Wacker Neuson EH 6 M/120 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedieningshandleiding
Elektrische breekhamer
EH 6, EHB 7
04.2010
0217536nl / 004
Fabrikant
Wacker Neuson SE
Preußenstraße 41
80809 München
www.wackerneuson.com
Tel.: +49-(0)89-354 02-0
Fax: +49-(0)89-354 02-390
Vertaling van de Duitstalige originele gebruiksaanwijzing
EH 6, EHB 7 Inhoud
3
1 Voorwoord .................................................................................................................6
2 Inleiding .....................................................................................................................7
2.1 Weergavemiddelen in deze bedieningshandleiding ........................................... 7
2.2 Wacker Neuson contactpersoon ........................................................................ 8
2.3 Beschreven apparaattypen................................................................................. 8
2.4 Markering van het apparaat................................................................................ 9
EU - conformiteitverklaring.....................................................................................13
3 Veiligheid .................................................................................................................15
3.1 Beginsel............................................................................................................ 15
3.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel......................................................... 18
3.3 Beschermuitrusting........................................................................................... 19
3.4 Transport .......................................................................................................... 20
3.5 Bedrijfsveiligheid............................................................................................... 20
3.6 Veiligheid bij de werking van handapparaten................................................... 22
3.7 Veiligheid bij de werking van elektrische apparaten......................................... 23
3.8 Onderhoud........................................................................................................ 25
3.9 Veiligheids- en aanwijsstickers......................................................................... 26
3.10 Veiligheid- en aanwijzingssymbolen................................................................. 27
4 Inhoud van het pakket ............................................................................................28
4.1 EH 6.................................................................................................................. 28
4.2 EHB 7 ............................................................................................................... 29
5 Opbouw en functie ..................................................................................................30
5.1 Toepassingsgebied .......................................................................................... 30
5.2 Toepassingsbereik ........................................................................................... 30
5.3 Werking ............................................................................................................ 30
6 Componenten en bedieningselementen ...............................................................32
7 Transport .................................................................................................................37
8 Bediening .................................................................................................................38
8.1 Voorafgaand aan inbedrijfname ....................................................................... 38
8.2 Apparaat instellen............................................................................................. 39
8.2.1 Modus (alleen EHB 7) .......................................................................... 39
8.2.2 Motortoerental ...................................................................................... 40
8.2.3 Extra handgreep voor EH 6 .................................................................. 41
8.2.4 Extra handgreep voor EHB 7................................................................ 43
8.2.5 Diepteaanslag (alleen EHB 7) .............................................................. 44
Inhoud
Inhoud EH 6, EHB 7
4
8.3 Gereedschap wisselen ..................................................................................... 45
8.4 In bedrijf stellen ................................................................................................ 47
8.5 Apparaat bedienen ........................................................................................... 48
8.6 Trillingsreductie ................................................................................................ 49
8.7 Buiten werking stellen ...................................................................................... 50
9Storingen ................................................................................................................. 51
10 Onderhoud ............................................................................................................... 52
10.1 Onderhoudsplan............................................................................................... 52
10.2 Onderhoudswerkzaamheden ........................................................................... 53
10.2.1 Gereedschaphouder controleren op slijtage......................................... 54
11 Afvoer ....................................................................................................................... 55
11.1 Afvoer van oude elektrische en elektronische apparaten................................. 55
12 Toebehoren ............................................................................................................. 56
13 Technische gegevens .............................................................................................57
13.1 EH 6/EHB 7 - 230............................................................................................. 57
13.2 EH 6/EHB 7 - 115............................................................................................. 58
13.3 EH 6/EHB 7 - 120............................................................................................. 59
13.4 Aanwijzingen voor de trillingsbelasting............................................................. 61
13.5 Verlengkabel .................................................................................................... 62
14 Verklarende woordenlijst ....................................................................................... 63
EH 6, EHB 7 Inhoud
5
Voorwoord
6
1 Voorwoord
In deze bedieningshandleiding staat informatie en worden procedures beschre-
ven voor het veilig gebruik en onderhoud van het Wacker Neuson apparaat. Voor
uw eigen veiligheid en om letsel te voorkomen moet u de veiligheidsvoorschriften
goed doorlezen, zodat u ermee vertrouwd raakt en ze op ieder moment in acht
kunt nemen.
Deze bedieningshandleiding geeft geen informatie over omvangrijke onder-
houds- of reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moeten door
de Wacker Neuson service of door erkende deskundigen worden uitgevoerd.
Bij de productie van het apparaat is veel waarde gehecht aan de veiligheid van
de bediener. Ondeskundige bediening of onderhoud niet conform de voorschrif-
ten kunnen echter gevaar veroorzaken. Bediening en onderhoud van het
Wacker Neuson apparaat moeten volgens de aanwijzingen in deze bedienings-
handleiding worden uitgevoerd. Hierdoor is een storingsvrije werking en een
hoge beschikbaarheid van het apparaat gegarandeerd.
Defecte onderdelen van het apparaat moeten meteen worden vervangen!
Bij vragen over de bediening of het onderhoud kunt u contact opnemen met uw
contactpersoon bij Wacker Neuson.
Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder het recht van reproductie en ver-
spreiding.
Copyright 2010 Wacker Neuson SE
Deze bedieningshandleiding mag uitsluitend met voorafgaande uitdrukkelijke en
schriftelijke toestemming van Wacker Neuson worden gereproduceerd, bewerkt,
gekopieerd of verspreid worden. Dit geldt ook voor delen ervan.
Iedere reproductie, verspreiding of opslag op informatiedragers in welke vorm
dan ook, zonder de toestemming van Wacker Neuson, is een overtreding van het
geldende copyright en zal gerechtelijk worden vervolgd.
Wij behouden ons uitdrukkelijk voor, technische wijzigingen uit te voeren voor de
verbetering van onze apparaten of verhoging van de veiligh
EH 6, EHB 7 2 Inleiding
7
2 Inleiding
2.1 Weergavemiddelen in deze bedieningshandleiding
Waarschuwingssymbolen
Deze bedieningshandleiding bevat veiligheidsvoorschriften in de volgende cate-
gorieën:
GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP.
Deze voorschriften moeten in acht genomen worden om het gevaar voor dood
of verwonding van de bediener, materiële schade of niet-deskundige service uit
te sluiten.
Aanwijzingen
Aanwijzing:Hier krijgt u aanvullende informatie.
GEVAAR
Deze waarschuwing duidt op onmiddellijk dreigen gevaren die de dood of ern-
stig letsel veroorzaken.
f Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
WAARSCHUWING
Deze waarschuwing duidt op mogelijke gevaren die kunnen resulteren in ern-
stig letsel of de dood.
f Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
VOORZICHTIG
Deze waarschuwing duidt op mogelijk gevaren die kunnen resulteren in minder
ernstig letsel.
f Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
LET OP
Deze waarschuwing duidt op mogelijke gevaren die kunnen resulteren in mate-
riële schade.
f Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
2 Inleiding EH 6, EHB 7
8
Handelingsaanwijzing
f Dit symbool betekent dat u iets moet doen.
1. Genummerde handelingsaanwijzingen geven aan dat u iets in de aangegeven
volgorde moet doen.
Dit symbool wordt gebruikt bij opsommingen.
2.2 Wacker Neuson contactpersoon
Uw contactpersoon bij Wacker Neuson is, al naar gelang het land, uw Wacker
Neuson Service, uw Wacker Neuson dochteronderneming of uw Wacker
Neuson verkoper.
Adressen vindt u op het Internet onder www.wackerneuson.com.
De adressen van de fabrikant vindt u aan het begin in deze bedieningshandlei-
ding.
2.3 Beschreven apparaattypen
Deze bedieningshandleiding geldt voor verschillende apparaattypen uit één pro-
ductreeks. Daardoor kunnen afbeeldingen iets afwijken van het uiterlijk van uw
apparaat. Bovendien kunnen er componenten worden beschreven die geen deel
uitmaken van uw apparaat.
Gedetailleerde informatie over de beschreven apparaattypen vindt u in het
hoofdstuk Technische gegevens.
EH 6, EHB 7 2 Inleiding
9
2.4 Markering van het apparaat
Positie van het typeplaatje
Pos. Benaming
1 Typeplaatje
2 Inleiding EH 6, EHB 7
10
Gegevens van het typeplaatje
Het typeplaatje bevat gegevens die uw toestel ondubbelzinnig identificeren.
Deze gegevens zijn voor de bestelling van reserveonderdelen en bij technische
vragen vereist.
f Noteer de gegevens van uw toestel in de volgende tabel:
Pos. Benaming Uw gegevens
1 Groep en type
2 Bouwjaar
3 Machine-nr.
4 Versie-nr.
5 Artikel-nr.
EH 6, EHB 7 2 Inleiding
11
2 Inleiding EH 6, EHB 7
12
www.wackerneuson.com
EU - conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson SE
Preußenstraße 41, 80809 München
Product
Conformiteitsbeoordelingsprocedure volgens 2000/14/EG, bijlage VI bij, 2005/88/EG volgen-
de controlelocatie:
VDE Prüf- und Zertifizierungsinstitut, Merianstraße 28, 63069 Offenbach/Main
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat deze producten aan de betreffende bepalingen en vereisten van
de volgende richtlijnen en normen voldoen:
98/37/EG, vanaf 29-12-2009: 2006/42/EG,
EN 60745, 2000/14/EG (alleen EH 6 M), 2005/88/EG (alleen EH 6 M),
2004/108/EG, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3, EN 55014-1, EN 55014-2
Gemachtigde voor alle technische documenten: Axel Häret
München, 20-10-2009
Type EH 6 M EHB 7 M
Producttype Breekhamer/boorhamer
Artikel-nr. 0610304, 0610306 0610303, 0610307
Gewicht kg 7,1 7,3
Gemeten geluidsver-
mogenniveau
dB(A) 101
Gegarandeerd ge-
luidsvermogenniveau
dB(A) 104
Dr. Michael Fischer
Leiding Onderzoek en ontwikkeling
Franz Beierlein
Chef productmanagement
EH 6, EHB 7 3 Veiligheid
15
3 Veiligheid
3.1 Beginsel
Stand van de techniek
Het apparaat is vervaardigd op basis van de nieuwste stand van de techniek en
de erkende veiligheidstechnische regelgeving. Desondanks kan ondeskundig
gebruik gevaar opleveren voor lijf en leven van de gebruiker of derden of een ne-
gatieve invloed hebben op het apparaat en andere materiële zaken.
Gebruik in overeenstemming met de bestemming
Het apparaat mag uitsluitend voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Boren van gaten met een diameter van maximaal 90 mm (uitsluitend boorha-
mer).
Beitelen, hakken, losbreken, graven, kloppen, stampen en afbramen.
Bewerken van natuur- en kunststeen.
Bewerken van asfalt, alle soorten muren en beton.
Het apparaat mag alleen met gereedschap gebruikt worden dat voor het appa-
raat en het te bewerken materiaal bestemd is.
Het apparaat mag niet voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Bewerken van materialen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, bijv. asbest.
Tot het gebruik in overeenstemming met de bestemming hoort ook het in acht
nemen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding, alsmede het in
acht nemen van de voorgeschreven service- en onderhoudsaanwijzingen.
Elke ander of verdergaand gebruik geldt als niet in overeenstemming zijnde met
de bestemming. Voor hieruit resulterende schade vervallen de aansprakelijkheid
en de garantie van de fabrikant. Het risico komt volledig voor rekening van de
bediener.
3 Veiligheid EH 6, EHB 7
16
Constructieve wijzigingen
Voer in geen geval constructieve wijzigingen uit zonder schriftelijke toestemming
van de fabrikant. U brengt daardoor uw veiligheid en die van andere personen in
gevaar! Bovendien vervallen de aansprakelijkheid en de garantie van de fabri-
kant.
Er is vooral sprake van constructieve wijzigingen in de volgende gevallen:
Openen van het apparaat en het permanent verwijderen van onderdelen, die
van Wacker Neuson afkomstig zijn.
Inbouwen van nieuwe onderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig
zijn of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderde-
len.
Aanbouwen van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Reserveonderdelen die van Wacker Neuson afkomstig zijn kunt u zondermeer
monteren.
Toebehoren die voor uw apparaat verkrijgbaar zijn in het Wacker Neuson lever-
programma, kunt u zondermeer monteren. Volg daarbij de montagevoorschriften
uit deze bedieningshandleiding.
Boor niet in de behuizing om bijv. borden aan te brengen. Er kan water in de be-
huizing binnendringen, waardoor het apparaat beschadigd raakt.
Voorwaarden voor bedrijf
De storingsvrije en veilige werking van het apparaat hangt af van de volgende
voorwaarden:
Vakkundig transport, opslag, opstelling.
Zorgvuldige bediening.
Zorgvuldig onderhoud.
Bediening
Bedien het apparaat uitsluitend in overeenstemming met de bestemming en in
technisch perfecte toestand.
Bedien het apparaat uitsluitend bewust van de veiligheid en de gevaren terwijl
alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Verander of omzeil de veilig-
heidsvoorzieningen niet.
Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden of de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
EH 6, EHB 7 3 Veiligheid
17
Onderhoud
Voor een storingsvrije en langdurige werking van het apparaat zijn regelmatige
onderhoudswerkzaamheden vereist. Gebrekkig onderhoud vermindert de veilig-
heid van het apparaat.
Neem altijd de voorgeschreven onderhoudsintervallen in acht.
Gebruik het apparaat niet wanneer onderhoud of reparatie noodzakelijk is.
Storingen
Bij functiestoringen moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen en beveiligen.
Verhelp storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden onverwijld!
Laat beschadigde of defecte componenten onmiddellijk vervangen!
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Storingen verhelpen.
Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik alleen reserveonderdelen van Wacker Neuson of onderdelen die gelijk-
waardig zijn met de originele delen wat betreft constructie en kwaliteit.
Gebruik alleen toebehoren van Wacker Neuson.
Bij het niet opvolgen hiervan vervalt iedere aansprakelijkheid.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
In de volgende gevallen wijst Wacker Neuson elke aansprakelijkheid voor per-
soonlijk letsel en materiële schade af:
Constructieve wijzigingen.
Gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming.
Niet-naleven van deze bedieningshandleiding.
Ondeskundige behandeling.
Gebruik van reserveonderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn
of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen.
Gebruik van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Bedieningshandleiding
Bewaar de bedieningshandleiding altijd binnen handbereik bij het apparaat of op
de plaats waar het apparaat wordt gebruikt.
Mocht u de bedieningshandleiding kwijtraken of nog een exemplaar nodig heb-
ben, neem dan contact op met uw Wacker Neuson contactpersoon of download
de bedieningshandleiding van het Internet (www.wackerneuson.com).
Geef deze bedieningshandleiding aan elke andere bediener of volgende eige-
naar van het apparaat.
3 Veiligheid EH 6, EHB 7
18
Landspecifieke voorschriften
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspre-
ventie en milieubescherming in acht, bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of
het dragen van een persoonlijke beschermingsuitrusting.
Vul deze bedieningshandleiding aan met verdere aanwijzingen voor het in acht
nemen van bedrijfs-, overheids-, landelijke of algemene veiligheidsrichtlijnen.
Bedieningselementen
Houd de bedieningselementen van het apparaat altijd droog, schoon en vrij van
vet en olie.
Bedieningselementen, zoals bijv. aan/uitschakelaar, gashendels etc. mogen niet
ongeloorloofd geâretteerd, gemanipuleerd of veranderd worden.
Op schade controleren
Controleer minstens één keer per dienst het uitgeschakelde apparaat op uiterlijk
zichtbare schade en gebreken.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar
zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
3.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel
Kwalificatie van de bediener
Het apparaat mag alleen door opgeleid personeel in werking gesteld en bediend
worden. Bovendien gelden de volgende voorwaarden:
U bent lichamelijk en geestelijk geschikt.
U bent opgeleid voor het zelfstandig bedienen van het apparaat.
U bent opgeleid in het gebruik in overeenstemming met de bestemming van
het apparaat.
U bent vertrouwd met de noodzakelijke veiligheidsinrichtingen.
U bent bevoegd om apparaten en systemen volgens de normen van de vei-
ligheidstechniek zelfstandig in bedrijf te stellen.
U moet door de ondernemer of exploitant zijn aangewezen voor het zelfstan-
dig werken met het apparaat.
Foutieve bediening
Bij foutieve bediening, misbruik of bediening door ongeschoold personeel dreigt
er gevaar voor de gezondheid van de bediener of derden en voor het apparaat
of andere materiële zaken.
EH 6, EHB 7 3 Veiligheid
19
Plichten van de exploitant
De exploitant moet de bedieningshandleiding beschikbaar stellen aan de bedie-
ner en zich ervan vergewissen dat de bediener deze heeft gelezen en begrepen.
Aanbevelingen voor het werk
Volg a.u.b. de volgende aanbevelingen op:
Werk uitsluitend in een goede lichamelijke toestand.
Werk geconcentreerd, vooral tegen het einde van de werktijd.
Werk niet met het apparaat als u moe bent.
Voer alle werkzaamheden rustig, behoedzaam en voorzichtig uit.
Werk nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Uw zichtvermo-
gen, uw reactievermogen en uw oordeelsvermogen kunnen hierdoor worden
belemmerd.
Werk zodanig dat geen schade voor derden ontstaat.
Zorg ervoor dat zich geen personen of dieren in de gevarenzone bevinden.
3.3 Beschermuitrusting
Werkkleding
De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauwsluitend maar niet hinderlijk zijn.
Draag in principe op bouwplaatsen geen lang los haar, losse kleding of sieraden
inclusief ringen. Er bestaat gevaar voor letsel, bijv. door blijven hangen of naar
binnen trekken door bewegende onderdelen van apparaten.
Draag alleen moeilijk ontvlambare werkkleding.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting om letsel en schade voor de ge-
zondheid te voorkomen:
Veiligheidsschoenen.
Werkhandschoenen van stevig materiaal.
Werkpak van stevig materiaal.
Veiligheidshelm.
Hoorbescherming.
Gezichtsbescherming.
Oogbescherming.
Adembescherming bij stoffige lucht.
3 Veiligheid EH 6, EHB 7
20
Hoorbescherming
Bij dit apparaat is overschrijding van de landelijk geldende toegestane geluidsli-
miet (persoonsgerelateerd beoordelingsniveau) mogelijk. Daarom moet u in be-
paalde gevallen gehoorbescherming dragen. De exacte waarde vindt u in het
hoofdstuk Technische gegevens.
Werk met gehoorbescherming bijzonder aandachtig en voorzichtig omdat u ge-
luiden, bijv. geroep of signaaltonen slechts beperkt kunt waarnemen.
Wacker Neuson raadt aan altijd gehoorbescherming te dragen.
3.4 Transport
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat voor het transport uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Laat de motor afkoelen.
Apparaat transporteren
Transporteer het apparaat in de meegeleverde draagkoffer.
Beveilig de draagkoffer op het transportmiddel tegen kantelen, vallen of wegglij-
den.
Apparaat optillen
Ernstig verwondingsgevaar door vallend apparaat.
Het apparaat heeft geen optil- of sjorpunten.
Beveilig het apparaat bij het optillen tegen het omkantelen, vallen of wegglijden,
bijv. in een gesloten transportbak.
Herinbedrijfname
Monteer en bevestig voorafgaand aan de herinbedrijfname apparaten, apparaat-
onderdelen, toebehoren of gereedschappen die voor transportdoeleinden waren
verwijderd.
Ga uitsluitend volgens de bedieningshandleiding te werk.
3.5 Bedrijfsveiligheid
Explosieve omgeving
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
EH 6, EHB 7 3 Veiligheid
21
Werkomgeving
Maak u vertrouwd met de werkomgeving voordat u met de werkzaamheden be-
gint. Daartoe behoren bijv. de volgende punten:
Obstakels in de werk- en verkeerszone.
Draagvermogen van de bodem.
Noodzakelijke afscherming van de bouwlocatie, vooral voor het openbare
verkeer.
Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds.
Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
Veiligheids in de werkomgeving
Let vooral op de volgende punten wanneer u met het apparaat werkt:
Elektrische leidingen of buizen in de werkomgeving.
Gasleidingen of waterleidingen in de werkomgeving.
Wegbrekend, vallend of weggeslingerd materiaal. Breng geen andere perso-
nen in gevaar.
Hoogste aandacht in de buurt van afgronden of hellingen. Valgevaar.
Voldoende afstand tot brandbaar materiaal.
Controles voorafgaand aan de werkzaamheden
Controleer voor het begin van het werk de volgende punten:
Toestand van het gereedschap.
Instellingen van het apparaat.
Aansluitwaarden van het apparaat.
Apparaat in bedrijf stellen
Let op de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat en in de
bedieningshandleiding.
Stel nooit een apparaat in werking dat moet worden onderhouden of gerepa-
reerd.
Stel het apparaat volgens de bedieningshandleiding in werking.
Veilige stand
Let altijd op een veilige stand wanneer u met het apparaat werkt. Dit geldt vooral
bij het werken op steigers, ladders, oneffen of glibberige bodem enz.
Pas op voor hete onderdelen
Raak tijdens of vlak na het bedrijf geen hete onderdelen aan zoals gereedschap,
gereedschaphouders of geleidingscilinders. Deze onderdelen kunnen zeer heet
worden en verbrandingen veroorzaken.
3 Veiligheid EH 6, EHB 7
22
Pas op voor bewegende onderdelen
Houd handen, voeten en losse kleding op een afstand van beweeglijke of rote-
rende onderdelen van het apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door intrekken
of beknellen.
Pas op voor giftige materialen
Veel materialen kunnen giftige chemicaliën bevatten, die bij breekwerkzaamhe-
den vrijkomen. Draag daarom een persoonlijke veiligheidsuitrusting, zodat u
geen werkstof inademt en zodat er geen werkstof contact maakt met uw huid.
Niet op personen richten
Richt het apparaat tijdens bedrijf niet op omstanders. Het gereedschap kan wor-
den weggeslingerd en ernstig letsel veroorzaken.
Breng geen personen in gevaar
Let erop dat er geen personen in gevaar worden gebracht door weggeslingerde
of vallende onderdelen. Werk altijd heel aandachtig en vooruitziend.
Apparaat uitschakelen
Schakel in de volgende gevallen het apparaat uit en trek de stekker uit het stop-
contact:
Voor pauzes.
Als u het apparaat niet gebruikt.
Als u het gereedschap vervangt.
Als u spanen of splinters verwijdert.
Wacht voor het neerleggen van het apparaat tot het volledig tot stilstand is ge-
komen.
Zet resp. leg het apparaat zodanig neer, dat het niet kan kantelen, vallen of weg-
glijden.
Opslag
Zet of leg het apparaat veilig neer, zodat het niet kan kantelen, vallen of wegglij-
den.
Opslaglocatie
Berg het afgekoelde apparaat na gebruik op een afgesloten, schone, vorstveilige
en droge locatie op, die niet toegankelijk is voor kinderen.
3.6 Veiligheid bij de werking van handapparaten
EH 6, EHB 7 3 Veiligheid
23
Veilig werken met handapparaten
Beveilig losse werkstukken met hiervoor geschikte middelen.
Houd het apparaat tijdens het werk altijd met beide handen aan de hiervoor be-
stemde grepen vast.
Gebruik altijd de bij het apparaat geleverde extra handgrepen.
Bedien het apparaat bij het werken zodanig, dat verwondingen aan de handen
bij het stoten op vaste voorwerpen worden vermeden.
Handapparaat volgens de voorschriften neerleggen
Leg het apparaat voorzichtig neer. Gooi het apparaat niet op de grond en gooi
het niet van grotere hoogte omlaag. Bij het neergooien kan het apparaat andere
personen verwonden of zelf beschadigd raken.
Veilig werken met de hamer
Houd de gereedschaphouder tijdens het werken gesloten.
Leidt het aansluitsnoer altijd naar achteren van het apparaat af en houd het uit
de buurt van het aansluitsnoer van de werkomgeving van het apparaat.
3.7 Veiligheid bij de werking van elektrische apparaten
Specifieke voorschriften voor elektrische apparaten
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht uit de brochure Algemene veiligheids-
voorschriften die bij het apparaat is geleverd.
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspre-
ventie met betrekking tot elektrische installaties en apparaten in acht.
WAARSCHUWING Lees alle veiIigheidsvoorschriften en aanwijzingen.
Wanneer veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiIigheidsvoorschriften en aanwijzingen voor eventuele raad-
pleging in de toekomst.
3 Veiligheid EH 6, EHB 7
24
Stroomvoorziening voor elektrische apparaten van de beschermingscategorie II
Aanwijzing:De nominale spanning vindt u op het typeplaatje van het apparaat.
U mag het apparaat alleen aan stroomvoorzieningen aansluiten als alle onder-
delen ervan in technisch onberispelijke toestand zijn. Let vooral op de volgende
onderdelen:
Stekker.
Aansluitsnoer over de totale lengte.
Schakelaarmembraan van de aan/uitschakelaar, indien aanwezig.
Stopcontacten.
Elektrische apparaten van de beschermingscategorie II hebben een versterkte
of dubbele isolatie (beschermende isolatie) en hebben geen aansluiting op de
aardleider.
Bij aansluiting op vaste of mobiele stroomgeneratoren moet minstens één van
de volgende veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn:
Foutstroomschakelaar.
ISO-volgschakelaar.
IT-net.
Aanwijzing:Neem de geldende landelijke veiligheidsrichtlijnen in acht!
Verlengkabel
Gebruik het apparaat uitsluitend met onbeschadigde en geteste verlengkabels!
Gebruik uitsluitend verlengkabels met een aardleider en een correcte aardleider-
aansluiting aan de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten van bescher-
mingscategorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens).
Gebruik uitsluitend geteste verlengkabels die geschikt zijn voor gebruik op de
bouwlocatie: Middelste rubberslangleiding H05RN-F of beter – Wacker Neuson
adviseert H07RN-F, een SOW-kabel of een landspecifieke gelijkwaardige uit-
voering.
Vervang verlengkabels met beschadigingen (bijv. scheuren in de mantel) of los-
zittende stekkers en koppelingen onmiddellijk.
Kabeltrommels en meervoudig stopcontacten moeten aan dezelfde eisen vol-
doen als verlengkabels.
Bescherm verlengkabels, meervoudige stopcontacten, kabeltrommels en aan-
sluitkoppelingen tegen regen, sneeuw of andere vormen van vocht.
Kabeltrommel helemaal afrollen
Brandgevaar door niet afgerolde kabeltrommel.
Voor gebruik de kabeltrommel helemaal afrollen.
EH 6, EHB 7 3 Veiligheid
25
Aansluitsnoer beschermen
Gebruik het aansluitsnoer niet voor het trekken aan of optillen van het apparaat.
Trek de stekker van het aansluitsnoer niet aan het snoer uit het stopcontact.
Bescherm het aansluitsnoer tegen hitte, olie en scherpe randen.
Laat de aansluitsnoer bij beschadiging of een loszittende stekker onmiddellijk
door uw contactpersoon bij Wacker Neuson vervangen.
Tegen vocht beschermen
Bescherm het apparaat tegen regen, sneeuw of andere vormen van vocht. An-
ders zijn beschadigingen of andere storingen mogelijk.
3.8 Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden
Verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden mogen slechts worden uitgevoerd
voor zover ze in deze bedieningshandleiding zijn beschreven. Alle andere werk-
zaamheden moeten worden uitgevoerd via de contactpersoon van Wacker
Neuson.
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Onderhoud.
Loskoppelen van de stroomvoorziening
Voor verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden moet u de stekker uit het
stopcontact trekken om het apparaat van de stroomvoorziening los te koppelen.
Reiniging
Houd het apparaat altijd schoon en reinig het na elk gebruik.
Gebruik geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
Gebruik geen hogedrukreinigers. Indringend water kan het apparaat beschadi-
gen. Bij elektrische apparaten bestaat ernstig verwondingsgevaar door elektri-
sche schokken.
3 Veiligheid EH 6, EHB 7
26
3.9 Veiligheids- en aanwijsstickers
Er bevinden zich stickers op het apparaat die belangrijke aanwijzingen en veilig-
heidsinstructies bevatten.
Houd alle stickers in leesbare toestand.
Vervang ontbrekende of niet leesbare stickers.
De artikelnummers van de stickers vindt u in de catalogus met reserveonder-
delen.
Alleen EH 6:
Pos. Sticker Beschrijving
1 Gegarandeerd geluidsvermogenniveau.
EH 6, EHB 7 3 Veiligheid
27
3.10 Veiligheid- en aanwijzingssymbolen
Pos. Symbool Beschrijving
1 Bedieningshandleiding lezen.
4 Inhoud van het pakket EH 6, EHB 7
28
4 Inhoud van het pakket
4.1 EH 6
Pos. Benaming
1 Draagkoffer met gereedschaps-
vakken
2Vet
3 Boorhamer
4 Extra handgreep
5 Bedieningshandleiding
6 Catalogus met reserveonderde-
len
7 Algemene veiligheidsvoorschrif-
ten (zonder afb.)
EH 6, EHB 7 4 Inhoud van het pakket
29
4.2 EHB 7
Pos. Benaming
1 Draagkoffer met gereedschaps-
vakken
2Vet
3 Boorhamer
4 Extra handgreep
5 Diepteaanslag
6 Bedieningshandleiding
7 Catalogus met reserveonderde-
len
8 Algemene veiligheidsvoorschrif-
ten (zonder afb.)
5 Opbouw en functie EH 6, EHB 7
30
5 Opbouw en functie
5.1 Toepassingsgebied
Gebruik het apparaat alleen volgens de bestemming, zie hoofdstuk Veiligheid,
Gebruik in overeenstemming met de bestemming.
5.2 Toepassingsbereik
EH 6
Met de verschillende, snel verwisselbare gereedschappen kan het apparaat wor-
den ingezet voor beitelen, hakken, losbreken, graven, kloppen, stampen en af-
bramen. Het apparaat is geschikt voor het bewerken van natuur- en kunststeen,
en voor het bewerken van asfalt, alle soorten muren en beton.
EHB 7
Dankzij de diverse, snel verwisselbare gereedschappen kan het apparaat ge-
bruikt worden voor het boren van gaten met een doorsnede tot maximaal 90 mm,
voor hakken, beitelen, breken, graveren, kloppen, stampen en afbramen. Het
apparaat is geschikt voor het bewerken van natuur- en kunststeen, en voor het
bewerken van asfalt, alle soorten muren en beton.
5.3 Werking
Principe
Het apparaat is een breekhamer met een pneumatisch slagwerk. Afhankelijk van
de uitvoering heeft het apparaat een extra boorfunctie.
De hamer wordt aangedreven door een elektromotor.
Modus "Beitelen"
De draaibeweging van de elektromotor wordt in de modus "Beitelen" via een
overbrenging en een krukaandrijving omgezet in een slagbeweging.
De door de krukaandrijving vooruit en terug bewogen zuiger verdicht de lucht
(beweging naar voren) of genereert een onderdruk (beweging terug). Door de
verandering van de druk wordt de slagzuiger naar voren en terug bewogen
(luchtkussenslagsysteem) en slaat deze op het gereedschap.
In de modus "Beitelen" is de aandrijving van de boor via de veiligheidskoppeling
ontkoppeld en de gereedschapbus in de gereedschaphouder is gefixeerd en
draait niet.
EH 6, EHB 7 5 Opbouw en functie
31
Modus "Hamerboren"
In de modus "Hamerboren" wordt de draaibeweging van de motor via een kop-
peling overgedragen op de aandrijfas van de booraandrijving. De aandrijfas
draait door middel van tandwielen de gereedschapsbus in de gereedschaphou-
der.
6 Componenten en bedieningselementen EH 6, EHB 7
32
6 Componenten en bedieningselementen
Gereedschaphouder
In de gereedschaphouder wordt het gereedschap geplaatst.
Pos. Benaming
1 Gereedschaphouder
2 Ventilatiesleuf
3 Omschakelaar
4 Trillingsreductie
5 Aan/uitschakelaar
6 Controlelampje
7 Servicelampje
8 Schuifschakelaar voor toerental-
voorkeuze
9 Aansluitsnoer met stekker
10 Extra handgreep
11 Diepteaanslag (alleen EHB 7)
EH 6, EHB 7 6 Componenten en bedieningselementen
33
Omschakelaar
De omschakelaar heeft afhankelijk van het apparaat 2 resp. 3 standen voor de
modi. Het symbool in het kijkvenster van de omschakelaar geeft de gekozen mo-
dus weer.
In de modus 'Positioneren' is het bijvoorbeeld mogelijk een vlakbeitel met de
hand in de juiste werkpositie te draaien.
Trillingsreductie
Via de trillingsreductie wordt de sterkte van de trillingen afgezwakt.
De trillingsreductie maakt een vermoeidheidsvrije bediening van het apparaat
voor een langere tijd mogelijk.
Beitelen
Hamerboren
(alleen EHB 7)
Positioneren
6 Componenten en bedieningselementen EH 6, EHB 7
34
Aan/uitschakelaar
Aan de aan/uitschakelaar is een startbeveiliging gekoppeld. De startbeveiliging
zorgt ervoor dat bij het indrukken van de aan/uitschakelaar het aantal slagen of
het toerental van de boorhamer langzaam toeneemt. De startbeveiliging belem-
mert of vermindert het wegspringen van de beitel of het klemmen van de boor.
Afhankelijk van de uitvoering kan met de aan/uitschakelaar een continu gebruik
ingesteld worden.
Controlelampje
Het controlelampje brandt groen zodra het apparaat op de stroomvoorziening
aangesloten is.
Schuifschakelaar voor toerentalvoorkeuze
Met de schuifschakelaar voor voorkeuze van het toerental wordt het toerental
vooraf ingesteld.
Er zijn twee toerentallen beschikbaar.
Het langzame toerental resulteert bij het beitelen in een minder sterke slag, wat
bijvoorbeeld nodig is bij het verwijderen van tegels.
Servicelampje
Het servicelampje brandt rood, kort voordat een koolborstel de slijtagegrens be-
reikt heeft. De koolborstels tijdig vervangen.
Stekker
Vanaf de fabriek is een landspecifieke stekker gemonteerd.
EH 6, EHB 7 6 Componenten en bedieningselementen
35
Extra handgreep voor EH 6
De extra handgreep maakt een veilige en vermoeidheidsvrije werkhouding mo-
gelijk.
Verstelmogelijkheden:
De volledige extra handgreep kan traploos 360° worden gedraaid.
De D-greep is in 20 stappen 360° draaibaar.
Pos. Benaming
1 D-greep
2 Klemmoer
3Klemband
6 Componenten en bedieningselementen EH 6, EHB 7
36
Extra handgreep voor EHB 7
De extra handgreep maakt een veilige en vermoeidheidsvrije werkhouding mo-
gelijk.
De volledige extra handgreep kan traploos 360° worden gedraaid.
Diepteaanslag (alleen EHB 7)
Met de diepteaanslag is de boordiepte traploos instelbaar.
Pos. Benaming
1Klemstuk
2 Radiaalgreep
3 Klemband
EH 6, EHB 7 7 Transport
37
7 Transport
Apparaat transporteren
Het apparaat wordt getransporteerd in de meegeleverde draagkoffer.
1. De netstekker uit het stopcontact trekken.
2. Gereedschap afnemen.
3. Extra handgreep verwijderen.
4. Apparaat in de draagkoffer leggen.
5. Aansluitsnoer opwikkelen en in de draagkoffer leggen.
Aanwijzing: Aansluitsnoer niet knikken!
6. Gereedschappen in de draagkoffer opbergen.
7. Draagkoffer in of op een geschikt transportmiddel leggen.
8. Draagkoffer borgen tegen, omvallen, afvallen of wegglijden.
WAARSCHUWING
Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade.
Ñ Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en op-
volgen, zie hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften.
8Bediening EH 6, EHB 7
38
8Bediening
8.1 Voorafgaand aan inbedrijfname
Het apparaat is na het uitpakken bedrijfsklaar.
Apparaat controleren
f Apparaat en alle componenten controleren op beschadigingen.
Stroomnet controleren
f Controleren of stroomnet of bouwplaatsverdeler de juiste bedrijfsspanning
heeft (zie typeplaatje van het apparaat of hoofdstuk Technische gegevens).
f Controleren of stroomnet of bouwplaatsverdeler zijn beveiligd conform de
geldende landelijke normen en richtlijnen.
WAARSCHUWING
Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade.
f Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en op-
volgen, zie hoofdstuk Veiligheid.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
f Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact
trekken.
EH 6, EHB 7 8Bediening
39
8.2 Apparaat instellen
8.2.1 Modus (alleen EHB 7)
Modus selecteren
Instelling van de omschakelaar controleren.
Als de instelling niet in overeenkomst is met het gewenste gebruiksdoel, de om-
schakelaar omschakelen:
f Omschakelaar een halve slag omdraaien tot hij vastklikt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij ongecontroleerd starten van het apparaat tijdens het om-
schakelen.
f Omschakelaar alleen bij stilstand van het apparaat bedienen.
Pos. Benaming
1 Omschakelaar
8Bediening EH 6, EHB 7
40
8.2.2 Motortoerental
Motortoerental instellen
Met de schuifschakelaar het motortoerental instellen:
f Schuifschakelaar voor toerentalvoorkeuze naar achteren drukken (kleine
symbool), om het motortoerental te verlagen.
f Schuifschakelaar voor toerentalvoorkeuze naar voren drukken (grote sym-
bool), om het motortoerental te verhogen.
Pos. Benaming
1 Schuifschakelaar voor toerental-
voorkeuze
EH 6, EHB 7 8Bediening
41
8.2.3 Extra handgreep voor EH 6
Gebruik het apparaat uitsluitend met de extra handgreep.
Extra handgreep draaien
1. Klemmoer tegen de richting van de wijzers van de klok losdraaien tot de extra
handgreep gedraaid kan worden.
2. Extra handgreep naar de gewenste positie draaien.
3. Klemmoer met de wijzers van de klok mee vastdraaien.
Pos. Benaming
1 Klemmoer
8Bediening EH 6, EHB 7
42
D-greep draaien
1. Klemmoer tegen de richting van de wijzers van de klok losdraaien tot de ver-
tanding los gaat.
2. D-greep in de gewenste stand draaien en vertanding in elkaar sluiten.
3. Klemmoer met de wijzers van de klok mee vastdraaien.
Pos. Benaming
1 D-greep
2Klemmoer
3 Vertanding
EH 6, EHB 7 8Bediening
43
8.2.4 Extra handgreep voor EHB 7
Gebruik het apparaat uitsluitend met de extra handgreep.
Extra handgreep draaien
1. Radiaalgreep tegen de richting van de wijzers van de klok losdraaien tot de
extra handgreep gedraaid kan worden.
2. Extra handgreep naar de gewenste positie draaien.
3. Radiaalgreep met de wijzers van de klok mee vastdraaien.
Pos. Benaming
1 Radiaalgreep
8Bediening EH 6, EHB 7
44
8.2.5 Diepteaanslag (alleen EHB 7)
Diepteaanslag instellen
1. Klemstuk indrukken.
2. Diepteaanslag tot de gewenste lengte uittrekken of inschuiven.
3. Klemstuk loslaten.
LET OP
Wegglijden van de diepteaanslag kan leiden tot een verkeerde boordiepte.
f Diepteaanslag altijd met de geribbelde kant naar boven in de klemming zet-
ten.
Pos. Benaming
1 Diepteaanslag
2Klemstuk
EH 6, EHB 7 8Bediening
45
8.3 Gereedschap wisselen
Algemene aanwijzingen
U kunt het gereedschap zonder extra hulpmiddelen verwisselen.
Aanwijzingen voor het gebruik van gereedschappen
Gebruik alleen gereedschappen met de volgende eigenschappen:
Het uiteinde van het gereedschap moet onbeschadigd zijn.
Het gereedschap moet voldoende scherp zijn om stuitslagen te voorkomen.
Het gereedschap moet voor het geplande gebruiksdoel geschikt zijn.
Gereedschap plaatsen
1. Uiteinde van gereedschap reinigen.
2. Uiteinde van gereedschap invetten.
3. Gereedschap in de gereedschaphouder plaatsen.
4. Gereedschap draaien en naar binnen drukken, tot de gereedschaphouder
zichzelf vergrendelt.
5. Aan het gereedschap trekken om de vergrendeling te controleren.
Pos. Benaming
1 Gereedschap
2 Gereedschaphouder
8Bediening EH 6, EHB 7
46
Gereedschap verwijderen
1. Vergrendelingshuls naar achteren schuiven en vasthouden.
Vergrendeling komt los.
2. Gereedschap naar voren uit de gereedschaphouder trekken.
3. Vergrendelingshuls loslaten.
Pos. Benaming
1 Gereedschap
2 Vergrendelingshuls
EH 6, EHB 7 8Bediening
47
8.4 In bedrijf stellen
Apparaat aan de stroomvoorziening aansluiten
Sluit het apparaat uitsluitend aan op 1-fasen-wisselstroom, aansluitwaarden zie
hoofdstuk Technische gegevens.
1. Indien nodig goedgekeurde verlengkabel op het apparaat aansluiten.
Aanwijzing: Toegelaten lengtes en diameters van het litzendraad van ver-
lengkabels staan vermeld in het hoofdstuk Technische gegevens.
2. Stekker in het stopcontact steken.
LET OP
Elektrische spanning.
Foutieve spanning kan schade aan het apparaat veroorzaken.
f Controleren of de spanning van de stroombron overeenkomt met de gege-
vens op het apparaat, zie hoofdstuk Technische gegevens.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
f Aansluitsnoer en verlengkabel controleren op beschadigingen.
f Uitsluitend verlengkabels gebruiken waarvan de aardleider is aangesloten
op de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten van
beschermingscategorie I).
8Bediening EH 6, EHB 7
48
8.5 Apparaat bedienen
Apparaat inschakelen
1. Apparaat op de werkplaats inschakelen.
2. Op aan/uitschakelaar drukken.
Continu gebruik inschakelen (alleen EH 6)
1. Aan/uitschakelaar indrukken en ingedrukt houden.
2. Vastzetknop aanvullend indrukken.
Continu gebruik uitschakelen (alleen EH 6)
f Op aan/uitschakelaar drukken.
De vastzetknop springt eruit.
WAARSCHUWING
Letsel door ongecontroleerd bediend apparaat.
f Apparaat altijd met beide handen vasthouden en zorgen dat u stabiel staat.
Pos. Benaming
1 Vastzetknop
2 Aan/uitschakelaar
EH 6, EHB 7 8Bediening
49
8.6 Trillingsreductie
f Apparaat tegen het oppervlak drukken dat u wilt bewerken. De trillingsreduc-
tie daarbij ongeveer tot de middelste stand samendrukken.
VOORZICHTIG
Te kleine veerweg bij de greep.
Verwondingen door te sterke terugslag.
f Apparaat niet tot de aanslag van de trillingsreductie tegen het oppervlak
drukken dat u wilt bewerken.
LET OP
Ongecontroleerd terugslaan.
Beschadigingen door wegglijdend of wegspringend gereedschap.
f Apparaat krachtiger tegen het oppervlak drukken dat u wilt bewerken.
Pos. Benaming
1 Trillingsreductie
8Bediening EH 6, EHB 7
50
8.7 Buiten werking stellen
Apparaat uitschakelen
1. Aan/uitschakelaar loslaten.
2. Wachten tot het apparaat volledig tot stilstand is gekomen.
3. Apparaat zodanig neerleggen dat het niet kan omkantelen, vallen of wegglij-
den.
4. Stekker uit het stopcontact trekken.
EH 6, EHB 7 9 Storingen
51
9 Storingen
De volgende tabel geeft een overzicht van mogelijke storingen, oorzaken en op-
lossingen.
Storing Oorzaak Oplossing
Het apparaat functioneert niet Aansluitsnoer onderbroken. Aansluitsnoer controleren, bij
defect laten vervangen. *
* Laat deze werkzaamheden door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon uitvoeren.
Rotor defect. Rotor laten vervangen. *
Slagsysteem geblokkeerd IJsvorming door zeer lage tem-
peraturen.
Apparaat in warmere omgeving
(bijv. verwarmde ruimtes) laten
warmlopen.
Vastlopen van bewegende on-
derdelen.
Defecte onderdelen laten
vervangen. *
Boor klemt (alleen EHB 7) Te veel boormeel in het boor-
gat.
Boor uittrekken en boormeel
van de boor verwijderen.
Hinderlijk wapeningsijzers. Boorgat opnieuw beginnen.
10 Onderhoud EH 6, EHB 7
52
10 Onderhoud
10.1 Onderhoudsplan
Aanwijzing:Als het rode servicelampje brandt, brengt u het apparaat voor ser-
vice naar uw Wacker Neuson contactpersoon.
WAARSCHUWING
Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade.
f Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en op-
volgen, zie hoofdstuk Veiligheid.
Activiteit Dagelijks
vóór
bedrijf
Maande-
lijks
Aansluitsnoer controleren op
onberispelijke toestand – bij
een defect het aansluitsnoer
laten vervangen. *
* Laat deze werkzaamheden door de service van uw
Wacker Neuson contactpersoon uitvoeren.
Visuele controle van alle on-
derdelen op beschadiging.
Apparaat reinigen.
Uiteinde en snedes van het
gereedschap controleren –
eventueel (laten) slijpen, uit-
smeden of vervangen.
Gereedschaphouder contro-
leren op slijtage – zo nodig la-
ten vervangen. *
EH 6, EHB 7 10 Onderhoud
53
10.2 Onderhoudswerkzaamheden
Werken in de werkplaats
Voer werkzaamheden in een werkplaats op een werkbank uit. Dit heeft de vol-
gende voordelen:
Bescherming van het apparaat tegen vuil op de bouwplaats.
Een vlak en schoon werkoppervlak vereenvoudigt het werk.
Kleine onderdelen zijn beter zichtbaar en gaan minder gauw verloren.
Visuele controle op beschadiging
Alle apparaatonderdelen controleren op beschadiging.
Apparaat reinigen
1. Ventilatiesleuven met een geschikt hulpmiddel schoonmaken.
2. De behuizing met een vochtige, schone doek afvegen.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
f Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact
trekken.
WAARSCHUWING
Beschadigingen aan het apparaat of aan het aansluitsnoer kunnen leiden tot li-
chamelijk letsel door elektrische stroom.
f Beschadigd apparaat niet gebruiken!
f Beschadigd apparaat onverwijld laten repareren!
10 Onderhoud EH 6, EHB 7
54
10.2.1 Gereedschaphouder controleren op slijtage
1. Nieuw gereedschap plaatsen.
Aanwijzing: Gebruik nieuw gereedschap om alleen de slijtage van de ge-
reedschaphouder te meten, niet ook de slijtage van het gereedschap.
2. Speling van het gereedschap op 200 mm afstand van de invoerplaats meten.
Speling mag maximaal 6 mm bedragen.
Wanneer de speling meer dan 6 mm bedraagt, de gereedschaphouder laten ver-
vangen.
Pos. Waarde
A 200 mm
B Max. 6 mm
11 Afvoer
55
11 Afvoer
11.1 Afvoer van oude elektrische en elektronische apparaten
Voor klanten in EU-landen
Dit apparaat is onderhevig aan de Europease richtlijn 2002/96/EG m.b.t. afval
van elektrische en elektronische apparaten (AEEA) en aan de betreffende natio-
nale wetgeving. De AEEA-richtlijn schrijft daarbij het kader voor een EU-wijd gel-
dige verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten voor.
Het apparaat wordt gekenmerkt door het hiernaast afgebeelde
symbool van een doorgestreepte afvalbak. Dit betekent dat u het
niet bij het normale huisafval mag gooien, maar het moet afvoeren
naar een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld als professioneel elektrisch ge-
reedschap voor beroepsdoeleinden (zogenaamd B2B-apparaat volgens AEEA-
richtlijn). In tegenstelling tot overwegend huishoudelijk gebruikte apparaten (zo-
genaamde B2C-apparaten) mag dit apparaat daarom in sommige EU-landen
niet bij inzamelpunten van publieksrechtelijke afvoerinstanties (bijv. communale
milieuparken) worden afgegeven. Informeer bij twijfel bij uw verkoopvestiging
naar de voorgeschreven afvoerprocedure voor elektrische of elektronische B2B-
apparaten in uw land en zorg altijd voor een afvoer volgens de wettelijke voor-
schriften. Neem ook betreffende aanwijzingen in de verkoopovereenkomst of de
algemene bedrijfsvoorwaarden van uw verkoopvestiging in acht.
Een vakkundige afvoer van dit apparaat vorkomt negatieve uitwerkingen op
mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt
hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk.
Voor klanten in andere landen
Een vakkundige afvoer van dit apparaat vorkomt negatieve uitwerkingen op
mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt
hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Wij adviseren daarom dit ap-
paraat niet bij het normale huisafval weg te gooien, maar het af te voeren naar
een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval. Ook de nationale wetg-
geving schrijft onder omstandigheden de gescheiden afvoer van elektrische en
elektronische producten voor. Zorg altijd voor een afvoer van dit apparaat vol-
gens de wettelijke voorschriften in uw land.
12 Toebehoren EH 6, EHB 7
56
12 Toebehoren
Voor het apparaat wordt een uitgebreid pakket toebehoren aangeboden.
Informatie over de afzonderlijke toebehoren is verkrijgbaar in het internet onder
www.wackerneuson.com.
EH 6, EHB 7 Technische gegevens
57
13 Technische gegevens
13.1 EH 6/EHB 7 - 230
Benaming Unit EH 6 M EHB 7 M
Artikel-nr. 0610304 0610303
Lengte x breedte x hoogte mm 473 x 109 x 293
Gewicht kg 7,1 7,3
Nominale spanning V 220-240 1~
Nominale frequentie Hz 50
Nominale vermogensopname W 1300
Nominale stroomopname A 7
Slagaantal elektronisch instel-
baar
min
-1
2200-2850
Toerental van de boormachine min
-1
-300
Eénslagenergie J 12
Gereedschaphouder SDS-max
Aandrijving Geaarde universele elektromotor
Beschermingscategorie * II
Beschermingsklasse ** IP2X
Geluidsdruk L
PA
*** dB(A) 91 -
Geluidsvermogenniveau
L
WA
****
dB(A) 101 -
Geluidsdruk L
PA
***** dB(A) - 96
Onveiligheid K dB(A) - 3
Geluidsvermogenniveau
L
WA
*****
dB(A) - 107
Onveiligheid K dB(A) - 3
Technische gegevens EH 6, EHB 7
58
13.2 EH 6/EHB 7 - 115
Totale trillingswaarde van de
acceleratie a
hv
*****
m/s
2
11,5 9 (beitelen)
13 (hamerboren
in beton)
Onveiligheid K m/s
2
1,9 1,9 (beitelen)
1,5 (hamerbo-
ren)
* Volgens DIN EN 61140.
** Conform DIN EN 60529.
*** Vastgesteld conform 2000/14/EG bij het oor van de bediener.
****Vastgesteld conform 2000/14/EG.
*****conform EN 60745.
Benaming Unit EH 6 M EHB 7 M
Artikel-nr. 0610306 0610307
Lengte x breedte x hoogte mm 473 x 109 x 293
Gewicht kg 7,1 7,3
Nominale spanning V 110-120 1~
Nominale frequentie Hz 50
Nominale vermogensopname W 1300
Nominale stroomopname A 14
Slagaantal elektronisch instel-
baar
min
-1
2200-2850
Toerental van de boormachine min
-1
- 300
Eénslagenergie J 12
Gereedschaphouder SDS-max
Aandrijving Geaarde universele elektromotor
Beschermingscategorie * II
Beschermingsklasse ** IP2X
Geluidsdruk L
PA
*** dB(A) 91 -
Geluidsvermogenniveau
L
WA
****
dB(A) 101 -
Benaming Unit EH 6 M EHB 7 M
EH 6, EHB 7 Technische gegevens
59
13.3 EH 6/EHB 7 - 120
Geluidsdruk L
PA
***** dB(A) - 96
Onveiligheid K dB(A) - 3
Geluidsvermogenniveau
L
WA
*****
dB(A) - 107
Onveiligheid K dB(A) - 3
Totale trillingswaarde van de
acceleratie a
hv
*****
m/s
2
11,5 9 (beitelen)
13 (hamerboren
in beton)
Onveiligheid K m/s
2
1,9 1,9 (beitelen)
1,5 (hamerbo-
ren)
* Volgens DIN EN 61140.
** Conform DIN EN 60529.
*** Vastgesteld conform 2000/14/EG bij het oor van de bediener.
****Vastgesteld conform 2000/14/EG.
*****Conform EN 60745.
Benaming Unit EH 6 M EHB 7 M
Artikel-nr. 0610308 0610309
Lengte x breedte x hoogte mm 473 x 109 x 293
Gewicht kg 7,1 7,3
Nominale spanning V 120 1~
Nominale frequentie Hz 60
Nominale vermogensopname W 1300
Nominale stroomopname A 14
Slagaantal elektronisch instel-
baar
min
-1
2200-2850
Toerental van de boormachine min
-1
-300
Eénslagenergie J 12
Gereedschaphouder SDS-max
Aandrijving Geaarde universele elektromotor
Benaming Unit EH 6 M EHB 7 M
Technische gegevens EH 6, EHB 7
60
Beschermingscategorie * II
Beschermingsklasse ** IP2X
Geluidsdruk L
PA
*** dB(A) 91 -
Geluidsvermogenniveau
L
WA
****
dB(A) 101 -
Geluidsdruk L
PA
***** dB(A) - 96
Onveiligheid K dB(A) - 3
Geluidsvermogenniveau
L
WA
*****
dB(A) - 107
Onveiligheid K dB(A) - 3
Totale trillingswaarde van de
acceleratie a
hv
*****
m/s
2
11,5 9 (beitelen)
13 (hamerboren
in beton)
Onveiligheid K m/s
2
1,9 1,9 (beitelen)
1,5 (hamerbo-
ren)
* Volgens DIN EN 61140.
** Conform DIN EN 60529.
*** Vastgesteld conform 2000/14/EG bij het oor van de bediener.
****Vastgesteld conform 2000/14/EG.
*****Conform EN 60745.
Benaming Unit EH 6 M EHB 7 M
EH 6, EHB 7 Technische gegevens
61
13.4 Aanwijzingen voor de trillingsbelasting
Het in de bedieningshandleiding aangegeven trillingsniveau is gemeten volgens
een in EN 60745 genormeerde meetmethode en kan gebruikt worden voor het
met elkaar vergelijken van elektrische gereedschappen. De methode is ook ge-
schikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting.
Het aangegeven trillingsniveau representeert de voornaamste toepassingen van
het elektrische gereedschap. Als het elektrische gereedschap echter voor ande-
re toepassingen, met afwijkende inzetgereedschappen of ontoereikend onder-
houd gebruikt wordt, kan het trillingsniveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting
over de totale werktijd duidelijk verhogen.
Voor een exacte beoordeling van de trillingsbelasting moet ook rekening gehou-
den worden met de periodes waarin het apparaat uitgeschakeld is of wel loopt,
maar niet daadwerkelijk gebruikt wordt. Dit kan de trillingsbelasting over de totale
werktijd duidelijk verlagen.
Leg extra veiligheidsmaatregelen vast voor de bescherming van de bediener te-
gen trillingseffecten, zoals bijvoorbeeld: Onderhoud van elektrisch gereedschap
en inzetgereedschappen, warm houden van de handen, organisatie van de ar-
beidsprocessen.
Technische gegevens EH 6, EHB 7
62
13.5 Verlengkabel
Gebruik uitsluitend betrouwbare verlengkabels, zie hoofdstuk Veiligheid.
De vereiste litzendraaddoorsnede voor verlengkabels vindt u in de volgende
tabel:
Aanwijzing:De typeaanduiding en de spanning van uw apparaat vindt u op het
typeplaatje of via het artikelnummer in het hoofdstuk Technische
gegevens.
Voorbeeld
U heeft een EHB 7 M/230 en u wilt een verlengkabel van 50 m lengte gebruiken.
Het apparaat heeft 230 V ingangsspanning.
Volgens de tabel moet uw verlengkabel een doorsnede van de litzendraad van
1,5 mm
2
hebben.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
f Aansluitsnoer en verlengkabel controleren op beschadigingen.
f Uitsluitend verlengkabels gebruiken waarvan de aardleider is aangesloten
op de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten uit beschermingscate-
gorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens).
Spanning
[V]
Verlenging
[m]
Doorsnede litzen-
draad
[mm
2
]
220-240 1~ < 86 1,5
< 142 2,5
110-120 1~ < 22 1,5
< 37 2,5
< 59 4,0
14 Verklarende woordenlijst
63
14 Verklarende woordenlijst
Beschermingscategorie
De beschermingscategorie volgens DIN EN 61140 onderscheidt elektrische ap-
paraten in relatie tot veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van elektrische
schokken. Er zijn vier beschermingscategorieën:
Beschermingscategorie Betekenis
0 Geen bijzondere beveiliging naast de basisisolatie.
Geen aardleider.
Stekker zonder randaarde.
I Aansluiting van alle geleidende delen van de behuizing
op de aardleider.
Stekker met randaarde.
II Verbeterde of dubbele isolatie (veiligheidsisolatie).
Geen aansluiting op de aardleider.
Stekker zonder randaarde.
III Apparaten worden met veiligheidslaagspanning
(< 50 V) gebruikt.
Aansluiting aan de aardleider is niet nodig.
Stekker zonder randaarde.
14 Verklarende woordenlijst
64
Beschermingsklasse IP
De beschermingsklasse volgens DIN EN 60529 geeft de geschiktheid van elek-
trische apparaten voor bepaalde omgevingsomstandigheden en de beveiliging
tegen elektrische gevaren aan.
De beschermingsklasse wordt door een IP-code volgens DIN EN 60529 gespe-
cificeerd.
Code Betekenis 1e cijfer:
Bescherming tegen aanraking van gevaarlijke delen.
Bescherming tegen indringende vreemde voorwerpen.
0 Geen bescherming tegen aanraking.
Geen bescherming tegen vreemde voorwerpen.
1 Beschermd tegen aanraking met de bovenkant van de hand.
Beschermd tegen grote vreemde voorwerpen met een diameter van >
50 mm.
2 Beveiligd tegen aanraking met een vinger.
Beveiligd tegen middelgrote vreemde voorwerpen (diameter > 12,5 mm).
3 Beveiligd tegen aanraking met een gereedschap (diameter > 2,5 mm).
Beschermd tegen kleine vreemde voorwerpen (diameter > 2,5 mm).
4 Beveiligd tegen aanraking met een draad (diameter > 1 mm).
Beveiligd tegen korrelvormige vreemde voorwerpen (diameter > 1 mm).
5 Beschermd tegen aanraking.
Beschermd tegen afzetting van stof aan de binnenkant.
6 Volledig beschermd tegen aanraking.
Beschermd tegen binnenkomend stof.
Code Betekenis 2. cijfer:
Bescherming tegen binnendringend water
0 Geen bescherming tegen binnenkomend water.
1 Beschermd tegen loodrecht vallend drupwater.
2 Beschermd tegen schuin vallend drupwater (15° afwijking).
3 Beschermd tegen spatwater (60° afwijking).
4 Beveiligd tegen spatwater uit alle richtingen.
5 Beschermd tegen een waterstraal (sproeier) uit willekeurige hoek.
6 Beschermd tegen een sterke waterstraal (overstroming).
7 Beschermd tegen tijdelijk onderdompelen in water.
8 Beschermd tegen langdurig onderdompelen in water.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66

Wacker Neuson EH 6 M/120 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor