Electrolux EDC5330 Handleiding

Type
Handleiding
41
NEDERLANDS
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het
toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele
volgende eigenaar van het toestel.
Transportschade
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vΓ³Γ³r u het toestel
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Inhoud
Aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Energie-spaartips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Beschrijving van de machine . . . . . . . . . .43
Het niveau van het geleidingsvermogen
aanpassen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
●
Uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
●
Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
●
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
●
Verbindingsset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
●
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
●
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46-47
●
Droogprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
●
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
●
Praktische tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
●
De buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
●
Het zeefgedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
●
De pluizenzeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
●
De luchtcondensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
●
De waterhouder legen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
●
Het achterste luchtrooster schoonmaken . . . .52
●
De trommel schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . .52
Eenvoudige storingen . . . . . . . . . . . . . . . . .53
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 41
42
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Afvalverwerking
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Installatie
●
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een
daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
●
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen
het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik
●
Gebruik het toestel alleen voor het drogen van
huishoudtextiel.
●
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit door,
afhankelijk van de wijze van installatie, de stekker uit het
stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar
op de UIT-stand te schakelen.
●
Druipende (niet gecentrifugeerde) was mag nooit
in de trommeldroger gestopt worden.
●
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de trommeldroger.
●
Brandgevaar: Textiel wat is bevlekt of doorweekt
met plantaardige olie of olie wat geschikt is voor het
bereiden van voedsel vormt een brandgevaar en is
niet geschikt om in de wasdroger te plaatsen.
●
Indien u de was met een vlekkenverwijderaar hebt
behandeld dient u een extra spoelgang in te stellen
alvorens de was in de wasdroger te plaatsen
●
Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de
kleding achtergebleven is.
●
In het apparaat geen sportschoenen drogen,
deze kunnen tussen de trommel en de deur gaan
zitten waardoor de trommel geblokkeerd wordt.
●
Laat de deur op een kier staan indien het apparaat niet
gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet.
●
Het apparaat nooit gebruiken zonder
pluizenzeven of als de pluizenzeven beschadigd
zijn. Dit kan gevaar voor brand opleveren.
●
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel
mogelijk stofvrij gehouden worden.
Algemene veiligheid
●
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen ervan te veranderen.
●
Tracht in geval van een storing of defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/ of
herstelwerkzaamheden uitvoeren door de servicedienst
van de fabrikant of door een door de fabrikant bevoegd
verklaarde servicedienst en laat geen andere dan
originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
●
Reparaties welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg de ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Veiligheid van kinderen
●
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische toestellen.
Zorg daarom voor het nodige toezicht als de
machine aanstaat en laat kinderen niet met de
machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
●
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
●
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in
de trommel van de wasdroger kunnen klimmen.
●
Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 42
43
NEDERLANDS
Energie-spaartips
U kunt het energieverbruik van de wasdroger zo
laag mogelijk houden, door de volgende regels in
acht te nemen.
● Probeer zo vaak mogelijk de machine met de
maximaal toegestane hoeveelheid wasgoed te
beladen, zie het programma-overzicht op
bladzijde 43. Kleine hoeveelheden drogen is altijd
minder economisch.
● De natte was moet goed gecentrifugeerd
zijn
. Hoe hoger het centrifugeertoerental hoe
korter de benodigde droogtijd en dus ook des te
minder de daarvoor benodigde energie.
● Vermijd overdroging door het zorgvuldig kiezen
van het programma resp. van de gewenste
droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich
minder goed strijken.
● Om de maximale capaciteit van de machine te
kunnen benutten, kunt u wasgoed voor kast- en
strijkdroog samen drogen. U stelt dan het
programma voor strijkdroog in. Als dat beΓ«indigd
is haalt u de strijkdroge was uit de machine en
laat u de rest enige tijd nadrogen.
● Reinigen van de pluizenzeven na iedere
droogbeurt voorkomt te lange droogtijden en een
hoger energieverbruik.
● De temperatuur in het vertrek waar de droger
staat mag, tijdens het in bedrijf zijn, + 35Β°C niet
overschrijden.
Technische gegevens
AFMETINGEN: hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 58 cm
NETSPANNING/FREQUENTIE: 220/230 V/50 Hz
AANSLUITWAARDE: 2400 W
ZEKEREN MET MINIMAAL: 16 A
CAPACITEIT: katoen en linnen 5,0 kg
synthetische stoffen 2,5 kg
VERBRUIKSWAARDEN: katoen en linnen 3,64 kWh (5,0 kg kastdroog)
katoen en linnen 3,00 kWh (5,0 kg strijkdroog)
synthetische stoffen 1,44 kWh (2,5 kg kastdroog)
Beschrijving van de machine
1
2
5
6
3
4
3
A
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG.
01 Bedieningspaneel
02 Waterhouder
03 Pluizenzeven
04 Typeplaatje
05 Luchtcondensor
06 Verstelbare voeten0
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 43
44
Het niveau van het geleidingsvermogen aanpassen
Water bevat een variabele hoeveelheid kalksteen en
minerale zouten. Deze hoeveelheden kunnen
variΓ«ren naargelang de geografische ligging.
Hierdoor kunnen er verschillen zijn in de waarden
van het geleidingsvermogen.
De desbetreffende variaties van het geleidingsvermogen
van het water in vergelijking met de vooraf
ingestelde fabriekswaarden kunnen een lichte
invloed hebben op de resterende vochtigheid van de
was aan het einde van de droogcyclus.
U kunt de gevoeligheid van de droogsensor van uw
droogtrommel afstellen op basis van de waarden
van het geleidingsvermogen van het water. Ga
hiervoor als volgt te werk.
Om toegang te krijgen tot de afstelmodus :
Draai aan de knop voor de programmakeuze om het
apparaat in te schakelen. Druk in de keuzemodus de
knoppen 1en 3 tegelijk in.
Houd de knoppen ingedrukt tot de controlelampjes
boven elke knop knipperen en een van de
controlelampjes die de droogfase β€œDROGEN”, het
afkoelen ”AFKOELEN”of het einde van de
droogcyclus β€œEINDE” aanduiden, verlicht blijft.
Programma:
Druk verschillende malen op de knop
β€œSTART/PAUZE” Het niveau van het
geleidingsvermogen wordt aangeduid door de
controlelampjes van de fase die in verschillende
combinaties oplichten als volgt
1234
Het apparaat wordt normaal in de fabriek
ingesteld op het hoogste niveau; het is echter
mogelijk dat bepaalde modellen op een andere
manier werden geconfigureerd.
De nieuwe instelling onthouden:
Druk knoppen 1 en 3 tegelijk in.Houd de
knoppen ingedrukt tot de controlelampjes
boven elke knop knipperen en u de zoemer
hoort.
Oplichtend lampje Geleidingsvermogen
Waarde bij benadering
(Β΅S/cm)
β€œEINDE”
Laag
< 300
”AFKOELEN”
Gemiddeld 300 - 600
β€œDROGEN”
Hoog
> 600
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 44
45
NEDERLANDS
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten Β«vaste aansluitingΒ» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de
ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen
worden.
Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken
zijn nadat de machine geΓ―nstalleerd is.
Verbindingsset
Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset
leveren, waarmee u de droger veilig op een
wasautomaat met een bovenblad-diepte tussen 48
en 60 cm kunt plaatsen. Dat bespaart u aanzienlijk
ruimte.
De montage-instructies worden bij de
verbindingsset geleverd. Lees deze aanwijzing
aandachtig door.
Deurdraairichting
Het wijzigen van de deurdraairichting dient te
worden uitgevoerd door de ELGROEP
Fabrieksservice.
Installatie
Let op!
Uitpakken
Verwijder de polyethyleen zak met de
polystyreen vulling voordat u het toestel in
gebruik neemt. Plackband van de bovenzijde
van de trommel verwijderen.
Indien het apparaat in de toekomst
verplaatst moet worden dan dient dit altijd
rechtop te gebeuren.
Plaatsen
De droger kan op elke soort vloer geplaatst worden.
Hij moet waterpas staan, dus eventueel met een
waterpas uitgericht worden. Daartoe dienen de
verstelbare voeten.
Goede ventilatie is een absolute voorwaarde. Dat is
eenvoudig te bereiken door er voor te zorgen dat
het ventilatierooster in de voorkant en de vrije ruimte
onder de bodem niet door plinten en hoogpolige
vloerbedekking in hun functie belemmerd kunnen
worden.
Zodoende mogen evenmin de voeten verwijderd
worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een
opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen
schade aan de motor kan veroorzaken.
Aanwijzing
De door de droger afgegeven warme lucht kan een
temperatuur van 60Β°C bereiken. Houd daar rekening
mee in verband met uw vloerbedekking.
Voor een juiste werking van het toestel moet de
omgevingstemperatuur minimaal +5Β°C en maximaal
+35Β°C bedragen.
De ruimte rondom de droger moet zoveel mogelijk
stofvrij gehouden worden.
P1106
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 45
46
Bediening
Bedieningspaneel
4 Toets β€œLAGE TEMP.”
Druk deze toets voortijds in als u fijne was gaat
drogen.
Het betreffende lampje licht op.
In alle droogprogramma’s, ook de tijdprogramma’s,
wordt de verwarming van 2200 W naar 1400 W
verminderd. Als de toets niet ingedrukt wordt,
worden alle programma’s met volle verwarming
afgewerkt.
Deze optie kan niet in combinatie met de functie
worden gekozen.
5 Toets β€œSTART/PAUZE”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten.
Het betreffende lampje knippert niet meer.
Indien de deur van het toestel of het deurtje in de
sokkel tijdens de afwerking van het programma
geopend wordt, moet deze toets na het sluiten
van de deur weer ingedrukt worden om het
programma voort te zetten.
De β€œSTART/PAUZE”-toets moet ook ingedrukt
worden als een stroomonderbreking geweest is en
nadat u, tijdens het programma, de waterhouder na
het oplichten van het betreffende lampje geleegd en
weer aangebracht heeft. In beide gevallen knippert
het lampje van de β€œSTART/PAUZE”-toets.
Deze knop moet ook worden ingedrukt na een
stroompanne en nadat het waterreservoir opnieuw
werd geplaatst wanneer het werd leeggemaakt
tijdens een programma, nadat het lampje
β€œWATERHOUDER” heeft gebrand.
1 2 3 4 5 6 7
0
A
B
C
D
E
F
G
H
J
K
90
60
30
L
0
A
B
C
D
E
F
G
H
J
K
90
60
30
L
1 Programmaoverzicht
Wordt gebruikt om het droogprogramma te kiezen
dat het meest geschikt is voor het type wasgoed en
de gewenste mate van droogheid.
2 Toets β€œZOEMER UIT”
Er klinkt een geluidssignaal:
β€’ als er een programma wordt gekozen
β€’ als er op de toetsen wordt gedrukt
β€’ als er een verkeerde optie wordt gekozen
β€’ als er wordt geprobeerd om het programma of de
opties tijdens een cyclus te wijzigen
β€’ als de machine tijdens de antikreukfase
β€’ aan het einde van het programma
β€’ als de waterhouder vol is
β€’ als de machine niet goed functioneert
β€’ wanneer het deurtje in de sokkel openstaat
Door op deze toets te drukken, wordt het
geluidssignaal uitgeschakeld.
Het lampje boven de toets zal gaan branden.
3 Toets β€œKORT”
Wanneer u op deze toets drukt, wordt de droogtijd
voor de volgende WITTE/BONTE WAS-
programma’s verkort:
β€’ extra droog
β€’ sterk droog
β€’ kastdroog
Het betreffende lampje licht op.
Deze optie kan niet in combinatie met de functie
LAGE TEMP. worden gekozen.
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 46
47
NEDERLANDS
6 Programmaindicatie
De lampjes geven volgende functies aan:
Controlelampje β€œDROGEN”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de
droogfase is.
Controlelampje β€œAFKOELEN”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase
is. Deze fase duurt 10 minuten.
Controlelampje β€œEINDE”
Dit lampje licht op aan het einde van de afkoelfase
en blijft gedurende de antikreukfase en aan het
einde van het programma ingeschakeld.
Controlelampje β€œPLUIZENFILTERS”
Dit lampje geeft aan dat de zeven gereinigd moeten
worden.
Signaallampje β€œWATERHOUDER”
Het lampje gaat aan het einde van het programma
branden om u eraan te herinneren dat de
waterhouder moet worden geleegd. Als het tijdens
een droogprogramma aan gaat, dan betekent dit
dat de waterhouder vol is. Er klinkt in dat geval een
geluidssignaal, de machine is gestopt en het lampje
van de β€œSTART/PAUSE” toets knippert.
Controlelampje β€œCONDENSOR”
Dit lampje geeft aan dat de luchtcondensor
gereinigd moet worden. Het gaat om de 30
droogbeurten branden.
7 Programmakiezer
De programmakiezer kan rechtsom en linksom
gedraaid worden.
U heeft de keuze uit automatische
droogprogramma’s en de op tijd drogen
programma’s voor het nadrogen van enkele
kledingstukken.
Om een programma te annuleren draait u de
programmakiezer op β€œ0”.
Na het drogen moet de programmakiezer op β€œ0”
gedraaid worden. De machine is uitgeschakeld.
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 47
48
(*) Programma’s volgens CEI 1121.
β€’ Het programma BABY is een speciaal programma voor het drogen van rompertjes die voor pasgeboren
baby's worden gebruikt.
β€’ Het programma VERFRISSEN is geschikt voor het reinigen en opfrissen van kledingstukken waarvan het
etiket aangeeft dat ze chemisch gereinigd of op de hand gewassen dienen te worden. Gebruik hiervoor de
speciaal in de handel verkrijgbare producten.
Automatische droogprogramma’s
De droogduur hangt af van verschillende factoren:
- soort wasgoed
- vulgewicht
- centrifugetoerental
Afkoelen/ventileren
De programmastand AFKOELEN kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden. Het programma duurt 10 min.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
● katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen
● synthetische stoffen: halfvolle belading
● fijne was: éénderde van de trommel
Soort textiel
Droogtegraad
Belading
droog gewogen
wasgoed
Witte/Bonte was
5 kg
5 kg
5 kg
5 kg
5 kg
5 kg
Synthetica
2.5 kg
2.5 kg
2.5 kg
Jasjes, pantalons, jurken,
rokken
Verfrissen
1 tot 4
kledingstukken
Op tijd drogen
Soort textiel Tijdsduur in min.
Belading
droog gewogen wasgoed
Witte/Bonte was
Witte/Bonte was
Synthetica
90 min
60 min
30 min
5 kg
5 kg
2.5 kg
Extra droog
Sterkdroog
Kastdroog (*)
Strijkdroog +
Strijkdroog (*)
Mangeldroog
Extra droog
Kastdroog (*)
Strijkdroog
A
B
C(*)
D
E(*)
F
G
H(*)
J
K
L
BABY
Rompertjes
1 kg
(1kg=10 rompertjes)
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 48
49
NEDERLANDS
Gebruik
VΓ³Γ³r de eerste ingebruikname adviseren wij u de
trommel met enkele licht vochtige, schone doeken
te vullen en de machine circa 30 minuten te laten
werken: AAN/UIT-toets indrukken, programma
30 MIN kiezen en Start-toets indrukken. Hierdoor
worden eventuele vettige of stoffige restanten van
het productieproces verwijderd.
Volgorde van handelen
1. Het toestel aansluiten.
2. De deur openen (door op de rode stip te
drukken).
3. Het wasgoed in de machine doen.
4. Deur sluiten en er op toezien dat geen
wasstukken tussen de deur geklemd kunnen
raken.
5. Droogprogramma of droogtijd instellen.
De lampjes β€œDROGEN”
, β€œAFKOELEN”
en
β€œEINDE”
gaan branden. .
6. Toets β€œLAGE TEMP.” en/of β€œZOEMER UIT” of
β€œKORT” eventueel indrukken.
7. START/PAUZE-toets indrukken: het betreffende
lampje knippert niet meer. Het programma start.
Alleen het lampje β€œDROGEN” blijft ingeschakeld.
Als de programmakiezer op een ander
programma wordt gedraaid terwijl de machine
draait, klinken er geluidssignalen (als u de toets
β€œZOEMER UIT” niet ingedrukt heeft). De lampjes
van de programma-afloop knipperen.
Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten
vΓ³Γ³r beΓ«indiging van het programma
automatisch de afkoelfase ingeschakeld. Het
betreffende lampje licht op. Na deze fase kunt u
het wasgoed uit de droger nemen.
De lampjes β€œEINDE”, β€œPLUIZENFILTERS” en
β€œWATERHOUDER” lichten op en u hoort de
zoemer.
8. Als u, na het beΓ«indigen van het programma, de
was niet direct uit de machine neemt, zal de
antikreukfase beginnen. Tijdens een duur van
30 minuten draait de trommel in bepaalde
P1108
P1149
intervallen. Zo blijft uw wasgoed los, zacht en
kreukvrij.
De machine stopt automatisch aan het einde van
de antikreukfase, de controlelampjes β€œEINDE”,
β€œPLUIZENFILTERS” en β€œWATERHOUDER”
blijven ingeschakeld. Een akoestisch signaal
klinkt in bepaalde intervallen (als u de toets
β€œZOEMER UIT” niet ingedrukt heeft).
9. Toestel uitschakelen (programmakiezer op β€œ0”
draaien). De lampjes gaan uit.
Vuldeur openen en het wasgoed eruit nemen.
Als u de deur opent en sluit voordat u de
programmakiezer op β€œ0” heeft gedraaid, dan
gaan de controlelampjes van de zojuist
beΓ«indigde programmafasen aan
Na het drogen
●
De pluizenzeven reinigen (zie blz. 51)
●
De waterhouder legen (zie blz. 52)
Opmerking!
Wanneer het droogprogramma voortijdig beΓ«indigd
moet worden, kunt u om stuwwarmte in het
apparaat te voorkomen, het beste altijd het
programma β€œAFKOELEN” inschakelen:
programmakiezer op stand β€œ0” draaien, programma
(AFKOELEN) kiezen en Start-toets indrukken.
Programmawijziging
Voordat u een programmawijziging door kunt
voeren, moet u eerst het lopende programma
annuleren.
Draai de programmakiezer op stand β€œ0”, het vorige
programma is nu geannuleerd. U kunt een nieuw
programma kiezen.
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 49
50
Praktische tips
●
Maximaal vulgewicht benutten!
U droogt het zuinigst, als u zich aan de
vulgewichten houdt, die in de programmatabel
vermeld staan.
Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige
droging en te lange droogtijd, waardoor ook het
energieverbruik onnodig toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder
economisch.
Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij
helpen:
Badjas 1200 g
Beddelaken 500 g
Blouse 100 g
Dekbedovertrek 700 g
Handdoek 200 g
Herenoverhemd 200 g
Kussensloop 200 g
Nachthemd/pyjama 200-500 g
Ondergoed 250 g
Tafellaken 200-300 g
Theedoek 100 g
Werkjas 300-600 g
Belangrijk:
●
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van
synthetische vezels, wol, zijde, textiel met
metalen versieringen, nylons, grote stukken
wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens,
slaapzakken en dekbedden mogen niet in de
machine gedroogd worden.
Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten
mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen
elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel
bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een
kleedje.
Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen
krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem
deze artikelen niet in de trommeldroger te
drogen.
●
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is
om machinaal gedroogd te worden.
Aanwijzingen daarvoor vindt u op het
textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor het
drogen:
mag machinaal gedroogd worden
normaal drogen (normale temperatuur)
voorzichtig drogen (lage temperatuur)
mag niet machinaal gedroogd worden
●
Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg
zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met
dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier
voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging.
●
Dekbedovertrekken en kussenslopen
dichtmaken, anders verzamelen zich hierin
kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haak-
oogsluitingen dichtdoen, losse banden en
ceintuurs samenknopen.
●
Het wasgoed voor het drogen goed
centrifugeren.
●
Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en
droogtegraad.
●
Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen
van de gewenste droogtegraad. Te droog
wasgoed laat zich minder goed strijken.
●
Om het statisch worden (knetteren en kleven)
van synthetisch wasgoed te voorkomen,
adviseren wij u in de wasautomaat een
wasverzachter te gebruiken.
●
Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet
overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden
met het feit dat deze textiel, al naar gelang de
kwaliteit, krimpt.
●
Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch
nog vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat
is met name het geval bij dikke kragen,
manchetten en zomen. U kunt deze
kledingstukken nadrogen, hierbij de machine op
minstens 30 minuten instellen.
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 50
51
NEDERLANDS
Onderhoud
Neem de stekker uit het stopcontact of trek,
indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT.
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en een
neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans
streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna
droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
Het zeefgedeelte
Een heel klein gedeelte van de pluizen komt toch
ondanks de pluizenzeef in het omringende
zeefgedeelte terecht. Maak daarom van tijd tot tijd
het gehele zeefgedeelte schoon.
De pluizenzeven
De pluizenzeven dienen na elke droogbeurt (voor
het uitnemen van het wasgoed) met een vochtige
doek gereinigd te worden.
Het brandende lampje β€œPLUIZENFILTERS” in de
programma-afloop herinnert u hieraan.
De pluizenzeef in de deurbinnenkant moet voor
reiniging uitgetrokken worden. Daartoe trekt u de
zeef aan z’n handgreep omhoog uit z’n houder.
Verwijder het viltachtige stof en plaats de zeef weer
terug.
Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis.
Dit pluis ontstaat door het dragen van de kleding of
het gebruiken van de textiel.
A
UTOR
EVERSE
k
g
5
k
g
2
,
5
80
0 /
900
7
0
'
-
9
0
'
3
5
'
-
5
0
'
1000
/ 1
20
0
6
5
'
-
8
5
'
3
0
'
-
4
5
'
800
/ 9
0
0
8
0
'
-
1
0
0
'
5
5
'
-
7
0
'
10
00 /
1200
7
5
'
-
9
5
'
5
0
'
-
6
5
'
65
0
5
0
'
-
6
0
'
3
0
'
-
3
5
'
k
g
2
,
5
k
g
1
P1151
P1110
A
U
T
O
R
E
V
E
R
S
E
k
g
5
k
g
2
,
5
8
0
0
/
9
0
0
7
0
'
-
9
0
'
3
5
'
-
5
0
'
1
0
0
0
/
1
2
0
0
6
5
'
-
8
5
'
3
0
'
-
4
5
'
8
0
0
/
9
0
0
8
0
'
-
1
0
0
'
5
5
'
-
7
0
'
1
0
0
0
/
1
2
0
0
7
5
'
-
9
5
'
5
0
'
-
6
5
'
6
5
0
5
0
'
-
6
0
'
3
0
'
-
3
5
'
k
g
2
,
5
k
g
1
P1150
Het wordt door de wind weggeblazen als u het
wasgoed buiten aan de lijn droogt en blijft
eenvoudig in het wasgoed zitten als u binnenshuis
droogt.
Na verloop van tijd kunnen de pluizenzeven een
witachtige aanslag vertonen, die veroorzaakt wordt
door de wasmiddelresten die zich in de was
bevinden. Reinig ze met warm water en een borstel.
De zeef in de deursponning kan verwijderd worden
(zie figuur). Deze zeef kan met het vleugeltje naar
rechts of links gemonteerd worden.
Het apparaat nooit gebruiken zonder zeven.
De luchtcondensor
Reinig de condensor als het lampje β€œCONDENSOR”
brandt.
De luchtcondensor bevindt zich achter een deurtje in
het onderste deel van de droger. Het deurtje wordt
geopend door op de toets te drukken (zie
afbeelding).
Het is normaal dat er zich tijdens of aan het eind van
de droog cyclus nog water bevindt bij de
condensator.
P1153
A
U
TOR
EV
ERS
E
k
g
5
k
g
2
,
5
80
0 /
9
00
7
0
'
-
9
0
'
3
5
'
-
5
0
'
100
0
/
1
20
0
6
5
'
-
8
5
'
3
0
'
-
4
5
'
8
00
/
9
0
0
8
0
'
-
1
0
0
'
5
5
'
-
7
0
'
10
00
/
1
20
0
7
5
'
-
9
5
'
5
0
'
-
6
5
'
65
0
5
0
'
-
6
0
'
3
0
'
-
3
5
'
k
g
2
,
5
k
g
1
P1152
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 51
52
Om de luchtcondensor uit de machine te nemen,
dienen eerst de twee rode bevestigingsschijfjes naar
beneden te worden gedraaid. Trek de condensor
vervolgens aan de handgreep naar buiten.
Met een borstel reinigen en van binnen en van buiten
afspoelen onder de douche.
De dichtingen rondom de luchtcondensorhouder en
de binnenzijde van het deurtje met een vochtige
doek reinigen.
Attentie!
Gebruik geen scherpe voorwerpen om de
condensor te reinigen. Hij zou lek kunnen
worden.
Pas op!
Het apparaat nooit gebruiken zonder
luchtcondensor.
Waterhouder legen
De aan het wasgoed onttrokken waterdamp wordt
binnen de machine gecondenseerd en als water in
de waterhouder opgevangen.
De waterhouder moet na iedere droogbeurt
geleegd worden. Het brandende lampje
β€œWATERHOUDER” herinnert u hieraan.
U gaat als volgt te werk:
●
Trek de houder langzaam uit de machine.
●
Keer de houder om en laat al het water weglopen
P0639
P0636
P1154
●
Plaats de waterhouder weer in het
bedieningspaneel.
Zou u dat vergeten hebben, dan zorgt een
overloopbeveiliging ervoor dat het programma
onderbroken wordt: het signaallampje
WATERHOUDER” brandt, de machine is gestopt en
de was is nog nat. Een geluidssignaal klinkt. Na de
houder te hebben geleegd en op zijn plaats te
hebben teruggezet, drukt u nogmaals op toets
β€œSTART/PAUZE”om het programma verder te laten
lopen.
Tip:
Het condenswater kunt u, na het door middel van
bijvoorbeeld een koffiefilterzakje gefilterd te hebben,
gebruiken als gedestilleerd water voor accu of
strijkbout.
Het achterste luchtrooster schoonmaken
Maak het achterste luchtrooster zorgvuldig schoon
met een stofzuiger.
De trommel schoonmaken
Als het wasgoed niet de gewenste graad van
droogheid heeft en dus te droog of te vochtig uit de
machine komt, dan raden wij u aan de binnenzijde
van de trommel met een in azijn gedrenkte doek
schoon te maken. Op deze manier kunt u de lichte
aanslag verwijderen, die door achtergebleven resten
van het tijdens het wassen gebruikte wasmiddel en
de eventueel toegevoegde wasverzachter en door
de kalk in het water wordt veroorzaakt. Door deze
aanslag is de voeler niet meer in staat om de juiste
graad van droogheid te bepalen.
P1162
P1157
P1156
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 52
53
NEDERLANDS
Eenvoudige storingen
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
bel dan de servicedienst. Houd het modelnummer
en het productnummer bij de hand; de servicedienst
zal u erom vragen.
Het is de moeite waard om voordat u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
●
Storingen
●
Mogelijke oorzaken
●
De droger start niet
●
De was wordt niet goed droog
● De deur van het toestel en/of het deurtje in de
sokkel is/zijn niet goed gesloten.
● De groepzekering is defect of uitgeschakeld.
Probeerde u de droger te starten terwijl de
wasautomaat ook (op dezelfde groep) staat?
Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat
aan het spoelen toe is.
● Er is geen programma ingesteld.
● Waterhouder vol of niet goed terruggeschoven.
Signaallampje β€œDROGEN” brandt.
Het programma begint op de gewone manier
maar de machine stopt na 4 minuten.
● START-toets niet ingedrukt.
● De pluizenzeven en/of de luchtcondensor zijn
verontreinigd.
● De waterhouder is vol.
● Mogelijk had u toch een ander programma
moeten kiezen.
● De trommel is te vol.
● Had u de toets voor lage temperatuur ingedrukt,
terwijl de betreffende wassoort op vol vermogen
gedroogd had moeten worden?
● De was is niet voldoende gecentrifugeerd.
● De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het
betreffende hoofdstuk.
125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 53

Documenttranscriptie

125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 41 Geachte Klant, Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende eigenaar van het toestel. Transportschade Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier. Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben: Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen. Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het toestel. Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier. Inhoud Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 ● Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46-47 ● Droogprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 ● Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 Energie-spaartips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 ● Praktische tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 ● De buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 ● Het zeefgedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 ● De pluizenzeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 ● De luchtcondensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 ● De waterhouder legen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 ● Het achterste luchtrooster schoonmaken . . . .52 ● ● De trommel schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . .52 Beschrijving van de machine . . . . . . . . . .43 Het niveau van het geleidingsvermogen aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 ● Uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 ● Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 ● Verbindingsset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 ● Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Eenvoudige storingen . . . . . . . . . . . . . . . . .53 41 NEDERLANDS Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel. 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 42 Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Installatie ● ● verklaarde servicedienst en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen. Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. ● Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Veiligheid van kinderen ● Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige omgang met elektrische toestellen. Zorg daarom voor het nodige toezicht als de machine aanstaat en laat kinderen niet met de machine spelen - ze zouden zichzelf of andere kinderen in de machine kunnen opsluiten. ● Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar! Gebruik ● Gebruik het toestel alleen voor het drogen van huishoudtextiel. ● Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit door, afhankelijk van de wijze van installatie, de stekker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te schakelen. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg de ELGROEP FABRIEKSSERVICE. ● Druipende (niet gecentrifugeerde) was mag nooit in de trommeldroger gestopt worden. ● Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel van de wasdroger kunnen klimmen. ● Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de trommeldroger. ● ● Brandgevaar: Textiel wat is bevlekt of doorweekt met plantaardige olie of olie wat geschikt is voor het bereiden van voedsel vormt een brandgevaar en is niet geschikt om in de wasdroger te plaatsen. Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de machine opsluiten. ● Indien u de was met een vlekkenverwijderaar hebt behandeld dient u een extra spoelgang in te stellen alvorens de was in de wasdroger te plaatsen ● Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de kleding achtergebleven is. ● In het apparaat geen sportschoenen drogen, deze kunnen tussen de trommel en de deur gaan zitten waardoor de trommel geblokkeerd wordt. ● Laat de deur op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet. ● Het apparaat nooit gebruiken zonder pluizenzeven of als de pluizenzeven beschadigd zijn. Dit kan gevaar voor brand opleveren. ● De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel mogelijk stofvrij gehouden worden. Afvalverwerking Verpakkingsmateriaal Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieuonvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE<=voor polyethyleen >PS<=voor polystyreen >PP<=voor polypropyleen Het karton kunt u het beste in een container voor oud papier deponeren. Oude machine Algemene veiligheid ● Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen ervan te veranderen. ● Tracht in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/ of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de servicedienst van de fabrikant of door een door de fabrikant bevoegd Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. 42 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 43 Energie-spaartips U kunt het energieverbruik van de wasdroger zo laag mogelijk houden, door de volgende regels in acht te nemen. ● ● Probeer zo vaak mogelijk de machine met de maximaal toegestane hoeveelheid wasgoed te beladen, zie het programma-overzicht op bladzijde 43. Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder economisch. De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn. Hoe hoger het centrifugeertoerental hoe korter de benodigde droogtijd en dus ook des te minder de daarvoor benodigde energie. ● ● Om de maximale capaciteit van de machine te kunnen benutten, kunt u wasgoed voor kast- en strijkdroog samen drogen. U stelt dan het programma voor strijkdroog in. Als dat beëindigd is haalt u de strijkdroge was uit de machine en laat u de rest enige tijd nadrogen. ● Reinigen van de pluizenzeven na iedere droogbeurt voorkomt te lange droogtijden en een hoger energieverbruik. ● De temperatuur in het vertrek waar de droger staat mag, tijdens het in bedrijf zijn, + 35°C niet overschrijden. Vermijd overdroging door het zorgvuldig kiezen van het programma resp. van de gewenste droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder goed strijken. AFMETINGEN: hoogte breedte diepte NEDERLANDS Technische gegevens 85 cm 60 cm 58 cm NETSPANNING/FREQUENTIE: AANSLUITWAARDE: ZEKEREN MET MINIMAAL: 220/230 V/50 Hz 2400 W 16 A CAPACITEIT: katoen en linnen synthetische stoffen 5,0 kg 2,5 kg VERBRUIKSWAARDEN: katoen en linnen katoen en linnen synthetische stoffen 3,64 kWh (5,0 kg kastdroog) 3,00 kWh (5,0 kg strijkdroog) 1,44 kWh (2,5 kg kastdroog) Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG. Beschrijving van de machine 1 A 2 01 Bedieningspaneel 3 02 Waterhouder 03 Pluizenzeven 04 Typeplaatje 4 05 Luchtcondensor 3 06 Verstelbare voeten0 6 5 43 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 44 Het niveau van het geleidingsvermogen aanpassen Water bevat een variabele hoeveelheid kalksteen en minerale zouten. Deze hoeveelheden kunnen variëren naargelang de geografische ligging. Hierdoor kunnen er verschillen zijn in de waarden van het geleidingsvermogen. Oplichtend lampje Geleidingsvermogen “EINDE” De desbetreffende variaties van het geleidingsvermogen van het water in vergelijking met de vooraf ingestelde fabriekswaarden kunnen een lichte invloed hebben op de resterende vochtigheid van de was aan het einde van de droogcyclus. Waarde bij benadering (µS/cm) Laag < 300 ”AFKOELEN” Gemiddeld 300 - 600 “DROGEN” Hoog > 600 Het apparaat wordt normaal in de fabriek ingesteld op het hoogste niveau; het is echter mogelijk dat bepaalde modellen op een andere manier werden geconfigureerd. U kunt de gevoeligheid van de droogsensor van uw droogtrommel afstellen op basis van de waarden van het geleidingsvermogen van het water. Ga hiervoor als volgt te werk. De nieuwe instelling onthouden: Om toegang te krijgen tot de afstelmodus : Druk knoppen 1 en 3 tegelijk in.Houd de knoppen ingedrukt tot de controlelampjes boven elke knop knipperen en u de zoemer hoort. Draai aan de knop voor de programmakeuze om het apparaat in te schakelen. Druk in de keuzemodus de knoppen 1en 3 tegelijk in. Houd de knoppen ingedrukt tot de controlelampjes boven elke knop knipperen en een van de controlelampjes die de droogfase “DROGEN”, het afkoelen ”AFKOELEN”of het einde van de droogcyclus “EINDE” aanduiden, verlicht blijft. 1 2 3 4 Programma: Druk verschillende malen op de knop “START/PAUZE” Het niveau van het geleidingsvermogen wordt aangeduid door de controlelampjes van de fase die in verschillende combinaties oplichten als volgt 44 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 45 Installatie Let op! Elektrische aansluiting Verwijder de polyethyleen zak met de polystyreen vulling voordat u het toestel in gebruik neemt. Plackband van de bovenzijde van de trommel verwijderen. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften. Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen worden. P1106 Indien het apparaat in de toekomst verplaatst moet worden dan dient dit altijd rechtop te gebeuren. Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken zijn nadat de machine geïnstalleerd is. Plaatsen De droger kan op elke soort vloer geplaatst worden. Hij moet waterpas staan, dus eventueel met een waterpas uitgericht worden. Daartoe dienen de verstelbare voeten. Goede ventilatie is een absolute voorwaarde. Dat is eenvoudig te bereiken door er voor te zorgen dat het ventilatierooster in de voorkant en de vrije ruimte onder de bodem niet door plinten en hoogpolige vloerbedekking in hun functie belemmerd kunnen worden. Zodoende mogen evenmin de voeten verwijderd worden. Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor kan veroorzaken. Verbindingsset Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset leveren, waarmee u de droger veilig op een wasautomaat met een bovenblad-diepte tussen 48 en 60 cm kunt plaatsen. Dat bespaart u aanzienlijk ruimte. De montage-instructies worden bij de verbindingsset geleverd. Lees deze aanwijzing aandachtig door. Aanwijzing De door de droger afgegeven warme lucht kan een temperatuur van 60°C bereiken. Houd daar rekening mee in verband met uw vloerbedekking. P1148 Deurdraairichting Voor een juiste werking van het toestel moet de omgevingstemperatuur minimaal +5°C en maximaal +35°C bedragen. Het wijzigen van de deurdraairichting dient te worden uitgevoerd door de ELGROEP Fabrieksservice. De ruimte rondom de droger moet zoveel mogelijk stofvrij gehouden worden. 45 NEDERLANDS De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en stekker met randaarde. De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. Uitpakken 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 46 Bediening Bedieningspaneel 0 L B A C 30Β’ E D 60Β’ 90 Β’ H G F 5 6 J 2 3 4 K 1 7 1 Programmaoverzicht 4 Toets “LAGE TEMP.” Wordt gebruikt om het droogprogramma te kiezen dat het meest geschikt is voor het type wasgoed en de gewenste mate van droogheid. Druk deze toets voortijds in als u fijne was gaat drogen. Het betreffende lampje licht op. In alle droogprogramma’s, ook de tijdprogramma’s, wordt de verwarming van 2200 W naar 1400 W verminderd. Als de toets niet ingedrukt wordt, worden alle programma’s met volle verwarming afgewerkt. Deze optie kan niet in combinatie met de functie worden gekozen. 2 Toets “ZOEMER UIT” Er klinkt een geluidssignaal: • als er een programma wordt gekozen • als er op de toetsen wordt gedrukt • als er een verkeerde optie wordt gekozen • als er wordt geprobeerd om het programma of de opties tijdens een cyclus te wijzigen 5 Toets “START/PAUZE” • als de machine tijdens de antikreukfase Na instelling van het programma drukt u op deze toets om het programma te starten. Het betreffende lampje knippert niet meer. Indien de deur van het toestel of het deurtje in de sokkel tijdens de afwerking van het programma geopend wordt, moet deze toets na het sluiten van de deur weer ingedrukt worden om het programma voort te zetten. De “START/PAUZE”-toets moet ook ingedrukt worden als een stroomonderbreking geweest is en nadat u, tijdens het programma, de waterhouder na het oplichten van het betreffende lampje geleegd en weer aangebracht heeft. In beide gevallen knippert het lampje van de “START/PAUZE”-toets. Deze knop moet ook worden ingedrukt na een stroompanne en nadat het waterreservoir opnieuw werd geplaatst wanneer het werd leeggemaakt tijdens een programma, nadat het lampje “WATERHOUDER” heeft gebrand. • aan het einde van het programma • als de waterhouder vol is • als de machine niet goed functioneert • wanneer het deurtje in de sokkel openstaat Door op deze toets te drukken, wordt het geluidssignaal uitgeschakeld. Het lampje boven de toets zal gaan branden. 3 Toets “KORT” Wanneer u op deze toets drukt, wordt de droogtijd voor de volgende WITTE/BONTE WASprogramma’s verkort: • extra droog • sterk droog • kastdroog Het betreffende lampje licht op. Deze optie kan niet in combinatie met de functie LAGE TEMP. worden gekozen. 46 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 47 7 Programmakiezer 6 Programmaindicatie De programmakiezer kan rechtsom en linksom gedraaid worden. De lampjes geven volgende functies aan: U heeft de keuze uit automatische droogprogramma’s en de op tijd drogen programma’s voor het nadrogen van enkele kledingstukken. Controlelampje “DROGEN” Dit lampje geeft aan dat de machine in de droogfase is. Controlelampje “AFKOELEN” Om een programma te annuleren draait u de programmakiezer op “0”. Na het drogen moet de programmakiezer op “0” gedraaid worden. De machine is uitgeschakeld. Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase is. Deze fase duurt 10 minuten. Controlelampje “EINDE” Dit lampje licht op aan het einde van de afkoelfase en blijft gedurende de antikreukfase en aan het einde van het programma ingeschakeld. Controlelampje “PLUIZENFILTERS” NEDERLANDS Dit lampje geeft aan dat de zeven gereinigd moeten worden. Signaallampje “WATERHOUDER” Het lampje gaat aan het einde van het programma branden om u eraan te herinneren dat de waterhouder moet worden geleegd. Als het tijdens een droogprogramma aan gaat, dan betekent dit dat de waterhouder vol is. Er klinkt in dat geval een geluidssignaal, de machine is gestopt en het lampje van de “START/PAUSE” toets knippert. Controlelampje “CONDENSOR” Dit lampje geeft aan dat de luchtcondensor gereinigd moet worden. Het gaat om de 30 droogbeurten branden. 47 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:55 Page 48 Automatische droogprogramma’s Droogtegraad Soort textiel Belading droog gewogen wasgoed Witte/Bonte was Extra droog Sterkdroog Kastdroog (*) Strijkdroog + Strijkdroog (*) Mangeldroog A B C(*) D E(*) F 5 kg 5 kg 5 kg 5 kg 5 kg 5 kg Synthetica Extra droog Kastdroog (*) Strijkdroog G H(*) J 2.5 kg 2.5 kg 2.5 kg Rompertjes BABY K Jasjes, pantalons, jurken, rokken Verfrissen L 1 kg (1kg=10 rompertjes) 1 tot 4 kledingstukken (*) Programma’s volgens CEI 1121. • Het programma BABY is een speciaal programma voor het drogen van rompertjes die voor pasgeboren baby's worden gebruikt. • Het programma VERFRISSEN is geschikt voor het reinigen en opfrissen van kledingstukken waarvan het etiket aangeeft dat ze chemisch gereinigd of op de hand gewassen dienen te worden. Gebruik hiervoor de speciaal in de handel verkrijgbare producten. Op tijd drogen Tijdsduur in min. Belading droog gewogen wasgoed Witte/Bonte was 90 min 5 kg Witte/Bonte was 60 min 5 kg Synthetica 30 min 2.5 kg Soort textiel De droogduur hangt af van verschillende factoren: - soort wasgoed - vulgewicht - centrifugetoerental Afkoelen/ventileren De programmastand AFKOELEN kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten gehangen zou hebben, gebruikt worden. Het programma duurt 10 min. Belading Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmiddel: ● ● ● katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen synthetische stoffen: halfvolle belading fijne was: éénderde van de trommel 48 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 49 Gebruik Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de trommel met enkele licht vochtige, schone doeken te vullen en de machine circa 30 minuten te laten werken: AAN/UIT-toets indrukken, programma 30 MIN kiezen en Start-toets indrukken. Hierdoor worden eventuele vettige of stoffige restanten van het productieproces verwijderd. intervallen. Zo blijft uw wasgoed los, zacht en kreukvrij. De machine stopt automatisch aan het einde van de antikreukfase, de controlelampjes “EINDE”, “PLUIZENFILTERS” en “WATERHOUDER” blijven ingeschakeld. Een akoestisch signaal klinkt in bepaalde intervallen (als u de toets “ZOEMER UIT” niet ingedrukt heeft). Volgorde van handelen 9. Toestel uitschakelen (programmakiezer op “0” draaien). De lampjes gaan uit. Vuldeur openen en het wasgoed eruit nemen. Als u de deur opent en sluit voordat u de programmakiezer op “0” heeft gedraaid, dan gaan de controlelampjes van de zojuist beëindigde programmafasen aan 1. Het toestel aansluiten. 2. De deur openen (door op de rode stip te drukken). P1149 P1108 ● De pluizenzeven reinigen (zie blz. 51) ● De waterhouder legen (zie blz. 52) Opmerking! 3. Het wasgoed in de machine doen. 5. Droogprogramma of droogtijd instellen. De lampjes “DROGEN”, “AFKOELEN” en “EINDE” gaan branden. . Wanneer het droogprogramma voortijdig beëindigd moet worden, kunt u om stuwwarmte in het apparaat te voorkomen, het beste altijd het programma “AFKOELEN” inschakelen: programmakiezer op stand “0” draaien, programma (AFKOELEN) kiezen en Start-toets indrukken. 6. Toets “LAGE TEMP.” en/of “ZOEMER UIT” of “KORT” eventueel indrukken. Programmawijziging 4. Deur sluiten en er op toezien dat geen wasstukken tussen de deur geklemd kunnen raken. Voordat u een programmawijziging door kunt voeren, moet u eerst het lopende programma annuleren. Draai de programmakiezer op stand “0”, het vorige programma is nu geannuleerd. U kunt een nieuw programma kiezen. 7. START/PAUZE-toets indrukken: het betreffende lampje knippert niet meer. Het programma start. Alleen het lampje “DROGEN” blijft ingeschakeld. Als de programmakiezer op een ander programma wordt gedraaid terwijl de machine draait, klinken er geluidssignalen (als u de toets “ZOEMER UIT” niet ingedrukt heeft). De lampjes van de programma-afloop knipperen. Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten vóór beëindiging van het programma automatisch de afkoelfase ingeschakeld. Het betreffende lampje licht op. Na deze fase kunt u het wasgoed uit de droger nemen. De lampjes “EINDE”, “PLUIZENFILTERS” en “WATERHOUDER” lichten op en u hoort de zoemer. 8. Als u, na het beëindigen van het programma, de was niet direct uit de machine neemt, zal de antikreukfase beginnen. Tijdens een duur van 30 minuten draait de trommel in bepaalde 49 NEDERLANDS Na het drogen 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 50 Praktische tips ● Maximaal vulgewicht benutten! U droogt het zuinigst, als u zich aan de vulgewichten houdt, die in de programmatabel vermeld staan. Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige droging en te lange droogtijd, waardoor ook het energieverbruik onnodig toeneemt. Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder economisch. ● De volgende symbolen zijn van belang voor het drogen: mag machinaal gedroogd worden normaal drogen (normale temperatuur) Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij helpen: Badjas 500 g Blouse 100 g Dekbedovertrek 700 g Handdoek 200 g Herenoverhemd 200 g Kussensloop 200 g Nachthemd/pyjama Ondergoed mag niet machinaal gedroogd worden ● Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging. ● Dekbedovertrekken en kussenslopen dichtmaken, anders verzamelen zich hierin kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haakoogsluitingen dichtdoen, losse banden en ceintuurs samenknopen. ● Het wasgoed voor het drogen goed centrifugeren. ● Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en droogtegraad. ● Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen van de gewenste droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder goed strijken. ● Om het statisch worden (knetteren en kleven) van synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren wij u in de wasautomaat een wasverzachter te gebruiken. ● Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden met het feit dat deze textiel, al naar gelang de kwaliteit, krimpt. ● Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch nog vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat is met name het geval bij dikke kragen, manchetten en zomen. U kunt deze kledingstukken nadrogen, hierbij de machine op minstens 30 minuten instellen. 200-500 g 250 g Tafellaken 200-300 g Theedoek 100 g Werkjas voorzichtig drogen (lage temperatuur) 1200 g Beddelaken 300-600 g Belangrijk: ● Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket. Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van synthetische vezels, wol, zijde, textiel met metalen versieringen, nylons, grote stukken wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden. Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een kleedje. Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem deze artikelen niet in de trommeldroger te drogen. 50 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 51 Onderhoud Het wordt door de wind weggeblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn droogt en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als u binnenshuis droogt. Neem de stekker uit het stopcontact of trek, indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT. De buitenkant Na verloop van tijd kunnen de pluizenzeven een witachtige aanslag vertonen, die veroorzaakt wordt door de wasmiddelresten die zich in de was bevinden. Reinig ze met warm water en een borstel. De zeef in de deursponning kan verwijderd worden (zie figuur). Deze zeef kan met het vleugeltje naar rechts of links gemonteerd worden. De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. 650 800 / kg 5 kg 2,5 900 70' - 90' 35' - 50' 1000 / 1200 65' - 85' 30' - 45' 800 / 900 80' - 100' 70' 55' - 1000 / 1200 75' - 95' 50' - 65' kg 2,5 kg 1 50' - 60' 30' - 35' E R S V E R E T O A U Een heel klein gedeelte van de pluizen komt toch ondanks de pluizenzeef in het omringende zeefgedeelte terecht. Maak daarom van tijd tot tijd het gehele zeefgedeelte schoon. 650 800 / kg 5 kg 2,5 900 70' - 90' 35' - 50' 1000 / 1200 65' - 85' 30' - 45' 800 / 900 80' - 100' 70' 55' - 1000 / 1200 75' - 95' 50' - 65' kg 2,5 kg 1 50' - 60' 30' - 35' P1152 E R S V E R E T O A U Het apparaat nooit gebruiken zonder zeven. De luchtcondensor Reinig de condensor als het lampje “CONDENSOR” brandt. De luchtcondensor bevindt zich achter een deurtje in het onderste deel van de droger. Het deurtje wordt geopend door op de toets te drukken (zie afbeelding). P1150 De pluizenzeven De pluizenzeven dienen na elke droogbeurt (voor het uitnemen van het wasgoed) met een vochtige doek gereinigd te worden. Het brandende lampje “PLUIZENFILTERS” in de programma-afloop herinnert u hieraan. De pluizenzeef in de deurbinnenkant moet voor reiniging uitgetrokken worden. Daartoe trekt u de zeef aan z’n handgreep omhoog uit z’n houder. P1153 Verwijder het viltachtige stof en plaats de zeef weer terug. 650 800 / kg 5 kg 2,5 P1110 900 70' - 90' 35' - 50' 1000 / 1200 65' - 85' 30' - 45' 800 / 900 80' - 100' 70' 55' - 1000 / 1200 75' - 95' 50' - 65' kg 2,5 kg 1 50' - 60' 30' - 35' Het is normaal dat er zich tijdens of aan het eind van de droog cyclus nog water bevindt bij de condensator. E R S V E R E T O A U P1151 Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis. Dit pluis ontstaat door het dragen van de kleding of het gebruiken van de textiel. 51 NEDERLANDS Het zeefgedeelte 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 52 ● Om de luchtcondensor uit de machine te nemen, dienen eerst de twee rode bevestigingsschijfjes naar beneden te worden gedraaid. Trek de condensor vervolgens aan de handgreep naar buiten. Plaats de waterhouder weer in het bedieningspaneel. P1156 P1154 P1157 Zou u dat vergeten hebben, dan zorgt een overloopbeveiliging ervoor dat het programma onderbroken wordt: het signaallampje WATERHOUDER” brandt, de machine is gestopt en de was is nog nat. Een geluidssignaal klinkt. Na de houder te hebben geleegd en op zijn plaats te hebben teruggezet, drukt u nogmaals op toets “START/PAUZE”om het programma verder te laten lopen. P0636 Met een borstel reinigen en van binnen en van buiten afspoelen onder de douche. Tip: Het condenswater kunt u, na het door middel van bijvoorbeeld een koffiefilterzakje gefilterd te hebben, gebruiken als gedestilleerd water voor accu of strijkbout. P0639 De dichtingen rondom de luchtcondensorhouder en de binnenzijde van het deurtje met een vochtige doek reinigen. Het achterste luchtrooster schoonmaken Attentie! Gebruik geen scherpe voorwerpen om de condensor te reinigen. Hij zou lek kunnen worden. Maak het achterste luchtrooster zorgvuldig schoon met een stofzuiger. Pas op! Het apparaat nooit gebruiken zonder luchtcondensor. Waterhouder legen P1162 De aan het wasgoed onttrokken waterdamp wordt binnen de machine gecondenseerd en als water in de waterhouder opgevangen. De waterhouder moet na iedere droogbeurt geleegd worden. Het brandende lampje “WATERHOUDER” herinnert u hieraan. De trommel schoonmaken Als het wasgoed niet de gewenste graad van droogheid heeft en dus te droog of te vochtig uit de machine komt, dan raden wij u aan de binnenzijde van de trommel met een in azijn gedrenkte doek schoon te maken. Op deze manier kunt u de lichte aanslag verwijderen, die door achtergebleven resten van het tijdens het wassen gebruikte wasmiddel en de eventueel toegevoegde wasverzachter en door de kalk in het water wordt veroorzaakt. Door deze aanslag is de voeler niet meer in staat om de juiste graad van droogheid te bepalen. U gaat als volgt te werk: ● Trek de houder langzaam uit de machine. ● Keer de houder om en laat al het water weglopen 52 125980940 nl.qxp 2005-03-11 07:56 Page 53 Eenvoudige storingen Het is de moeite waard om voordat u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren: Storingen ● De droger start niet ● ● De was wordt niet goed droog Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, bel dan de servicedienst. Houd het modelnummer en het productnummer bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen. 53 Mogelijke oorzaken ● De deur van het toestel en/of het deurtje in de sokkel is/zijn niet goed gesloten. ● De groepzekering is defect of uitgeschakeld. Probeerde u de droger te starten terwijl de wasautomaat ook (op dezelfde groep) staat? Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat aan het spoelen toe is. ● Er is geen programma ingesteld. ● Waterhouder vol of niet goed terruggeschoven. Signaallampje “DROGEN” brandt. Het programma begint op de gewone manier maar de machine stopt na 4 minuten. ● START-toets niet ingedrukt. ● De pluizenzeven en/of de luchtcondensor zijn verontreinigd. ● De waterhouder is vol. ● Mogelijk had u toch een ander programma moeten kiezen. ● De trommel is te vol. ● Had u de toets voor lage temperatuur ingedrukt, terwijl de betreffende wassoort op vol vermogen gedroogd had moeten worden? ● De was is niet voldoende gecentrifugeerd. ● De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het betreffende hoofdstuk. NEDERLANDS ●
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54

Electrolux EDC5330 Handleiding

Type
Handleiding