JVC KD-LX10R Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

KD-LX10R
CD RECEIVER
CD-RECEIVER
RECEPTEUR CD
CD-RECEIVER
For installation and connections, refer to the separate manual.
Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het
toestel.
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
NEDERLANDS
LVT0410-001A
[E]
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
For Customer Use:
Enter below the password
you have entered for your
security lock.
Retain this password for
future reference.
PASSWORD:
ATT
S
S
M
KD-LX1 0R
SOURCE
TP
RDS
MODE
BAND
PTY
DISP
INTLOCALMONOSCM
10789 11 12
RPT RND
OFFSEL
COVER.KD-LX10R[E].410 00.1.12, 6:30 PM3
2
NEDERLANDS
Plaats en afbeelding van labels
Benaming/Spanningslabel
Onderpaneel van het
hoofdtoestel
BELANGRIJK VOOR
LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer
open en interlock uitgeschakeld of defekt.
Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het
toestel bevat geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Laat onderhoud
en reparatie over aan erkend
onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt
onzichtbare laserstralen maar is echter
voorzien van veiligheidsschakelaars die
uitstraling dienen te stoppen bij het
verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het
maken van instellingen ander dan in deze
gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert
mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke
straling.
Het apparaat terugstellen
Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp
op de Reset-knop, die zich aan de voorzijde van de eenheid op
het bedieningspaneel bevindt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
OPMERKING:
De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de
geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het
identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een
veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
LET OP bij het instellen van het volume
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer
het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door
de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een
CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
Caution:
This product contains a laser component
of higher laser class than Class 1.
CLASS
LASER
1
PRODUCT
DANGER: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e)
ADVARSEL: Usynlig laser-
stråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funktion. Undgåudsæt-
telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suo-
jalukitus ohitettaessa olet
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
NL02-05.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:34 PM2
3
NEDERLANDS
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen ..............................................................2
BASISBEDIENING........................................................5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO ............................... 6
Naar de radio luisteren ..................................................................6
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search .................... 6
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search.................. 7
Radiozenders in het geheugen vastleggen ....................................8
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM........................ 8
Handmatig vastleggen van zenders.............................................9
Afstemmen op een voorkeuzezender...........................................10
HET GEBRUIK VAN RDS.............................................11
Wat u kunt doen met RDS EON .................................................11
Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De netwerkfunctie) ............................................................11
Het gebruik van standby-ontvangst............................................13
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een
programmagenre ................................................................14
Uw favoriete programmagenre opzoeken ..................................14
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen ...17
Automatische selectie van een station bij gebruik van
de cijfertoetsen ...................................................................17
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een
FM-station luistert .............................................................. 18
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen.................. 18
Automatisch aanpassen van de klok .........................................18
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .....................................19
Een CD afspelen............................................................................19
De tekst van een CD met CD Text weergeven ............................20
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken ............21
Afspeelmodus selecteren ..............................................................22
Voorkomen dat de CD terugspringt............................................23
GELUID REGELEN ......................................................24
Geluid aanpassen ..........................................................................24
Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM) ...........26
De geluidsmodi selecteren en opslaan ......................................26
De geluidsmodi oproepen ......................................................... 27
Geluidsweergave aanpassen en opslaan .....................................28
Vervolg, zie ommezijde
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
* Denk aan de veiligheid....
Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit
is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de
auto niet meer hoort.
Zet de auto stil voordat u ingewikkelde
handelingen met het apparaat gaat verrichten.
* Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
NL02-05.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:34 PM3
4
NEDERLANDS
ANDERE HOOFDFUNCTIES.........................................29
Klok instellen ................................................................................29
De algemene instellingen wijzigen (PSM)...................................30
Namen aan bronnen toekennen ...................................................34
Werken met de vergrendeling......................................................36
AFSTANDSBEDIENING
(Met een apart aangeschafte afstandsbediening) .... 39
De batterij plaatsen ......................................................................39
Gebruik van de afstandbediening ...............................................40
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ............................. 41
CD’s afspelen.................................................................................41
Kiezen van de weergavefunctie....................................................43
BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN..................... 45
Werken met een extern apparaat ................................................45
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER .............................. 46
Afstemmen op een ensemble en op een van de services ............46
DAB-frequenties in het geheugen opslaan..................................48
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service ..............................50
Wat u nog meer met DAB kunt doen ..........................................51
ONDERHOUD ...........................................................52
Omgaan met CD’s ........................................................................52
PROBLEMEN OPLOSSEN ...........................................53
SPECIFICATIES...........................................................55
De display-demonstratie activeren
Druk terwijl de DISP-toets is ingedrukt op ¢ tot de vermelding DEMO in
het onderste gedeelte van de display wordt weergegeven.
Er worden diverse functies en display-verlichtingsmodi die voor deze eenheid
zijn ontwikkeld getoond. Tijdens de display-demonstratie knippert de vermelding
“DEMO” linksonder op de display.
Druk als u de display-demonstratie wilt beeindigen nogmaals enkele seconden
op ¢ terwijl u de DISP-toets ingedruckt houdt.
Als u niets doet, wordt de display-demonstratie na een uur automatisch
uitgeschakeld.
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op de toets MODE BAND hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen
(de vermelding “MODE” blijft op de display staan).
Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op de toets MODE BAND hebt
gedrukt, moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding
“MODE” van de display verdwijnt.
Ook als u nogmaals op de toets drukt,
verdwijnt de vermelding “MODE” van de
display.
NL02-05.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:34 PM4
5
NEDERLANDS
BASISBEDIENING
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor
de eerste keer gebruikt, moet
u de ingebouwde klok op de
juiste wijze instellen (zie
bladzijde 29).
1
2
3
1
Schakel de spanning in.
De display wordt verlicht en het bedieningspaneel komt naar buiten.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd en wel in deze volgorde:
= FM = DAB-tuner** = CD* = CD-wisselaar** of
Extern apparaat** = AM = (terug naar het begin)
Voor gebruik van de radio , zie bladzijde 6 – 18.
Voor gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 19 – 23.
Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 41 – 44.
Voor meer informatie over de bediening van het externe apparaat,
verwijzen we u naar pagina 45.
Voor gebruik van de DAB-tuner, zie bladzijde 46 – 51.
Opmerkingen:
* Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is het niet mogelijk om de CD-speler als
afspeelbron te selecteren.
** Zonder het apparaat aan te sluiten en “EXT INPUT” op de juiste manier in te stellen (zie
pagina 33), is het niet mogelijk het apparaat als afspeelbron te selecteren.
3
Regel het volume.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 24 – 28).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert gedurende minimaal 1 seconde op de toets
SOURCE (ATT). U ziet de vermelding “ATT” op de display verschijnen en het volume zal
korte tijd afnemen.
Druk om terug te keren naar het vorige geluidsniveau nogmaals gedurende minimaal 1 seconde
op de toets.
Spanning uitschakelen
Druk op de toets OFF/0 tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
Volumeniveau-indicatie
Voor de equalizer (zie bladzijde 24)
NL02-05.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:34 PM5
6
NEDERLANDS
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto Search
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE (ATT) als u AM of FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en
houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te
selecteren (FM1, FM2 of FM3).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een
andere FM-golfband geselecteerd (zie links):
2
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender
is afgestemd.
Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders met een sterk signaal
Deze functie werkt alleen wanneer u naar FM-zenders zoekt, onder andere bij de methode
voor het automatisch instellen van de zes sterkste FM-zenders (SSM). (Zie bladzijde 8.)
1 Druk op de toets MODE BAND.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen
doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets LOCAL terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven,
zodat de indicator LOCAL op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, knippert de indicator LOCAL op de display.
Stations met een hogere
frequentie zoeken
Stations met een lagere
frequentie zoeken
2
1-
1
1-
2
LOCAL
MODE BAND
1
2
FM1 FM2 FM3
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven .
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
NL06-10.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM6
7
NEDERLANDS
Handmatig naar een station zoeken: Manual Search
1
2
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
Afstemmen op een
station met een
hogere frequentie
Afstemmen op een
station met een lagere
frequentie
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE (ATT) als u AM of FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en
houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te
selecteren (FM1, FM2 of FM3).
2
Druk op de toets
¢ of 4
en houd deze
ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
Opmerking:
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en
bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een stereo-uitzending luistert op de toets MODE
BAND (de indicator ST licht op wanneer er een stereo-uitzending wordt ontvangen).
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen
doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets MONO terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven,
zodat de indicator MO op de display oplicht.
Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen
signaal is beter (de indicator ST op de display gaat uit).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u de indicator MO aan of uit.
2,3
1-
1
1-
2
MONO
MODE BAND
NL06-10.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM7
8
NEDERLANDS
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt
wanneer het automatisch instellen van radiozenders is
beëindigd.
1-
1
2
1-
2
1
2
FM1 FM2 FM3
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband
(FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders
wilt vasteleggen.
1 Druk op SOURCE (ATT) als u FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets
en houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te
selecteren (FM1, FM2 of FM3).
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2
seconden ingedrukt.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
NL06-10.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM8
9
NEDERLANDS
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
23
1-
1
1-
2
1
2
Het nummer van de geselecteerde FM-band en de
vermelding “MEMO” verschijnen gedurende korte tijd
beurtelings op de display.
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE (ATT) als u FM als afspeelbron wilt
selecteren.
2 Druk op de toets MODE BAND en houd deze om de
vermelding FM1 te selecteren.
2
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Zie bladzijde 6 voor het afstemmen op een zender.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1)
en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder
andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken
(bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
NL06-10.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM9
10
NEDERLANDS
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 8 en 9, als u dat nog niet
hebt gedaan.
1-
1
1-
2
2 2
1
Selecteer de omroepband.
1 Druk op SOURCE (ATT) als u AM of FM als afspeelbron
wilt selecteren.
2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en
houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te
selecteren (FM1, FM2 of FM3).
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
1
2
Als de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat terwijl u
naar een FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren.
In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden
ingesteld dat dergelijke storingen automatisch worden verminderd. (Bij het verlaten van
de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie).In dergelijke gevallen neemt
de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren.
Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat,
en de invloed van de storende bron liever wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf
“De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen” op bladzijde 33.
NL06-10.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM10
11
NEDERLANDS
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan
hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van
het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een
muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other
Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON-
gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd,
kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma
of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere
afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”)
of uw favoriete programma
Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
Zoeken naar verkeersinformatie (TP – “Traffic Programme”)
En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen
kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de
tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-
zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en
bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u
rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens
uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de
TP RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer
u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Mode 1 Mode 2 Mode 3
Modus 2 Modus 3
Modus 1
REG-indicator
AF-indicator
NL11-18.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM11
12
NEDERLANDS
Modus 1
De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is
dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de
geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 51.)
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
NL11-18.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM12
13
NEDERLANDS
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY)
of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert
(zoals een FM-station, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP RDS-toets
Als u op de toets TP RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de
indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt
(Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display
knipperen. Druk
¢ of 4 om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.
De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek
naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden,
gaat de indicator TP op de display continu branden.
Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat
een TP-signaal uitzendt, moet u op de toets TP RDS drukken om de ontvanger
in de TA-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.)
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is
ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de
afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde
TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie
bladzijde
18).
Druk nogmaals op TP RDS om de TA-standbyfunctie uit te schakelen.
Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets
Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator
PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer
de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die
op pagina 14 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden.
Opmerking:
Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de
display knipperen. Druk
¢ of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus
te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op
zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt
gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden.
Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat
een PTY-signaal uitzendt, moet u op de toets PTY drukken om de ontvanger in
de PTY-standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.)
Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standby-
modus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY-naam op de display en
schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTY-
programma wordt nu ten gehore gebracht.
Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen.
NL11-18.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM13
14
NEDERLANDS
Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van
een programmagenre
Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een
PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra
er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst
van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld.
1,4
3
2
1
Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt om de modus met
voorkeursinstellingen (PSM) op te roepen (zie
bladzijde 30).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby)” als
deze niet al meteen op de display wordt
weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar
zijn. (Zie bladzijde 17.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display
weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
4
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres
te zoeken.
Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6)
opgeslagen.
Zie bladzijde 15 voor het wijzigen van de fabrieksinstellingen.
Zie bladzijde 16 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
POP M
1
2
3
4
5
6
CLASSICS
AFFAIRS
VARIED
ROCK M
EASY M
NL11-18.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM14
15
NEDERLANDS
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
4 4
3
2
1,5
1
Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze
minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus
met algemene instellingen (PSM) op te roepen
(zie bladzijde 30).
2
Selecteer de vermelding “PTY SEARCH” als
deze niet al meteen op de display wordt
weergegeven.
3
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 17.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display
weergegeven.
Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen,
wordt die knipperend op de display weergegeven.
4
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2
seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder
de cijfertoets van uw keuze.
Het nummer van de cijfertoets verschijnt, en de naam van de PTY-code en de
vermelding “MEMORY” wisselen elkaar op de display af.
5
Het instellen van de PTY-code is voltooid.
NL11-18.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM15
16
NEDERLANDS
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op de toets PTY (programme type) en houd deze
ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-
station luistert.
De PTY-code en het nummer van de cijfertoets die als laatste
zijn geselecteerd, worden op de display weergegeven.
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes
cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5
seconden.
Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat
overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
1
2
2
Een voorbeeld: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen onder
voorkeurtoets 2.
NL11-18.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM16
17
NEDERLANDS
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen
op de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal
niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op
zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender
die u hebt gekozen. Indien er niet op een andere zender wordt afgestemd, kunt u alle
frequenties afzoeken naar het gewenste programma (dit wordt Programma zoeken genoemd).
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
Het zoeken van een programma kost enige tijd.
Zie ook “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 30.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Druk op
¢ of 4 om de vermelding “P (Programma) -SEARCH” te selecteren.
3. Druk op + om de vermelding “ON” te selecteren.
De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, moet u de procedure herhalen,
maar in stap 3 de vermelding “OFF” selecteren door op de toets – te drukken.
PTY-codes
NEWS: Nieuws
AFFAIRS: Actualiteiten en achtergrond
informatie aangaande het nieuws
INFO: Informatieve programma's over
diverse verscillende onderwerpen
SPORT: Sportverslagen
EDUCATE: Educatieve programma’s
DRAMA: Radio-hoorspelen
CULTURE: Programma’s aangaande
nationale of regionale cultuur
SCIENCE: Wetenschappelijke en technische
programma’s
VARIED: Overige programma’s,
bijvoorbeeld ceremonies en
comedies
POP M: Popmuziek
ROCK M: Rockmuziek
EASY M: Easy-listening muziek
LIGHT M: Lichte muziek
CLASSICS: Klassieke muziek
OTHER M: Overige muziek
WEATHER: Weerberichten
FINANCE: Programma’s aangaande handel
en de beurs en beursberichten,
etc.
CHILDREN: Amusement voor kinderen
SOCIAL: Programma’s over sociale
activiteiten
RELIGION: Programma’s over aspecten van
geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek
PHONE IN: Programma’s waarin mensen
via de telefoon of een publiek
forum hun meningen kunnen
uiten
TRAVEL: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde
reizen en ideeën en
mogelijkheden voor vacanties
LEISURE: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld
tuinieren, koken, vissen, etc.
JAZZ: Jazz-muziek
COUNTRY: Country-muziek
NATION M: Huidige populaire muziek van een
bepaald land of gebied in de taal
van het land of gebied
OLDIES: Gouwe-Ouwe
FOLK M: Folk-muziek
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
NL11-18.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM17
18
NEDERLANDS
Station FrequencyPS (Station name) PTY (Programme type)
PS (Stationsnaam)
Frequentie station
PTY (Programmagenre)
De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een
FM-station luistert
Tijdens de ontvangst van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op
de display wijzigen. U kunt kiezen of u de naam van het station (PS NAME) of de frequentie
van de zender (FREQUENCY) wilt weergeven.
Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Druk op
¢ of 4 om de vermelding “TUNER DISP (Display van de tuner)” te
selecteren.
3. Druk op + of – om de gewenste weergave in te stellen (“PS NAME” of “FREQUENCY”).
Opmerking:
Door op de toets DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een
FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie in het bovenste gedeelte van
de display:
* Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er
verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Druk op
¢ of 4 om de vermelding “TA VOL” te selecteren.
3. Druk op + of – om het gewenste volume te selecteren.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast
aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30.
1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2. Druk op
¢ of 4 om de vermelding “AUTO ADJ” te selecteren.
3. Druk op – om de vermelding “ADJ OFF” te selecteren.
U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren
,
moet u de procedure
herhalen, maar in stap 3 de vermelding “ADJ ON” selecteren door op de toets + te drukken.
Opmerking:
Het automatisch aanpassen van de tijd bij de ontvangst van nieuwe tijdgegevens duurt circa 2 minuten.
De weergave van de klok wordt dus pas veranderd nadat u minimaal 2 minuten op het desbetreffende
station hebt afgestemd.
NL11-18.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM18
19
NEDERLANDS
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Een CD afspelen
1
Zum Öffnen des Bedienteils.
Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt.
2
Plaats een disc in de lade.
De eenheid trekt de CD naar binnen, het bedieningspaneel beweegt
naar boven en de CD wordt automatisch afgespeeld.
Totale afspeeltijd van de CD
die in de CD-lade is geplaatst
Huidige
muziekstuk
Verstreken
afspeeltijd
Opmerkingen:
Wanneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u “CD” als afspeelbron selecteert door op de
toets SOURCE (ATT) te drukken, wordt de CD afgespeeld.
Als een CD ondersteboven wordt geplaatst, verschijnt de vermelding “CD EJECT” op de display en
wordt de CD-speler automatisch geopend.
Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel van de CD en de naam van de uitvoerende artiest
weergegeven. Vervolgens wordt het nummer van het muziekstuk en de verstreken speeltijd weergegeven.
Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 20) en de paragraaf “De
modus voor lopende tekst selecteren” (bladzijde 33).
Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt weergegeven.
Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD uit de
laadopening naar voren komt).
Totaal aantal muziekstukken op de
CD die in de CD-lade is geplaatst
1
¢
4
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk kort op de toets OFF/0.
Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het bedieningspaneel komt naar beneden en de
CD komt uit de laadopening naar voren.
Druk om het bedieningspaneel te sluiten op
¢ of 4 .
LET OP:Steek NOOIT uw vingers tussen de display en
de eenheid omdat u het gevaar loopt vast te
komen zitten.
Opmerking:
Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de
CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet
automatisch met afspelen begonnen.)
NL19-23.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM19
20
NEDERLANDS
De tekst van een CD met CD Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de
uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display
weer te geven.
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD
Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de
display en wel als volgt:
Opmerkingen:
Op de display kunnen maximaal 10 tekens tegelijk worden weergegeven. Als de informatie uit meer
dan 10 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts naar links over de display. Zie ook de
paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren” op bladzijde 33.
Bepaalde tekens of symbolen worden niet afgebeeld (blanco) op het display.
(B.v. “ABCå!d#] ABCA D ”)
Wanneer u op de toets DISP drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding
“NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk.
Disc Title / Performer
Track Title
Current track no.
and Elapsed playing time
Titel van het
muziekstuk
Titel van de CD / Artiest
Nummer huidige track
en verstreken speeltijd
DISP
NL19-23.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM20
21
NEDERLANDS
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Cijfertoetsen
1(7) t/m 3 (9)
Cijfertoetsen
4 (10) t/m 6 (12)
¢
4
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4
en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar de volgende of vorige tracks gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets ¢ om naar
het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgezocht,
geselecteerd en ten gehore gebracht.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets 4
om terug
te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op
deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht,
geselecteerd en ten gehore gebracht.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen
van dat muziekstuk te laten beginnen.
Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde
ingedrukt.
NL19-23.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM21
22
NEDERLANDS
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een volstrekt willekeurige
volgorde af te spelen.
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets RND terwijl de vermelding “MODE” nog op de display
wordt weergegeven zodat de indicator RND op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het in
willekeurige volgorde afspelen van tracks in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de display
op en wordt er een willekeurige track afgespeeld.
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
Het is mogelijk om een geselecteerde track van een CD meerdere malen
achter elkaar af te spelen.
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets RPT terwijl de vermelding “MODE” nog op de display
wordt weergegeven zodat de indicator RPT op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het
herhaald afspelen van een track in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RPT op de display
op en wordt de geselecteerde track bij herhaling afgespeeld.
Afspeelmodus selecteren
RND
RPT
INT
MODE BAND
Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld
NL19-23.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM22
23
NEDERLANDS
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen,
zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk op de toets INT (Intro) terwijl de vermelding “MODE” nog op de
display wordt weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het
afspelen van intro’s in- of uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt gedurende 5 seconden de
vermelding “INT” op de display weergegeven en begint het tracknummer
te knipperen.
Opnamenummer van de op dat moment afgespeelde
opname.
Voorkomen dat de CD terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
Druk wanneer u op de toets SOURCE (ATT) drukt tevens op de toets OFF/0 en houd de
toetsen gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO EJECT” zal gedurende
circa 5 seconden op de display knipperen en de CD wordt vergrendeld. De CD kan nu niet
meer uit de laadopening worden gehaald.
OFF/0
SOURCE (ATT)
Opmerking:
Als u op OFF/0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s niet is toegestaan, komt het bedieningspaneel
weliswaar naar beneden geschoven, maar kan er geen CD worden uitgenomen. (De vermelding “NO
EJECT” wordt op de display weergegeven.)
Druk als u het bedieningspaneel omhoog wilt verplaatsen op
¢ of 4 .
Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken en de CD weer toegankelijk wilt maken,
moet u de toets OFF/0 gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt houden terwijl u op de
toets SOURCE (ATT) drukt. Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK” gedurende circa
5 seconden op de display. De laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer toegankelijk.
NL19-23.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:35 PM23
24
NEDERLANDS
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
GELUID REGELEN
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als
volgt gewijzigd:
Indicatie Doel: Bereik
BASS Bastonen aanpassen. –06 (min.) — +06 (max.)
TREBLE Treble aanpassen. –06 (min.) — +06 (max.)
FADER* Evenwicht tussen voor- en R06 (Alleen achterin)
achterspeakers aanpassen. F06 (Alleen voorin)
BAL Evenwicht tussen linker- en L06 (Alleen links) —
(balans) rechterspeaker aanpassen. R06 (Alleen rechts)
BBE Zie de paragraaf “Wat is BBE
II
?” BBE OFF, BBE 1, BBE 2, BBE 3
op de volgende bladzijde.
VOLUME Het volume aanpassen. 00 (min.) — 50 (max.)
12
TREBLEBASS FADER
BAL
(balans)
VOLUME
BBE
Opmerking:
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u FADER op “00” zetten.
2
Pas het niveau aan.
Opmerking:
Standaard wordt met de toets + / – het volume afgesteld. Het is dus
niet nodig om eerst de vermelding “VOLUME” te selecteren als u
het volume wilt aanpassen.
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de
weergave van lage of hoge tonen aanpast.
NL24-28.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM24
25
NEDERLANDS
Wat is BBE
II
?
De functie BBE
II
* herstelt de oorspronkelijke glans en helderheid van live-opnames, opnames
van radio-uitzendingen, enzovoorts.
Een luidspreker die geluid weergeeft, krijgt te maken met een verschijnsel dat frequentie-
afhankelijke faseverschuivingen wordt genoemd. Dit betekent dat geluiden met een hoge
frequentie er langer over doen om het menselijke gehoor te bereiken dan lage frequenties.
De functie BBE
II
corrigeert dit faseverschil tussen lage, middelhoge en hoge tonen door aan
de weergave van lagere frequenties een vertragingstijd toe te kennen. Hoe lager de frequentie,
hoe groter de vertragingstijd. Het resultaat van deze functie is dat alle frequenties het gehoor
van de luisteraar op het juiste tijdstip bereiken.
Bovendien versterkt de functie BBE
II
de lage en middelhoge frequenties, omdat luidsprekers
over het algemeen minder efficiënt zijn in het weergeven van deze tonen. Dit gebeurt door
een technologie toe te passen die dynamische, programma-aangestuurde verrijking wordt
genoemd. Samen met de eerdergenoemde correctie voor faseverschuivingen zorgt deze
voorziening ervoor dat geluid helder wordt weergegeven en bij de luisteraar een echte live-
ervaring teweeg brengt.
Elke keer wanneer u in stap 2 op de vorige pagina op + of – drukt, wordt de BBE
II
-
functie als
volgt gewijzigd:
Hoe hoger het getal, hoe sterker de BBE
II
-
functie.
Bij het verlaten van de fabriek is de BBE
II
-
functie standaard ingesteld op “BBE 2”
Als u de BBE
II
-functie wilt uitschakelen, moet u de vermelding “BBE OFF” selecteren.
* Onder licentie van BBE Sound, Inc.
R
is een handelsmerk van BBE Sound, Inc.
BBE 1 BBE 2 BBE 3 BBE OFF
NL24-28.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM25
26
NEDERLANDS
12
Link-indicator
Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is
mogelijk dankzij de voorziening met de naam “Advanced SCM” (Sound Control Memory).
De geluidsmodi selecteren en opslaan
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en wordt
de modus elke keer weer opgeroepen wanneer u dezelfde geluidsbron selecteert. Voor elk
van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2,
FM3, AM, CD en voor externe geluidsbronnen.
Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar
wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de
instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren” op bladzijde 32.
1
Zorg dat de vermelding “MODE” in het onderste
gedeelte van de display oplicht.
De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2
De geluidsmodus van uw keuze selecteren.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en
wel als volgt:
Als de Link-indicator op de display aan gaat (en voor “SCM LINK” de
instelling “LINK ON” is gekozen — zie bladzijde 32), kan de
geselecteerde geluidsmodus voor de desbetreffende afspeelbron in
het geheugen worden opgeslagen. Het effect is meteen op de
afspeelbron van toepassing.
Als de Link-indicator op de display NIET is aan is (en “SCM LINK” is
ingesteld op “LINK OFF”), is de geselecteerde geluidsmodus op elke
willekeurige afspeelbron van toepassing.
Indicatie Voor: Vooraf ingestelde waarden
Bas Treble BBE
II
SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 BBE 2
SCM BEAT Rock- of discoritme +02 00 BBE 2
SCM SOFT Rustige achtergrondmuziek +01 –03 Uit
SCM POP Lichte muziek +04 +01 Uit
Binnen
5 seconden
SCM BEAT SCM SOFT
SCM POPSCM OFF
NL24-28.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM26
27
NEDERLANDS
De geluidsmodi oproepen
Selecteer de afspeelbron van uw keuze terwijl
de Link-indicator op de display wordt
weergegeven.
De “Link”- indicator begint te knipperen en de geluidsmodus
die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt
opgeslagen, wordt uit het geheugen opgeroepen (en wordt
korte tijd op de display weergegeven).
Opmerkingen:
U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in
de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 28.
Voor informatie over het tijdelijk wijzigen van het versterkingsniveau voor hoge tonen, lage tonen en
de BBE
II
-functie verwijzen we u naar pagina 24 en 25. (De aanpassingen die u hebt aangebracht,
worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert.)
Door de vermelding “CLOCK DISP” in te stellen op “CLOCK OFF” (zie bladzijde 32), kunt u
altijd wanneer de eenheid is ingeschakeld de actuele instelling van de geluidsmodus weergeven.
SOURCE (ATT)
NL24-28.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM27
28
NEDERLANDS
1
Zorg dat de vermelding “MODE” in het onderste
gedeelte van de display oplicht.
De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
LET OP eraan dat u de onderstaande stappen uitvoert zolang de
vermelding “MODE” op de display wordt weergegeven, anders
wordt de instelling geannuleerd.
2
Selecteer de geluidsmodus van uw keuze.
Zie bladzijde 26 voor meer informatie.
3
Selecteer het item dat u wilt aanpassen (BASS,
TREBLE of BBE
II
).
4
Pas het geselecteerde item aan uw persoonlijke
wensen aan.
5
Druk op de SCM-toets en houd deze toets ingedrukt
tot de geluidmodus van uw keuze knipperend op de
display wordt weergegeven.
De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in
het geheugen opgeslagen.
6
Herhaal dezelfde procedures als u andere geluidsmodi wilt
aanpassen.
De fabrieksinstellingen herstellen
Herhaal dezelfde procedure en ken de waarden toe die in de tabel op bladzijde 26 staan vermeld.
12,5
3
4
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (SCM BEAT, SCM SOFT, SCM POP, zie bladzijde
26) aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
NL24-28.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM28
29
NEDERLANDS
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL
(selecteren) zodat een van de PSM-items op de
display verschijnt.
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK
HOUR” als deze al niet meteen op
de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK
MIN”.
2 Pas de minuten aan.
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding
“12H/24H”.
2 Selecteer de vermelding
“12 HOUR” of “24 HOUR”.
5
Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te
voltooien.
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid is uitgeschakeld, drukt u op de
toets + of –.
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de
klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.
1,5 2,3,4 2,3,4
1
2
1
2
1
2
NL29-33.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM29
30
NEDERLANDS
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld
te wijzigen.
Basisprocedure
De algemene instellingen wijzigen (PSM)
1
Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets
SEL (selecteren) zodat een van de PSM-items op de
display verschijnt.
2
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen.
(Zie bladzijde 31.)
3
Wijzig het PSM-item dat u hierboven hebt
geselecteerd.
4
Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te
voltooien.
1,4 3 2
NL29-33.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM30
31
NEDERLANDS
1
2
Zie blz.
3
Terug
Verder
Kies...
Stel in...
Fabrieksin-
stellingen
Terug
Verder
0:00
29
LINK OFF
LINK ON
LINK ON
32
29
24 HOUR
ADJ ON
18
ADJ ON
(Geactiveerd)
ADJ OFF
(Uitgeschakeld)
CLOCK OFF
CLOCK ON CLOCK ON 32
PS NAME
(Zendernaam)
FREQUENCY
(Frequentie)
18PS NAME
29 programmatypen
(Zie bladzijde 16.)
(Zie bladzijde 13.)
13
13
NEWS
VOL (00-50)
18
+
24 HOUR
12 HOUR
SEARCH ON
SEARCH OFF
SEARCH OFF
17
32
NORMAL
6 soorten (Zie bladzijde 32)
AUTO
(Automatisch)
ON
AUTO
32
MUTING 2
MUTING 1
MUTING OFF
(Uitgeschakeld)
MUTING OFF
32
BEEP OFF
(Uitgeschakeld)
BEEP ON
(Geactiveerd)
BEEP ON
33
AUTO
OFF
ONCE 33
OFF
ONCE
CHANGER
33
LINE INPUTCHANGER
FLAT OFF
FLAT ON
FLAT OFF
33
33
AUTO
AUTO
WIDE
* Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.
**
Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM of CD.
4
Druk op de toets SEL om het instellen te voltooien.
CLOCK HOUR Instellen van het uur
CLOCK MIN
Instellen van de minuten
SCM LINK
Koppeling met het
geheugen voor geluidsmodi
24H/12H 24/12-uur aanduiding
voor de klok
AUTO ADJ Automatische
instellen van de klok
CLOCK DISP Weergave van de klok
TUNER DISP Weergavemodus van
de tuner
PTY STBY PTY-standby
PTY SEARCH PTY-zoeken
TA VOL Volume voor
verkeersinformatie
P-SEARCH Programme zoeken
DAB AF* Zoeken naar
alternatieve
frequenties
LEVEL Niveaudisplay
DIMMER
Dimmermodus
TELEPHONE Audiodemping voor
cellulaire
telefoonsystemen
BEEP SW Pieptoon bij
toetsbediening
SCROLL
Modus voor lopende
tekst
EXT INPUT** Extern apparaat
FLAT PANEL Plat paneel
IF FILTER Intermediate Fre-
quency-filter
VOL 20
AF ONAF OFF
AF OFF
46
NL29-33.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM31
32
NEDERLANDS
Advanced SCM annuleren
Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en
de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen.
Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen
worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als
u een andere afspeelbron selecteert.
LINK ON: De voorziening Advanced SCM is ingeschakeld (voor elke afspeelbron een
andere geluidsmodus)
LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt
een en dezelfde geluidsbron)
Weergave van de klok selecteren
Het is mogelijk om de klok in het onderste deel van de display weer te geven of juist niet weer
te geven wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok
standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven.
CLOCK ON: Weergave van de klok op de display is ingeschakeld.
CLOCK OFF: Weergave van de klok op de display is uitgeschakeld. Als de
vermelding “CLOCK OFF” is geselecteerd, wordt de actuele instelling
van de geluidsmodus (zie pagina 27) in het bovenste deel van de
display weergegeven.
De andere informatie tijdens het afspelen bekijken
Druk op de DISP-toets zodat de andere informatie gedurende enige tijd op de display wordt
weergegeven.
De niveau-indicator selecteren
U kunt zelf bepalen welke niveau-indicator u op de display wilt weergeven. Bij het verlaten
van de fabriek is deze standaard ingesteld op “NORMAL”.
NORMAL: Normale audioniveaumeter (verlichting van beneden naar boven).
REVERSE: Verlichting van de niveaumeter van boven naar beneden.
WIDE: Verlichting van de niveaumeter vanuit het midden naar links en rechts.
RACE: De niveau-indicator licht op als in een autorace.
LEVEL OFF: De niveau-indicator blijft verlicht en verandert niet.
ALL OFF: De niveau-indicator is uitgeschakeld.
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display
automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer).
Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
AUTO: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
OFF: De functie Auto Dimmer is uitgeschakeld.
ON: De display wordt gedimd.
Opmerking over de functie Auto Dimmer:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral
niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer.
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “ON” of “OFF” instellen.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer
afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke
dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste
dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
MUTING OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
NL29-33.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM32
33
NEDERLANDS
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als
u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven
van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld.
BEEP ON: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
BEEP OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
De modus voor lopende tekst selecteren
Wanneer de informatie van een CD uit meer dan 10 tekens bestaat, is het handig om dit als
lopende tekst op de display weer te geven. Deze functie wordt Scroll Mode genoemd. Bij het
verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor informatie
éénmaal als lopende tekst op de display wordt weergegeven.
ONCE: De lopende tekst wordt slechts één keer weergegeven.
AUTO: De lopende tekst wordt nóg een keer weergegeven (Met tussenpozen van 5
seconden).
OFF: De functie Scroll Mode staat uit.
Opmerking:
Ook wanneer de modus voor lopende tekst is uitgeschakeld (“OFF”) is het mogelijk tekst lopend op de
display weer te geven door de toets DISP gedurende ten minste 1 seconde in te drukken.
Het externe apparaat selecteren
Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd)
op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. Als u het externe apparaat via deze
eenheid als afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk onderdeel — de CD-wisselaar
of het externe apparaat — u wilt gebruiken. Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar
standaard als extern apparaat geselecteerd.
LINE INPUT: Voor een ander apparaat dan de CD-wisselaar
CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken
Het bedieningspaneel een plat uiterlijk geven (paneel
verbergen)
Als u de ontvanger met de afstandsbediening bedient, kunt u het bedieningspaneel aan de
voorzijde verbergen zodat deze een strak en plat uiterlijk heeft. Bij het verlaten van de fabriek
is deze functie ingesteld op “FLAT OFF”. Dit zijn de beschikbare instellingen:
FLAT ON: Het bedieningspaneel komt niet naar buiten wanneer u de eenheid
inschakelt of nadat u een CD hebt geplaatst. Als u het bedineingspaneel
nodig hebt, drukt u op 4 . Als er gedurende een bepaalde periode geen
bediening heeft plaatsgevonden, schuift het paneel automatisch terug de
ontvanger in.
FLAT OFF: U kunt het bedieningspaneel gewoon gebruiken.
Opmerking:
Als de vermelding “FLAT ON” is geselecteerd, kunt u CD’s uitwerpen door op 4 te drukken.
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren.
In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden
ingesteld dat dergelijke storingen worden verminderd. Bij het verlaten van de fabriek is de
eenheid standaard ingesteld op deze functie (“AUTO”).
AUTO: Wanneer dergelijke storingen worden waargenomen, verhoogt de eenheid
automatisch de selectiviteit en gevoeligheid van de tuner zodat de invloed van de
storing naar de achtergrond wordt gedrukt. (Het stereo-effect gaat hierbij echter
verloren).
WIDE: De eenheid is gevoelig voor storingen van naburige zenders, maar de
geluidskwaliteit gaat niet verloren en het stereo-effect blijft behouden.
NL29-33.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM33
34
NEDERLANDS
Namen aan bronnen toekennen
Het is mogelijk om CD’s een naam toe te kennen. Nadat u dit hebt gedaan, wordt de naam
van de CD op de display getoond wanneer u “CD” of ”CD-wisselaar” als afspeelbron selecteert.
1
Selecteer een bron waaraan u een naam wilt toekennen.
2
Druk minimaal 2 seconden op SEL (selecteren)
terwijl u DISP ingedrukt houdt.
3
Selecteer het gewenste teken.
Meer informatie over de beschikbare tekens treft u aan op bladzijde 35.
3 2,6 24
Maximaal aantal tekens: 32 tekens (maximaal 40 CD’s)
Opmerking:
Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een CD met CD Text.
NL34-38.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM34
35
NEDERLANDS
4
Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende
of het vorige teken.
5
Herhaal stap 3 en 4 tot u de volledige naam die u wilde invoeren
hebt opgegeven.
6
Druk op de knop wanneer het laatste teken dat u wilde
selecteren nog op de display knippert.
De naam die u hebt opgegeven, wordt nu in zijn geheel in het geheugen
opgeslagen.
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in plaats van tekens spaties in.
Opmerkingen:
Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op
de display om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet
wilt.)
Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u ook namen toekennen aan CD’s in de CD-
wisselaar. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in deze eenheid
plaatst.
Beschikbare tekens
A B C D E F G H I J
K L M N O P Q R S T
U V W X Y Z
Space
0 1 2 3
4 5 6 7 8 9
/
<
>
spatie
NL34-38.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM35
36
NEDERLANDS
Werken met de vergrendeling
U kunt het gebruik van deze eenheid voor onbevoegden onmogelijk maken.
Als u de vergrendeling wilt gebruiken, moet u eerst een wachtwoord instellen. Wanneer u dit
hebt gedaan, wordt u bij het inschakelen van de eenheid gevraagd het wachtwoord in te
voeren.
LET OP: Denk eraan dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet. Als dit gebeurt, kunt
u de eenheid namelijk niet meer gebruiken. Onthoud het wachtwoord dus en
schrijf het
indien nodig op papier. U kunt uw wachtwoord noteren in de daarvoor bestemde ruimte
op het voorblad.
Het wachtwoord registeren
Een wachtwoord bestaat uit 4 tekens.
U kunt voor uw wachtwoord kiezen uit de volgende tekens: hoofdletters (A t/m Z) en cijfers (0
t/m 9).
1
Druk op beide toetsen en houd deze gedurende
minimaal 2 seconden ingedrukt.
De eenheid is nu gereed voor het invoeren van een wachtwoord.
2
Selecteer een letter.
5
1,2
1,3
NL34-38.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM36
37
NEDERLANDS
3
Verplaats de cursor voor het invoeren van tekens naar
de positie voor het volgende teken.
4
Herhaal stap 2 en 3 tot u alle vier de tekens hebt ingevoerd.
5
Voltooi het instellen.
Het wachtwoord knippert gedurende korte tijd op de display en
vervolgens keert de eenheid terug naar de normale bedieningsmodus.
Hoe u de meegeleverde CODE-sticker gebruikt
Plak de meegeleverde CODE-sticker op een in het oog vallende plaats van de auto
om anderen erop te wijzen dat deze eenheid is uitgerust met een beveiligingsfunctie
en dat onbevoegd gebruik onmogelijk is.
NL34-38.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM37
38
NEDERLANDS
Wanneer werkt de beveiligingsfunctie?
Wanneer u het wachtwoord eenmaal hebt geregistreerd, verschijnt de vermelding “
op de display en wordt u in de volgende situaties naar het wachtwoord gevraagd:
Wanneer u de eenheid voor de eerste keer inschakelt nadat u de eenheid opnieuw hebt
geïnstalleerd.
Wanneer u de eenheid voor de eerste keer inschakelt, nadat u de accu van de auto hebt
verwisseld – omdat die volledig is verbruikt.
U kunt deze eenheid gebruiken nadat u volgens de onderstaande procedure het wachtwoord
hebt ingevoerd.
1 Druk op de toets DISP om de tekenset van uw keuze te selecteren.
2 Druk op de toets + of – om een teken in te voeren.
3 Druk op de toets
¢ of 4 om de cursor voor het invoeren van tekens te verplaatsen.
4 Herhaal stap 1 tot en met 3 om het hele wachtwoord (4 letters) correct in te voeren en druk
vervolgens op de toets SEL.
Nadat u het juiste wachtwoord hebt ingevoerd, wordt de beveiliging ontgrendeld en kunt
u de eenheid gewoon gebruiken.
In de volgende gevallen wordt de beveiligingsfunctie niet geannuleerd (de vermelding
“NOT ACCEPT” verschijnt dan op de display) en daarna schakelt de eenheid zichzelf uit.
(De eenheid zal niet meer zijn in te schakelen, tenzij u op de voorzijde op de Reset-knop
drukt. Zie bladzijde 2).
– Wanneer er een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd en op de toets SEL wordt
gedrukt.
Wanneer het correcte wachtwoord niet binnen 30 seconden wordt ingevoerd.
Als u bij het opgeven van het wachtwoord een verkeerd teken invoert
Druk op de toets 4
om de cursor voor het invoeren van tekens terug te plaatsen zodat deze op het
verkeerde teken staat en vervolgens op de toets + of de toets – drukken om het juiste teken te selecteren.
Het wachtwoord wijzigen
Als u het wachtwoord wilt wijzigen nadat u dit hebt geregistreerd, gaat u als volgt te werk:
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden tegelijkertijd op zowel de toets + en ¢.
De vermelding “
” verschijnt op de display.
2 Voer het huidige wachtwoord correct in en druk op SEL.
De eenheid is nu klaar om een nieuw wachtwoord op te slaan.
3 Voer een nieuw wachtwoord naar keuze in en druk op de toets SEL.
Het wachtwoord knippert korte tijd op de display en de eenheid keert daarna terug naar de
normale bedieningsmodus.
Meer informatie over het registreren van een wachtwoord treft u aan op bladzijde 36.
NL34-38.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:36 PM38
39
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING
(Met een apart aangeschafte afstandsbediening)
We raden u aan om de afstandsbediening RM-RK31 in combinatie met de eenheid te gebruiken.
Hieronder volgen de instructies voor het gebruik van de RM-RK31.
WAARSCHUWING:
Bewaar batterijen op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en
gooi geen batterijen in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
Bescherm gebruikte batterijen door deze met plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
Probeer de batterijen nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
Gebruikke batterijen:
1)
2)
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
(Achterkant)
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
(Achterkant)
1. De batterijhouder verwijderen.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen
of een soortgelijk voorwerp in de richting van de
pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de
houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
Afstandssensor
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor
op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in
het pad liggen.
Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle
lamp) op de sensor valt.
NL39-40.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM39
40
NEDERLANDS
1
2
3
4
6
7
5
Gebruik van de afstandbediening
1 Schakelt de eenheid aan indien de toets kort wordt
ingedrukt.
Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt
tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt.
Vermindert het volume in één keer als u de toets kort
indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude
volumeniveau weer terug.
2 Functioneert hetzelfde als de BAND toets tijdens het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
Functioneert als DISC + toets tijdens het luisteren naar de
CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en
start de weergave van de gekozen CD.
Functioneert niet als PROG toets.
3 Fungeert als de toets PRESET wanneer u naar de radio
(of de DAB-tuner) luistert.
Door iedere druk op de toets verhoogt het
voorkeuzezendernummer en wordt op de gekozen
zender afgestemd.
Functioneert als DISC – toets tijdens het luisteren naar de
CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en
start de weergave van de gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de toets +/– op de
hoofdcomponent.
Opmerking: Deze toets werkt niet voor het aanpassen van
algemene instellingen.
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.
Elke keer wanneer u op SCM (Sound Control Memory) drukt,
wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de FUNC (Functie)
toets.
7 Voor het opzoeken van een zender tijdens het luisteren
naar de radio.
Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert,
indien kort ingedrukt.
Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert,
indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en
achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van
een CD de toets ingedrukt houdt.
Voor het verspringen naar het begin van het volgende
fragment of het spelende (of voorgaande) fragment
wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets
drukt.
NL39-40.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:37 PM40
41
NEDERLANDS
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie (b.v. CH-X1200). Als
u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen
met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie over de juiste aansluitingen.
Voorbeeld: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om
deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
Als er geen CD’s in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s
ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “NO DISC”.
Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de
houder plaatsen.
Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1 - RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding
controleren, de verbindingskabel(s) indien nodig stevig vastmaken en dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
¢
4
Cijfertoetsen
1 (7) t/m 3 (9)
SOURCE
(ATT)
Cijfertoetsen
4 (10) t/m 6 (12)
Verstreken speeltijd
Nummer van het muziekstuk
Selecteer de automatische CD-wisselaar.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd (zie bladzijde 5).
Het afspelen begint bij de eerste track van de eerste CD.
Alle tracks van alle CD’s worden afgespeeld.
Opmerking:
Wanneer er zich een CD in de CD-wisselaar bevindt en u deze met de toets SOURCE (ATT) als
afspeelbron selecteert, begint het afspelen automatisch.
Het CD-nummer verschijnt
NL41-44.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM41
42
NEDERLANDS
Voorbeeld: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
Nummer van het muziekstuk
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het
muziekstuk
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4
en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Vorige of volgende tracks selecteren
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op de toets ¢ om naar het
begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze
toets drukt, gaat u naar de volgende track, die vervolgens ten gehore
wordt gebracht.
Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op de toets 4
om naar het
begin van de huidige track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets
drukt, gaat u naar de vorige track, die vervolgens ten gehore wordt
gebracht.
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om
het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
Nummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
Nummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde
ingedrukt.
De tekst van een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’s met CD Text weergeven wanneer er een automatisch CD-
wisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust met de mogelijkheid om CD Text te lezen.
Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” op bladzijde 20 voor meer
informatie.
Nummer van de CD
NL41-44.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM42
43
NEDERLANDS
Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display,
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven
op de toets RND zodat de indicator RND op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus
voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en
wel in deze volgorde:
Functie RND-indicator Afspelen in willekeurige volgorde
RND1 Licht op Alle muziekstukken van de huidige CD, daarna de
muziekstukken van de volgende CD enzovoorts.
RND2 Knippert Alle muziekstukken van alle CD’s in de CD-houder.
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display,
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven
op de toets RPT zodat de indicator RPT op de display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus
voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
Functie RPT-indicator Herhaling van...
RPT1 Licht op Het spelende (of ingestelde) fragment.
RPT2 Knippert Alle fragmenten van de spelende (of ingestelde) disc.
Kiezen van de weergavefunctie
INT
RND
RPT
MODE BAND
Uit, geen
aanduiding
RPT1
(herhaalfunctie 1)
RPT2
(herhaalfunctie 2)
Uit, geen
aanduiding
RND1
(Willekeurigevolgord 1)
RND2
(Willekeurigevolgord 2)
NL41-44.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM43
44
NEDERLANDS
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display,
en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen.
2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven
op de toets INT.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus
voor het afspelen van intro’s geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Functie Indicatie Speelt het begin (15seconden)
INT1 Van alle opnames op alle ingebrachte discs.
INT2 Van de eerste opname op iedere ingebrachte disc.
Canceled
INT1
(Intro 1)
INT2
(Intro 2)
Uit, geen
aanduiding
Opnamenummer
flikkert
Het CD-nummer
knippert (wanneer die
op de display wordt
weergegeven).
NL41-44.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM44
45
NEDERLANDS
BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN
Werken met een extern apparaat
Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd)
op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten.
1
Selecteer het externe apparaat.
Als de vermelding “LINE INPUT”* niet op de display
verschijnt, verwijzen we u naar pagina 33. Selecteer in zo’n
geval de externe ingang (“LINE INPUT”).
*
Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende
afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM of CD.
2
Schakel het aangesloten apparaat aan en start het afspelen van
de afspeelbron.
3
Regel het volume.
Voorbereiding:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft
u aan in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte publicatie).
Alvorens u het externe apparaat volgens de onderstaande instructies gaat bedienen, moet u ervoor
zorgen dat u de juiste externe ingang hebt geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het extern apparaat
selecteren” op bladzijde 33.)
13
NL45-45.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM45
46
NEDERLANDS
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in auto-accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen
en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die ‘services’ worden
genoemd) met elkaar gecombineerd tot een ‘ensemble’.
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB-services
gebruik maken.
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
Afstemmen op een ensemble en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde
5 staat beschreven.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3).
U kunt elk van de drie DAB-banden selecteren om op een ensemble af
te stemmen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er
een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze volgorde:
1
3,4-
2
2,4-
1
DB1
(DAB 1)
DB2
(DAB 2)
DB3
(DAB 3)
NL46-51.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM46
47
NEDERLANDS
3
Zoek een ensemble op.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt
het zoeken gestaakt.
4
Selecteer de service waarnaar u wilt luisteren.
1 Druk op de toets MODE BAND.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste
gedeelte van de display.
2 Druk op de toets
¢ of op 4 om de service van
uw keuze te selecteren zolang de vermelding “MODE”
op de display staat.
Ensembles op
lagere frequenties
zoeken
Ensembles op
hogere frequenties
zoeken
2
1
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er een ensemble is gevonden, moet u de
toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten nogmaals indrukken.
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een
ensemble afstemt
Normaliter wordt de naam van de service in het bovenste gedeelte van de display weergegeven.
Druk op de toets DISP (Display) als u wilt weten wat de naam van het ensemble of de frequentie
ervan is.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een
korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble:
1 Druk op de toets SOURCE om de DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op de toets MODE BAND om een DAB-band te selecteren (DAB1, DAB2
of DAB3).
3 Druk op de toets
¢ of 4
en houd deze gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op de toets
¢ of 4 tot u het ensemble van uw keuze bereikt.
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
Ensemble nameService name
Channel number Frequency
Naam van het
ensemble
Naam van
de service
Frequentie
Kanaalnummer
NL46-51.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM47
48
NEDERLANDS
DAB-frequenties in het geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig
in het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op
bladzijde 5 staat beschreven.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of
DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en ingedrukt houdt,
wordt er een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
4
Selecteer de service van het ensemble.
1 Druk op de toets MODE BAND.
De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte
van de display.
2 Druk op de toets
¢ of 4 om de service van uw
keuze te selecteren zolang de vermelding “MODE” op de
display staat.
1
2,4-
1
5 5
3,4-
2
DB1
(DAB 1)
DB2
(DAB 2)
DB3
(DAB 3)
1
2
NL46-51.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM48
49
NEDERLANDS
5
Druk op de cijfertoets waaronder u de geselecteerde service wilt
opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DAB-
services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het geheugen
wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterijen vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DAB-
services opnieuw moeten instellen.
Bandnummer en de vermelding “MEMO” knipperen
gedurende enige tijd beurtelings op de display.
NL46-51.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM49
50
NEDERLANDS
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service
Het is heel eenvoudig om af te stemmen op een DAB-service die u in het geheugen hebt
opgeslagen.
Onthoud dat u de service hiervoor eerst in het geheugen moet opslaan en aan een
voorkeuzetoets moet toekennen. Hoe dit moet, leest u op bladzijde 48 en 49.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere
afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die
op bladzijde 5 staat beschreven.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of
DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt en ingedrukt houdt,
wordt er een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze
volgorde:
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6) voor
de DAB-service die u wilt beluisteren.
DB1
(DAB 1)
DB2
(DAB 2)
DB3
(DAB 3)
1
2
3
3
NL46-51.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM50
51
NEDERLANDS
Wat u nog meer met DAB kunt doen
Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve
ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren
Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma
uitzendt.
Terwijl u een FM RDS-station ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM
RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch op de DAB-service af.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume
onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw
ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden
ingeschakeld.
1 Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat
een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk op
¢ of 4 om de vermelding “DAB AF” te selecteren indien deze nog niet
op de display wordt weergegeven.
3 Druk op + of – om de gewenste modus te selecteren.
AF ON: Het programma wordt gevolgd tussen het aanbod van DAB-services en FM
RDS-zenders — alternatieve ontvangst. De AF-indicator op de display licht op
(zie bladzijde 11).
AF OFF: Alternatieve ontvangst is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie
ingeschakeld (zie bladzijde 11 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
4 Druk nogmaals op de toets SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
NL46-51.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:38 PM51
52
NEDERLANDS
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Rondje in het
midden
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Dit apparaat is ontworpen voor het afspelen van CD’s met het en symbool.
Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden
van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan
de rand vasthoudt.
Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het
midden (bedrukte vlak naar boven).
Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil
wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn
van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Soms
worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een
potlood, ballpoint enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD-lade halen en
moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
LET OP!
Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD-lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen
veroorzaken.
Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het
zeer warm of vochtig is.
Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen,
wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt
Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s afspelen.
Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de instructies en waarschuwingen aandachtig door.
Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn opgenomen kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld
vanwege bepaalde kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere oorzaken van afspeelproblemen zijn:
– Beschadigingen of vuil op de CD.
– Vocht of condensatie op de lens van de CD-speler.
– Vuil op de lens van de laser in de speler.
Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn afgewerkt (
finilized
).
CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s) kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld.
Gebruik geen CD-R’s waarop stickers of labels zijn geplakt. Deze schijven kunnen tot storingen leiden.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
NL52-54.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:39 PM52
53
NEDERLANDS
Symptomen
CD kan niet worden
afgespeeld.
Geluid van de CD wordt soms
onderbroken.
Er komt geen geluid uit de
speakers.
Automatisch instellen van
zenders – SSM (Strong-
station Sequential Memory) –
functioneert niet.
U hoort ruis terwijl u naar de
radio luistert.
Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “NO DISC”.
Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “RESET 8”.
Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “RESET 1 -
RESET 7”.
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige
wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de CD-
wisselaar op de juiste manier met
elkaar en druk op de resetknop
van de CD-wisselaar.
Druk op de resetknop van de
CD-wisselaar.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het
minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Er bevindt zich geen CD in de
CD-lade.
Het apparaat is niet op de juiste
manier met de CD-wisselaar
verbonden.
Vervolg, zie ommezijde
PROBLEMEN OPLOSSEN
NL52-54.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:39 PM53
54
NEDERLANDS
Symptomen
De vermelding “EJECT ERR”
verschijnt op de display en de
CD kan niet worden
verwijderd.
Er verschijnt geen bericht op
de display, maar de CD kan
niet worden verwijderd.
De vermelding “
verschijnt op de display.
Het apparaat werkt helemaal
niet.
De CD-wisselaar werkt niet.
Oplossingen
Druk gedurende minimaal 5
seconden op de – van de toets
+/–.
Druk terwijl u op de toets ¢
drukt tevens op de Reset-knop.
Laat de Reset-knop los en laat
daarna de toets ¢ los. (Pas
op dat u de CD niet laat vallen
wanneer deze wordt verwijderd.)
Voer het wachtwoord in (zie
bladzijde 36).
Druk op het bedieningspaneel
aan de voorzijde van de eenheid
op de Reset-knop (zie bladzijde
2).
Oorzaken
Misschien werkt de CD-speler
niet goed meer.
De vergrendelingsvoorziening is
in gebruik.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer niet
goed ten gevolge van lawaai,
enzovoorts.
NL52-54.KD-LX10R[E]/f 00.1.13, 8:39 PM54
55
NEDERLANDS
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 45 W per kanaal
Achterin: 45 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20.000 Hz met niet meer dan
0,8 % totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin:17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20.000 Hz met niet meer dan
0,8 % totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8
)
Regelbereik tonen:
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20.000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 kbelasting (maximaal
vermogen)
Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MW) 522 kHz tot 1.620 kHz
(LW) 144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 )
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 )
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15.000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
CD-SPELER
Type: CD-speler
Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20.000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 volt
(speling 11 V tot 16 V)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C
Afmetingen (breedte x hoogte x diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van
installatie):
182 mm x 52 mm x 160 mm
Afmetingen paneel:
188 mm x 58 mm x 8 mm
Gewicht: 1,7 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
SPECIFICATIES
NL52-55.KD-LX10R[E]/f 00.1.14, 4:30 PM55
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
0100MNMMDWJEINEN, GE, FR, NL
COVER.KD-LX10R[E].410 00.1.12, 6:30 PM2

Documenttranscriptie

ENGLISH DEUTSCH CD RECEIVER FRANÇAIS CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER NEDERLANDS KD-LX10R SCM SEL 7 MONO 8 LOCAL 9 MODE BAND S S M DISP ATT SOURCE TP RDS PTY INT 10 RPT 11 RND 12 OFF KD-LX1 0R For installation and connections, refer to the separate manual. Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het toestel. For Customer Use: Enter below the password you have entered for your security lock. BEDIENUNGSANLEITUNG Retain this password for MANUEL D’INSTRUCTIONS future reference. INSTRUCTIONS GEBRUIKSAANWIJZING PASSWORD: LVT0410-001A [E] COVER.KD-LX10R[E].410 3 00.1.12, 6:30 PM Plaats en afbeelding van labels Onderpaneel van het hoofdtoestel DANGER: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECTEXPOSURE TO BEAM. (e) Benaming/Spanningslabel ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d) VARNING:Osynlig laserstrålning när denna del är öppnadoch spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s) VARO: Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f) BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN Voorzorgen: NEDERLANDS CLASS LASER 1 PRODUCT Let op: Caution: Dit toestel heeft een laserkomponent met een This product contains a laser component hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”. of higher laser class than Class 1. 1. KLASSE 1 LASERPRODUKT 2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal. 3. LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel. 4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen. 5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling. Het apparaat terugstellen Druk met een balpen of een ander dun, langwerpig voorwerp op de Reset-knop, die zich aan de voorzijde van de eenheid op het bedieningspaneel bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld. OPMERKING: De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen — zullen eveneens gewist worden. LET OP bij het instellen van het volume Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan. 2 Opmerking: Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen. NL02-05.KD-LX10R[E]/f 2 00.1.13, 8:34 PM Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten. INHOUDSOPGAVE Het apparaat terugstellen .............................................................. 2 BASISBEDIENING ........................................................ 5 BASISBEDIENING VAN DE RADIO ............................... 6 Naar de radio luisteren .................................................................. 6 Automatisch naar een station zoeken: Auto Search .................... 6 Handmatig naar een station zoeken: Manual Search .................. 7 Radiozenders in het geheugen vastleggen .................................... 8 Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM ........................ 8 Handmatig vastleggen van zenders ............................................. 9 Afstemmen op een voorkeuzezender ........................................... 10 NEDERLANDS HET GEBRUIK VAN RDS ............................................. 11 Wat u kunt doen met RDS EON ................................................. 11 Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie) ............................................................ 11 Het gebruik van standby-ontvangst ............................................ 13 Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre ................................................................ 14 Uw favoriete programmagenre opzoeken .................................. 14 Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen ... 17 Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen ................................................................... 17 De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert .............................................................. 18 Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen .................. 18 Automatisch aanpassen van de klok ......................................... 18 GEBRUIK VAN DE CD-SPELER ..................................... 19 Een CD afspelen ............................................................................ 19 De tekst van een CD met CD Text weergeven ............................ 20 Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken ............ 21 Afspeelmodus selecteren .............................................................. 22 Voorkomen dat de CD terugspringt ............................................ 23 GELUID REGELEN ...................................................... 24 Geluid aanpassen .......................................................................... 24 Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM) ........... 26 De geluidsmodi selecteren en opslaan ...................................... 26 De geluidsmodi oproepen ......................................................... 27 Geluidsweergave aanpassen en opslaan ..................................... 28 Vervolg, zie ommezijde ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN * Denk aan de veiligheid.... • Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort. • Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten. NL02-05.KD-LX10R[E]/f 3 * Temperatuur binnen de auto.... Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt. 3 00.1.13, 8:34 PM ANDERE HOOFDFUNCTIES ......................................... 29 Klok instellen ................................................................................ 29 De algemene instellingen wijzigen (PSM) ................................... 30 Namen aan bronnen toekennen ................................................... 34 Werken met de vergrendeling ...................................................... 36 AFSTANDSBEDIENING (Met een apart aangeschafte afstandsbediening) .... 39 De batterij plaatsen ...................................................................... 39 Gebruik van de afstandbediening ............................................... 40 GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ............................. 41 CD’s afspelen ................................................................................. 41 Kiezen van de weergavefunctie .................................................... 43 NEDERLANDS BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN ..................... 45 Werken met een extern apparaat ................................................ 45 BEDIENING VAN DE DAB-TUNER .............................. 46 Afstemmen op een ensemble en op een van de services ............ 46 DAB-frequenties in het geheugen opslaan .................................. 48 Afstemmen op een opgeslagen DAB-service .............................. 50 Wat u nog meer met DAB kunt doen .......................................... 51 ONDERHOUD ........................................................... 52 Omgaan met CD’s ........................................................................ 52 PROBLEMEN OPLOSSEN ........................................... 53 SPECIFICATIES ........................................................... 55 De display-demonstratie activeren Druk terwijl de DISP-toets is ingedrukt op ¢ tot de vermelding DEMO in het onderste gedeelte van de display wordt weergegeven. Er worden diverse functies en display-verlichtingsmodi die voor deze eenheid zijn ontwikkeld getoond. Tijdens de display-demonstratie knippert de vermelding “DEMO” linksonder op de display. Druk als u de display-demonstratie wilt beeindigen nogmaals enkele seconden op ¢ terwijl u de DISP-toets ingedruckt houdt. • Als u niets doet, wordt de display-demonstratie na een uur automatisch uitgeschakeld. Hoe u de cijfertoetsen gebruikt: Nadat u op de toets MODE BAND hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen (de vermelding “MODE” blijft op de display staan). Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op de toets MODE BAND hebt gedrukt, moet u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de display verdwijnt. • Ook als u nogmaals op de toets drukt, verdwijnt de vermelding “MODE” van de display. 4 NL02-05.KD-LX10R[E]/f 4 00.1.13, 8:34 PM BASISBEDIENING 3 1 1 2 Opmerking: Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 29). Schakel de spanning in. De display wordt verlicht en het bedieningspaneel komt naar buiten. 2 Start de weergave van de geluidsbron. NEDERLANDS Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd en wel in deze volgorde: = FM = DAB-tuner** = CD* = CD-wisselaar** of Extern apparaat** = AM = (terug naar het begin) Voor gebruik van de radio , zie bladzijde 6 – 18. Voor gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 19 – 23. Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijde 41 – 44. Voor meer informatie over de bediening van het externe apparaat, verwijzen we u naar pagina 45. Voor gebruik van de DAB-tuner, zie bladzijde 46 – 51. Opmerkingen: * Als er zich geen CD in de CD-lade bevindt, is het niet mogelijk om de CD-speler als afspeelbron te selecteren. ** Zonder het apparaat aan te sluiten en “EXT INPUT” op de juiste manier in te stellen (zie pagina 33), is het niet mogelijk het apparaat als afspeelbron te selecteren. 3 Regel het volume. Voor de equalizer (zie bladzijde 24) Volumeniveau-indicatie 4 Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 24 – 28). Volume in een oogwenk zachter zetten Druk terwijl u naar een afspeelbron luistert gedurende minimaal 1 seconde op de toets SOURCE (ATT). U ziet de vermelding “ATT” op de display verschijnen en het volume zal korte tijd afnemen. Druk om terug te keren naar het vorige geluidsniveau nogmaals gedurende minimaal 1 seconde op de toets. Spanning uitschakelen Druk op de toets OFF/0 tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt. NL02-05.KD-LX10R[E]/f 5 00.1.13, 8:34 PM 5 BASISBEDIENING VAN DE RADIO Naar de radio luisteren Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken. Automatisch naar een station zoeken: Auto Search LOCAL 1- 2 1- 1 2 MODE BAND 1 1 2 Selecteer de omroepband. NEDERLANDS 1 Druk op SOURCE (ATT) als u AM of FM als afspeelbron wilt selecteren. 2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere FM-golfband geselecteerd (zie links): FM1 FM2 FM3 De geselecteerde omroepband wordt weergegeven . Opmerking: Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren. 2 Stations met een hogere frequentie zoeken Stations met een lagere frequentie zoeken Zoek een station. Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken. Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is afgestemd. 6 Als u alleen wilt afstemmen op FM-zenders met een sterk signaal Deze functie werkt alleen wanneer u naar FM-zenders zoekt, onder andere bij de methode voor het automatisch instellen van de zes sterkste FM-zenders (SSM). (Zie bladzijde 8.) 1 Druk op de toets MODE BAND. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Druk op de toets LOCAL terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven, zodat de indicator LOCAL op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, knippert de indicator LOCAL op de display. NL06-10.KD-LX10R[E]/f 6 00.1.13, 8:35 PM Handmatig naar een station zoeken: Manual Search MONO 1- 2 1- 1 2,3 MODE BAND 1 Selecteer de omroepband. 2 1 1 Druk op SOURCE (ATT) als u AM of FM als afspeelbron wilt selecteren. 2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3). 2 NEDERLANDS Opmerking: Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren. Druk op de toets ¢ of 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen. 3 Afstemmen op een station met een hogere frequentie Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert. Afstemmen op een station met een lagere • Als u de toets loslaat, wordt de handmatige frequentie modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld. Opmerking: Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat. Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is: 1 Druk terwijl u in de FM-omroepband naar een stereo-uitzending luistert op de toets MODE BAND (de indicator ST licht op wanneer er een stereo-uitzending wordt ontvangen). De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Druk op de toets MONO terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven, zodat de indicator MO op de display oplicht. Het geluid dat nu ten gehore wordt gebracht, is in mono, maar de kwaliteit van het ontvangen signaal is beter (de indicator ST op de display gaat uit). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u de indicator MO aan of uit. NL06-10.KD-LX10R[E]/f 7 00.1.13, 8:35 PM 7 Radiozenders in het geheugen vastleggen U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen. • Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory) • Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3). NEDERLANDS 1- 2 2 1- 1 11 2 Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen. 1 Druk op SOURCE (ATT) als u FM als afspeelbron wilt selecteren. 2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3). FM1 2 FM2 FM3 Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt. De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd. Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen. 8 NL06-10.KD-LX10R[E]/f 8 00.1.13, 8:35 PM Handmatig vastleggen van zenders U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen). VOORBEELD: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1. 3 1 2 1 1- 2 1- 1 2 Selecteer de omroepband. 2 NEDERLANDS 1 Druk op SOURCE (ATT) als u FM als afspeelbron wilt selecteren. 2 Druk op de toets MODE BAND en houd deze om de vermelding FM1 te selecteren. Stem af op een zender op 88,3 MHz. Zie bladzijde 6 voor het afstemmen op een zender. 3 Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt. Het nummer van de geselecteerde FM-band en de vermelding “MEMO” verschijnen gedurende korte tijd beurtelings op de display. 4 Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan. Opmerkingen: • Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer. • Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld. NL06-10.KD-LX10R[E]/f 9 00.1.13, 8:35 PM 9 Afstemmen op een voorkeuzezender U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 8 en 9, als u dat nog niet hebt gedaan. 2 1 2 1 1- 2 1- 1 2 Selecteer de omroepband. NEDERLANDS 1 Druk op SOURCE (ATT) als u AM of FM als afspeelbron wilt selecteren. 2 Druk indien noodzakelijk op de MODE BAND-toets en houd deze ingedrukt om een FM-bandnummer te selecteren (FM1, FM2 of FM3). 2 Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender. Als de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat terwijl u naar een FM-station luistert In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen automatisch worden verminderd. (Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie).In dergelijke gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren. Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat, en de invloed van de storende bron liever wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen” op bladzijde 33. 10 NL06-10.KD-LX10R[E]/f 10 00.1.13, 8:35 PM HET GEBRUIK VAN RDS Wat u kunt doen met RDS EON Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid: • Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie) • Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma • Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”) • Zoeken naar verkeersinformatie (TP – “Traffic Programme”) • En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken. NEDERLANDS RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EONgegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert. Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie) Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDSzender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet. Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de TP RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt: Modus Modus Mode 11 Modus Mode 22 Mode 33 AF-indicator REG-indicator 11 NL11-18.KD-LX10R[E]/f 11 00.1.13, 8:37 PM Modus 1 De AF-indicator licht op, maar de REG-indicator licht niet op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt. Opmerking: In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving. Modus 2 NEDERLANDS Zowel de AF-indicator als de REG-indicator lichten op. De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt. Modus 3 De AF-indicator en de REG-indicator lichten allebei niet op. De netwerkfunctie is uitgeschakeld. Opmerking: Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 51.) In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen. Programma 1 op frequentie E Programma 1 op frequentie A Programma 1 op frequentie B Programma 1 op frequentie C Programma 1 op frequentie D 12 NL11-18.KD-LX10R[E]/f 12 00.1.13, 8:37 PM Het gebruik van standby-ontvangst Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY) of verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-station, CD of een andere aangesloten afspeelbron). Opmerking: Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert. Standby-ontvangst van verkeersinformatie met de TP RDS-toets • Als u op de toets TP RDS drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator TP op wanneer u een zender ontvangt die het TP-signaal uitzendt (Verkeersinformatie) en wanneer de ontvanger in TA-standby-modus staat. • Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een TP-signaal uitzendt, moet u op de toets TP RDS drukken om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. (De indicator TP op de display licht op.) Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde TA-volumeniveau en u hoort de uitgezonden verkeersinformatie (zie bladzijde 18). NEDERLANDS Opmerking: Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal uitzendt, gaat de indicator TP op de display om de ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. knipperen. Druk ¢ of 4 De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display continu branden. Druk nogmaals op TP RDS om de TA-standbyfunctie uit te schakelen. Standby-ontvangst van een programmagenre met de PTY-toets • Als u op de toets PTY drukt terwijl u naar een FM-station luistert, licht de indicator PTY op wanneer u een zender ontvangt die het PTY-signaal uitzendt en wanneer de ontvanger in PTY-standby-modus staat. De geselecteerde PTY-naam, die op pagina 14 wordt opgeslagen, knippert gedurende 5 seconden. Opmerking: Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal uitzendt, gaat de indicator PTY op de display knipperen. Druk ¢ of 4 om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de display continu branden. • Als u naar een CD aan het luisteren bent, en naar een station wilt luisteren dat een PTY-signaal uitzendt, moet u op de toets PTY drukken om de ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. (De indicator PTY op de display licht op.) Als het geselecteerde PTY-programma wordt uitgezonden terwijl de PTY-standbymodus is ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde PTY-naam op de display en schakelt de afspeelbron over naar de FM-band. Het geselecteerde PTYprogramma wordt nu ten gehore gebracht. Druk nogmaals op PTY om de PTY-standbyfunctie uit te schakelen. 13 NL11-18.KD-LX10R[E]/f 13 00.1.13, 8:37 PM Een PTY-code invoeren voor de standby-ontvangst van een programmagenre Het is mogelijk om het programmagenre waar u het liefst naar luistert in de vorm van een PTY-code in het geheugen van de eenheid in te voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er zich zo’n programma aandient. Standaard staat de eenheid voor de standby-ontvangst van een programmagenre op de PTY-code “NEWS” ingesteld. 3 1,4 NEDERLANDS 1 2 Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt om de modus met voorkeursinstellingen (PSM) op te roepen (zie bladzijde 30). 2 Selecteer de vermelding “PTY STBY (standby)” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven. 3 Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 17.) De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen. 4 Het instellen van de PTY-code is voltooid. Uw favoriete programmagenre opzoeken Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres te zoeken. Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen. Zie bladzijde 15 voor het wijzigen van de fabrieksinstellingen. Zie bladzijde 16 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma. 1 2 3 4 5 6 POP M ROCK M EASY M CLASSICS AFFAIRS VARIED 14 NL11-18.KD-LX10R[E]/f 14 00.1.13, 8:37 PM Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan 4 2 1 Druk op de SEL-toets (selecteren) en houd deze minimaal 2 seconden ingedrukt om de modus met algemene instellingen (PSM) op te roepen (zie bladzijde 30). 2 Selecteer de vermelding “PTY SEARCH” als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven. 3 Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 17.) NEDERLANDS 3 1,5 4 De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display weergegeven. • Als u de code selecteert die al in het geheugen ligt opgeslagen, wordt die knipperend op de display weergegeven. 4 Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze. Het nummer van de cijfertoets verschijnt, en de naam van de PTY-code en de vermelding “MEMORY” wisselen elkaar op de display af. 5 Het instellen van de PTY-code is voltooid. 15 NL11-18.KD-LX10R[E]/f 15 00.1.13, 8:37 PM Een programmagenre opzoeken 2 1 1 2 Druk op de toets PTY (programme type) en houd deze ten minste 1 seconde ingedrukt terwijl u naar een FMstation luistert. NEDERLANDS De PTY-code en het nummer van de cijfertoets die als laatste zijn geselecteerd, worden op de display weergegeven. 2 Selecteer een van de PTY-codes die onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen. Een voorbeeld: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen onder voorkeurtoets 2. De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint na 5 seconden. • Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af. • Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd. Opmerking: In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed. 16 NL11-18.KD-LX10R[E]/f 16 00.1.13, 8:37 PM Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen 1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. om de vermelding “P (Programma) -SEARCH” te selecteren. 2. Druk op ¢ of 4 3. Druk op + om de vermelding “ON” te selecteren. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld. Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, moet u de procedure herhalen, maar in stap 3 de vermelding “OFF” selecteren door op de toets – te drukken. NEDERLANDS Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen. Indien er niet op een andere zender wordt afgestemd, kunt u alle frequenties afzoeken naar het gewenste programma (dit wordt Programma zoeken genoemd). Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd. • Het zoeken van een programma kost enige tijd. • Zie ook “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 30. PTY-codes NEWS: AFFAIRS: INFO: SPORT: EDUCATE: DRAMA: CULTURE: SCIENCE: VARIED: POP M: ROCK M: EASY M: LIGHT M: CLASSICS: OTHER M: WEATHER: FINANCE: CHILDREN: Nieuws Actualiteiten en achtergrond informatie aangaande het nieuws Informatieve programma's over diverse verscillende onderwerpen Sportverslagen Educatieve programma’s Radio-hoorspelen Programma’s aangaande nationale of regionale cultuur Wetenschappelijke en technische programma’s Overige programma’s, bijvoorbeeld ceremonies en comedies Popmuziek Rockmuziek Easy-listening muziek Lichte muziek Klassieke muziek Overige muziek Weerberichten Programma’s aangaande handel en de beurs en beursberichten, etc. Amusement voor kinderen SOCIAL: Programma’s over sociale activiteiten RELIGION: Programma’s over aspecten van geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek PHONE IN: Programma’s waarin mensen via de telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten TRAVEL: Programma’s over reizen en bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties LEISURE: Programma’s over recreatieve bezigheden, bijvoorbeeld tuinieren, koken, vissen, etc. JAZZ: Jazz-muziek COUNTRY: Country-muziek NATION M: Huidige populaire muziek van een bepaald land of gebied in de taal van het land of gebied OLDIES: Gouwe-Ouwe FOLK M: Folk-muziek DOCUMENT: Programma’s over feitelijke gebeurtenissen, vaak gepresenteerd in een onderzoekende stijl 17 NL11-18.KD-LX10R[E]/f 17 00.1.13, 8:37 PM De weergave op de display wijzigen terwijl u naar een FM-station luistert Tijdens de ontvangst van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt, kunt u de weergave op de display wijzigen. U kunt kiezen of u de naam van het station (PS NAME) of de frequentie van de zender (FREQUENCY) wilt weergeven. • Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30. 1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. ¢ of 4 om de vermelding “TUNER DISP (Display van de tuner)” te 2. Druk op selecteren. 3. Druk op + of – om de gewenste weergave in te stellen (“PS NAME” of “FREQUENCY”). NEDERLANDS Opmerking: Door op de toets DISP te drukken kunt u de weergave op de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station luistert dat RDS-signalen uitzendt. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie in het bovenste gedeelte van de display: PS (Station (Stationsnaam) PTY(Programme (Programmagenre) PS name) Station Frequency PTY type) Frequentie station * Na enkele seconden keert de display terug naar de oorspronkelijke weergave. Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld. • Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30. 1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. om de vermelding “TA VOL” te selecteren. 2. Druk op ¢ of 4 3. Druk op + of – om het gewenste volume te selecteren. Automatisch aanpassen van de klok De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen. • Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 30. 1. Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. om de vermelding “AUTO ADJ” te selecteren. 2. Druk op ¢ of 4 3. Druk op – om de vermelding “ADJ OFF” te selecteren. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld. Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen, maar in stap 3 de vermelding “ADJ ON” selecteren door op de toets + te drukken. 18 Opmerking: Het automatisch aanpassen van de tijd bij de ontvangst van nieuwe tijdgegevens duurt circa 2 minuten. De weergave van de klok wordt dus pas veranderd nadat u minimaal 2 minuten op het desbetreffende station hebt afgestemd. NL11-18.KD-LX10R[E]/f 18 00.1.13, 8:37 PM GEBRUIK VAN DE CD-SPELER Een CD afspelen ¢ 4 1 1 Zum Öffnen des Bedienteils. Het bedieningspaneel komt naar beneden en de laadopening verschijnt. 2 De eenheid trekt de CD naar binnen, het bedieningspaneel beweegt naar boven en de CD wordt automatisch afgespeeld. Totaal aantal muziekstukken op de Totale afspeeltijd van de CD Huidige CD die in de CD-lade is geplaatst die in de CD-lade is geplaatst muziekstuk Verstreken afspeeltijd NEDERLANDS Plaats een disc in de lade. Opmerkingen: • Wanneer er zich een CD in de laadopening bevindt en u “CD” als afspeelbron selecteert door op de toets SOURCE (ATT) te drukken, wordt de CD afgespeeld. • Als een CD ondersteboven wordt geplaatst, verschijnt de vermelding “CD EJECT” op de display en wordt de CD-speler automatisch geopend. • Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel van de CD en de naam van de uitvoerende artiest weergegeven. Vervolgens wordt het nummer van het muziekstuk en de verstreken speeltijd weergegeven. Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (bladzijde 20) en de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren” (bladzijde 33). Als er op een CD met CD Text veel informatie staat, kan het zijn dat niet de hele tekst op de display wordt weergegeven. • Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD uit de laadopening naar voren komt). Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen Druk kort op de toets OFF/0. Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het bedieningspaneel komt naar beneden en de CD komt uit de laadopening naar voren. Druk om het bedieningspaneel te sluiten op ¢ of 4 . LET OP: Steek NOOIT uw vingers tussen de display en de eenheid omdat u het gevaar loopt vast te komen zitten. Opmerking: Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen.) 19 NL19-23.KD-LX10R[E]/f 19 00.1.13, 8:35 PM De tekst van een CD met CD Text weergeven Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display weer te geven. DISP NEDERLANDS Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display en wel als volgt: Titel van het Titel van / Artiest Disc Titlede/ CD Performer Track Title muziekstuk Current track no. Nummer huidige track and Elapsed playing time en verstreken speeltijd Opmerkingen: • Op de display kunnen maximaal 10 tekens tegelijk worden weergegeven. Als de informatie uit meer dan 10 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts naar links over de display. Zie ook de paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren” op bladzijde 33. Bepaalde tekens of symbolen worden niet afgebeeld (blanco) op het display. (B.v. “ABCå!d#” ] “ABCA D ”) • Wanneer u op de toets DISP drukt terwijl u naar een gewone CD luistert, verschijnt de vermelding “NO NAME” op de display voor de titel/artiest van de CD en de titel van het muziekstuk. 20 NL19-23.KD-LX10R[E]/f 20 00.1.13, 8:35 PM Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken ¢ 4 Cijfertoetsen 1(7) t/m 3 (9) Cijfertoetsen 4 (10) t/m 6 (12) Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen en houd deze toets Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen. Naar de volgende of vorige tracks gaan Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de volgende track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht. NEDERLANDS Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen. om terug Druk tijdens het afspelen van een CD kort op de toets 4 te keren naar het begin van de huidige track. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van de vorige track opgezocht, geselecteerd en ten gehore gebracht. Direct naar een bepaald muziekstuk gaan Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen. • Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12). • Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt. 21 NL19-23.KD-LX10R[E]/f 21 00.1.13, 8:35 PM Afspeelmodus selecteren MODE BAND INT RPT RND Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play) Het is mogelijk om alle tracks van een CD in een volstrekt willekeurige volgorde af te spelen. NEDERLANDS 1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Druk op de toets RND terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven zodat de indicator RND op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks in- of uitgeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RND op de display op en wordt er een willekeurige track afgespeeld. Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play) Het is mogelijk om een geselecteerde track van een CD meerdere malen achter elkaar af te spelen. 1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Druk op de toets RPT terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven zodat de indicator RPT op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het herhaald afspelen van een track in- of uitgeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de indicator RPT op de display op en wordt de geselecteerde track bij herhaling afgespeeld. Nummer van het muziekstuk dat wordt afgespeeld 22 NL19-23.KD-LX10R[E]/f 22 00.1.13, 8:35 PM Alleen intro’s afspelen (Intro Scan) Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren. 1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Druk op de toets INT (Intro) terwijl de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de modus voor het afspelen van intro’s in- of uitgeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt gedurende 5 seconden de vermelding “INT” op de display weergegeven en begint het tracknummer te knipperen. NEDERLANDS Opnamenummer van de op dat moment afgespeelde opname. Voorkomen dat de CD terugspringt SOURCE (ATT) OFF/0 U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen. Druk wanneer u op de toets SOURCE (ATT) drukt tevens op de toets OFF/0 en houd de toetsen gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. De vermelding “NO EJECT” zal gedurende circa 5 seconden op de display knipperen en de CD wordt vergrendeld. De CD kan nu niet meer uit de laadopening worden gehaald. Opmerking: Als u op OFF/0 drukt terwijl het uitwerpen van CD’s niet is toegestaan, komt het bedieningspaneel weliswaar naar beneden geschoven, maar kan er geen CD worden uitgenomen. (De vermelding “NO EJECT” wordt op de display weergegeven.) Druk als u het bedieningspaneel omhoog wilt verplaatsen op ¢ of 4 . Als u de vergrendeling ongedaan wilt maken en de CD weer toegankelijk wilt maken, moet u de toets OFF/0 gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt houden terwijl u op de toets SOURCE (ATT) drukt. Vervolgens knippert de vermelding “EJECT OK” gedurende circa 5 seconden op de display. De laadopening is nu ontgrendeld en de CD is weer toegankelijk. 23 NL19-23.KD-LX10R[E]/f 23 00.1.13, 8:35 PM GELUID REGELEN Geluid aanpassen U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen. 2 1 1 Selecteer de functie die u wilt aanpassen. NEDERLANDS Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd: Indicatie BASS TREBLE VOLUME BBE Doel: FADER BAL (balans) Bereik BASS Bastonen aanpassen. –06 (min.) — +06 (max.) TREBLE Treble aanpassen. –06 (min.) — +06 (max.) FADER* Evenwicht tussen voor- en achterspeakers aanpassen. R06 (Alleen achterin) — F06 (Alleen voorin) BAL (balans) Evenwicht tussen linker- en rechterspeaker aanpassen. L06 (Alleen links) — R06 (Alleen rechts) BBE Zie de paragraaf “Wat is BBEII?” op de volgende bladzijde. BBE OFF, BBE 1, BBE 2, BBE 3 VOLUME Het volume aanpassen. 00 (min.) — 50 (max.) Opmerking: * Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u FADER op “00” zetten. 2 Pas het niveau aan. Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast. Opmerking: Standaard wordt met de toets + / – het volume afgesteld. Het is dus niet nodig om eerst de vermelding “VOLUME” te selecteren als u het volume wilt aanpassen. 24 NL24-28.KD-LX10R[E]/f 24 00.1.13, 8:36 PM Wat is BBEII? Elke keer wanneer u in stap 2 op de vorige pagina op + of – drukt, wordt de BBEII-functie als volgt gewijzigd: BBE 1 BBE 2 BBE 3 BBE OFF Hoe hoger het getal, hoe sterker de BBEII-functie. Bij het verlaten van de fabriek is de BBEII-functie standaard ingesteld op “BBE 2” NEDERLANDS De functie BBEII* herstelt de oorspronkelijke glans en helderheid van live-opnames, opnames van radio-uitzendingen, enzovoorts. Een luidspreker die geluid weergeeft, krijgt te maken met een verschijnsel dat frequentieafhankelijke faseverschuivingen wordt genoemd. Dit betekent dat geluiden met een hoge frequentie er langer over doen om het menselijke gehoor te bereiken dan lage frequenties. De functie BBEII corrigeert dit faseverschil tussen lage, middelhoge en hoge tonen door aan de weergave van lagere frequenties een vertragingstijd toe te kennen. Hoe lager de frequentie, hoe groter de vertragingstijd. Het resultaat van deze functie is dat alle frequenties het gehoor van de luisteraar op het juiste tijdstip bereiken. Bovendien versterkt de functie BBEII de lage en middelhoge frequenties, omdat luidsprekers over het algemeen minder efficiënt zijn in het weergeven van deze tonen. Dit gebeurt door een technologie toe te passen die dynamische, programma-aangestuurde verrijking wordt genoemd. Samen met de eerdergenoemde correctie voor faseverschuivingen zorgt deze voorziening ervoor dat geluid helder wordt weergegeven en bij de luisteraar een echte liveervaring teweeg brengt. Als u de BBEII-functie wilt uitschakelen, moet u de vermelding “BBE OFF” selecteren. * Onder licentie van BBE Sound, Inc. is een handelsmerk van BBE Sound, Inc. R 25 NL24-28.KD-LX10R[E]/f 25 00.1.13, 8:36 PM Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM) U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam “Advanced SCM” (Sound Control Memory). De geluidsmodi selecteren en opslaan Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en wordt de modus elke keer weer opgeroepen wanneer u dezelfde geluidsbron selecteert. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM, CD en voor externe geluidsbronnen. • Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren” op bladzijde 32. NEDERLANDS Link-indicator 2 1 1 Zorg dat de vermelding “MODE” in het onderste gedeelte van de display oplicht. De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Binnen 5 seconden De geluidsmodus van uw keuze selecteren. Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt: SCM BEAT SCM SOFT SCM OFF SCM POP • Als de Link-indicator op de display aan gaat (en voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is gekozen — zie bladzijde 32), kan de geselecteerde geluidsmodus voor de desbetreffende afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen. Het effect is meteen op de afspeelbron van toepassing. • Als de Link-indicator op de display NIET is aan is (en “SCM LINK” is ingesteld op “LINK OFF”), is de geselecteerde geluidsmodus op elke willekeurige afspeelbron van toepassing. Indicatie 26 Voor: Vooraf ingestelde waarden Bas Treble BBEII SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 BBE 2 SCM BEAT Rock- of discoritme +02 00 BBE 2 SCM SOFT Rustige achtergrondmuziek +01 –03 Uit SCM POP Lichte muziek +04 +01 Uit NL24-28.KD-LX10R[E]/f 26 00.1.13, 8:36 PM De geluidsmodi oproepen SOURCE (ATT) De “Link”- indicator begint te knipperen en de geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen, wordt uit het geheugen opgeroepen (en wordt korte tijd op de display weergegeven). NEDERLANDS Selecteer de afspeelbron van uw keuze terwijl de Link-indicator op de display wordt weergegeven. Opmerkingen: • U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 28. • Voor informatie over het tijdelijk wijzigen van het versterkingsniveau voor hoge tonen, lage tonen en de BBEII-functie verwijzen we u naar pagina 24 en 25. (De aanpassingen die u hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert.) • Door de vermelding “CLOCK DISP” in te stellen op “CLOCK OFF” (zie bladzijde 32), kunt u altijd wanneer de eenheid is ingeschakeld de actuele instelling van de geluidsmodus weergeven. 27 NL24-28.KD-LX10R[E]/f 27 00.1.13, 8:36 PM Geluidsweergave aanpassen en opslaan Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken (SCM BEAT, SCM SOFT, SCM POP, zie bladzijde 26) aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan. 4 1 3 2,5 1 Zorg dat de vermelding “MODE” in het onderste gedeelte van de display oplicht. NEDERLANDS De cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. LET OP eraan dat u de onderstaande stappen uitvoert zolang de vermelding “MODE” op de display wordt weergegeven, anders wordt de instelling geannuleerd. 2 Selecteer de geluidsmodus van uw keuze. Zie bladzijde 26 voor meer informatie. 3 Selecteer het item dat u wilt aanpassen (BASS, TREBLE of BBEII). 4 Pas het geselecteerde item aan uw persoonlijke wensen aan. 5 Druk op de SCM-toets en houd deze toets ingedrukt tot de geluidmodus van uw keuze knipperend op de display wordt weergegeven. De wijziging van de geselecteerde geluidsbesturingsmodus wordt nu in het geheugen opgeslagen. 6 Herhaal dezelfde procedures als u andere geluidsmodi wilt aanpassen. De fabrieksinstellingen herstellen 28 Herhaal dezelfde procedure en ken de waarden toe die in de tabel op bladzijde 26 staan vermeld. NL24-28.KD-LX10R[E]/f 28 00.1.13, 8:36 PM ANDERE HOOFDFUNCTIES Klok instellen Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding. 1,5 1 2,3,4 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL (selecteren) zodat een van de PSM-items op de display verschijnt. 1 2 31 2 4 2 1 5 Stel het uur in. 1 Selecteer de vermelding “CLOCK HOUR” als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven. 2 Pas het uur aan. Stel de minuten in. 1 Selecteer de vermelding “CLOCK MIN”. 2 Pas de minuten aan. Stel de uuraanduiding in. 1 Selecteer de vermelding “12H/24H”. 2 Selecteer de vermelding “12 HOUR” of “24 HOUR”. Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien. Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid is uitgeschakeld, drukt u op de toets + of –. De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld. NL29-33.KD-LX10R[E]/f NEDERLANDS 2 2,3,4 29 00.1.13, 8:36 PM 29 De algemene instellingen wijzigen (PSM) Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen. Basisprocedure NEDERLANDS 1,4 1 2 3 4 3 2 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL (selecteren) zodat een van de PSM-items op de display verschijnt. Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde 31.) Wijzig het PSM-item dat u hierboven hebt geselecteerd. Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien. 30 NL29-33.KD-LX10R[E]/f 30 00.1.13, 8:36 PM 3 Stel in... – Kies... Fabrieksinstellingen Zie blz. 0:00 29 + CLOCK HOUR Instellen van het uur Terug Verder CLOCK MIN Instellen van de minuten Terug Verder SCM LINK LINK OFF LINK ON LINK ON 32 12 HOUR 24 HOUR 24 HOUR 29 ADJ ON 18 CLOCK ON 32 PS NAME 18 PTY STBY Koppeling met het geheugen voor geluidsmodi 24/12-uur aanduiding voor de klok Automatische instellen van de klok Weergave van de klok Weergavemodus van de tuner PTY-standby PTY SEARCH PTY-zoeken 29 programmatypen (Zie bladzijde 16.) NEWS (Zie bladzijde 13.) 13 13 TA VOL VOL (00-50) VOL 20 18 LEVEL Volume voor verkeersinformatie Programme zoeken Zoeken naar alternatieve frequenties Niveaudisplay DIMMER Dimmermodus TELEPHONE Audiodemping voor cellulaire telefoonsystemen 24H/12H AUTO ADJ CLOCK DISP TUNER DISP P-SEARCH DAB AF* BEEP SW Pieptoon bij toetsbediening SCROLL Modus voor lopende tekst EXT INPUT** FLAT PANEL IF FILTER Extern apparaat Plat paneel Intermediate Frequency-filter ADJ OFF ADJ ON (Uitgeschakeld) (Geactiveerd) CLOCK OFF FREQUENCY CLOCK ON PS NAME (Frequentie) (Zendernaam) SEARCH OFF SEARCH ON SEARCH OFF 17 AF OFF 46 6 soorten (Zie bladzijde 32) AUTO OFF (Automatisch) ON MUTING 1 MUTING 2 NORMAL 32 AUTO 32 MUTING OFF MUTING OFF 32 BEEP ON 33 ONCE 33 AF OFF AF ON NEDERLANDS 2 1 (Uitgeschakeld) BEEP OFF BEEP ON (Uitgeschakeld) (Geactiveerd) ONCE AUTO OFF CHANGER LINE INPUT FLAT OFF FLAT ON CHANGER FLAT OFF 33 33 WIDE AUTO AUTO 33 * Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten. ** Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM of CD. 4 Druk op de toets SEL om het instellen te voltooien. 31 NL29-33.KD-LX10R[E]/f 31 00.1.13, 8:36 PM Advanced SCM annuleren Het is mogelijk om de voorziening Advanced SCM (Sound Control Memory) te annuleren en de aangebrachte koppeling tussen de geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te heffen. Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen, aangepaste geluidsmodus in het geheugen worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een andere geluidsmodus te horen krijgen als u een andere afspeelbron selecteert. • LINK ON: De voorziening Advanced SCM is ingeschakeld (voor elke afspeelbron een andere geluidsmodus) • LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is uitgeschakeld (voor elke afspeelbron geldt een en dezelfde geluidsbron) NEDERLANDS Weergave van de klok selecteren Het is mogelijk om de klok in het onderste deel van de display weer te geven of juist niet weer te geven wanneer de eenheid is ingeschakeld. Bij het verlaten van de fabriek is de klok standaard ingesteld om op de display te worden weergegeven. • CLOCK ON: Weergave van de klok op de display is ingeschakeld. • CLOCK OFF: Weergave van de klok op de display is uitgeschakeld. Als de vermelding “CLOCK OFF” is geselecteerd, wordt de actuele instelling van de geluidsmodus (zie pagina 27) in het bovenste deel van de display weergegeven. De andere informatie tijdens het afspelen bekijken Druk op de DISP-toets zodat de andere informatie gedurende enige tijd op de display wordt weergegeven. De niveau-indicator selecteren U kunt zelf bepalen welke niveau-indicator u op de display wilt weergeven. Bij het verlaten van de fabriek is deze standaard ingesteld op “NORMAL”. • NORMAL: Normale audioniveaumeter (verlichting van beneden naar boven). • REVERSE: Verlichting van de niveaumeter van boven naar beneden. • WIDE: Verlichting van de niveaumeter vanuit het midden naar links en rechts. • RACE: De niveau-indicator licht op als in een autorace. • LEVEL OFF: De niveau-indicator blijft verlicht en verandert niet. • ALL OFF: De niveau-indicator is uitgeschakeld. De instelling voor de dimmerfunctie selecteren Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer). Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld. • AUTO: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld. • OFF: De functie Auto Dimmer is uitgeschakeld. • ON: De display wordt gedimd. Opmerking over de functie Auto Dimmer: Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer. In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “ON” of “OFF” instellen. Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”. Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van de vraag welke instelling het geluid het beste dempt. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld. • MUTING 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen. • MUTING 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen. • MUTING OFF: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld. 32 NL29-33.KD-LX10R[E]/f 32 00.1.13, 8:36 PM Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt. Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor het weergeven van geluid bij het aanraken van de toetsen echter ingeschakeld. • BEEP ON: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in. • BEEP OFF: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit. De modus voor lopende tekst selecteren Wanneer de informatie van een CD uit meer dan 10 tekens bestaat, is het handig om dit als lopende tekst op de display weer te geven. Deze functie wordt Scroll Mode genoemd. Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor informatie éénmaal als lopende tekst op de display wordt weergegeven. • ONCE: De lopende tekst wordt slechts één keer weergegeven. • AUTO: De lopende tekst wordt nóg een keer weergegeven (Met tussenpozen van 5 seconden). • OFF: De functie Scroll Mode staat uit. Opmerking: Ook wanneer de modus voor lopende tekst is uitgeschakeld (“OFF”) is het mogelijk tekst lopend op de display weer te geven door de toets DISP gedurende ten minste 1 seconde in te drukken. Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. Als u het externe apparaat via deze eenheid als afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk onderdeel — de CD-wisselaar of het externe apparaat — u wilt gebruiken. Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar standaard als extern apparaat geselecteerd. • LINE INPUT: Voor een ander apparaat dan de CD-wisselaar • CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken NEDERLANDS Het externe apparaat selecteren Het bedieningspaneel een plat uiterlijk geven (paneel verbergen) Als u de ontvanger met de afstandsbediening bedient, kunt u het bedieningspaneel aan de voorzijde verbergen zodat deze een strak en plat uiterlijk heeft. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie ingesteld op “FLAT OFF”. Dit zijn de beschikbare instellingen: • FLAT ON: Het bedieningspaneel komt niet naar buiten wanneer u de eenheid inschakelt of nadat u een CD hebt geplaatst. Als u het bedineingspaneel nodig hebt, drukt u op 4 . Als er gedurende een bepaalde periode geen bediening heeft plaatsgevonden, schuift het paneel automatisch terug de ontvanger in. • FLAT OFF: U kunt het bedieningspaneel gewoon gebruiken. Opmerking: Als de vermelding “FLAT ON” is geselecteerd, kunt u CD’s uitwerpen door op 4 te drukken. De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen worden verminderd. Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie (“AUTO”). • AUTO: Wanneer dergelijke storingen worden waargenomen, verhoogt de eenheid automatisch de selectiviteit en gevoeligheid van de tuner zodat de invloed van de storing naar de achtergrond wordt gedrukt. (Het stereo-effect gaat hierbij echter verloren). • WIDE: De eenheid is gevoelig voor storingen van naburige zenders, maar de geluidskwaliteit gaat niet verloren en het stereo-effect blijft behouden. 33 NL29-33.KD-LX10R[E]/f 33 00.1.13, 8:36 PM Namen aan bronnen toekennen Het is mogelijk om CD’s een naam toe te kennen. Nadat u dit hebt gedaan, wordt de naam van de CD op de display getoond wanneer u “CD” of ”CD-wisselaar” als afspeelbron selecteert. 3 2,6 2 4 NEDERLANDS Maximaal aantal tekens: 32 tekens (maximaal 40 CD’s) Opmerking: Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een CD met CD Text. 1 Selecteer een bron waaraan u een naam wilt toekennen. 2 3 Druk minimaal 2 seconden op SEL (selecteren) terwijl u DISP ingedrukt houdt. Selecteer het gewenste teken. Meer informatie over de beschikbare tekens treft u aan op bladzijde 35. 34 NL34-38.KD-LX10R[E]/f 34 00.1.13, 8:36 PM 4 Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende of het vorige teken. 5 Herhaal stap 3 en 4 tot u de volledige naam die u wilde invoeren hebt opgegeven. 6 Druk op de knop wanneer het laatste teken dat u wilde selecteren nog op de display knippert. De ingevoerde tekens verwijderen Volg de bovenstaande procedure en voer nu in plaats van tekens spaties in. Opmerkingen: • Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de display om aan te geven dat u geen naam kunt toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet wilt.) • Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u ook namen toekennen aan CD’s in de CDwisselaar. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in deze eenheid plaatst. NEDERLANDS De naam die u hebt opgegeven, wordt nu in zijn geheel in het geheugen opgeslagen. Beschikbare tekens A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 – / < > spatie Space 35 NL34-38.KD-LX10R[E]/f 35 00.1.13, 8:36 PM Werken met de vergrendeling U kunt het gebruik van deze eenheid voor onbevoegden onmogelijk maken. Als u de vergrendeling wilt gebruiken, moet u eerst een wachtwoord instellen. Wanneer u dit hebt gedaan, wordt u bij het inschakelen van de eenheid gevraagd het wachtwoord in te voeren. LET OP: Denk eraan dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet. Als dit gebeurt, kunt u de eenheid namelijk niet meer gebruiken. Onthoud het wachtwoord dus en schrijf het indien nodig op papier. U kunt uw wachtwoord noteren in de daarvoor bestemde ruimte op het voorblad. Het wachtwoord registeren NEDERLANDS Een wachtwoord bestaat uit 4 tekens. U kunt voor uw wachtwoord kiezen uit de volgende tekens: hoofdletters (A t/m Z) en cijfers (0 t/m 9). 1,2 5 1 1,3 Druk op beide toetsen en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. De eenheid is nu gereed voor het invoeren van een wachtwoord. 2 Selecteer een letter. 36 NL34-38.KD-LX10R[E]/f 36 00.1.13, 8:36 PM 3 Herhaal stap 2 en 3 tot u alle vier de tekens hebt ingevoerd. 5 Voltooi het instellen. Het wachtwoord knippert gedurende korte tijd op de display en vervolgens keert de eenheid terug naar de normale bedieningsmodus. Hoe u de meegeleverde CODE-sticker gebruikt NEDERLANDS 4 Verplaats de cursor voor het invoeren van tekens naar de positie voor het volgende teken. Plak de meegeleverde CODE-sticker op een in het oog vallende plaats van de auto om anderen erop te wijzen dat deze eenheid is uitgerust met een beveiligingsfunctie en dat onbevoegd gebruik onmogelijk is. 37 NL34-38.KD-LX10R[E]/f 37 00.1.13, 8:36 PM Wanneer werkt de beveiligingsfunctie? Wanneer u het wachtwoord eenmaal hebt geregistreerd, verschijnt de vermelding “ ” op de display en wordt u in de volgende situaties naar het wachtwoord gevraagd: • Wanneer u de eenheid voor de eerste keer inschakelt nadat u de eenheid opnieuw hebt geïnstalleerd. • Wanneer u de eenheid voor de eerste keer inschakelt, nadat u de accu van de auto hebt verwisseld – omdat die volledig is verbruikt. U kunt deze eenheid gebruiken nadat u volgens de onderstaande procedure het wachtwoord hebt ingevoerd. NEDERLANDS 1 2 3 4 Druk op de toets DISP om de tekenset van uw keuze te selecteren. Druk op de toets + of – om een teken in te voeren. om de cursor voor het invoeren van tekens te verplaatsen. Druk op de toets ¢ of 4 Herhaal stap 1 tot en met 3 om het hele wachtwoord (4 letters) correct in te voeren en druk vervolgens op de toets SEL. • Nadat u het juiste wachtwoord hebt ingevoerd, wordt de beveiliging ontgrendeld en kunt u de eenheid gewoon gebruiken. • In de volgende gevallen wordt de beveiligingsfunctie niet geannuleerd (de vermelding “NOT ACCEPT” verschijnt dan op de display) en daarna schakelt de eenheid zichzelf uit. (De eenheid zal niet meer zijn in te schakelen, tenzij u op de voorzijde op de Reset-knop drukt. Zie bladzijde 2). – Wanneer er een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd en op de toets SEL wordt gedrukt. – Wanneer het correcte wachtwoord niet binnen 30 seconden wordt ingevoerd. Als u bij het opgeven van het wachtwoord een verkeerd teken invoert om de cursor voor het invoeren van tekens terug te plaatsen zodat deze op het Druk op de toets 4 verkeerde teken staat en vervolgens op de toets + of de toets – drukken om het juiste teken te selecteren. Het wachtwoord wijzigen Als u het wachtwoord wilt wijzigen nadat u dit hebt geregistreerd, gaat u als volgt te werk: ¢. 1 Druk gedurende minimaal 2 seconden tegelijkertijd op zowel de toets + en ” verschijnt op de display. De vermelding “ 2 Voer het huidige wachtwoord correct in en druk op SEL. De eenheid is nu klaar om een nieuw wachtwoord op te slaan. 3 Voer een nieuw wachtwoord naar keuze in en druk op de toets SEL. Het wachtwoord knippert korte tijd op de display en de eenheid keert daarna terug naar de normale bedieningsmodus. • Meer informatie over het registreren van een wachtwoord treft u aan op bladzijde 36. 38 NL34-38.KD-LX10R[E]/f 38 00.1.13, 8:36 PM AFSTANDSBEDIENING (Met een apart aangeschafte afstandsbediening) We raden u aan om de afstandsbediening RM-RK31 in combinatie met de eenheid te gebruiken. Hieronder volgen de instructies voor het gebruik van de RM-RK31. Afstandssensor Alvorens gebruik van de afstandbediening: • Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen. • Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt. De batterij plaatsen 1. De batterijhouder verwijderen. 1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de 2) pijl die in de afbeelding staat aangegeven. 2) Verwijder de batterijhouder. (Achterkant) 1) Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025) NEDERLANDS Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen. 2. Plaats de batterij in de houder. Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen. (Achterkant) 3. Plaats de batterijhouder terug in positie. Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort. Gebruikke batterijen: WAARSCHUWING: • Bewaar batterijen op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts. • Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterijen in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam. • Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam. • Bescherm gebruikte batterijen door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken. • Probeer de batterijen nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken. 39 NL39-40.KD-LX10R[E]/f 39 00.1.13, 8:37 PM Gebruik van de afstandbediening 1 2 3 NEDERLANDS 4 1 • Schakelt de eenheid aan indien de toets kort wordt ingedrukt. • Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE YOU” op de display verschijnt. • Vermindert het volume in één keer als u de toets kort indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude 7 volumeniveau weer terug. 2 • Functioneert hetzelfde als de BAND toets tijdens het luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets. • Functioneert als DISC + toets tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD. • Functioneert niet als PROG toets. 3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u naar de radio (of de DAB-tuner) luistert. Door iedere druk op de toets verhoogt het voorkeuzezendernummer en wordt op de gekozen zender afgestemd. • Functioneert als DISC – toets tijdens het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD. 4 Deze toets heeft dezelfde functie als de toets +/– op de hoofdcomponent. Opmerking: Deze toets werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen. 5 Voor het selecteren van de geluidsmodus. Elke keer wanneer u op SCM (Sound Control Memory) drukt, wordt er een andere geluidsmodus geselecteerd. 6 Voor het kiezen van de bron. De bron verandert door iedere druk op de FUNC (Functie) toets. 7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens het luisteren naar de radio. • Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt. • Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt. • Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van een CD de toets ingedrukt houdt. • Voor het verspringen naar het begin van het volgende fragment of het spelende (of voorgaande) fragment wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets drukt. 5 6 40 NL39-40.KD-LX10R[E]/f 40 00.1.13, 8:37 PM GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie (b.v. CH-X1200). Als u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie over de juiste aansluitingen. • Voorbeeld: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze met het apparaat te verbinden. Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken: • Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd. • Als er geen CD’s in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de houder plaatsen. • Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1 - RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindingskabel(s) indien nodig stevig vastmaken en dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken. ¢ 4 Cijfertoetsen 1 (7) t/m 3 (9) SOURCE (ATT) NEDERLANDS CD’s afspelen Cijfertoetsen 4 (10) t/m 6 (12) Selecteer de automatische CD-wisselaar. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd (zie bladzijde 5). Het afspelen begint bij de eerste track van de eerste CD. Alle tracks van alle CD’s worden afgespeeld. Nummer van het muziekstuk Verstreken speeltijd Het CD-nummer verschijnt Opmerking: Wanneer er zich een CD in de CD-wisselaar bevindt en u deze met de toets SOURCE (ATT) als afspeelbron selecteert, begint het afspelen automatisch. 41 NL41-44.KD-LX10R[E]/f 41 00.1.13, 8:38 PM Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het muziekstuk Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen. en houd deze toets Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen. Vorige of volgende tracks selecteren NEDERLANDS Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op de toets ¢ om naar het begin van de volgende track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de volgende track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht. om naar het Druk terwijl u een CD afspeelt korte tijd op de toets 4 begin van de huidige track te gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, gaat u naar de vorige track, die vervolgens ten gehore wordt gebracht. Direct naar een bepaalde CD gaan Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar). • Nummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12). • Nummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt. Voorbeeld: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd Nummer van het muziekstuk Nummer van de CD De tekst van een CD met CD Text weergeven U kunt alleen informatie van CD’s met CD Text weergeven wanneer er een automatisch CDwisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust met de mogelijkheid om CD Text te lezen. Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” op bladzijde 20 voor meer informatie. 42 NL41-44.KD-LX10R[E]/f 42 00.1.13, 8:38 PM Kiezen van de weergavefunctie MODE BAND RPT INT RND 1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display, en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven op de toets RND zodat de indicator RND op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde: RND1 RND2 (Willekeurigevolgord 1) (Willekeurigevolgord 2) NEDERLANDS Tracks in willekeurige volgorde afspelen (Random Play) Uit, geen aanduiding Functie RND-indicator Afspelen in willekeurige volgorde RND1 Licht op Alle muziekstukken van de huidige CD, daarna de muziekstukken van de volgende CD enzovoorts. RND2 Knippert Alle muziekstukken van alle CD’s in de CD-houder. Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play) 1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display, en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven op de toets RPT zodat de indicator RPT op de display oplicht. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde: RPT1 RPT2 (herhaalfunctie 1) (herhaalfunctie 2) Uit, geen aanduiding Functie RPT-indicator Herhaling van... RPT1 Licht op Het spelende (of ingestelde) fragment. RPT2 Knippert Alle fragmenten van de spelende (of ingestelde) disc. 43 NL41-44.KD-LX10R[E]/f 43 00.1.13, 8:38 PM Alleen intro’s afspelen (Intro Scan) 1 Druk op de toets MODE BAND terwijl er een CD wordt afgespeeld. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display, en de cijfertoetsen doen nu dienst als functietoetsen. 2 Druk zolang de vermelding “MODE” nog op de display wordt weergegeven op de toets INT. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere modus voor het afspelen van intro’s geselecteerd, en wel in deze volgorde: INT1 INT2 (Intro 1) (Intro 2) Canceled Uit, geen aanduiding NEDERLANDS Functie Indicatie Speelt het begin (15seconden) INT1 Opnamenummer flikkert INT2 Het CD-nummer Van de eerste opname op iedere ingebrachte disc. knippert (wanneer die op de display wordt weergegeven). Van alle opnames op alle ingebrachte discs. 44 NL41-44.KD-LX10R[E]/f 44 00.1.13, 8:38 PM BEDIENING VAN EXTERNE APPARATEN Werken met een extern apparaat Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. 1 1 Selecteer het externe apparaat. NEDERLANDS 3 Voorbereiding: • Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte publicatie). • Alvorens u het externe apparaat volgens de onderstaande instructies gaat bedienen, moet u ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het extern apparaat selecteren” op bladzijde 33.) • Als de vermelding “LINE INPUT”* niet op de display verschijnt, verwijzen we u naar pagina 33. Selecteer in zo’n geval de externe ingang (“LINE INPUT”). * Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM of CD. 2 Schakel het aangesloten apparaat aan en start het afspelen van de afspeelbron. 3 Regel het volume. 45 NL45-45.KD-LX10R[E]/f 45 00.1.13, 8:38 PM BEDIENING VAN DE DAB-TUNER We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto-accessoires als u een andere DAB-tuner hebt. • Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd. Wat is het DAB-system? DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die ‘services’ worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een ‘ensemble’. Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB-services gebruik maken. NEDERLANDS Afstemmen op een ensemble en op een van de services Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’s (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren. 2,4- 1 1 1 3,4- 2 Selecteer de DAB-tuner. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde 5 staat beschreven. 2 Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3). U kunt elk van de drie DAB-banden selecteren om op een ensemble af te stemmen. Elke keer wanneer u op deze toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze volgorde: DB1 DB2 DB3 (DAB 1) (DAB 2) (DAB 3) 46 NL46-51.KD-LX10R[E]/f 46 00.1.13, 8:38 PM 3 Ensembles op hogere frequenties zoeken Zoek een ensemble op. Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt het zoeken gestaakt. Ensembles op lagere frequenties zoeken 4 2 1 Selecteer de service waarnaar u wilt luisteren. Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er een ensemble is gevonden, moet u de toets die u hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten nogmaals indrukken. De informatie op de display wijzigen wanneer u op een ensemble afstemt NEDERLANDS 1 Druk op de toets MODE BAND. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display. ¢ of op 4 om de service van 2 Druk op de toets uw keuze te selecteren zolang de vermelding “MODE” op de display staat. Normaliter wordt de naam van de service in het bovenste gedeelte van de display weergegeven. Druk op de toets DISP (Display) als u wilt weten wat de naam van het ensemble of de frequentie ervan is. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de volgende informatie gedurende een korte tijd in het bovenste gedeelte van de display. Naam van Service name de service Naam van het Ensemble name ensemble Kanaalnummer Channel number Frequentie Frequency Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble: 1 Druk op de toets SOURCE om de DAB-tuner als afspeelbron te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op de toets MODE BAND om een DAB-band te selecteren (DAB1, DAB2 of DAB3). ¢ of 4 en houd deze gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt. 3 Druk op de toets ¢ of 4 tot u het ensemble van uw keuze bereikt. 4 Druk herhaaldelijk op de toets • Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat. 47 NL46-51.KD-LX10R[E]/f 47 00.1.13, 8:38 PM DAB-frequenties in het geheugen opslaan Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen. 5 2,4- 1 1 NEDERLANDS 1 5 3,4- 2 Selecteer de DAB-tuner. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde 5 staat beschreven. 2 Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze. Elke keer wanneer u op deze toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze volgorde: DB1 DB2 DB3 (DAB 1) (DAB 2) (DAB 3) 3 Stem af op het ensemble van uw keuze. 4 1 Selecteer de service van het ensemble. 1 Druk op de toets MODE BAND. De vermelding “MODE” verschijnt in het onderste gedeelte van de display. ¢ of 4 om de service van uw 2 Druk op de toets keuze te selecteren zolang de vermelding “MODE” op de display staat. 2 48 NL46-51.KD-LX10R[E]/f 48 00.1.13, 8:38 PM 5 Druk op de cijfertoets waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt. 6 Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DABservices achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan. NEDERLANDS Bandnummer en de vermelding “MEMO” knipperen gedurende enige tijd beurtelings op de display. Opmerkingen: • Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent. • Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld wanneer u de batterijen vervangt). Als dit gebeurt, zult u de DABservices opnieuw moeten instellen. 49 NL46-51.KD-LX10R[E]/f 49 00.1.13, 8:38 PM Afstemmen op een opgeslagen DAB-service Het is heel eenvoudig om af te stemmen op een DAB-service die u in het geheugen hebt opgeslagen. Onthoud dat u de service hiervoor eerst in het geheugen moet opslaan en aan een voorkeuzetoets moet toekennen. Hoe dit moet, leest u op bladzijde 48 en 49. NEDERLANDS 3 1 2 1 3 Selecteer de DAB-tuner. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere afspeelbron geselecteerd, en wel in de volgorde zoals die op bladzijde 5 staat beschreven. 2 Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze. Elke keer wanneer u op deze toets drukt en ingedrukt houdt, wordt er een andere DAB-band geselecteerd, en wel in deze volgorde: DB1 DB2 DB3 (DAB 1) (DAB 2) (DAB 3) 3 Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6) voor de DAB-service die u wilt beluisteren. 50 NL46-51.KD-LX10R[E]/f 50 00.1.13, 8:38 PM Wat u nog meer met DAB kunt doen Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve ontvangst) Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren • Terwijl u een DAB-service ontvangt: Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt. • Terwijl u een FM RDS-station ontvangt: Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch op de DAB-service af. Werken met alternatieve ontvangst Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld. 1 Druk de toets SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. om de vermelding “DAB AF” te selecteren indien deze nog niet 2 Druk op ¢ of 4 op de display wordt weergegeven. 3 Druk op + of – om de gewenste modus te selecteren. • AF ON: Het programma wordt gevolgd tussen het aanbod van DAB-services en FM RDS-zenders — alternatieve ontvangst. De AF-indicator op de display licht op (zie bladzijde 11). • AF OFF: Alternatieve ontvangst is uitgeschakeld. NEDERLANDS Opmerking: Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger. Opmerking: Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 11 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. 4 Druk nogmaals op de toets SEL (selecteren) om het instellen te voltooien. 51 NL46-51.KD-LX10R[E]/f 51 00.1.13, 8:38 PM ONDERHOUD Omgaan met CD’s Dit apparaat is ontworpen voor het afspelen van CD’s met het Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld. COMPACT en symbool. DIGITAL AUDIO De manier waarop u met CD’s moet omgaan Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt. • Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames. Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven). • Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje. Rondje in het midden CD’s schoonhouden Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen. NEDERLANDS Nieuwe CD’s afspelen Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz. Condensvorming In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler: • Nadat de verwarming in de auto is aangezet. • Wanneer het erg vochtig wordt in de auto. Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CD-lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt. LET OP! • Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD-lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.) • Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken. • Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is. • Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen. Wanneer u een CD-R (Recordable) afspeelt Op deze ontvanger kunt u uw originele CD-R’s afspelen. • Lees alvorens een CD-R af te spelen eerst de instructies en waarschuwingen aandachtig door. • Sommige CD-R’s die op CD-recorders zijn opgenomen kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld vanwege bepaalde kenmerken die deze CD-R’s hebben. Andere oorzaken van afspeelproblemen zijn: – Beschadigingen of vuil op de CD. – Vocht of condensatie op de lens van de CD-speler. – Vuil op de lens van de laser in de speler. • Speel alleen CD-R’s af die volledig zijn afgewerkt (finilized). • CD-RW’s (Rewritables of herschrijfbare CD’s) kunnen niet op deze ontvanger worden afgespeeld. • Gebruik geen CD-R’s waarop stickers of labels zijn geplakt. Deze schijven kunnen tot storingen leiden. Haperingen: De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt. 52 NL52-54.KD-LX10R[E]/f 52 00.1.13, 8:39 PM PROBLEMEN OPLOSSEN Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren. Oorzaken Oplossingen • CD kan niet worden afgespeeld. CD zit ondersteboven in het apparaat. Plaats de CD op de juiste manier in CD-lade. • Geluid van de CD wordt soms onderbroken. U rijdt op een hobbelige weg. Stop met afspelen op hobbelige wegen. Er zitten krassen op de CD. Gebruik een andere CD. Verkeerde verbindingen. Controleer kabels en aansluitingen. Het volume is ingesteld op het minimale niveau. Pas het geluid aan totdat het optimale niveau is bereikt. Verkeerde verbindingen. Controleer de bedrading en de verbindingen. • Automatisch instellen van zenders – SSM (Strongstation Sequential Memory) – functioneert niet. De signalen zijn te zwak. Leg de zenders handmatig vast. • U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert. De antenne zit niet goed vast. Zorg dat de antenne stevig vast zit. • Op het afleesvenster verschijnt de tekst “NO DISC”. Er bevindt zich geen CD in de CD-lade. Plaats een CD. • Op het afleesvenster verschijnt de tekst “RESET 8”. Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD-wisselaar verbonden. Verbind het apparaat en de CDwisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de resetknop van de CD-wisselaar. • Er komt geen geluid uit de speakers. • Op het afleesvenster verschijnt de tekst “RESET 1 RESET 7”. NEDERLANDS Symptomen Druk op de resetknop van de CD-wisselaar. Vervolg, zie ommezijde 53 NL52-54.KD-LX10R[E]/f 53 00.1.13, 8:39 PM Symptomen Oorzaken • De vermelding “EJECT ERR” verschijnt op de display en de CD kan niet worden verwijderd. Misschien werkt de CD-speler niet goed meer. Oplossingen Druk gedurende minimaal 5 seconden op de – van de toets +/–. Druk terwijl u op de toets ¢ drukt tevens op de Reset-knop. Laat de Reset-knop los en laat ¢ los. (Pas daarna de toets op dat u de CD niet laat vallen wanneer deze wordt verwijderd.) • Er verschijnt geen bericht op de display, maar de CD kan niet worden verwijderd. De vergrendelingsvoorziening is in gebruik. Voer het wachtwoord in (zie bladzijde 36). • Het apparaat werkt helemaal niet. • De CD-wisselaar werkt niet. Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts. Druk op het bedieningspaneel aan de voorzijde van de eenheid op de Reset-knop (zie bladzijde 2). NEDERLANDS ” • De vermelding “ verschijnt op de display. 54 NL52-54.KD-LX10R[E]/f 54 00.1.13, 8:39 PM SPECIFICATIES GELUIDSVERSTERKER CD-SPELER Maximum uitgangsvermogen: Voorin: 45 W per kanaal Achterin: 45 W per kanaal Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS): Voorin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot 20.000 Hz met niet meer dan 0,8 % totale harmonische vervorming van het geluid. Achterin: 17 W per kanaal in 4 Ω, 40 Hz tot 20.000 Hz met niet meer dan 0,8 % totale harmonische vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 Ω (speling 4 Ω tot 8 Ω) Regelbereik tonen: Bas: ±10 dB bij 100 Hz Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20.000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie: 2,0 V/20 kΩ belasting (maximaal vermogen) Uitgangsimpedantie: 1 kΩ Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens (halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20.000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet RADIO Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Frequentiebereik: FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz AM: (MW) 522 kHz tot 1.620 kHz (LW) 144 kHz tot 279 kHz Voeding: Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 volt (speling 11 V tot 16 V) Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte x hoogte x diepte): Afmetingen apparaat (ten behoeve van installatie): 182 mm x 52 mm x 160 mm Afmetingen paneel: 188 mm x 58 mm x 8 mm Gewicht: 1,7 kg (excl. accessoires) NEDERLANDS ALGEMEEN [FM-zenders] Gevoeligheid bij normaal bedrijf: 11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω) Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping: 16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω) Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz): 65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15.000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB [MW-zenders] Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB [LW-zenders] Gevoeligheid: 50 µV 55 NL52-55.KD-LX10R[E]/f 55 00.1.14, 4:30 PM Having TROUBLE with operation? Please reset your unit Refer to page of How to reset your unit Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb? Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement? Réinitialisez votre appareil Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil Hebt u PROBLEMEN met de bediening? Stel het apparaat terug Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED EN, GE, FR, NL COVER.KD-LX10R[E].410 0100MNMMDWJEIN 2 00.1.12, 6:30 PM
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218

JVC KD-LX10R Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor