63
Aanvullende informatie
Deze camcorder kan ook worden
aangesloten op andere i.LINK-compatibele
apparaten (DV-interface) van Sony
(bijvoorbeeld een computer uit de VAIO-
serie) en videoapparaten.
Bepaalde i.LINK-compatibele
videoapparaten, zoals digitale televisies,
DVD-recorders/-spelers, MICROMV-
recorders/-spelers of HDV-recorders/-
spelers, zijn niet compatibel met DV-
apparaten. Voordat u de camcorder op
andere apparaten aansluit, moet u
controleren of het apparaat compatibel is
met DV-apparaten. Voor meer informatie
over voorzorgsmaatregelen en compatibele
software raadpleegt u de handleiding van
het apparaat dat u wilt aansluiten.
b Opmerkingen
• Wanneer u de camcorder aansluit op een ander
i.LINK-compatibel apparaat, moet u ervoor
zorgen dat u de stroom van het apparaat
uitschakelt en de netspanningsadapter
loskoppelt van het stopcontact voordat u de
i.LINK-kabel aansluit of loskoppelt.
Informatie over de vereiste i.LINK-
kabel
Gebruik de Sony i.LINK 4-pins-naar-4-
pins-kabel (tijdens kopiëren via DV).
Gebruik en onderhoud
• Gebruik of bewaar de camcorder en accessoires
niet onder de volgende omstandigheden.
– Op extreem koude, warme of vochtige
plaatsen. Laat de camcorder en de accessoires
nooit achter op plaatsen waar de temperatuur
tot boven 60 °C kan oplopen, zoals in direct
zonlicht, bij de verwarming of in een auto die
in de zon staat geparkeerd. Er kunnen
storingen optreden of de camcorder en de
accessoires kunnen vervormen.
– In de buurt van sterk magnetische velden of
mechanische trillingen. Er kunnen storingen
in de camcorder optreden.
– In de buurt van sterke radiogolven of straling.
De camcorder kan wellicht niet goed
opnemen.
– In de buurt van AM-radio-ontvangers en
videoapparatuur. Er kan ruis optreden.
– Op zandstranden en in stoffige omgevingen.
Zand en stof kunnen storingen in de
camcorder veroorzaken. Soms kunnen deze
storingen niet meer worden hersteld.
– Bij ramen of buiten waar het LCD-scherm, de
beeldzoeker of de lens aan direct zonlicht
worden blootgesteld. Hierdoor kunnen de
beeldzoeker en het LCD-scherm worden
beschadigd.
• Gebruik de camcorder op 6,8 V/7,2 V
gelijkstroom (accu) of 8,4 V gelijkstroom
(netspanningsadapter).
• Gebruik voor werking op gelijkstroom of
wisselstroom alleen de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing worden vermeld.
• Zorg ervoor dat de camcorder niet nat wordt,
bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de
camcorder nat wordt, kunnen er storingen
optreden. Soms kunnen deze storingen niet meer
worden hersteld.
• Als er een voorwerp of vloeistof in de behuizing
van de camcorder terechtkomt, moet u de
camcorder loskoppelen van het stopcontact en
de camcorder eerst door een Sony-handelaar
laten nakijken voordat u de camcorder weer
gebruikt.
• Vermijd ruwe behandeling, demontage,
aanpassing en schokken door op het toestel te
kloppen, het te laten vallen of erop te trappen.
Wees vooral voorzichtig met de lens.
• Zorg ervoor dat de POWER-schakelaar op OFF
(CHG) staat zolang u de camcorder niet
gebruikt.
• Wikkel de camcorder tijdens gebruik nooit in
textiel, zoals een handdoek. De binnenkant van
de camcorder kan hierdoor ernstig oververhit
raken.
• Als u het netsnoer loskoppelt, moet u aan de
stekker en niet aan het snoer trekken.
• Beschadig het netsnoer niet door er een zwaar
voorwerp op te plaatsen.
• Houd de metalen contactpunten goed schoon.
• Als er elektrolytische vloeistof uit de accu is
gelekt,
– neemt u contact op met een plaatselijke, door
Sony erkende onderhoudsdienst.
De camcorder gebruiken
Wordt vervolgd ,