34
Voorzorgen in het gebruik
Installatie
Deze airconditioner moet correct worden geïnstalleerd door bevoegde
installateurs overeenkomstig de installatie-instructies die met dit
toestel worden meegeleverd.
Controleer voor de installatie of het voltage van de stroomvoorziening
bij u thuis of op uw werkplek hetzelfde is als het voltage dat staat
aangegeven op het naamplaatje.
WAARSCHUWING
Vermijd de volgende installatieplekken.
Plekken met rook of ontvlambare gassen.
Ook plekken met zeer hoge temperaturen, zoals in een
broeikas.
Plekken met voorwerpen die zeer veel warmte
produceren.
Attentie:
Installeer de buitenunit niet op plekken waar er zeewater direct op
spetteren, of in een zwavelrijke omgeving, bijvoorbeeld bij een hete
bron.
(Om de airconditioner te beschermen tegen zware corrosie.)
Bedrading
Alle bedrading moet voldoen aan de plaatselijk geldende regelgeving.
(Raadpleeg uw dealer of een bevoegde elektricien voor details.)
Elk toestel moet correct geaard worden met een aarddraad of via de
bedrading voor de stroomvoorziening.
De bedrading moet worden uitgevoerd door een bevoegde elektricien.
Voorbereiding voor inbedrijfstelling
Schakel de hoofdschakelaar 5 uur voor u het toestel wilt
gaan gebruiken al in.
(Om warm te kunnen draaien.)
Laat de hoofdschakelaar aan (ON) staan bij
doorlopend gebruik.
ON
OPMERKING
Haal de stekker uit het stopcontact of schakel de stroomonderbreker uit
die de airconditioner afsluit van de hoofdstroomvoorziening wanneer u
het toestel langere tijd niet zult gebruiken.
Werkingsvoorwaarden
Gebruik deze airconditioner binnen het volgende
temperatuurbereik.
Buitenunit
Temperatuurbe-
reik binnen
Temperatuurbe-
reik buiten
2WAY (Type ME1 )
Koelen 14°C ~ 25°C (*NBT)
-10°C ~ 46°C (*DBT)
-10°C ~ 43°C (*DBT)*1
Verwarmen 16°C ~ 30°C (*DBT) -25°C ~ 15°C (*NBT)
3WAY (Type MF2)
Koelen 14°C ~ 25°C (*NBT) -10°C ~ 46°C (*DBT)
Verwarmen 15°C ~ 30°C (*DBT) -20°C ~ 18°C (*NBT)
Koelen &
verwarmen
― -10°C ~ 24°C (*DBT)
*DBT: Droge Bol Temperatuur *WBT: Natte Bol Temperatuur
*1: Dit is het temperatuurbereik voor units in Europa.
Informatie voor gebruikers betreffende de inzameling
en verwijdering van oude apparatuur en gebruikte
batterijen
D
eze symbolen op de producten, verpakking en/
of begeleidende documentatie betekenen dat
gebruikte elektrische en elektronische producten
en batterijen niet samen met gewoon huishoudelijk
afval weggeworpen mogen worden.
Voor de correcte behandeling, hergebruik en
recycling van oude producten en batterijen moet u
ze naar de daartoe bestemde inzamelingspunten
brengen overeenkomstig uw nationale regelgeving
en de Richtlijnen 2002/96/EG en 2006/66/EG.
Door deze producten en batterijen op de juiste
manier te verwijderen, helpt u mee waardevolle
hulpbronnen te conserveren en mogelijke
negatieve effecten op de menselijke gezondheid
en het milieu die anders kunnen voortkomen uit
incorrecte verwijdering van afval te voorkomen.
Voor meer informatie over de inzameling en
recycling van oude producten en batterijen kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke autoriteiten,
uw afvalbedrijf, of het verkooppunt waar de items
aangeschaft hebt.
Volgens de ter plaatse geldende regelgeving
kunnen er straffen of andere maatregelen gelden
voor het niet op de juiste wijze verwijderen van dit
afval.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese
Unie
Als u elektrische en elektronische apparatuur wilt
wegwerpen, moet u contact opnemen met uw
dealer of leverancier voor nadere informatie.
[Informatie over verwijdering in andere
landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen gelden alleen in de Europese
Unie. Als u deze items wilt wegwerpen, moet u
contact opnemen met uw plaatselijke autoriteiten
of uw dealer en vraag wat de correcte manier van
verwijdering is.
Pb
Opmerking over het batterijsymbool (zie de
twee voorbeelden):
Dit symbool kan worden gebruikt in combinatie
met een chemische aanduiding. In dit geval
voldoet de aanduiding aan de eisen uit de
Richtlijn voor de chemische stof in kwestie.
Tips voor het besparen van ener
gie
Vermijd
Zorg ervoor dat de luchtinlaat en -uitlaat van de unit niet
geblokkeerd worden.
(Als een in- of uitlaat geblokkeerd wordt, zal de unit niet goed
kunnen werken, en kan er een storing ontstaan.)
Gebruik tijdens het koelen zonwering, luxaex of gordijnen om te
voorkomen dat direct zonlicht de kamer binnenvalt.
Wel doen
Houd het luchtlter altijd netjes schoon.
(Een verstopt lter heeft een negatieve invloed op de prestaties van
het toestel.)
→ “Onderhoud” (blz. 36)
Om te voorkomen dat eenmaal gekoelde of verwarmde lucht
ontsnapt, moet u ramen, deuren en andere openingen dicht houden.