Bauknecht ARG 570-3 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
23
GEBRUIKSAANWIJZING
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
BEDIENINGEN
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
HET APPARAAT ONTDOOIEN EN REINIGEN
STORINGEN OPSPOREN
KLANTENSERVICE
INSTALLATIE
24
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A) Koelvak
(voor het bewaren van verse levensmiddelen)
1.
Schappen (gedeeltelijk in hoogte verstelbaar)
2.
Groente- en fruitladen
3.
Binnendeur koelkast met:
(indien bijgeleverd)
a. Verstelbare vakken
b. Bovenste deurvak
c. Onderste deurvak
4.
Lade (uitschuifbaar) (indien bijgeleverd)
5.
Afvoer voor het dooiwater
6.
Typeplaatje
B) Vriesvak (indien bijgeleverd)
(gekenmerkt door het symbool
voor het bewaren van verse levensmiddelen en
diepvriesproducten en het maken van ijsblokjes
7.
Rooster (niet op de afbeelding weergegeven,
indien leverbaar)
8.
Invrieszone
9.
IJsbakjes
C) Bedieningen
BEDIENINGEN
A.
Thermostaatknop
B.
Lichtknop
D.
Referentieteken thermostaatstand
E.
Lampje (max 15 W)
25
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
Het door u aangeschafte apparaat is
ontworpen voor huishoudelijk gebruik en ook:
- voor gebruik in keukens van werkplaatsen,
winkels en/of kantoren
- in landbouwbedrijven
- in hotels, motels, appartementen, bed &
breakfast voor gebruik door afzonderlijke
klanten.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat
is het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van
voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand
nog eens kunt raadplegen.
3.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit.
Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de
levering van het product van eventuele schade
op de hoogte te worden gesteld.
4.
Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
alvorens het apparaat in werking te stellen, om
het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
5.
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
6.
Reinig de binnenkant van het product alvorens
het in gebruik te nemen.
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingsymbool.
Voor de verwerking moeten de plaatselijke
voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken
polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een
bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van
het merkteken volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor
te zorgen dat dit product op de juiste manier als
afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve
consequenties voor het milieu en de menselijke
gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling
van elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het
wordt afgedankt onbruikbaar door de
voedingskabel door te snijden en de deuren en
schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de
plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking
en breng het naar een speciaal
afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een
paar dagen, aangezien het voor kinderen een
bron van gevaar kan opleveren. Voor nadere
informatie over de behandeling, terugwinning en
recycling van dit product wordt u verzocht
contact op te nemen met het stadskantoor in uw
woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel
waar u het product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit
bevat R134a (HFC) of R600a (HC), zie
serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat geen
schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel
ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om
te controleren of de leidingen van het koelcircuit
niet beschadigd zijn.
Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas
bevatten dat onder het Protocol van Kyoto valt;
het koelgas zit in een hermetisch verzegeld
systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal
verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Verordening (EG)
nr. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
veiligheidsvoorschriften van de
“Laagspanningsrichtlijn” 2006/95/EG
(die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd
wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt
werkende installatie is aangesloten, die volgens
de wettelijke voorschriften is geaard.
26
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Zorg ervoor dat het product tijdens de
installatie de voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en
boven het apparaat om een goede ventilatie
te garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het
apparaat vrij van obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
de koelkast niet.
Installeer het product waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte
die geschikt is voor de afmetingen en het
gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de
klimaatklasse die op het serienummerplaatje
staat aangegeven: het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het voor
een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met
een hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Gebruik geen enkele of meervoudige
adapters of verlengsnoeren.
Gebruik voor de aansluiting op de
waterleiding de bij het nieuwe apparaat
geleverde slang en niet die van het vorige
apparaat.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel of door de
Klantenservice worden gewijzigd of
vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de
stekker uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms
van het stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
Plaats geen spuitbussen of houders die drijfgas
of brandbare stoffen bevatten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de
buurt van het apparaat of van andere
elektrische huishoudelijke apparatuur.
De dampen die hieruit voortkomen kunnen
brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische,
elektrische of chemische systemen die het
ontdooiproces versnellen dan door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten
in de vakken van het apparaat, als hiervoor
geen uitdrukkelijke toestemming door de
fabrikant is gegeven.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte fysieke, sensorische
of mentale vermogens, of zonder ervaring of
kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens
het gebruik instructies ontvangen van of
begeleid worden door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag
hen niet worden toegestaan in het product te
spelen of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (niet op alle modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn
dat ze ijsbrand kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een
waterleidingnet aangesloten worden dat
uitsluitend drinkwater levert (met een
waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81
MPa (1,7 en 8,1 bar)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het
vriesgedeelte want deze kunnen barsten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn
genomen.
Klimaatklasse Omg. temp.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
27
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een koelkast met een vriesvak met
sterren.
Of is een koelkast met een vriesvak met sterren.
Het apparaat levert optimale prestaties als de
omgevingstemperatuur er omheen tussen +10°C en +38°C
ligt.
Ingebruikneming van het apparaat
Als de stekker van het apparaat in het stopcontact gestoken is, en de
thermostaat
(1)
niet op het symbool
z
staat, gaat de
binnenverlichting telkens branden wanneer de deur geopend wordt.
Nadat de temperatuur is ingesteld – zoals beschreven wordt in het
volgende hoofdstuk – is het apparaat gereed om te werken.
Temperatuurinstelling
- Als u de temperatuur in het vak wilt wijzigen, draait u de
thermostaatknop:
op de lagere cijfers
1-2/MIN
wanneer u wilt dat de
temperatuur in het vak
MINDER KOUD
is;
op de middencijfers
3-4/MED
voor een
GEMIDDELD HOGE
temperatuur;
op de hogere cijfers
5-7/MAX
voor een
KOUDERE
temperatuur.
Thermostaat op
z
: de functies van het apparaat en de verlichting
worden onderbroken.
Opmerking
:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur
wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed
zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De
thermostaatstand dient op grond van deze factoren te worden
aangepast.
Belangrijk
De instelling van de thermostaat
(1)
is afhankelijk van de plaats
waar het apparaat geïnstalleerd is, van de temperatuur van het
vertrek en de frequentie waarmee de deur geopend wordt.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak:
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast:
1.
Gekookt voedsel
2.
Zuivel, conserven, kaas, boter
3.
Vis, vlees
4.
Vleeswaren
5.
Fruit, groente, salades
6.
Kleine conserven, eieren
7.
Tubes, kleine conserven
8.
Kleine flessen
9.
Flessen
Opmerking
:
De voedingsmiddelen moeten worden afgedekt om te
voorkomen dat ze uitdrogen.
Warm voedsel moet eerst afkoelen, voordat het in de koelkast
gezet mag worden.
Zorg ervoor dat de lucht goed kan circuleren tussen de
levensmiddelen.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
28
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Alleen voor apparaten met of met :
Als het vriesvak heeft, kunnen er al ingevroren
voedingsmiddelen in worden bewaard.
Als het vriesvak heeft, kunnen de
voedingsmiddelen er maandenlang in bewaard
worden en kunnen bovendien verse
voedingsmiddelen worden ingevroren. Op het
serienummerplaatje (zie paragraaf “Beschrijving
van het apparaat, ref. 6) wordt vermeld hoeveel
verse levensmiddelen uitgedrukt in kg. kan worden
ingevroren in 24 uur.
Invriezen van levensmiddelen
Zet de thermostaat
(1)
op de stand
3-4
.
Leg de in te vriezen levensmiddelen in het midden van het
vriesvak met .
Bevroren levensmiddelen mogen niet in contact komen
met in te vriezen levensmiddelen (houd een afstand van
ongeveer 20 mm).
Zet de thermostaat
(1)
na 24 uur weer op de normale
stand.
Belangrijk:
Wikkel het voedsel en verzegel het in:
aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic
verpakking, polyethyleen bakjes met deksel,
diepvriesbakken.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
De verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat
het product anders kan bederven. Als een pakje bol staat
of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn
ontdooid.
De diepvriesproducten dienen in isolerende tassen te
worden vervoerd.
De diepvriesproducten dienen als laatste te worden
gekocht.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
vriesvak.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet
opnieuw worden ingevroren, maar moeten binnen 24 uur
worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten worden vermeden of tot
een minimum worden beperkt.
De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet
worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje
(9)
voor 3/4 met water en zet het op de
bodem van het vriesvak.
Gebruik de handgreep van een lepel om de bakjes die zich
aan het vak hebben vastgehecht los te maken.
Gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen.
29
HET APPARAAT ONTDOOIEN EN REINIGEN
Haal eerst de stekker uit het stopcontact, voordat u
onderhoud gaat plegen op het apparaat of het gaat
schoonmaken. Wij raden u aan het vriesvak te
ontdooien wanneer de ijsvorming op de wanden 3
millimeter dik is geworden.
Haal de levensmiddelen uit het vriesvak met of
en draai de thermostaat op
z
.
Wikkel de diepvriesproducten strak tegen elkaar in
kranten (of in een deken) en zet hen op een koele plaats.
Reinig het vriesvak met een vochtige spons met lauw
water en/of een neutraal schoonmaakmiddel.
Spoel en droog zorgvuldig.
Het koelvak wordt automatisch ontdooid.
Reinig de binnenkant van het gat regelmatig om een
constante en correcte afvoer van het dooiwater zeker te
stellen.
Sluit het apparaat na de reiniging weer aan op het
elektriciteitsnet.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Als u de vriezer langere tijd niet gebruikt.
Maak de vakken leeg.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Ontdooi het apparaat en reinig de binnenwanden.
Laat de deur open om te voorkomen dat er onaangename
geuren ontstaan.
30
STORINGEN OPSPOREN
Als u de volgende geluiden hoort
..werkt uw product uitstekend!!!
1. De temperatuur in de vakken is te hoog.
Verhinderen de voedingsmiddelen een correcte sluiting
van de deuren?
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie gehinderd?
2. De temperatuur in het koelvak is te laag.
Staat de thermostaat op de goede stand?
3. Het apparaat maakt te veel lawaai.
Is het apparaat correct geïnstalleerd?
Raken de buizen aan de achterkant elkaar of trillen ze?
Het is normaal dat men lawaai hoort van de koelvloeistof
die circuleert.
4. Het apparaat werkt niet?
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
Werken de beveiligingen van de elektrische installatie
van uw woning correct?
Is de voedingskabel beschadigd?
5. Er staat water op de bodem van het koelvak.
Staat de thermostaat in de goede stand?
Is de afvoer van het dooiwater misschien verstopt?
6. De binnenverlichting werkt niet.
Controleer
eerst punt 4, en vervolgens:
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Vervang het lampje eventueel door een nieuw
exemplaar
(220÷240V, 15 Watt)
.
Verwijdering lampje: Schroef hem tegen de klok in los,
zoals op de afbeelding
31
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen (zie
“Storingen opsporen”).
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is,
schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de
handeling na een uur.
3.
Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje binnenin het apparaat),
uw volledige adres en
uw telefoonnummer.
Opmerking:
Het verwijderen van de deur van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen.
Installatie in een warme omgeving, rechtstreekse
blootstelling aan de zon of opstelling van het apparaat in de
buurt van een warmtebron (kachel, fornuis) verhogen het
stroomverbruik en dienen te worden vermeden.
Indien dit niet mogelijk is, moeten de volgende
minimumafstanden worden aangehouden:
30 cm vanaf fornuizen die werken op kolen of petroleum
3 cm vanaf elektrische fornuizen.
Installeer het apparaat op een droge en goed
geventileerde plaats.
Reinig de binnenkant (zie hoofdstuk “Het apparaat
ontdooien en reinigen”).
Breng de accessoires aan.
Controleer de afdichting van de deur, in het bijzonder na
montage of eventuele omkering van de opening van de
deur.
Elektrische aansluiting
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenstemt met de netspanning in uw woning.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De
fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
eventueel persoonlijk letsel of schade aan voorwerpen, die
te wijten zijn aan het niet in acht nemen van deze
voorschriften.
Als de stekker en het stopcontact niet van hetzelfde type
zijn, laat het stopcontact dan vervangen door een
gekwalificeerd technicus.
Gebruik geen adapters, meervoudige stopcontacten of
verlengsnoeren.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Bauknecht ARG 570-3 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding