CTEK SWEDEN AB70
• Houd het product uit de buurt van metalen voorwerpen zoals brillen, horloges, sieraden en
haarspelden.
• Vervoer nooit een product met een vermogensniveau hoger dan 30%.
• Gooi het product alleen in specifieke recyclingdozen weg nadat het volledig is leeggemaakt.
• Plaats het product niet in gewone afvalcontainers. Volg strikt de plaatselijke voorschriften
met betrekking tot het weggooien en recyclen van producten.
• Gooi een product onmiddellijk weg als het niet kan worden ingeschakeld nadat het te veel is
ontladen.
• De oplader is alleen ontworpen voor het opladen van accu’s volgens de technische
specificaties. Gebruik de oplader niet voor andere doeleinden.
• Volg altijd de gebruikers- en veiligheidsinstructies van de accufabrikant op.
• Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen of accu´s op te laden.
• Plaats de oplader nooit bovenop de accu en dek de oplader niet af tijdens het opladen.
• Laad nooit een bevroren of beschadigde accu op.
• Gebruik nooit een oplader met beschadigde kabels. Zorg ervoor dat de kabels niet worden
beschadigd door hete oppervlakken, scherpe randen of op een andere manier.
• Zet een ventilatorgekoeld product nooit zo neer dat stof, vuil of iets dergelijks in de ventilator
kanworden gezogen.
• Een beschadigde kabel moet worden vervangen door een CTEK-vertegenwoordiger met
behulp vaneen door CTEK geleverd origineel onderdeel. Een afneembare kabel kan door de
gebruiker worden vervangen met behulp van een door CTEK geleverd origineel onderdeel.
• Verleng de laadkabel nooit tot een totale lengte van meer dan 5,0 m. Gebruik alleen originele
onderdelen die door CTEK zijn geleverd.
• Verlenging van de uitgangskabel kan elektromagnetische interferentie veroorzaken.
• De aansluiting op het elektriciteitsnet moet in overeenstemming zijn met de nationale
voorschriften voor elektrische installaties.
• Opladers met een geaarde stekker mogen alleen worden aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Tijdens het opladen kunnen loodzuuraccu’s explosieve gassen afgeven. Voorkom vonken in
de buurt van de accu. Zorg voor een goede ventilatie.
• Laders met een IP-klasse lager dan IPX4 zijn ontworpen voor gebruik binnenshuis. Zie de
technische specificaties. Niet blootstellen aan regen of sneeuw.
• Sluit de oplader aan op de pluspool van de accu en daarna op de minpool. Sluit vervolgens de
oplader aan op het elektriciteitsnet.
• Voor accu’s die in een voertuig zijn gemonteerd, sluit u de oplader aan op de pluspool van de
accu endaarna op het voertuigchassis uit de buurt van de brandstofleiding. Sluit vervolgens
de oplader aan op het elektriciteitsnet.
• Koppel de oplader los van het elektriciteitsnet. Verwijder vervolgens de min-aansluiting
(voertuigchassis) en vervolgens de plus-aansluiting.
• Laat een accu tijdens het opladen niet langere tijd onbeheerd achter. Als er een fout optreedt,
moet u de oplader handmatig loskoppelen.
• (IEC 7.12 ed.5) Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen)
met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of een gebrek aan ervaring en
kennis, tenzijzij toezicht of instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht
staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
(EN 7.12) Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en personen met
verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of een gebrek aan ervaring en
kennis, indien zij toezicht of instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat
op een veilige manier en de risico’s ervan begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud mag niet door kinderen worden uitgevoerd zonder toezicht.
NL