DeWalt DCD732 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
2
Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 3
Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 17
English (original instructions) 33
Español (traducido de las instrucciones originales) 46
Français (traduction de la notice d’instructions originale) 61
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 76
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 91
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 106
Português (traduzido das instruções originais) 119
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 134
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 147
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 161
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 176
Copyright DEWALT
NEDERLANDS
91
KOOLBORSTELLOOS ACCU COMPACT 13 mm (1/2")
BOOR/SCHROEF, DCD732, DCD790
KOOLBORSTELLOOS ACCU COMPACT 13 mm (1/2")
BOOR/SCHROEF/KLOPBOOR, DCD737, DCD795
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en
innovatie maken DEWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel
gereedschap.
Technische gegevens
DCD732 DCD737 DCD790 DCD795
Spanning V
DC
14,4 14,4 18 18
Type 1 1 1 1
Accutype Li-Ion Li-Ion Li-Ion Li-Ion
Uitgangsvermogen W 310 310 360 360
Snelheid zonder druk
1e versnelling min
-1
0–550 0–550 0–600 0–600
2e versnelling min
-1
0–2000 0–2000 0–2000 0–2000
Slagsnelheid
1e versnelling min
-1
0–9 500 0–10 200
2e versnelling min
-1
0–33 200 0–34 000
Max. aanhaalmoment (hard/zacht) Nm 57/19 57/19 60/23 60/23
Capaciteit boorhouder mm 1,5–13,0 1,5–13,0 1,5–13,0 1,5–13,0
Maximale boorcapaciteit
Hout mm 38 38 38 38
Metaal mm 13 13 13 13
Metselwerk mm 13 13
Gewicht (zonder accu) kg 1,20 1,27 1,20 1,27
L
PA
(geluidsdruk) dB(A) 76 90 76 90
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk) dB(A) 3 3 3 3
L
WA
(akoestisch vermogen) dB(A) 87 101 87 101
K
WA
(onzekerheid akoestisch vermogen) dB(A) 3 3 3 3
Vibratie totaalwaarden (triax vectorsom) vastgesteld in overeenstemming met EN 60745:
Vibratie-uitstootwaarde a
h
Boren in metaal
a
h,D
=
m/s²
2,8 3,3 2,8 3,3
Onzekerheid K = m/s²
1,5 1,5 1,5 1,5
Vibratie-uitstootwaarde a
h
Boren in cement
a
h,ID
=
m/s²
– 23 23
Onzekerheid K = m/s²
– 1,5 1,5
NEDERLANDS
92
Vibratie-emissiewaarde a
h
Schroeven draaien
a
h
= m/s²
< 2,5 2,6 < 2,5 2,6
Onzekerheid K = m/s²
1,5 1,5 1,5 1,5
Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad
wordt gegeven, is gemeten in overeenstemming met
een gestandaardiseerde test volgens EN 60745 en
kan worden gebruikt om het ene gereedschap met
het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt
voor een eerste inschatting van blootstelling.
WAARSCHUWING: Het verklaarde
vibratie-emissieniveau geldt voor
de hoofdtoepassingen van het
gereedschap. Als het gereedschap
echter voor andere toepassingen
wordt gebruikt, dan wel met
andere accessoires of slecht wordt
onderhouden, kan de vibratie-
emissie verschillen. Dit kan het
blootstellingniveau aanzienlijk verhogen
gedurende de totale arbeidsduur.
Een inschatting van het
blootstellingniveau aan vibratie dient
ook te worden overwogen wanneer het
gereedschap wordt uitgeschakeld of als
het aan staat maar geen daadwerkelijke
werkzaamheden uitvoert. Dit kan
het blootstellingniveau aanzienlijk
verminderen gedurende de totale
arbeidsduur.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen
op om de operator te beschermen
tegen de effecten van vibratie, zoals:
onderhoud het gereedschap en de
accessoires, houd de handen warm,
organisatie van werkpatronen.
Accu DCB140 DCB141 DCB142 DCB143 DCB144
Accutype Li-Ion Li-Ion Li-Ion Li-Ion Li-Ion
Spanning V
DC
14,4 14,4 14,4 14,4 14,4
Capaciteit A
h
3,0 1,5 4,0 2,0 5,0
Gewicht kg 0,53 0,30 0,54 0,30 0,52
Accu DCB180 DCB181 DCB182 DCB183 DCB184
Accutype Li-Ion Li-Ion Li-Ion Li-Ion Li-Ion
Spanning V
DC
18 18 18 18 18
Capaciteit A
h
3,0 1,5 4,0 2,0 5,0
Gewicht kg 0,64 0,35 0,61 0,40 0,62
Lader DCB105
Netspanning V
AC
230 V
Accutype Li-Ion
Geschatte laadtijd min 30 40 55 70 90
(1,5 Ah accusets) (2,0 Ah accusets) (3,0 Ah accusets) (4,0 Ah accusets) (5,0 Ah accusets)
Gewicht kg 0,49
Zekeringen
Europa 230 V gereedschappen 10 Ampère, hoofdstroom
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven het
veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees
de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let
op deze symbolen.
GEVAAR: Geeft een dreigend
gevaar aan dat, indien dit niet wordt
voorkomen, leidt tot de dood of
ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk
gevaar aan dat, indien dit niet wordt
voorkomen, kan leiden tot de dood of
ernstig letsel.
NEDERLANDS
93
VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, indien dit niet
wordt voorkomen, zou kunnen leiden
tot gering of matig letsel.
OPMERKING: Geeft een handeling
aan waarbij geen persoonlijk letsel
optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan
veroorzaken.
Wijst op het gevaar voor elektrische
schok.
Wijst op brandgevaar.
EG verklaring van overeenstemming
RICHTLIJN VOOR MACHINES
COMPACTE BOOR/SCHROEVENDRAAIER/HAMERBOOR
DCD732, DCD737, DCD790, DCD795
DEWALT verklaart dat deze producten zoals
beschreven onder Technische gegevens in
overeenstemming zijn met:
2006/42/EG; EN 60745-1; EN 60745-2-1;
EN 60745-2-2.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer
informatie contact op met D
EWALT via het
volgende adres of kijk op de achterzijde van de
gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de
samenstelling van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens D
EWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
08.03.2013
WAARSCHUWING: Lees de
instructiehandleiding om het risico op
letsel te verminderen.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle
instructies. Het niet opvolgen van de
waarschuwingen en instructies kan
leiden tot een elektrische schok, brand
en/of ernstig persoonlijk letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES
ALS TOEKOMSTIG REFERENTIEMATERIAAL
De term „elektrisch gereedschap“ in de
waarschuwingen verwijst naar uw (met een
snoer) op de netspanning aangesloten elektrische
gereedschap of naar (draadloos) elektrisch
gereedschap met een accu.
1) VEILIGHEID WERKPLAATS
a) Houd het werkgebied schoon en goed
verlicht. Rommelige of donkere gebieden
zorgen voor ongelukken.
b) Bedien elektrische gereedschappen niet
in een explosieve omgeving, zoals in de
nabijheid van ontvlambare vloeistoffen,
gassen of stof. Elektrische gereedschappen
veroorzaken vonken die het stof of de
dampen kunnen doen ontbranden.
c) Houd kinderen en omstanders op
een afstand terwijl u een elektrisch
gereedschap bedient. Als u wordt afgeleid
kunt u de controle over het gereedschap
verliezen.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrisch gereedschap
moeten in het stopcontact passen. Pas
de stekker nooit op enige manier aan.
Gebruik geen adapterstekkers samen
met geaard elektrisch gereedschap.
Niet aangepaste stekkers en passende
contactdozen verminderen het risico op een
elektrische schok.
b) Vermijd lichamelijk contact met geaarde
oppervlaktes zoals buizen, radiatoren,
fornuizen en ijskasten. Er bestaat een
verhoogd risico op een elektrische schok als
uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrisch gereedschap niet bloot
aan regen of natte omstandigheden.
Als er water in een elektrisch gereedschap
terecht komt, verhoogt dit het risico op een
elektrische schok.
d) Behandel het stroomsnoer voorzichtig.
Gebruik het stroomsnoer nooit om het
elektrische gereedschap te dragen of te
trekken, of de stekker uit het stopcontact
NEDERLANDS
94
te halen. Houd het snoer uit de buurt
van warmte, olie, scherpe randen, of
bewegende onderdelen. Beschadigde
snoeren of snoeren die in de war zijn
verhogen het risico op een elektrische schok.
e) Als u een elektrisch gereedschap
buitenshuis gebruikt, gebruikt u een
verlengsnoer dat geschikt is voor
gebruik buitenshuis. Het gebruik van een
verlengsnoer dat geschikt is voor buitenshuis,
vermindert het risico op een elektrische
schok.
f) Als het gebruik van een elektrisch
gereedschap op een vochtige locatie
onvermijdelijk is, gebruikt u een
stroomvoorziening die beveiligd is met
een aardlekschakelaar. Het gebruik van een
aardlekschakelaar vermindert het risico op
een elektrische schok.
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw
gezonde verstand als u een elektrisch
gereedschap bedient. Gebruik het
gereedschap niet als u vermoeid bent
of onder de invloed van drugs, alcohol
of medicatie bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het bedienen van
elektrische gereedschappen kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming.
Beschermende uitrusting zoals een
stofmasker, antislip veiligheidsschoenen,
een helm, of gehoorbescherming gebruikt in
de juiste omstandigheden zal het risico op
persoonlijk letsel verminderen.
c) Vermijd onbedoeld starten. Zorg ervoor
dat de schakelaar in de ‚off‘ (uit) stand
staat voordat u het gereedschap aansluit
op de stroombron en/of accu, het
oppakt of ronddraagt. Het ronddragen
van elektrische gereedschappen met uw
vinger op de schakelaar of het aanzetten
van elektrische gereedschappen waarvan de
schakelaar aan staat, zorgt voor ongelukken.
d) Verwijder alle stelsleutels of moersleutels
voordat u het elektrische gereedschap
aan zet. Een moersleutel of stelsleutel die
in een ronddraaiend onderdeel van het
elektrische gereedschap is achtergelaten kan
leiden tot persoonlijk letsel.
e) Rek u niet te ver uit. Blijf altijd stevig en
in balans op de grond staan. Dit zorgt
voor betere controle van het elektrische
gereedschap in onverwachte situaties.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
loszittende kleding of sieraden. Houd
uw haar, kleding en handschoenen uit
de buurt van bewegende onderdelen.
Loszittende kleding, sieraden of lang haar
kunnen door bewegende delen worden
gegrepen.
g) Als er in apparaten wordt voorzien voor
het aansluiten van stofverwijdering- of
verzamelapparatuur, zorg er dan voor
dat deze correct worden aangesloten
en gebruikt. Het gebruik van een
stofverzamelaar kan aan stof gerelateerde
gevaren verminderen.
4) GEBRUIK EN VERZORGING VAN ELEKTRISCH
GEREEDSCHAP
a) Forceer het gereedschap niet. Gebruik
het juiste elektrische gereedschap voor
uw toepassing. Het juiste elektrische
gereedschap voert de werkzaamheden beter
en veiliger uit waarvoor het is ontworpen.
b) Gebruik het gereedschap niet als de
schakelaar het niet aan en uit kan
zetten. Ieder gereedschap dat niet met de
schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk
en moet worden gerepareerd.
c) Haal de stekker uit het stopcontact en/
of neem de accu uit het gereedschap
voordat u aanpassingen uitvoert,
accessoires verwisselt, of het elektrische
gereedschap opbergt. Dergelijke
preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
gereedschap per ongeluk opstart.
d) Bewaar gereedschap dat niet wordt
gebruikt buiten het bereik van kinderen en
laat niet toe dat personen die onbekend
zijn met het elektrische gereedschap
of deze instructies het gereedschap
bedienen. Elektrische gereedschappen
zijn gevaarlijk in handen van ongetrainde
gebruikers.
e) Onderhoud elektrische gereedschappen.
Controleer op verkeerde uitlijning en
het grijpen van bewegende onderdelen,
breuk van onderdelen en andere
omstandigheden die de werking van het
gereedschap nadelig kunnen beïnvloeden.
Zorg dat het gereedschap voor gebruik
wordt gerepareerd als het beschadigd is.
Veel ongelukken worden veroorzaakt door
slecht onderhouden gereedschap.
f) Houd snijdgereedschap scherp
en schoon. Correct onderhouden
snijdgereedschappen met scherpe
snijdranden lopen minder snel vast en zijn
gemakkelijker te beheersen.
g) Gebruik het elektrische gereedschap, de
accessoires en gereedschapsonderdelen
NEDERLANDS
95
enz. in overeenstemming met deze
instructies, waarbij u rekening houdt
met de werkomstandigheden en de
werkzaamheden die dienen te worden
uitgevoerd. Gebruik van het elektrische
gereedschap voor werkzaamheden die
anders zijn dan het bedoelde gebruik, kunnen
leiden tot een gevaarlijke situatie.
5) GEBRUIK EN VERZORGING VAN GEREEDSCHAP
OP ACCU
a) Gebruik alleen de lader die door de
fabrikant wordt opgegeven. Een lader die
geschikt is voor één accutype, kan een risico
op brand veroorzaken indien gebruikt met
een andere accu.
b) Gebruik elektrische gereedschappen
uitsluitend met speciaal omschreven
accu’s. Gebruik van andere accu’s kan leiden
tot letsel en brandgevaar.
c) Als de accu niet in gebruik is, dient u
deze uit de buurt te houden van andere
metalen voorwerpen zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding van het ene contactpunt
met het andere kunnen maken. Het
kortsluiten van de accucontactpunten samen
kan brandwonden of brand veroorzaken.
d) Als het gereedschap te zwaar wordt
belast, kan er vloeistof uit de accu
lekken; vermijd contact hiermee. Als u
per ongeluk hier toch mee in contact
komt, spoelt u met water. Als de vloeistof
in contact met de ogen komt, dient u
daarnaast medische hulp in te roepen.
Vloeistof afkomstig uit de accu kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) SERVICE
a) Zorg dat u gereedschap wordt
onderhouden door een erkende
reparateur die uitsluitend identieke
vervangende onderdelen gebruikt. Dit
zorgt ervoor dat de veiligheid van het
gereedschap blijft gegarandeerd.
Aanvullende Specifi eke
Veiligheidsregels voor
Boormachines/Schroevendraaiers/
Hamerboren
Draag oorbescherming als u de boorhamer
gebruikt. Blootstelling aan lawaai kan
gehoorverlies veroorzaken.
Gebruik de hulphandgre(e)p(en) als die bij
het gereedschap worden geleverd. Verlies
van controle kan leiden tot persoonlijk letsel.
Houd het gereedschap alleen vast aan
geïsoleerde oppervlakken als u een
handeling uitvoert waarbij het accessoire
van het zaaggereedschap in contact
kan komen met verborgen bedrading.
Accessoires van zaaggereedschap die in
contact komen met bedrading die onder
stroom staat, kunnen metalen onderdelen van
het gereedschap onder stroom zetten en de
gebruiker een elektrische schok geven.
Zet het werkstuk met klemmen of op
een andere praktische manier vast en
ondersteun het op een stabiele ondergrond.
Wanneer u het werkstuk vasthoudt met de
hand of tegen uw lichaam gedrukt houdt, is het
instabiel en kunt u de controle verliezen.
Draag een veiligheidsbril of andere
bescherming van uw ogen. Tijdens het
werken met de boor of hamerboor kunnen
er kleine stukjes materiaal in het rond vliegen.
Vliegende deeltjes kunnen permanente
beschadiging van de ogen veroorzaken.
Accessoires en het gereedschap kunnen
tijdens het werken heet worden. Draag
wanneer u ze hanteert handschoenen als u
toepassingen uitvoert waarbij warmte vrijkomt,
zoals werken met de hamerboor en het boren in
metaal.
Werk niet lang achtereen met dit
gereedschap. Trilling die wordt veroorzaakt
door de slagboorwerking van het gereedschap
kunnen schadelijk zijn voor uw handen en
armen. Draag handschoenen zodat de trillingen
worden opgevangen en beperk de blootstelling
door regelmatig rustperioden in te lassen.
Ventilatieopeningen bedekken vaak
bewegende onderdelen en kunnen beter
niet worden aangeraakt. Loszittende kleding,
sieraden of lang haar kunnen door bewegende
delen worden gegrepen.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van
boren:
Letsel als gevolg van het aanraken van
ronddraaiende onderdelen of hete onderdelen
van het gereedschap.
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige
risico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
Gehoorbeschadiging.
Het risico om uw vingers te beknellen als u
accessoires verwisselt.
NEDERLANDS
96
Gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het
inademen van stof dat vrijkomt als u met hout
werkt.
Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende
deeltjes.
Risico op persoonlijk letsel als gevolg van
langdurig gebruik.
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het
gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
POSITIE DATUMCODE
De datumcode, die ook het jaar van fabricage
bevat, staat afgedrukt in de behuizing die het
verbindingsstuk tussen het gereedschap en de accu
vormt.
Voorbeeld:
2014 XX XX
Jaar van fabricage
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding
bevat belangrijke instructies voor de veiligheid en
voor de bediening van de DCB105-acculader.
Lees voordat u de lader gebruikt, alle instructies
en aanwijzingen voor de veiligheid op de lader,
de accu en het product dat de accu gebruikt.
WAARSCHUWING: Gevaar voor
elektrische schok. Laat geen vloeistof in
de lader dringen. Dit zou kunnen leiden
tot een elektrische schok.
VOORZICHTIG: Gevaar voor
brandwonden. Beperk het risico van
letsel, laad alleen oplaadbare accu’s op
van het merk DEWALT. Andere typen
batterijen kunnen te heet worden en
barsten wat leidt tot persoonlijk letsel en
materiële schade. Laad geen
niet-oplaadbare batterijen op.
VOORZICHTIG: Houd toezicht op
kinderen zodat zij niet met het apparaat
kunnen spelen.
OPMERKING: Onder bepaalde
omstandigheden kan er kortsluiting
in de lader ontstaan door vreemde
materialen, wanneer de stekker van
de lader in het stopcontact zit. Houd
vreemde materialen die geleidende
eigenschappen hebben, zoals, maar
niet uitsluitend, slijpstof, metaalsnippers,
staalwol, aluminiumfolie of een
ophoping van metaaldeeltjes, weg uit
de uitsparingen in de lader. Trek altijd
de stekker uit het stopcontact wanneer
er geen accu in de lader zit. Trek de
stekker van de lader uit het stopcontact
voordat u de lader gaat reinigen.
Probeer NIET de accu op te laden met
andere laders dan die in deze handleiding
worden beschreven. De lader en de accu zijn
speciaal voor elkaar ontworpen.
Deze laders zijn niet bedoeld voor een
andere toepassing dan het opladen van
oplaadbare accu’s van D
EWALT. Andere
toepassingen kunnen leiden tot het gevaar van
brand, elektrische schok of elektrocutie.
Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
U kunt beter niet aan het snoer trekken
wanneer u de stekker van de lader uit het
stopcontact trekt. Er is dan minder risico
op beschadiging van het snoer en van de
stekker.
Het is belangrijk dat u het snoer zo plaatst
dat niemand erop kan stappen of erover kan
struikelen, en het snoer niet op een andere
manier kan beschadigen of onder spanning
kan komen te staan.
Gebruik alleen een verlengsnoer als het er
werkelijk niet anders kan. Gebruik van een
ongeschikt verlengsnoer kan het risico van
brand, elektrische schok of elektrocutie tot
gevolg hebben.
Zorg, wanneer u buiten met de lader werkt,
altijd voor een droge locatie en gebruik een
verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik
buitenshuis. Het gebruik van een verlengsnoer
dat geschikt is voor buitenshuis, vermindert het
risico van een elektrische schok.
Blokkeer de ventilatiesleuven van de lader
niet. De ventilatiesleuven bevinden zich
bovenop en opzij van de lader. Plaats de
lader niet in de buurt van een warmtebron.
Gebruik de lader niet met een beschadigd
snoer of een beschadigde stekker — laat
deze onmiddellijk vervangen.
Gebruik de lader niet als er hard op is
geslagen, als de lader is gevallen of op een
andere manier beschadigd is. Breng de lader
naar een erkend servicecentrum.
NEDERLANDS
97
Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader
naar een erkend servicecentrum wanneer
service of reparatie nodig is. Onjuiste
montage kan leiden tot het risico van een
elektrische schok, elektrocutie of brand.
Als het netsnoer is beschadigd, moet het
onmiddellijk worden vervangen door de
fabrikant, een servicemonteur van de fabrikant
of een dergelijk vakbekwaam persoon, zodat
risico is uitgesloten.
Trek de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u de lader gaat
schoonmaken. Er is dan minder risico van
een elektrische schok. Het risico is niet minder
wanneer u de accu verwijderd.
Probeer NOOIT 2 laders op elkaar aan te
sluiten.
De lader is ontworpen voor de 230V
stroomvoorziening van een woning. Probeer
de lader niet te gebruiken op een andere
spanning. Dit geldt niet voor de 12V-lader.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
De DCB105 lader is geschikt voor Li-Ion-accu’s
van 10,8 V, 14,4 V en 18 V (DCB121, DCB123,
DCB125, DCB127, DCB140, DCB141, DCB142,
DCB143, DCB144, DCB180, DCB181, DCB182,
DCB183 en DCB184).
Deze lader hoeft niet te worden afgeregeld en is zo
ontworpen dat hij zeer gemakkelijk in het gebruik is.
Oplaadprocedure [afb. (fi g.) 2]
1. Steek de lader in een geschikt
230 V-stopcontact voordat u de accu plaats.
2. Plaats de accu (j) in de lader, en let er daarbij op
dat de accu geheel in de lader komt te zitten.
Het rode lampje (opladen) knippert voortdurend
en dat duidt erop dat het laadproces is gestart.
3. Het voltooien van het opladen wordt
aangegeven doordat het rode lampje continu
AAN blijft. De accu is volledig opgeladen en kan
nu worden gebruikt of in de acculader worden
gelaten.
OPMERKING: U kunt maximale prestaties en
levensduur van Li-Ion-accu’s garanderen door de
accu’s volledig op te laden voordat u deze voor het
eerst in gebruik neemt.
WAARSCHUWING: Brandgevaar.
Laad batterijen niet op in de
gereedschapskist. Laad alle
batterijen op op enige afstand van de
gereedschapskist.
Oplaadproces
Zie voor de oplaadstatus van de accu de
onderstaande tabel.
Oplaadstatus
bezig met opladen –– –– –– ––
volledig opgeladen –––––––––––––––––––––
hete/koude
accuvertraging –– • –– • –– • –– •
x
probleem met
accu of lader • • • • • • • • • • • • • •
probleem
elektriciteitssnoer •• •• •• •• •• •• ••
Deze lader laadt een kapotte accu niet op. Het
lampje zal niet of onregelmatig gaan branden en de
lader geeft daarmee aan dat de accu kapot is.
OPMERKING: Dit kan ook betekenen dat er iets
mis is met de lader.
Als de lader laat zien dat er een probleem is, laat de
lader en de accu dan testen door een geautoriseerd
servicecentrum.
Hete/koude accuvertraging
Als de oplader detecteert dat een accu te heet of
te koud is, begint deze automatisch met een hete/
koude accuvertraging, waarbij het opladen wordt
uitgesteld totdat de accu een geschikte temperatuur
heeft bereikt. De oplader schakelt vervolgens
automatisch naar de oplaadmodus voor de accu.
Deze functionaliteit verzekert u van maximale
levensduur van de accu.
XR Li-Ion-gereedschap is ontworpen met een
Elektronisch Beveiligingssysteem dat ervoor zorgt
dat de accu niet te veel wordt geladen, niet te heet
wordt of te veel wordt ontladen.
Het gereedschap schakelt automatisch uit als het
elektronische beschermingssysteem in werking
treedt. Als dit gebeurt, plaatst u de Li-Ion accu in de
lader totdat deze volledig is opgeladen.
Een koude accu zal half zo snel opladen als een
warme accu. De accu zal minder snel opladen
gedurende de gehele laadcyclus en zal niet op
maximumsnelheid gaan opladen, ook niet als de
accu warmer wordt.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle accu’s
Als u vervangende accu’s bestelt, zorg er dan voor
dat u het catalogusnummer en voltage vermeldt.
Als u de accu uit de verpakking haalt is hij niet
geheel opgeladen. Lees, voordat u de accu en de
lader in gebruik neemt, de onderstaande instructies
NEDERLANDS
98
voor een veilig gebruik en volg vervolgens de
vermelde laadprocedures.
LEES ALLE INSTRUCTIES
Laad de accu niet op en gebruik deze niet
in een explosieve omgeving, zoals in de
nabijheid van ontvlambare vloeistoffen,
gassen of stof. Wanneer u de accu plaatst in of
verwijdert uit de lader kan het stof of de damp
door een vonk vlamvatten.
Gebruik nooit geweld bij het plaatsen van
de accu in de lader. Wijzig de accu op geen
enkele manier als deze niet past in een lader
die niet geschikt is, omdat de accu kan
openbarsten waardoor ernstig persoonlijk
letsel kan ontstaan.
Laad de accu’s alleen op in de daarvoor
bestemde D
EWALT laders.
• Spat NIET met water en dompel de accu niet
onder in water of andere vloeistoffen.
Gebruik of bewaar het gereedschap en de
accu niet op plaatsen waar de temperatuur
40˚C of meer kan bereiken (bijvoorbeeld in
een schuurtje of een metalen loods in de
zomer).
Voor het beste resultaat is het belangrijk dat u
de accu vóór ingebruikname volledig oplaadt.
WAARSCHUWING: Probeer nooit
om welke reden dan ook de accu te
openen. Als de behuizing van de accu
is gescheurd of beschadigd, zet de
accu dan niet in de lader. Klem een
accu niet vast, laat een accu niet vallen,
beschadig een accu niet. Gebruik een
accu of lader waar hard op is geslagen,
die is gevallen, waar overheen is
gereden of die op welke manier dan
ook is beschadigd (dat wil zeggen,
doorboord met een spijker, geraakt
met een hamer, vertrapt) niet. Een
elektrische schok of elektrocutie kan het
gevolg zijn. Breng beschadigde accu’s
terug naar het servicecentrum zodat ze
kunnen worden gerecycled.
VOORZICHTIG: Plaats het
gereedschap als het niet in gebruik
is op de zijkant op een stabiele
ondergrond waar er niet overheen
kan worden gestruikeld of het zelf
kan vallen. Sommige gereedschappen
met grote accu‘s staan rechtop op de
accu maar kunnen gemakkelijk worden
omgestoten.
SPECIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM ION
(Li-Ion)
Verbrand de accu niet, zelfs niet als deze
ernstig beschadigd is of volledig verbruikt.
De accu kan in vuur exploderen. Als lithium ion
accu‘s worden verbrand, komen giftige dampen
en materialen vrij.
Als de inhoud van de accu in contact met
de huid komt, wast u dit onmiddellijk af met
water en een milde zeep. Als accuvloeistof in
de ogen komt spoelt u 15 minuten met water
in het geopende oog, of totdat de irritatie stopt.
Als medische hulp nodig is dient u te vermelden
dat de accuelektrolyt is samengesteld uit een
mengsel van vloeibare organische carbonaten
en lithiumzouten.
De inhoud van geopende accucellen kan
irritatie aan de luchtwegen veroorzaken.
Zorg voor frisse lucht. Zoek als de symptomen
aanhouden medische hulp.
WAARSCHUWING: Gevaar voor
brandwonden. Accuvloeistof kan
ontvlambaar zijn als deze aan een vonk
of vlam wordt blootgesteld.
Accu
ACCUTYPE
De DCD732 en de DCD737 werken op
14,4 V-accu’s.
De DCD790 en de DCD795 werken op 18 V-accu’s.
De accu’s van het type DCB140, DCB141,
DCB142, DCB143, DCB144, DCB180, DCB181,
DCB182, DCB183 of DCB184 kunnen worden
gebruikt. Raadpleeg Technische Gegevens voor
meer informatie.
Aanbevelingen voor opslag
1. De beste plaats om het apparaat op te bergen
is koel en droog, uit direct zonlicht en niet
in overmatige hitte of koude. Voor optimale
accuprestaties en levensduur bergt u accu’s op
bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik
zijn.
2. Wanneer u de accu lange tijd opbergt, kunt u
deze voor optimale resultaten het beste volledig
opgeladen opslaan op een koele, droge plaats
buiten de lader.
OPMERKING: Accu’s kunnen beter niet volledig
ontladen worden opgeslagen. De accu moet voor
gebruik weer worden opgeladen.
NEDERLANDS
99
Labels op de oplader en accu
In aanvulling op de pictogrammen in deze
handleiding laten de labels op de oplader en de
accu de volgende pictogrammen zien:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Zie Technische gegevens voor de
oplaadtijd.
100%
Accu bezig met opladen.
100%
Accu opgeladen.
Accu defect.
Hete/koude accuvertraging.
Niet doorboren met geleidende
voorwerpen.
Laad geen beschadigde accu‘s op.
Niet blootstellen aan water.
Zorg dat defecte snoeren onmiddellijk
worden vervangen.
Uitsluitend opladen tussen 4 ˚C en 40 ˚C.
Alleen voor gebruik binnenshuis.
Bied de accu als chemisch afval aan en
houd rekening met het milieu.
Laad DEWALT-accu’s alleen op met de
aangewezen DEWALT-laders. Wanneer
u andere accu’s dan de aangewezen
DEWALT-accu’s oplaadt met een
DEWALT-lader dan kunnen deze barsten
of kan dit leiden tot andere gevaarlijke
situaties.
Gooi de accu niet in het vuur.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Boor/schroefmachine of 1 boor/
schroefmachine/hamerboor
1 Lader
2 Li-Ion accu’s (M2, L2, C2, P2 modellen)
3 Li-Ion accu’s (M3, L3, C3, P3 modellen)
1 Li-Ion accu (M1, L1, C1, P1 modellen)
1 Gereedschapskoffer
1 Gebruiksaanwijzing
1 Uitvergrote tekening
OPMERKING: Bij de N-modellen worden geen
accu’s, laders en gereedschapskoffers geleverd.
Controleer of het gereedschap, de onderdelen
of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens
het transport.
Neem de tijd om deze handleiding grondig door
te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur
gebruikt.
Beschrijving (afb. 1, 2)
WAARSCHUWING: Pas het
gereedschap of een onderdeel ervan
nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk
letsel tot gevolg hebben.
a. Aan/uit-schakelaar
b. Vooruit/achteruit-regelknop
c. Stelkraag voor aanhaalmoment
d. Versnellingswissel
e. Werklicht
f. Sleutelloze boorkop
g. Riemhaak
h. Montageschroef
i. Bithouder
j. Accu
k. Accu-ontgrendelknop
l. Accumeter-knop
GEBRUIKSDOEL
Deze boren/drillen/klopboren zijn ontworpen voor
toepassingen van professioneel boren, klopboren, en
schroeven draaien.
GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of
in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen.
Deze klop- en hamerboren zijn professionele
elektrische gereedschappen.
NEDERLANDS
100
LAAT GEEN kinderen in contact met het
gereedschap komen. Toezicht is vereist als
onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen.
Dit product is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) die verminderde
fysieke, sensorische of psychische vermogens
hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/
of kennis of bekwaamheden, als dat niet
gebeurt onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
mogen nooit alleen worden gelaten met dit
product zodat ze ermee zouden kunnen spelen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage
ontworpen. Controleer altijd of het voltage van
de accu overeenkomt met het voltage op het
typeplaatje. Zorg er ook voor dat het voltage
van uw oplader overeenkomt met dat van uw
stroomvoorziening.
Uw DEWALT oplader is dubbel geïsoleerd
in overeenstemming met EN 60335;
daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het
worden vervangen door een speciaal
geprepareerd snoer dat leverbaar is via
het DEWALT servicecentrum.
Een verlengsnoer gebruiken
U dient geen verlengsnoer te gebruiken, tenzij dit
absoluut noodzakelijk is. Gebruik een goedgekeurd
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroominvoer
van uw oplader (zie Technische gegevens). De
minimale geleidergrootte is 1 mm
2
; de maximale
lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd
volledig af te rollen.
ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Verwijder vóór
de montage en aanpassing altijd
de accu. Schakel het gereedschap
altijd uit voordat u de accu plaatst
of verwijdert.
WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend
DEWALT accu’s en opladers.
De accu in het gereedschap zetten
en uit het gereedschap verwijderen
(afb. 2)
OPMERKING: Voor het beste resultaat is het
belangrijk dat u de accu volledig oplaadt.
DE ACCU IN DE HANDGREEP VAN HET GEREEDSCHAP
INSTALLEREN
1. Houd de accu tegenover de rails (j) in de
handgreep van het gereedschap (afb. 2).
2. Schuif de accu in de handgreep totdat de accu
stevig vastzit in het gereedschap en controleer
dat de accu niet los raakt.
DE ACCU UIT HET GEREEDSCHAP HALEN
1. Druk op de accu-ontgrendelknop (k) en trek
de accu stevig uit de handgreep van het
gereedschap.
2. Zet de accu in de lader zoals wordt beschreven
in het ladergedeelte van deze handleiding.
ACCU’S MET VERMOGENMETER (AFB. 2)
Er zijn DEWALT-accu’s met een vermogenmeter en
deze bestaat uit drie groene LED-lampjes die een
aanduiding geven van de hoeveelheid lading die de
accu nog heeft.
U kunt de vermogenmeter activeren door de knop
(l) van de vermogenmeter ingedrukt te houden.
Een combinatie van de drie groene LED-lampjes
gaat branden en dat geeft een aanduiding van de
hoeveelheid lading die de accu nog heeft. Wanneer
de lading in de accu onder het bruikbare niveau ligt,
gaat de vermogenmeter niet branden en moet de
accu worden opgeladen.
OPMERKING: De brandstofmeter geeft slechts
een indicatie van de hoeveelheid lading die de
accu nog heeft. De meter geeft geen aanwijzingen
over de functionaliteit van het gereedschap en
is onderhevig aan schommelingen afhankelijk
van productcomponenten, temperatuur en de
toepassing door de eindgebruiker.
Schakelaar voor variabele snelheid
aan/uit (afb. 1)
U kunt het gereedschap in werking zetten door
de Aan/Uit-schakelaar in te knijpen (a). U kunt
het gereedschap uitschakelen door de Aan/Uit-
schakelaar los te laten. Uw gereedschap is voorzien
van een rem. De boorhouder stopt zodra u de aan/
uit-schakelaar geheel loslaat.
OPMERKING: U kunt het gereedschap beter
niet voortdurend in het variabele snelheidsbereik
gebruiken. Hierdoor kan de schakelaar beschadigd
raken en u kunt het beter vermijden.
Vooruit/Achteruit-regelknop
(afb. 1)
Een vooruit/achteruit-regelknop (b) bepaalt de
draairichting van het gereedschap en doet ook
dienst als vergrendelknop.
NEDERLANDS
101
U selecteert de draairichting vooruit door de
aan/uit-schakelaar los te laten en de vooruit/
achteruit-regelknop aan de rechter zijkant van het
gereedschap in te drukken.
U selecteert de draairichting achteruit door de
vooruit/achteruit-regelknop aan de linkerzijde van
het gereedschap in te drukken.
De middelste stand van de regelknop vergrendelt
het gereedschap in de uit-stand. Wanneer u de
stand van de regelknop wijzigt, is het belangrijk dat
u de aan/uit-knop niet indrukt.
OPMERKING: Wanneer u het gereedschap
de eerste keer gebruikt na het wijzigen van de
draairichting, zult u bij het starten misschien een klik
horen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem.
Stelkraag draaimoment (afb. 1)
Uw gereedschap heeft een verstelbaar
aanhaalmoment-schroevendraaiermechanisme voor
het in- en uitschroeven van een breed scala van
vormen en formaten van bevestigingsmateriaal en
in sommige modellen een hamerboormechanisme
voor het boren in metselwerk. Rond de kraag (c)
staan getallen en het symbool van een boortje
en bij sommige modellen het symbool van een
hamer. Deze getallen worden gebruikt voor het
instellen van de boorkop voor het gevraagde
aanhaalmomentbereik. Hoe hoger het getal op de
kraag, des te hoger is het aanhaalmoment en des
te groter het bevestigingsmateriaal dat kan worden
geschroefd. Draai, als u één van de getallen wilt
selecteren, de kraag tot het getal van uw keuze
tegenover de pijl staat.
OPMERKING: De draaimoment kraag wordt alleen
gebruikt tijdens het schroeven en niet in boor- en
klopboormodus.
Dubbele versnelling (afb. 1)
Met de dubbele versnelling van uw boormachine/
schroefmachine kunt een andere versnelling kiezen
en dat levert meer toepassingsmogelijkheden op.
1. Zet het gereedschap uit en laat het tot stilstand
komen als u snelheid 1 (een hoog koppel) wilt
kiezen. Schuif de versnellingswissel (d) naar
voren (naar de boorkop toe).
2. Zet het gereedschap uit en laat het tot stilstand
komen als u snelheid 2 (een laag koppel)
wilt kiezen. Schuif de versnellingswissel naar
achteren (weg van de boorkop).
OPMERKING: Wissel geen versnellingen wanneer
het gereedschap draait. Laat de boor altijd tot
stilstand komen voordat u de versnelling wisselt.
Als het wisselen van versnelling niet gemakkelijk
verloopt, is het belangrijk dat u controleert dat de
versnellingswissel geheel naar voren of geheel naar
achteren is geduwd.
Werklicht (afb. 1)
Er bevindt zich een werklicht (e) op de voet van het
gereedschap. Het werklicht wordt ingeschakeld
wanneer u de aan/uit-schakelaar indrukt. Wanneer
de Aan/Uit-schakelaar wordt vrijgegeven, blijft het
werklicht tot 20 seconden branden.
OPMERKING: De werklichten zijn bedoeld voor
het verlichten van het directe werkoppervlak en zijn
niet bedoeld om te worden gebruikt zoals u een
zaklantaarn gebruikt.
Sleutelloze Enkelvoudige boorkop
(afb. 7–9)
WAARSCHUWING: Probeer niet
boortjes (of een ander accessoire) vast
te zetten door het voorste gedeelte
van de boorkop vast te grijpen en het
gereedschap in te schakelen. Dit kan
leiden tot beschadiging van de boorkop
en tot persoonlijk letsel. Vergrendel
altijd de Aan/Uit-schakelaar en trek de
stekker uit het stopcontact wanneer u
accessoires wisselt.
WAARSCHUWING: Controleer altijd
dat het bitje goed vastzit voordat u
het gereedschap start. Een los bitje
kan uit het gereedschap schieten en
dat zou dan persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze
boorkop (f) met een roterende mof zodat u de
boorkop met één hand kunt bedienen. Ga als volgt
stapsgewijs te werk als u een boortje of een ander
accessoire wilt inzetten.
1. Zet het gereedschap uit en trek de stekker uit
het stopcontact.
2. Pak de zwarte mof van de boorkop met één
hand vast en houd met de andere hand het
gereedschap vast. Draai de mof zo ver naar
links dat u het accessoire van uw keuze kunt
inzetten.
3. Steek het accessoire ongeveer 19 mm (3/4")
in de boorkop en draai deze stevig vast door
de mof naar rechts te draaien met de ene
hand terwijl u het gereedschap met de andere
vasthoudt. Uw gereedschap is voorzien
van een mechanisme voor automatische
spindelvergrendeling. Zo kunt u de boorkop met
één hand openen en sluiten.
NEDERLANDS
102
OPMERKING: Het is belangrijk dat u de
boorkop vastzet met één hand op de mof van
de boorkop terwijl u het gereedschap met de
andere hand zo goed mogelijk vasthoudt.
U kunt het accessoire losmaken door stap 1 en 2 die
hierboven worden vermeld, te herhalen.
Riemhaak en bithouder (afb. 1)
WAARSCHUWING: Beperk het
gevaar op ernstig persoonlijk
letsel tot een minimum: zet het
gereedschap uit en neem de accu
uit, voordat u een aanpassing
uitvoert of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert.
WAARSCHUWING: Beperk het risico
van ernstig persoonlijk letsel, hang
het gereedschap NIET boven uw
hoofd op en hang geen voorwerpen aan
de riemhaak. Hang de riemhaak van het
gereedschap UITSLUITEND aan een
gereedschapsgordel.
WAARSCHUWING: Beperk het risico
van ernstig persoonlijk letsel, let erop
dat de schroef waarmee de riemhaak
vastzit goed is bevestigd.
BELANGRIJK: Gebruik voor het bevestigen of
vervangen van de riemhaak of de bithouder alleen
de bijgeleverde schroef (h). Let erop dat de schroef
stevig is vastgedraaid.
Voor links- of een rechtshandig gebruik kunnen de
riemhaak (g) en de bithouder (i) met de bijgeleverde
schroef (h) aan weerszijden van het gereedschap
worden bevestigd. Als u de haak of de bithouder
niet wilt gebruiken, kunt u deze van het gereedschap
afhalen.
U kunt de riemhaak of de bithouder verplaatsen
door de schroef (h) die de riemhaak op z’n plaats
houdt, te verwijderen en aan andere zijde weer
te monteren. Let erop dat de schroef stevig is
vastgedraaid.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen en
de accuset te verwijderen voordat u
hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
letsel toebrengen.
Juiste positie van de handen (afb. 3)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen is wanneer de ene
hand zich bovenaan de boor bevindt (m) zoals
afgebeeld, terwijl de andere hand de hoofdgreep (n)
vast houdt.
Boorbediening (afb. 1, 4)
WAARSCHUWING: Om het risico op
letsel te verkleinen, dient u ALTIJD
ervoor te zorgen dat het werkstuk
verankerd is of goed is vastgezet. Als u
door dun materiaal boort, gebruikt u een
houten “reserveblokkering” om schade
aan het materiaal te voorkomen.
1. Draai de kraag (afb. 4, c) naar het symbool van
de hamer nog veel plezier.
2. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met
de versnellingswisselaar (afb. 1, d) zodat de
snelheid en torsie aan de geplande actie
voldoen.
3. Voor HOUT gebruikt u spiraalboren, steekboren,
grondboren of zaagboren. Voor METAAL
gebruikt u hoge snelheid spiraalboren of
zaagboren. Gebruik een smeermiddel als u
metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn
gietijzer en koper, die droog dienen te worden
geboord.
4. Pas altijd druk toe in een rechte lijn met het
boortje. Gebruik genoeg druk om te blijven
boren, maar druk niet zo hard dat de motor
vastloopt of het boortje eruitvliegt.
5. Houd het gereedschap stevig met beide
handen vast om tegengewicht te bieden aan de
draaiende beweging van de boor. Als het model
niet is uitgerust met een zijhandvat, pak dan de
boor met één hand op het handvat en één hand
op de accuset.
VOORZICHTIG: Boor kan vastlopen
als deze te zwaar belast is zodat hij
plotseling uit uw handen kan draaien.
Verwacht altijd dat de motor kan
vastlopen. Pak de boor stevig vast
NEDERLANDS
103
om tegengewicht te bieden aan de
draaiende beweging en om letsel te
voorkomen.
6. ALS DE BOOR IS VASTGELOPEN, wordt
dit meestal veroorzaakt doordat hij te zwaar
belast is of door onjuist gebruik. LAAT DE
DRUKSCHAKELAAR ONMIDDELLIJK LOS,
verwijder het boortje uit het werkstuk en stel
de reden van het vastlopen vast. KLIK DE
DRUKSCHAKELAAR NIET AAN EN UIT
IN EEN POGING OM DE VASTGELOPEN
BOOR WEER TE STARTEN — HIERMEE
KAN SCHADE AAN DE BOOR WORDEN
TOEGEBRACHT.
7. Om het vastlopen te minimaliseren of om niet
door het materiaal heen te breken, vermindert u
de druk op de boor en haalt u het boortje door
het laatst aangeboorde deel van het gat terug.
8. Laat de motor lopen terwijl u het boortje uit een
boorgat haalt. Hierdoor loopt het niet vast.
9. Met variabele snelheidsboren is het niet nodig
om een gat te maken waar er moet worden
geboord. Gebruik een lage snelheid om het
gat aan te boren en versnel dit door harder op
de drukschakelaar te drukken als het gat diep
genoeg is om te boren zonder dat het boortje
eruit glipt.
Hamerboorbediening (alleen DCD737
en DCD795) (afb. 1, 5)
1. Zet de kraag (c) op het hamerboorsymbool.
2. Selecteer de hoge snelheid (2) instelling door
de versnellingswissel (d) naar achter te schuiven
(weg van de bithouder).
BELANGRIJK: Gebruik hardmetalen boortjes
of alleen metselwerkboortjes.
3. Boor met net genoeg kracht op de hamer zodat
deze niet te veel speling heeft of “hoger” dan
het boortje komt. Door te veel kracht worden er
lagere boorsnelheden bereikt, wordt er teveel
hitte ontwikkeld en een lagere boorsnelheid.
4. Boor recht en houd het boortje hierbij in een
rechte hoek ten opzichte van het werk. Oefen
niet teveel druk op het boortje uit als u aan het
boren bent omdat hierdoor de uitsparingen
van het boortje vol met puin of zaagsel
kunnen raken en dat resulteert in een lagere
boorsnelheid.
5. Als de hamersnelheid tijdens het boren van
diepe gaten langzamer wordt, trekt u het boortje
gedeeltelijk uit het gat terwijl u het gereedschap
laat draaien om zo vuil uit het gat te verwijderen.
OPMERKING: een soepele, gelijkmatige uitstroom
van stof uit het gat geeft de juiste boorsnelheid aan.
Schroevendraaierbediening
(afb. 1, 6)
1. Draai de draaimoment kraag (c) in de stand van
uw keuze.
2. Pas het gewenste bereik van snelheid/
draaimoment met de versnellingswissel (d)
aan de snelheid en het draaimoment van de
geplande handeling aan.
OPMERKING: Gebruik de laagste
draaimoment instelling die nodig is om de
schroef tot de gewenste diepte te draaien. Hoe
lager het nummer, hoe lager het draaimoment.
3. Plaats het gewenste bevestigingsaccessoire in
de boorhouder zoals u met ieder boortje zou
doen.
4. Voer enkele testruns op een proefstukje uit of
in gebieden die niet zichtbaar zijn om de juiste
positie van de koppelingskraag vast te stellen.
5. Begin altijd met een lagere momentwaarde-
instelling, ga vervolgens naar een hogere
momentwaarde-instelling om schade aan het
werkstuk of de bevestiging te voorkomen.
ONDERHOUD
Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is
ontworpen om gedurende een lange periode te
werken met een minimum aan onderhoud. Een
blijvend goede werking is afhankelijk van goede
verzorging en regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen en
de accuset te verwijderen voordat u
hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
letsel toebrengen.
Aan de lader en de accu kan geen onderhoud
worden verricht. Er zitten in het apparaat geen
onderdelen die onderhoudswerkzaamheden door de
gebruiker vereisen.
Smering
Uw elektrisch gereedschap behoeft geen extra
smering.
NEDERLANDS
104
Reinigen
WAARSCHUWING: Blaas vuil en
stof met droge lucht uit de behuizing
als vuil zich zichtbaar opstapelt in en
rond de ventilatieopeningen. Draag
goedgekeurde oogbescherming
en goedgekeurd stofmasker bij het
uitvoeren van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere ruwe
chemicaliën voor het reinigen van
de niet-metalen onderdelen van het
werktuig. Deze chemicaliën kunnen
de materialen die in deze onderdelen
gebruikt worden, verzwakken. Gebruik
een doek enkel bevochtigd met water
en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in
het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in
vloeistof.
SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER
WAARSCHUWING: Schokgevaar.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Verwijder vuil en vet met
een doek of zachte, niet-metalen
borstel van de buitenkant van de
werklamp/lader. Gebruik geen water of
schoonmaakmiddel.
Optionele hulpstukken
WAARSCHUWING: Omdat
hulpstukken, behalve die van DEWALT,
niet zijn getest in combinatie met dit
product, kan het gebruik van dergelijke
hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico
van letsel te beperken, mogen bij dit
product uitsluitend accessoires worden
gebruikt die zijn aanbevolen door
DEWALT.
Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de
geschikte hulpstukken en accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet
bij het normale huishoudafval worden
gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw D
EWALT product
vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt
gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval.
Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte
producten en verpakkingen maakt
recycling en hergebruik van materialen
mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde
materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een
aparte inzameling voor elektrische producten, in
containerparken of bij de verkoper wanneer u een
nieuw product koopt.
D
EWALT beschikt over een gebouw voor de
verzameling en recyclage van DEWALT producten
die het einde van hun levensduur hebben bereikt.
Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw
product terugbrengen naar elke erkende reparateur
die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden
door contact op te nemen met uw plaatselijke
DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende
DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze
herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
Herlaadbare accu
Deze duurzame accu moet herladen worden als hij
niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van
klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde
van zijn technische levensduur dient u dit werktuig
weg te gooien met respect voor het milieu:
Gebruik de accu helemaal op en verwijder deze
vervolgens uit het werktuig.
Li-Ion-cellen recyclebaar. Breng ze terug bij uw
leverancier of naar het milieupark bij u in de
buurt. De ingezamelde accu’s zullen worden
gerecycled of op juiste wijze tot afval worden
verwerkt.
NEDERLANDS
105
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit
van zijn producten en biedt
professionele gebruikers van het
product een uitstekende garantie. Deze
garantieverklaring is een aanvulling op uw
contractuele rechten als een professionele
gebruiker of uw wettelijke rechten als een
particuliere, niet-professionele gebruiker,
en is op geen enkele wijze van invloed
op deze rechten. De garantie is geldig
binnen het grondgebied van de Lidstaten
van de Europese Unie en de Europese
Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD
TERUG GARANTIE
Als u niet geheel tevreden bent over de
prestaties van uw D
EWALT-gereedschap,
kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht.
binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen
bij het verkooppunt en omruilen voor een
ander stuk gereedschap of tegen restitutie
van het aankoopbedrag. Het product mag
niet in onredelijke mate zijn versleten en u
dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS
ONDERHOUDSCONTRACT
Als onderhouds- of
servicewerkzaamheden nodig zijn
voor uw DEWALT-gereedschap, in de
12 maanden na uw aankoop, hebt u
recht op één jaar gratis service. Deze
zal kosteloos worden uitgevoerd in een
DEWALT-servicecentrum. U dient een
aankoopbewijs te overleggen. Inclusief
arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect
raakten en onder de garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw DEWALT-product defect raakt als
gevolg van het gebruik van verkeerde
materialen of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van
aankoop, garandeert DEWALT alle defecte
onderdelen gratis te vervangen of – naar
onze beoordeling – het apparaat gratis te
vervangen, op voorwaarde dat:
Het product niet verkeerd gebruikt is;
Het product in redelijke mate is
versleten;
Er geen reparaties zijn ondernomen
door niet-geautoriseerde personen;
U een aankoopbewijs kunt
overleggen;
Het product compleet met alle originele
onderdelen wordt geretourneerd.
Als u aanspraak wilt maken op de garantie,
neem dan contact op met uw leverancier of
zoek het officiële D
EWALT-servicecentrum
bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of
neem contact op met het DEWALT-kantoor
op het adres dat wordt vermeld in deze
handleiding. Een lijst van officiële DEWALT-
servicecentra en volledige details over onze
after-sales-service zijn ook te vinden op
internet via: www.2helpU.com.

Documenttranscriptie

Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 3 Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 17 English (original instructions) 33 Español (traducido de las instrucciones originales) 46 Français (traduction de la notice d’instructions originale) 61 Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 76 Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 91 Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 106 Português (traduzido das instruções originais) 119 Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 134 Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 147 Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 161 Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 176 Copyright DEWALT 2 NEDERLANDS KOOLBORSTELLOOS ACCU COMPACT 13 mm (1/2") BOOR/SCHROEF, DCD732, DCD790 KOOLBORSTELLOOS ACCU COMPACT 13 mm (1/2") BOOR/SCHROEF/KLOPBOOR, DCD737, DCD795 Hartelijk gefeliciteerd! U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel gereedschap. Technische gegevens Spanning Type Accutype Uitgangsvermogen Snelheid zonder druk 1e versnelling 2e versnelling Slagsnelheid 1e versnelling 2e versnelling Max. aanhaalmoment (hard/zacht) Capaciteit boorhouder Maximale boorcapaciteit Hout Metaal Metselwerk Gewicht (zonder accu) LPA KPA LWA KWA (geluidsdruk) (onzekerheidsfactor geluidsdruk) (akoestisch vermogen) (onzekerheid akoestisch vermogen) W DCD732 14,4 1 Li-Ion 310 DCD737 14,4 1 Li-Ion 310 DCD790 18 1 Li-Ion 360 DCD795 18 1 Li-Ion 360 min-1 min-1 0–550 0–2000 0–550 0–2000 0–600 0–2000 0–600 0–2000 min-1 min-1 Nm mm – – 57/19 1,5–13,0 0–9 500 0–33 200 57/19 1,5–13,0 – – 60/23 1,5–13,0 0–10 200 0–34 000 60/23 1,5–13,0 mm mm mm kg 38 13 – 1,20 38 13 13 1,27 38 13 – 1,20 38 13 13 1,27 dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) 76 3 87 3 90 3 101 3 76 3 87 3 90 3 101 3 2,8 1,5 3,3 1,5 – – 23 1,5 VDC Vibratie totaalwaarden (triax vectorsom) vastgesteld in overeenstemming met EN 60745: Vibratie-uitstootwaarde ah Boren in metaal ah,D = m/s² 2,8 3,3 Onzekerheid K = m/s² 1,5 1,5 Vibratie-uitstootwaarde ah Boren in cement ah,ID = m/s² – 23 Onzekerheid K = m/s² – 1,5 91 NEDERLANDS Vibratie-emissiewaarde ah Schroeven draaien ah = Onzekerheid K = m/s² m/s² < 2,5 1,5 Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens EN 60745 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting van blootstelling. WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt onderhouden, kan de vibratieemissie verschillen. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de totale arbeidsduur. Accu Accutype Spanning Capaciteit Gewicht Accu Accutype Spanning Capaciteit Gewicht < 2,5 1,5 2,6 1,5 Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur. Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm, organisatie van werkpatronen. VDC Ah kg DCB140 Li-Ion 14,4 3,0 0,53 DCB141 Li-Ion 14,4 1,5 0,30 DCB142 Li-Ion 14,4 4,0 0,54 DCB143 Li-Ion 14,4 2,0 0,30 DCB144 Li-Ion 14,4 5,0 0,52 VDC Ah kg DCB180 Li-Ion 18 3,0 0,64 DCB181 Li-Ion 18 1,5 0,35 DCB182 Li-Ion 18 4,0 0,61 DCB183 Li-Ion 18 2,0 0,40 DCB184 Li-Ion 18 5,0 0,62 70 (4,0 Ah accusets) 90 (5,0 Ah accusets) Lader Netspanning Accutype Geschatte laadtijd min Gewicht kg VAC 30 40 (1,5 Ah accusets) (2,0 Ah accusets) Zekeringen Europa 230 V gereedschappen 10 Ampère, hoofdstroom Definities: Veiligheidsrichtlijnen De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let op deze symbolen. 92 2,6 1,5 DCB105 230 V Li-Ion 55 (3,0 Ah accusets) 0,49 GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel. NEDERLANDS VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot gering of matig letsel. OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen kan veroorzaken. Wijst op het gevaar voor elektrische schok. Wijst op brandgevaar. EG verklaring van overeenstemming RICHTLIJN VOOR MACHINES COMPACTE BOOR/SCHROEVENDRAAIER/HAMERBOOR DCD732, DCD737, DCD790, DCD795 DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische gegevens in overeenstemming zijn met: 2006/42/EG; EN 60745-1; EN 60745-2-1; EN 60745-2-2. Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing. De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Horst Grossmann Vice President Engineering DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11, D-65510, Idstein, Duitsland 08.03.2013 WAARSCHUWING: Lees de instructiehandleiding om het risico op letsel te verminderen. Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet opvolgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot een elektrische schok, brand en/of ernstig persoonlijk letsel. BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES ALS TOEKOMSTIG REFERENTIEMATERIAAL De term „elektrisch gereedschap“ in de waarschuwingen verwijst naar uw (met een snoer) op de netspanning aangesloten elektrische gereedschap of naar (draadloos) elektrisch gereedschap met een accu. 1) VEILIGHEID WERKPLAATS a) Houd het werkgebied schoon en goed verlicht. Rommelige of donkere gebieden zorgen voor ongelukken. b) Bedien elektrische gereedschappen niet in een explosieve omgeving, zoals in de nabijheid van ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de dampen kunnen doen ontbranden. c) Houd kinderen en omstanders op een afstand terwijl u een elektrisch gereedschap bedient. Als u wordt afgeleid kunt u de controle over het gereedschap verliezen. 2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID a) Stekkers van elektrisch gereedschap moeten in het stopcontact passen. Pas de stekker nooit op enige manier aan. Gebruik geen adapterstekkers samen met geaard elektrisch gereedschap. Niet aangepaste stekkers en passende contactdozen verminderen het risico op een elektrische schok. b) Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlaktes zoals buizen, radiatoren, fornuizen en ijskasten. Er bestaat een verhoogd risico op een elektrische schok als uw lichaam geaard is. c) Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen of natte omstandigheden. Als er water in een elektrisch gereedschap terecht komt, verhoogt dit het risico op een elektrische schok. d) Behandel het stroomsnoer voorzichtig. Gebruik het stroomsnoer nooit om het elektrische gereedschap te dragen of te trekken, of de stekker uit het stopcontact 93 NEDERLANDS e) f) te halen. Houd het snoer uit de buurt van warmte, olie, scherpe randen, of bewegende onderdelen. Beschadigde snoeren of snoeren die in de war zijn verhogen het risico op een elektrische schok. Als u een elektrisch gereedschap buitenshuis gebruikt, gebruikt u een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een verlengsnoer dat geschikt is voor buitenshuis, vermindert het risico op een elektrische schok. Als het gebruik van een elektrisch gereedschap op een vochtige locatie onvermijdelijk is, gebruikt u een stroomvoorziening die beveiligd is met een aardlekschakelaar. Het gebruik van een aardlekschakelaar vermindert het risico op een elektrische schok. 3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID a) Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezonde verstand als u een elektrisch gereedschap bedient. Gebruik het gereedschap niet als u vermoeid bent of onder de invloed van drugs, alcohol of medicatie bent. Een moment van onoplettendheid tijdens het bedienen van elektrische gereedschappen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. b) Gebruik een beschermende uitrusting. Draag altijd oogbescherming. Beschermende uitrusting zoals een stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, een helm, of gehoorbescherming gebruikt in de juiste omstandigheden zal het risico op persoonlijk letsel verminderen. c) Vermijd onbedoeld starten. Zorg ervoor dat de schakelaar in de ‚off‘ (uit) stand staat voordat u het gereedschap aansluit op de stroombron en/of accu, het oppakt of ronddraagt. Het ronddragen van elektrische gereedschappen met uw vinger op de schakelaar of het aanzetten van elektrische gereedschappen waarvan de schakelaar aan staat, zorgt voor ongelukken. d) Verwijder alle stelsleutels of moersleutels voordat u het elektrische gereedschap aan zet. Een moersleutel of stelsleutel die in een ronddraaiend onderdeel van het elektrische gereedschap is achtergelaten kan leiden tot persoonlijk letsel. e) Rek u niet te ver uit. Blijf altijd stevig en in balans op de grond staan. Dit zorgt voor betere controle van het elektrische gereedschap in onverwachte situaties. f) Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of sieraden. Houd 94 g) uw haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende onderdelen. Loszittende kleding, sieraden of lang haar kunnen door bewegende delen worden gegrepen. Als er in apparaten wordt voorzien voor het aansluiten van stofverwijdering- of verzamelapparatuur, zorg er dan voor dat deze correct worden aangesloten en gebruikt. Het gebruik van een stofverzamelaar kan aan stof gerelateerde gevaren verminderen. 4) GEBRUIK EN VERZORGING VAN ELEKTRISCH GEREEDSCHAP a) Forceer het gereedschap niet. Gebruik het juiste elektrische gereedschap voor uw toepassing. Het juiste elektrische gereedschap voert de werkzaamheden beter en veiliger uit waarvoor het is ontworpen. b) Gebruik het gereedschap niet als de schakelaar het niet aan en uit kan zetten. Ieder gereedschap dat niet met de schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Haal de stekker uit het stopcontact en/ of neem de accu uit het gereedschap voordat u aanpassingen uitvoert, accessoires verwisselt, of het elektrische gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het elektrische gereedschap per ongeluk opstart. d) Bewaar gereedschap dat niet wordt gebruikt buiten het bereik van kinderen en laat niet toe dat personen die onbekend zijn met het elektrische gereedschap of deze instructies het gereedschap bedienen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk in handen van ongetrainde gebruikers. e) Onderhoud elektrische gereedschappen. Controleer op verkeerde uitlijning en het grijpen van bewegende onderdelen, breuk van onderdelen en andere omstandigheden die de werking van het gereedschap nadelig kunnen beïnvloeden. Zorg dat het gereedschap voor gebruik wordt gerepareerd als het beschadigd is. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhouden gereedschap. f) Houd snijdgereedschap scherp en schoon. Correct onderhouden snijdgereedschappen met scherpe snijdranden lopen minder snel vast en zijn gemakkelijker te beheersen. g) Gebruik het elektrische gereedschap, de accessoires en gereedschapsonderdelen NEDERLANDS enz. in overeenstemming met deze instructies, waarbij u rekening houdt met de werkomstandigheden en de werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd. Gebruik van het elektrische gereedschap voor werkzaamheden die anders zijn dan het bedoelde gebruik, kunnen leiden tot een gevaarlijke situatie. 5) GEBRUIK EN VERZORGING VAN GEREEDSCHAP OP ACCU a) Gebruik alleen de lader die door de fabrikant wordt opgegeven. Een lader die geschikt is voor één accutype, kan een risico op brand veroorzaken indien gebruikt met een andere accu. b) Gebruik elektrische gereedschappen uitsluitend met speciaal omschreven accu’s. Gebruik van andere accu’s kan leiden tot letsel en brandgevaar. c) Als de accu niet in gebruik is, dient u deze uit de buurt te houden van andere metalen voorwerpen zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen die een verbinding van het ene contactpunt met het andere kunnen maken. Het kortsluiten van de accucontactpunten samen kan brandwonden of brand veroorzaken. d) Als het gereedschap te zwaar wordt belast, kan er vloeistof uit de accu lekken; vermijd contact hiermee. Als u per ongeluk hier toch mee in contact komt, spoelt u met water. Als de vloeistof in contact met de ogen komt, dient u daarnaast medische hulp in te roepen. Vloeistof afkomstig uit de accu kan irritatie of brandwonden veroorzaken. 6) SERVICE a) Zorg dat u gereedschap wordt onderhouden door een erkende reparateur die uitsluitend identieke vervangende onderdelen gebruikt. Dit zorgt ervoor dat de veiligheid van het gereedschap blijft gegarandeerd. Aanvullende Specifieke Veiligheidsregels voor Boormachines/Schroevendraaiers/ Hamerboren • Draag oorbescherming als u de boorhamer gebruikt. Blootstelling aan lawaai kan gehoorverlies veroorzaken. • Gebruik de hulphandgre(e)p(en) als die bij het gereedschap worden geleverd. Verlies van controle kan leiden tot persoonlijk letsel. • Houd het gereedschap alleen vast aan geïsoleerde oppervlakken als u een handeling uitvoert waarbij het accessoire van het zaaggereedschap in contact kan komen met verborgen bedrading. Accessoires van zaaggereedschap die in contact komen met bedrading die onder stroom staat, kunnen metalen onderdelen van het gereedschap onder stroom zetten en de gebruiker een elektrische schok geven. • Zet het werkstuk met klemmen of op een andere praktische manier vast en ondersteun het op een stabiele ondergrond. Wanneer u het werkstuk vasthoudt met de hand of tegen uw lichaam gedrukt houdt, is het instabiel en kunt u de controle verliezen. • Draag een veiligheidsbril of andere bescherming van uw ogen. Tijdens het werken met de boor of hamerboor kunnen er kleine stukjes materiaal in het rond vliegen. Vliegende deeltjes kunnen permanente beschadiging van de ogen veroorzaken. • Accessoires en het gereedschap kunnen tijdens het werken heet worden. Draag wanneer u ze hanteert handschoenen als u toepassingen uitvoert waarbij warmte vrijkomt, zoals werken met de hamerboor en het boren in metaal. • Werk niet lang achtereen met dit gereedschap. Trilling die wordt veroorzaakt door de slagboorwerking van het gereedschap kunnen schadelijk zijn voor uw handen en armen. Draag handschoenen zodat de trillingen worden opgevangen en beperk de blootstelling door regelmatig rustperioden in te lassen. • Ventilatieopeningen bedekken vaak bewegende onderdelen en kunnen beter niet worden aangeraakt. Loszittende kleding, sieraden of lang haar kunnen door bewegende delen worden gegrepen. Overige risico’s De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van boren: – Letsel als gevolg van het aanraken van ronddraaiende onderdelen of hete onderdelen van het gereedschap. Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het toepassen van veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: – Gehoorbeschadiging. – Het risico om uw vingers te beknellen als u accessoires verwisselt. 95 NEDERLANDS – Gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het inademen van stof dat vrijkomt als u met hout werkt. – Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende deeltjes. – Risico op persoonlijk letsel als gevolg van langdurig gebruik. Markering op het gereedschap De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld: Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik. POSITIE DATUMCODE De datumcode, die ook het jaar van fabricage bevat, staat afgedrukt in de behuizing die het verbindingsstuk tussen het gereedschap en de accu vormt. Voorbeeld: 2014 XX XX Jaar van fabricage Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle acculaders BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding bevat belangrijke instructies voor de veiligheid en voor de bediening van de DCB105-acculader. • Lees voordat u de lader gebruikt, alle instructies en aanwijzingen voor de veiligheid op de lader, de accu en het product dat de accu gebruikt. WAARSCHUWING: Gevaar voor elektrische schok. Laat geen vloeistof in de lader dringen. Dit zou kunnen leiden tot een elektrische schok. VOORZICHTIG: Gevaar voor brandwonden. Beperk het risico van letsel, laad alleen oplaadbare accu’s op van het merk DEWALT. Andere typen batterijen kunnen te heet worden en barsten wat leidt tot persoonlijk letsel en materiële schade. Laad geen niet-oplaadbare batterijen op. 96 de lader in het stopcontact zit. Houd vreemde materialen die geleidende eigenschappen hebben, zoals, maar niet uitsluitend, slijpstof, metaalsnippers, staalwol, aluminiumfolie of een ophoping van metaaldeeltjes, weg uit de uitsparingen in de lader. Trek altijd de stekker uit het stopcontact wanneer er geen accu in de lader zit. Trek de stekker van de lader uit het stopcontact voordat u de lader gaat reinigen. • Probeer NIET de accu op te laden met andere laders dan die in deze handleiding worden beschreven. De lader en de accu zijn speciaal voor elkaar ontworpen. • Deze laders zijn niet bedoeld voor een andere toepassing dan het opladen van oplaadbare accu’s van DEWALT. Andere toepassingen kunnen leiden tot het gevaar van brand, elektrische schok of elektrocutie. • Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw. • U kunt beter niet aan het snoer trekken wanneer u de stekker van de lader uit het stopcontact trekt. Er is dan minder risico op beschadiging van het snoer en van de stekker. • Het is belangrijk dat u het snoer zo plaatst dat niemand erop kan stappen of erover kan struikelen, en het snoer niet op een andere manier kan beschadigen of onder spanning kan komen te staan. • Gebruik alleen een verlengsnoer als het er werkelijk niet anders kan. Gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan het risico van brand, elektrische schok of elektrocutie tot gevolg hebben. • Zorg, wanneer u buiten met de lader werkt, altijd voor een droge locatie en gebruik een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een verlengsnoer dat geschikt is voor buitenshuis, vermindert het risico van een elektrische schok. • Blokkeer de ventilatiesleuven van de lader niet. De ventilatiesleuven bevinden zich bovenop en opzij van de lader. Plaats de lader niet in de buurt van een warmtebron. VOORZICHTIG: Houd toezicht op kinderen zodat zij niet met het apparaat kunnen spelen. • Gebruik de lader niet met een beschadigd snoer of een beschadigde stekker — laat deze onmiddellijk vervangen. OPMERKING: Onder bepaalde omstandigheden kan er kortsluiting in de lader ontstaan door vreemde materialen, wanneer de stekker van • Gebruik de lader niet als er hard op is geslagen, als de lader is gevallen of op een andere manier beschadigd is. Breng de lader naar een erkend servicecentrum. NEDERLANDS • Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader naar een erkend servicecentrum wanneer service of reparatie nodig is. Onjuiste montage kan leiden tot het risico van een elektrische schok, elektrocutie of brand. Oplaadproces Zie voor de oplaadstatus van de accu de onderstaande tabel. Oplaadstatus • Als het netsnoer is beschadigd, moet het onmiddellijk worden vervangen door de fabrikant, een servicemonteur van de fabrikant of een dergelijk vakbekwaam persoon, zodat risico is uitgesloten. • Trek de stekker van de lader uit het stopcontact voordat u de lader gaat schoonmaken. Er is dan minder risico van een elektrische schok. Het risico is niet minder wanneer u de accu verwijderd. • Probeer NOOIT 2 laders op elkaar aan te sluiten. • De lader is ontworpen voor de 230V stroomvoorziening van een woning. Probeer de lader niet te gebruiken op een andere spanning. Dit geldt niet voor de 12V-lader. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES x bezig met opladen –– –– –– volledig opgeladen hete/koude accuvertraging probleem met accu of lader probleem elektriciteitssnoer ––––––––––––––––––––– –– • –– • –– • –– –– • •••••••••••••• •• •• •• •• •• •• •• Deze lader laadt een kapotte accu niet op. Het lampje zal niet of onregelmatig gaan branden en de lader geeft daarmee aan dat de accu kapot is. OPMERKING: Dit kan ook betekenen dat er iets mis is met de lader. Als de lader laat zien dat er een probleem is, laat de lader en de accu dan testen door een geautoriseerd servicecentrum. Laders Hete/koude accuvertraging De DCB105 lader is geschikt voor Li-Ion-accu’s van 10,8 V, 14,4 V en 18 V (DCB121, DCB123, DCB125, DCB127, DCB140, DCB141, DCB142, DCB143, DCB144, DCB180, DCB181, DCB182, DCB183 en DCB184). Als de oplader detecteert dat een accu te heet of te koud is, begint deze automatisch met een hete/ koude accuvertraging, waarbij het opladen wordt uitgesteld totdat de accu een geschikte temperatuur heeft bereikt. De oplader schakelt vervolgens automatisch naar de oplaadmodus voor de accu. Deze functionaliteit verzekert u van maximale levensduur van de accu. Deze lader hoeft niet te worden afgeregeld en is zo ontworpen dat hij zeer gemakkelijk in het gebruik is. Oplaadprocedure [afb. (fig.) 2] 1. Steek de lader in een geschikt 230 V-stopcontact voordat u de accu plaats. XR Li-Ion-gereedschap is ontworpen met een Elektronisch Beveiligingssysteem dat ervoor zorgt dat de accu niet te veel wordt geladen, niet te heet wordt of te veel wordt ontladen. 2. Plaats de accu (j) in de lader, en let er daarbij op dat de accu geheel in de lader komt te zitten. Het rode lampje (opladen) knippert voortdurend en dat duidt erop dat het laadproces is gestart. Het gereedschap schakelt automatisch uit als het elektronische beschermingssysteem in werking treedt. Als dit gebeurt, plaatst u de Li-Ion accu in de lader totdat deze volledig is opgeladen. 3. Het voltooien van het opladen wordt aangegeven doordat het rode lampje continu AAN blijft. De accu is volledig opgeladen en kan nu worden gebruikt of in de acculader worden gelaten. Een koude accu zal half zo snel opladen als een warme accu. De accu zal minder snel opladen gedurende de gehele laadcyclus en zal niet op maximumsnelheid gaan opladen, ook niet als de accu warmer wordt. OPMERKING: U kunt maximale prestaties en levensduur van Li-Ion-accu’s garanderen door de accu’s volledig op te laden voordat u deze voor het eerst in gebruik neemt. WAARSCHUWING: Brandgevaar. Laad batterijen niet op in de gereedschapskist. Laad alle batterijen op op enige afstand van de gereedschapskist. Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle accu’s Als u vervangende accu’s bestelt, zorg er dan voor dat u het catalogusnummer en voltage vermeldt. Als u de accu uit de verpakking haalt is hij niet geheel opgeladen. Lees, voordat u de accu en de lader in gebruik neemt, de onderstaande instructies 97 NEDERLANDS voor een veilig gebruik en volg vervolgens de vermelde laadprocedures. LEES ALLE INSTRUCTIES • Laad de accu niet op en gebruik deze niet in een explosieve omgeving, zoals in de nabijheid van ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. Wanneer u de accu plaatst in of verwijdert uit de lader kan het stof of de damp door een vonk vlamvatten. • Gebruik nooit geweld bij het plaatsen van de accu in de lader. Wijzig de accu op geen enkele manier als deze niet past in een lader die niet geschikt is, omdat de accu kan openbarsten waardoor ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan. • Laad de accu’s alleen op in de daarvoor bestemde DEWALT laders. • Spat NIET met water en dompel de accu niet onder in water of andere vloeistoffen. SPECIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM ION (Li-Ion) • Verbrand de accu niet, zelfs niet als deze ernstig beschadigd is of volledig verbruikt. De accu kan in vuur exploderen. Als lithium ion accu‘s worden verbrand, komen giftige dampen en materialen vrij. • Als de inhoud van de accu in contact met de huid komt, wast u dit onmiddellijk af met water en een milde zeep. Als accuvloeistof in de ogen komt spoelt u 15 minuten met water in het geopende oog, of totdat de irritatie stopt. Als medische hulp nodig is dient u te vermelden dat de accuelektrolyt is samengesteld uit een mengsel van vloeibare organische carbonaten en lithiumzouten. • De inhoud van geopende accucellen kan irritatie aan de luchtwegen veroorzaken. Zorg voor frisse lucht. Zoek als de symptomen aanhouden medische hulp. • Gebruik of bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur 40 ˚C of meer kan bereiken (bijvoorbeeld in een schuurtje of een metalen loods in de zomer). • Voor het beste resultaat is het belangrijk dat u de accu vóór ingebruikname volledig oplaadt. WAARSCHUWING: Probeer nooit om welke reden dan ook de accu te openen. Als de behuizing van de accu is gescheurd of beschadigd, zet de accu dan niet in de lader. Klem een accu niet vast, laat een accu niet vallen, beschadig een accu niet. Gebruik een accu of lader waar hard op is geslagen, die is gevallen, waar overheen is gereden of die op welke manier dan ook is beschadigd (dat wil zeggen, doorboord met een spijker, geraakt met een hamer, vertrapt) niet. Een elektrische schok of elektrocutie kan het gevolg zijn. Breng beschadigde accu’s terug naar het servicecentrum zodat ze kunnen worden gerecycled. VOORZICHTIG: Plaats het gereedschap als het niet in gebruik is op de zijkant op een stabiele ondergrond waar er niet overheen kan worden gestruikeld of het zelf kan vallen. Sommige gereedschappen met grote accu‘s staan rechtop op de accu maar kunnen gemakkelijk worden omgestoten. 98 WAARSCHUWING: Gevaar voor brandwonden. Accuvloeistof kan ontvlambaar zijn als deze aan een vonk of vlam wordt blootgesteld. Accu ACCUTYPE De DCD732 en de DCD737 werken op 14,4 V-accu’s. De DCD790 en de DCD795 werken op 18 V-accu’s. De accu’s van het type DCB140, DCB141, DCB142, DCB143, DCB144, DCB180, DCB181, DCB182, DCB183 of DCB184 kunnen worden gebruikt. Raadpleeg Technische Gegevens voor meer informatie. Aanbevelingen voor opslag 1. De beste plaats om het apparaat op te bergen is koel en droog, uit direct zonlicht en niet in overmatige hitte of koude. Voor optimale accuprestaties en levensduur bergt u accu’s op bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik zijn. 2. Wanneer u de accu lange tijd opbergt, kunt u deze voor optimale resultaten het beste volledig opgeladen opslaan op een koele, droge plaats buiten de lader. OPMERKING: Accu’s kunnen beter niet volledig ontladen worden opgeslagen. De accu moet voor gebruik weer worden opgeladen. NEDERLANDS Labels op de oplader en accu Inhoud van de verpakking In aanvulling op de pictogrammen in deze handleiding laten de labels op de oplader en de accu de volgende pictogrammen zien: De verpakking bevat: Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik. 1 Boor/schroefmachine of 1 boor/ schroefmachine/hamerboor 1 Lader 2 Li-Ion accu’s (M2, L2, C2, P2 modellen) 3 Li-Ion accu’s (M3, L3, C3, P3 modellen) Zie Technische gegevens voor de oplaadtijd. 1 Li-Ion accu (M1, L1, C1, P1 modellen) 1 Gereedschapskoffer 1 Gebruiksaanwijzing 100% 100% Accu bezig met opladen. Accu opgeladen. Accu defect. Hete/koude accuvertraging. Niet doorboren met geleidende voorwerpen. 1 Uitvergrote tekening OPMERKING: Bij de N-modellen worden geen accu’s, laders en gereedschapskoffers geleverd. • Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport. • Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt. Beschrijving (afb. 1, 2) WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een onderdeel ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk letsel tot gevolg hebben. Laad geen beschadigde accu‘s op. Niet blootstellen aan water. a. Aan/uit-schakelaar Zorg dat defecte snoeren onmiddellijk worden vervangen. b. Vooruit/achteruit-regelknop c. Stelkraag voor aanhaalmoment d. Versnellingswissel Uitsluitend opladen tussen 4 ˚C en 40 ˚C. e. Werklicht f. Sleutelloze boorkop Alleen voor gebruik binnenshuis. Bied de accu als chemisch afval aan en houd rekening met het milieu. g. Riemhaak h. Montageschroef i. Bithouder j. Accu k. Accu-ontgrendelknop Laad DEWALT-accu’s alleen op met de aangewezen DEWALT-laders. Wanneer u andere accu’s dan de aangewezen DEWALT-accu’s oplaadt met een DEWALT-lader dan kunnen deze barsten of kan dit leiden tot andere gevaarlijke situaties. GEBRUIKSDOEL Gooi de accu niet in het vuur. GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. l. Accumeter-knop Deze boren/drillen/klopboren zijn ontworpen voor toepassingen van professioneel boren, klopboren, en schroeven draaien. Deze klop- en hamerboren zijn professionele elektrische gereedschappen. 99 NEDERLANDS LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen. • Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/ of kennis of bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit alleen worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden kunnen spelen. Elektrische veiligheid De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd of het voltage van de accu overeenkomt met het voltage op het typeplaatje. Zorg er ook voor dat het voltage van uw oplader overeenkomt met dat van uw stroomvoorziening. Uw DEWALT oplader is dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 60335; daarom is geen aarding nodig. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via het DEWALT servicecentrum. Een verlengsnoer gebruiken U dient geen verlengsnoer te gebruiken, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Gebruik een goedgekeurd verlengsnoer dat geschikt is voor de stroominvoer van uw oplader (zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1 mm2; de maximale lengte is 30 m. DE ACCU IN DE HANDGREEP VAN HET GEREEDSCHAP INSTALLEREN 1. Houd de accu tegenover de rails (j) in de handgreep van het gereedschap (afb. 2). 2. Schuif de accu in de handgreep totdat de accu stevig vastzit in het gereedschap en controleer dat de accu niet los raakt. DE ACCU UIT HET GEREEDSCHAP HALEN 1. Druk op de accu-ontgrendelknop (k) en trek de accu stevig uit de handgreep van het gereedschap. 2. Zet de accu in de lader zoals wordt beschreven in het ladergedeelte van deze handleiding. ACCU’S MET VERMOGENMETER (AFB. 2) Er zijn DEWALT-accu’s met een vermogenmeter en deze bestaat uit drie groene LED-lampjes die een aanduiding geven van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. U kunt de vermogenmeter activeren door de knop (l) van de vermogenmeter ingedrukt te houden. Een combinatie van de drie groene LED-lampjes gaat branden en dat geeft een aanduiding van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. Wanneer de lading in de accu onder het bruikbare niveau ligt, gaat de vermogenmeter niet branden en moet de accu worden opgeladen. OPMERKING: De brandstofmeter geeft slechts een indicatie van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. De meter geeft geen aanwijzingen over de functionaliteit van het gereedschap en is onderhevig aan schommelingen afhankelijk van productcomponenten, temperatuur en de toepassing door de eindgebruiker. Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen. Schakelaar voor variabele snelheid aan/uit (afb. 1) ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN U kunt het gereedschap in werking zetten door de Aan/Uit-schakelaar in te knijpen (a). U kunt het gereedschap uitschakelen door de Aan/Uitschakelaar los te laten. Uw gereedschap is voorzien van een rem. De boorhouder stopt zodra u de aan/ uit-schakelaar geheel loslaat. WAARSCHUWING: Verwijder vóór de montage en aanpassing altijd de accu. Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu plaatst of verwijdert. WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend DEWALT accu’s en opladers. De accu in het gereedschap zetten en uit het gereedschap verwijderen (afb. 2) OPMERKING: Voor het beste resultaat is het belangrijk dat u de accu volledig oplaadt. 100 OPMERKING: U kunt het gereedschap beter niet voortdurend in het variabele snelheidsbereik gebruiken. Hierdoor kan de schakelaar beschadigd raken en u kunt het beter vermijden. Vooruit/Achteruit-regelknop (afb. 1) Een vooruit/achteruit-regelknop (b) bepaalt de draairichting van het gereedschap en doet ook dienst als vergrendelknop. NEDERLANDS U selecteert de draairichting vooruit door de aan/uit-schakelaar los te laten en de vooruit/ achteruit-regelknop aan de rechter zijkant van het gereedschap in te drukken. U selecteert de draairichting achteruit door de vooruit/achteruit-regelknop aan de linkerzijde van het gereedschap in te drukken. De middelste stand van de regelknop vergrendelt het gereedschap in de uit-stand. Wanneer u de stand van de regelknop wijzigt, is het belangrijk dat u de aan/uit-knop niet indrukt. OPMERKING: Wanneer u het gereedschap de eerste keer gebruikt na het wijzigen van de draairichting, zult u bij het starten misschien een klik horen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem. Stelkraag draaimoment (afb. 1) Uw gereedschap heeft een verstelbaar aanhaalmoment-schroevendraaiermechanisme voor het in- en uitschroeven van een breed scala van vormen en formaten van bevestigingsmateriaal en in sommige modellen een hamerboormechanisme voor het boren in metselwerk. Rond de kraag (c) staan getallen en het symbool van een boortje en bij sommige modellen het symbool van een hamer. Deze getallen worden gebruikt voor het instellen van de boorkop voor het gevraagde aanhaalmomentbereik. Hoe hoger het getal op de kraag, des te hoger is het aanhaalmoment en des te groter het bevestigingsmateriaal dat kan worden geschroefd. Draai, als u één van de getallen wilt selecteren, de kraag tot het getal van uw keuze tegenover de pijl staat. OPMERKING: De draaimoment kraag wordt alleen gebruikt tijdens het schroeven en niet in boor- en klopboormodus. Dubbele versnelling (afb. 1) Met de dubbele versnelling van uw boormachine/ schroefmachine kunt een andere versnelling kiezen en dat levert meer toepassingsmogelijkheden op. 1. Zet het gereedschap uit en laat het tot stilstand komen als u snelheid 1 (een hoog koppel) wilt kiezen. Schuif de versnellingswissel (d) naar voren (naar de boorkop toe). 2. Zet het gereedschap uit en laat het tot stilstand komen als u snelheid 2 (een laag koppel) wilt kiezen. Schuif de versnellingswissel naar achteren (weg van de boorkop). OPMERKING: Wissel geen versnellingen wanneer het gereedschap draait. Laat de boor altijd tot stilstand komen voordat u de versnelling wisselt. Als het wisselen van versnelling niet gemakkelijk verloopt, is het belangrijk dat u controleert dat de versnellingswissel geheel naar voren of geheel naar achteren is geduwd. Werklicht (afb. 1) Er bevindt zich een werklicht (e) op de voet van het gereedschap. Het werklicht wordt ingeschakeld wanneer u de aan/uit-schakelaar indrukt. Wanneer de Aan/Uit-schakelaar wordt vrijgegeven, blijft het werklicht tot 20 seconden branden. OPMERKING: De werklichten zijn bedoeld voor het verlichten van het directe werkoppervlak en zijn niet bedoeld om te worden gebruikt zoals u een zaklantaarn gebruikt. Sleutelloze Enkelvoudige boorkop (afb. 7–9) WAARSCHUWING: Probeer niet boortjes (of een ander accessoire) vast te zetten door het voorste gedeelte van de boorkop vast te grijpen en het gereedschap in te schakelen. Dit kan leiden tot beschadiging van de boorkop en tot persoonlijk letsel. Vergrendel altijd de Aan/Uit-schakelaar en trek de stekker uit het stopcontact wanneer u accessoires wisselt. WAARSCHUWING: Controleer altijd dat het bitje goed vastzit voordat u het gereedschap start. Een los bitje kan uit het gereedschap schieten en dat zou dan persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze boorkop (f) met een roterende mof zodat u de boorkop met één hand kunt bedienen. Ga als volgt stapsgewijs te werk als u een boortje of een ander accessoire wilt inzetten. 1. Zet het gereedschap uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Pak de zwarte mof van de boorkop met één hand vast en houd met de andere hand het gereedschap vast. Draai de mof zo ver naar links dat u het accessoire van uw keuze kunt inzetten. 3. Steek het accessoire ongeveer 19 mm (3/4") in de boorkop en draai deze stevig vast door de mof naar rechts te draaien met de ene hand terwijl u het gereedschap met de andere vasthoudt. Uw gereedschap is voorzien van een mechanisme voor automatische spindelvergrendeling. Zo kunt u de boorkop met één hand openen en sluiten. 101 NEDERLANDS OPMERKING: Het is belangrijk dat u de boorkop vastzet met één hand op de mof van de boorkop terwijl u het gereedschap met de andere hand zo goed mogelijk vasthoudt. U kunt het accessoire losmaken door stap 1 en 2 die hierboven worden vermeld, te herhalen. Riemhaak en bithouder (afb. 1) WAARSCHUWING: Beperk het gevaar op ernstig persoonlijk letsel tot een minimum: zet het gereedschap uit en neem de accu uit, voordat u een aanpassing uitvoert of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk letsel, hang het gereedschap NIET boven uw hoofd op en hang geen voorwerpen aan de riemhaak. Hang de riemhaak van het gereedschap UITSLUITEND aan een gereedschapsgordel. WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk letsel, let erop dat de schroef waarmee de riemhaak vastzit goed is bevestigd. BELANGRIJK: Gebruik voor het bevestigen of vervangen van de riemhaak of de bithouder alleen de bijgeleverde schroef (h). Let erop dat de schroef stevig is vastgedraaid. Voor links- of een rechtshandig gebruik kunnen de riemhaak (g) en de bithouder (i) met de bijgeleverde schroef (h) aan weerszijden van het gereedschap worden bevestigd. Als u de haak of de bithouder niet wilt gebruiken, kunt u deze van het gereedschap afhalen. U kunt de riemhaak of de bithouder verplaatsen door de schroef (h) die de riemhaak op z’n plaats houdt, te verwijderen en aan andere zijde weer te monteren. Let erop dat de schroef stevig is vastgedraaid. BEDIENING Instructies voor gebruik WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften. WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verkleinen, dient u het gereedschap uit te schakelen en de accuset te verwijderen voordat u hulpstukken of accessoires aan- of 102 afkoppelt. Een toevallige activering kan letsel toebrengen. Juiste positie van de handen (afb. 3) WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de juiste positie te hebben, zoals afgebeeld. WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast, anticiperend op een plotseling reactie. De juiste positie van de handen is wanneer de ene hand zich bovenaan de boor bevindt (m) zoals afgebeeld, terwijl de andere hand de hoofdgreep (n) vast houdt. Boorbediening (afb. 1, 4) WAARSCHUWING: Om het risico op letsel te verkleinen, dient u ALTIJD ervoor te zorgen dat het werkstuk verankerd is of goed is vastgezet. Als u door dun materiaal boort, gebruikt u een houten “reserveblokkering” om schade aan het materiaal te voorkomen. 1. Draai de kraag (afb. 4, c) naar het symbool van de hamer nog veel plezier. 2. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met de versnellingswisselaar (afb. 1, d) zodat de snelheid en torsie aan de geplande actie voldoen. 3. Voor HOUT gebruikt u spiraalboren, steekboren, grondboren of zaagboren. Voor METAAL gebruikt u hoge snelheid spiraalboren of zaagboren. Gebruik een smeermiddel als u metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn gietijzer en koper, die droog dienen te worden geboord. 4. Pas altijd druk toe in een rechte lijn met het boortje. Gebruik genoeg druk om te blijven boren, maar druk niet zo hard dat de motor vastloopt of het boortje eruitvliegt. 5. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast om tegengewicht te bieden aan de draaiende beweging van de boor. Als het model niet is uitgerust met een zijhandvat, pak dan de boor met één hand op het handvat en één hand op de accuset. VOORZICHTIG: Boor kan vastlopen als deze te zwaar belast is zodat hij plotseling uit uw handen kan draaien. Verwacht altijd dat de motor kan vastlopen. Pak de boor stevig vast NEDERLANDS om tegengewicht te bieden aan de draaiende beweging en om letsel te voorkomen. 6. ALS DE BOOR IS VASTGELOPEN, wordt dit meestal veroorzaakt doordat hij te zwaar belast is of door onjuist gebruik. LAAT DE DRUKSCHAKELAAR ONMIDDELLIJK LOS, verwijder het boortje uit het werkstuk en stel de reden van het vastlopen vast. KLIK DE DRUKSCHAKELAAR NIET AAN EN UIT IN EEN POGING OM DE VASTGELOPEN BOOR WEER TE STARTEN — HIERMEE KAN SCHADE AAN DE BOOR WORDEN TOEGEBRACHT. 7. Om het vastlopen te minimaliseren of om niet door het materiaal heen te breken, vermindert u de druk op de boor en haalt u het boortje door het laatst aangeboorde deel van het gat terug. 8. Laat de motor lopen terwijl u het boortje uit een boorgat haalt. Hierdoor loopt het niet vast. 9. Met variabele snelheidsboren is het niet nodig om een gat te maken waar er moet worden geboord. Gebruik een lage snelheid om het gat aan te boren en versnel dit door harder op de drukschakelaar te drukken als het gat diep genoeg is om te boren zonder dat het boortje eruit glipt. Hamerboorbediening (alleen DCD737 en DCD795) (afb. 1, 5) 1. Zet de kraag (c) op het hamerboorsymbool. 2. Selecteer de hoge snelheid (2) instelling door de versnellingswissel (d) naar achter te schuiven (weg van de bithouder). OPMERKING: een soepele, gelijkmatige uitstroom van stof uit het gat geeft de juiste boorsnelheid aan. Schroevendraaierbediening (afb. 1, 6) 1. Draai de draaimoment kraag (c) in de stand van uw keuze. 2. Pas het gewenste bereik van snelheid/ draaimoment met de versnellingswissel (d) aan de snelheid en het draaimoment van de geplande handeling aan. OPMERKING: Gebruik de laagste draaimoment instelling die nodig is om de schroef tot de gewenste diepte te draaien. Hoe lager het nummer, hoe lager het draaimoment. 3. Plaats het gewenste bevestigingsaccessoire in de boorhouder zoals u met ieder boortje zou doen. 4. Voer enkele testruns op een proefstukje uit of in gebieden die niet zichtbaar zijn om de juiste positie van de koppelingskraag vast te stellen. 5. Begin altijd met een lagere momentwaardeinstelling, ga vervolgens naar een hogere momentwaarde-instelling om schade aan het werkstuk of de bevestiging te voorkomen. ONDERHOUD Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is ontworpen om gedurende een lange periode te werken met een minimum aan onderhoud. Een blijvend goede werking is afhankelijk van goede verzorging en regelmatig reinigen. WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verkleinen, dient u het gereedschap uit te schakelen en de accuset te verwijderen voordat u hulpstukken of accessoires aan- of afkoppelt. Een toevallige activering kan letsel toebrengen. BELANGRIJK: Gebruik hardmetalen boortjes of alleen metselwerkboortjes. 3. Boor met net genoeg kracht op de hamer zodat deze niet te veel speling heeft of “hoger” dan het boortje komt. Door te veel kracht worden er lagere boorsnelheden bereikt, wordt er teveel hitte ontwikkeld en een lagere boorsnelheid. 4. Boor recht en houd het boortje hierbij in een rechte hoek ten opzichte van het werk. Oefen niet teveel druk op het boortje uit als u aan het boren bent omdat hierdoor de uitsparingen van het boortje vol met puin of zaagsel kunnen raken en dat resulteert in een lagere boorsnelheid. 5. Als de hamersnelheid tijdens het boren van diepe gaten langzamer wordt, trekt u het boortje gedeeltelijk uit het gat terwijl u het gereedschap laat draaien om zo vuil uit het gat te verwijderen. Aan de lader en de accu kan geen onderhoud worden verricht. Er zitten in het apparaat geen onderdelen die onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker vereisen. Smering Uw elektrisch gereedschap behoeft geen extra smering. 103 NEDERLANDS Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Reinigen WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing als vuil zich zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek enkel bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof. SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER WAARSCHUWING: Schokgevaar. Haal de stekker van de lader uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt. Verwijder vuil en vet met een doek of zachte, niet-metalen borstel van de buitenkant van de werklamp/lader. Gebruik geen water of schoonmaakmiddel. Optionele hulpstukken WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT. Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de geschikte hulpstukken en accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. 104 Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. Herlaadbare accu Deze duurzame accu moet herladen worden als hij niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde van zijn technische levensduur dient u dit werktuig weg te gooien met respect voor het milieu: • Gebruik de accu helemaal op en verwijder deze vervolgens uit het werktuig. • Li-Ion-cellen recyclebaar. Breng ze terug bij uw leverancier of naar het milieupark bij u in de buurt. De ingezamelde accu’s zullen worden gerecycled of op juiste wijze tot afval worden verwerkt. NEDERLANDS GARANTIE DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt professionele gebruikers van het product een uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, niet-professionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone. • 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE • Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw DEWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen. • Er geen reparaties zijn ondernomen door niet-geautoriseerde personen; • U een aankoopbewijs kunt overleggen; • Het product compleet met alle originele onderdelen wordt geretourneerd. Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan contact op met uw leverancier of zoek het officiële DEWALT-servicecentrum bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële DEWALTservicecentra en volledige details over onze after-sales-service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com. • EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT • Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn voor uw DEWALT-gereedschap, in de 12 maanden na uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service. Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een DEWALT-servicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT-product defect raakt als gevolg van het gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat: • Het product niet verkeerd gebruikt is; • Het product in redelijke mate is versleten; 105
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196

DeWalt DCD732 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding