn na het laatste gebruik van het apparaat. De tijdsperiode waarin er geen
activiteiten plaatsvinden voordat de energiebesparende stand wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg voor
meer informatie Energiebesparende stand .
Functie Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Dit apparaat beschikt over dubbelzijdig kopiëren als standaardfunctie. Als u bijvoorbeeld twee enkelzijdige originelen als
dubbelzijdige kopie op één vel papier kopieert, kunt u de gebruikte hoeveelheid papier beperken. Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Afdrukken in duplexmodus vermindert het papierverbruik en draagt bij aan het behoud van natuurlijke bronnen.
Duplexmodus vermindert ook de hoeveelheid papier die verbruikt wordt, en derhalve is het een kostenbesparing. Het
wordt aanbevolen machines die in staat zijn dubbelzijdig af te drukken standaard op duplexmodus te programmeren.
Besparen bronnen - papier
Voor het behoud en beheersbaar gebruik van natuurlijke bronnen wordt aanbevolen om gerecycled en nieuw papier te
gebruiken dat onder milieu-initiatieven wordt vervaardigd of voorzien is van erkende ecolabels, die voldoen aan
EN 12281:2002
*1
of een vergelijkbare kwaliteitsstandaard.
Deze apparatuur ondersteunt ook afdrukken op papier van 64 g/m
2
. Wanneer dergelijk papier, dat minder ruwe
grondstoffen bevat, gebruikt wordt, leidt dit tot meer besparingen van natuurlijke bronnen.
*1: EN12281:2002 "Afdrukken en zakelijke papieren - Vereisten voor kopieerpapier voor droge toner-
afbeeldingsprocessen"
Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
Milieuvoordelen van "Energiebeheer"
Om het stroomverbruik te verminderen is deze apparatuur uitgerust met een functie voor energiebeheer die automatisch
naar de spaarstand schakelt wanneer de apparatuur gedurende een bepaalde tijd niet actief is.
Hoewel het de apparatuur enige tijd vergt weer terug te keren naar modus KLAAR vanuit de spaarstand, is een
significante vermindering in energieverbruik mogelijk. Het wordt aanbevolen de machine te gebruiken met de
activeringstijd voor de spaarstand in de standaardinstelling.
ix
Energy Star-programma (ENERGY STAR
®
)
Als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star-programma hebben wij vastgesteld dat dit
apparaat voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma.
ENERGY STAR
®
is een vrijwillig programma voor energie-efficiëntie met als doel het ontwikkelen en
promoten van producten met een hoge energie-efficiëntie om zo het broeikaseffect te helpen voorkomen.
Door ENERGY STAR
®
-gekwalificeerde producten aan te schaffen kunnen klanten helpen de emissies van
broeikasgassen te verminderen tijdens gebruik van het product en te besparen op de energiegerelateerde
kosten.
x
Omgeving
De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is:
Temperatuur: 10 tot 32,5 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80%
Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Het wordt aanbevolen het apparaat te gebruiken bij
temperaturen van: ca. 16 tot 27 °C of minder, vochtigheid: ca. 36 tot 65%. Vermijd bovendien de volgende locaties bij het
selecteren van een locatie voor het apparaat.
Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde plaatsen.
Als de vloer slecht bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na
de installatie wordt verplaatst.
Tijdens het afdrukken komen er kleine hoeveelheden ozon vrij, maar deze hoeveelheden vormen geen gezondheidsrisico.
Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal
kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed geventileerd
zijn.
Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen
Probeer onderdelen die toner bevatten, niet te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd onderdelen die toner bevatten, buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit onderdelen die toner bevatten, wordt gemorst, moet u inademing of inname daarvan
voorkomen, evenals contact met ogen en de huid.
Als u toch toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende
hoest contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te
verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als uw ogen gevoelig blijven, neem dan contact op met een
arts.
Als u toner op de huid krijgt, was dan de huid met water en zeep.
Onderdelen die toner bevatten, mogen niet opengebroken of vernietigd worden.
Overige voorzorgsmaatregelen
Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde
tonercontainer en tonerafvalbak worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften.
Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40 ºC en waar zich geen sterke
schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF-) lade,
leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht.
xi
Veiligheid van de laserstraal (Europa)
Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch
afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product
door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC/EN 60825-1:2007.
Voorzichtig: Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Deze etiketten zijn aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevinden zich niet op een plaats die toegankelijk
is voor de gebruiker.
Het onderstaande etiket bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat.
xii
Over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 - Namen van onderdelen
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
Hoofdstuk 2 - Voorbereiding voor het gebruik
In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen en benodigde instellingen voor gebruik uitgelegd en de methode voor het laden
van papier.
Hoofdstuk 3 - Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt de methode voor het afdrukken vanaf een computer uitgelegd.
Hoofdstuk 4 - Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt het vervangen van tonercontainers en het reinigen van de printer uitgelegd.
Hoofdstuk 5 - Problemen oplossen
Dit hoofdstuk gaat over het oplossen van foutmeldingen, papierstoringen en andere problemen .
Bijlage
Dit gedeelte gaat over de methode voor het invoeren van tekens, een inleiding op optionele producten en de specificaties
van de printer.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Cursief lettertype
Wordt gebruikt om een sleutelwoord,
een woordgroep of verwijzing naar
aanvullende informatie te
benadrukken.
Zie Tonercontainer vervangen op pagina 4-2 voor het
vervangen van de tonercontainer.
Vet
Wordt gebruikt om softwareknoppen
aan te duiden
Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
Vet tussen haakjes
Wordt gebruikt om toetsen op het
bedieningspaneel aan te duiden.
Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken.
Opmerking
Wordt gebruikt om aanvullende, nuttige
informatie over een functie of
toepassing te geven.
Opmerking Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
Belangrijk
Wordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken.
BELANGRIJK Zorg dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
Voorzichtig
Geeft aan wat u moet doen om
lichamelijk letsel of
apparaatbeschadiging te voorkomen
en hoe u hiermee moet omgaan.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin
de printer is heet. Raak de eenheid niet met
uw handen aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Waarschuwing
Wordt gebruikt om gebruikers te wijzen
op het gevaar van lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING Verwijder bij
verzending van de printer de ontwikkelaar
verpak deze in een plastic zak, en verzend
deze gescheiden van de printer.
1
1 Namen van onderdelen
In dit hoofdstuk worden de onderdelen van het apparaat en de toetsen op het bedieningspaneel
beschreven.
Exterieur / cassettes..............................................................................................................................1-2
Interieur / connectoren..........................................................................................................................1-3
Wanneer er opties geïnstalleerd zijn....................................................................................................1-4
Bedieningspaneel..................................................................................................................................1-5
Namen van onderdelen
1-2
Exterieur / cassettes
1 Voorklep
2 Hoofdlade
3 Papierstop
4 Takenscheider
5 Bedieningspaneel
6 Sleuf voor USB-geheugen (A1)
7 Hendel rechterklep 1
8 Rechterklep 1
9 Papierlengtegeleider
10 Instelmechanisme voor papierbreedte
11 Vergrendeling (papierbreedtegeleider)
12 Cassette 1
13 Cassette 2
14 Hendel rechterklep 2
15 Rechterklep 2
16 Papierbreedtegeleiders
17 Hoofdschakelaar
18 Multifunctionele lade
19 Verlengstuk van de multifunctionele lade
20 Hendel rechterklep 3
21 Rechterklep 3
22 Hendels
9
812 7
10
4
11
56
3
14
15
16
17
18
19
20
21
22
12
13
1-3
Namen van onderdelen
Interieur / connectoren
1 Netwerkinterface-connector
2 USB-poort (A2)
3 USB-interface-connector (B1)
4 Optionele interface
5 Tonercontainer (Black)
6 Tonercontainer (Magenta)
7 Tonercontainer (Cyan)
8 Tonercontainer (Yellow)
9 Hendels
10 Reinigingsborstel
11 Ontgrendelingstoets
12 Tonerafvalbak
13 Tonerafvallade
14 Ontgrendeling tonercontainer
1
2
3
4
10 11 12 14
5
6
7
8
9
13
Namen van onderdelen
1-4
Wanneer er opties geïnstalleerd zijn
1 Mailbox
2 Documentfinisher
3 Cassette 3 t/m 7
3-a: Cassette 3 3-b: Cassette 4 3-c: Cassette 5
3-d: Cassette 6 3-e: Cassette 7 3-f: Cassette 5
3-g: Cassette 3 of 6 3-h: Cassette 4 of 7
1
2
3-h 3-g
3
3-f
3-c
3-d
3-e
3-a
3-b
1-5
Namen van onderdelen
Bedieningspaneel
1 Berichtenscherm
2 Rechter keuzetoets
3 Linker keuzetoets
4 Toets [Afmelden]
5 Toets [Menu]
6 Toets [Terug]
7 Cijfertoetsen.
8 Toets [Annuleren]
9 Pijltjestoetsen
10 Toets [OK]
11 Toets [Wissen]
12 Toets [Documentbox]
13 Indicator Gereed
14 Indicator Data
15 Indicator Opgelet
1
2
3
5
6
7
13 14 15
12
11
10
9
8
4
Namen van onderdelen
1-6
2-1
2 Voorbereiding voor het gebruik
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Aan- en uitzetten....................................................................................................................................2-2
Parameters voor de netwerkinterface wijzigen...................................................................................2-3
Een statuspagina afdrukken.................................................................................................................2-7
Software installeren...............................................................................................................................2-8
Statusbewaking....................................................................................................................................2-14
Software verwijderen (Windows)........................................................................................................2-17
Embedded Web Server RX..................................................................................................................2-18
Papier plaatsen ....................................................................................................................................2-21
Energiebesparingfunctie.....................................................................................................................2-38
Bedieningspaneel................................................................................................................................2-39
Voorbereiding voor het gebruik
2-2
Aan- en uitzetten
Aanzetten
Schakel de hoofdschakelaar aan.
Uitzetten
1 Controleer of de Data indicator uit is.
2 Druk op [Menu].
3 Druk op of om Afsluiten te selecteren.
4 Druk op [OK]. Er verschijnt een bevestigingsscherm.
5 Druk op [Ja] ([Linker keuzetoets]). Het display laat "Voltooid. Zet
de hoofdschakelaar uit." zien.
6 Zet de hoofdschakelaar uit.
BELANGRIJK Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u
deze niet meteen weer inschakelen. Wacht minstens 5 seconden
voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt.
VOORZICHTIG De harde schijf kan in werking zijn wanneer de Data indicator oplicht of knippert. Het
uitschakelen van de hoofdschakelaar terwijl de harde schijf in werking is, kan schade veroorzaken.
Houd er rekening mee dat de machine niet in staat is automatisch afdrukgegevens te ontvangen van
computers wanneer de stroom uitgeschakeld is.
Afsluiten.
Weet u het zeker?
[ Ja ] [ Nee ]
Voltooid.
Zet de hoofdschake-
laar uit.
2-3
Voorbereiding voor het gebruik
Parameters voor de netwerkinterface wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), IPP, SSL-server, IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau.
In de onderstaande tabel staan de benodigde items voor elk van de instellingen.
Configureer de netwerkparameters van de printer zoals nodig voor uw pc en uw netwerkomgeving.
Menu Submenu Instelling
Netwerk TCP/IP-instellingen TCP/IP Aan/Uit
IPv4-instelling DHCP Aan/Uit
Auto-IP Aan/Uit
IP-adres IP-adres
Subnetmasker Maskerwaarde
Default Gateway Adres gateway
Bonjour Aan/Uit
IPv6-instelling TCP/IP (IPv6) Aan/Uit
RA(Stateless) Aan/Uit
DHCPv6 Aan/Uit
Protocoldetail NetBEUI Aan/Uit
SNMPv3 Aan/Uit
FTP (Server) Aan/Uit
SNMP Aan/Uit
SMTP Aan/Uit
POP3 Aan/Uit
RAW Port Aan/Uit
LPD Aan/Uit
HTTP Aan/Uit
LDAP Aan/Uit
Netwerk opnieuw opstarten Ja/Nee
Voorbereiding voor het gebruik
2-4
Netwerkinstellingen
Dit deel legt de instellingen uit voor gebruik van DHCP of wanneer een IP-adres ingevoerd wordt met TCP (IPv4)
geselecteerd. Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie over de instellingen. Raadpleeg Het
menuselectiesysteem gebruiken op pagina 2-45 voor informatie over gebruik van het menuselectiesysteem.
1 Druk, wanneer de printer Gereed om te printen, Even wachten
aub., In slaapstand of Wordt verwerkt weergeeft, op
[Menu]. Het selectiemenu voor modus wordt weergegeven.
2 Druk op of om Netwerk te selecteren.
3 Druk op [OK]. Menu Netwerk verschijnt.
Beveiliging Netw. beveilig. WSD-PRINT Aan/Uit
Geavanceerd WSD Aan/Uit
EnhancedWSD(SSL) Aan/Uit
IPP Aan/Uit
SSL-instelling SSL Uit/Aan Aan/Uit
Encryptie AES/DES/3DES
IPP via SSL Aan/Uit
HTTPS Aan/Uit
IPSec Aan/Uit
Thin Print Uit/Aan Aan/Uit
Thin Print over SSL Aan/Uit
LAN-interface Auto/10BASE-Half/
10BASE-Full/
100BASE-Half/
100BASE-Full/
1000BASE-T
Opmerking Schakel de machine UIT en weer AAN, nadat alle netwerkinstellingen zijn gedaan. Dit moet om de
instellingen van kracht te laten worden.
Opmerking Controleer bij het handmatig invoeren van een IP-adres het IP-adres, Subnetmasker en Default
Gateway bij de systeembeheerder.
Menu Submenu Instelling
Menu
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af
Netwerk:
a
b
********************-
2
Netw.opn. opstart.
[ Einde ]
1
TCP/IP-instel.
2-5
Voorbereiding voor het gebruik
Controleren of TCP/IP ingeschakeld is
Dit is een uitleg voor het instellen van IPv4, maar TCP/IP moet ook aan zijn bij het instellen voor IPv6.
4 Selecteer TCP/IP-instel. en druk op [OK]. Menu TCP/IP-
instel. verschijnt.
5 Druk op of om TCP/IP te selecteren.
6 Druk op [OK]. Menu TCP/IP verschijnt.
7 Controleer of Aan geselecteerd is. Als Uit geselecteerd is, druk dan
op of om Aan te selecteren.
8 Druk op [OK]. De TCP/IP-instellingen worden ingesteld en menu
TCP/IP instel. verschijnt opnieuw.
DHCP in- of uitschakelen
Selecteer Aan wanneer een DHCP-server gebruikt wordt om automatisch een IP-adres te verkrijgen. Selecteer Uit om een
IP-adres in te geven.
9 Druk op of om IPv4 Instelling te selecteren.
10
Druk op [OK]. Menu IPv4 Instelling verschijnt.
11
Druk op of om DHCP te selecteren.
12
Druk op [OK]. VensterDHCP verschijnt.
13
Druk op of om Uit of Aan te selecteren.
Opmerking Er wordt "*" weergegeven voor de instelling die
geselecteerd is.
TCP/IP-instel.:
a
b
********************-
2
IPv4 Instelling
3
IPv6 Instelling
[ Einde ]
1
TCP/IP
TCP/IP:
a
b
1
Uit
********************-
2
*Aan
TCP/IP-instel.:
a
b
********************-
2
IPv4 Instelling
3
IPv6 Instelling
[ Einde ]
1
TCP/IP
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
2
Auto-IP
3
IP-adres
[ Einde ]
1
DHCP
DHCP:
a
b
1
Uit
********************-
2
*Aan
Voorbereiding voor het gebruik
2-6
14
Druk op [OK]. De DHCP-instelling wordt ingesteld en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van het IP-adres
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef dan het IP-adres handmatig in.
15
Druk op of om IP-adres te selecteren.
16
Druk op [OK]. Menu IP-adres verschijnt.
17
Gebruik de cijfertoetsen om het IP-adres in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
Verhoog of verlaag de cijfers door op of te drukken.
Gebruik en om de positie waarop ingevoerd wordt, te wijzigen;
de actieve positie wordt benadrukt.
18
Druk op [OK]. Het IP-adres wordt opgeslagen en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van het subnetmasker
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef het subnetmasker dan handmatig in.
19
Druk op of om Subnetmasker te selecteren.
20
Druk op [OK]. Menu Subnetmasker verschijnt.
21
Gebruik de cijfertoetsen om het subnetmasker in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
Opmerking DHCP wordt ingeschakeld wanneer Aan
geselecteerd is. Druk op [Menu] om selectiemenu Modus te
verlaten.
Wanneer Uit ingesteld is, ga dan verder met het IP-adres
ingeven.
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
2
Auto-IP
3
IP-adres
[ Einde ]
1
DHCP
IP-adres:
a
b
/**0.
0. 0. 0
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
2
Auto-IP
3
IP-adres
[ Einde ]
1
DHCP
Subnetmasker:
a
b
/**0.
0. 0. 0
2-7
Voorbereiding voor het gebruik
22
Druk op [OK]. De instelling voor het subnetmasker wordt opgeslagen
en menu IPv4 Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van de Default Gateway
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef de Default Gateway dan handmatig in.
23
Druk op of om Default Gateway te selecteren.
24
Druk op [OK]. Menu Default Gateway verschijnt.
25
Gebruik de cijfertoetsen om de default gateway in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
26
Druk op [OK]. De default gateway wordt opgeslagen en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Hiermee worden de netwerkinstellingen afgerond. Druk op [Menu]
om selectiemenu Modus te verlaten.
Een statuspagina afdrukken
Druk, als u klaar bent met de netwerkinstellingen, een statuspagina af. Met de statuspagina kunt u verschillende
informatiegegevens bevestigen, waaronder netwerkadressen en netwerkprotocollen.
Selecteer, om een statuspagina af te drukken, Statuspagina in het menu Druk rapport af. Raadpleeg de Engelse
gebruikershandleiding voor meer informatie.
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
2
Auto-IP
3
IP-adres
[ Einde ]
1
DHCP
Opmerking Wanneer de netwerkinstellingen gewijzigd zijn,
moet het apparaat UIT en weer AAN gezet worden om de
wijzigingen van kracht te laten worden.
Default Gateway
a
b
/**0.
0. 0. 0
Voorbereiding voor het gebruik
2-8
Software installeren
Als het systeem wordt aangesloten op een Windows-PC, volg dan de onderstaande stappen om de software te
installeren. Het voorbeeld laat zien hoe de machine op een Windows 7-PC kan worden aangesloten.
De volgende software wordt ondersteund:
Software op CD-ROM (Windows)
Voor installatiemethode kan voor Snelle modus of Aangepaste modus gekozen worden. De software die geïnstalleerd kan
worden en de methode voor selectie van een printerpoort variëren op basis van de gekozen methode.
Standaard installatie.
Maakt het selecteren van de te installeren onderdelen mogelijk.
* Standaard geselecteerd.
Software Functie Beschrijving
Installatiemethode
Snelle modus
Aangepaste
modus
Printing System Driver
Afdrukken
Het stuurprogramma maakt het mogelijk
bestanden op een computer af te laten drukken
door het systeem. Een enkel stuurprogramma
ondersteunt meerdere talen voor
paginabeschrijving (PCL XL, KPD, enz.). Dit
printerstuurprogramma maakt het mogelijk de
functionaliteit van het systeem volledig te
benutten. Gebruik dit stuurprogramma om PDF-
bestanden af te drukken.
*
Printing System (XPS)
Driver
Dit printerstuurprogramma ondersteunt het XPS-
(XML papierspecificatie) formaat zoals ontwikkeld
door de Microsoft Corporation.
Mini printer driver
(PCL/KPDL)
Dit is een Microsoft MiniDriver die PCL en KPDL
ondersteunt. Er zijn enkele beperkingen in de
functies en optionele functies van het systeem die
met dit stuurprogramma gebruikt kunnen worden.
Network Tool for Direct
Printing
Utility
Dit maakt het mogelijk een PDF-bestand af te
drukken zonder Adobe Acrobat/Reader te starten.
NETWORK PRINT
MONITOR
Dit is een hulpmiddel waarmee het mogelijk is het
systeem in het netwerk te monitoren.
Lettertype Dit zijn de lettertypen voor weergave die het
mogelijk maken de in het systeem ingebouwde
lettertypen te gebruiken in een
softwaretoepassing.
*
Opmerking Plug en play is uitgeschakeld wanneer dit systeem in slaapmodus staat. Haal het systeem uit de
slaapstand voordat verdergegaan wordt. Raadpleeg Slaapstand op pagina 2-38.
2-9
Voorbereiding voor het gebruik
Het printerstuurprogramma in Windows installeren
U kunt de Snelle modus of de Aangepaste modus gebruiken om de software te installeren. Snelle modus detecteert
automatisch aangesloten printers en installeert de vereiste software. Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt
specificeren en de te installeren software selecteren. Raadpleeg voor meer informatie gedeelte Aangepaste installatie in de
Printing System Driver User Guide op de CD-ROM.
1 Plaats de CD-ROM.
2 Kies Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren.
3 U kiest Software installeren.
4 Klik op Snelle modus.
Opmerking Het installeren onder Windows moet gebeuren door een gebruiker met beheerdersrechten.
Als dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt, selecteer dan Annuleren.
Als venster Automatisch afspelen verschijnt, selecteer dan Run Setup.exe.
Als het venster voor beheer van gebruikersaccounts verschijnt, klik dan op Toestaan.
Opmerking Voor besturingssystemen van Windows geldt dat voor het installeren van printerstuurprogramma's
aangelogd moet worden met een account met beheerdersrechten.
Voorbereiding voor het gebruik
2-10
5 Klik op OK.
6 Selecteer het afdruksysteem dat u wilt installeren, en kies Volgende.
7 Kies de installatie-instellingen. Volg de instructies op het scherm om
de instellingen te kiezen en druk daarna op Volgende.
8 Klik op Installeren.
9 Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is
geïnstalleerd. Klik op Voltooien.
Hiermee is de installatieprocedure van het printerstuurprogramma voltooid. Volg de instructies op het scherm om het
systeem opnieuw op te starten, indien nodig.
Opmerking Als het venster voor detectie van
afdruksystemen verschijnt en de installer detecteert het
apparaat niet, controleer dan of het apparaat via een netwerk-
of USB-kabel met de computer verbonden is en dat het
aanstaat; klik daarna op Opnieuw laden.
Opmerking Als venster Windows Beveiliging verschijnt, kies
dan voor Deze software installeren.
2-11
Voorbereiding voor het gebruik
Het printerstuurprogramma in Macintosh installeren
Het voorbeeld laat zien hoe de machine op een Macintosh die MAC OS X v10.6 draait, kan worden aangesloten.
1 Plaats de CD-ROM.
Dubbelklik op pictogram GEN_LIB.
2 Dubbelklik op OS X 10.4 Only of OS X 10.5 or higher afhankelijk
van uw versie van het Mac OS.
3 Dubbelklik op (Merknaam) OS X vx.x.
4 Installeer het printerstuurprogramma zoals wordt aangegeven in de
instructies van de installatiesoftware.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid.
Opmerking Het installeren onder MAC OS moet gebeuren door een gebruiker met beheerdersrechten.
Bij afdrukken vanaf een Macintosh moet de emulatie van het apparaat ingesteld worden op [KPDL] of [KPDL
(Auto)].
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor informatie over de configuratiemethode.
Wanneer aangesloten wordt met Bonjour, schakel Bonjour dan in onder de netwerkinstellingen van het apparaat.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Voer in het scherm Verificatie de naam en het wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Voorbereiding voor het gebruik
2-12
Specificeer vervolgens de afdrukinstellingen. Indien er een IP- of AppleTalk-verbinding wordt gebruikt, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Als een USB-verbinding gebruikt wordt, zal de printer automatisch herkend en
verbonden worden.
5 Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en scannen.
6 Klik op het plussymbool (+).
7 Kies het pictogram voor IP voor een IP-verbinding of dat voor
AppleTalk voor een AppleTalk-verbinding en voer dan het IP-adres en
de printernaam in. Klik op Voeg toe.
8 Selecteer de voor de printer beschikbare opties en kies OK.
Opmerking Bij gebruik van een Bonjourverbinding moet
[Default] geselecteerd worden; klik daarna op het item dat
onder "Naam" verschijnt. Het stuurprogramma met dezelfde
naam als het apparaat verschijnt automatisch onder
"Stuurprogramma".
2-13
Voorbereiding voor het gebruik
9 De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee worden de
afdrukinstellingen afgerond.
Voorbereiding voor het gebruik
2-14
Statusbewaking
De Statusbewaking toont rechts onderin het afdrukscherm een statusbericht voor het afdruksysteem. U kunt ook Embedded
Web Server opstarten om afdrukinstellingen te controleren en te wijzigen.
De Statusbewaking wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van de Printing System driver.
Toegang tot de Statusbewaking
Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Statusbewaking.
Starten wanneer het afdrukken begint:
Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt een Statusbewaking gestart voor iedere printernaam.
Als het opstarten van Statusbewaking vereist is voor meerdere printers, wordt een Statusbewaking gestart voor iedere
printer die dat verzoek uitvaardigt.
Starten vanuit de eigenschappen van de Printing System driver:
Klik op knop Statusbewaking in tabblad Geavanceerd. Klik dan op Statusbewaking openen in dialoogvenster
Statusbewaking om de Statusbewaking op te starten.
Verlaten van de Statusbewaking
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Statusbewaking.
Handmatig verlaten:
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de Statusbewaking in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, om
de Statusbewaking te verlaten.
Automatisch verlaten:
De Statusbewaking sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt gebruikt.
Schermoverzicht
Het schermoverzicht van de Statusbewaking is als volgt.
Pop-upvenster
Als zich een gebeurtenismelding voordoet, verschijnt een pop-upvenster.
Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op het
bureaublad.
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U
kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het
weergegeven menu wanneer u met de rechtermuisknop op het pictogram
van de Statusbewaking klikt.
Als zich een gebeurtenismelding voordoet, worden het 3D-beeld en een
geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg Instellingen
melding op pagina 2-16 voor meer informatie over de instellingen voor
geluidsmeldingen.
2-15
Voorbereiding voor het gebruik
Pictogram Statusbewaking
Wanneer de Statusbewaking loopt wordt het pictogram daarvan
weergegeven in het meldingsgebied van de taakbalk Wanneer u de
cursor over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam. Door met
uw rechter muisknop op het pictogram van de Statusbewaking te
klikken, kunt u de onderstaande opties instellen.
De Statusbewaking tonen/verbergen
Hiermee wordt het pictogram van de Statusbewaking getoond of
verborgen.
Configureer
Als de printer met een TCP/IP-netwerk is verbonden en een eigen IP-
adres heeft, gebruikt u een webbrowser om naar het Embedded Web
Server RX te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of bevestigen.
Raadpleeg Embedded Web Server RX User Guide voor meer informatie.
Altijd op voorgrond
Geeft de Statusbewaking weer voor andere geopende vensters.
Ondoorzichtigheid
Past de Statusbewaking aan om een variabele hoeveelheid achtergrond
door het beeld heen te laten schijnen. Selecteer een percentage tussen
20 en 100.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van venster Statusbewaking.
Melding...
Geef de instelling voor Melding voor de Statusbewaking aan. Raadpleeg
Instellingen melding op pagina 2-16 voor meer informatie.
Afsluiten
Hiermee verlaat u de Statusbewaking.
Voorbereiding voor het gebruik
2-16
Instellingen melding
Gebruik optie Melding om de Statusbewaking in te stellen.
Tabblad Melding bevat de volgende items.
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Beschikbare
gebeurtenissen.
Geluidsbestand
Er kan een geluidsbestand geselecteerd worden als u een melding met
geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens
gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze functie
alleen toepasbaar voor Windows XP of hoger.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1 Vink selectievakje Gebeurtenismelding inschakelen aan.
2 Selecteer onder Beschikbare gebeurtenissen een gebeurtenis die
gebruikt moet worden met optie tekst naar spraak.
3 Om een geluidsbestand te gebruiken voor kennisgevingen van
gebeurtenissen wordt het vinkje uit het selectievakje Gebruik tekst
naar spraak verwijderd. Tekstvak Geluidsbestand wordt
ingeschakeld.
4 Geef de locatie van het geluidsbestand (.wav-bestand) in, of klik op
Bladeren... om een op de computer opgeslagen geluidsbestand te
selecteren.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het vak
Tekst naar spraak uit te spreken wanneer zich een gebeurtenis
voordoet.
5 Kies Afspelen om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
BELANGRIJK De computer heeft geluidsmogelijkheden, zoals een geluidskaart en luidsprekers, nodig om de in-
stellingen op tabblad Melding te kunnen bevestigen.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.
2-17
Voorbereiding voor het gebruik
Software verwijderen (Windows)
De software kan worden verwijderd m.b.v. de schijf met Product Library die bij de printer is geleverd.
1 Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
2 Plaats de schijf met Product Library die met de printer is meegeleverd
in het optische station van de pc.
3 Volg de procedure die u heeft gebruikt om het printerstuurprogramma
te installeren en kies Software verwijderen. De wizard voor het
verwijderen van software verschijnt.
4 Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
5 Kies Verwijderen.
De uninstaller start.
6 Als venster Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u Volgende.
7 Kies of u uw computer wilt herstarten of niet, en klik op Voltooien.
BELANGRIJK Op Macintosh-computers kan de software niet worden verwijderd m.b.v. de schijf met Product Library
omdat de printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript Printer Description) -bestand.
Opmerking In Windows Vista, verschijnt het Verwijder
stuurprogramma en Pakket venster. Kies Verwijder
stuurprogramma en stuurprogrammapakket en klik op
OK. Wanneer NETWORK PRINT MONITOR of Network Tool
for Direct Printing geïnstalleerd is, worden voor elke toepas-
sing aparte wizards voor het ongedaan maken van de installa-
ties gestart. Ga door met de stappen voor verwijderen voor
elke toepassing zoals aangegeven door de instructies op het
scherm.
Opmerking De software kan uit menu Programma's
verwijderd worden.
(In geval van Windows XP.)
Start de uninstaller door op start > Alle programma's >
(Merknaam > Product System Library verwijderen te
klikken, en verwijder de software.
Voorbereiding voor het gebruik
2-18
Embedded Web Server RX
Embedded Web Server RX is een hulpmiddel dat wordt gebruikt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van
het apparaat en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, afdrukken via het netwerk en geavanceerde
netwerkfuncties.
Als er e-mailinstellingen actief zijn, is het mogelijk kennisgevingen per e-mail te verzenden wanneer een taak voltooid is.
De procedure voor toegang tot Embedded Web Server RX is als volgt.
1 Start de webbrowser.
2 Voer het IP-adres van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
bijv.) http://10.183.54.29/
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het
Embedded Web Server RX weer, evenals hun huidige status.
3 Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. De
instellingen moeten separaat geconfigureerd worden, afhankelijk van
de items.
Als beperkingen zijn ingesteld voor Embedded Web Server RX moet
u een juiste gebruikersnaam en wachtwoord invoeren om andere
pagina's dan de startpagina te openen.
Raadpleeg Embedded Web Server RX User Guide voor meer
informatie.
E-mailinstelling
Wanneer de SMTP-instellingen aangegeven worden, kunnen er per e-mail meldingen verzonden worden wanneer een taak
voltooid is.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt.
Controleer ook het volgende:
De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver
Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
SMTP-instellingen
Gebruik Embedded Web Server RX om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren.
Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-mailberichten
misschien niet mogelijk.
Opmerking Om instellingen in Embedded Web Server RX te wijzigen, moet u zich aanmelden als beheerder van
het apparaat. De standaard fabrieksinstellingen zijn zoals hieronder aangegeven.
Aanmeldingsgebruikersnaam: Admin
Aanmeldingswachtwoord: Admin
2-19
Voorbereiding voor het gebruik
Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven.
1 Klik op Instellingen -> Geavanceerd -> SMTP -> Algemeen.
2 Voer in elk veld de juiste instellingen in.
Hieronder worden de instellingen beschreven die moeten worden
opgegeven in het scherm met SMTP-instellingen.
Item Beschrijving
SMTP-protocol
Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet worden
ingeschakeld om de e-mailfunctie te gebruiken.
SMTP-poortnummer
Stel het SMTP-poortnummer in. Normaliter wordt als poortnummer 25 gebruikt.
SMTP-servernaam
Voer het IP-adres of de naam van de SMTP-server in. De naam en het IP-adres van de
SMTP-server mogen maximaal 64 karakters lang zijn.
Bij ingave van de servernaam moeten ook een IP-adres of DNS-server geconfigureerd
worden.
Het DNS-serveradres kan worden ingevoerd onder TCP/IP Instelling.
Time-out SMTP-server
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in.
Verificatieprotocol
Hiermee wordt het SMTP-verificatieprotocol in- of uitgeschakeld of wordt POP voor
SMTP ingesteld als protocol. De SMTP-verificatie ondersteunt Microsoft Exchange
2000.
Verifiëren als
Voor de verificatie heeft u de keuze uit drie POP3-accounts of u kunt een andere
account kiezen.
Aanmeldingsgebruikers-
naam
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt de
aanmeldingsgebruikersnaam die u hier instelt gebruikt voor de SMTP-verificatie. De
aanmeldingsgebruikersnaam mag maximaal 64 karakters lang zijn.
Wachtwoord aanmelding
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt het wachtwoord dat u
hier instelt gebruikt voor de verificatie. Het wachtwoord voor aanmelding mag
maximaal 64 karakters lang zijn.
SMTP-beveiliging
Hiermee wordt de SMTP-beveiliging in- of uitgeschakeld. Als dit protocol is
ingeschakeld, moet SSL/TLS of STARTTLS worden geselecteerd. Om de SMTP-
beveiliging in te schakelen, moet de SMTP-poort mogelijkerwijs worden gewijzigd
overeenkomstig de serverinstellingen.
Standaard zijn de bekende SMTP-poorten 465 voor SSL/TLS en 25 of 587 voor
STARTTLS.
POP voor SMTP-timeout
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in wanneer u POP voor SMTP als
verificatieprotocol geselecteerd heeft.
Voorbereiding voor het gebruik
2-20
Dynamic Domain Name System (DDNS)
Deze printer ondersteunt DDNS via DHCP. Om het systeem te kunnen gebruiken moet ten eerste optie DHCP/BOOTP
ingesteld worden op Aan.
Stel DDNS in op Aan om de DDNS-service te gebruiken voor het bijwerken van de overeenstemming van hostnamen en
IP-adressen.
Raadpleeg Embedded Web Server RX User Guide voor de methode om dit in te stellen.
Testen
Hiermee test u of de SMTP-verbinding met succes tot stand kan worden gebracht.
Groottebeperking e-mail
Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in in kilobytes. Wanneer de
waarde 0 is, wordt de groottebeperking voor e-mail uitgeschakeld.
Adres afzender
Voer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is voor het apparaat,
bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt ervoor dat een antwoord of een
afleveringsfoutrapport naar een persoon wordt gestuurd in plaats van naar het
apparaat. Het adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor SMTP-
verificatie. Het adres van de afzender mag maximaal 128 karakters lang zijn.
Handtekening
Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die wordt weergegeven aan
het einde van het e-mailbericht. Deze wordt soms gebruikt om het apparaat verder te
identificeren. De handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn.
Domeinbeperking
Voer de domeinnamen in die kunnen worden toegestaan of geweigerd. De
domeinnaam mag maximaal 32 karakters lang zijn. U kunt ook e-mailadressen
opgeven.
Item Beschrijving
2-21
Voorbereiding voor het gebruik
Papier plaatsen
Er kan papier worden geplaatst in de twee standaardcassettes en de multifunctionele lade. Daarnaast zijn ook een
optionele papierinvoeren verkrijgbaar (zie Optionele apparatuur op pagina A-2).
Voor het plaatsen van het papier in elk van de lades, zie de onderstaande pagina.
* Het papier wordt op dezelfde manier geplaatst als bij standaardcassette 1 en 2.
** Het papier wordt op dezelfde manier geplaatst als bij de extra grote papierinvoer (1500 vel x 2).
Cassette Cassette Pagina
Standaard Cassette 1,
Cassette 2
Standaardcassettes 2-23
Multifunctionele lade Multifunctionele lade 2-29
Optie Cassette 3,
Cassette 4
Papierinvoer (500 vel x 2)* 2-23
Extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) 2-26
Cassette 5 Zij-invoer (3000 vel) 2-28
Zij-invoer (500 vel x 3)* 2-23
Extra grote zij-invoer
(500*, 1500 vel x 2**)
2-23
Cassette 6
Cassette 7
Zij-invoer (500 vel x 3)* 2-23
Extra grote zij-invoer
(500*, 1500 vel x 2**)
2-26
BELANGRIJK Voorzorgen bij het instellen van de energiebesparende stand.
Het aantal vellen dat geplaatst kan worden verschilt afhankelijk van uw gebruiksomgeving.
Om helderder kleurenafdrukken te verkrijgen wordt speciaal papier voor kleurenafdrukken gebruikt.
Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale coating. (Dergelijk papier kan papierstoringen of
andere defecten veroorzaken.)
Voorbereiding voor het gebruik
2-22
Voordat u het papier plaatst
Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los
om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de onderstaande
stappen.
1 Buig de stapel papier zodanig dat het midden van het papier omhoog
wijst.
2 Houd beide uiteinden van de stapel vast en trek eraan terwijl u de
hele stapel omhoog duwt.
3 Beweeg uw rechter- en linkerhand beurtelings omhoog om een
opening te creëren en lucht tussen het papier te brengen.
4 Lijn ten slotte het papier uit op een vlakke tafel.
Als het papier gekruld of gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het
papier plaatst. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen
veroorzaken.
VOORZICHTIG Als u op gebruikt papier (papier dat al voor afdrukken is gebruikt) kopieert, gebruik dan
geen papier dat met nietjes of een paperclip aan elkaar is bevestigd. Dit kan het apparaat beschadigen of
een slechte beeldkwaliteit veroorzaken.
Stel geopend papier niet bloot aan hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid, aangezien vocht
kopieerproblemen kan veroorzaken. Sluit na het plaatsen van het papier in de multifunctionele lade of in
een cassette eventueel resterend papier goed in de bewaarzak voor papier af.
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit
de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen.
Opmerking Houd er rekening mee dat bepaalde papiersoorten snel opkrullen en daardoor kunnen vastlopen in de
papieruitwerpeenheid.
Als het uitvoerpapier niet gelijkmatig wordt gestapeld, draai het papier dan om in de cassette of wijzig de oriëntatie
(verticaal/horizontaal) van het papier in de cassette.
Raadpleeg Papier op pagina A-3 als u speciaal papier gebruikt zoals briefpapier, geperforeerd papier of
voorbedrukt papier met bijvoorbeeld een logo of bedrijfsnaam.
2-23
Voorbereiding voor het gebruik
Papier in de cassettes plaatsen
De standaardcassettes
De 2 standaardcassettes zijn allebei geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier.
In cassette 1 en 2 past tot 500 vel normaal papier (80 g/m
2
) (of 550 vel normaal papier van 64 g/m
2
).
De volgende papierformaten worden ondersteund: A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Ledger, Legal, Oficio II,
12 × 18", Letter, Letter-R, Statement-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R en 216 × 340 mm.
1 Trek de cassette naar u toe, totdat deze stopt.
2 Druk onderaan op de zijkanten van de papierlengtegeleider en
verschuif de geleider om deze aan te passen aan de lengte van het
papier.
BELANGRIJK
Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u
altijd de instelling van het mediatype en het papiergewicht opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype
voor de cassettes opgeven op pagina 2-31 en de Engelse gebruikershandleiding.)
De cassettes zijn geschikt voor papier met een gewicht tussen 60 en 256 g/m
2
. Als u papier gebruikt met een
gewicht tussen 106 en 256 g/m
2
, stel het mediatype dan in op Dik en stel het gewicht in van het papier dat u
gebruikt.
Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 256 g/m
2
in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan
256 g/m
2
de multifunctionele lade.
Als u papier wilt gebruiken van 330 × 210 mm tot 356 × 220 mm, neem dan contact op met een
onderhoudstechnicus.
Opmerking Trek niet meer dan één cassette tegelijkertijd
uit.
Opmerking De papierformaten staan op de cassette
vermeld.
Voorbereiding voor het gebruik
2-24
3 Druk op de vergrendelingsknop (op de papierbreedtegeleider) om te
ontgrendelen. Houd het instelmechanisme voor de papierbreedte
vast en verschuif de papierbreedtegeleiders om ze aan te passen
aan het papierformaat.
4 Leg het papier strak tegen de rechterkant van de cassette aan.
Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan
eerst los voor u het in de cassette plaatst.
(Raadpleeg Voordat u het papier plaatst op pagina 2-22)
Bijvoorbeeld: A4
BELANGRIJK
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of
gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen
veroorzaken.
Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie de
afbeelding links).
Wanneer u het papier plaatst, houdt u de kant van de sluiting van de
verpakking naar boven gericht.
De lengte- en breedtegeleiders van het papier moeten aan het
papierformaat worden aangepast. Wanneer u het papier plaatst
zonder deze geleiders aan te passen, kan het papier schuin worden
ingevoerd met papierstoringen tot gevolg.
2-25
Voorbereiding voor het gebruik
5 Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen het
papier geklemd zitten. Als er nog ruimte is, past u de geleiders
opnieuw aan het papier aan.
6 Druk op de vergrendelingsknop (op de papierbreedtegeleider) om te
vergrendelen.
7 Plaats de kaartjes zodanig dat het vermelde papierformaat en de
soort overeenkomen met het papier dat zal worden geplaatst. (De
vermelding is op beide kanten van het kaartje afgedrukt.)
8 Duw de cassette voorzichtig terug.
9 Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enzovoort) dat in de
cassette is geplaatst. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor
de cassettes opgeven op pagina 2-31)
Opmerking Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat
worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit
de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier
op te bergen.
Voorbereiding voor het gebruik
2-26
De extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) (optioneel)
Elk van de optionele cassettes is geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier.
In de extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) past tot 3000 vel (1500 vel x 2) normaal papier
(80 g/m
2
) (of tot 3500 vel (1750 vel x 2) normaal papier van 64 g/m
2
).
De volgende papierformaten worden ondersteund: A4, B5 en Letter.
1 Trek de cassette naar u toe, totdat deze stopt.
2 Draai het klemmetje van papierformaatgeleider (A) en verwijder het.
Trek papierformaatgeleider (A) omhoog en haal deze uit.
3 Plaats papierformaatgeleider (A) in de sleuf (onderin de cassette) van
het papierformaat dat zal worden gebruikt.
Zorg ervoor dat de bovenkant van papierformaatgeleider (A)
overeenkomt met het papierformaat dat zal worden gebruikt, zet het
klemmetje terug en draai het om het te vergrendelen.
Probeer voorzichtig papierformaatgeleider (A) te bewegen om te
controleren of deze goed vast zit.
BELANGRIJK
Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u altijd de
instelling van het mediatype en het papiergewicht opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes
opgeven op pagina 2-31 en de Engelse gebruikershandleiding.)
De cassettes zijn geschikt voor papier met een gewicht tot 256 g/m
2
. Als u papier gebruikt met een gewicht tussen 106
en 256 g/m
2
, stel het mediatype dan in op Dik en stel het gewicht in van het papier dat u gebruikt.
Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 256 g/m
2
in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan 256 g/m
2
de multifunctionele lade.
Papier
formaatGgeleider (A)
Klemmetje
2-27
Voorbereiding voor het gebruik
4 Duw, terwijl de onderkant van de cassette helemaal naar beneden
gedrukt is, op het lipje aan de zijkant van papierformaatgeleider (B)
om deze te ontgrendelen en trek papierformaatgeleider (B) uit.
5 Pas papierformaatgeleider (B) aan aan het papierformaat.
A4
Plaats papierformaatgeleider (B) in de sleuf waar A4 bij staat (onderin
de cassette) en zet het lipje vast (u hoort een klikgeluid).
Probeer voorzichtig papierformaatgeleider (B) te bewegen om te
controleren of deze goed vast zit.
B5
Klap papierformaatgeleider (B) open zoals afgebeeld, plaats deze in
de sleuf waar B5 bij staat (onderin de cassette) en zet het lipje vast
(u hoort een klikgeluid).
Probeer voorzichtig papierformaatgeleider (B) te bewegen om te
controleren of deze goed vast zit.
Letter
Papierformaatgeleider (B) wordt niet bevestigd.
6 Plaats het papier in de cassette.
Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan
eerst los voor u het in de cassette plaatst.
(Raadpleeg Voordat u het papier plaatst op pagina 2-22)
Papierformaatgeleider (B)
Voorbereiding voor het gebruik
2-28
7 Plaats de kaartjes zodanig dat het vermelde papierformaat en de
soort overeenkomen met het papier dat zal worden geplaatst. (De
vermelding is op beide kanten van het kaartje afgedrukt.)
8 Duw de cassette voorzichtig terug.
9 Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enzovoort) dat in de
cassette is geplaatst. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor
de cassettes opgeven op pagina 2-31)
Zij-invoer (3000 vel) (optioneel)
In de optionele zij-invoer past 3000 vel normaal papier (80 g/m
2
). De volgende papierformaten worden ondersteund: A4,
B5, Letter.
Trek de cassette naar u toe tot deze stopt en plaats het papier in de
cassette. Duw na het plaatsen van het papier, de cassette voorzichtig
terug.
BELANGRIJK
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of
gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen
veroorzaken.
Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie
onderstaande afbeelding).
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
Opmerking Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat
worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit
de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier
op te bergen.
Opmerking De standaard papierformaatinstelling is A4. Als
u het papierformaat wilt wijzigen in B5 of Letter, neem dan
contact op met uw servicevertegenwoordiger.
BELANGRIJK
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of
gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen
veroorzaken.
Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie
onderstaande afbeelding).
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
2-29
Voorbereiding voor het gebruik
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
In de multifunctionele lade past tot 150 vel normaal papier in formaat A4 of kleiner (80 g/m
2
) (of tot 165 vel normaal papier
van 64 g/m
2
) of tot 50 vel normaal papier groter dan A4 (80 g/m
2
) (of tot 55 vel normaal papier van 64 g/m
2
).
De multifunctionele lade is geschikt voor de papierformaten 12×18" en van A3 tot A6-R en Hagaki en van Ledger tot
Statement-R, 8K, 16K en 16K-R. Gebruik voor speciaal papier steeds de multifunctionele lade.
De capaciteit van de multifunctionele lade is als volgt.
Normaal papier (80 g/m
2
), gerecycled papier, gekleurd papier in formaat A4 of kleiner: 150 vel
(64 g/m
2
normaal papier: 165 vel)
Normaal papier (80 g/m
2
), gerecycled papier, gekleurd papier in formaat B4 of groter: 50 vel
(64 g/m
2
normaal papier: 55 vel)
Hagaki: 30 vel
OHP-folies: 10 vel
Envelop DL, Envelop C4, Envelop C5, Envelop #10 (Commercial #10), Envelop #9 (Commercial #9), Envelop #6
(Commercial #6), Monarch, Youkei 4, Youkei 2: 10 vel
Bannerpapier: van 470,1 mm tot maximaal 1220,0 mm:
1 vel (handinvoer), 10 vellen (wanneer optionele bannerlade is bevestigd)
1 Open de multifunctionele lade tot deze stopt.
2 Wanneer u papierformaten 12×18" en van A3 tot B4 en Ledger tot
Legal plaatst, trek dan het verlengstuk van de multifunctionele lade
uit tot het teken "
" helemaal zichtbaar is.
BELANGRIJK Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier),
dan moet u altijd de instelling van het mediatype en het papiergewicht opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en me-
diatype voor de multifunctionele lade opgeven (multifunctionele lade instellen) op pagina 2-34 en de Engelse gebrui-
kershandleiding.) Als u papier gebruikt met een gewicht van 106 g/m
2
of meer, stel het mediatype dan in op Dik en
stel het gewicht in van het papier dat u gebruikt.
Opmerking Wanneer u papier met een aangepast formaat plaatst, geeft u het papierformaat op zoals beschreven
in Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (multifunctionele lade instellen) op pagina 2-
34.
Wanneer u speciaal papier gebruikt zoals overhead of dik papier, selecteert u het mediatype zoals beschreven in
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (multifunctionele lade instellen) op pagina 2-34.
Voorbereiding voor het gebruik
2-30
3 Pas de papierbreedtegeleiders aan de breedte van het papier aan.
Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan
eerst los voor u het in de cassette plaatst.
(Raadpleeg Voordat u het papier plaatst op pagina 2-22)
4 Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat
het niet verder kan.
BELANGRIJK Plaats de afdrukzijde naar beneden.
Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik.
Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is.
Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaatst, controleer dan
eerst of er geen papier achtergebleven is van een vorig gebruik voor
u het papier plaatst. Als er slechts een kleine hoeveelheid papier
overblijft in de multifunctionele lade en u wil het aanvullen, verwijder
dan eerst het overgebleven papier uit de lade en voeg het bij het
nieuwe papier voor u het papier terug in de lade plaatst.
Als er nog ruimte is tussen het papier en de papierbreedtegeleiders,
pas de papierbreedtegeleiders dan opnieuw aan aan het papier om
te voorkomen dat het scheef ingevoerd wordt of vastloopt.
BELANGRIJK Zorg dat het papier niet boven de niveauaandui-
ding uitkomt (zie de afbeelding).
Opmerking Wanneer u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, kies dan de envelopsoort zoals
beschreven in Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (multifunctionele lade
instellen) op pagina 2-34.
2-31
Voorbereiding voor het gebruik
Opgeven van papierformaat en mediatype (cassette instellen)
De standaardinstelling van het papierformaat voor cassettes 1 en 2, de multifunctionele lade en de optionele papierinvoer
(cassettes 3 tot 7) is [Auto] en de standaardinstelling van het mediatype is [Normaal].
Om de papiersoort die in de cassettes gebruikt wordt, vast in te stellen, moet u de instellingen van het papierformaat en het
mediatype opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-31)
Om de papiersoort die in de multifunctionele lade gebruikt wordt, vast in te stellen, moet u de instelling van het papierformaat
opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (multifunctionele lade
instellen) op pagina 2-34)
Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven
Om de papiersoort die in cassette 1 of 2 of de optionele papierinvoeren (cassettes 3 tot 7) gebruikt wordt, vast in te stellen,
moet u het papierformaat opgeven. Als u een ander mediatype dan normaal papier gebruikt, moet u ook de instelling van
het mediatype opgeven. Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor wijzigen naar een ander mediatype dan
Normaal.
Instelling Beschikbaar formaat/soort
Standaardformaten *
* Als de optionele extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) en de optionele extra grote zij-invoer (500, 1500 vel x 2)
worden gebruikt, kunnen alleen A4, Letter en B5 worden opgegeven.
Selecteer uit de standaardformaten. De volgende papierformaten kunnen worden
geselecteerd.
Letter-R, Letter, Legal, A4-R, A4, B5-R, B5, A3, B4, Ledger, A5, Oficio II, 216×340 mm,
12×18", 8K, 16K-R, 16K, Statement, Folio
Mediatype Normaal, voorgedrukt**, Bond, gerecycled, Vellum**, ruw**, briefhoofd**, kleur**,
geperforeerd, dik**, hoge kwaliteit en Custom 1 (tot 8)**
** Dit kan niet geselecteerd worden wanneer het papiergewicht in de cassette Zwaar 5 of Extra zwaar is. Te
selecteren bij de multifunctionele lade.
Voorbereiding voor het gebruik
2-32
Cassette (1 tot 7) instellen (instellingen voor de cassettes)
Bij het laden van papier in de papiercassettes van de printer moeten onderstaande stappen gevolgd worden om het
afdrukformaat en papiersoort in te stellen.
Als de optionele papierinvoer geïnstalleerd is, wordt dezelfde procedure gebruikt voor het instellen van afdrukformaat en
papiersoort.
Cassette (1 tot 7) formaat (instellen van het afdrukformaat voor de cassette)
1 Druk in menu Papierinstellingen op of om de papiercassette te
selecteren die u wilt instellen.
2 Druk op [OK]. Menu Cassete # inst. verschijnt.
3 Druk op of om Papierformaat te selecteren.
4 Druk op [OK]. Scherm Papierformaat verschijnt, met een lijst van de
papierformaten die gebruikt kunnen worden voor de geselecteerde
cassette.
De beschikbare papierformaten zijn als volgt:
Auto(Metrisch)
Auto(Inch)
Letter-R
Letter
Legal
A4-R
A4
B5-R
B5
A3
B4
Ledger
A5
Oficio II
216x340mm
12x18"
8K
16K-R
16K
Statement
Folio
Cassette 1 inst.:
a
b
********************-
2
Mediatype
[ Einde ]
1
Papierformaat
Papierformaat:
a
b
********************-
2
Auto(Inch)
3
Letter-R
1
*Auto(Metrisch)
Opmerking Om het papierformaat automatisch te laten
selecteren op metrische of inchmaten, wordt Auto (Metrisch)
of Auto (Inch) geselecteerd.
2-33
Voorbereiding voor het gebruik
5 Druk op of om het gewenste Papierformaat te selecteren.
6 Druk op [OK]. Het papierformaat voor de cassette wordt ingesteld en
het scherm met menu Papier instel. verschijnt opnieuw.
Cassette (1 tot 7) formaat (instellen van de papiersoort voor de cassette)
Door een papiersoort (normaal, gerecycled, enz.) in te stellen voor de papiercassette is het mogelijk het papier in de
papiercassette automatisch te selecteren volgens de papiersoort die in het printerstuurprogramma opgegeven wordt. De
standaard instelling voor alle cassettes is normaal papier.
Raadpleeg Basisspecificaties papier op pagina A-4 voor meer informatie over papiersoorten die uit papiercassettes
ingevoerd kunnen worden.
1 Druk in menu Papierinstellingen op of om de cassette te
selecteren die u wilt instellen.
2 Druk op [OK]. Menuscherm Cassete # inst. verschijnt.
# toont het nummer van de in de printer geïnstalleerde cassette (1 t/
m 7).
3 Druk op of om Mediatype te selecteren.
4 Druk op [OK]. Scherm Mediatype verschijnt, met een lijst van de
mediatypen die gebruikt kunnen worden voor de geselecteerde
cassette.
De beschikbare mediatypen zijn als volgt:
Normaal
Voorgedrukt
Bankpost
Hergebruikt
Velijnpapier
Ruw
Briefpapier
Kleur
Geperforeerd
Dik
HogeKwaliteit
CUSTOM1 tot 8
5 Druk op of om het gewenste mediatype te selecteren.
6 Druk op [OK]. Het mediatype voor de cassette wordt ingesteld en het
scherm met menu Papier instel. verschijnt opnieuw.
Cassette 1 inst.:
a
b
********************-
2
Mediatype
[ Einde ]
1
Papierformaat
Mediatype:
a
b
********************-
2
Voorgedrukt
3
Bond
1
*Normaal
Voorbereiding voor het gebruik
2-34
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (multifunctionele lade
instellen)
Om de papiersoort die in de multifunctionele lade gebruikt wordt, vast in te stellen, moet de instelling van het papierformaat
opgegeven worden. Geef bij gebruik van ander dan 'Normaal' papier het mediatype op.
Item Beschrijving
Papierformaat Selecteer uit de standaardformaten. De volgende papierformaten kunnen
worden geselecteerd.
Envelop Monarch, Envelop #10 (Commercial #10), Envelop DL,
Envelop C5, Executive, Letter-R, Letter, Legal, A4-R, A4, B5-R, B5, A3, B4,
Ledger, A5, A6, B6, Envelop #9 (Commercial #9),
Envelop #6 (Commercial #6 3/4), ISO B5, Custom*, Envelop C4, Hagaki,
Oufuku hagaki, Oficio II, 216×340 mm, 12×18", 8K, 16K-R, 16K, Statement,
Folio, Youkei 2, Youkei 4
* Raadpleeg Registreren van een papierformaat op pagina 2-37 voor het selecteren van Custom voor Custom papierformaat.
Mediatype De volgende mediatypen kunnen worden geselecteerd:
Normaal, transparant, voorgedrukt, etiketten, bond, gerecycled, vellum, ruw,
briefhoofd, kleur, geperforeerd, envelop, kaarten, gecoat, dik, hoge kwaliteit en
Custom 1 t/m 8**
** Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor het selecteren van Custom 1- 8 als mediatype.
Opmerking Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor wijzigen naar een ander mediatype dan Normaal.
2-35
Voorbereiding voor het gebruik
Instelling MF-lade (MF, lade-instelling)
Om juist af te drukken op papier dat via de MF-lade wordt ingevoerd, wordt onderstaande procedure gebruikt voor het
instellen van papierformaat en mediatype.
Papierformaat (instelling papierformaat voor MF-lade)
Dit kan gebruikt worden om het papierformaat in te stellen dat vanuit de MF-lade toegevoerd wordt. De standaard instelling
is Letter voor de V.S. en Canada en A4 voor andere landen.
Raadpleeg Basisspecificaties papier op pagina A-4 voor meer informatie over papiersoorten die uit de MF-lade ingevoerd
kunnen worden.
1 Druk in menu Papierinstellingen op of om Inst. MF-lade te
selecteren.
2 Druk op [OK]. Menuscherm Inst. MF-lade verschijnt.
3 Druk op of om Inst. MF-lade te selecteren.
4 Druk op [OK]. Scherm Papierformaat verschijnt, met een lijst van de
papierformaten die gebruikt kunnen worden voor de MF-lade.
De beschikbare papierformaten zijn als volgt:
Opmerking Als er papier ingevoerd wordt met een papierformaat dat niet overeenkomt met het huidige
papierformaat van de MF lade, kan het papier vastlopen.
Wanneer papierformaat en/of papiersoort ingesteld zijn in het stuurprogramma, krijgen de instellingen die in het
stuurprogramma gedefinieerd zijn, voorrang.
Inst. MF-lade
a
b
********************-
2
Mediatype
[ Einde ]
1
Papierformaat
Papierformaat:
a
b
********************-
2
Auto(Inch)
3
Envelop Monarch
1
*Auto(Metrisch)
Auto(Metrisch)
Auto(Inch)
Envelop Monarch
Envelop #10
Envelop DL
Envelop C5
Executive
Letter-R
Letter
Legal
A4-R
A4
B5-R
B5
A3
B4
Ledger
A5
A6
B6
Envelop #9
Envelop #6
ISO B5
Custom
Envelop C4
Hagaki
Oufuku Hagaki
Oficio II
216x340mm
12x18"
8K
16K-R
16K
Statement
Folio
Youkei 2
Youkei 4
Opmerking Om het papierformaat automatisch te laten
selecteren op metrische of inchmaten, wordt Auto (Metrisch)
of Auto (Inch) geselecteerd.
Voorbereiding voor het gebruik
2-36
5 Druk op of om het gewenste Papierformaat te selecteren.
6 Druk op [OK]. Het papierformaat voor de MF-lade wordt ingesteld
menuscherm Papier instel. verschijnt opnieuw.
Mediatype (instelling papiersoort voor MF lade)
Dit kan gebruikt worden om de papiersoort in te stellen die vanuit de MF-lade toegevoerd wordt. De standaardinstelling is
Normaal.
Raadpleeg Basisspecificaties papier op pagina A-4 voor meer informatie over de papiersoorten die uit de MF-lade ingevoerd
kunnen worden.
1 Druk in menu Papierinstellingen op of om Inst. MF-lade te
selecteren.
2 Druk op [OK]. Menuscherm Inst. MF-lade verschijnt.
3 Druk op of om Mediatype te selecteren.
4 Druk op [OK]. Scherm Mediatype verschijnt, met een lijst van de
mediatypen die gebruikt kunnen worden voor de MF-lade.
De beschikbare papiersoorten zijn als volgt:
Normaal
Transparant
Voorgedrukt
Etiketten
Bankpost
Hergebruikt
Velijnpapier
Ruw
Briefpapier
Kleur
Geperforeerd
Envelop
Karton
Gecoat
Dik
HogeKwaliteit
CUSTOM1 tot 8
5 Druk op of om het gewenste mediatype te selecteren.
6 Druk op [OK]. Het mediatype voor de MF-lade wordt ingesteld en
menuscherm Papier instel. verschijnt opnieuw.
Inst. MF-lade
a
b
********************-
2
Mediatype
[ Einde ]
1
Papierformaat
Mediatype:
a
b
********************-
2
Transparant
3
Voorgedrukt
[ Einde ]
1
*Normaal
2-37
Voorbereiding voor het gebruik
Registreren van een papierformaat
Om een papierformaat te gebruiken dat niet in de lijst met papierformaten van het apparaat staat, moet het papierformaat
worden geregistreerd in tabblad Basis van het scherm met printerinstellingen van het printerstuurprogramma.
Na registratie kan het afdrukformaat worden geselecteerd via menu Paginagrootten....
1 Scherm Eigenschappen printerstuurprogramma weergeven.
2 Klik op tabblad Basis.
3 Klik op knop Paginagrootten... om het formaat te registreren.
4 Klik op knop Nieuw.
5 Geef de naam van de printer in.
6 Geef de papiergrootte in.
Raadpleeg Banners afdrukken op pagina 3-9 voor afdrukken op
papier van 470,1 mm lang of langer of een maximale lengte van
1220,0 mm.
7 Klik op de OK-knop.
8 Selecteer het afdrukformaat (naam) zoals geregistreerd in de
stappen 4 t/m 7.
9 Selecteer Multifunctionele lade.
10Selecteer een mediatype.
Opmerking Om af te drukken zonder het printerstuurprogramma te gebruiken, worden afdrukformaat en -type
ingesteld zoals uitgelegd onder Papierformaat en mediatype opgeven voor de Instelling MF-lade (MF, lade-
instelling) op pagina 2-35.
2
8
9
3
10
5
6
4
7
Voorbereiding voor het gebruik
2-38
Energiebesparingfunctie
Energiebesparende stand
Wanneer het apparaat gedurende een vooraf vastgestelde tijd niet actief is, wordt het berichtenscherm uitgeschakeld en
wordt het stroomverbruik gereduceerd.
Deze stand heet de energiebesparende stand.
De standaard vooringestelde tijd is 3 minuten (voor de P-C4580DN) of 5 minuten (voor de P-C5580DN).
Als er gegevens ontvangen worden wanneer het apparaat in energiebesparende stand staat, licht het berichtenscherm op
en begint het afdrukken.
Om te hervatten wordt op OK gedrukt. Het apparaat is binnen 25 seconden gebruiksklaar.
Houd er rekening mee dat het apparaat door omgevingsfactoren zoals ventilatie langzamer kan reageren.
Slaapstand
Wanneer het apparaat gedurende een vooraf vastgestelde tijd in de energiebesparende stand staat, wordt het
berichtenscherm uitgeschakeld en wordt het stroomverbruik geminimaliseerd. Deze stand heet de slaapstand.
Als er gegevens ontvangen worden wanneer het apparaat in slaapstand staat, licht het berichtenscherm op en begint het
afdrukken.
Om te hervatten wordt op OK gedrukt. De P-C4580DN zal binnen 41 seconden bedrijfsklaar zijn, de P-C5580DN zal binnen
45 seconden bedrijfsklaar zijn.
Houd er rekening mee dat het apparaat door omgevingsfactoren zoals ventilatie langzamer kan reageren.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt
VOORZICHTIG Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het dan
uit met de hoofdschakelaar. Als u het apparaat nog langer niet gebruikt (bijvoorbeeld tijdens de vakantie),
haal dan om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact.
VOORZICHTIG Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op in de afgesloten bewaarzak voor papier om het
tegen vocht te beschermen.
2-39
Voorbereiding voor het gebruik
Bedieningspaneel
Berichtenscherm
Berichten die de status van de diverse afdrukbewerkingen aangeven, worden in het berichtenscherm getoond.
Statusinformatie
Foutcodes
Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 5-6 voor informatie over foutcodes en fouten waarvoor de aandacht van de bediener
nodig is.
Bericht Betekenis
Even geduld aub. De printer is aan het opwarmen en is nog niet klaar.
Wanneer de printer voor het eerst ingeschakeld wordt, zal dit bericht enkele minuten
duren.
Even geduld aub.
Papier wordt
geladen...
Verschijnt wanneer er papier geladen wordt.
Wachten a.u.b....
Toner toevoegen...
De toner wordt momenteel bijgevuld. Dit bericht kan tijdens het voortdurend afdrukken
van grote hoeveelheden pagina's, die een grote hoeveelheid toner verbruiken, zoals bij
foto's, worden getoond.
Wachten a.u.b....
Kleuren aan het
kalibreren...
De functie kleurenkalibratie wordt automatisch uitgevoerd bij het opstarten van de printer.
U kunt de functie ook handmatig opstarten vanuit het bedieningspaneel.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Gereed om te printen. De printer is gereed om af te drukken.
Wordt verwerkt. De printer ontvangt gegevens die afgedrukt moeten worden. Dit bericht wordt ook
getoond wanneer de printer een USB-geheugen of harde schijf aan het uitlezen is.
In slaapstand. De printer staat in de automatische slaapstand. De printer komt uit de automatische
slaapstand wanneer een taak ontvangen wordt. De printer warmt dan op en komt on-line.
Raadpleeg Slaapstand op pagina 2-38 voor meer informatie over de automatische
slaapstand.
Annuleren... Taken in de printer worden geannuleerd. Raadpleeg Een afdruktaak annuleren op pagina
2-42 voor het annuleren van een taak.
Voorbereiding voor het gebruik
2-40
Indicatoren in berichtenscherm
Lampjes voor Gereed, Data en Opgelet
Tijdens normaal gebruik en als de printer aandacht nodig heeft, zullen de volgende indicatoren (lampjes) oplichten.
Afhankelijk van de verlichtingsstatus heeft elk lampje de volgende betekenis:
Lampje Beschrijving
Knipperend. Geeft een fout aan die u kunt oplossen. Raadpleeg Problemen oplossen op pagina 5-1
voor meer informatie.
Of: de printer staat in de automatische slaapstand. De printer komt uit de automatische slaapstand
wanneer een taak ontvangen wordt. De printer warmt dan op en komt online.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor informatie over de automatische slaapstand.
Aan. Geeft aan dat de printer klaar en online is. De printer drukt de gegevens die ontvangen worden, af.
Uit. Geeft aan dat de printer offline is omdat het afdrukken handmatig of automatisch gestopt is als
gevolg van een foutconditie. Gegevens kunnen worden ontvangen maar worden niet afgedrukt.
Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 5-6 als het afdrukken automatisch gestopt is toen zich een
foutconditie voordeed.
Knipperend. Geeft aan dat er gegevens worden ontvangen.
Aan. Geeft aan dat ontvangen gegevens worden verwerkt voordat het afdrukken begint, of dat er
gegevens van de harde schijf of geheugenkaart worden gelezen.
Gereed om te printen.
UW
A4
VX
A6
[ Status ] [ Toner ]
2-41
Voorbereiding voor het gebruik
Knipperend. Als Even geduld aub. wordt getoond, is de printer aan het opwarmen.
Of: de printer kan om enige reden niet afdrukken (bijv. als de cassette geen papier bevat). Controleer
het berichtenscherm en voer de vereiste actie uit. Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 5-6 voor meer
informatie.
Aan. De printer kan niet afdrukken als gevolg van een fout. Controleer het berichtenscherm en voer de
vereiste actie uit. Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 5-6 voor meer informatie.
Lampje Beschrijving
Voorbereiding voor het gebruik
2-42
Toetsen
De toetsen van het bedieningspaneel worden gebruikt om de bediening van de printer te configureren. Houd er rekening
mee dat bepaalde toetsen een secundaire functie hebben.
Toets Annuleren
Een afdruktaak te annuleren.
Het alarmgeluid te laten stoppen.
Een afdruktaak annuleren
1 Druk op [Annuleren] wanneer de printer Wordt verwerkt
weergeeft.
De Lijst ann. taken verschijnt, met de lijst van huidige
afdruktaken.
2 Druk op of om de gewenste taak weer te geven en druk op [OK].
De taak wordt geannuleerd. Bericht Weet u het zeker?
verschijnt; druk op [Ja] ([Linker keuzetoets]) om de taak te
annuleren of [Nee] ([Rechterkeuzetoets]) om de bewerking te
annuleren en door te gaan met afdrukken.
Wanneer u een taak annuleert, geeft het berichtenscherm
Annuleren... weer en het afdrukken stopt nadat de pagina die nu
afgedrukt wordt, uitgevoerd is.
Toets Afmelden
Als gebruikersbeheer ingesteld is, meld u dan af door op [Afmelden] te drukken nadat de bewerkingen voltooid zijn.
Toets Menu
[Menu] geeft toegang tot het menusysteem om de instellingen en de afdrukomgeving van de printer te wijzigen.
Toets Terug
Annuleert de menu-instelling die nu weergegeven wordt en keert terug naar het menu voor de vorige stap.
2-43
Voorbereiding voor het gebruik
Pijltjestoetsen
De vier pijltjestoetsen worden in het menusysteem gebruikt voor toegang tot items of het ingeven van numerieke
waarden.
Toets OK
Instellingen of numerieke waarden en andere selecties te voltooien.
Cijfertoetsen
Om cijfers en symbolen in te voeren.
Toets Wissen
Wist ingevoerde nummers en karakters.
Toets Documentbox
Druk op deze toets wanneer Documentbox gebruikt wordt. Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer
informatie.
Voorbereiding voor het gebruik
2-44
Linkerkeuzetoets / Rechterkeuzetoets
Deze toetsen werken alleen wanneer de betreffende toetsentabs in het berichtenscherm getoond worden. Op de toets
drukken voert de functie uit die in het berichtenscherm getoond wordt.
Op de toets drukken voert de functie uit die in het berichtenscherm getoond wordt.
Bijv.:
Wanneer onderstaand menu getoond wordt, zal een druk op de [Linkerkeuzetoets] ([Ja]) het geselecteerde bestand
(laten) afdrukken. Een druk op [Rechterkeuzetoets] ([Nee]) annuleert het afdrukken en de printer keert terug naar het
menu voor de vorige stap.
Deze toetsen werken alleen wanneer het bericht over vastgelopen papier op het berichtenscherm verschenen is. Er
verschijnt dan een help-bericht om het oplossen van de storing op de locatie mogelijk te maken.
Afdrukken.
Weet u het zeker?
[ Ja ] [ Nee ]
2-45
Voorbereiding voor het gebruik
Het menuselectiesysteem gebruiken
Menuselectiesysteem
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het menuselectiesysteem gebruikt.
[Menu] op het bedieningspaneel maakt het mogelijk het menu te gebruiken om de printerinstellingen te configureren
volgens uw specifieke behoeften. Er kunnen instellingen gedaan worden wanneer Gereed om te printen., Even
geduld aub. of Wordt verwerkt. op het berichtenscherm van de printer aangegeven wordt.
Toegang tot het selectiemenu Modus
Druk op [Menu] wanneer Gereed om te printen. wordt aangegeven op het berichtenscherm.
Selectiemenu Modus wordt weergegeven.
Opmerking Instellingen die ontvangen worden vanuit toepassingssoftware en het printerstuurprogramma krijgen
voorrang boven instellingen die in het bedieningspaneel vastgelegd zijn.
Opmerking Alleen wanneer USB-geheugen geïnstalleerd is, wordt USB-geheugen getoond.
menu Selectie
Submenu
Druk op .
Druk op
.
Druk op
.
Druk op
.
Menu:
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af
Menu:
a
b
4
Papier instel.
5
Afdrukinstelling
********************-
[ Einde ]
6
Netwerk
Papier instel.:
a
b
1
Inst. MF-lade
********************-
3
Inst. mediatype
[ Einde ]
2
Cassette 1 inst.:
Mediatype:
a
b
********************-
2
Voorgedrukt
3
Bond
1
*Normaal
Bladeren pagina
Bladeren regel
Gereed om te printen.
UW
A4
A
A3
B
A4
[ Status ] [ Toner ]
De richting van de
bruikbare pijltjestoetsen
wordt op het betreffende
scherm getoond.
Links van de momenteel
geselecteerde instelling
wordt een asterisk (*)
weergegeven.
Voorbereiding voor het gebruik
2-46
Een menu selecteren
Het selectiemenu Modus is hiërarchisch. Druk op , , of om het gewenste menu weer te geven.
Als er rechts bovenin het scherm [
a ] verschijnt, kunt u de toetsen
en gebruiken om per regel naar boven en naar beneden te
bladeren door de menuopties en de toetsen en om per pagina
door de menuopties heen te bladeren.
Aks rechts bovenin het scherm [
P ] verschijnt, kunt u de toetsen en
gebruiken om tussen pagina's te wisselen.
Om terug te keren naar het menu dat een niveau hoger ligt, wordt op
[Terug] gedrukt.
Een menu selecteren
Kies het gewenste menu en druk op OK. U kunt nu opties selecteren in
het menu. Druk op , , of om de gewenste instelling te selecteren
of in te voeren en dan op [OK] om uw keuze te bevestigen.
Als u uit een lijst met instellingen kiest, wordt links van de momenteel
geselecteerde instelling een asterisk (*) weergegeven.
Annuleren menuselectie
Als op [Menu] gedrukt wordt als een menu geselecteerd is, keert het berichtenscherm terug naar scherm Gereed om te
printen.
Menu:
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af
Detail:
P
b
Bestandsnaam: 1/ 4
ABCDEFGHIJKLMNOPQRST
N
[ Detail ]
Mediatype:
a
b
*********************
2
Voorgedrukt
3
Bond
1
*Normaal
2-47
Voorbereiding voor het gebruik
Toegang tot selectiemenu Modus
Dit gedeelte geeft uitleg over de procedures voor instellingen die gebruikt worden voor elk menu-item in selectiemenu
Modus.
1 Druk, wanneer de printer Gereed om te printen, Even wachten
aub., In slaapstand of Wordt verwerkt weergeeft, op
[Menu]. Selectiemenu Modus wordt weergegeven.
2 Telkens als u op of drukt, wijzigt de selectie.
Druk rapport af
USB-geheugen
•Teller
Papierinstellingen
Afdrukinstellingen
•Netwerk
Algemeen apparaat
Beveiliging
Aanm./Taakacc.
Aanp./Onderh.
Op-functies
•Afsluiten
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor informatie over al
deze items.
Opmerking Optioneel netwerk wordt alleen
weergegeven wanneer een netwerkinterfacekaart of een
draadloze netwerkinterfacekit als optie geïnstalleerd zijn.
Menu:
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af
Voorbereiding voor het gebruik
2-48
3-1
3 Afdrukken
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Afdrukken - Afdrukken vanuit toepassingen ......................................................................................3-2
Enveloppen plaatsen.............................................................................................................................3-6
Banners afdrukken ................................................................................................................................3-9
Beveiligd 'follow me' afdrukken (optionele functie).........................................................................3-13
Afdrukken
3-2
Afdrukken - Afdrukken vanuit toepassingen
Volg onderstaande stappen om documenten vanuit toepassingen af te drukken.
1 Creëer een document met een toepassing.
2 Klik in de toepassing op Bestand en kies Afdrukken. Dialoogvenster
Afdrukken verschijnt.
3 Klik op knop naast veld Naam en selecteer dit apparaat uit de lijst.
4 Geef de gewenste hoeveelheid afdrukken in veld Exemplaren in.
Geef een nummer in tot 999.
Selecteer bij meer dan één pagina Sorteren om een voor een in de
volgorde van de paginanummering af te drukken.
5 Klik op knop OK. Dialoogvenster Eigenschappen verschijnt.
6 Selecteer tabblad Basis en klik op de vervolgkeuzelijst
Paginagrootten om het papierformaat te kiezen.
Om af te drukken op speciaal papier, zoals dik papier of overhead,
wordt op vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaaltype geklikt en een
afdrukmateriaaltype geselecteerd.
Raadpleeg Banners afdrukken op pagina 3-9 voor afdrukken op
papier van 470,1 mm lang of langer of een maximale lengte van
1220,0 mm.
7 Klik op Bron en selecteer de papierbron.
8 Selecteer de afdrukrichting, ofwel Staand of Liggend om overeen te
komen met de richting van het document.
Wanneer gekozen wordt voor Roteren 180°, wordt het document
180° geroteerd.
9 Klik op knop OK om terug te keren naar dialoogvenster Afdrukken.
10Klik op knop OK om te beginnen met afdrukken.
Opmerking Om documenten uit toepassingen af te drukken, moet u vanaf de meegeleverde CD-ROM (Product
Library) het printerstuurprogramma op uw computer installeren.
Opmerking Bij een keuze voor Auto wordt het papier
automatisch uit de papierbron gehaald die geladen is met papier
van een optimale afmeting en type. Om op speciaal papier zoals
enveloppen of dik papier af te drukken, wordt dit speciale papier
op de multifunctionele lade geplaatst en wordt MF-lade
geselecteerd.
3-3
Afdrukken
Scherm Eigenschappen printerstuurprogramma
Het scherm met eigenschappen van het printerstuurprogramma maakt het mogelijk een aantal printergerelateerde
instellingen te configureren. Raadpleeg de Printing System Driver User Guide op de CD-ROM voor meer informatie.
Nr. Beschrijving
1
Snel afdrukken
Geeft pictogrammen weer die gebruikt kunnen worden voor het eenvoudig configureren van veel gebruikte functies. Elke
keer dat op een pictogram gedrukt wordt, wijzigt dit naar een afbeelding die overeenkomt met de afdrukresultaten en
worden de instellingen toegepast.
Basis
Dit tabblad groepeert basisfuncties die veel gebruikt worden. Het kan gebruikt worden om afdrukformaat,
bestemming, dubbelzijdig afdrukken en kleurenmodus te configureren.
Indeling
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het afdrukken van verschillende lay-outs,
waaronder boekjes afdrukken, modus combineren, afdrukken van posters en schalen.
Finishing
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren m.b.t. het afwerken van afgedrukte media, waaronder
inbinden en nieten.
Imaging
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren m.b.t. de kwaliteit en kleurenmodus van de
afdrukresultaten.
Publiceren
Dit tabblad maakt het mogelijk kaften en inlegvellen te creëren en tussenlegvellen te gebruiken tussen
overheadbladen.
Taak
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het opslaan van afgedrukte gegevens vanaf de
computer naar het apparaat. Regelmatig gebruikte documenten en andere gegevens kunnen op het apparaat
opgeslagen worden om op een later moment gemakkelijk af te drukken. Omdat opgeslagen documenten direct
vanaf het apparaat afgedrukt kunnen worden, is deze functie ook handig wanneer u een document wilt afdrukken
waarvan u niet wilt dat anderen het zien.
Geavanceerd
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het toevoegen van tekstpagina's of watermerken
aan af te drukken gegevens. Het bevat ook een eenvoudige functionaliteit voor het aanpassen van kleuren.
1
2
3
Afdrukken
3-4
2
Profielen
De instellingen van het printerstuurprogramma kunnen opgeslagen worden als profiel. Opgeslagen profielen
kunnen op elk gewenst moment teruggehaald worden, waardoor het nuttig wordt om vaak gebruikte instellingen
op te slaan.
3
Herstellen
Klik hierop om de instellingen te herstellen naar de initiële waarden.
Nr. Beschrijving
3-5
Afdrukken
Printerstuurprogramma Help
Het printerstuurprogramma bevat ook hulp. Om meer te leren over instellingen wordt het scherm met instellingen voor het
printerstuurprogramma geopend en Help weergegeven, zoals hieronder wordt uitgelegd.
1 Klik op knop ? in de rechter bovenhoek van het scherm.
2 Klik op het item waarover u meer wilt weten.
Wijzigen van de standaardinstelling voor printerstuurprogramma (Windows 7)
De standaardinstelling voor printerstuurprogramma's kan gewijzigd worden. Door veel gebruikte instellingen te selecteren, kunt u
bij het afdrukken stappen overslaan.
De procedure werkt als volgt.
1 Klik op knop start en klik op Apparaten en printers.
2 Rechtsklik op het pictogram voor het printerstuurprogramma en klik op menu Eigenschappen van het
printerstuurprogramma.
3 Klik op knop Afdrukvoorkeuren in tabblad Algemeen.
4 Selecteer de standaard instellingen en klik op knop OK.
Raadpleeg Scherm Eigenschappen printerstuurprogramma op pagina 3-3 voor meer informatie over de instellingen.
1
2
Afdrukken
3-6
Enveloppen plaatsen
Er kunnen tot 10 enveloppen in de multifunctionele lade worden geplaatst.
De volgende envelopformaten kunnen worden gebruikt.
1 Open de multifunctionele lade.
2 Pas de papierbreedtegeleiders aan de breedte van de envelop aan.
Geschikte envelop Formaat
Monarch 3 7/8"×7 1/2"
Envelop #10 (Commercial #10) 4 1/8"×9 1/2"
Envelop #9 (Commercial #9) 3 7/8"×8 7/8"
Envelop #6 (Commercial #6) 3 5/8"×6 1/2"
Envelop DL 110×220 (mm)
Envelop C4 229×324 (mm)
Envelop C5 162×229 (mm)
Youkei 2 162×114 (mm)
Youkei 4 235×105 (mm)
3-7
Afdrukken
3 Plaats de enveloppen helemaal tegen de papierbreedtegeleiders zoals weergegeven.
4 Stel het formaat en type van de geplaatste kaart of envelop op het apparaat in.
Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven (multifunctionele lade instellen) op
pagina 2-34 voor meer informatie.
Wanneer u enveloppen of kaarten in
de multifunctionele lade plaatst
Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar
beneden.
Bijvoorbeeld bij het afdrukken van een adres.
Open de flap.
Enve-
loppen
liggend
Enve-
loppen
staand
Karton
(Hagaki)
Antwoord-
kaarten
(Oufuku
hagaki)
BELANGRIJK Gebruik ongevouwen antwoordkaarten (Oufuku hagaki).
Sluit de
flap.
BELANGRIJK Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg
dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden be-
drukt.
Afdrukken
3-8
Registreren van een afdrukformaat
Wanneer kaarten of enveloppen in de multifunctionele lade geladen zijn, moeten het afdrukformaat en type worden
ingesteld, waarna het afdrukformaat in tab Basis van het scherm met printerinstellingen voor het printerstuurprogramma
moet worden geregistreerd.
Na registratie kan het afdrukformaat worden geselecteerd via menu Paginagrootten....
1 Scherm Eigenschappen printerstuurprogramma weergeven.
2 Klik op tabblad Basis.
3 Klik op knop Paginagrootten... om het formaat te registreren.
4 Klik op knop Nieuw.
5 Geef de naam van de printer in.
6 Geef het afdrukformaat in.
7 Klik op knop OK.
8 Selecteer het afdrukformaat (naam) zoals geregistreerd in de
stappen 4 t/m 7.
9 Selecteer Multifunctionele lade.
10Selecteer Kaarten of Envelop.
2
8
9
3
10
5
6
4
7
3-9
Afdrukken
Banners afdrukken
Wanneer een documentlengte van 470,1 mm tot maximaal 1220,0 mm aangegeven wordt voor afdrukken, wordt de
afdruktaak behandeld als het afdrukken van een banner.
* Wanneer de optionele bannerlade gebruikt wordt, kan er continu tot 10 vel bannerpapier worden
ingevoerd. (Raadpleeg Gebruik van de bannerlade (optie) op pagina 3-11)
Volg onderstaande stappen om bannerpapier in het printerstuurprogramma in te stellen.
1 Klik op tabblad Basis en klik daarna op knop Paginagrootten....
2 Klik op knop Nieuw geef de naam in, de lengte (470,1 mm of langer)
en de breedte van het aangepaste papierformaat dat geregistreerd
wordt in en klik op knop OK.
3 Klik op Afdrukformaat, selecteer het aangepaste papierformaat dat
u hebt geregistreerd en klik op knop OK.
Max. aantal vellen 1 vel (handinvoer), 10 vel (wanneer optionele bannerlade is bevestigd*)
Breedte papier 210 tot 304,8 mm
Lengte papier Max. 1220 (48") mm
Papiergewicht 136 tot 163 g/m
2
Papiersoort Zwaar 2
Bestemming Takenscheiderlade
Opmerking Wanneer KPDL wordt gebruikt voor de PDL-instellingen van het printerstuurprogramma, wordt een
lengte van 470,5 mm of langer afgehandeld als bannerafdruk.
Afdrukken
3-10
Wanneer in dit geval wordt afgedrukt, verschijnt een bericht op het bedieningspaneel van het apparaat. Plaats het papier in
de multifunctionele lade, blijf het ondersteunen zodat het niet valt en druk op [Doorgaan] (Rechterkeuzetoets). Druk om het
afdrukken te annuleren op [Annuleren].
BELANGRIJK Als een uitvoerlade die niet voor bannerafdrukken gebruikt kan worden, zoals de (optionele) mailbox
geselecteerd is in het printerstuurprogramma van de printer, wordt de uitvoerlade automatisch gewijzigd naar de ta-
kenscheiderlade.
Om handmatig op meerdere vellen papier af te drukken (zonder gebruik van de bannerlade), moet elk vel worden
geplaatst nadat het voorgaande is afgedrukt, waarna op [Doorgaan] (rechterkeuzetoets) gedrukt wordt.
Ondersteun het papier na het op [Doorgaan] (rechterkeuzetoets) drukken
met beide handen, zodat het juist ingevoerd wordt.
Nadat het afdrukken begint, moet het papier worden opgevangen wanneer
het uitgevoerd wordt, zodat het niet valt. Laat de stopper niet rechtop staan.
Dit kan papierstoringen veroorzaken.
Gebruik voor dit pa-
pier multifunct.lade.
Custom
Normaal
[Doorgaan]
3-11
Afdrukken
Gebruik van de bannerlade (optie)
Wanneer de optionele bannerlade gebruikt wordt, kan er continu tot 10 vel bannerpapier worden ingevoerd.
1 Open de multifunctionele lade tot deze stopt.
Klap het hulpstuk van de multifunctionele lade niet uit.
2 Ontgrendel de vergrendeling van de papierbreedtegeleider van de
bannerlade en open deze tot maximale breedte.
3 Bevestig de bannerlade aan de multifunctionele lade.
Plaats de openingen aan de zijkanten van de bannerlade op de tabs
op de zijkanten van de multifunctionele lade en druk deze op hun
plek.
Afdrukken
3-12
4 Open de papierbreedtegeleiders van de bannerlade tot maximale
breedte.
Zorg ervoor dat de bannerlade bevestigd is, zodat de
papierbreedtegeleiders op de bannerlade zich buiten de
papierbreedtegeleiders op de multifunctionele lade bevinden.
5 Laad bannerpapier zodat het onder de papierklembalk door gaat.
6 Laat het bannerpapier teruglopen en plaats het einde op de
papierondersteuning.
7 Pas de papierbreedtegeleiders aan de breedte van het papier aan.
BELANGRIJK Als er nog ruimte is tussen het papier en de papier-
breedtegeleiders, pas de papierbreedtegeleiders dan opnieuw aan
aan het papier om te voorkomen dat het scheef ingevoerd wordt of
vastloopt.
3-13
Afdrukken
8 Pas de papierbreedtegeleiders op de bannerlade aan naar dezelfde
breedte als die op de multifunctionele lade en vergrendel de
geleiders.
BELANGRIJK Verwijder het papier wanneer er geen banners afgedrukt worden.
Beveiligd 'follow me' afdrukken (optionele functie)
Beveiligd follow me-afdrukken is een afdrukfunctie waarbij de gebruiker een afdruktaak naar een later te selecteren printer
afdrukt. Om deze functie te kunnen gebruiken zijn de volgende systeemomgevingen vereist.
Authenticatieserver: moet de Policy Manager (optie) installeren
ID-kaart en ID-kaartlezer: deze worden gebruikt om gebruikers te registreren en te authenticeren.
Spoolerserver: haalt de afdruktaak over naar een later te selecteren, indien vereist.
Neem voor meer informatie contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
Opmerking Het scherm voor afdrukbevestiging kan in het systeemmenu zo ingesteld worden dat het niet
verschijnt wanneer de bannerlade bevestigd is. Hierdoor is continu afdrukken op meerdere pagina's mogelijk.
(Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding.)
1 De gebruiker
stuurt de
afdruktaak
naar de
spoolerserver.
2 De
spoolerserver
ontvangt de
afdruktaak.
5 De spoolerserver
stuurt de
afdruktaak naar
de geselecteerde
printer.
3 Gebruiker logt in op
de authenticatie-
server met een ID-
kaart.
6 De gebruiker haalt
de afdruktaak
naar de
geselecteerde
printer toe.
4
Authenticatie-
server bevestigt
de geregistreerde
aanmeldinformatie.
Afdrukken
3-14
4-1
4 Onderhoud
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Tonercontainer vervangen....................................................................................................................4-2
Tonerafvalbak vervangen......................................................................................................................4-5
Nietjes vervangen..................................................................................................................................4-8
Perforatorafvalbak leegmaken (optioneel)........................................................................................4-13
Reinigen................................................................................................................................................4-15
Onderhoud
4-2
Tonercontainer vervangen
Als de toner bijna op is, verschijnt in het aanraakscherm De toner is bijna op.. Zorg ervoor dat u een nieuwe
tonercontainer klaar heeft liggen om te vervangen.
Wanneer op het aanraakscherm De toner is leeg. verschijnt, moet de toner vervangen worden.
Reinig telkens als u de tonercontainer vervangt de onderdelen volgens de onderstaande instructies. Door vuile onderdelen
kan het resultaat minder worden.
De installatieprocedure van de tonercontainer is voor elke kleur gelijk. Hieronder wordt de procedure voor de gele
tonercontainer beschreven.
1 Open de voorklep.
2 Draai de ontgrendeling van de tonercontainer rechtop.
3 Verwijder de tonercontainer en stop deze in de bijgeleverde plastic
afvalzak.
Opmerking
Vervang de tonercontainer altijd door een originele tonercontainer. Niet-originele tonercontainers kunnen
slechte beeldafdrukken en apparaatstoringen veroorzaken.
De geheugenchip in de tonercontainer van dit apparaat slaat informatie op die dient voor het verbeteren
van het gebruiksgemak, het recyclingsysteem van gebruikte tonercontainers en de planning en
ontwikkeling van nieuwe producten. De opgeslagen informatie bevat geen persoonlijke of individuele
gegevens en wordt volledig anoniem gebruikt voor de bovenstaande doeleinden.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden
veroorzaken.
(Y) (C)
(M)
(K)
4-3
Onderhoud
4 Haal de nieuwe tonercontainer uit de doos.
5 Houd de tonercontainer verticaal en tik ongeveer 3 keer tegen de
bovenkant. Draai de tonercontainer om zodat de andere kant
bovenaan is en tik er op dezelfde manier tegenaan.
6 Houd de tonercontainer horizontaal en schud deze ongeveer 3 keer
heen en weer.
7 Houd de tonercontainer met beide handen vast en duw deze
voorzichtig helemaal naar achteren.
Onderhoud
4-4
8 Als de tonercontainer niet verder geduwd kan worden, zet de
vergrendeling van de tonercontainer dan in de horizontale stand.
9 Sluit de voorklep.
Opmerking Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De
ingezamelde tonercontainers en tonerafvalbakken worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende
voorschriften.
4-5
Onderhoud
Tonerafvalbak vervangen
Als in het aanraakscherm Tonerafvalbak controleren. verschijnt, vervang de tonerafvalbak dan meteen.
1 Open de voorklep.
2 Druk op de toets voor ontgrendeling (1) en trek de tonerafvalbak (2)
naar buiten.
3 Sluit de dop en haal de oude tonerafvalbak schuin omhoog uit.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden
veroorzaken.
Onderhoud
4-6
4 Stop de tonerafvalbak in de bijgeleverde plastic afvalzak.
5 Haal de nieuwe tonerafvalbak voorzichtig uit de verpakking en open
de dop.
6 Plaats de nieuwe tonerafvalbak.
7 Duw op de aangegeven positie om de tonerafvallade af te sluiten. Als
de lade de juiste plek bereikt, dan klikt deze hoorbaar op z'n plek vast.
4-7
Onderhoud
8 Sluit de voorklep.
Opmerking Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De
ingezamelde tonercontainers en tonerafvalbakken worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende
voorschriften.
Onderhoud
4-8
Nietjes vervangen
In de optionele finisher voor 1000 vel, finisher voor 4000 vel en middenvouweenheid is een nietpatroon geïnstalleerd.
Als een bericht verschijnt dat de nietjes op zijn, dan moet de nietpatroonhouder bijgevuld worden met nieuwe nietjes.
Volg de onderstaande stappen om de nietjes bij te vullen.
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
1 Open de voorklep.
2 Verwijder de nietpatroonhouder.
3 Verwijder het lege nietpatroon uit de nietpatroonhouder.
4 Plaats het nieuwe nietpatroon in de nietpatroonhouder.
Opmerking Als de nietjes in de nieteenheid op zijn, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger of
verkooppunt.
Opmerking Het nietpatroon kan alleen worden verwijderd als
er geen nietjes meer in zitten.
4-9
Onderhoud
5 Zet de nietpatroonhouder terug. De nietpatroonhouder klikt op zijn
plaats als deze correct geplaatst is.
6 Sluit de voorklep.
Onderhoud
4-10
Finisher voor 4000 vel (optioneel)
In de finisher voor 4000 vel bevindt zich nietpatroonhouder A.
In de optionele vouweenheid bevinden zich nietpatroonhouders B en C. De procedure voor het bijvullen van
nietpatroonhouders B en C is hetzelfde als voor nietpatroonhouder A.
Nietpatroonhouder A bijvullen
1 Open voorklep 1.
2 Verwijder de nietpatroonhouder.
3 Verwijder het lege nietpatroon uit de nietpatroonhouder.
Opmerking Zie pagina 4-11 voor het bijvullen van nietpatroonhouder B/C van de optionele vouweenheid.
Opmerking Het nietpatroon kan alleen worden verwijderd als
er geen nietjes meer in zitten.
4-11
Onderhoud
4 Plaats het nieuwe nietpatroon in de nietpatroonhouder.
5 Zet de nietpatroonhouder terug. De nietpatroonhouder klikt op zijn
plaats als deze correct geplaatst is.
6 Sluit voorklep 1.
Nietpatroonhouder B/C (optioneel) bijvullen
Volg de onderstaande stappen voor het bijvullen van de nietjes in de optionele vouweenheid. Volg dezelfde procedure voor
het bijvullen van de nietpatroonhouders B en C.
1 Open voorklep 1 en 2.
2 Verwijder nietpatroonhouder B of C.
Onderhoud
4-12
3 Open de stopper en verwijder het lege nietpatroon.
4 Plaats het nieuwe nietpatroon in de nietpatroonhouder en sluit de
stopper.
5 Zet de nietpatroonhouder terug.
Zorg er bij het terugplaatsen voor dat de driehoekjes op de
nietpatroonhouder en de nieteenheid tegen elkaar aankomen. De
nietpatroonhouder klikt op zijn plaats als deze correct geplaatst is.
6 Sluit voorklep 1 en 2.
Opmerking Het nietpatroon kan alleen worden verwijderd als
er geen nietjes meer in zitten.
4-13
Onderhoud
Perforatorafvalbak leegmaken (optioneel)
Als op het bedieningspaneel van het apparaat een bericht verschijnt dat de perforatorafvalbak vol is, dan moet u de
perforatorafvalbak leegmaken.
Laat de hoofdschakelaar van het apparaat in de stand AAN ( | ) staan terwijl u dit doet.
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
1 Open de voorklep.
2 Neem de hendel van de perforatorafvalbak vast en verwijder de bak
uit de documentfinisher.
3 Gooi de perforatorsnippers weg.
4 Zet de perforatorafvalbak terug. Plaats deze tegen de geleiders van
de documentfinisher.
5 Sluit de voorklep.
Opmerking Het nietpatroon kan alleen worden verwijderd als
er geen nietjes meer in zitten.
Onderhoud
4-14
Finisher voor 4000 vel (optioneel)
1 Open voorklep 1.
2 Neem de hendel van de perforatorafvalbak vast en verwijder de bak
uit de documentfinisher.
3 Gooi de perforatorsnippers weg.
4 Zet de perforatorafvalbak terug. Plaats deze tegen de geleiders van
de documentfinisher.
5 Sluit voorklep 1.
Opmerking Let erop dat er geen perforatorsnippers uit de
afvalbak vallen als u deze verwijdert.
4-15
Onderhoud
Reinigen
Reinig het apparaat regelmatig om een optimaal resultaat te garanderen.
Scheider
Reinig de scheider regelmatig (minstens één keer per maand) om een optimaal resultaat te garanderen.
1 Open de voorklep.
2 Haal de (blauwe) reinigingsborstel uit.
3 Trek de hendel omhoog en open rechterklep 1.
4 Verwijder het vuil van de scheider door de borstel langs de scheider
heen en weer te bewegen (zie afbeelding).
VOORZICHTIG Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat rei-
nigen.
Onderhoud
4-16
5 Duw op de aangegeven plek van rechterklep 1 om deze te sluiten.
6 Berg de reinigingsborstel op en sluit de voorklep.
Transferrol
1 Open de voorklep.
2 Haal de (blauwe) reinigingsborstel uit.
3 Trek de hendel omhoog en open rechterklep 1.
4-17
Onderhoud
4 Verwijder het vuil van de transferrol door de borstel langs de rol heen
en weer te bewegen terwijl u de rol ronddraait met het raderwerk aan
het rechteruiteinde van de rol (zie afbeelding).
5 Duw op de aangegeven plek van rechterklep 1 om deze te sluiten.
6 Berg de reinigingsborstel op en sluit de voorklep.
Onderhoud
4-18
5-1
5 Problemen oplossen
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Algemene richtlijnen..............................................................................................................................5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit........................................................................................................5-3
Foutmeldingen.......................................................................................................................................5-6
Papierstoringen oplossen...................................................................................................................5-17
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u dan contact op met uw servicetechnicus.
Problemen oplossen
5-2
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij de printer kunnen optreden. Voordat u de service
belt, raden wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van onderstaande tips. Wanneer u een probleem
tegenkomt dat met de bovenstaande suggesties niet kan worden opgelost, probeer dan het volgende:
Zet de printer uit en wacht enkele seconden. Zet de printer vervolgens weer aan.
Start de computer, die de afdruktaken naar de printer verzendt, opnieuw op.
Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware juist worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die
met de applicatiesoftware is meegeleverd.
Probleem Te controleren items Mogelijke oplossing Pagina
Een van de toepassingen wil
niet starten.
Is de tijd voor de automatische
bedieningspaneel-reset te kort?
Stel de tijd voor de automatische
bedieningspaneel-reset in op 30
seconden of langer.
Het scherm werkt niet wanneer
het apparaat is ingeschakeld.
Zit de stekker van het apparaat in
het stopcontact?
Stop de stekker van het netsnoer in
een stopcontact.
Er treden vaak papierstoringen
op.
Is het papier goed geplaatst? Plaats het papier op de juiste
manier.
2-23
2-29
Draai de oriëntatie van het papier
met 180 graden.
Is de papiersoort geschikt? Is het
papier in goede staat?
Haal het papier uit, draai het om en
plaats het opnieuw.
Is het papier gekruld, gevouwen of
gekreukt?
Vervang het papier.
Zitten er losse stukjes papier of zit
er vastgelopen papier in het
apparaat?
Verwijder alle vastgelopen vellen en
stukjes papier.
5-17
Afdrukken lukt niet. Zit de stekker van het apparaat in
het stopcontact?
Stop de stekker van het netsnoer in
een stopcontact.
Staat het apparaat aan? Zet de hoofdschakelaar aan.
Zijn de printerkabel en
netwerkkabel aangesloten?
Sluit de juiste printerkabel en
netwerkkabel goed aan.
Stond het apparaat aan voor de
printerkabel werd aangesloten?
Zet het apparaat aan nadat u de
printerkabel heeft aangesloten.
Is de afdruktaak onderbroken? Hervat het afdrukken. 2-42
Afdrukken vanaf het USB-
geheugen lukt niet.
Het USB-geheugen wordt niet
herkend.
Is de USB-host geblokkeerd? Selecteer [Ontgrendelen] in de
USB-host-instellingen.
Controleer of het USB-geheugen
goed aangesloten is op het
apparaat.
De kleurentoner is leeg. Wilt u doorgaan met afdrukken in
zwart-wit?
Als er zwarte toner aanwezig is,
blijft het apparaat afdrukken in
zwart-wit bij een keuze voor
[Afdrukken in ZW] of Kleurentoner
leeg
5-3
Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de volgende tabellen en diagrammen worden problemen met de afdrukkwaliteit beschreven en vindt u de mogelijke
oplossingen die u kunt proberen om de problemen op te lossen. Bij sommige oplossingen dient u onderdelen van de printer
te reinigen of te vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde oplossing, neem dan contact op met de service.
Afgedrukte resultaten Mogelijke oplossing
Pagina
Er worden blanco vellen papier
uitgevoerd.
controleer de instellingen van de toepassingssoftware.
2 of meer vellen overlappen bij
het uitwerpen (multi-invoer).
Plaats het papier op de juiste manier. 2-23
2-29
De afdrukken zijn gekreukt. Reinig de papierscheider. 4-15
Draai de oriëntatie van het papier met 180 graden. 2-23
2-29
Vervang het papier.
De afdrukken zijn gekruld. Draai de oriëntatie van het papier met 180 graden. 2-23
2-29
Vervang het papier.
De afdrukken zijn veel te licht. Vervang het papier. 2-23
2-29
Selecteer een geschikt dichtheidsniveau.
Schud de tonercontainer een aantal keren heen en weer. 4-2
Vervang de tonercontainer.
Schakel de EcoPrint-functie uit.
Selecteer [Drum] om de drumeenheid te verversen.
Zorg ervoor dat de papiersoortinstelling klopt voor het gebruikte
papier.
Problemen oplossen
5-4
Een deel van het beeld is
tijdelijk onduidelijk of vertoont
witte strepen.
Selecteer [Drum] om de drumeenheid te verversen.
De afdrukken zijn vaag. Gebruik het in een omgeving met een geschikte vochtigheid. x
Selecteer [Drum] om de drumeenheid te verversen.
Tekst wordt niet duidelijk
afgedrukt.
Selecteer de juiste beeldkwaliteit. 3-3
Afdrukken zijn te donker, zelfs
wanneer de achtergrond van
het gescande origineel wit is.
Selecteer een geschikt dichtheidsniveau.
Start [Kleurenkalibratie] op.
Er zitten witte stippen op het
beeld.
Start [Kleurenkalibratie] op.
Vuil op de bovenrand of
achterkant van het papier.
Open rechterklep 2. Als het binnenwerk van het apparaat vervuild is
met toner, reinig dit dan met een droge, pluisvrije doek.
4-15
Afgedrukte resultaten Mogelijke oplossing
Pagina
5-5
Problemen oplossen
De afdrukken zijn scheef. Controleer de positie van de papierbreedtegeleiders. 2-23
2-29
Afdrukken met niet goed
aansluitende kleuren.
Start [Kleurenkalibratie] op.
Start [Kleurregistratie] op.
De kleuren zijn anders dan
verwacht.
Plaats gekleurd kopieerpapier in de papierlade.
Start [Kleurenkalibratie] op.
Stel de kleur in met behulp van het printerstuurprogramma. 3-3
Afgedrukte resultaten Mogelijke oplossing
Pagina
Problemen oplossen
5-6
Foutmeldingen
In de volgende tabel staan foutmeldingen en onderhoudsberichten die u zelf kunt afhandelen. Als Storing apparaat.
Neem contact op met uw serviceprovider. verschijnt, zet de printer dan uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en
neem contact op met uw onderhoudstechnicus.
Als
Storing apparaat. Neem contact op met uw serviceprovider. of Een fout is opgetreden. Schakel
de stroom uit en weer aan. verschijnt, zet de printer dan uit en weer aan om te kijken of de printer zich herstelt. Als
de printer zich niet hersteld heeft, zet dan de printer uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en neem contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Annuleren] om het alarm uit te schakelen.
Bericht Mogelijke oplossing
Het aanmelden is mislukt voor een aangegeven aantal keren, waardoor het niet
langer mogelijk is te proberen aan te melden. Neem contact op met een
systeembeheerder.
Het is niet mogelijk gebleken verbinding te maken met het netwerk middels de
optionele draadloze LAN-interface.
Controleer de instellingen van de draadloze LAN-interface.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer functie taakaccounting ingeschakeld is
en een poging om instellingen voor taakaccounting te specificeren of om een
account te registreren of te verwijderen, mislukt. Druk op [OK] om de printer
terug gebruiksklaar te zetten.
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de
weergegeven bron (papiercassettes, MP-lade of optionele
papierinvoereenheden). Dit bericht wordt afgewisseld met berichten die de
status van de printer aangeven, zoals Gereed om te printen., Even
wachten aub. of Wordt verwerkt..
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de
weergegeven bron (papiercassettes, MF-lade of optionele
papierinvoereenheden). Dit bericht wordt afgewisseld met berichten die de
status van de printer aangeven, zoals Gereed om te printen., Wachten a.u.b. of
Wordt verwerkt.
Toegang geweigerd.
U kunt niet
aanmelden.
Er is geen toegangs-
punt gedetecteerd.
Fout met account.
Druk [OK].
Cassette # bijvullen
MF-lade bijvullen.
5-7
Problemen oplossen
Vul de nietjes in de Finisher voor 1000 vel bij. Raadpleeg Nietjes vervangen op
pagina 4-8 voor meer informatie.
Vul de nietjes in de betreffende nietpatroonhouder van de Finisher voor 4000 vel
bij. Raadpleeg Nietjes vervangen op pagina 4-8 voor meer informatie.
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de
afdrukgegevens (papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht
een andere cassette opgeven om te gebruiken. Er wordt alleen een nummer
voor de papierbron weergegeven wanneer een optionele papierinvoereenheid is
geïnstalleerd. Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor het afdrukken
vanaf een andere papierbron.
U kunt de geselecteerde instellingen alleen wijzigen wanneer u aangemeld bent
als gebruiker met beheerdersrechten.
De capaciteit van de box is vol.
Verwijder bestanden of wijzig de capaciteit van de box.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd.
Het is niet mogelijk gebleken verbinding te maken met het netwerk middels de
optionele netwerkinterface.
Controleer de instellingen van de netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Bericht Mogelijke oplossing
Vul nietjes bij.
Vul nietjes aan in
unit #.
Alternatief:
a
b
********************-
2
A5 Normaal
3
A4 Etiketten
1
*A5 Bond
Er zijn apparaatbe-
heerdersrechten
vereist.
Boxlimiet
overschreden.
Annuleren...
Kan geen verbinding
maken.
Problemen oplossen
5-8
De optionele draadloze LAN-interface heeft meerdere toegangspunten
gedetecteerd.
Controleer de instellingen van de draadloze LAN-interface.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Druk op [OK] en controleer de volgelnde items:
Registratie bij verificatieserver
Wachtwoord en computeradres voor verificatieserver
Verbinding netwerk
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort die niet
gebruikt kunnen voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [OK] om op één kant van
het papier af te drukken.
Dit bericht wordt getoond wanneer bewerkingen beperkt zijn voor het account
wanneer taakaccounting actief is.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor het wijzigen van de
accountinstellingen.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Verw. geheugen geselecteerd is terwijl
een USB-geheugen in gebruik is.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer er zich een papieroptilfout heeft
voorgedaan in de cassette van de papierbron. Trek de cassette van de
weergegeven papierbron naar buiten (de papiercassettes of optionele
papierinvoeren) en controleer of het papier correct wordt geladen.
Bericht Mogelijke oplossing
Kan geen verbinding
maken.
Er zijn meerdere toe-
gangspunten ingesch.
Kan niet verbinden
met verif.server.
Controleer de
domeinnaam.
Kan niet dubbelzijd.
printen op dit
papier.
Kan deze taak niet
uitvoeren. Beperkt
door autorisatie-
instellingen.
Geheugen in gebruik,
niet verwijderbaar.
Cassette # niet
geplaatst.
Controleer cassette
#.
5-9
Problemen oplossen
De zij-invoer is niet juist geïnstalleerd. Bevestig de zij-invoer.
Dit bericht waarschuwt in de volgende twee gevallen. Installeer de nieuwe
tonerafvalbak.
De tonerafvalbak is niet geplaatst.
De tonerafvalbak is vol.
Raadpleeg Tonercontainer vervangen op pagina 4-2 voor meer informatie.
Sluit de vouweenheid.
Het IPv6-adres dat in de hostname is opgegeven, is niet omgeven door haakjes
[ ]. Om het IPv6 in te geven moet het omgeven zijn door haakjes (bijv.
[ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140).
Schakel het apparaat uit en weer in. Als het bericht nog steeds wordt
weergegeven, schakel het apparaat dan uit en neem contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
Er heeft zich een fout voorgedaan bij het verkrijgen van de gebruikersinformatie
na de authenticatie. Opnieuw aanmelden a.u.b.
Verwijder het papier. Het afdrukken wordt hervat.
Bericht Mogelijke oplossing
Controleer de zij-
invoer.
Bevestig de zij-
invoer.
Controleer de
resttoner container.
Sluit de
vouweenheid.
Zet het IPv6-adres
tussen haakjes
[ ].
Een fout is opgetr.
Schakel de stroom
uit en weer aan.
####
Verkrijgen netwerk-
gebruikersinformatie
is niet gelukt.
De linkerlade van de
finisher zit vol
papier.
Problemen oplossen
5-10
Verwijder het papier. Het afdrukken wordt hervat.
Er is een fout opgetreden op de harde schijf. De taak is geannuleerd. Druk op
[OK].
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
01: De hoeveelheid gegevens die tegelijk kan worden opgeslagen is
overschreden. Start het systeem opnieuw op of zet het apparaat UIT en weer
AAN. Als de fout aanhoudt, splits het bestand dan op in kleinere bestanden. Als
de fout aanhoudt na het opsplitsen van het bestand, dan is de harde schijf
beschadigd. Voer [HDD Initializ.] uit.
04: Onvoldoende ruimte op de harde schijf om deze bewerking te voltooien.
Verplaats gegevens of verwijder overbodige gegevens.
Het account-ID komt niet overeen.
Controleer het geregistreerde account-ID.
Raadpleeg de Advanced Operation Guide voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is
ingeschakeld en er geen account is ingesteld voor een verzonden afdruktaak of
de gespecificeerde account niet is geregistreerd (de verkeerde account is
ingesteld).
Druk op [OK] om de printer terug te schakelen naar status Gereed om te
printen.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Het voor een privétaak ingevoerde gebruikers-ID is niet juist. Controleer het in
het printerstuurprogramma aangegeven gebruikers-ID.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Geef een juiste aanmeldingsgebruikersnaam en/of wachtwoord in.
Bericht Mogelijke oplossing
Lade # finisher
zit vol papier.
Fout met harddisk.
Druk op [OK].
##
Onjuiste account-ID.
Onjuiste account-ID.
Druk [OK].
Onjuiste ID.
Onjuiste aanmeldings-
gebruikersnaam of
wachtwoord.
5-11
Problemen oplossen
Geef een juiste aanmeldingsgebruikersnaam en/of wachtwoord in.
Geef het juiste wachtwoord op.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer functie taakaccounting is ingeschakeld
en er een poging is ondernomen om de afdruklimiet die voor elke account is
ingesteld, te overschrijden. Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te
zetten.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Afdrukken met functie Taakvenster is mislukt omdat er onvoldoende vrije ruimte
beschikbaar is op de harde schijf. Druk op [OK] om een foutenoverzicht af te
drukken en de printer opnieuw gebruiksklaar te zetten.
Verwijder het papier. Het afdrukken wordt hervat.
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet als gevolg van een KPDL-
fout die van categorie ##. Laat voor het afdrukken van een foutenoverzicht
'KPDL-foutrapp.' tonen in het menusysteem en selecteer Aan. Druk op [OK] om
verder te gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op
[Annuleren] te drukken.
Als Auto fout wissen Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde
periode automatisch hervat.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
De capaciteit van de box is benut.
Verwijder bestanden of wijzig de capaciteit van de box.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Bericht Mogelijke oplossing
Onjuiste aanmeldings-
gebr.naam of wachtw.
Taak is geannuleerd.
Onjuist wachtwoord.
Taakaccounting
Beperking overschr.
Druk op [OK].
Taak niet opgeslagen.
Druk op [OK].
De lade van de job
separator zit vol
papier.
Fout met KPDL.
Druk op [OK].
Limiet overschreden.
U kunt niets meer
toevoegen.
Problemen oplossen
5-12
Het formaat van het papier in de MF-lade en de instelling voor papierformaat
komen niet overeen. Controleer het papierformaat.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Laag is geselecteerd bij
Beveiligingsniveau.
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel voor onderhoud. De
printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal
afgedrukte pagina's wordt ook aangegeven, bijvoorbeeld 0123456.
Verwijder het papier. Het afdrukken wordt hervat.
Verwijder het papier. Het afdrukken wordt hervat.
Het proces kan niet worden uitgevoerd omdat er te weinig geheugen is. Als
alleen [OK] beschikbaar is, druk dan op [OK]. De taak wordt geannuleerd.
Bericht Mogelijke oplossing
Plaats papier in
de MF-lade.
Er is een ander
papierformaat
geplaatst. Controleer
het papierformaat.
Lage beveiliging
Storing machine.
Neem contact op met
uw service provider.
####
De uitvoerlade # van
de mailbox zit vol.
Hooflade uitvoer is
vol, verwijder de
afdrukken.
Geheugen is vol.
5-13
Problemen oplossen
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het
interne geheugen van de printer.
Voeg geheugen toe. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken. U kunt
ophouden met afdrukken door op [Annuleren] te drukken.
Als Auto fout wissen Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde
periode automatisch hervat.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven als er een niet-originele tonercontainer geplaatst
is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door niet-originele toner wordt
veroorzaakt.
Het wordt aanbevolen alleen originele tonercontainers te gebruiken.
Als u de momenteel geïnstalleerde tonercontainer wilt gebruiken, druk dan
tegelijk, gedurende 3 seconden of langer op zowel [OK] als [Annuleren].
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring
wordt aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op
pagina 5-17 voor meer informatie.
De toner wordt momenteel bijgevuld. Dit bericht kan tijdens het voortdurend
afdrukken van grote hoeveelheden pagina's, die een grote hoeveelheid toner
verbruiken, zoals bij foto's, worden getoond.
Het apparaat wordt aangepast om de kwaliteit te handhaven. Even geduld.
Het apparaat wordt aangepast om de kwaliteit te handhaven. Even geduld.
Het apparaat wordt aangepast om de kwaliteit te handhaven. Even geduld.
Bericht Mogelijke oplossing
Geheugen is vol.
Printopdracht kan
niet voltooid worden.
Niet-originele toner.
Druk op [Help}.
Papier vast-
gelopen in
##########.
Even geduld.
Toner toevoegen...
Even geduld.
Reinigen...
Even geduld.
Kleuren aan het
kalibreren...
Even geduld.
Temperatuur aan
het reguleren...
Problemen oplossen
5-14
De data die naar de printer zijn overgebracht, zijn te ingewikkeld om op een
pagina te kunnen afdrukken. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken.
Vervang de tonercontainer door de door ons aanbevolen toner.
Druk nadat u de binnenkant van de printer heeft gereinigd op [OK]. De printer is
nu klaar om af te drukken.
Er zijn al 100 geregistreerde accounts, waardoor het niet mogelijk is nieuwe
accounts te registreren.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer een poging tot afdrukken werd
ondernomen, ondanks het feit dat functie taakaccounting geactiveerd was met
Beperking ingesteld als de taaklimiet voor elke taakaccount.
Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te zetten.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor meer informatie.
Plaats de vouwlade.
Volg de instructies op het scherm en plaats de perforatorafvalbak.
Als de nietjes vastlopen, dan wordt het apparaat stopgezet en wordt de plek van
de storing op het scherm weergegeven. Laat het apparaat aanstaan en volg de
instructies om het vastgelopen nietje te verwijderen.
Bericht Mogelijke oplossing
Data te complex.
Vervang de toner.
[C][M][Y][K]
Reinig de printer.
Opmerking Als de kleurentoner leeg is maar er is nog zwarte toner
aanwezig, blijft het apparaat afdrukken in zwart-wit bij een keuze voor
[Afdrukken in Z/W] bij Kleurentoner leeg.
Geregistreerd aantal
overschreden
Kan niet toevoegen.
Begrensd door
taakaccounting.
Druk op [OK].
Plaats de
vouweenheid.
Plaats de afvalbak
voor de perforator.
Storing in de niet-
eenheid.
5-15
Problemen oplossen
Kopiëren is niet mogelijk omdat de bestemming al gegevens met dezelfde
bestandsnaam bevat. Verwijder de gegevens met dezelfde bestandsnaam van
de bestemmingslocatie voordat er gekopieerd wordt.
De ingegeven aanmeldingsgebruikersnaam is niet geregistreerd of onjuist.
Controleer de aanmeldingsgebruikersnaam.
Het ingestelde account-ID is al geregistreerd. Stel een ander account-ID in.
De gewijzigde aanmeldingsgebruikersnaam is al geregistreerd. Stel een andere
aanmeldingsgebruikersnaam in.
Twee berichten worden om en om weergegeven. De toner in de weergegeven
kleur (C: Cyan, M: Magenta, Y: Yellow of K:Black) is bijna leeg. Zorg ervoor dat
er meteen een nieuwe tonercontainer beschikbaar is. Raadpleeg
Tonercontainer vervangen op pagina 4-2 voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven als de regionale specificatie van de
geïnstalleerde tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer.
Installeer de gespecificeerde tonercontainer.
Bericht Mogelijke oplossing
Bestandsnaam
bestaat reeds.
U kunt niet kopiëren.
De gebruikersnaam is
niet geregistreerd.
Dit account-ID is
al geregistreerd.
Deze gebr.aanm.naam
is al geregistreerd.
De toner is bijna leeg.
[C][M][Y][K]
Onbekende toner
geïnstall. PC
[C][M][Y][K]
Problemen oplossen
5-16
Er is een fout opgetreden in het USB-geheugen. De taak is beëindigd. Druk op
[OK].
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
01:De hoeveelheid gegevens die tegelijk kan worden opgeslagen is
overschreden.
Start het systeem opnieuw op of zet het apparaat UIT en weer AAN. Als de fout
aanhoudt, dan is het USB-geheugen niet compatibel met het apparaat.
Gebruik het USB-geheugen geformatteerd op dit apparaat. Als het USB-
geheugen niet kan worden geformatteerd, dan is het beschadigd. Sluit een
compatibel USB-geheugen aan.
Bericht Mogelijke oplossing
Fout met USB-
geheugen.
Druk op [OK].
##
5-17
Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Als papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt bericht
Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel waarin de papierstoring zich heeft voorgedaan).
Statusbewaking of Embedded Web Server kan de plek van de papierstoring lokaliseren (het onderdeel waar de storing is
opgetreden). Verwijder het vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd, begint de printer weer
met afdrukken.
Mogelijke locaties van papierstoringen
Onderstaande figuur laat de papierpaden van de printer zien, inclusief de optionele papierinvoer. De locaties waar de
papierstoringen zich kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie in de onderstaande tabel
wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich in meer dan één onderdeel langs de papierpaden voordoen.
Bericht papierstoring
Papier-
storing
locatie
Beschrijving Zie pagina
A Het papier is in papiercassette (1)
vastgelopen.
pagina 5-20
B Het papier is in papiercassette (2)
vastgelopen.
pagina 5-21
C Het papier is vastgelopen in de
optionele papierinvoercassette (3,
4).
pagina 5-22
H
H
H
H
H
H
I
I
A
B
D
J
K
F
G
E
E
E
C
C
1000 vel
Finisher
Mailbox
(geïnstalleerd op
de finisher voor
4000 vel)
Mailbox
(geïnstalleerd op
het apparaat)
4000 vel
Finisher
Papier
vastgelopen
in cassette1.
[ Help ]
Papier
vastgelopen
in cassette2.
[ Help ]
Papier
vastgelopen
in cassette#.
[ Help ]
Problemen oplossen
5-18
D Het papier is vastgelopen in de
MF-lade of in de printer.
pagina 5-26
E Het papier is in het gedeelte van
de rechterklep vastgelopen
pagina 5-27
F Het papier is in de duplexeenheid
vastgelopen.
pagina 5-30
pagina 5-31
G Het papier is in de bridge unit
vastgelopen.
pagina 5-33
H Het papier is in de optionele
documentfinisher vastgelopen.
pagina 5-33
pagina 5-35
pagina 5-40
Bericht papierstoring
Papier-
storing
locatie
Beschrijving Zie pagina
Papier
vastgelopen
in MF-lade.
[ Help ]
Papier vast
in rechter-
klep #.
[ Help ]
Papier vast
in de duplex
eenheid.
[ Help ]
Papier vast-
gelopen in
bridge unit
[ Help ]
Papier vast-
gelopen in de
Finisher
[ Help ]
Papier vast-
gelopen in de
Finisher
[ Help ]
5-19
Problemen oplossen
Algemene aandachtspunten bij het oplossen van storingen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier probeert te verwijderen:
Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw
papier of de papierstapel omdraaien. Het kan zijn dat de printer problemen ondervindt als de papierstoringen blijven
optreden nadat het papier is vervangen.
Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de
locatie van de papierstoring.
I Het papier is in de mailbox
vastgelopen.
pagina 5-39
J Het papier is in papiercassette (5)
vastgelopen.
pagina 5-42
K Het papier is vastgelopen in de
optionele papierinvoercassette (6,
7).
pagina 5-44
Bericht papierstoring
Papier-
storing
locatie
Beschrijving Zie pagina
Papier vast-
gelopen in de
mailbox.
[ Help ]
Papier vast-
gelopen in de
mailbox.
[ Help ]
Papier
vastgelopen
in cassette5.
[ Help ]
Papier
vastgelopen
in cassette6.
[ Help ]
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig
te verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien, waardoor de papierstoring niet kan
worden opgelost.
Problemen oplossen
5-20
Gebruik maken van online help-berichten
Wanneer Papierstoring wordt getoond, druk dan op [Help]([Linkerkeuzetoets]) om de procedure weer te geven voor het
opheffen van de storing.
Druk op om de volgende stap weer te geven of op om de voorgaande stap weer te geven.
Druk op toets OK om de online help in het berichtenscherm te verlaten.
Cassette 1
Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in cassette 1 op te lossen.
1 Trek de hendel van rechterklep 1 omhoog en open rechterklep 1.
2 Verwijder het vastgelopen papier.
Papier vast-
gelopen in
cassette 1.
[ Help ]
Corrig. actie:
O
b
Open cassette 1 en
verwijder het papier.
Plaats cassette 1.
[ OK ]
5-21
Problemen oplossen
3 Trek cassette 1 naar buiten.
4 Verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
5 Duw cassette 1 weer stevig op zijn plaats.
6 Duw op de aangegeven plek om rechterklep 1 te sluiten.
Cassette 2
Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in cassette 2 op te lossen.
1 Open rechterklep 3.
Problemen oplossen
5-22
2 Verwijder het vastgelopen papier.
3 Trek cassette 2 naar buiten.
4 Verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
5 Duw cassette 2 weer stevig op zijn plaats.
6 Sluit rechterklep 3.
Optionele cassettes 3 en 4
Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in cassette 3 of 4 op te lossen bij gebruik van de optionele papierinvoer.
Papierinvoer (500 vel x 2)
1 Als u de optionele zij-invoer gebruikt, trek dan de ontgrendeling
omhoog en haal de zij-invoer los van het apparaat.
5-23
Problemen oplossen
2 Open rechterklep 4.
3 Verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
4 Trek de cassette die in gebruik is naar buiten.
5 Verwijder het vastgelopen papier.
6 Duw de cassette weer stevig op zijn plaats.
7 Sluit rechterklep 4.
Problemen oplossen
5-24
Extragrote papierinvoer (1500 vel x 2)
1 Als u de optionele zij-invoer gebruikt, trek dan de ontgrendeling
omhoog en haal de zij-invoer los van het apparaat.
2 Open rechterklep 4.
3 Verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
4 Trek cassettes 3 en 4 naar buiten.
5 Verwijder het vastgelopen papier.
5-25
Problemen oplossen
6 Trek de papierinvoer (B1) naar buiten.
7 Open de klep van de papierinvoer (B2) en verwijder het vastgelopen
papier.
8 Sluit de klep van de papierinvoer (B2) en duw de papierinvoer
helemaal terug.
9 Duw de cassette weer stevig op zijn plaats.
10Sluit rechterklep 4.
Problemen oplossen
5-26
Multifunctionele lade
Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in de multifunctionele lade op te lossen.
1 Verwijder alle vellen papier uit de multifunctionele lade.
2 Als papier binnenin vastgeklemd zit, trek dan het papier naar u toe om
het te verwijderen.
3 Trek de hendel van rechterklep 1 omhoog en open rechterklep 1.
4 Verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
5-27
Problemen oplossen
5 Duw op de aangegeven plek om rechterklep 1 te sluiten.
Binnenin rechterklep 1, 3 en 4
Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in rechterklep 1, 3 of 4 op te lossen bij gebruik van de optionele
papierinvoer.
1 Verwijder alle vellen papier uit de multifunctionele lade.
2 Als papier binnenin vastgeklemd zit, trek dan het papier naar u toe om
het te verwijderen.
3 Open de rechterklep waar het papier binnenin vastgelopen is.
Problemen oplossen
5-28
4 Verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
5 Open de transportgeleider (A3) en verwijder het vastgelopen papier.
6 Sluit de transportgeleider (A3).
7 Open de fuserklep.
8 Verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
A3
VOORZICHTIG De fixeereenheid is zeer heet. Neem
voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gedeelte
werkt, aangezien er gevaar bestaat op brandwonden.
5-29
Problemen oplossen
9 Als u vastgelopen papier ziet zitten door de papieruitwerpsleuf, trek
het dan naar u toe om het te verwijderen.
10Als u de optionele documentfinisher gebruikt, volg dan de stappen op
pagina 5-33
om het
vastgelopen papier in de optionele bridge unit te
verwijderen.
11Sluit de rechterklep.
Problemen oplossen
5-30
Duplexeenheid
Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in de duplexeenheid op te lossen.
1 Trek de hendel van rechterklep 1 omhoog en open rechterklep 1.
2 Verwijder het vastgelopen papier.
3 Open de transportgeleider (A3) en verwijder het vastgelopen papier.
A3
5-31
Problemen oplossen
4 Vervang de transportgeleider (A3), druk op het aangegeven
onderdeel en sluit rechterklep 1.
Duplexeenheid en cassette 1
Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de duplexeenheid en cassette 1 op te lossen.
1 Trek de hendel van rechterklep 1 omhoog en open rechterklep 1.
2 Verwijder het vastgelopen papier.
3 Open de transportgeleider (A3) en verwijder het vastgelopen papier.
A3
Problemen oplossen
5-32
4 Vervang de transportgeleider (A3), druk op het aangegeven
onderdeel en sluit rechterklep 1.
5 Open rechterklep 2.
6 Verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
7 Sluit rechterklep 2.
8 Trek cassette 1 naar buiten en verwijder het vastgelopen papier.
Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat.
9 Duw cassette 1 weer stevig op zijn plaats.
5-33
Problemen oplossen
Bridge unit (optioneel)
Als zich een papierstoring voordoet in de optionele bridge unit, volg dan de onderstaande stappen om de storing op te
lossen.
1 Open de klep van de relais-unit en verwijder het vastgelopen papier.
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
Als zich een papierstoring voordoet in de optionele finisher voor 1000 vel, volg dan de onderstaande stappen om de storing
op te lossen.
1 Als u vastgelopen papier ziet zitten door de papieruitwerpsleuf, trek
het dan naar u toe om het te verwijderen.
2 Open de voorklep.
3 Open doorvoergeleider D1 en verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen
5-34
4 Open de bovenlade en open vervolgens doorvoergeleider D2.
5 Draai de transportknop naar links om het papier door te voeren zodat
het makkelijk kan worden verwijderd.
6 Sluit de geopende doorvoergeleiders en sluit de boven- en voorklep.
5-35
Problemen oplossen
Finisher voor 4000 vel (optioneel)
Als zich een papierstoring voordoet in de optionele finisher voor 4000 vel, volg dan de onderstaande stappen om de storing
op te lossen.
Koppelgedeelte
1 Open voorklep 1.
2 Open de transportgeleider (D1) en verwijder het vastgelopen papier.
3 Sluit de transportgeleider (D1) en voorklep 1.
Lade A
1
Als u vastgelopen papier ziet zitten door de papieruitwerpsleuf, trek
het dan naar u toe om het te verwijderen.
2 Open voorklep 1.
Problemen oplossen
5-36
3 Open de transportgeleider (D6) en verwijder het vastgelopen papier.
4 Sluit de transportgeleider (D6).
5 Open de transportgeleider (D4) en verwijder het vastgelopen papier.
6 Sluit de transportgeleider (D4) en voorklep 1.
Opmerking Als het moeilijk is om het vastgelopen papier te
verwijderen, draai dan aan de doorvoerknop D3 tot het
vastgelopen papier een plek heeft bereikt waar het makkelijk
kan worden verwijderd.
5-37
Problemen oplossen
Lade B
1 Als u vastgelopen papier ziet zitten door de papieruitwerpsleuf, trek
het dan naar u toe om het te verwijderen.
2 Open voorklep 1.
3 Open de transportgeleider (D2).
4 Draai de transportknop (D3) naar links om het papier door te voeren
zodat het makkelijk kan worden verwijderd.
5 Sluit de transportgeleider (D2) en voorklep 1.
Problemen oplossen
5-38
Transport- / binnenlade
1 Open voorklep 1.
2 Open de transportgeleider (D2).
3 Draai de transportknop (D3) naar links om het papier door te voeren
zodat het makkelijk kan worden verwijderd.
4 Volg stap 3 en verder op pagina 5-36 om vastgelopen papier te
verwijderen.
5-39
Problemen oplossen
Mailbox (optioneel)
1 Open de klep van de mailbox en verwijder het vastgelopen papier.
2 Sluit de klep van de mailbox.
Als er een mailbox met het paparaat verbonden is, voer dan de
onderstaande stappen uit.
3 Trek de hendel van rechterklep 1 omhoog en open rechterklep 1.
4 Open de transportgeleider (A3) en verwijder het vastgelopen papier.
5 Vervang de transportgeleider (A3), druk op het aangegeven
onderdeel en sluit rechterklep 1.
A3
Problemen oplossen
5-40
Middenvouweenheid (optioneel)
Uitwerpgedeelte
1 Til de vouwlade omhoog en verwijder alle vastgelopen papier.
2 Duw op de ontgrendeling van de vouweenheid en trek de
vouweenheid uit.
3 Duw op de ontgrendeling, open de linkerklep van de
middenvouweenheid en verwijder het vastgelopen papier.
4 Draai aan invoerknop D9 tot het vastgelopen papier zich op een plek
bevindt waar het eenvoudig verwijderd kan worden.
5 Sluit de linkerklep van de vouweenheid.
6 Open de bovenklep van de vouweenheid en verwijder het
vastgelopen papier.
7 Draai aan invoerknop D9 tot het vastgelopen papier zich op een plek
bevindt waar het eenvoudig verwijderd kan worden.
8 Sluit de bovenklep van de vouweenheid zet de vouweenheid terug
op zijn plek.
5-41
Problemen oplossen
Transportgedeelte
1 Open voorklep 1 en 2.
2 Open de transportgeleider (D7) en verwijder het vastgelopen papier.
3 Draai aan invoerknop D5 tot het vastgelopen papier zich op een plek
bevindt waar het eenvoudig verwijderd kan worden.
Als er geen papierstoring is in de transportgeleider (D7), ga dan naar
de volgende stap.
4 Sluit de transportgeleider (D7).
5 Open de transportgeleider (D8) en verwijder het vastgelopen papier.
6 Open de transportgeleider (D8).
7 Verwijder het vastgelopen papier in de middenvouweenheid.
8 Sluit voorklep 1 en 2.
Problemen oplossen
5-42
Cassette 5 (optioneel)
Als zich een papierstoring voordoet in cassette 5 als u de optionele zij-invoer (3000 vel), zij-invoer (500 vel x 3) of extra
grote zij-invoer (500, 1500 vel x 2) gebruikt, volg dan de onderstaande stappen om de storing op te lossen.
Zijinvoer (3000 vel)
1 Trek de ontgrendeling omhoog en haal de zij-invoer los van het
apparaat.
2 Haal het papier uit het koppelgedeelte.
3 Trek cassette 5 naar buiten.
4 Verwijder het vastgelopen papier.
5 Duw de cassette weer stevig op zijn plaats.
6 Sluit aan op het apparaat.
5-43
Problemen oplossen
Zijinvoer (500 vel x 3) of extragrote zijinvoer (500, 1500 vel x 2)
1 Trek de ontgrendeling omhoog en haal de zij-invoer los van het
apparaat.
2 Haal het papier uit het koppelgedeelte.
3 Open de bovenklep en rechterklep 1.
4 Verwijder het vastgelopen papier.
5 Trek cassette 5 naar buiten.
Problemen oplossen
5-44
6 Verwijder het vastgelopen papier.
7 Duw de cassette weer stevig op zijn plaats.
8 Sluit de bovenklep en rechterklep 1.
9 Sluit aan op het apparaat.
Cassette 6, 7 (optioneel)
Als zich een papierstoring voordoet in cassette 6 of 7 als u de optionele zijinvoer (500 vel x 3) of extragrote zijinvoer (500,
1500 vel x 2) gebruikt, volg dan de onderstaande stappen om de storing op te lossen.
Zijinvoer (500 vel x 3)
1 Trek de ontgrendeling omhoog en haal de zij-invoer los van het
apparaat.
2 Volg stap 2 tot 5 op pagina 5-43 om het vastgelopen papier te
verwijderen.
3 Open rechterklep 2.
5-45
Problemen oplossen
4 Verwijder het vastgelopen papier.
5 Trek de cassette die in gebruik is naar buiten.
6 Verwijder het vastgelopen papier.
7 Duw de cassette weer stevig op zijn plaats.
8 Sluit rechterklep 2.
9 Sluit aan op het apparaat.
Problemen oplossen
5-46
Extra grote zij-invoer (500, 1500 vel x 2)
1 Trek de ontgrendeling omhoog en haal de zij-invoer los van het
apparaat.
2 Volg stap 2 tot 5 op pagina 5-43 om het vastgelopen papier te
verwijderen.
3 Open rechterklep 2.
4 Verwijder het vastgelopen papier.
5 Trek cassettes 6 en 7 naar buiten.
5-47
Problemen oplossen
6 Verwijder het vastgelopen papier.
7 Trek de papierinvoer (B1) naar buiten.
8 Open de klep van de papierinvoer (B2) en verwijder het vastgelopen
papier.
9 Sluit de klep van de papierinvoer (B2) en duw de papierinvoer
helemaal terug.
10
Duw de cassette weer stevig op zijn plaats.
11
Sluit rechterklep 2.
12
Sluit aan op het apparaat.
Problemen oplossen
5-48
Nietstoringen oplossen
Als er op het bedieningspaneel van het apparaat een bericht verschijnt dat aangeeft dat er een nietstoring is, verwijder dan
de vastgelopen nietjes.
Volg de onderstaande stappen om de vastgelopen nietjes te verwijderen.
Finisher voor 1000 vel
1 Open de voorklep.
2 Verwijder de nietpatroonhouder.
3 Open afdekplaatje (A) van de nietpatroonhouder en verwijder alle
vastgelopen nietjes.
4 Zet afdekplaatje (A) van de nietpatroonhouder in de oorspronkelijke
stand.
A
5-49
Problemen oplossen
5 Zet de nietpatroonhouder terug. De nietpatroonhouder klikt op zijn
plaats als deze juist geplaatst is.
6 Sluit de voorklep.
Finisher voor 4000 vel
Nietpatroonhouder A
1 Open voorklep 1.
2 Verwijder nietpatroonhouder A.
3 Open afdekplaatje (A) van nietpatroonhouder A en verwijder alle
vastgelopen nietjes.
A
Problemen oplossen
5-50
4 Zet afdekplaatje (A) van de nietpatroonhouder in de oorspronkelijke
stand.
5 Zet de nietpatroonhouder terug. De nietpatroonhouder klikt op zijn
plaats als deze juist geplaatst is.
6 Sluit voorklep 1.
Nietpatroonhouder B/C
Volg de onderstaande stappen om vastgelopen nietjes uit de optionele vouweenheid te verwijderen.
1 Open voorklep 1 en 2.
2 Verwijder nietpatroonhouder B of C.
5-51
Problemen oplossen
3 Open afdekplaatje (B) van de nietpatroonhouder en verwijder alle
vastgelopen nietjes.
4 Zet afdekplaatje (B) van de nietpatroonhouder in zijn oorspronkelijke
stand.
5 Zet de nietpatroonhouder terug.
Zorg er bij het terugplaatsen voor dat de driehoekjes op de
nietpatroonhouder en de nieteenheid tegen elkaar aankomen. De
nietpatroonhouder klikt op zijn plaats als deze correct geplaatst is.
6 Sluit voorklep 1 en 2.
B
Problemen oplossen
5-52
A-1
Bijlage
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de beschikbare interfaces, beschrijft de optionele hardware die bij de
printer geïnstalleerd kan worden en geeft de specificaties van de printer.
Optionele apparatuur............................................................................................................................ A-2
Papier..................................................................................................................................................... A-3
Specificaties.........................................................................................................................................A-11
Neem voor de beschikbaarheid van de opties contact op met uw onderhoudstechnicus.
Bijlage
A-2
Optionele apparatuur
Overzicht optionele apparatuur
De volgende optionele apparatuur is beschikbaar voor het apparaat.
* De mailbox kan geïnstalleerd zijn in ofwel de machine of de finisher met perforatie-eenheid van 4000 vel.
** Als noch een documentfinisher noch een zij-invoer geïnstalleerd is, moet de kit voor kantelpreventie geïnstalleerd worden.
Finisher voor 4000
vel
Finisher voor 1000
vel
Zij-invoer
(3000 vel)
Papierinvoer
(500 vel x 2)**
Extra grote
papierinvoer
(1500 vel x 2)**
Zij-invoer
(500 vel x 3)
Extra grote zij-invoer
(500, 1500 vel x 2)
Mailbox*
Vouweenheid
Perforator
Perforator
Bannerlade
Netwerkinterfacekit
Draadloze
netwerkinterfacekit
Card Authentication
Kit (B)
A-3
Bijlage
Papier
Hierna worden de papierformaten en -soorten vermeld die kunnen worden gebruikt in de verschillende papierbronnen.
Cassette 1
Cassette 2 en de optionele papierinvoer (500 vel x 2)
Optionele extra grote papierinvoer (1500 vel x 2)
Multifunctionele lade (MF-lade)
Ondersteunde papierformaten Aantal vellen
A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Ledger, Legal, Oficio II, 12 × 18", Letter,
Letter-R, Statement-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R
216 × 340 mm
550 (64 g/m
2
)
500 (80 g/m
2
)
Ondersteunde papierformaten Aantal vellen
A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Ledger, Legal, Oficio II, 12 × 18", Letter,
Letter-R, Statement-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R
216 × 340 mm
550 (64 g/m
2
)
500 (80 g/m
2
)
Ondersteunde papierformaten Aantal vellen
A4, B5, Letter 3500 (64 g/m
2
)
3000 (80 g/m
2
)
Ondersteunde papierformaten Aantal vellen
A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, B6-R, A6-R, Letter, Letter-R, Executive-R,
Statement, Folio, 16K, 16K-R
Andere formaten:
Staand - 3 7/8 tot 11 5/8" of 98 tot 297 mm
Liggend - 5 7/8 tot 17" of 148 tot 432 mm
165 (64 g/m
2
)
150 (80 g/m
2
)
A3, B4, Ledger, Legal, Oficio II,
12 × 18", 8K
55 (64 g/m
2
)
50 (80 g/m
2
)
Briefkaarten (100 × 148 mm)
Antwoordbriefkaart (148 × 200 mm)
30
Envelope DL, Envelope C5, Envelope C4, Envelope #10 (Commercial #10),
Envelop #9 (Commercial #9)
Envelop #6 (Commercial #6 3/4), Monarch, ISO B5, Youkei 2, Youkei 4
Andere formaten:
Staand - 3 7/8 tot 11 5/8" of 98 tot 297 mm
Liggend - 5 7/8 tot 17" of 148 tot 432 mm
10
Overhead (OHP film) (A4, A4-R, Letter, Letter-R) 10
Bijlage
A-4
Basis papier Specificaties
Dit apparaat is ontworpen voor het afdrukken op standaardkopieerpapier zoals gebruikt wordt bij normale ('droge')
kopieerapparaten en paginaprinters zoals laserprinters. Het ondersteunt ook verschillende andere papiersoorten, die
voldoen aan de specificaties in deze bijlage.
Let op als u papier uitkiest. Papier dat niet geschikt is voor dit apparaat kan papierstoringen veroorzaken of kan gaan
kreuken.
Geschikt papier
Gebruik standaardkopieerpapier voor normale kopieerapparaten en laserprinters. De afdrukkwaliteit hangt af van de
papierkwaliteit. Papier van mindere kwaliteit kan tot een onbevredigend resultaat leiden.
Basisspecificaties papier
In de volgende tabel vindt u de specificaties van het papier dat geschikt is voor dit apparaat. Raadpleeg de hierna volgende
alinea's voor meer details.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor problemen ten gevolge van het gebruik van papier dat niet voldoet aan onze specificaties.
Geschikt papier kiezen
In dit gedeelte worden richtlijnen gegeven voor het kiezen van papier.
Staat van het papier
Vermijd het gebruik van papier met omgevouwen hoeken of van gekreukt, vuil of gescheurd papier. Gebruik geen papier met
een ruw oppervlak of met ruwe vezels, of heel kwetsbaar papier. Het gebruik van dergelijke papiersoorten leidt niet alleen
tot slechte afdrukken, maar kan ook papierstoringen veroorzaken en de levensduur van het apparaat verkorten. Kies papier
met een zacht en gelijkmatig oppervlak; vermijd echter gecoat papier of papier met een behandeld oppervlak want dit kan
de drum of de fuser beschadigen.
Samenstelling
Gebruik geen soorten zoals papier met een coating of behandeld oppervlak, of papier dat plastic of carbon bevat. Deze
papiersoorten kunnen schadelijke uitwasemingen veroorzaken door de hitte bij het afdrukken en de drum beschadigen.
Let erop dat u standaardpapier gebruikt met minstens 80% pulp, oftewel met niet meer dan 20% katoen of andere vezels.
Criteria Specificaties
Gewicht Cassettes: 60 tot 256 g/m
2
Multifunctionele lade: 60 tot 300 g/m
2
Dikte 0,086 tot 0,110 mm
Nauwkeurigheid afmetingen ±0,7 mm
Haaksheid van de hoeken 90° ±0,2°
Vochtgehalte 4 tot 6%
Pulpgehalte 80% of meer
Opmerking Bepaalde soorten gerecycled papier voldoen niet aan de vereisten voor dit apparaat zoals aangege-
ven in de tabel met basisspecificaties voor papier, bijvoorbeeld voor wat betreft het vocht- of pulpgehalte. Daarom
adviseren wij om een kleine hoeveelheid gerecycled papier aan te schaffen om eerst het gebruik uit te proberen.
Kies het gerecycled papier dat het beste afdrukresultaat geeft en dat weinig papierstof bevat.
A-5
Bijlage
Ondersteunde papierformaten
De volgende papierformaten zijn geschikt voor dit apparaat.
Voor de afmetingen in de tabel geldt een maatnauwkeurigheid van ±0,7 mm in de lengte en de breedte. De hoeken moeten
90° ± 0,2° zijn.
Zachtheid
Het oppervlak van het papier moet zacht zijn, maar mag niet gecoat zijn. Bij papier dat te zacht is en wegglijdt, kunnen
meerdere vellen tegelijk ingevoerd worden waardoor het vastloopt.
Basisgewicht
In landen die het metrisch systeem gebruiken, is het basisgewicht het gewicht in grammen van één vel papier van één
vierkant meter groot. In de Verenigde Staten is het basisgewicht het gewicht in pounds van één riem (500 vellen) papier
gesneden in het standaardformaat (of handelsformaat) voor een bepaalde papierkwaliteit. Papier dat te licht of te zwaar is,
kan fout ingevoerd worden of vastlopen, waardoor het apparaat aanzienlijk sneller slijt. Bij gemengde papiergewichten
(bijvoorbeeld dikte) kunnen per ongeluk meerdere vellen tegelijk ingevoerd worden; ook kunnen er onduidelijke afdrukken
of andere afdrukproblemen ontstaan als de toner niet goed hecht.
Multifunctionele lade Cassette of multifunctionele lade
A6-R (105 × 148 mm) A3 (297 × 420 mm)
B6-R (128 × 182 mm) B4 (257 × 364 mm)
Hagaki (100 × 148 mm) A4 (297 × 210 mm)
Oufuku hagaki (148 × 200 mm) A4-R (210 × 297 mm)
Executive (7 1/4 ×10 1/2") B5 (257 × 182 mm)
Envelop DL (110 × 220 mm) B5-R (182 × 257 mm)
Envelop C5 (162 × 229 mm) A5-R (148 × 210 mm)
Envelop C4 (229 × 324 mm) Folio (210 × 330 mm)
ISO B5 (176 × 250 mm) Ledger
Envelop #10 (Commercial #10) (4 1/8 × 9 1/2")
Legal
Envelop #9 (Commercial #9) (3 7/8 × 8 7/8")
Letter
Envelop #6 (Commercial #6 3/4) (3 5/8 × 6 1/2")
Letter-R
Envelop Monarch (3 7/8 ×7 1/2") Statement-R
Youkei 2 (114 × 162 mm) Oficio II
Youkei 4 (105 × 235 mm) 12 × 18"
Formaat invoer (98 × 148 tot 297 × 1220 mm)
8K (273 × 394 mm)
16K (273 × 197 mm)
16K-R (197 × 273 mm)
216 × 340 mm
Bijlage
A-6
Dikte
Vermijd het gebruik van papier dat te dik of te dun is. U herkent te dun papier onder andere aan regelmatige problemen
door vastlopend papier of aan het feit dat verschillende vellen tegelijk ingevoerd worden. Papierstoringen kunnen ook wijzen
op te dik papier. De juiste dikte is tussen 0,086 en 0,110 mm.
Vochtgehalte
Het vochtgehalte van papier is de verhouding vocht-droge massa uitgedrukt in een percentage. Vocht beïnvloedt de invoer
van het papier, de elektrostatische eigenschappen van het papier en hoe de toner zich hecht.
Het vochtgehalte van papier verschilt afhankelijk van de relatieve vochtigheid in de ruimte. Bij een hoge relatieve
vochtigheid wordt het papier vochtig, waardoor de randen uitzetten en gaan golven. Bij een lage relatieve vochtigheid
verliest het papier vocht, waardoor de randen samentrekken en het afdrukcontrast minder wordt.
Door gegolfde of strakke randen kan het papier wegglijden bij het invoeren. Probeer het vochtgehalte tussen 4 en 6% te
houden.
Om het vochtgehalte op het juiste niveau te houden, geven wij u de volgende tips.
Bewaar het papier op een koele, goed geventileerde plek.
Bewaar het papier liggend en in een ongeopende verpakking. Als de verpakking eenmaal geopend is, sluit deze dan
weer af als u het papier gedurende langere tijd niet gebruikt.
Berg het papier afgesloten op in de originele verpakking en doos. Zet een pallet onder het karton zodat het niet op de
vloer staat. Vooral tijdens regenachtige periodes is het belangrijk om het papier niet op een houten of betonnen vloer te
zetten.
Voor u papier gebruikt dat opgeslagen geweest is, leg het eerst minstens 48 uur op een plaats met de juiste
vochtigheid.
Bewaar het papier niet op een plek waar het blootgesteld is aan hitte, zonlicht en extreme vochtigheid.
Overige papierspecificaties
Poreusheid: De dichtheid van de papiervezels.
Stijfheid: Het papier moet stijf genoeg zijn zodat het niet dubbelvouwt in het apparaat en een papierstoring veroorzaakt.
Opkrullen: De meeste papiersoorten gaan van nature opkrullen als de verpakking geopend is. Als er papier door de
fixeereenheid gaat, dan krult het licht omhoog. Voor vlakke afdrukken moet u het papier zo plaatsen dat de krul naar de
onderkant van de lade wijst.
Statische elektriciteit: Tijdens het afdrukken wordt het papier elektrostatisch geladen zodat de toner zich hecht. Kies
papier dat makkelijk ontlaadt zodat de kopieën niet aan elkaar vastkleven.
Witheid: De witheid van het papier beïnvloedt het afdrukcontrast. Gebruik witter papier voor scherpere, helderdere
afdrukken.
Kwaliteit: Er kunnen apparaatstoringen optreden als de vellen niet van hetzelfde formaat zijn of als de hoeken niet recht
zijn, de randen te ruw, de vellen niet gesneden of de randen of hoeken gekreukt zijn. Let om deze problemen te voorkomen
extra goed op als u het papier zelf snijdt.
Verpakking: Kies papier dat goed verpakt is en in dozen gestapeld is. De verpakking zelf moet bij voorkeur behandeld zijn
met een coating tegen vocht.
A-7
Bijlage
Speciaal behandeld papier:
Wij adviseren u om niet af te drukken op de volgende papiersoorten, ook al voldoen ze aan de
basisspecificaties. Als u deze papiersoorten wilt gebruiken, schaf dan eerst een kleine hoeveelheid aan om het uit te
proberen.
Glanzend papier
Papier met een watermerk
Papier met een ongelijk oppervlak
Geperforeerd papier
Speciaal papier
In dit gedeelte wordt het afdrukken op speciale papiersoorten en afdrukmedia beschreven.
De volgende papiersoorten en media kunnen gebruikt worden.
Overheads
Voorbedrukt papier
Bond-papier
Gerecycled papier
Dun papier (van 60 g/m
2
tot 105 g/m
2
of minder)
Briefpapier
Gekleurd papier
Geperforeerd papier
Enveloppen
Karton (Hagaki)
Dik papier (van 106 g/m
2
tot 300 g/m
2
of minder)
•Etiketten
Gecoat papier
Hogekwaliteitspapier
Wanneer u deze papiersoorten en mediatypes gebruikt, kies er dan die speciaal voor kopieerapparaten en paginaprinters
(zoals laserprinters) ontworpen zijn. Gebruik de multifunctionele lade voor transparanten, dik papier, enveloppen, karton en
etiketten.
Speciaal papier kiezen
Hoewel speciaal papier dat voldoet aan de volgende vereisten gebruikt kan worden bij het apparaat, kan de afdrukkwaliteit
aanzienlijk afwijken door verschillen in de samenstelling en kwaliteit van het speciaal papier. Dit betekent dat speciaal
papier vaker afdrukproblemen veroorzaakt dan normaal papier. Probeer speciaal papier eerst uit om te kijken of de
afdrukkwaliteit naar wens is, voor u het in grote hoeveelheden aanschaft. Algemene voorzorgsmaatregelen voor afdrukken
op speciaal papier worden hieronder gegeven. Houd er rekening mee dat wij niet verantwoordelijk zijn voor letsel bij de
gebruiker of schade aan het apparaat veroorzaakt door vocht of door de specificaties van speciaal papier.
Kies voor speciaal papier een cassette of de multifunctionele lade.
Bijlage
A-8
Transparanten
Transparanten moeten bestand zijn tegen de hitte bij het afdrukken. Transparanten moeten voldoen aan de volgende
voorwaarden.
Gebruik om problemen te voorkomen de multifunctionele lade voor transparanten en plaats de transparanten met de lange
kant naar het apparaat.
Als de transparanten regelmatig vastlopen bij de uitvoer, probeer dan mee te trekken aan de beginrand terwijl ze
uitgeworpen worden.
Hagaki:
Voor u Hagaki-papier in de multifunctionele lade plaatst, moet u het waaieren en de randen gelijk leggen. Als het Hagaki-
papier gekruld is, maak het dan vlak voordat u het papier plaatst. Afdrukken op opgekruld Hagaki-papier kan een
papierstoring veroorzaken.
Gebruik ongevouwen Oufuku Hagaki-papier (verkrijgbaar bij het postkantoor). Hagaki-papier kan aan de achterkant soms
nog ruwe randen hebben door een papiersnijder. Verwijder dergelijke ruwe randen door het Hagaki-papier op een vlakke
ondergrond te leggen en een paar keer over de randen te wrijven met een liniaal.
Enveloppen
Gebruik voor enveloppen de multifunctionele lade.
Door de structuur van de enveloppen is het soms niet mogelijk om gelijkmatig over het hele oppervlak af te drukken. Vooral
dunne enveloppen kunnen soms kreuken als ze door het apparaat gaan. Probeer enveloppen eerst uit om te kijken of de
afdrukkwaliteit naar wens is, voor u ze in grote hoeveelheden aanschaft.
Enveloppen kunnen kreuken als ze langere tijd bewaard worden. Houd daarom de verpakking dicht tot u ze gaat gebruiken.
Houd rekening met het volgende.
Gebruik geen enveloppen met een zichtbare kleefrand. Gebruik ook geen enveloppen waarvan de kleefrand blootligt
doordat de strip verwijderd is. Er kan ernstige beschadiging ontstaan als het papier dat de kleefrand bedekt, loskomt in het
apparaat.
Gebruik geen enveloppen met bepaalde speciale functies. Gebruik bijvoorbeeld geen enveloppen met een ring waar een
touwtje omheen gedraaid wordt om de klep te sluiten of enveloppen met een open of een doorzichtig venster.
Als het papier vastloopt, plaats dan minder enveloppen tegelijk.
Om papierstoringen te voorkomen bij het afdrukken van meerdere enveloppen, mogen er niet meer dan tien enveloppen
tegelijk in de uitvoerlade liggen.
Criteria Specificaties
Hittebestendigheid Bestand tegen minstens 190 °C
Dikte 0,100 tot 0,110 mm
Materiaal Polyester
Maatnauwkeurigheid ±0,7 mm
Haaksheid van de hoeken 90° ±0,2°
Opgekrulde
rand
Opgekrulde
rand
A-9
Bijlage
Dik papier
Voor u dik papier in de multifunctionele lade plaatst, moet u het waaieren en de randen gelijk leggen. Dik papier kan aan
de achterkant soms nog ruwe randen hebben door een papiersnijder. Verwijder dergelijke ruwe randen door het papier op
een vlakke ondergrond te leggen en een paar keer over de randen te wrijven met een liniaal. Afdrukken op papier met ruwe
randen kan papierstoringen veroorzaken.
Etiketten
Etiketten moeten vanaf de multifunctionele lade ingevoerd worden.
Let extra goed op bij het kiezen van etiketten zodat de kleeflaag niet in aanraking komt met de apparaatonderdelen en de
etiketten niet vanzelf loskomen van het basisvel. Als er etiketten aan de drum of rollers blijven kleven of als er etiketten
loskomen en in het apparaat achterblijven, dan kan er een storing optreden.
Wanneer u op etiketten afdrukt, dan bent u verantwoordelijk voor de afdrukkwaliteit en eventuele problemen.
Etikettenvellen bestaan uit drie lagen, zoals weergeven in de afbeelding. De kleeflaag bevat bestanddelen die erg gevoelig
zijn voor de kracht die het apparaat uitoefent. De bovenste laag zit vast aan het basisvel tot de etiketten gebruikt worden.
Deze opbouw van de etiketten kan meer problemen veroorzaken.
Het basisvel moet volledig bedekt zijn door de etikettenlaag. Door open plekken tussen de etiketten kunnen deze loskomen
en dit kan ernstige storingen tot gevolg hebben.
Bij bepaalde etikettenvellen heeft het bovenste vel een grote rand. Als u dergelijk papier gebruikt, haal de randen dan niet
los van het basisvel voor u klaar bent met afdrukken.
Opmerking Als het papier niet op de juiste manier ingevoerd wordt, zelfs nadat het glad gestreken is, plaats het
dan in de multifunctionele lade met de beginrand een paar millimeter omhoog.
Bovenste laag
Kleeflaag
Basisvel
Bovenste
laag
Niet toegestaanToegestaan
Basisvel
Bijlage
A-10
Gebruik etikettenvellen die aan de volgende vereisten voldoen.
Gekleurd papier
Gekleurd papier moet voldoen aan de specificaties zoals aangegeven op pagina A-4. Bovendien moet het pigment in het
papier bestand zijn tegen de hitte bij het afdrukken (tot 200 °C).
Voorbedrukt papier
Voorgedrukt papier moet voldoen aan de specificaties zoals aangegeven op pagina A-4. De gekleurde inkt moet bestand
zijn tegen de hitte bij het afdrukken. Het moet ook bestand zijn tegen siliconolie. Gebruik geen papier met een behandeld
oppervlak zoals glanzend papier voor kalenders.
Gerecycled papier
Gerecycled papier moet voldoen aan de specificaties zoals op pagina A-4; de witheid mag echter afwijken.
Item Specificaties
Gewicht bovenste laag 44 tot 74g/m²
Basisgewicht
(totaalgewicht papier)
104 tot 151g/m²
Dikte bovenste laag 0,086 tot 0,107mm
Totale dikte papier 0,115 tot 0,145mm
Vochtgehalte 4 tot 6% (samengesteld)
Opmerking Probeer gerecycled papier eerst uit om te kijken of de afdrukkwaliteit naar wens is, voor u het in grote
hoeveelheden aanschaft.
A-11
Bijlage
Specificaties
BELANGRIJK Wijzigingen van specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Algemene functies
Item Beschrijving
Type Desktop
Afdrukmethode Elektrofotografie door halfgeleiderlaser, tandemdrumsysteem
Papiergewicht Cassette 1, 2 60 tot 256 g/m
2
Multifunc-
tionele lade
60 tot 300 g/m
2
Papiersoort Cassette 1, 2 Normaal, voorgedrukt, bond, gerecycled, vellum, ruw, briefhoofd,
kleur, geperforeerd, dik, hoge kwaliteit, Custom 1 t/m 8
(Dubbelzijdig: gelijk aan enkelzijdig)
Multifunc-
tionele lade
Normaal, transparant, voorgedrukt, etiketten, bond, gerecycled, vellum,
ruw, briefhoofd, kleur, geperforeerd, envelop, kaarten, gecoat, dik, hoge
kwaliteit en Custom 1 t/m 8
Papierformaat Cassette 1, 2 Maximaal: 12 × 18"/A3 (dubbelzijdig: 12 × 18"/A3)
Minimaal: Statement-R/A5-R (Duplex: Statement-R/A5-R)
Multifunc-
tionele lade
Maximaal: 12 × 48"/304,8 × 1220,0 mm
Minimaal: Statement-R/A6-R
Opwarmtijd
(22 °C, 60%)
Ingeschakeld P-C4580DN: 30 seconden of minder
P-C5580DN: 30 seconden of minder
Energiebespar
ende stand
P-C4580DN: 20 seconden of minder
P-C5580DN: 20 seconden of minder
Slaapstand P-C4580DN: 30 seconden of minder
P-C5580DN: 30 seconden of minder
Invoer-
capaciteit
Cassette 1 500 vel (80 g/m
2
)
Cassette 2 500 vel (80 g/m
2
)
Multifunc-
tionele lade
A4/Letter of kleiner
150 vel (80 g/m
2
)
Groter dan A4/Letter
50 vel (80 g/m
2
)
Uitvoerlade
Capaciteit
Hoofdlade 500 vel (80 g/m
2
)
Takenscheider 250 vel (80 g/m
2
)
(Als de documentfinisher is geïnstalleerd: 100 vel)
Beeldschrijfsysteem Halfgeleiderlaser en elektrofotografie
Hoofd-
geheugen
Standaard 1024 MB
Maximaal 2048 MB
Harde schijf 160GB (standaard)
Interface Standaard USB-interface-aansluiting: 1 (Hi-Speed USB)
USB-poort: 2 (Hi-Speed USB)
Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
Optie Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
Bijlage
A-12
Bedrijfs-
omgeving
Temperatuur 10 tot 32,5 °C
Vochtigheid 15 tot 80%
Hoogte Maximaal 2500 m
Verlichting Maximaal 1500 lux
Afmetingen (b x d x h)
(alleen hoofdapparaat)
668 × 787 × 747 mm
Gewicht (met tonercontainer) 107 kg
Vereiste ruimte (b × d)
(met multifunctionele lade)
977 × 787 mm
Voeding 230 V Specificatie model:
220 tot 240 V AC 50/60 Hz 7,2 A
Opties Papierinvoer (500 vel x 2), extra grote papierinvoer (1500 vel x 2), Finisher
voor 1000 vel, Finisher voor 4000 vel, Data Security Kit, vouweenheid,
mailbox, zij-invoer (3.000 vel), zij-invoer (500 vel x 3), netwerkinterfacekit,
extra grote zij-invoer (500, 1500 vel x 2), optie emulatie, perforatie-eenheid,
USB-toetsenbord, bannerlade, draadloze netwerkinterfacekit
Afdruksnelheid
P-C4580DN
P-C5580DN
Kopiëren in zwart-wit Kopiëren in kleur
A4/Letter 45 vel/min 45 vel/min
A3/Ledger 22 vel/min 22 vel/min
A4/Letter 55 vel/min 50 vel/min
A3/Ledger 27 vel/min 25 vel/min
Tijd tot eerste
afdruk
(A4, invoer
vanuit
cassette)
Zwart-wit P-C4580DN: 5,4 seconden of minder
P-C5580DN: 4,9 seconden of minder
Kleur P-C4580DN: 6,6 seconden of minder
P-C5580DN: 6,2 seconden of minder
Resolutie 600 × 600 dpi
Besturingssysteem Windows XP, Windows Server 2003/R2, Windows Vista, Windows 7,
Windows Server 2008/R2, Mac OS 10.4 of hoger
Paginabeschrijvingstaal PRESCRIBE
Emulatie PCL6(PCL5c, PCL-XL), KPDL3 (PostScript3-compatibel)
Item Beschrijving
A-13
Bijlage
Papierinvoer (500 vel x 2) (optioneel)
Extra grote papierinvoer (1500 vel x 2) (optioneel)
Zij-invoer (500 vel x 3) (optioneel)
Item Beschrijving
Invoermethode
papier
Invoer- en omkeerrol
(Aantal vellen: 500, 80 g/m
2
, 2 cassettes/Aantal vellen: 550, 64 g/m
2
, 2 cassettes)
Papierformaat A3, B4, A4, A4-R, B5-R, A5-R, Ledger, Legal, Oficio II, 12 × 18", Letter, Letter-R,
Statement-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R, 216 × 340 mm
Geschikt papier Papiergewicht: 60 - 256 g/m
2
Mediasoorten: standaard, gerecycled, Dik
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
598 × 699,6 × 315 mm
Gewicht Circa 30 kg
Item Beschrijving
Invoermethode
papier
Invoer- en omkeerrol (Aantal vellen: 3000 (80 g/m
2
)/Aantal vellen: 3500 (64 g/m
2
)
Papierformaat A4, B5, Letter
Geschikt papier Papiergewicht: 60 - 256 g/m
2
Mediasoorten: standaard, gerecycled, Dik
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
598 × 706,6 × 315 mm
Gewicht Circa 29 kg
Item Beschrijving
Invoermethode
papier
Invoer- en omkeerrol
(Aantal vellen: 500, 80 g/m
2
, 3 cassettes/Aantal vellen: 550, 64 g/m
2
, 3 cassettes)
Papierformaat A3, B4, A4, A4-R, B5-R, A5-R, Ledger, Legal, Oficio II, 12 × 18", Letter, Letter-R,
Statement-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R, 216 × 340 mm
Geschikt papier Papiergewicht: 60 - 256 g/m
2
Mediasoorten: standaard, gerecycled, Dik
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
598 × 720 × 536 mm
Gewicht Circa 52 kg
Bijlage
A-14
Extra grote zij-invoer (500, 1500 vel x 2) (optioneel)
Zij-invoer (3000 vel) (optioneel)
Item Beschrijving
Invoermethode
papier
Invoer- en omkeerrol (Aantal vellen: 500 vel (80 g/m
2
) × 1 cassette, 1500 vel (80 g/m
2
) ×
2 cassettes/Aantal vellen: 550 vel (64 g/m
2
) × 1 cassette, 1750 vel (64 g/m
2
) × 2
cassettes)
Papierformaat Lade 5 A3, B4, A4, A4-R, B5-R, A5-R, Ledger, Legal, Oficio II,
12 × 18", Letter, Letter-R, Statement-R, Folio, 8K, 16K, 16K-R,
216 × 340 mm
Lade 6, 7 A4, B5, Letter
Geschikt papier Papiergewicht: 60 - 256 g/m
2
Mediasoorten: standaard, gerecycled, Dik
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
598 × 720 × 536 mm
Gewicht Circa 51 kg
Item Beschrijving
Invoermethode
papier
Invoer- en omkeerrol
(Aantal vellen: 3000, 80 g/m
2
/Aantal vellen: 3500, 64 g/m
2
)
Papierformaat A4, B5, Letter
Geschikt papier Papiergewicht: 60 - 300 g/m
2
Mediasoorten: standaard, gerecycled, Dik
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
321 × 620 × 504 mm
Gewicht Circa 25 kg
A-15
Bijlage
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
Finisher voor 4000 vel (optioneel)
Item Beschrijving
Aantal laden 1 lade
Papier-
formaat
(80 g/m
2
)
Linkerlade
(niet
nietend)
A3, B4, Ledger, Legal, Oficio II, 12 × 18", 8K: 500 vel
A4, A4-R, B5, B5-R, Letter, Letter-R, 16K: 1.000 vel
Geschikt papiergewicht Nieten: 90 g/m
2
of minder
Nieten
Aantal
vellen
A3, B4, B5-R, Ledger, Legal, Oficio II,
12 × 18", 216 × 340 mm, Folio, 8K, 16K-R
30 vel (60 tot 90 g/m
2
)
20 vel (91 tot 105 g/m
2
)
2 voorbladen (106 g/m
2
tot 135 g/m
2
)
A4, A4-R, B5, Letter, Letter-R, 16K 50 vel (60 tot 90 g/m
2
)
40 vel (91 tot 105 g/m
2
)
2 voorbladen (106 g/m
2
tot 135 g/m
2
)
Mediatypes Normaal, gerecycled, geperforeerd
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
666 × 618,5 × 1050 mm
Gewicht Circa 30 kg of minder
Item Beschrijving
Aantal laden 2 laden
Papier-
formaat
(80 g/m
2
)
Lade A
(zonder
nieten)
A3, B4, B5-R, Ledger, Legal, 8K: 1.500 vellen
A4, A4-R, B5, Letter, Letter-R, 16K, 16K-R, Folio: 4000 vel* **
A5, B6, Statement-R: 500 vel
* Als de vouweenheid is geïnstalleerd: 3000 vel.
** 2000 vel wanneer de uitvoer op de lade ligt.
Lade B A4, A4-R, B5, B5-R, A5, A5-R, Folio, Ledger, Legal, 12 × 18", A3, B4, 8K,Letter, Letter-R,
Statement-R, 16K, 16K-R: 200 vel
Nieten
Maximum-
aantal
A3, B4, B5-R, Ledger, Legal, Oficio II,
12 × 18", 216 × 340 mm, Folio, 8K, 16K-R
30 vel (52 tot 90 g/m
2
)
20 vel (91 tot 105 g/m
2
)
2 voorbladen (106 g/m
2
tot 135 g/m
2
)
A4, A4-R, B5, Letter, Letter-R, 16K 65 vel (52 tot 90 g/m
2
)
55 vel (91 tot 105 g/m
2
)
2 voorbladen (106 g/m
2
tot 135 g/m
2
)
Mediatypes Normaal, gerecycled, geperforeerd
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
607,2 × 668,5 × 1061,3 mm
Gewicht Circa 40 kg of minder
Bijlage
A-16
Perforator (optioneel)
Mailbox (optioneel)
Item Beschrijving
Papierformaat A3, B4, A4, A4-R, B5, Folio, 8K, 16K, Letter-R, Legal, 12 × 18", Statement-R, A5-R, B5-R,
16K-R
Papiergewicht 45 tot 300 g/m
2
Mediatypes Finisher voor 4000 vel Normaal, overhead, voorbedrukt, bond, gerecycled,
ruw, briefpapier, kleur, geperforeerd, dik, gecoat, hoge
kwaliteit
Finisher voor 1000 vel Normaal, overhead, voorbedrukt, bond, gerecycled,
briefpapier, kleur, geperforeerd, dik, gecoat, hoge
kwaliteit
Item Beschrijving
Aantal laden 7
Papierformaat
(80 g/m
2
)
A3, B4, Ledger, Legal: 50 vel
A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Letter, Letter-R, 216 × 340 mm, Executive, Folio, 8K, 16K,
16K-R, Statement-R, Oficio II: 100 vel
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
510 mm × 400 mm × 470 mm
Gewicht Circa 10 kg
A-17
Bijlage
Middenvouweenheid (optioneel)
Bannerlade (Optioneel)
Item Beschrijving
Formaten Dubbelvouwen A3, B4, A4-R, Ledger, Legal, Letter-R, Oficio II, 8K
Rughechting A3, B4, A4-R, Ledger, Legal, Letter-R, Oficio II, 8K
Driedubbel-
vouwen
A4-R, Letter-R
Aantal vellen Dubbelvouwen 5 vel (60 tot 90 g/m
2
)
3 vel (91 tot 120 g/m
2
)
1 vel (121 tot 256 g/m
2
)
Zadelsteek 16 vel (60 tot 90 g/m
2
)
13 vel (91 tot 105 g/m
2
)
1 voorblad (106 g/m
2
of meer)
Driedubbel-
vouwen
5 vel (60 tot 90 g/m
2
)
3 vel (91 tot 120 g/m
2
)
Maximale
opslaghoeveelheid
(80 g/m
2
)
Dubbelvouwen 5 vel of minder per set: 30 sets of meer
6 tot 10 vel per set: 20 sets of meer
11 tot 16 vel per set: 10 sets of meer.
Zadelsteek 5 vel of minder per set: 30 sets of meer
6 tot 10 vel per set: 20 sets of meer
11 tot 16 vel per set: 10 sets of meer.
Driedubbel-
vouwen
1 vel per set: 30 sets of meer
2 tot 5 vel per set: 5 sets of meer.
Mediatypes Dubbelvouwen Normaal, bond, gerecycled, geperforeerd, hoge kwaliteit
Zadelsteek Normaal, gerecycled, geperforeerd
Driedubbel-
vouwen
Normaal, gerecycled, geperforeerd
Item Beschrijving
Max. aantal vellen 10 vellen (Multifunctionele lade)
Lengte papier 210 tot 304,8 mm
Papiergewicht Max. 1220 (48") mm
Papiersoort Papiergewicht: 136 tot 163 g/m
2
Papiersoort: Zwaar 2
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
250 × 374 × 152 mm
Gewicht Ca. 0,352 kg
Opmerking Raadpleeg uw dealer of uw servicevertegenwoordiger voor de aanbevolen papiersoorten.
Bijlage
A-18
Index-1
Index
A
Afdrukken ....................................................................... 2-1
B
Bedieningspaneel .................................................. 1-2, 1-5
Berichtenscherm
Online help-berichten
............................................ 5-20
Statusinformatie .................................................... 2-39
Bijlage ............................................................................ A-1
C
Cassette
Papier plaatsen ..................................................... 2-23
Cassette 1
...................................................................... 1-2
Cassette 2 ...................................................................... 1-2
Cassette 3 t/m 7 ............................................................. 1-4
Cassette 5 (optioneel)
Papierstoringen
..................................................... 5-42
Cassette 6,7 (optioneel)
Papierstoringen
..................................................... 5-44
D
Dagelijks onderhoud
Tonerafvalbak vervangen 4-5
Nietjes vervangen
.................................................... 4-8
Perforatorafvalbak leegmaken (optioneel)
............ 4-13
Tonercontainer vervangen ...................................... 4-2
Documentfinisher ............................................................ 1-4
Duplexeenheid
.............................................................. 5-30
Duplexeenheid en cassette 1 ....................................... 5-31
E
Een afdruktaak annuleren ............................................ 2-42
Energy Star-programma
................................................... ix
Etiketten ......................................................................... A-9
F
Finisher voor 1000 vel
Nietstoring ............................................................. 5-48
Finisher voor 4000 vel
Nietstoring
............................................................. 5-49
Finisher voor 4000 vel (optioneel)
Papierstoringen
..................................................... 5-35
Foutmeldingen
................................................................ 5-6
H
Hendel rechterklep 1 ...................................................... 1-2
Hendel rechterklep 2
...................................................... 1-2
Hendel rechterklep 3 ...................................................... 1-2
Hendels ................................................................. 1-2, 1-3
Het printerstuurprogramma installeren
........................... 2-8
Windows .................................................................. 2-9
Hoofdlade
....................................................................... 1-2
Hoofdschakelaar ............................................................. 1-2
I
Indicator
Gegevens
.............................................................. 2-40
Gereed .................................................................. 2-40
Opgelet
.................................................................. 2-40
Installeren
Macintosh .............................................................. 2-11
Instellingen cassette (1 tot 4)
Afdrukformaat
........................................................ 2-32
Mediatype .............................................................. 2-33
Instelmechanisme voor papierbreedte
........................... 1-2
M
Mailbox ........................................................................... 1-4
MF (multifunctionele) lade
Mediatype
.............................................................. 2-36
MF- (multifunctionele) lade
Papierformaat
........................................................ 2-35
Middenvouweenheid (optioneel)
Papierstoringen ..................................................... 5-40
Multifunctionele (MF-) lade
Papierformaat en media
........................................ 2-34
Multifunctionele lade ....................................................... 1-2
N
Netwerkinstellingen ........................................................ 2-2
Netwerkinterface-connector ............................................ 1-3
Nietjes vervangen
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
........................... 4-8
Finisher voor 4000 vel (optioneel) ......................... 4-10
Nietstoring
Finisher voor 1000 vel
........................................... 5-48
Finisher voor 4000 vel ........................................... 5-49
Nietstoringen
................................................................ 5-48
O
Onderdelen van het apparaat ......................................... 1-1
Onderhoud
...................................................................... 4-1
Online help-berichten
voor het verhelpen van papierstoringen ................ 5-20
Index-2
Ontgrendeling tonercontainer ......................................... 1-3
Ontgrendelingstoets ........................................................ 1-3
Optie
Overzicht
................................................................. A-2
Optionele interface .......................................................... 1-3
P
Papier
Enveloppen plaatsen ............................................... 3-6
formaat en mediatype
................................... 2-31, A-3
geschikt papier
........................................................ A-4
Mediatype ................................................... 2-33, 2-36
Papier in de cassettes plaatsen
............................. 2-23
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
........... 2-29
Papierformaten ........................................... 2-32, 2-35
Speciaal papier
....................................................... A-7
Specificaties
............................................................ A-4
Voordat u het papier plaatst ................................... 2-22
Papierbreedtegeleiders
........................................ 1-2, 2-24
Papiercassette
Mediatype
.............................................................. 2-33
Papierformaat
........................................................ 2-32
Papierinvoer
Mediatype
.............................................................. 2-33
Papierformaat ........................................................ 2-32
Papierlengtegeleider ............................................ 1-2, 2-23
Papierstop
....................................................................... 1-2
Papierstoring
Binnenin rechterklep 1, 3 en 4 ............................... 5-27
Bridge unit (optioneel)
............................................ 5-33
Cassette 1 .............................................................. 5-20
Cassette 2 .............................................................. 5-21
Cassettes 3 en 4
.................................................... 5-22
Locaties ................................................................. 5-17
Multifunctionele lade .............................................. 5-26
Papierstoringen
............................................................. 5-17
Bericht
.................................................................... 5-17
Cassette 5 (optioneel)
............................................ 5-42
Cassette 6,7 (optioneel)
......................................... 5-44
Finisher voor 4000 vel (optioneel)
......................... 5-35
Middenvouweenheid (optioneel)
............................ 5-40
Perforatorafvalbak leegmaken (optioneel)
Finisher voor 1000 vel (optioneel)
......................... 4-13
Finisher voor 4000 vel (optioneel)
......................... 4-14
Printerstuurprogramma
................................................... 2-8
Windows .................................................................. 2-9
Problemen met de
afdrukkwaliteit
.......................................................... 5-3
Problemen met de afdrukkwaliteit
problemen oplossen ................................................ 5-3
Problemen oplossen
....................................................... 5-1
problemen met de afdrukkwaliteit
............................ 5-3
R
Rechterklep 1 .................................................................. 1-2
Rechterklep 2 .................................................................. 1-2
Rechterklep 3 .................................................................. 1-2
Reinigen
Glasplaatklep/glasplaat
......................................... 4-15
Scheider ................................................................ 4-15
Sleufglas
............................................................... 4-15
Transferrol ............................................................ 4-16
Documentprocessor ................................................ 5-3
Reinigingsborstel
........................................................... 1-3
Resolutie ...................................................................... A-12
S
Scheider
Reinigen
................................................................ 4-15
Selectiemenu Modus ................................................... 2-47
Sleuf voor USB-geheugen (A1)
..................................... 1-2
Sleufglas
Reinigen
................................................................ 4-15
Specificaties
................................................................. A-11
Algemene functies
................................................ A-11
Bannerlade ........................................................... A-17
Extra grote papierinvoer
....................................... A-13
Extra grote zij-invoer (500, 1500 vel x 2)
.............. A-14
Finisher voor 1000 vel .......................................... A-15
Finisher voor 4000 vel
.......................................... A-15
Mailbox ................................................................. A-16
Middenvouweenheid
............................................. A-17
Papierinvoer .......................................................... A-13
Perforator .............................................................. A-16
Zij-invoer (3000 vel)
.............................................. A-14
Zij-invoer (500 vel x 3) .......................................... A-13
Symbolen ....................................................................... 1-4
T
Takenscheider ............................................................... 1-2
Toets
[Linkerkeuzetoets]
................................................. 2-44
[Rechterkeuzetoets]
.............................................. 2-44
Cijfertoetsen
.......................................................... 2-43
Pijltjestoetsen
........................................................ 2-43
Toets [Documentbox]
............................................ 2-43
Toets [Menu]
......................................................... 2-42
Toets [OK]
............................................................. 2-43
Toets [Terug] ........................................................ 2-42
Toets [Wissen]
...................................................... 2-43
Tonerafvalbak
................................................................ 1-3
Tonerafvallade ............................................................... 1-3
Tonercontainer (Black) ................................................... 1-3
Tonercontainer (Cyan)
................................................... 1-3
Tonercontainer (Magenta) ............................................. 1-3
Tonercontainer (Yellow) ................................................. 1-3
Transferrol
Reinigen
................................................................ 4-16
U
USB-interface-connector (B1) ........................................ 1-3
USB-poort (A2)
.............................................................. 1-3
Index-3
V
Vergrendeling (papierbreedtegeleider) ........................... 1-2
Verlengstuk van de multifunctionele lade ....................... 1-2
Voorklep ......................................................................... 1-2
Index-4
TA Triumph-Adler GmbH, Ohechaussee 235, 22848 Norderstedt, Germany
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178

TA Triumph-Adler P-C4580DN de handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor