Fujitsu HUG54LRLA Handleiding

Type
Handleiding
ONDERDEELNR. 9378589100-02
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
GEBRUIKERSHANDLEIDING
AIRCONDITIONER
CASSETTEMODEL
Nederlands
Nl-2
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ............................... 2
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES ........................ 3
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN .............. 4
VOORBEREIDENDE HANDELINGEN ................... 6
WERKING ............................................................... 7
TIMERFUNCTIES ................................................... 9
ON/OFF-TIMER ...................................................... 9
WEKELIJKSE TIMER ............................................ 10
TEMPERATUUR AFTELTIMER ............................ 12
DE RICHTING VAN DE LUCHTSTROOMAANPASSEN
... 13
SWING WERKING ................................................ 14
WERKING IN DE ECONOMY-STAND .................. 14
REINIGING EN ONDERHOUD ............................. 15
PROBLEEMOPLOSSING ..................................... 16
GEBRUIKSTIPS .................................................... 17
ZELF-DIAGNOSE ................................................. 19
INHOUD
GEBRUIKERSHANDLEIDING ONDERDEELNR. 9378589100-02
AIRCONDITIONER (CASSETTEMODEL)
l Voorkom persoonlijk letsel of materiële schade, lees deze paragraaf zorgvuldig door voordat u dit product in
gebruik neemt, en let er vooral op dat u de volgende veiligheidsmaatregelen treft.
l Een onjuiste bediening door het niet naleven van de instructies kan letsel of schade veroorzaken, de ernst
hiervan wordt als volgt geclassi ceerd:
WAARSCHUWING
Deze markering geeft procedures aan die als ze verkeerd worden uitgevoerd, kunnen
leiden tot ernstig letsel van de gebruiker of tot een ongeval met dodelijke a oop.
OPGELET
Deze markering geeft procedures aan die indien ze verkeerd worden uitgevoerd, kun-
nen leiden tot persoonlijk letsel van de gebruiker of schade aan eigendommen.
WAARSCHUWING
Dit product bevat geen onderdelen waaraan de gebruiker
reparaties kan uitvoeren. Raadpleeg altijd bevoegd
onderhoudspersoneel voor reparatie, installatie en verplaatsing
van het product.
Onjuiste installatie of behandeling zal leiden tot lekkage,
elektrische schok of brand.
In het geval van een storing, zoals brandgeur, moet u onmiddellijk
stoppen met het gebruik van de airconditioner en deze van de
voeding ontkoppelen door het uitschakelen van de elektrische
hoofdschakelaar of door de stekker uit het stopcontact te halen.
Raadpleeg vervolgens bevoegd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat u de voedingskabel niet beschadigt.
Als de kabel is beschadigd, mag deze alleen worden vervangen
door bevoegd onderhoudspersoneel.
In het geval van koelmiddellekkage moet u vooral uit de
buurt blijven van vuur of brandbare stoffen, en bevoegd
onderhoudspersoneel raadplegen.
In het geval van onweer of een voorgaand teken van
blikseminslag, moet u de airconditioner via de afstandsbediening
uitschakelen, en het product of de stroomvoorziening niet
aanraken om elektrische gevaren te voorkomen.
• Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen
(waaronder kinderen) met beperkte fysische, visuele of
mentale mogelijkheden, of die een gebrek hebben aan
ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen omtrent het gebruik van het
apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Houd toezicht over kinderen zodat ze niet met het
apparaat spelen.
• Start of stop de werking van dit product niet door het
insteken van of trekken aan de stekker, of door het in- of
uitschakelen van de stroomonderbreker.
• Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van dit product.
• Stel uzelf niet gedurende vele uren bloot aan de directe
koelende luchtstroom.
• Steek niet uw vingers of andere voorwerpen in de
uitlaatpoort, het open paneel of het inlaatrooster.
• Bedien het apparaat niet met natte handen.
OPGELET
Zorg tijdens gebruik regelmatig voor ventilatie.
Gebruik dit product altijd met de lucht lters geplaatst.
Zorg ervoor dat elektronische apparatuur ten minste 1 m uit de
buurt is van de binnen- of buiteneenheid.
Ontkoppel alle stroomvoorzieningen wanneer u dit product voor
een langere periode niet gebruikt.
Na een lange periode van gebruik moet u vooral de montage van
de binneneenheid wordt gecontroleerd zodat het product niet kan
vallen.
De richting van de luchtstroom en de kamertemperatuur moeten
zorgvuldig worden overwogen wanneer u dit product gebruikt in
een kamer met kinderen, bejaarden of zieke personen.
• Plaats geen andere elektrische producten of huishoudelijke
artikelen direct onder dit product.
Druipende condensatie van dit product kan ze nat maken, en
kan leiden tot schade aan of storing van uw eigendommen.
• Stel dit product niet direct bloot aan water.
• Gebruik dit product niet voor het bewaren van voedsel,
planten, dieren, precisie-apparatuur, kunstwerken of andere
objecten. Dit kan leiden tot achteruitgang in de kwaliteit van
deze producten.
• Stel geen dieren of planten direct bloot aan de luchtstroom.
• Drink niet het afgevoerde water van de airconditioner.
• Trek niet aan de voedingskabel.
• Raak de aluminium lamellen van de warmtewisselaar
ingebouwd in dit product niet aan, zodat letsel bij het
verrichten van onderhoud wordt voorkomen.
• Richt de luchtstroom niet direct op open haarden of
verwarmingstoestellen.
• Blokkeer of bedek het inlaatrooster en de uitlaatpoort niet.
• Oefen geen hevige druk uit op de lamellen van de radiator.
• Klim niet op het product of plaats geen voorwerpen op of
hang geen voorwerpen aan dit product.
Nl-3
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES
OMZETTER
Bij inschakeling van het apparaat wordt er een grote hoeveel-
heid vermogen gebruikt om de kamer snel op de gewenste
temperatuur te brengen. Het apparaat wordt vervolgens op
een lage vermogenstand ingesteld voor een energiebespa-
rende en comfortabele werking
.
WERKING IN DE ECONOMY-STAND
Wanneer de ECONOMY werkingsmodus wordt gebruikt, zal
de kamertemperatuur iets hoger zijn dan de ingestelde tem-
peratuur in de koelmodus en iets lager zijn dan de ingestelde
temperatuur in de verwarmingsmodus. De ECONOMY modus
kan aldus meer energie besparen in vergelijking met de an-
dere modi.
SUPER QUIET WERKING
Als QUIET met de FAN knop wordt geselecteerd, opent de
binneneenheid de super stille werking. De luchtstroom van de
binneneenheid neemt af om stiller te werken.
AUTOMATISCHE OMSCHAKELING
De werkingsmodus (koelen, drogen, verwarmen) wordt auto-
matisch omgeschakeld om de ingestelde temperatuur te hand-
haven en de temperatuur op elk moment constant te houden.
Comfortabele functie
WEKELIJKSE TIMER
Stel met deze timer-functie de bedrijfstijden voor de dagen
van de week in. Met de DAY OFF-instelling kunt u de werking
volgens de timer voor een geselecteerde dag in de komende
week uitschakelen. Omdat alle dagen gezamenlijk kunnen
worden ingesteld, kunt u met de wekelijkse timer de timer-
instellingen voor alle dagen herhalen.
TEMPERATUUR AFTELTIMER
Wijzig met deze timer-functie de ingestelde temperatuur voor
de bedrijfstijden die zijn ingesteld voor de dagen van de week.
Dit kan worden gebruikt in combinatie met andere timer-instel-
lingen.
UITNEEMBAAR INLAATROOSTER
Het inlaatrooster van de binneneenheid kan worden verwijderd
voor eenvoudige reiniging en onderhoud.
Afstandsbediening
BEDRADE AFSTANDSBEDIENING
De bedrade afstandsbediening maakt een comfortabele bedie-
ning van de binneneenheid mogelijk.
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING (OPTIE)
Gebruik van een als optie verkrijgbare draadloze afstandsbe-
diening is mogelijk. Wanneer u de afstandsbediening gebruikt,
zijn er enkele verschillen in vergelijking met de bedrade af-
standsbediening.
[De extra functies voor draadloze afstandsbedieningen]
SLEEP-timer
TIMER
10°C HEAT-werking
U kunt de bedrade en draadloze afstandsbediening ook gelijk-
tijdig gebruiken. (Maar de functies zijn beperkt.)
[De beperkte functies voor bedrade afstandsbedieningen]
Wekelijkse timer
Temperatuur afteltimer
Energiebesparing en comfortabele functie
Reinigingsfunctie
Nl-4
1 Lucht lter (in inlaatrooster)
2 Luchtstroomrichtings appen
3 Inlaatrooster
4 Afstandsbediening (bedraad)
5 Bedieningspaneel (OPTIE)
6 Signaalontvanger van afstands-
bediening
7 MANUAL AUTO knop
Als de MANUAL AUTO knop gedu-
rende langer dan 10 seconden wordt
ingedrukt, wordt de geforceerde
koelfunctie ingeschakeld.
De geforceerde koelfunctie wordt
gebruikt tijdens de installatie. Alleen
voor gebruik door bevoegd onder-
houdspersoneel.
Als de geforceerde koelfunctie per
ongeluk wordt ingeschakeld, druk op
de START/STOP knop om de wer-
king te stoppen
.
Druk op de FILTER INDICATOR RE-
SET knop.
8 OPERATION controlelampje
(groen)
9 TIMER controlelampje (oranje)
Het TIMER controlelampje licht op
als de timer wordt ingesteld vanaf
de draadloze afstandsbediening.
0 ECONOMY controlelampje (groen)
ECONOMY controlelampje licht op
bij de volgende werkingen:
• ECONOMY werking
10 °C HEAT werking (bediend door
draadloze afstandsbediening)
A Afstandsbediening (draadloos)
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
A
7
6
8
9
0
(OPTIE)
U kunt kiezen uit een draadloze of bedrade afstandsbediening.
5
Binneneenheid
3
1
5
2
BEDRAAD
4
Nl-5
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
Afstandsbediening
1
knop START/STOP
2
knop SET TEMP. (temperatuue)
3
knop MODE
4
knop FAN
5
knop ECONOMY
6
knop TIMER MODE
(CLOCK ADJUST)
7
knop DAY (DAY OFF)
8
knop SET BACK
9
knop SET TIME ( < > )
0
knop TIMER DELETE
A
knop TIMER SET
B
knop Richting verticale lucht-
stroom en Zwenken
C
knop Richting horizontale lucht-
stroom en Zwenken
*1
D
knop MAINTENANCE (FILTER
RESET)
#1
E
Bedieningslamp
F
Indicator Timer en Clock
G
Indicator bedieningsstand
H
Indicator ventilatorsnelheid
I
Indicator vergrendeling bedie-
ning
J
Temperatuurindicator
K
Functie-indicator
Indicator Ontdooien
Indicator Thermo-sensor
Indicator ECONOMY
Indicator verticaal zwenken
Filterindicator
#1
*
1 Deze functies kunnen niet worden gebruikt.
(Zie ook de Gebruikershandleiding voor de
optie, wanneer u de opties, enz. gebruikt.)
#
1 Kan worden gebruikt indien juist ingesteld
tijdens de installatie. Raadpleeg bevoegd
servicepersoneel wanneer u deze functie ge-
bruikt.
Nl-6
VOORBEREIDENDE HANDELINGEN
Druk 2 seconden of meer op de
knop TIMER MODE (CLOCK AD-
JUST). De tijdindicator van de
afstandsbediening gaat knipperen.
2
SU MO TU WE TH FR SA
Druk op de knop DAY en selecteer de dag van de week.
Er verschijnt een
rond de geselecteerde dag.
Stel de actuele tijd in door op te knoppen SET TIME (< >) te drukken.
Druk herhaaldelijk en stel de actuele tijd in in stappen van 1 minuut.
Druk en houd een gedrukt en stel de actuele tijd in in stappen van
10 minuten.
bijv. maandag NM 11:00
Druk nogmaals en beëindig het instellen.
SU
MO
TU
WE
TH FR
SA
1
3
5
Schakel tussen de 12- en 24-uurs tijdweergave door
op de knop SET BACK te drukken.
3
4
SU
MO
TU
WE
TH FR
SA
SU
MO
TU
WE
TH FR
SA
SET BACK
Stel de actuele dag en tijd in
Nl-7
WERKING
Instructies die verband houden met verwarmen (*) gelden alleen voor het “HEAT & COOL MODEL” (Omgekeerde cyclus).
Temperatuur-instelbereik
AUTO ............................................... 18 tot 30 °C
KOELEN/DROGEN ......................... 18 tot 30 °C
VERWARMEN* ................................ 16 tot 30 °C
Lager Hoger
Bedieningslamp
Airconditioner AAN: Brandt helder
Airconditioner UIT: Brandt niet
Druk op de START/STOP knop.
Stel de bedrijfsstand in door op de knop MODE te drukken.
Als DRY is geselecteerd, wordt de ventilatorsnelheid op AUTO gezet.
Stel de kamertemperatuur in door op te knoppen SET TEMP. te drukken.
Stel de ventilatorsnelheid in door op de knop FAN te drukken.
Start de werking in ECONOMY-stand door op de knop ECONOMY
te drukken.
Raadpleeg pagina 14 voor nadere bijzonderheden over de functie.
Werking starten/stoppen
De bedrijfsstand instellen
Instelling bedrijfsstand
Instelling kamertemperatuur
Instelling ventilatorsnelheid
Werking in ECONOMY-stand
AUTO
KOELEN
DROGEN
VENTILATOR
VERWARMEN*
AUTO
HOOG
MID
LAAG
STIL
Nl-8
Druk langer dan 2 seconden op de knop ECONOMY button en
selecteer of de kamertemperatuur wordt gedetecteerd bij de
binneneenheid of bij de afstandsbediening.
Wanneer de
thermo-sensorindicator verschijnt, wordt de
kamertemperatuur gedetecteerd bij de afstandsbediening.
OPMERKINGEN
Als deze functie is vergrendeld, kan de plaats waar de kamertemperatuur wordt gedetecteerd niet worden gewijzigd, het
merkteken
knippert wanneer u de knop ECONOMY 2 seconden of langer indrukt.
Binneneenheid
Selectie kamertemperatuur-sensor
WERKING
Functie kinderslot
Druk gedurende 2 seconden of meer tegelijkertijd op de knop
DAY (DAY OFF) en de knop TIMER SET als u de functie Kinder-
slot wilt activeren en vergrendel alle knoppen op de afstandsbe-
diening behalve de knop START/STOP, de knop SET TEMP., de
knop MODE en de knop FAN. Druk weer gedurende 2 seconden
of meer op de knoppen als u de functie Kinderslot wilt deactive-
ren.
Wanneer de functie Kinderslot is geactiveerd, verschijnt het
merkteken
. Als er op een knop wordt gedrukt met de
functie Kinderslot ingeschakeld, knippert de indicator
CL
.
Deze functie is in de fabriek vergrendeld. Vraag, wanneer u deze functie gebruikt, aan bevoegd servicepersoneel
hoe u de kamertemperatuur goed kunt detecteren.
Nl-9
De ON/OFF-timer (AAN/UIT) instellen
TIMERFUNCTIES
ON/OFF-TIMER
Selecteer met de knop TIMER
MODE de ON-timer of de OFF-timer.
2
Met de knop TIMER DELETE kunt u de stand Timer annuleren.
U kunt de stand Timer ook annuleren door de stand Timer te wijzigen met de knop TIMER MODE
.
1
SU
MO
TU
WE
TH FR
SA
Stel de tijd in door op te knoppen SET TIME (< >) te drukken.
Wanneer de tijd is ingesteld, gaat de timer automatisch van start.
De tijd tot de OFF-timer in werking treedt wordt weergegeven
op de timer-indicator en neemt af naarmate de tijd verstrijkt.
Van 1 tot 24 uur
bijv. OFF-timer ingesteld op 6 uur
Annuleren
OFF-timer (Zie pagina 9.)
Met deze timer-functie kunt u de werking van de airconditioner stoppen. De timer treedt in werking en de airconditioner
stopt wanneer de ingestelde tijd is verstreken. U kunt de timer 24 uur van tevoren instellen.
ON-timer (Zie pagina 9.)
Met deze timer-functie kunt u de werking van de airconditioner starten. De timer treedt in werking en de airconditioning
start wanneer de ingestelde tijd is verstreken. U kunt de timer 24 uur van tevoren instellen.
WEEKLY-timer (Zie pagina 10.)
Stel met deze timer-functie de bedrijfstijden voor de dagen van de week in.
Met de DAY OFF-instelling kunt u de werking volgens de timer voor een geselecteerde dag in de komende week uitschakelen.
Omdat alle dagen gezamenlijk kunnen worden ingesteld, kunt u met de wekelijkse timer de timer-instellingen voor alle
dagen herhalen.
Temperatuur SET BACK-timer (Zie pagina 12.)
Wijzig met deze timer-functie de ingestelde temperatuur voor de bedrijfstijden die zijn ingesteld voor de dagen van de week.
Dit kan worden gebruikt in combinatie met andere timer-instellingen.
Geen controlelampje
NON
STOP
OFF-
TIMER
ON-
TIMER
WEKELIJK-
SE TIMER
Nl-10
WEKELIJKSE TIMER
Selecteer met de knop TIMER MODE de week-timer.
2
Druk 2 seconden of meer op de
knop TIMER SET.
1
3
Instelling dag van de week
Druk op de knop DAY en selecteer de dag van de week, en bevestig dan de
instelling met een druk op de knop TIMER SET.
ALL: u kunt alle dagen van de week tegelijk instellen wanneer een
verschijnt rond iedere dag.
ALL SU MO TU WE TH FR SA
4
Instelling van de tijd
Druk op de knoppen SET TIME (< >) en stel de tijd in, bevestig vervolgens met de
knop TIMER SET de instelling en ga verder naar de instelling van de ON- of OFF-tijd.
Per dag kunt u 2 keer ON- en OFF-tijden instellen.
Voltooi de instelling van de tijd door op de knop DAY te drukken en keer terug naar
de instelling van de dag van de week.
Wanneer de bedrijfstijd is ingesteld,
verschijnt het merkteken
.
5
Herhaal stappen 3 en 4.
U voltooit de instellingen van de week-timer door 2 secon-
den of langer op de knop TIMER SET te drukken.
De bedrijfstijd wissen
Drukt u op de knop TIMER DELETE tijdens
de stap
3 of 4, dan wordt de bedrijfstijd voor
de geselecteerde dag gewist.
Als alle dagen zijn geselecteerd, wordt de
bedrijfstijd van alle dagen gewist.
OPMERKINGEN
De bedrijfstijd kan alleen in stappen van 30 minuten worden ingesteld.
De OFF-tijd kan worden overgezet naar de volgende dag.
De functies ON-timer en OFF-timer kunnen niet met de week- timer worden ingesteld. U moet zowel een ON- als een OFF-tijd
instellen.
bijv. De timer is ingesteld op 7:00-18:00.
1
2
1
2
3
Instelling week-timer
AAN-1
UIT-1
AAN-2
UIT-2
Nl-11
SU
MO
TU
WE
TH FR
SA
369
12 15 18 21
SU
MO
TU
WE
TH FR
SA
369
12 15 18 21
WEKELIJKSE TIMER
Starten
Is de week-timer geselecteerd, dan begint
de timer automatisch te lopen.
De bedrijfstijd voor de actuele dag
wordt weergegeven
Annuleren
Met de knop TIMER DELETE kunt u
de stand Timer annuleren.
U kunt de stand Timer ook
annuleren door de stand Timer
te wijzigen met de knop TIMER
MODE.
1
U kunt in de wekelijkse timer
de dag instellen door de knop
TIMER SET 2 seconden of
langer ingedrukt te houden.
Selecteer de dag als u DAY
OFF wilt instellen.
Druk 2 seconden of langer op
de knop DAY (DAY OFF) als u
DAY OFF wilt instellen.
U kunt de instelling DAY OFF
voltooien door de knop TIMER
SET 2 seconden of langer
ingedrukt te houden.
243
Annuleren
Volg dezelfde procedures als die voor
de installatie
bijv. De DAY OFF is ingesteld voor maandag
OPMERKINGEN
De instelling DAY OFF is alleen beschikbaar voor dagen waarvoor al wekelijkse instellingen bestaan.
Als de bedrijfstijd doorloopt naar de volgende dag (gedurende een volgende-dag-instelling), wordt het effectieve DAY OFF-
bereik ingesteld zoals hieronder wordt getoond.
De instelling DAY OFF kan slechts 1 keer worden ingesteld. De instelling DAY OFF wordt automatisch geannuleerd wanneer
de ingestelde dag is verstreken.
Het merkteken
knippert onder een dag van de week.
bijv. Bedrijfstijd 7:00-18:00
Werking WEEKLY-timer
DAY OFF instellen (voor een vrije dag)
Normaal
Volgende-dag-instelling
Ingestelde dagVoorgaande dag
Volgende dag
DAY OFF
AAN AAN
UIT
UIT
WEKELIJKS
WEKELIJKS
Ingestelde dagVoorgaande dag
Volgende dag
DAY OFF
AAN AAN
UIT
UIT
WEKELIJKS
WEKELIJKS
Nl-12
TEMPERATUUR AFTELTIMER
Verander met de knop SET BACK de weergave van de beves-
tiging SET BACK.
De SET BACK-bedrijfstijd en de ingestelde temperatuur worden
weergegeven.
2
Druk 2 seconden of meer op
de knop TIMER SET.
1
3
Instelling van de dag
Instellingen van de bedrijfstijd
Volg voor het instellen van de bedrijfstijd dezelfde procedures als voor het instellen van de wekelijkse timer. De knop TIMER
DELETE wordt ook gebruikt zoals wordt beschreven in de procedures voor de wekelijkse timer.
4
OPMERKINGEN
De SET BACK-timer wijzigt alleen de ingestelde temperatuur, Het is niet mogelijk hiermee de airconditioner te starten en te stoppen.
De SET BACK-timer kan worden ingesteld op werking 2 keer per dag, maar er kan slechts 1 temperatuurinstelling worden gebruikt.
De SET BACK-timer Kan worden gebruikt in combinatie met de functies AAN, UIT en een wekelijkse timer.
De SET BACK-bedrijfstijd wordt alleen in de weergave van de SET BACK-bevestiging getoond. (Raadpleeg stap 1 vior de
weergave van de SET BACK-bevestiging.)
SET BACK
bijv. Wanneer u alle dagen tegelijk instelt
Instelling van de temperatuur
Stel de temperatuur in door op te knoppen
SET TEMP. te drukken. (Het instelbereik voor
de temperatuur is hetzelfde als het bereik
voor de bedrijfsstand.)
bijv. Bedrijfstijd 15:00-22:00
5
Herhaal stappen 3 en 4.
U kunt de instellingen voor tem-
peratuur SET BACK-timer vol-
tooien door de knop TIMER SET
2 seconden of langer ingedrukt
te houden.
SET BACK-temperatuur
Normale temperatuur
Starten
SET BACK
Druk op de knop SET BACK. De SET BACK-bevestiging wordt gedurende 5
seconden weergegeven, en dan start de timer automatisch opnieuw.
bijv. Weergave bij werking SET BACK-timer
(De bedrijfstijd wordt niet weergegeven.)
Annuleren
Druk op de knop SET BACK, en druk
vervolgens op de knop TIMER DELETE
terwijl de SET BACK-bevestiging wordt
weergegeven. Ook als u weer op de
knop SET BACK drukt, wordt de SET
BACK-timer geannuleerd.
Is er geen SET BACK-
temperatuur ingesteld,
dan wordt “- -” weer-
gegeven voor de tem-
peratuur.
1
3
2
4
1
2
Instelling Temperatuur SET BACK-timer
Werking Temperatuur SET BACK-timer
AAN
24°C
24°C
28°C
UIT
Nl-13
DE RICHTING VAN DE LUCHTSTROOMAANPASSEN
Instructies met betrekking tot verwarming (*) zijn alleen van toepassing op het “HEAT & COOL MODEL“ (omgekeerde cyclus).
Start de airconditioner eerst voordat u deze procedure uitvoert.
Druk op de START/STOP knop om de airconditioner in te schakelen en ga
dan als volgt te werk.
Druk op de verticale luchtstroomrichting en swing knop om de richting van de
verticale luchtstroom te wijzigen.
Aanbevolen instelling luchtstroomrichting:
1, 2, 3, 4: Tijdens de koel-/
ontvochtigingsmodus
2, 3, 4: Tijdens de
verwarmingsmodus
De richting van de verticale luchtstroom wordt automatisch ingesteld zoals weerge-
geven, overeenkomstig het type van de gekozen werking.
Tijdens de koel-/ontvochtigingsmodus : Horizontale stroom 1
Tijdens de verwarmingsmodus* : Neerwaartse stroom 4
Tijdens de werking in de AUTO modus zal de luchtstroom gedurende de eerste minuten
horizontaal 1 zijn; de richting kan tijdens deze periode niet worden aangepast.
De horizontale luchtstroomrichting aanpassen
Deze functie kan niet worden gebruikt.
De luchtstroomrichtingsflappen
proberen te wijzigen, kan tot een
verkeerde werking leiden. Als dit het
geval is, schakel het apparaat uit en
vervolgens opnieuw in. Het rooster
moet vervolgens opnieuw naar be-
horen werken.
Als u de airconditioner in een kamer
met baby’s, kinderen, bejaarden of
zieke personen gebruikt, houd tij-
dens het instellen rekening met een
gepaste richting van de luchtstroom
en kamertemperatuur.
Telkens op de knop wordt gedrukt, zal het richtingsbereik van de luchtstroom als volgt
wijzigen:
1
2 3 4
Het display van de afstandsbediening wijzigt niet.
De verticale luchtstroomrichting aanpassen
De werkingsmodus instellen
Nl-14
SWING WERKING
Schakel de airconditioner eerst in voordat u deze procedure uitvoert.
Houd de knop van de verticale luchtstroomrichting en swing langer dan 2 secon-
den ingedrukt. (Stop de instelling door deze nogmaals langer dan 2 seconden
ingedrukt te houden.)
De SWING werking kan tijdelijk worden gestopt wanneer de
ventilator van de airconditioner niet of op een zeer lage snel-
heid werkt.
Over de schommelwerking
De type werking
Koelen/Verwarmen/Drogen/Ventilator
Schommelbereik
1 tot 4
De SWING werking selecteren/stoppen
WERKING IN DE ECONOMY-STAND
Schakel de airconditioner eerst in voordat u deze procedure uitvoert.
De ECONOMY werking gebruiken
Druk op de knop ECONOMY.
De indicator ECONOMY gaat branden.
Het apparaat begin te werken in de stand ECONOMY.
De ECONOMY werking stoppen
Druk weer op de knop ECONOMY.
De indicator ECONOMY gaat uit.
Het apparaat begint in de normale stand te werken.
Over de ECONOMY werking
Bij een maximale uitvoer is de ECONOMY werking circa 70% van de normale koel- of verwarmingswerking.
Als het vertrek in de stand ECONOMY onvoldoende wordt gekoeld (of verwarmd), selecteer dan de normale werking.
Tijdens de controleperiode in de stand AUTO schakelt de airconditioner niet over naar ECONOMY, zelfs al selecteert u ECO-
NOMY met een druk op de knop ECONOMY.
Wanneer het apparaat in de stand ECONOMY werkt, zal de kamertemperatuur wat hoger zijn dan de in de koelstand ingestelde
temperatuur en wat lager dan de in de verwarmingsstand ingestelde temperatuur. De ECONOMY modus kan aldus meer ener-
gie besparen in vergelijking met de andere modi.
In geval van een multi-type airconditioner is de stand ECONOMY alleen beschikbaar voor de ingestelde binneneenheid.
Nl-15
REINIGING EN ONDERHOUD
Schakel dit product, voordat u het schoonmaakt, vooral eerst uit en verbreek de aansluiting op de
stroomvoorziening.
Omdat het schoonmaken van lters werk op hoogte met zich meebrengt, kunt u beter geautoriseerd
servicepersoneel raadplegen.
De ventilator werkt op hoge snelheid binnen in het apparaat, en kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Stel de behuizing van het apparaat niet bloot aan vloeibare insecticiden of aan haarspray.
Laat het inlaatrooster niet vallen.
OPGELET
Wanneer u het apparaat gedurende langere tijd gebruikt, kan er zich vuil binnenin het apparaat verzamelen, waardoor het ap-
paraat mindere prestaties zal leveren. We bevelen aan om, naast een regelmatige reiniging en onderhoud, het apparaat nu en
dan te controleren. Voor meer informatie, neem contact op met vakbekwaam onderhoudspersoneel.
Gebruik bij het reinigen van het apparaat geen water heter dan 40 °C, geen grove schuurmiddelen en geen vluchtige middelen
zoals wasbenzine of thinner.
Als het apparaat niet wordt gebruikt gedurende een periode van 1 maand of meer, laat dan vooral de onderdelen binnenin de
unit van tevoren grondig drogen, door het apparaat een halve dag in de ventilatorstand te laten werken.
Reiniging van de lucht lter
1. Duw de haakjes van het inlaatrooster rich-
ting de binnenkant van het apparaat om
het inlaatrooster te openen.
2. Trek de lter uit het inlaatrooster.
3. Reiniging van de lucht lter.
Verwijder het stof van de lucht lters door middel van een
stofzuiger of door de lters schoon te wassen. Laat de lters
na het wassen grondig drogen op een plek die afgeschermd
is van zonlicht.
4.
Plaats de lucht lters terug in het inlaatrooster.
1 Plaats de lucht lter terug in de houder.
2 Zorg ervoor dat de lucht lter contact maakt met de lter-
stopper als deze in de houder wordt teruggeplaatst.
5. Sluit het inlaatrooster en duw de haakjes
van het inlaatrooster naar buiten.
Verwijder stof van de lucht lter met behulp van een stof-
zuiger of was het lter in warm water met een mild schoon-
maakmiddel. Als u het lter wast, laat het dan grondig
drogen op een schaduwrijke plaats voordat u het opnieuw
installeert.
Als er zich vuil op het lucht lter verzamelt, neemt de lucht-
stroom af, presteert het apparaat minder goed en maakt
het meer lawaai.
Kan worden gebruikt indien juist ingesteld bij de installatie. Raadpleeg bevoegd servicepersoneel wanneer u
deze functie gebruikt.
Gaat branden wanneer de lucht lters moeten
worden gereinigd.
Na inschakeling.
Druk gedurende 2 seconden of meer op de knop
MAINTENANCE op de afstandsbediening.
De lter-indicator verdwijnt.
Filter-indicator Reset (Een speciale instelling)
Nl-16
PROBLEEMOPLOSSING
Instructies die verband houden met verwarmen (*) gelden alleen voor het “HEAT & COOL MODEL” (Omgekeerde cyclus).
In de volgende gevallen moet u onmiddellijk stopen met het gebruik van de airconditioner en de voe-
ding ontkoppelen door het uitschakelen van de elektrische hoofdschakelaar of door de stekker uit het
stopcontact te halen. Raadpleeg vervolgens uw dealer of bevoegd onderhoudspersoneel.
Zolang de airconditioner is aangesloten op de stroomvoorziening, is de voeding niet uitgeschakeld, ook
niet als u het apparaat is hebt uitgezet.
Apparaat ruikt naar brand of het stoot rook uit
• Er lekt water uit het apparaat
Voer, voordat u contact opneemt met een reparateur, de volgende controles uit:
WAARSCHUWING
Symptoom Oorzaak
Zie pagina
NORMALE
WERKING
Werkt niet onmiddellijk:
Als het apparaat wordt gestopt en vervolgens onmiddellijk opnieuw
wordt gestart, werkt de compressor niet gedurende 3 minuten,
zodat wordt voorkomen dat er zekeringen doorbranden.
Wanneer de elektrische onderbreker wordt uitgeschakeld en op-
nieuw wordt ingeschakeld, treedt het beveiligingscircuit ongeveer
3 minuten in werking, zodat het apparaat gedurende deze periode
niet werkt.
Er worden geluiden ge-
hoord:
Gedurende de werking en direct na het uitschakelen van het appa-
raat kan het geluid van water dat door de leidingen van de aircon-
ditioner stroomt, te horen zijn. Ook kunt u de eerste 2-3 minuten na
het inschakelen het stromen van koelmiddel horen.
Tijdens de werking kan een krakend geluid worden gehoord. Dit
is het resultaat van een minieme uitzetting en inkrimping van het
frontpaneel dat door een wijziging van de temperatuur wordt ver-
oorzaakt.
*
Tijdens het verwarmen kan een sissend geluid worden gehoord.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het automatisch ontdooiproces.
17
Geuren:
De binneneenheid kan geuren afgeven. Deze geuren worden
veroorzaakt door luchtjes in de kamer (meubilair, tabak, enz.), die
door de binneneenheid worden aangezogen.
Er wordt een nevel of er
wordt stoom uitgestoten:
Een dunne nevel kan tijdens het koelen of drogen door de binnen-
eenheid worden afgegeven. Dit wordt veroorzaakt door een plot-
selinge afkoeling van de lucht in de kamer door de lucht die door
de binneneenheid wordt afgegeven, hierdoor ontstaat condens- en
nevelvorming.
*
Tijdens het verwarmen kan de ventilator van de buiteneenheid tot
stilstand komen en kan er stoom uit het apparaat opstijgen. Dit wordt
door het automatisch ontdooiproces veroorzaakt.
17
Luchtstroom is zwak of
stopt:
*
Wanneer de verwarmingsstand is ingeschakeld, draait de ventilator
tijdelijk op zeer lage snelheid, zodat de interne onderdelen op tem-
peratuur kunnen komen.
*
Als de kamertemperatuur tijdens het verwarmen boven de thermo-
staatinstelling komt, stopt de buiteneenheid en draait de ventilator
van de binneneenheid op zeer lage snelheid. Als u de kamer meer
wilt verwarmen, zet dan de thermostaat op een hogere stand.
*
Het apparaat zal tijdens het verwarmen tijdelijk (4 tot 15 minuten
lang) tot stilstand komen, wanneer het automatisch ontdooiproces
werkt. Tijdens het automatisch ontdooien wordt
op het scherm
van de afstandsbediening weergegeven.
17
De ventilator kan tijdens het drogen of wanneer het apparaat de tem-
peratuur van het vertrek controleert, op zeer lage snelheid werken.
Bij werking in de stand QUIET werkt de ventilator op zeer lage snelheid.
Bij werking in de stand AUTO-controle draait de ventilator op zeer
lage snelheid.
Er stroomt water uit de
buiteneenheid:
*
Tijdens het verwarmen kan er water uit de buiteneenheid komen als
gevolg van het automatisch ontdooien.
17
De indicator FILTER knippert:
Maak het lter schoon. Schakel daarna de indicator FILTER uit.
15
De weergave van de
thermo-sensor knippert op
de afstandsbediening:
Mogelijk werkt de sensor voor de kamertemperatuur niet goed.
Vraag advies aan bevoegd servicepersoneel.
Nl-17
PROBLEMEN OPLOSSEN
GEBRUIKSTIPS
Instructies die verband houden met verwarmen (*) gelden alleen voor het “HEAT & COOL MODEL” (Omgekeerde cyclus).
Als na verwarmen ijsvorming op de buiteneenheid ontstaat,
zal de eenheid de ontdooicyclus automatisch starten. De
buiteneenheid zal dan na enkele minuten te hebben gewerkt
automatisch worden uitgeschakeld.
Geringe koeling van de omgeving
Wanneer de buitentemperatuur daalt, zullen de ventilatoren van
de buitenunit misschien op lage snelheid gaan werken, of zal een
van de ventilatoren zo nu en dan tot stilstand komen.
Hot Start*
De binneneenheid voorkomt koude tocht wanneer het verwarmen
wordt gestart.
De ventilator van de binneneenheid zal niet werken of zal op
zeer lage snelheid werken, tot de warmtewisselaar de ingestelde
temperatuur bereikt.
Dubbele afstandsbediening (optie)
Er kan een extra afstandsbediening worden toegevoegd zodat tot
wel twee afstandsbedieningen kunnen worden gebruikt. Elk van
beide afstandsbedieningen kan de airconditioner regelen. Maar
de timer-functies kunnen niet worden gebruikt op de secundaire
afstandsbediening.
Groepsregeling
Een afstandsbediening kan tot wel 16 airconditioners regelen.
Alle airconditioners worden bediend met dezelfde instellingen.
Verwarmingsprestaties*
Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe,
waarbij warmte uit de buitenlucht wordt opgenomen en in de
binnenruimte wordt afgegeven. De bedrijfsprestaties nemen
daarom af naarmate de temperatuur van de buitenlucht zakt.
Als u het gevoel hebt dat het apparaat onvoldoende warmte
produceert, raden wij u aan deze airconditioner in combinatie
met een ander verwarmingstoestel te gebruiken.
Warmtepomp-airconditioners verwarmen uw gehele kamer
door de lucht in de ruimte te laten circuleren, dat betekent
dat het na het inschakelen van de airconditioner enige tijd
kan duren voordat de kamer is verwarmd.
Wanner de binnen- en de buitentempe-
ratuur hoog zijn*
Wanneer tijdens het verwarmen zowel de binnen- als de buiten-
temperatuur hoog zijn, zal de ventilator van de buiteneenheid zo
nu en dan tot stilstand komen.
Ventilatorsnelheid: AUTO
Verwarmen
*: De ventilator werkt op zeer lage snelheid wanneer de
temperatuur van de lucht die door de binneneenheid
wordt vrijgegeven, laag is.
Koelen:
Naarmate de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur
nadert, neemt de snelheid van de ventilator af.
Ventilator: De ventilator werkt op de lage ventilatorsnelheid.
Microcomputer-gestuurd automatisch ontdooien*
In de verwarmingsstand, bij een lage buitentemperatuur en
hoge luchtvochtigheid, kan er ijsvorming op de buiteneenheid
ontstaan, waardoor het apparaat minder goed presteert.
Om te voorkomen dat deze airconditioner minder presteert, is het
apparaat uitgerust met een microcomputer-gestuurde automatische
ontdooifunctie. Tijdens de ontdooicyclus zal de binnenventilator tot
stilstand komen en wordt
op de afstandsbediening weergegeven.
Pas na ongeveer 4 tot 15 minuten zal de airconditioner weer opstarten.
Symptoom Te controleren punten
Zie
pagina
CONTROLEER
NOGMAALS
Werkt helemaal niet:
Is de beveiligingsschakelaar uitgeschakeld?
Is er een stroomstoring?
Is er een zekering doorgebrand of is de beveiligingsschakelaar ge-
activeerd?
Is de timer actief? 9 tot 11
Zwakke prestaties bij koelen
(of verwarmen*):
Is het lucht lter vuil?
Wordt het luchtinlaatrooster of de luchtuitlaat van de airconditioner
geblokkeerd?
Hebt u de kamertemperatuurinstellingen (thermostaat) wel goed
aangepast?
Staat er een raam of een deur open?
Kan er tijdens het koelen fel zonlicht door een raam binnendrin-
gen? (Doe de gordijnen dicht.)
Bevinden er zich tijdens het koelen verwarmingstoestellen en com-
puters in de kamer, of zijn er veel mensen binnen?
Is het apparaat in de stand QUIET gezet?
Als het probleem aanhoudt nadat u deze controles hebt uitgevoerd, of als u een brandlucht ruikt, stop de werking dan onmiddellijk,
onderbreek de stroomvoorziening en vraag advies aan bevoegd servicepersoneel.
Nl-18
Wanneer AUTO (automatische omschakeling) eerst is geselecteerd, werkt de ventilator gedurende enkele minuten op
een zeer lage snelheid. De binneneenheid detecteert gedurende deze tijd
de condities in de kamer en selecteert de juiste stand.
Kamertemperatuur is hoger dan de vastgestelde temperatuur in
de thermostaatinstelling Koelmodus of Ontvochtigingsmodus
Kamertemperatuur is in de buurt van of lager dan de vastgestelde
temperatuur in de temperatuurinstelling Verwarmingsstand
Wanneer de binneneenheid de temperatuur in uw kamer op ongeveer de
temperatuurinstelling heeft gebracht, wordt de monitorfunctie ingeschakeld. In de waakwerkingsmodus werkt de venti-
lator op een lage snelheid. Als de kamertemperatuur vervolgens verandert, zal de binneneenheid weer de juiste stand
(koelen) selecteren en de temperatuur weer op de waarde van de temperatuurinstelling brengen.
Als u een andere stand wilt kiezen dan de stand die automatisch door het apparaat is gekozen, selecteer dan zelf een
stand (COOL, DRY, FAN).
GEBRUIKSTIPS
Wanneer AUTO (automatische omschakeling) is geselecteerd, kiest de airconditioner de juiste stand (koelen of verwar-
men), naargelang de huidige temperatuur in uw kamer.
Wanneer AUTO (automatische omschakeling) eerst is geselecteerd, werkt de ventilator gedurende enkele minuten op
lage snelheid. De binneneenheid detecteert gedurende deze tijd de omstandigheden in de kamer en selecteert vervol-
gens de juiste stand.
Kamertemperatuur is hoger dan de vastgestelde temperatuur in
de thermostaatinstelling Koelmodus of Ontvochtigingsmodus
Kamertemperatuur is in de buurt van de vastgestelde temperatuur
in de temperatuurinstelling Bepaald door de buitentemperatuur
Kamertemperatuur is lager dan de vastgestelde temperatuur in
de thermostaatinstelling Verwarmingsmodus
Wanneer de airconditioner de temperatuur in uw kamer op ongeveer de temperatuurinstelling heeft gebracht, wordt de
monitorfunctie ingeschakeld. In de waakwerkingsmodus werkt de ventilator op een lage snelheid. Als de kamertem-
peratuur vervolgens wijzigt, zal de airconditioner opnieuw de gepaste werking (verwarmen, koelen) selecteren om de
temperatuur opnieuw op de thermostaatinstelling te brengen.
Als u een andere stand wilt kiezen dan de stand die automatisch door het apparaat is gekozen, selecteer dan zelf een
stand (HEAT, COOL, DRY, FAN).
In verwarmingsstand:
Stel de thermostaat op een temperatuur-
instelling in die hoger is dan de huidige
kamertemperatuur. De verwarmingsmodus
werkt niet als de thermostaat op een lagere
waarde is ingesteld dan de huidige kamer-
temperatuur.
In koel-/droogstand:
Stel de thermostaat op een temperatuur-
instelling in die lager is dan de huidige
kamertemperatuur. De koel- en ontvochti-
gingsmodus werkt niet als de thermostaat
op een hogere waarde is ingesteld dan de
huidige kamertemperatuur (in de koelmodus
werkt enkel de ventilator).
In ventilatorstand:
U kunt het apparaat niet gebruiken om uw
kamer te verwarmen en te koelen.
VERWARMEN
*: Verwarm uw kamer.
Wanneer de verwarmingsstand is geselecteerd, werkt de airconditioner
ongeveer 3 tot 5 minuten op een zeer lage ventilatorsnelheid, waarna naar
de geselecteerde ventilatorinstelling wordt overgeschakeld. Deze periode
wordt gebruikt om de binneneenheid op te warmen voordat de volledige
werking wordt gestart.
Wanneer de kamertemperatuur zeer laag is, kan ijsvorming op de buiteneen-
heid ontstaan, wat tot lagere prestaties kan leiden. Om het ijs te verwijderen
zal het apparaat nu en dan automatisch de ontdooicyclus openen. Tijdens
het automatisch ontdooien, zal de verwarmingsfunctie worden onderbroken.
Na het starten van de verwarmings kan het enige tijd duren voordat de
kamer wordt opgewarmd.
KOELEN:
Koel uw kamer.
DROGEN:
Koel uw kamer terwijl de luchtvochtigheid wordt verminderd.
U kunt niet de kamer verwarmen tijdens het verminderen van de luchtvochtigheid.
In de droogstand werkt het apparaat op lage snelheid. De luchtvochtigheid in
de kamer neemt af en de ventilator van de binneneenheid zal zo nu en dan
stoppen met draaien. De ventilator kan tevens op een zeer lage snelheid
draaien wanneer de vochtigheidsgraad in de kamer wordt gewijzigd.
De ventilatorsnelheid handmatig wijzigen wanneer de droogstand is gese-
lecteerd, is niet mogelijk.
VENTILATOR
: Laat de lucht in uw kamer circuleren.
Koelstand of
Droogstand
Verwarmingsstand
Vastgesteld door bui-
tentemperatuur
Vastgestelde
temperatuur in
de thermostaa-
tinstelling
AUTO [in HEAT & COOL (Omgekeerde cyclus) model]:
AUTO (in model KOELEN):
Instructies die verband houden met verwarmen (*) gelden alleen voor het “HEAT & COOL MODEL” (Omgekeerde cyclus).
Vastgestelde
temperatuur in
de thermostaat-
instelling
Koelstand of
Droogstand
Monitor-functie
Werking in verschillende standen
Nl-19
GEBRUIKSTIPS
Zou de stroomvoorziening van de airconditioner worden on-
derbroken door een stroomstoring, dan start de airconditioner
automatisch weer op in de eerder geselecteerde stand, wan-
neer de stroomvoorziening wordt hersteld.
Gebruik van andere elektrische apparaten (elektrisch scheer-
apparaat, enz.) in de buurt van de draadloze radiozender
kan de werking van de airconditioner verstoren. Als dit zich
voordoet, onderbreek de stroomvoorziening dan tijdelijk,
schakel opnieuw in en hervat de werking met behulp van de
AUTO Restart (Automatisch herstarten)
In geval van een stroomonderbreking
* In de verwarmingsstand kan de bovenkant van de binnen-
eenheid warm worden, dit komt omdat er koelmiddel door de
binneneenheid stroomt, zelfs nadat deze is uitgeschakeld. Dit
is geen storing van het apparaat.
*
In de verwarmingsstand start de buiteneenheid zo nu en dan kort
het ontdooiproces. Als de gebruiker tijdens het ontdooiproces de
binneneenheid opnieuw op verwarmen instelt, wordt het ontdooi-
proces voortgezet en start het verwarmen na het ontdooien. Het
kan aldus enige tijd duren voordat warme lucht uit het apparaat
stroomt
.
Mededelingen
ZELF-DIAGNOSE
Wanneer “Er” in temperature-indicator wordt weergegeven, moet het airconditioningssysteem worden nagezien. Vraag advies aan
bevoegd servicepersoneel.
Unit-nummer (gewoonlijk “00”)
Foutcode
bijv. Zelfdiagnose
Instructies die verband houden met de omzetter (
) gelden alleen voor het “INVERTER-MODEL”.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19

Fujitsu HUG54LRLA Handleiding

Type
Handleiding