Bauknecht GTE 275 Turbo A2+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
NL
SCHEMA VAN HET APPARAAT (Fig. 1)
A. Handgreep.
B. Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
C. Afdichting.
D. Scheider (indien aanwezig).
E. Dop afvoerkanaal voor dooiwater.
F. Bedieningspaneel.
G. Ventilatierooster van de motor aan de zijkant.
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL (Fig. 2)
1. Rood lampje: als dit knippert, geeft dit een alarmsituatie
aan (zie paragraaf “GIDS HET OPLOSSEN VAN STORINGEN”).
2. Geel lampje: als dit brandt, geeft het aan dat de functie
Turbo freeze ingeschakeld is (zie paragraaf “FUNCTIE TURBO
FREEZE”)
3. Groene lampjes: geven aan dat het apparaat in werking
is, de ingestelde temperatuur en de eventuele inschakeling
van de functie snel invriezen (“Shopping”).
4. Instellingstoets: voor het aanpassen van de ingestelde
temperatuur, voor de in-/uitschakeling van de functie
snelvriezen (“Shopping”) en voor de in-/uitschakeling van
de functie “Turbo freeze”.
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Het door u aangeschafte apparaat is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik en tevens:
- voor gebruik in keukens van werkplaatsen, winkels en/of
kantoren
- in landbouwbedrijven
- in hotels, motels, appartementen en bed & breakfasts voor
gebruik door individuele klanten.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het
conserveren van diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Dit apparaat moet volgens wettelijke voorschriften
geaard worden. De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen,
dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt is
door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting
niet vervormd is. Uw leverancier dient in geval van schade
binnen 24 uur op de hoogte te worden gesteld.
2. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in werking
te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting
door een gekwaliceerd technicus worden verricht
overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het apparaat voordat u het
gebruikt.
Controleer voordat u het apparaat op het elektriciteitsnet
aansluit, of de spanning overeenkomt met de gegevens
op het serienummerplaatje op de achterkant van het
apparaat.
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de
elektrische aansluiting.
INSTALLATIE
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en het
apparaat. (Fig. 3)
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (E).
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand
en 7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten. (Fig. 4)
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
INGEBRUIKNEMING VAN HET APPARAAT
Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet.
Het groene lampje (“Normal”) gaat branden.
Het rode lampje (1) knippert, omdat de temperatuur
binnenin het apparaat nog niet voldoende koud is om er
levensmiddelen in te plaatsen. Dit lampje gaat normaal
gesproken binnen zes uur na het inschakelen van het
apparaat uit.
Leg de levensmiddelen alleen in het apparaat als het rode
lampje gedoofd is.
Opmerking: de afdichting sluit de vriezer hermetisch af, dus
u kunt de deur van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting
weer openen. U moet enkele minuten wachten voordat u de
deur van het apparaat weer opent.
REGELING VAN DE TEMPERATUUR
Stel de gewenste temperatuur in met toets (4).
Ga, om de temperatuur van het apparaat in te stellen, als volgt
te werk:
Druk meerdere malen op toets (4). Bij elke druk op de
toets wordt de ingestelde temperatuur op cyclische wijze
bijgewerkt tussen de waarden “Optimum”, “Normal”, “Max”
en “Shopping”.
Kies “Max” als u een lagere conserveringstemperatuur
wenst.
In het geval van een gedeeltelijke lading, adviseren
wij u “Optimum” te kiezen om het energieverbruik te
optimaliseren.
De groene lampjes (3) geven de gekozen instelling aan
volgens het volgende schema:
Optimum: minder koude
temperatuur (linker lampje brandt).
Normal.: gemiddelde temperatuur
(rechter lampje brandt).
Max.: extra lage temperatuur
(beide lampjes branden).
Shopping: Snelvriezen
(beide lampjes branden). Zie
paragraaf “Invriezen van verse
levensmiddelen”.
Opmerking: Als de stroom uitvalt,
blijven de instellingen (behalve die van de functie “Turbo
Freeze”) hoe dan ook in het geheugen. De tijd die nodig is
om de ingestelde temperatuur ook werkelijk in de vriezer te
bereiken, kan variëren naar gelang de klimaatomstandigheden
en de gekozen instelling.
FUNCTIE TURBO FREEZE
Met de functie Turbo Freeze kan de invriestijd van
levensmiddelen die in de bijgeleverd korf gelegd zijn met 50%
verkort worden.
Om deze functie te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1) Zet de bijgeleverde korf aan de rechterkant van de sticker
die is weergegeven in de afbeelding.
2) De korf is voorzien van een scheidingswand, waardoor
er 2 zones ontstaan. De kleinste zone van de korf (die
onder de ventilator geplaatst moet worden), moet leeg
gelaten worden, om de correcte werking van de ventilator
mogelijk te maken. Leg de in te vriezen levensmiddelen
in de grootste zone van de korf (die in de richting van de
voorkant van het apparaat gezet moet worden).
3) Sluit de deur van het apparaat.
4) Schakel de functie Turbo Freeze in door op het
bedieningspaneel de toets (4) gedurende ongeveer
3seconden ingedrukt te houden. Het gele lampje (2) gaat
branden. Als het gele lampje (2) brandt, dan betekent
dit dat de functie ingeschakeld is. De functie wordt
automatisch uitgeschakeld nadat de tijd die nodig is om
de levensmiddelen correct in te vriezen verstreken is
(ongeveer 6 uur).
Als het lampje Turbo Freeze uit gaat, is de functie niet langer
ingeschakeld en kunnen de levensmiddelen uit de korf
gehaald worden. Wanneer de functie wordt uitgeschakeld,
dooft het gele lampje (2) en wordt de eerder gekozen
temperatuursinstelling hersteld.
Let op:
- Wanneer de functie is ingeschakeld is het normaal dat het
apparaat iets meer lawaai maakt.
- Na het inschakelen van de functie kan deze handmatig
worden uitgeschakeld door opnieuw de toets (4) gedurende
ongeveer 3 seconden ingedrukt te houden.
Sticker die de
plaats voor de korf
aangeeft
Plaats waar de
korf gezet moet
worden
Ventilator Turbo Freeze
Kleine zone van de korf (bedoeld
voor onder de ventilator)
Interne scheidingswand
van de korf
Grote zone van de korf (bedoeld
voor het in te vriezen voedsel)
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Voorbereiding van verse levensmiddelen om in te vriezen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen in:
aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakking,
polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken die
geschikt zijn voor invriezen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede
kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoen, de structuur, de
consistentie, de kleur en de smaak te behouden.
Warme levensmiddelen altijd laten afkoelen voordat u ze in
het apparaat legt.
Invriezen van verse levensmiddelen
Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen de
verticale wanden van het apparaat:
A) - in te vriezen levensmiddelen,
B) - reeds ingevroren levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen de
al ingevroren levensmiddelen aan.
Voor beter en sneller invriezen raden wij u aan de
levensmiddelen in kleine pakjes te verdelen; dit is ook
nuttig op het moment van gebruik van het ingevroren
voedsel.
1. Schakel, minstens 24 uur voordat u verse levensmiddelen
invriest, de functie snelvriezen (“Shopping”) in, door
herhaaldelijk op de toets (4) te drukken tot beide groene
lampjes (3) gaan knipperen.
2. Leg het in te vriezen voedsel in het vriesvak en houd
de deur gedurende 24 uur gesloten. Na verloop van die
tijdsperiode kunnen de levensmiddelen als ingevroren
worden beschouwd.
De functie snelvriezen (“Shopping”) kan uitgeschakeld
worden door op toets (4) te drukken en een andere
temperatuursinstelling te kiezen.
Als u dit niet doet, wordt de functie na ongeveer 50 uur
automatisch uitgeschakeld, waarbij de laatst gekozen
instelling (die gedurende minstens 1 minuut ingeschakeld
is geweest) voordat de instelling “Shopping” werd gekozen,
wordt hersteld.
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Classicatie van de ingevroren levensmiddelen
Leg de ingevoren levensmiddelen in de vriezer en classiceer
ze; geadviseerd wordt om de datum van conservering op
de verpakking te schrijven, zodat u weet voor welke datum
u het product moet consumeren. De houdbaarheidsdatum
in maanden wordt in g. 6 voor iedere voedselcategorie
aangegeven.
Adviezen voor het bewaren van diepvriesproducten
Let bij het kopen van diepvriesproducten op de volgende
punten:
De verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in
beschadigde verpakkingen bedorven kan zijn. Als een pakje
bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het product niet
onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al
gedeeltelijk zijn ontdooid.
Diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en
in isolerende tassen worden vervoerd.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de
vriezer.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden
of tot een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De aanwijzingen op de verpakking voor het conserveren
van diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet
opnieuw in, tenzij het ontdooide levensmiddel gebruikt
wordt voor de bereiding van een gerecht dat gekookt
wordt. Nadat het ontdooide levensmiddel gekookt is, mag
het opnieuw worden ingevroren.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van de vriezer niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant van de
vriezer te plaatsen. Op deze manier kunt u de snelheid
waarmee de temperatuur stijgt beperken.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie de
voedingskabel niet beschadigt.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak, omdat het glas
kan breken.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, omdat deze zo koud zijn dat ze brandwonden
kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer de vriezer niet op plaatsen waar deze aan direct
zonlicht blootstaat of in de buurt van warmtebronnen;
hierdoor neemt het energieverbruik toe.
Plaats geen spuitbussen of houders die drijfgas of
brandbare stoen bevatten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht
ontvlambare stoen in de buurt van het product of andere
elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die
hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Installeer het product waterpas op een vloer die het
gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de
afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde
ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten
waarin de temperatuur binnen de volgende waarden
ligt, die gebaseerd zijn op de klimaatklasse die op het
typeplaatje staat aangegeven (Fig. 7). Het is mogelijk dat
het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange
tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere
temperatuur dan het genoemde bereik.
Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als
het voor korte tijd leeg is.
Let er bij het verplaatsen van het apparaat op dat de vloer
niet beschadigd wordt (bv. parket). Om het apparaat
makkelijker te kunnen verplaatsen, wordt geadviseerd om
het indien mogelijk eerst leeg te maken.
Opmerking: Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Gebruik geen andere mechanische systemen of middelen
om het ontdooiproces te versnellen dan door de fabrikant
zijn aanbevolen.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant
van het apparaat, behalve als dit aanbevolen is door de
fabrikant.
Het in het apparaat gebruikte lampje is speciek ontworpen
voor huishoudelijke apparaten en is niet geschikt voor het
verlichten van huishoudelijke ruimtes (Verordening (EG)
244/2009).
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden
door kinderen onder de 8 jaar en personen met
beperkte fysieke, sensorische of verstandelijke
vermogens, of zonder ervaring of kennis van het
apparaat, behalve als zij tijdens het gebruik instructies
ontvangen van of begeleid worden door een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Om het risico van opsluiting en verstikking te
vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan in
het apparaat te spelen of zich hierin te verstoppen.
De voedingskabel mag alleen door gekwaliceerd
personeel of door de Klantenservice worden gewijzigd
of vervangen.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen
worden afgekoppeld door de stekker uit het
stopcontact te trekken of via de tweepolige schakelaar
die voor het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet
in (indien bijgeleverd).
Open de deur van het apparaat zo weinig mogelijk.
Dit apparaat is uitgerust met “skin condenser”-
technologie: de condenseenheid is geïntegreerd
binnen de wanden van de vriezer. Hierdoor kunnen
de wanden aan de zij- en voorkant warm zijn als het
apparaat werkt. Dit verschijnsel is geheel normaal
en vermindert de mogelijke condensvorming in
moeilijke omgevingsomstandigheden (zie de paragraaf
“Storingen opsporen”).
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op de
wanden 5-6 mm dik is geworden.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Haal de levensmiddelen uit het apparaat en bewaar ze op
een koele plaats of in een isolerende tas.
Laat de deur van het apparaat openstaan.
Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig) (Fig. 8).
Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig) en plaats hem zoals aangegeven in g. 8.
Gebruik de scheider als opvangbank voor het dooiwater
(indien aanwezig) en leg deze binnenin het apparaat (D)
zoals in g. 8. Als er geen scheider aanwezig is, gebruik dan
een lage bak.
U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het ijs
op de wanden van het apparaat los te maken.
Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak
te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak
niet kunstmatig.
Droog de binnenkant van het apparaat zorgvuldig af.
Zet na aoop van het ontdooien de dop weer op zijn plaats.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs dat zich op de bovenste randen gevormd
heeft (zie Storingen opsporen).
Reinig na het ontdooien de binnenkant met een
vochtige spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien aanwezig).
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik
geen schuurpasta’s of schuursponsjes, vlekkenmiddelen
(bv. aceton, trichloorethyleen), of azijn om het product te
reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar te
reinigen en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (INDIEN AANWEZIG)
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de
aanwijzingen van de afbeelding en in de aangegeven
volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje
met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat
aan op het elektriciteitsnet.
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Het rode controlelampje knippert.
Is de stroom uitgevallen?
Heeft de ontdooiing plaatsgevonden?
Is de deur van het apparaat goed gesloten?
Is het apparaat in de buurt van een warmtebron
geplaatst?
Zijn het ventilatierooster en de condensator schoon?
2. Alle lampjes knipperen gelijktijdig.
Neem contact op met de Klantenservice.
3. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
Staat het apparaat perfect waterpas?
Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen
die trillingen kunnen veroorzaken?
Is de verpakking van de onderkant van het apparaat
verwijderd?
Opmerking: Een zacht geluid dat veroorzaakt wordt door de
circulatie van het koelgas, ook nadat de compressor is gestopt,
moet als absoluut normaal beschouwd worden.
4. De lampjes zijn uit en het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is het netsnoer intact?
5. De lampjes zijn uit en het apparaat werkt.
Neem contact op met de Klantenservice.
6. De compressor werkt voortdurend.
Zijn er warme levensmiddelen in het apparaat gezet?
Heeft de deur van het apparaat lange tijd open gestaan?
Is het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt
van een warmtebron gezet?
Is de functie “Shopping” ingeschakeld? (groene lampjes
(3) knipperen) en/of de functie Turbo Freeze (geel
lampje brandt)?
7. Te veel ijsvorming op de bovenste randen.
Zijn de doppen van de afvoer van het dooiwater goed
op hun plaats gezet?
Is de deur van het apparaat goed gesloten?
Is de afdichting van de deur van het apparaat
beschadigd of vervormd? (zie hoofdstuk “Installatie”)
Zijn de 4 afstandsstukken verwijderd? (zie hoofdstuk
“Installatie”)
8. Condensvorming op de buitenwanden van het
apparaat.
Condensvorming is normaal onder bepaalde
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid
hoger dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is
in vochtige en slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft
echter geen negatieve invloed op de prestaties van het
apparaat.
9. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
Dit is normaal.
MILIEUTIPS
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en
draagt het recyclingsymbool. Voor de verwerking moeten
de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen
enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden,
omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden
gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte
elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor
te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het
milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Het symbool
op het product of op de bijbehorende
documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het
worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de
deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke
voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een
speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet onbewaakt
achter, ook niet voor slechts een paar dagen, aangezien
het voor kinderen een bron van gevaar kan opleveren.
Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning
en recycling van dit product wordt u verzocht contact op
te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft
aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a(HFC)
of R600a (HC), zie serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een
natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te
controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd
zijn.
Dit product kan een geuorideerd broeikasgas bevatten
dat onder het Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een
hermetisch verzegeld systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal verwarmingsvermogen
(GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming
met de Verordening (EG) nr. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- veiligheidsvoorschriften van de “Laagspanningsrichtlijn”
2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn 2004/108/
EG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer
het op de juiste wijze op een eciënt werkende installatie is
aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak
is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan
opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op
het typeplaatje op de achterkant van het apparaat)
uw volledige adres en,
uw telefoonnummer.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5

Bauknecht GTE 275 Turbo A2+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor