36
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
•
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en dranken,
en het vriesvak uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
•
Zorg ervoor dat het product tijdens de installatie
de voedingskabel niet beschadigt.
•
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak want
deze kunnen barsten.
•
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat
ze brandwonden kunnen veroorzaken.
•
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
•
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
•
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt
van het apparaat of van andere elektrische
huishoudelijke apparatuur. De dampen die
hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
•
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven
het apparaat om een goede ventilatie te
garanderen of volg de installatie-instructies.
•
Houd de ventilatie-openingen van het apparaat
vrij van obstakels.
•
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een waterleidingnet
aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater
levert (met een waterleidingdruk van tussen de
1,7 en 8,1 bar (25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/
of waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
•
Installeer het apparaat waterpas op een vloer die
het gewicht kan dragen en in een ruimte die
geschikt is voor de afmetingen en het gebruik
van het apparaat.
•
Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding
de bij het nieuwe apparaat geleverde slang en
niet die van het vorige apparaat.
•
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
•
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de temperatuur
binnen de volgende waarden ligt, die op hun
beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse
die op het typeplaatje staat aangegeven: Het is
mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert
als het voor een lange tijd in een ruimte wordt
gelaten met een hogere of lagere temperatuur
dan het genoemde bereik.
•
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
•
Gebruik geen andere mechanische, elektrische
of chemische systemen die het ontdooiproces
versnellen dan door de fabrikant zijn
aanbevolen.
•
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van de
koelkast niet.
•
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in
de vakken van het apparaat, als hiervoor geen
uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is
gegeven.
•
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door jonge kinderen of zieke personen
zonder lichamelijke controle.
•
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen
niet worden toegestaan in het product te spelen
of zich erin te verstoppen.
•
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel worden gewijzigd of
vervangen.
•
Gebruik geen enkele of meervoudige adapters
of verlengsnoeren.
•
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet
kunnen worden afgekoppeld door de stekker uit
het stopcontact te trekken of via de tweepolige
schakelaar die voor het stopcontact is geplaatst.
•
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning
•
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd).
•
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen.
Klimaatklasse Omg. temp.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110
60802016NL.fm Page 36 Friday, December 30, 2005 2:05 PM