Zanussi TCE7224 Handleiding

Type
Handleiding
38
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het
toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele
volgende eigenaar van het toestel.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Inhoud
Aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Energie-spaartips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Beschrijving van de machine . . . . . . . . . .40
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Verbindingsset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42-43
Droogprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Praktische tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
De buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Het zeefgedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
De pluizenzeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
De luchtcondensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
De waterhouder legen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Het achterste luchtrooster schoonmaken . . . .47
Trommel schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Eenvoudige storingen . . . . . . . . . . . . . . . . .48
39
NEDERLANDS
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Afvalverwerking
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Installatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het
verplaatsen het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
Gebruik het toestel alleen voor het drogen van
huishoudtextiel.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
Druipende (niet gecentrifugeerde) was mag nooit
in de trommeldroger gestopt worden.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de trommeldroger.
Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de
kleding achtergebleven is.
In het apparaat geen sportschoenen drogen,
deze kunnen tussen de trommel en de deur gaan
zitten waardoor de trommel geblokkeerd wordt.
Laat de deur op een kier staan indien het
apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor
de rubbermanchet.
Het apparaat nooit gebruiken zonder
pluizenzeven of als de pluizenzeven beschadigd
zijn. Dit kan gevaar voor brand opleveren.
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel
mogelijk stofvrij gehouden worden.
Algemene veiligheid
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen ervan te
veranderen.
Tracht in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/
of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de
servicedienst van de fabrikant of door een door de
fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Reparaties welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel
leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische
toestellen. Zorg daarom voor het nodige toezicht
als de machine aanstaat en laat kinderen niet
met de machine spelen - ze zouden zichzelf of
andere kinderen in de machine kunnen
opsluiten.
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren
niet in de trommel van de wasdrooger kunnen
klimmen.
Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
40
Energie-Spaartips
U kunt het energieverbruik van de wasdroger zo
laag mogelijk houden, door de volgende regels in
acht te nemen.
Probeer zo vaak mogelijk de machine met de
maximaal toegestane hoeveelheid wasgoed te
beladen, zie het programma-overzicht op
bladzijde 43. Kleine hoeveelheden drogen is altijd
minder economisch.
De natte was moet goed gecentrifugeerd
zijn
. Hoe hoger het centrifugeertoerental hoe
korter de benodigde droogtijd en dus ook de
daarvoor benodigde energie.
Vermijdt overdroging door het zorgvuldig kiezen
van het programma resp. van de gewenste
droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich
minder goed strijken.
Om de maximale capaciteit van de machine te
kunnen benutten, kunt u wasgoed voor kast- en
strijkdroog samen drogen. U stelt dan het
programma voor strijkdroog in. Als dat beëindigd
is haalt u de strijkdroge was uit de machine en
laat u de rest enige tijd nadrogen.
Reinigen van de pluizenzeven na iedere
droogbeurt voorkomt te lange droogtijden en een
hoger energieverbruik.
De temperatuur in het vertrek waar de droger
staat mag, tijdens het in bedrijf zijn, + 35°C niet
overschrijden.
Technische gegevens
AFMETINGEN: hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 58 cm
NETSPANNING/FREQUENTIE: 220/230 V/50 Hz
AANSLUITWAARDE: 2400 W
ZEKEREN MET MINIMAAL: 16 A
CAPACITEIT: katoen en linnen 5,0 kg
synthetica 2,5 kg
VERBRUIKSWAARDEN: katoen en linnen 3,64 kWh (5,0 kg kastdroog)
katoen en linnen 3,00 kWh (5,0 kg strijkdroog)
synthetica 1,44 kWh (2,5 kg kastdroog)
Beschrijving van de machine
01 Bedieningspaneel
02 Waterhouder
03 Pluizenzeven
04 Typeplaatje
05 Luchtcondensor
06 Verstelbare voeten0
1
2
5
6
GH
J
K
L
CO
NDENSER DRYER
E
L
E
C
T
R
O
N
IC
S
E
N
S
O
R
T
C
E
7
2
2
4
A
U
T
O
R
E
V
E
R
S
E
A
B
CD
E
F
0
A
B
C
D
E
F
G
H
J
K
9
0
60
3
0
L
3
4
3
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de
ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen
worden.
Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken
zijn nadat de machine geïnstalleerd is.
Verbindingsset
Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset
leveren, waarmee u de droger veilig op een
wasautomaat met een bovenblad-diepte tussen 48
en 60 cm kunt plaatsen. Dat bespaart u aanzienlijk
ruimte.
De montage-instructies worden bij de
verbindingsset geleverd. Lees deze aanwijzing
aandachtig door.
Deurdraairichting
Het wijzigen van de deurdraairichting dient te
worden uitgevoerd door de ELGROEP
Fabrieksservice.
41
NEDERLANDS
Installatie
Let op!
Uitpakken
Verwijder de polyethylene zak met de
polysterene vulling voordat u het toestel in
gebruik neemt.
Indien het apparaat in de toekomst moet
worden verplaatst dan dient dit altijd
loodrecht te gebeuren.
Plaatsen
De droger kan op elke soort vloer geplaatst worden.
Hij moet waterpas staan, dus eventueel met een
waterpas uitgericht worden. Daartoe dienen de
verstelbare voeten.
Goede ventilatie is een absolute voorwaarde. Dat is
eenvoudig te bereiken door er voor te zorgen dat
het ventilatierooster in de voorkant en de vrije ruimte
onder de bodem niet door plinten en hoogpolige
vloerbedekking in hun functie belemmerd kunnen
worden.
Zodoende mogen evenmin de voeten verwijderd
worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een
opeenhoping
van warmte voordoen, hetgeen schade aan de
motor kan veroorzaken.
Aanwijzing
De door de droger afgegeven warme lucht kan een
temperatuur van 60°C bereiken. Houd daar rekening
mee in verband met uw vloerbedekking.
Voor een juiste werking van het toestel moet de
omgevingstemperatuur minimaal +5°C en maximaal
+35°C bedragen.
De ruimte rondom de droger moet zoveel mogelijk
stofvrij gehouden worden.
42
Bediening
Bedieningspaneel
1 Programmaoverzicht
Wordt gebruikt om het droogprogramma te kiezen
dat het meest geschikt is voor het type wasgoed en
de gewenste mate van droogheid.
2 Controlelampje
Dit lampje brandt als de machine INgeschakeld is
en gaat uit als de machine UITgeschakeld wordt.
3 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
4 Toets “lage temperatuur”
Druk deze toets voortijds in als u fijne was gaat
drogen.
Het betreffende lampje licht op.
In alle droogprogramma’s, ook de tijdprogramma’s,
wordt de verwarming van 2200 W naar 1400 W
verminderd. Als de toets niet ingedrukt wordt,
worden alle programma’s met volle verwarming
(2200 W) afgewerkt.
5 Toets “zoemer uit”
Druk deze toets voortijds in als u niet wilt dat de
machine tijdens de antikreukfase een zoemtoon laat
horen.
Het betreffende lampje licht op.
6 Toets “start”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten.
Indien de deur van het toestel of het deurtje in de
sokkel tijdens de afwerking van het programma
geopend wordt, moet deze toets na het sluiten
van de deur weer ingedrukt worden om het
programma voort te zetten.
De start-toets moet ook ingedrukt worden als een
stroomonderbreking geweest is en nadat u, tijdens
het programma, de waterhouder geleegd en weer
aangebracht heeft. In beide gevallen knippert het
lampje of al naar de lopende fase.
7 Indicatie van het programmaverloop
De lampjes geven volgende functies aan:
Controlelampje “drogen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de droogfase
is.
Controlelampje “afkoelen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase
is. Deze fase duurt 10 minuten.
Als het controlelampje of knippert dan
betekent dat dat de START-toets ingedrukt moet
worden om het programma opnieuw te starten.
Controlelampje “einde programma”
Dit lampje knippert aan het einde van de afkoelfase
en gedurende de antikreukfase.
Signaallampje “waterhouder”
Het lampje knippert als de waterhouder vol is.
8 Programmakiezer
De programmakiezer kan rechtsom en linksom
gedraaid worden.
U hebt de keuze uit automatische
droogprogramma’s en de op tijd drogen
programma’s voor het nadrogen van enkele
kledingstukken.
Om een programma te annuleren draait u de
programmakiezer op “0”.
Na het drogen moet de programmakiezer op “0
gedraaid worden.
L
CONDENSER DRYER
ELECTRONIC SENSOR
12345678
TCE 7224
GH J K
A
BCDEF
AUTOREVERSE
0
A
B
C
D
E
F
G
H
J
K
90
60
30
L
NEDERLANDS
43
(*) Programma’s volgens CEI 1121.
Soort textiel
Droogtegraad
Belading
drooggewogen
wasgoed
Programma
Katoen en linnen
Extra droog
Sterkdroog
Kastdroog
Licht vochtig
Strijkdroog
Mangeldroog
5 kg
5 kg
5 kg
5 kg
5 kg
5 kg
A
B
C(*)
D
E(*)
F
Op tijd droogen
Soort textiel Tijdsduur in min.
Belading
drooggewogen wasgoed
Katoen en linnen
Katoen en linnen
Synthetica
90 min
60 min
30 min
5 kg
5 kg
2.5 kg
Synthetica
Extra droog
Kastdroog
Strijkdroog
2.5 kg
2.5 kg
2.5 kg
G
H(*)
J
Rompertjes
Baby
1 kg
(1kg=10 rompertjes)
K
Jasjes, pantalons, jurken,
rokken
Verfrissen
1 tot 4
kledingstukken
L
Het programma BABY is een speciaal programma voor het drogen van rompertjes die voor pasgeboren
baby's worden gebruikt.
Het programma VERFRISSEN is geschikt voor het reinigen en opfrissen van kledingstukken waarvan het
etiket aangeeft dat ze chemisch gereinigd of op de hand gewassen dienen te worden. Gebruik hiervoor de
speciaal in de handel verkrijgbare producten.
Automatische droogprogramma’s
De droogduur hangt af van verschillende factoren:
- soort wasgoed
- vulgewicht
- centrifugetoerental
Afkoelen/ventileren
De programmastand AFKOELEN kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen
synthetica: halfvolle belading
fijne was: éénderde van de trommel
44
Gebruik
Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de
trommel met enkele licht vochtige, schone doeken
te vullen en de machine circa 30 minuten te laten
werken: AAN/UIT-toets indrukken, programma
30 MIN kiezen en Start-toets indrukken. Hierdoor
worden eventuele vettige of stoffige restanten van
het productieproces verwijderd.
Volgorde van handelen
1. Het toestel aansluiten.
2. De deur openen (door op het rode punt te
drukken).
3. Het wasgoed in de machine doen.
4. Deur sluiten en er op toezien dat geen
wasstukken tussen de deur geklemd kunnen
raken.
5. AAN/UIT-toets indrukken: het betreffende
controlelampje licht op.
6. Droogprogramma of droogtijd instellen.
7. Toets “Lage temperatuur” en/of “Zoemer uit”
eventueel indrukken.
8. START-toets indrukken: het programma
begint en het controlelampje licht op.
Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten
vóór beëindiging van het programma automatisch
de afkoelfase ingeschakeld. Het betreffende lampje
licht op.
Als u, na het beëindigen van het programma, de
was niet direkt uit de machine neemt, zal de
antikreukfase beginnen.
De machine laat om de 10 seconden een zoemtoon
horen (als u de toets niet ingedrukt heeft). De
controlelampjes en knipperen afwisselend.
De machine stopt automatisch aan het einde van de
antikreukfase, de controlelampjes en
knipperen en het lampje “AAN/UIT” blijft
ingeschakeld.
Na het drogen
Programmakiezer op “0” draaien, de lampjes
en gaan uit.
Toestel uitschakelen (AAN/UIT-toets indrukken),
het betreffende lampje gaat uit.
De pluizenzeven reinigen (zie blz. 46)
De waterhouder legen (zie blz. 47)
Opmerking!
Wanneer het droogprogramma voortijdig beëindigd
moet worden, kunt u om stuwwarmte in het
apparaat te voorkomen, het beste altijd het
programma “AFKOELEN” inschakelen:
programmakiezer op stand “0” draaien, programma
(AFKOELEN) kiezen en Start-toets indrukken.
Programmawijziging
Voordat u een programmawijziging door kunt
voeren, moet u eerst het lopende programma
annuleren.
Draai de programmakiezer op stand “0”, het vorige
programma is nu geannuleerd. U kunt een nieuw
programma kiezen.
45
NEDERLANDS
Praktische tips
Maximaal vulgewicht benutten!
U droogt het zuinigst, als u zich aan de
vulgewichten houdt, die in de programmatabel
vermeld staan.
Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige
droging en te lange droogtijd, waardoor ook het
energieverbruik onnodig toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder
economisch.
Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij
helpen:
Badjas 1200 g
Beddelaken 500 g
Blouse 100 g
Dekbedovertrek 700 g
Handdoek 200 g
Herenoverhemd 200 g
Kussensloop 200 g
Nachthemd/pyjama 200-500 g
Ondergoed 250 g
Tafellaken 200-300 g
Theedoek 100 g
Werkjas 300-600 g
Belangrijk:
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van
synthetische vezels, wol, zijde, textiel met
metalen versieringen, nylons, grote stukken
wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens,
slaapzakken en dekbedden mogen niet in de
machine gedroogd worden.
Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten
mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen
elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel
bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een
kleedje.
Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen
krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem
deze artikelen niet in de trommeldroger te
drogen.
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is
om machinaal gedroogd te worden.
Aanwijzingen daarvoor vindt u op het
textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor het
drogen:
mag machinaal gedroogd worden
normaal drogen (normale temperatuur)
voorzichtig drogen (lage temperatuur)
mag niet machinaal gedroogd worden
Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg
zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met
dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier
voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging.
Dekbedovertrekken en kussenslopen
dichtmaken, anders verzamelen zich hierin
kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haak-
oogsluitingen dichtdoen, losse banden en
ceintuurs samenknopen.
Het wasgoed voor het drogen goed
centrifugeren.
Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en
droogtegraad.
Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen
van de gewenste droogtegraad. Te droog
wasgoed laat zich minder goed strijken.
Om het statisch worden (knetteren en kleven)
van synthetisch wasgoed te voorkomen,
adviseren wij u in de wasautomaat een
wasverzachter te gebruiken.
Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet
overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden
met het feit dat deze textiel, al naar gelang de
kwaliteit, krimpt.
Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch
nog vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat
is met name het geval bij dikke kragen,
manchetten en zomen. U kunt deze
kledingstukken nadrogen, hierbij de machine op
minstens 30 minuten instellen.
46
Onderhoud
Neem de stekker uit het stopcontact of trek,
indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT.
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en een
neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna
droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
Het zeefgedeelte
Een heel klein gedeelte van de pluizen komt toch
ondanks de pluizenzeef in het omringende
zeefgedeelte terecht. Maak daarom van tijd tot tijd
het gehele zeefgedeelte schoon.
De pluizenzeven
De pluizenzeven dienen na elke droogbeurt (voor
het uitnemen van het wasgoed) met een vochtige
doek gereinigd te worden.
De pluizenzeef in de deurbinnenkant moet voor
reiniging uitgetrokken worden. Daartoe trekt u de
zeef aan z’n handgreep omhoog uit z’n houder.
Verwijder het viltachtige stof en plaats de zeef weer
terug.
Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis.
Dit pluis ontstaat door het dragen van de kleding of
het gebruiken van de textiel.
Het wordt door de wind weggeblazen als u het
wasgoed buiten aan de lijn droogt en blijft
eenvoudig in het wasgoed zitten als u binnenshuis
droogt.
Na verloop van tijd kunnen de pluizenzeven een
witachtige aanslag vertonen, die veroorzaakt wordt
door de wasmiddelresten die zich in de was
bevinden. Reinig ze met warm water en een borstel.
De zeef in de deursponning kan verwijderd worden
(zie figuur). Deze zeef kan met het vleugeltje naar
rechts of links gemonteerd worden.
Het apparaat nooit gebruiken zonder zeven.
De luchtcondensor
Afhankelijk van het gebruik moet de condensor zelf 3
tot 4 keer per jaar gereinigd worden.
De luchtcondensor bevindt zich achter een deurtje in
het onderste deel van de droger. Het deurtje wordt
geopend door op de toets te drukken (zie
afbeelding).
Om de luchtcondensor uit de machine te nemen,
dienen eerst de twee rode bevestigingsschijfjes naar
beneden te worden gedraaid. Trek de condensor
vervolgens aan de handgreep naar buiten.
47
NEDERLANDS
Met een borstel reinigen en van binnen en van buiten
afspoelen onder de douche.
De dichtingen rondom de luchtcondensorhouder en
de binnenzijde van het deurtje met een vochtige
doek reinigen.
Attentie!
Gebruik geen scherpe voorwerpen om de
condensor te reinigen. Hij zou lek kunnen
worden.
Pas op!
Het apparaat nooit gebruiken zonder
luchtcondensor.
Waterhouder legen
De aan het wasgoed onttrokken waterdamp wordt
binnen de machine gecondenseerd en als water in
de waterhouder opgevangen.
De waterhouder moet na iedere droogbeurt geleegd
worden. Zoudt u dat vergeten hebben, dan zorgt
een overloopbeveiliging ervoor dat het programma
onderbroken wordt: het betreffende signaallampje
brandt, de machine is gestopt en de was is nog nat.
Een geluidssignaal klinkt.
De waterhouder mag ook tijdens het in bedrijf zijn
geleegd worden:
Trek de houder langzaam uit de machine.
Keer de houder om en laat al het water weglopen
Plaats de waterhouder weer in het
bedieningspaneel.
Druk nogmaals op de Start-toets om het
programma verder te laten lopen.
Tip:
Het condenswater kunt u, na het door middel van
bijvoorbeeld een koffiefilterzakje gefilterd te hebben,
gebruiken als gedestilleerd water voor akku of
strijkbout.
Het achterste luchtrooster schoonmaken
Maak het achterste luchtrooster zorgvuldig schoon
met een stofzuiger.
Trommel schoonmaken
Als het wasgoed niet de gewenste graad van
droogheid heeft en dus te droog of te vochtig uit de
machine komt, dan raden wij u aan de binnenzijde
van de trommel met een in azijn gedrenkte doek
schoon te maken. Op deze manier kunt u de lichte
aanslag verwijderen, die door achtergebleven resten
van het tijdens het wassen gebruikte wasmiddel en
de eventueel toegevoegde wasverzachter, en door
de kalk in het water wordt veroorzaakt. Door deze
aanslag is de voeler niet meer in staat om de juiste
graad van droogheid te bepalen.
48
Eenvoudige storingen
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
belt u dan de servicedienst. Houd het modelnummer
en het productnummer bij de hand; de servicedienst
zal u erom vragen.
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
Storingen
Mogelijke oorzaken
De droger start niet
De deur van het toestel en/of het deurtje in de
sokkel is/zijn niet goed gesloten.
De groepzekering is defect of uitgeschakeld.
Probeerde u de droger te starten terwijl de
wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN
staat?
Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat
aan het spoelen toe is.
Er is geen programma ingesteld.
Waterhouder vol of niet goed terruggeschoven.
Signaallampje knippert.
START-toets niet ingedrukt.
De was wordt niet goed droog
De pluizenzeven en/of de luchtcondensor zijn
verontreinigd.
De waterhouder is vol.
Mogelijk had u toch een ander programma
moeten kiezen.
De trommel is te vol.
Had u de toets voor lage temperatuur ingedrukt,
terwijl de betreffende wassoort op vol vermogen
gedroogd had moeten worden?
De was is niet voldoende gecentrifugeerd.
De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het
betreffende hoofdstuk.

Documenttranscriptie

Geachte Klant, Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende eigenaar van het toestel. Transportschaden Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier. Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben: Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen. Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel. Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het toestel. Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier. Inhoud Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Energie-spaartips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40  Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42-43  Droogprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43  Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44  Praktische tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . .40  De buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46  Het zeefgedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46  De pluizenzeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41  De luchtcondensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46   De waterhouder legen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47  Uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41  Het achterste luchtrooster schoonmaken . . . .47  Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41  Trommel schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . .47  Verbindingsset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41  Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 Beschrijving van de machine . . . . . . . . . .40 Eenvoudige storingen . . . . . . . . . . . . . . . . .48 38 Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Installatie  Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Veiligheid van kinderen  Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige omgang met elektrische toestellen. Zorg daarom voor het nodige toezicht als de machine aanstaat en laat kinderen niet met de machine spelen - ze zouden zichzelf of andere kinderen in de machine kunnen opsluiten.  Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar!  Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel van de wasdrooger kunnen klimmen.  Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de machine opsluiten. Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Gebruik  Gebruik het toestel alleen voor het drogen van huishoudtextiel.  Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit door, afhankelijk van de wijze van installatie, de stekker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te schakelen.  Druipende (niet gecentrifugeerde) was mag nooit in de trommeldroger gestopt worden.  Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de trommeldroger.  Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de kleding achtergebleven is.  In het apparaat geen sportschoenen drogen, deze kunnen tussen de trommel en de deur gaan zitten waardoor de trommel geblokkeerd wordt.  Laat de deur op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet.  Het apparaat nooit gebruiken zonder pluizenzeven of als de pluizenzeven beschadigd zijn. Dit kan gevaar voor brand opleveren.  De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel mogelijk stofvrij gehouden worden. Afvalverwerking Verpakkingsmateriaal Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieuonvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE<=voor polyethyleen >PS<=voor polystyreen >PP<=voor polypropyleen Het karton kunt u het beste in een container voor oud papier deponeren. Algemene veiligheid   Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE. Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen ervan te veranderen. Oude machine Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. Tracht in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/ of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de servicedienst van de fabrikant of door een door de fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen. 39 NEDERLANDS   Energie-Spaartips U kunt het energieverbruik van de wasdroger zo laag mogelijk houden, door de volgende regels in acht te nemen.   Probeer zo vaak mogelijk de machine met de maximaal toegestane hoeveelheid wasgoed te beladen, zie het programma-overzicht op bladzijde 43. Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder economisch. De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn. Hoe hoger het centrifugeertoerental hoe korter de benodigde droogtijd en dus ook de daarvoor benodigde energie.   Om de maximale capaciteit van de machine te kunnen benutten, kunt u wasgoed voor kast- en strijkdroog samen drogen. U stelt dan het programma voor strijkdroog in. Als dat beëindigd is haalt u de strijkdroge was uit de machine en laat u de rest enige tijd nadrogen.  Reinigen van de pluizenzeven na iedere droogbeurt voorkomt te lange droogtijden en een hoger energieverbruik.  De temperatuur in het vertrek waar de droger staat mag, tijdens het in bedrijf zijn, + 35°C niet overschrijden. Vermijdt overdroging door het zorgvuldig kiezen van het programma resp. van de gewenste droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder goed strijken. Technische gegevens AFMETINGEN: hoogte breedte diepte 85 cm 60 cm 58 cm NETSPANNING/FREQUENTIE: AANSLUITWAARDE: ZEKEREN MET MINIMAAL: 220/230 V/50 Hz 2400 W 16 A CAPACITEIT: katoen en linnen synthetica 5,0 kg 2,5 kg VERBRUIKSWAARDEN: katoen en linnen katoen en linnen synthetica 3,64 kWh (5,0 kg kastdroog) 3,00 kWh (5,0 kg strijkdroog) 1,44 kWh (2,5 kg kastdroog) Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG. Beschrijving van de machine TCE 7224 A 0 L B 30’ D C 60’ 90’ E K F C D E F G B H N I C R O C T E L E A O R N S S E G H J K L E R S V E R E T O A U 2 01 Bedieningspaneel 3 02 Waterhouder 03 Pluizenzeven 04 Typeplaatje 4 05 Luchtcondensor 3 06 Verstelbare voeten0 6 5 40 1 J R ER DRYE CONDENS Installatie Let op! Elektrische aansluiting Verwijder de polyethylene zak met de polysterene vulling voordat u het toestel in gebruik neemt. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften. Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen worden. Indien het apparaat in de toekomst moet worden verplaatst dan dient dit altijd loodrecht te gebeuren. Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken zijn nadat de machine geïnstalleerd is. Plaatsen De droger kan op elke soort vloer geplaatst worden. Hij moet waterpas staan, dus eventueel met een waterpas uitgericht worden. Daartoe dienen de verstelbare voeten. Goede ventilatie is een absolute voorwaarde. Dat is eenvoudig te bereiken door er voor te zorgen dat het ventilatierooster in de voorkant en de vrije ruimte onder de bodem niet door plinten en hoogpolige vloerbedekking in hun functie belemmerd kunnen worden. Zodoende mogen evenmin de voeten verwijderd worden. Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor kan veroorzaken. Verbindingsset Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset leveren, waarmee u de droger veilig op een wasautomaat met een bovenblad-diepte tussen 48 en 60 cm kunt plaatsen. Dat bespaart u aanzienlijk ruimte. De montage-instructies worden bij de verbindingsset geleverd. Lees deze aanwijzing aandachtig door. Aanwijzing De door de droger afgegeven warme lucht kan een temperatuur van 60°C bereiken. Houd daar rekening mee in verband met uw vloerbedekking. Deurdraairichting Voor een juiste werking van het toestel moet de omgevingstemperatuur minimaal +5°C en maximaal +35°C bedragen. Het wijzigen van de deurdraairichting dient te worden uitgevoerd door de ELGROEP Fabrieksservice. De ruimte rondom de droger moet zoveel mogelijk stofvrij gehouden worden. 41 NEDERLANDS De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en stekker met randaarde. De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. Uitpakken Bediening Bedieningspaneel CONDENSER DRYER E L E C T R O N I C TCE 7224 S E N S O R 0 L B A D C 60’ 90 ’ 30’ F G H J K L E E F A U T O R E V E R S E 1 2 3 4 5 1 Programmaoverzicht 6 7 G D H C J B K A 8 De start-toets moet ook ingedrukt worden als een stroomonderbreking geweest is en nadat u, tijdens het programma, de waterhouder geleegd en weer aangebracht heeft. In beide gevallen knippert het lampje of al naar de lopende fase. Wordt gebruikt om het droogprogramma te kiezen dat het meest geschikt is voor het type wasgoed en de gewenste mate van droogheid. 2 Controlelampje 7 Indicatie van het programmaverloop Dit lampje brandt als de machine INgeschakeld is en gaat uit als de machine UITgeschakeld wordt. De lampjes geven volgende functies aan: Controlelampje “drogen” 3 Toets “AAN/UIT” Dit lampje geeft aan dat de machine in de droogfase is. Door het indrukken van deze toets schakelt u de machine AAN en UIT. Controlelampje “afkoelen” 4 Toets “lage temperatuur” Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase is. Deze fase duurt 10 minuten. Druk deze toets voortijds in als u fijne was gaat drogen. Het betreffende lampje licht op. In alle droogprogramma’s, ook de tijdprogramma’s, wordt de verwarming van 2200 W naar 1400 W verminderd. Als de toets niet ingedrukt wordt, worden alle programma’s met volle verwarming (2200 W) afgewerkt. Als het controlelampje of knippert dan betekent dat dat de START-toets ingedrukt moet worden om het programma opnieuw te starten. Controlelampje “einde programma” Dit lampje knippert aan het einde van de afkoelfase en gedurende de antikreukfase. Signaallampje “waterhouder” 5 Toets “zoemer uit” Het lampje knippert als de waterhouder vol is. Druk deze toets voortijds in als u niet wilt dat de machine tijdens de antikreukfase een zoemtoon laat horen. Het betreffende lampje licht op. 8 Programmakiezer De programmakiezer kan rechtsom en linksom gedraaid worden. U hebt de keuze uit automatische droogprogramma’s en de op tijd drogen programma’s voor het nadrogen van enkele kledingstukken. Om een programma te annuleren draait u de programmakiezer op “0”. Na het drogen moet de programmakiezer op “0” gedraaid worden. 6 Toets “start” Na instelling van het programma drukt u op deze toets om het programma te starten. Indien de deur van het toestel of het deurtje in de sokkel tijdens de afwerking van het programma geopend wordt, moet deze toets na het sluiten van de deur weer ingedrukt worden om het programma voort te zetten. 42 Automatische droogprogramma’s Katoen en linnen Extra droog Sterkdroog Kastdroog Licht vochtig Strijkdroog Mangeldroog Synthetica Extra droog Kastdroog Strijkdroog Rompertjes Baby Jasjes, pantalons, jurken, rokken Verfrissen Belading drooggewogen wasgoed Programma 5 kg 5 kg 5 kg 5 kg 5 kg 5 kg A B C(*) D E(*) F 2.5 kg 2.5 kg 2.5 kg G H(*) J 1 kg (1kg=10 rompertjes) 1 tot 4 kledingstukken K L (*) Programma’s volgens CEI 1121. • Het programma BABY is een speciaal programma voor het drogen van rompertjes die voor pasgeboren baby's worden gebruikt. • Het programma VERFRISSEN is geschikt voor het reinigen en opfrissen van kledingstukken waarvan het etiket aangeeft dat ze chemisch gereinigd of op de hand gewassen dienen te worden. Gebruik hiervoor de speciaal in de handel verkrijgbare producten. Op tijd droogen Tijdsduur in min. Belading drooggewogen wasgoed Katoen en linnen 90 min 5 kg Katoen en linnen 60 min 5 kg 30 min 2.5 kg Soort textiel Synthetica De droogduur hangt af van verschillende factoren: - soort wasgoed - vulgewicht - centrifugetoerental Afkoelen/ventileren De programmastand AFKOELEN kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten gehangen zou hebben, gebruikt worden. Belading Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmiddel:    katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen synthetica: halfvolle belading fijne was: éénderde van de trommel 43 NEDERLANDS Droogtegraad Soort textiel Gebruik Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de trommel met enkele licht vochtige, schone doeken te vullen en de machine circa 30 minuten te laten werken: AAN/UIT-toets indrukken, programma 30 MIN kiezen en Start-toets indrukken. Hierdoor worden eventuele vettige of stoffige restanten van het productieproces verwijderd. Als u, na het beëindigen van het programma, de was niet direkt uit de machine neemt, zal de antikreukfase beginnen. De machine laat om de 10 seconden een zoemtoon horen (als u de toets niet ingedrukt heeft). De controlelampjes en knipperen afwisselend. De machine stopt automatisch aan het einde van de antikreukfase, de controlelampjes en knipperen en het lampje “AAN/UIT” blijft ingeschakeld. Volgorde van handelen 1. Het toestel aansluiten. 2. De deur openen (door op het rode punt te drukken). Na het drogen  Programmakiezer op “0” draaien, de lampjes en gaan uit.  Toestel uitschakelen (AAN/UIT-toets indrukken), het betreffende lampje gaat uit.  De pluizenzeven reinigen (zie blz. 46)  De waterhouder legen (zie blz. 47) Opmerking! 4. Deur sluiten en er op toezien dat geen wasstukken tussen de deur geklemd kunnen raken. Wanneer het droogprogramma voortijdig beëindigd moet worden, kunt u om stuwwarmte in het apparaat te voorkomen, het beste altijd het programma “AFKOELEN” inschakelen: programmakiezer op stand “0” draaien, programma (AFKOELEN) kiezen en Start-toets indrukken. 5. AAN/UIT-toets indrukken: het betreffende controlelampje licht op. Programmawijziging 3. Het wasgoed in de machine doen. 6. Droogprogramma of droogtijd instellen. Voordat u een programmawijziging door kunt voeren, moet u eerst het lopende programma annuleren. Draai de programmakiezer op stand “0”, het vorige programma is nu geannuleerd. U kunt een nieuw programma kiezen. 7. Toets “Lage temperatuur” en/of “Zoemer uit” eventueel indrukken. 8. START-toets indrukken: het programma begint en het controlelampje licht op. Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten vóór beëindiging van het programma automatisch de afkoelfase ingeschakeld. Het betreffende lampje licht op. 44 Praktische tips Maximaal vulgewicht benutten! U droogt het zuinigst, als u zich aan de vulgewichten houdt, die in de programmatabel vermeld staan. Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige droging en te lange droogtijd, waardoor ook het energieverbruik onnodig toeneemt. Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder economisch.  De volgende symbolen zijn van belang voor het drogen: mag machinaal gedroogd worden normaal drogen (normale temperatuur) Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij helpen: Badjas 500 g Blouse 100 g Dekbedovertrek 700 g Handdoek 200 g Herenoverhemd 200 g Kussensloop 200 g Nachthemd/pyjama Ondergoed mag niet machinaal gedroogd worden  Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging.  Dekbedovertrekken en kussenslopen dichtmaken, anders verzamelen zich hierin kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haakoogsluitingen dichtdoen, losse banden en ceintuurs samenknopen.  Het wasgoed voor het drogen goed centrifugeren.  Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en droogtegraad.  Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen van de gewenste droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder goed strijken.  Om het statisch worden (knetteren en kleven) van synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren wij u in de wasautomaat een wasverzachter te gebruiken.  Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden met het feit dat deze textiel, al naar gelang de kwaliteit, krimpt.  Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch nog vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat is met name het geval bij dikke kragen, manchetten en zomen. U kunt deze kledingstukken nadrogen, hierbij de machine op minstens 30 minuten instellen. 200-500 g 250 g Tafellaken 200-300 g Theedoek 100 g Werkjas voorzichtig drogen (lage temperatuur) 1200 g Beddelaken 300-600 g Belangrijk:  Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket. Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van synthetische vezels, wol, zijde, textiel met metalen versieringen, nylons, grote stukken wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden. Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een kleedje. Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem deze artikelen niet in de trommeldroger te drogen. 45 NEDERLANDS  Onderhoud De buitenkant Het wordt door de wind weggeblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn droogt en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als u binnenshuis droogt. De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Na verloop van tijd kunnen de pluizenzeven een witachtige aanslag vertonen, die veroorzaakt wordt door de wasmiddelresten die zich in de was bevinden. Reinig ze met warm water en een borstel. De zeef in de deursponning kan verwijderd worden (zie figuur). Deze zeef kan met het vleugeltje naar rechts of links gemonteerd worden. Neem de stekker uit het stopcontact of trek, indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. Het zeefgedeelte Een heel klein gedeelte van de pluizen komt toch ondanks de pluizenzeef in het omringende zeefgedeelte terecht. Maak daarom van tijd tot tijd het gehele zeefgedeelte schoon. Het apparaat nooit gebruiken zonder zeven. De luchtcondensor Afhankelijk van het gebruik moet de condensor zelf 3 tot 4 keer per jaar gereinigd worden. De luchtcondensor bevindt zich achter een deurtje in het onderste deel van de droger. Het deurtje wordt geopend door op de toets te drukken (zie afbeelding). De pluizenzeven De pluizenzeven dienen na elke droogbeurt (voor het uitnemen van het wasgoed) met een vochtige doek gereinigd te worden. De pluizenzeef in de deurbinnenkant moet voor reiniging uitgetrokken worden. Daartoe trekt u de zeef aan z’n handgreep omhoog uit z’n houder. Verwijder het viltachtige stof en plaats de zeef weer terug. Om de luchtcondensor uit de machine te nemen, dienen eerst de twee rode bevestigingsschijfjes naar beneden te worden gedraaid. Trek de condensor vervolgens aan de handgreep naar buiten. Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis. Dit pluis ontstaat door het dragen van de kleding of het gebruiken van de textiel. 46 Met een borstel reinigen en van binnen en van buiten afspoelen onder de douche. De dichtingen rondom de luchtcondensorhouder en de binnenzijde van het deurtje met een vochtige doek reinigen.  Plaats de waterhouder weer in het bedieningspaneel.  Druk nogmaals op de Start-toets programma verder te laten lopen. om het Het condenswater kunt u, na het door middel van bijvoorbeeld een koffiefilterzakje gefilterd te hebben, gebruiken als gedestilleerd water voor akku of strijkbout. Attentie! Gebruik geen scherpe voorwerpen om de condensor te reinigen. Hij zou lek kunnen worden. Het achterste luchtrooster schoonmaken Pas op! Het apparaat nooit gebruiken zonder luchtcondensor. Maak het achterste luchtrooster zorgvuldig schoon met een stofzuiger. Waterhouder legen De aan het wasgoed onttrokken waterdamp wordt binnen de machine gecondenseerd en als water in de waterhouder opgevangen. De waterhouder moet na iedere droogbeurt geleegd worden. Zoudt u dat vergeten hebben, dan zorgt een overloopbeveiliging ervoor dat het programma onderbroken wordt: het betreffende signaallampje brandt, de machine is gestopt en de was is nog nat. Een geluidssignaal klinkt. De waterhouder mag ook tijdens het in bedrijf zijn geleegd worden:  Trek de houder langzaam uit de machine.  Keer de houder om en laat al het water weglopen Trommel schoonmaken Als het wasgoed niet de gewenste graad van droogheid heeft en dus te droog of te vochtig uit de machine komt, dan raden wij u aan de binnenzijde van de trommel met een in azijn gedrenkte doek schoon te maken. Op deze manier kunt u de lichte aanslag verwijderen, die door achtergebleven resten van het tijdens het wassen gebruikte wasmiddel en de eventueel toegevoegde wasverzachter, en door de kalk in het water wordt veroorzaakt. Door deze aanslag is de voeler niet meer in staat om de juiste graad van droogheid te bepalen. 47 NEDERLANDS Tip: Eenvoudige storingen Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:  Storingen   De droger start niet  De deur van het toestel en/of het deurtje in de sokkel is/zijn niet goed gesloten.  De groepzekering is defect of uitgeschakeld. Probeerde u de droger te starten terwijl de wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN staat? Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat aan het spoelen toe is.  Er is geen programma ingesteld.  Waterhouder vol of niet goed terruggeschoven. Signaallampje knippert.  START-toets  De pluizenzeven en/of de luchtcondensor zijn verontreinigd.  De waterhouder is vol.  Mogelijk had u toch een ander programma moeten kiezen.  De trommel is te vol.  Had u de toets voor lage temperatuur ingedrukt, terwijl de betreffende wassoort op vol vermogen gedroogd had moeten worden?  De was is niet voldoende gecentrifugeerd.  De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het betreffende hoofdstuk.  De was wordt niet goed droog Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd het modelnummer en het productnummer bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen. 48 Mogelijke oorzaken niet ingedrukt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49

Zanussi TCE7224 Handleiding

Type
Handleiding