Roland CUBE Street EX de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Tafelmodel diepvrieskast
270318
7081994 - 02
GP(esf)14../GP13.. ... 6
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaat- en uitrustingsoverzicht............................. 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Productgegevens..................................................... 3
1.5 Opstelmaten............................................................. 3
1.6 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren............................................ 5
4.2 Apparaat opstellen................................................... 5
4.3 Scharnierpunt deur omwisselen............................... 6
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 6
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 6
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 7
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 7
5 Bediening................................................................ 7
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay.................... 7
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 7
5.3 Temperatuuralarm.................................................... 8
5.4 Levensmiddelen invriezen........................................ 8
5.5 Levensmiddelen ontdooien...................................... 8
5.6 Temperatuur instellen............................................... 8
5.7 SuperFrost................................................................ 8
5.8 Laden....................................................................... 9
5.9 Plateaus................................................................... 9
5.10 VarioSpace............................................................... 9
5.11 Info-systeem............................................................. 9
5.12 Koudeaccu's............................................................. 9
6 Onderhoud.............................................................. 9
6.1 handmatig ontdooien................................................ 9
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 9
6.3 Technische Dienst.................................................... 10
7 Storingen................................................................ 10
8 Uitzetten.................................................................. 11
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 11
8.2 Buiten werking stellen............................................... 11
9 Apparaat afdanken................................................ 11
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaat- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(4) Typeplaatje
(2) VarioSpace* (5) Verstelbare poten
(3) Schuiflade (6) Info-systeem
1.2 Toepassingsgebied van het appa-
raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen in een huishoude-
lijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt
bijv. het gebruik gerekend
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed-
plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk-
bare, overeenkomstig de Europese richtlijn
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat-
klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betref-
fende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Aanwijzing
u
Om een probleemloze werking te waar-
borgen, moet de aangegeven omgevingstem-
peratuur worden aangehouden.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen
SN, N t/m 32 °C
ST t/m 38 °C
T t/m 43 °C
Een probleemloze werking van het apparaat is
gewaarborgd tot een omgevingstemperatuur
van -15 °C.
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het
apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoor-
schriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU,
2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
1.4 Productgegevens
De productgegevens zijn conform de richtlijn van de (EU)
2017/1369 bij het apparaat gevoegd. Het volledige productge-
gevensblad kunt op de website van Liebherr in het download-
bereik downloaden.
1.5 Opstelmaten
Fig. 2
h a g e e' d c c'
GP1376 851 553
611
x
624
x
653
x
1129
x
563 592
GP1476 851 602
611
x
628
x
657
x
1174
x
613 640
GPesf1476 851 602
611
x
610
x
657
x
1174
x
597 644
GP1486 851 602
611
x
628
x
657
x
1174
x
613 640
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) .
1.6 Energie sparen
-
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
ningen resp. -roosters niet af.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
-
Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Rijpvorming wordt voorkomen.
-
Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
te warm worden.
-
Warme gerechten in het apparaat plaatsen: eerst op kamer-
temperatuur laten afkoelen.
-
Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is: Appa-
raat ontdooien.
Stof verhoogt het energieverbruik:
-
De koelmachine met warmtewisselaar -
metalen roosters aan de achterkant van
het apparaat - eenmaal jaarlijks
afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door
personen met verminderde psychische,
sensorische of mentale bekwaamheden of
een gebrek aan ervaring en kennis worden
gebruikt onder toezicht van een derde of met
betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat zijn onderwezen en de gevaren
kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen. De reiniging en het
onderhoud mag niet door kinderen zonder
toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8
jaar mogen het apparaat inladen en uitladen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat
en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of
ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 3
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu-
vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend
koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit
niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische
apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,
verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat
zich geen open vuur of ontstekingsbronnen
in de buurt van de lekkage bevinden.
Ruimte goed ventileren. Contact opnemen
met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper-
vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid-
delen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan
bij het inslikken en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. In de normale modus
bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICH
TIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 3
(1) Aan/uit-toets (6) Symbol alarm
(2) Insteltoets (7) Symbool menu
(3) Temperatuurdisplay (8) Symbool kinderbeveiliging
(4) SuperFrost-toets (9) Alarm-toets
(5) Symbool SuperFrost (10) Symbool stroomstoring
Bedienings- en controle-elementen
4 * afhankelijk van model en uitvoering
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
-
de warmste vriestemperatuur
De temperatuurweergave knippert:
-
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
In de weergave knipperen strepen:
-
de vriestemperatuur is boven de 0 °C.
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie Storingen).
-
F0 tot F5
-
Het symbool stroomuitval
knippert.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
u
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-
raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
u
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Aanwijzing*
De zakjes aan de achterkant zijn belangrijk voor een goed
functioneren van het apparaat. De inhoud van de zakjes is niet
giftig en ongevaarlijk.
u
Zakjes niet verwijderen!
q
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
q
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
q
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
q
Optimale standplaats is een droge en goed geventileerde
ruimte.
q
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct
tegen de muur plaatsen.
q
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
q
De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
hebben als de omgeven bodem.
q
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van
gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per
11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m
3
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat
op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge-
luiden ontstaan!
u
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt
bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij
sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat-
diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder
gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft
een iets hoger energieverbruik.
u
Bij een apparaat met meegele-
verde wandafstandhouders deze
wandafstandhouders links en
rechts boven aan de achterkant
van het apparaat monteren.
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
u
Stel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
Aanwijzing
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
ruimte.
4.3 Scharnierpunt deur omwisselen
Indien nodig is kan het scharnierpunt worden verwisseld.
Zorg ervoor dat het volgende gereedschap klaarligt:
q
Torx® 25
q
Torx® 15
q
meegeleverde steeksleutel
q
evt. tweede persoon voor de montage
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
Fig. 4 bij apparaten met handgreep
u
Ga te werk in de volgorde van de nummering in de afbeel-
ding.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
De lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vast-
schroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
4.4 Inbouw in het keukenblok
Fig. 5
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) .
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat
Fig. 5 (2)
aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kan boven het apparaat een opzetkast
Fig. 5 (1)
worden aangebracht.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan
het apparaat direct naast de keukenkast
Fig. 5 (3)
worden
geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mm
x
en in het
midden 50 mm
x
uit ten opzichte van het keukenkastfront.
Ventilatie-eisen:
-
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-
De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal
300 cm
2
bedragen.
-
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 5 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen*
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
u
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
u
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de
stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan
worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
u
Toets On/Off
Fig. 3 (1)
indrukken.
w
Het apparaat is ingeschakeld. Het temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
Fig. 3 (6)
knipperen tot de temperatuur
koud genoeg is.
w
Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen
met de Technische Dienst.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdis-
play
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen
aan het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De helderheid is instelbaar tussen h 0 (minimale verlichting) en
h 5 (maximale lichtsterkte).
u
Instelmodus activeren: toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
ca. 5 s
indrukken.
w
Op de display wordt het symbool Menu
Fig. 3 (7)
weerge-
geven.
w
Op de display knippert c.
u
Met de Insteltoets
Fig. 3 (2)
h selecteren.
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
kort bevestigen.
w
Op de display verschijnt de laatst ingestelde
helderheidswaarde.
u
Met de Insteltoets
Fig. 3 (2)
de gewenste waarde tussen h 0
en h 5 selecteren.
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
de nieuw ingestelde
helderheidswaarde kort bevestigen.
w
Op de display knippert h .
w
De helderheid is ingesteld.
u
Instelmodus na de verandering deactiveren: Aan/uit-toets
Fig. 3 (1)
één keer indrukken.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
gegeven.
Is de instelmodus al geactiveerd, maar moet de oude helder-
heidswaarde worden gehandhaafd:
u
Aan/uit-toets
Fig. 3 (1)
twee keer indrukken, om de instel-
modus de deactiveren.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
gegeven.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen
bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha-
kelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging instellen
Moet de functie worden ingeschakeld:
u
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
gedurende ca. 5 seconden in.
w
Op de display wordt het symbool Menu
Fig. 3 (7)
weerge-
geven.
w
Op de display knippert c.
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
kort bevestigen.
w
Op het display verschijnt c1.
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
kort bevestigen.
w
Het symbool Kinderbeveiliging
Fig. 3 (8)
op de
display gaat branden.
w
Op de display knippert c.
w
De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd:
u
Druk de toets On/Off
Fig. 3 (1)
kort in.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
gegeven.
Moet de functie worden uitgeschakeld:
u
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
gedurende ca. 5 seconden in.
w
Op de display wordt het symbool Menu
Fig. 3 (7)
weerge-
geven.
w
Op de display knippert c.
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
kort bevestigen.
w
Op het display verschijnt c0 .
u
Met de toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
kort bevestigen.
w
Het symbool Kinderbeveiliging
Fig. 3 (8)
gaat uit.
w
Op de display knippert c.
w
De functie kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd:
u
Druk de toets On/Off
Fig. 3 (1)
kort in.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
gegeven.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 7
5.3 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,
gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
Fig. 3 (6)
.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
gelegd
-
bij het sorteren en uitnemen van de levensmiddelen is teveel
warme lucht binnengekomen
-
de stroom is langer uitgevallen
-
het apparaat is defect
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 3 (6)
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met knip-
peren, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat (zie Storingen).
5.3.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
u
Toets Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
5.4 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
5.5 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
5.6 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C
De Temperatuur kan doorlopend gewijzigd worden. Is de instel-
ling -28 °C bereikt, wordt weer bij -14 °C begonnen.
u
Temperatuurfunctie oproepen: Eenmaal Instel-
toets
Fig. 3 (2)
indrukken.
w
Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
ingestelde waarde knipperend aangegeven.
u
Temperatuur wijzigen in stappen van 1 °C: Druk
de insteltoets
()
net zo vaak in totdat de
gewenste temperatuur op het temperatuurdis-
play oplicht.
u
Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets ingedrukt
houden.
w
Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weerge-
geven.
w
Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de
daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De tempera-
tuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe
instelling aan.
5.7 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel
tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met
maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden
van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/
24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voor-
komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
-
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
per dag
5.7.1 Met SuperFrost invriezen
u
Toets SuperFrost
Fig. 3 (4)
eenmaal kort indrukken.
w
Het symbool SuperFrost
Fig. 3 (5)
is verlicht.
w
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
koeling.
Aanwijzing
u
Bij het indrukken van de toets SuperFrost kan het voor-
komen dat de compressor door de ingebouwde inschakel-
vertraging maximaal 8 minuten later wordt ingeschakeld.
Deze vertraging verhoogt de levensduur van de compressor.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
Ca. 6 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de onderste laden leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
Ca. 24 u wachten.
u
Onderste lade uitschuiven en de levensmiddelen direct in
het apparaat leggen, zodat ze contact met de bodem of de
zijwanden hebben.
w
SuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveel-
heid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijk
na 65 h.
w
Het symbool SuperFrost
Fig. 3 (5)
gaat uit, wanneer het
invriezen is afgesloten.
u
Levensmiddelen in de lade leggen en deze weer inschuiven.
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
modus verder.
Bediening
8 * afhankelijk van model en uitvoering
5.8 Laden
u
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
5.9 Plateaus
u
Plateau uitnemen: vooraan optillen en
uittrekken.
u
Plateau terugplaatsen: tot aanslag
inschuiven.
5.10 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen ook de
draagplateaus eruit halen. Zo maakt
u plaats voor grotere levensmid-
delen zoals gevogelte, vlees, groter
wild en kunnen hoge producten van
de bakkerij volledig worden inge-
vroren en verder worden klaarge-
maakt.
u
De laden kunnen elk met max.
25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg
worden belast.
5.11 Info-systeem
Fig. 6
(1) Kant-en-klare
gerechten, ijs
(4) Vleeswaren, brood
(2) Varkensvlees, vis (5) Wild, paddestoelen
(3) Fruit, groenten (6) Gevogelte, rund-/kalfs-
vlees
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren
levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde
bewaartijden zijn richtwaarden.
5.12 Koudeaccu's
De koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de tempera-
tuur te snel stijgt.
5.12.1 Koudeaccu's gebruiken
u
De bevroren koudeaccu's boven
in het voorste vriesgedeelte op
de ingevroren levensmiddelen
leggen.
6 Onderhoud
6.1 handmatig ontdooien
In het apparaat vormt zich na langere gebruiksduur een rijp-
resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt
door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in
te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever-
bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
IJs tegen bovenwand in het apparaat verwijderen:
In het midden van de bovenwand van het apparaat vormt
zich een ijslaag. Dit komt door de fysische omstandigheden
in het apparaat.
u
Het ijs regelmatig met een ijskrabber verwijderen. Het appa-
raat hoeft daarvoor niet te worden ontdooid.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging
u
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen
gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om
het ontdooien te versnellen.
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
u
De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha-
digen.
u
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
in.
w
De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”.
u
Schakel het apparaat uit.
w
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, dan is de kinderbe-
veiliging (zie 5.2) geactiveerd.
u
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Koudeaccu´s boven op de ingevroren levensmiddelen
plaatsen.
u
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele
plaats.
u
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op een plateau in het midden.
w
Het ontdooien wordt versneld.
u
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
staan.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
opnemen.
u
Het apparaat reinigen (zie 6.2) en afdrogen.
6.2 Apparaat reinigen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 9
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
w
Stof verhoogt het energieverbruik.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw-
warm water met allesreiniger gebruiken.*
u
Gelakte deuroppervlakken uitsluitend met een zachte,
schone doek afvegen. Bij hardnekkig vuil een beetje water
of allesreiniger gebruiken. Naar keuze kan ook een microve-
zeldoek worden gebruikt.
RVS onderhoudsmiddel niet op glazen of kunststof opper-
vlakken aanbrengen om krassen te vermijden. Donkere
plekken in het begin en een intensievere kleur van het edel-
stalen oppervlak zijn normaal.*
u
De buitenkant van roestvrijstaal kan met speciale in de
handel verkrijgbare roestvrijstaalreiniger worden gereinigd.
Vervolgens het meegeleverde rvs onderhoudsmiddel gelijk-
matig in slijprichting aanbrengen.*
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.7) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
u
de levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
u
Apparaataanduiding
Fig. 7 (1)
, service-nr.
Fig. 7 (2)
en serie-nr.
Fig. 7 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
Fig. 7
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 7 (1)
, service-nr.
Fig. 7 (2)
en serie-nr.
Fig. 7 (3)
mededelen.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperFrost is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
u
Het knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
Storingen
10 * afhankelijk van model en uitvoering
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
u
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F5.
Het betreft een storing.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval
. Op
het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur
weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra
de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer
verder met de laatste temperatuurinstelling.
u
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
u
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid-
delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
u
Dit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
u
Oplossing: (zie 5.7)
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
u
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
u
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
In de display worden streepjes („- -”) aangegeven.
De vriestemperatuur is door stroomuitval of een stroomon-
derbreking boven nul gestegen.
u
Zie ook “Stroomuitval” en “
Geconcentreerde ijsvorming in het midden van de boven-
wand in het apparaat.
Deze ijsvorming is normaal. Op basis van de fysische
omstandigheden vormt het ijs zich geconcentreerd tegen
de bovenwand van het apparaat.
u
Het ijs met een ijskrabber verwijderen.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Toets On/Off
Fig. 3 (1)
indrukken, totdat het display donker
wordt. Toets loslaten.
w
Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
kinderbeveiliging actief (zie 5.2) .
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Uitzetten
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo
Bezirk Plovdiv
Bulgarien
home.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Roland CUBE Street EX de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor