Miller XMT 350 FIELDPRO de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Booglasstroombron
Met Auto-Line
OM-280973E/dut
201905
Processen
Beschrijving
Multiproces Lassen
Bestand: MULTIPROCES
Voor informatie over de
producten, vertalingen van de
Gebruikershandleiding
enzovoort, ga naar
www.MillerWelds.com
XMT 350 FieldPro
En ArcReach
CE
HANDLEIDING
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En als om de een of andere reden het
apparaat gerepareerd moet worden, helpt het ge-
deelte Probleemoplossing u om uit te vinden wat
het probleem is en kan dit worden opgelost met
behulp van ons uitgebreide servicenetwerk. Er
zijn ook een garantie en informatie over het on-
derhoud van uw specifieke model beschikbaar.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3..............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 5..................................................
1-5. Belangrijkste V
eiligheidsvoorschriften
5....................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 6................................................................
2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities 6...................................................
2-2. Diverse symbolen en definities 8.........................................................
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS 9..................................................
3-1. Kenmerken en voordelen 9..............................................................
3-2.
Boogregelingen
9......................................................................
3-3. Locatie van serienummer en label met technische gegevens 9................................
3-4.
Softwarelicentieovereenkomst
9..........................................................
3-5. Technische gegevens van het apparaat 9..................................................
3-6. Afmetingen en gewicht 10................................................................
3-7. Omstandigheden gebruik en opslag 10.....................................................
3-8. Inschakelduur en oververhitting 11.........................................................
3-9. Voltampère curven 12..................................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 13..............................................................
4-1. Een locatie selecteren 13.................................................................
4-2. Keuze van kabeldiameters* 14............................................................
4-3. Klemmen lasuitgangen 14................................................................
4-4. Informatie externe 14pens stekkerdoos 15.................................................
4-5. Extra beveiliging 15.....................................................................
4-6. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting 16....................................
4-7. Elektrische servicegids 17................................................................
4-8. De 3fasen voeding aansluiten 18.........................................................
HOOFDSTUK 5 BEDIENING 20................................................................
5-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 20....................................................
5-2. Instellingen van de functieschakelaar 21....................................................
5-3. ArcReachapparaat koppelen met de ArcReachstroombron 21................................
5-4. Een ArcReach Smart draadaanvoerunit opstarten in de LiftArc TIG keuzestand 21................
HOOFDSTUK 6 GTAWBEDIENING 22.........................................................
6-1. Typische aansluiting voor GTAWproces 22.................................................
6-2. Typische aansluiting voor ArcReach beklede elektrode/TIG afstandsbediening (GTAWproces) 23...
6-3. Lift-Arc TIGlaskeuzestand - GTAW Lift-Arc - Uitgang Aan 24..................................
6-4. Keuzestand TIGlassen - GTAW - Afstandsbediening AAN/UIT 25..............................
HOOFDSTUK 7 GMAW/FCAWLASSEN 26.....................................................
7-1. Standaard aansluiting van een draadaanvoerunit met spanningsregeling
voor het GMAW/FCAWproces 26.........................................................
7-2. Keuzestand MIGlassen - GMAW/FCAW - Afstandsbediening AAN/UIT 27.......................
7-3. Typische aansluiting voor draadaanvoerunit met spanningsdetectie in
GMAW/FCAW, FCAW-Sprocessen 28.....................................................
7-4. Keuzestanden lassen V-Sense draadaanvoerunit - GMAW/FCAW, FCAW-S Uitgang AAN 29........
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 8 SMAW/CAC-A WERKING 30....................................................
8-1. Meest gangbare aansluiting voor SMAW en CAC–Aproces 30.................................
8-2. Typische aansluiting voor ArcReach beklede elektrode/TIG afstandsbediening
(SMAW en CACAproces) 31............................................................
8-3. Keuzestand lassen beklede elektrode SMAW EXX18, SMAW EXX10,
CAC-A gutsen - Uitgang Aan 32...........................................................
8-4. Optionele lasfuncties met lage open spanning (OCV) 33.......................................
8-5. Functies bij verschillende configuraties 33...................................................
HOOFDSTUK 9 ONDERHOUD & PROBLEEMOPLOSSING 34....................................
9-1.
Routineonderhoud
34....................................................................
9-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 34............................................
9-3. Helpmeldingen 35......................................................................
9-4.
Probleemoplossing
36...................................................................
HOOFDSTUK 10 ELEKTRISCH SCHEMA 38....................................................
HOOFDSTUK 11 ONDERDELENLIJST 40.......................................................
HOOFDSTUK 12 KENNISGEVINGEN OPEN BRONLICENTIE 43..................................
GARANTIE
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street Appleton, WI 54914 VS verklaart dat het product
of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde richtlijn(en)
en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
XMT 350 FieldPro 230‐460V, CE, Dinse 907730001
Richtlijnen:
2014/35/EU Low voltage
2014/30/EU Electromagnetic compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Normen:
IEC 60974‐1:2012 Arc welding equipment ‐ Part 1: Welding power sources
IEC 60974‐10:2014 Arc welding equipment ‐ Part 10: Electromagnetic compatibility requirements
Ondertekenaar:
December 19, 2017
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba
Datum van verklaring
MANAGER, PRODUCTONTWERPNALEVING
281025A
EMV-GEGEVENSBLAD VOOR LASSTROOMBRON
Product-/apparaatidentificatie
Product
Serienummer
XMT 350 MPA 230-460 AUTO-LINE W/AUX PWR, (CE) 907366002
XMT 350 MPA 230-460 AUTO-LINE W/AUX PWR, TWECO, (CE) 907366004
XMT 350 CC/CV 230-460 AUTO-LINE W/AUX PWR, & (CE) 907161012
INVISION 352 MPA 230-460 AUTO-LINE W/AUX PWR, & (CE) 907431002
ALUMAPOWER 350 MPA 230-460 AUTO-LINE W/AUX PWR, (CE) 907420003
XMT 350 FIELDPRO 230-460V, (CE), DINSE 907730001
XMT 350 FIELDPRO 230-460V, POLARITY REVERSING, CE,
DINSE
907731001
Overzicht nalevingsinformatie
Toepasbare richtlijn Richtlijn 2014/35/EU
Referentielimieten Richtlijn 2013/35/EU, aanbeveling 1999/519/EG
Toepasselijke normen IEC 62822-1:2016, IEC 62822-2:2016
Bedoeld gebruik voor bedrijfsmatig gebruik voor gebruik door leken
Voor werkplekbeoordeling moet rekening worden gehouden met niet-thermische effecten JA NEE
Voor werkplekbeoordeling moet rekening worden gehouden met thermische effecten JA NEE
Gegevens zijn gebaseerd op maximaal voedingsvermogen (geldig tenzij firmware/hardware wordt gewijzigd)
Gegevens zijn gebaseerd op slechtste-gevalinstelling/-programma (alleen geldig tot instelopties/lasprogramma
s
worden gewijzigd)
Gegevens zijn gebaseerd op meerdere instellingen/-programma's (alleen geldig tot instelopties/lasprogramma
s
worden gewijzigd)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de blootstellingsgrenswaarden (ELV's) JA NEE
voor gezondheidseffecten bij standaardconfiguraties (indien NEE gelden specifieke
vereiste minimale afstanden)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de blootstellingsgrenswaarden (ELV's) n.v.t. JA NEE
voor sensorische effecten bij standaardconfiguraties (indien van toepassing en bij NEE zijn
specifieke maatregelen nodig)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de n.v.t. JA NEE
actieniveaus (AL's) bij standaardconfiguraties (indien van toepassing en bij NEE zijn
specifieke waarschuwingsborden nodig)
EMV-gegevens voor niet-thermische effecten
Blootstellingsindices (EI's) en afstanden tot lasstroomkring (voor de diverse gebruiksmodi, voor zover van toepassing)
Hoofd
Romp
Ledematen
(handen)
Ledematen
(dijen)
Sensorische
effecten
Gezondheids
effecten
Genormeerde afstand 10 cm 10 cm 10 cm 3 cm 3 cm
ELV EI op genormeerde afstand 0,16 0,12 0,19 0,11 0,24
Vereiste minimumafstand
1 cm 1 cm 1 cm 1 cm 1 cm
Afstand waarop alle beroepsmatige ELV-blootstellingsindices vallen onder 0,20 (20%) 9 cm
Afstand waarop alle ELV-blootstellingsindices voor het algemene publiek vallen onder 1,00 (100 %) 185 cm
Getest door:
.Tony Samimi Datum van test: 2016‐03‐03
275641‐C
OM-280973 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
som_201801_dut
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen mogen deze apparatuur installe-
ren, bedienen, onderhouden en repareren. Een bevoegde
persoon is degene die, door middel van een erkend diploma,
certificaaat of beroepsbekwaamheid, of die door middel van
uitgebreide kennis, training en ervaring, met succes zijn/haar
vaardigheden
heeft aangetoond om problemen op te lossen
met betrekking tot het onderwerp, het werk of het project en
veiligheidstraining
heeft ontvangen om de bijbehorende
gevaren te herkennen en vermijden.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte
en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
Gebruik geen AClasuitgangsvermogen in een vochtige, natte of
beperkte omgeving of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen.
Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening
als die op het apparaat aanwezig is.
Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding
bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening
als die op het apparaat aanwezig is.
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de V
eiligheidsvoorschriften)
Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig
op beschadigingen of blootliggende bedrading en
vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootlig-
gende bedrading kan dodelijk zijn.
Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
Draag de kabels niet op uw lichaam.
Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
OM-280973 Pagina 2
Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
Zet de eenheid uit, haal de stekker uit het stopcontact en ontlaad
de primaire voedingscondensatoren overeenkomstig de aan-
wijzingen in de handleiding, voordat u enig onderdeel aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
Ventileer de werkruimte goed en/of zorg dat de las en snijddamp
en gassen worden afgezogen met behulp van actieve ventilatie
bij de boog. De aanbevolen manier om te bepalen of er voldoende
ventilatie is, is monsters te nemen van de dampen en gassen
waaraan het personeel wordt blootgesteld en deze te analyseren
op samenstelling en hoeveelheid.
Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende
gassen vormen
Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de V
eiligheidsvoorschriften).
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde
zijde.
Velgen of wielen mogen niet worden gesneden of gelast. Bij verhit-
ting kunnen banden exploderen. Gerepareerde velgen en wielen
kunnen defect raken. Zie OSHA 29 CFR 1910.177 in V
eiligheids
-
standaarden.
Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
OM-280973 Pagina 3
Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd
medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen, verplaatsen en
vervoeren.
Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
Gebruik de juiste procedures en hijsapparatuur met voldoende
capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.
Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur
de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
OM-280973 Pagina 4
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten
of onderdelen aanraakt.
Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening
heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
LEES DE INSTRUCTIES.
Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke
en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk
met het gebruik van de apparatuur.
Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde
apparatuur zoals robots.
Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
OM-280973 Pagina 5
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
WAARSCHUWING: Dit product kan u blootstellen aan chemi-
sche stoffen, zoals lood. Deze stof kan volgens de staat
Californië
kanker en geboorteafwijkingen en andere repro-
ductieve schade veroorzaken.
Kijk voor meer informatie op www.P65W
arnings.ca.gov
.
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www
.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www
.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering
Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www
.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02169 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS
(phone: 800-463-6727, website: www.csagroup.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02169 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910.177 Subpart
N, Part 1910 Subpart Q, and Part 1926, Subpart J, from U.S. Govern-
ment Printing Office, Superintendent of Documents, P.O. Box 371954,
Pittsburgh, PA 15250-7954 (phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OS-
HA Regional Offices—phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220,
website: www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30329-4027 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen
invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor per-
sonen die medische implantaten hebben moeten beschermende
maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk
bijvoorbeeld
de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
beoordelingen
uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
procedures naleven om zo blootstelling aan elektromagneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden
of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-280973 Pagina 6
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities
Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 201205
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 201704
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
Safe2 201704
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe3 201704
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 201704
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe6 201704
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren.
Safe8 201205
Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren.
Safe10 201205
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 201205
OM-280973 Pagina 7
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat
er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe14 201205
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 201704
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 201704
Rondvliegende
stukken van onderdelen kunnen letsel veroorzaken. Draag altijd een gezichtsscherm
als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe27 201205
Draag altijd lange mouwen en knoop uw kraag dicht, als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe28 201205
Nadat u de nodige voorzorgsmaatregelen hebt genomen, kunt u het apparaat aansluiten op de stroomvoorziening.
Safe29 201205
Het apparaat niet aan één handgreep optillen of ondersteunen.
Safe31 201704
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren
en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met
de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 201205
Zorg dat u geoefend raakt en lees de aanwijzingen,
voordat u aan de machine gaat werken of gaat lassen.
Safe40 201205
>60s
V
V
V
Op de ingangscondensatoren blijft gevaarlijke elektrische spanning
aanwezig, ook nadat de elektrische voeding is uitgeschakeld.
Raak geen geladen condensatoren aan. Wacht na het uitschakelen
van de voeding eerst 60 seconden voordat u aan het apparaat gaat
werken. Of controleer eerst de spanning over de condensatoren,
zodat u zeker weet dat die vrijwel 0 is, voordat u iets aanraakt.
Safe42 201205
=
<
60°
Til het apparaat altijd aan beide handgrepen op en ondersteun het.
Houd de hoek van het heftoestel altijd kleiner dan 60 graden.
Gebruik een geschikte wagen om het apparaat te verplaatsen.
Safe44 201205
OM-280973 Pagina 8
2-2. Diverse symbolen en definities
A
Stroomsterkte
V
Spanning
Aan
Uit
Afstandsbediening
V
V
oedingsspanning
Netaansluiting
Airarc gutsen
(CACA)
Airstriking
middels aanraken
(LiftArc)
USB
Driefasen
Negatief
Enkelfase
Positief
MIG/MAG lassen
Booglassen met
gevulde draad
(FCAW)
Beklede
elektrodelassen
(SMAW)
Boogregelings
knop
Automatische
zekering
%
Percent
Uitgang
Variabele
inductantie
Boogsterkte (DIG)
Lassen met
gevulde draad -
Zelfbeschermend
(FCAW-S)
Wolfraam
edelgas (TIG)
lassen
Gasinvoer
Gasuitvoer
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 9
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS
3-1. Kenmerken en voordelen
LVC Line Voltage Compensation (netspanningscompensatie) is een circuit waarbij de stroombronuitgang
constant blijft ongeacht de schommelingen van de ingangsstroom.
Windtunneltechnologie circuleert lucht over componenten die koeling vereisen, en niet over het elektronisch circuit,
waardoor de verontreinigingen verminderen en de betrouwbaarheid verhoogd wordt in kwetsbare lasomgevingen.
Fan-On-Demand koelingssysteem werkt alleen als dit nodig is en vermindert het geluid, het energieverbruik en
de hoeveelheid verontreinigingen die door de machine heen worden getrokken.
Bescherming van thermische overbelasting schakelt automatisch het apparaat uit, alleen als dit nodig is om
schade te voorkomen aan de interne componenten als de inschakelduur wordt overschreden of er een beperkte
luchtstroom en koeling is (zie hoofdstuk 3-8).
Auto Remote Sense wordt ingeschakeld om het apparaat automatisch de aangesloten afstandsbediening te laten
detecteren. De werking van de afstandsbediening hangt af van de keuzestand van de schakelaarinstelling (zie
hoofdstuk 5-2).
Lift-Arc TIG starten biedt een las zonder verontreiniging en zonder het gebruik van hoge frequentie in de Lift-Arc
TIGlasmodus (zie hoofdstuk 6-3).
ArcReach) Afstandsbediening maakt de afstandsbediening mogelijk van verschillende functies van de
stroombron door een met ArcReach compatibele draadaanvoerunit of afstandsbedieningsapparaat zonder een
besturingskabel te gebruiken (zie hoofdstuk 5-3). De bediening van het ArcReach kenmerk hangt af van de
keuzestand van de schakelaarinstelling (zie het hoofdstuk voor het te gebruiken proces).
AutoLine Het circuit past zich automatisch aan de primaire spanning aan (230 tot 460 VAC) zonder de
stroombron opnieuw te hoeven koppelen.
Low OCV operation (Lage OCVbediening) Dit apparaat kan worden geconfigureerd voor een lage open spanning
(OCV) (zie hoofdstuk 8-4).
Cable Length Compensation (Kabellengtecompensatie) compenseert de spanningsdaling in de laskabels door
de spanning automatisch in te stellen bij de stroombron terwijl er een compatibele draadaanvoerunit wordt gebruikt.
De bediener hoeft alleen de gewenste lasspanning van de draadaanvoerunit vooraf in te stellen zonder de
laskabellengte handmatig te compenseren.
3-2. Boogregelingen
Arc Control in Stick Mode (boogregeling in de keuzestand beklede elektrode) biedt de boogkarakteristieken,
zacht versus stijf, die kunnen worden gewijzigd voor de specifieke applicaties en elektrodes in de keuzestand voor
het lassen met beklede elektrode (zie hoofdstuk 8-3).
Arc Control in Wire Mode (boogregeling in draadkeuzestand) beïnvloedt de stijfheid van de boog, de rupsbreedte
en het aspect, de fluïditeit van het bad in de laskeuzestanden MIG en Vsense draadaanvoerunit (zie hoofdstukken
7-2 en 7-4).
Programmeerbare Hot Start tijd biedt het starten van de stroomsterktetijd die moet worden gewijzigd voor de
laskeuzestanden met beklede elektrode. Dit helpt te voorkomen dat de elektrode tijdens het initiëren van een boog
blijft plakken. (zie hoofdstuk 8-3).
3-3. Locatie van serienummer en label met technische gegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens staan voor dit product op het achterpaneel. Gebruik het label met technische gegevens om de vereisten
voor de voeding en /of de nominale uitgangsbelasting te bepalen. Noteer het serienummer in de ruimte op de achterkaft van deze handleiding voor
later gebruik.
3-4. Softwarelicentieovereenkomst
De licentieovereenkomst van de eindgebruiker samen met de kennisgevingen en voorwaarden die tot de software van derden behoren, kunt u vinden
op https://www
.millerwelds.com/eula
, en zijn als verwijzing hierin opgenomen.
3-5. Technische gegevens van het apparaat
Gebruik niet de informatie in de tabel met de technische gegevens van het apparaat om vereisten ten aanzien van de elektra te bepalen. Zie de
Hoofdstukken 4-7 en 4-8 voor informatie over het aansluiten van ingangsstroom.
Deze apparatuur genereert nominale uitgangsbelasting bij een omgevingstemperatuur van maximaal 1045F ( 405C).
In-
gangs
ver-
mogen
Nominale
uitgang
Spannin
gsbereik
in CV
keuzes
tand
Bereik
stroomsterkte in
CCkeuzestand
(constante
stroom)
Max.
open
spanning
RMSingangsstroom bij nominale
uitgangsbelasting, 60 Hz 3-fase bij
NEMAlastspanning en klasse I nominale
waarde
kVA kW
230 V 400 V 460 V
3fase 350 A bij 34 V
DC, 60%
inschakelduur
1038 V 5425 A 75 VDC 36,1 20,6 17,8 14,2 13,6
*Zie hoofdstuk 3-8 voor nominale inschakelduur.
OM-280973 Pagina 10
3-6. Afmetingen en gewicht
Gatmaten
610 mm.
(24 in)
432 mm.
(17 in)
318 mm.
(12-1/2 in)
278579-A
A
B
C
D
E
F
G
H
278673-B
A 327 mm (12-7/8 in.)
B 119 mm (4-11/16 in.)
C 400 mm (15-3/4 in.)
D 561 mm (22-3/32 in.)
E 221 mm (8-11/16 in.)
F 39 mm (1-17/32 in.)
G 42 mm (1-11/16 in.)
H 1/4-20 UNC -2Bdraad
Gewicht
41,7 kg (92 lb)
3-7. Omstandigheden gebruik en opslag
A. IP-graad
IP-graad
IP23
Deze apparatuur is ontworpen voor buitengebruik.
IP23 201702
B. Temperatuurspecificaties
Bereik bedrijfstemperatuur* Opslag/Transport temperatuurbereik
10 tot 40°C (14 tot 104°F )
*Het resultaat wordt minder bij een temperatuur van hoger dan 40°C
(104°F).
20 tot 55°C (4 tot 131°F )
Temp_2016- 07
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 11
6 minuten lassen 4 minuten rust
3-8. Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur is het percentage van 10 minuten dat
het apparaat kan lassen met nominale belasting zonder
oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt, stopt de uitgang, en
wordt er een Helpbericht getoond, waarbij de
koelventilator in werking treedt. Wacht vijftien minuten
om het apparaat te laten afkoelen. Verminder vóór het
lassen de stroomsterkte of spanning, of de
inschakelduur.
LET OP Door de overschrijding van de inschakelduur
kan het apparaat beschadigen en daarmee komt de
garantie te vervallen.
60% inschakelduur
Oververhitting
0
15
A of V
OF
verminder de
inschakelduur
Minuten
Ref. 219523-A
% INSCHAKELDUUR
DRIEFASENVOEDING
LASSTROOMSTERKTE
10
15
20
25
30 40 50 60 70
80 90 100
100
150
200
250
300
350
400
425
500
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 12
3-9. Voltampère curven
217836-A / 217837-B
De voltampère curven tonen de
minimale en maximale spanning en
stroomsterkteuitgangen van de
lasstroombron. De curven van
andere instellingen vallen tussen
de getoonde curven.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 100 200 300 400 500
50%
75%
100 %
25%
0%
STROOMSTERKTE
VOLT
A. CC keuzestand (constante stroommodus)
GTAW
MAX
SMAW
MAX
SMAW
80A
BOOGREGELING
KNOP
GTAW
MN
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 100 200 300 400 500
VOLT
B. CV keuzestand (constante spanningsmodus)
STROOMSTERKTE
MAX
MIN
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 13
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
! Mogelijk is een speciale installatie nodig,
wanneer er benzine of vluchtige
vloeistoffen aanwezig zijn zie het
Amerikaanse NEC artikel 511 (National
Electrical Code) of het Canadese CEC
hoofdstuk 20 (Canadian Electrical Code)
en equivalente Europese voorschriften.
1 Hefvorken
Steek de vorken zo ver in, dat ze aan de andere
kant onder het apparaat uitsteken.
2
Handgrepen
Gebruik de handgrepen om het apparaat op te
tillen.
3 Handwagen
Gebruik een wagen of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te verplaatsen.
4 Werkschakelaar
Plaats het apparaat in de buurt van een geschikte
voeding.
4-1. Een locatie selecteren
4
460 mm
(18 in.)
460 mm
(18 in.)
OF
1
Verplaatsing
Locatie en luchtstroom
2
3
2
! Verplaats of bedien het apparaat
niet waar het kan kantelen.
loc_med 2015-04
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 14
4-2. Keuze van kabeldiameters*
LET OP De totale kabellengte in het lascircuit (zie onderstaande tabel) is de gecombineerde lengte van beide laskabels. Als bijvoorbeeld de
stroombron is opgesteld op 30 meter van het werkstuk, dan is de totale kabellengte 60 meter (2 x 30 m). Gebruik dan die 60 meter voor het bepalen
van de kabelafmetingen.
Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring niet groter dan***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Lasstroom
10 60 %
inschakeld
-
uur
mm
2
60 100 %
inschakeld
-
uur
mm
2
10 100 % inschakelduur
mm
2
100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)
150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)
200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 4/0 (120)
250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x2/0 (2x70)
300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95) 2x3/0 (2x95)
350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95) 2x3/0 (2x95) 2x4/0 (2x120)
400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95) 2x4/0 (2x120) 2x4/0 (2x120)
500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95) 2x4/0 (2x120) 3x3/0 (3x95) 3x3/0 (3x95)
600 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95) 2x4/0 (2x120) 3x3/0 (3x95) 3x4/0 (3x120) 3x4/0 (3x120)
* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel
die één maat dikker is.
**De laskabeldraaddiameter (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 mils/A.
***Raadpleeg voor afstanden groter dan degene in deze handleiding het Informatieblad van de AWS nr. 39, Welding Cables, beschikbaar bij
American Welding Society at http://www.aws.org.
Ref. S-0007-M 201708
4-3. Klemmen lasuitgangen
! Schakel de elektrische voeding uit
vóór aansluiting op de klemmen
van de lasuitgangen.
! Gebruik geen versleten, bescha-
digde, te dunne of herstelde ka-
bels.
1 Positieve (+) klem lasuitgang
2 Negatieve () klem lasuitgang
Zie voor aansluitingen van de klem-
men van de lasuitgangen hoofdstuk
6-1 tot en met 8-1 voor typische
aansluitprocessen.
Ref. 278649-B / output term1 201502
2
1
OM-280973 Pagina 15
4-4. Informatie externe 14pens stekkerdoos
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
Stekker-
bus*
Gegevens van de stekkerbus
24 volt AC
A 24 volt AC. Beschermd door aanvullende
beschermer CB2.
B Contactsluiting met A vult het regelingscircuit van
24 volt AC aan.
AFSTANDS
BEDIENING
UITGANG
C Uitgang naar afstandsbediening; 0 naar +10 volt
DC, +10 volt DC in MIGmodus.
D Gemeenschappelijke nul van de
afstandsbediening.
E Commandosignaal van afstandsbediening voor 0
tot +10 volt DCingang
M CC/CV keuze
A/V
STROOMSTERK
TE SPANNING
F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC per 100
ampère.
H Spanningsterugkoppeling; +1 V DC per 10 V
uitgangsspanning.
GND (Aarde)
G Massa van 24V ACcircuiten.
K Gemeenschappelijke nul chassis.
*De overige stekkerbussen worden niet gebruikt.
278673-B
1 Extra beveiliging CB2
CB2 beveiligt de 24 volt AC van
de 14pens stekkerdoos tegen
overbelasting.
Druk op de knop om de beschermer
te resetten.
4-5. Extra beveiliging
1
OM-280973 Pagina 16
4-6. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting
Ref. 278665-B / Ref. 278673-B
Bevestig de gasfles met een ketting
aan het wielonderstel, de wand of
een andere vaste ondersteuning,
zodat de cilinder niet kan vallen en
de kraan kan afbreken.
1 Cilinder
2
Drukregelaar/gasstromingsme
ter
Installeer deze zodanig dat de
voorzijde verticaal zit.
3 Aansluiting gasslang
Slangaansluiting
heeft 5/818
rechtse schroefdraad. Zorg voor
een gasslang en installeer deze.
4 Gas In aansluiting
5 Gas Uit aansluitng
De gas In en Gas Uit aansluitingen
hebben 5/818 rechtse
schroefdraad. Zorg voor de
geschikte maat, type en lengte van
de slang en voer de volgende
aansluitingen
uit:
Sluit de slang vanaf de
gasdrukregelaar/stromingsmeter
van de beschermgastoevoer aan
op de “gasin”fitting.
Sluit de slangkoppeling aan op de
toorts. Verbind één uiteinde van
de gasslang met de
slangkoppeling. Verbind het
andere uiteinde van de gasslang
met de Gas Uit aansluiting.
Bediening
De gasklep regelt de gasstroom
tijdens het TIGproces als volgt:
Afstandsbediening TIG
De gasstroom start met de externe
contactor aan.
De gasstroom stopt aan het einde
van de gasnastroom als er
lasstroom werd gedetecteerd, of
met de externe contactor uit als er
geen lasstroom werd
gedetecteerd.
LiftArc TIG
De gasstroom start als het
wolfraam het werkstuk raakt
(aanraakgevoelig).
De gasstroom stopt aan het einde
van de gasnastroom.
De nastroomtijd is standaard
ingesteld op 5 seconden per 100
amp lasstroom. De minimale
nastroomtijd
is 5 seconden. De
maximale nastroomtijd is 20
seconden (nagasinstellingen
kunnen niet door de eindgebruiker
worden aangepast).
4
3
1
2
GAS IN
GAS UIT
5
OM-280973 Pagina 17
4-7. Elektrische servicegids
Elec Serv 2017-01
LET OP ONJUISTE NETVOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. Deze lasstroombron vereist een CONSTANTE voeding met nominale
frequentie
(+10%) en nominale spanning (+10%). De spanning tussen fase en nul mag niet meer bedragen dan +10% van de nominale
ingangsspanning.
Gebruik voor de voeding van deze lasstroombron geen generator met een automatische stationairvoorziening (die de motor
stationair laat draaien bij onbelaste generator).
LET OP De werkelijke voedingsspanning (ingangs spanning) mag niet lager of hoger zijn dan 10% t.o.v. de spanning zoals aangegeven in de tabel.
Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is, kan er mogelijk geen uitgangsspanning zijn.
Het niet opvolgen van deze elektrische adviezen kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen gelden voor een
specifiek circuit ontworpen voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In specifieke circuits staat het Amerikaanse voorschrift de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen
en geleiders te gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd.
Zie de NECartikelen 210.21, 630.11 en 630.12.
60 Hz Three Phase
Voedingsspanning (V) 230 400 460
Maximale nominale voedingsstroom I
1max
(A) 46.5 26.3 22.6
Maximale effectieve voedingsstroom I
1eff
(A) 28.2 16 13.7
Max. aanbevolen standaard zekering in ampères
1
Trage zekeringen
2
40 25 20
Normale zekeringen
3
50 30 25
Min. afmeting voedingsdraden in AWG
4
10 (5.3) 12 (4) 14 (2.5)
Max. aanbevolen lengte fasedraad in voet (meter) 96 (29) 175 (53) 150 (46)
Min. afmeting aarddraad in AWG
4
10 (5.3) 12 (4) 14 (2.5)
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2017 (met inbegrip van artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een
tijd/stroomkromme
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De trage zekeringen zijn van klasse UL RK5. Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL K5 (t/m 60 A), en UL H (65 A en meer).
4 De geleidergegevens in dit hoofdstuk hebben betrekking op het geleiderformaat (exclusief flexibel snoer of kabel) tussen de zekeringkast en de
apparatuur
conform NECtabel 310.15(B)(16). Ze zijn gebaseerd op de toegestane maximale stroomsterkte van geïsoleerde koperen geleiders met
een temperatuurkwalificatie van 75°C (167°F) met niet meer dan drie enkele stroomdragende geleiders in een doorstroomsysteem. Als er een snoer
of kabel wordt gebruikt, kan het minimale geleiderformaat groter zijn. Raadpleeg NECtabel 400.5(A) voor de vereisten bij een flexibel snoer of kabel.
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 18
4-8. De 3fasen voeding aansluiten
ingang2 201205 Ref. 803766-C / 278673-B
= GND/PE aarde
L1
2
1
L2 (V)
L3
3
3
4
5
6
7
Benodigd gereedschap:
OM-280973 Pagina 19
voeding2 2012–05
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften alleen daartoe
bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Ontkoppel en vergrendel de
stroomvoorziening voordat u de
ingangsgeleiders
van de stroombron
aansluit. Volg de bestaande
procedures ten aanzien van het
plaatsen en verwijderen van
lockout/tagoutmaatregelen.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele draad aan op een
massaklem en nooit op een
faseaansluitklem.
LET OP De Auto-Linestroomkring in dit
apparaat stelt de stroombron automatisch in
op de primaire spanning die wordt toegepast.
Controleer de voedingsspanning die op de
werkplek beschikbaar is. Dit apparaat kan
worden aangesloten op elke ingangsstroom
tussen 208 en 575 VAC zonder de kap te
hoeven verwijderen om de stroombron
opnieuw te koppelen.
Kijk voor de voedingsspanning op het label
met technische gegevens van het apparaat
en controleer de voedingsspanning die op de
werkplek beschikbaar is.
Voor driefasen
1V
oedingskabel.
2 Werkschakelaar (schakelaar getoond in
de UITstand)
3 Groene of groengele aardedraad
4 Verbreek de verbinding van de
aardeklem en het apparaat
5 Ingaande fasedraden (L1, L2 en L3)
6 Verbreek de verbinding van de
netaansluitklemmen van het apparaat
Sluit eerst de groene of groengele aardedraad
aan op de aardeklem van de werkschakelaar.
Sluit de drie ingangsgeleiders L1, L2 en L3
aan op de netaansluitklemmen van de
werkschakelaar.
7 Maximale stroombeveiliging
Selecteer het type en formaat van de
maximale stroombeveiliging aan de hand van
Hoofdstuk 4-7 (afgebeeld: gezekerde
werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de deur op de
werkschakelaar. Volg de gangbare
procedures voor wat betreft de
vergrendeling/uitschakeling
bij het in gebruik
nemen van de unit.
4-8. Aansluiten op driefasenvoeding (vervolg)
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 20
HOOFDSTUK 5 BEDIENING
5-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel
Ref. 278547-B / Ref. 278649-B
34
13
De hoofdstukken over de
lasprocesbediening
beschrijven de
functionaliteit
van de geïdentificeerde
items (zie hoofdstukken 6-3 tot en met
8-3).
1 Externe 14pens stekkerdoos
2 Indicatielampje voor afstandsbediening
in gebruik
3 Linkerscherm
4 Rechterscherm
De meters geven de werkelijke
lasuitgangswaarden
aan nadat de boog
is gestart. Deze blijven nog circa drie
seconden getoond nadat de boog is
gedoofd.
5 Regelknop
6 Voltindicator
7 Indicator boogregeling voor
draadkeuzestanden
8 Ampèreindicator
9 Indicator boogregeling voor beklede
elektrode keuzestanden
10 Indicator boogregeling stijf
11 Indicator boogregeling zacht
12
Boogregelingsknop
13 Functieschakelaar
14 Klem lasuitgang (+)
15 Optionele gasklepuitsparing
16 Klem lasuitgang ()
17 Aanuitschakelaar
14
15
16
98
7
6
11
10
12
2
1
5
17
OM-280973 Pagina 21
5-2. Instellingen van de functieschakelaar
Schakelaar stand
Proces
Uitgangsregeling
Paneelregeling
Extern 14
instellen
ArcReach
instellen
DRAAD Gas
GMAW
FCAW
14polige stekker-
aansluiting voor
afstandsbediening
Volt Volt
DRAAD Gas (1)
GMAW
FCAW
Elektrode Hot Volt Volt Volt
DRAAD - Geen gas
(1)
FCAW-S Elektrode Hot Volt Volt Volt
BEKLEDE
ELEKTRODE
EXX18 (1)
Beklede elektrode Elektrode Hot Amp
% Paneel
stroomsterkte*
Amp
BEKLEDE
ELEKTRODE
EXX10 (1)
SMAW Elektrode Hot Amp
% Paneel
stroomsterkte*
Amp
GUTSEN (1) CAC-A Elektrode Hot Amp
% Paneel
stroomsterkte*
Amp
Lift-Arc TIG (1) GTAW Elektrode Hot Amp % Amp paneel Amp
TIG GTAW
14polige stekker-
aansluiting voor
afstandsbediening
Amp % Amp paneel
(1) Een ArcReachapparaat zal elke besturing aangesloten op een externe 14pens stekkerdoos annuleren.
*Zie hoofdstuk 8-5 Configuratiefuncties wisselen
5-3. ArcReachapparaat koppelen met de ArcReachstroombron
Snelle opstartgids:
1 Voer de aansluitingen uit tussen de stroombron en het ArcReachapparaat. (zie het hoofdstuk van de keuzestand die gebruikt wordt voor
typische aansluitingsdiagrammen).
2 Deze stroombron heeft de mogelijkheid om een ArcReachapparaat te koppelen tijdens het opstarten, of als een ArcReach draadaanvoerunit
wordt ingeschakeld. De keuzestandschakelaar op deze stroombron moet worden ingesteld op “OUTPUT ON” (UITGANG AAN) om met een
ander ArcReach apparaat te koppelen.
3 Zie de instructies in de gebruikershandleiding voor het specifieke apparaat om het apparaat met deze stroombron te koppelen.
4 Tijdens het koppelingsproces zal de afstandsbedieningin gebruikindicator knipperen.
5 Als het koppelingsproces is uitgevoerd, zal de indicator Remote In Use (Afstandsbediening in gebruik) branden. Naargelang de capaciteiten
van het ArcReach apparaat kunnen de keuzestandschakelaar, spannings/stroomsterkteinstelling en de boogregelingsafsteling worden
geannuleerd door het ArcReach apparaat.
5-4. Een ArcReach Smart draadaanvoerunit opstarten in de LiftArc TIG keuzestand
Om een ArcReach Smart draadaanvoerunit op te starten in de LiftArc TIG keuzestand, moet de OCV worden gewijzigd naar 28.0.
Procedure:
1 Draai de keuzestandschakelaar op LiftArc TIG.
2 Houd de boogregelingsknop gedurende 3 seconden ingedrukt totdat OCV 14.0 of OCV 28.0 wordt getoond.
3 Draai aan de regelknop om OCV 28.0 te selecteren voor het starten van de ArcReach Smart draadaanvoerunit.
4 Als deit eenmaal geselecteerd is, zal OCV 28.0 de nieuwe standaardwaarde zijn.
5 Volg dezelfde procedure voor de normale LiftArc TIGbediening om OCV 14.0 te selecteren.
OM-280973 Pagina 22
HOOFDSTUK 6 GTAWBEDIENING
6-1. Typische aansluiting voor GTAWproces
278669-B
! Schakel eerst de lasstroombron uit
alvorens de aansluitingen uit te
voeren.
1V
oetbediening
2 Positieve (+) klem
lasuitgangskoppeling
3 Externe 14pens stekkerdoos
Sluit zo nodig de gewenste
afstandsbediening
aan op de daarvoor
bedoelde 14pens stekkerdoos.
4 Aansluiting gastoevoer (optie)
5 Gascilinder
6 Aansluiting gasuitvoer (optie)
7 Negatieve () klem
lasuitgangskoppeling
8 TIGtoorts
9 Werkstuk
7
4
1
8
5
9
3
2
6
OM-280973 Pagina 23
6-2. Typische aansluiting voor ArcReach beklede elektrode/TIG afstandsbediening
(GTAWproces)
Ref. 280219-B
! Schakel de lasstroombron uit
alvorens u ingangs of
uitgangslaskabelaansluitingen
uitvoert.
! Schakel de lasstroombron uit
alvorens u de
spanningsdetectieklem
hanteert of
beweegt. Er is spanning op de
spanningsdetectieklem
als de
lasstroombron is ingeschakeld.
Deze conditie bestaat zelfs als de
politariteitsindicatoren
en de
Amp/boogregelingsdisplay
op deze
afstandsbediening
niet branden.
Als de ArcReach beklede
elektrode/TIGafstandsbediening is
aangesloten
op de stroombron als
elektrode negatief, zal de
afstandsbediening
de lasstroombron
instellen op een TIGkeuzestand. De
elektrode negatief (TIG) indicator op
de afstandsbediening gaat branden.
1 Negatieve () klem
lasuitgangskoppeling
Aansluiting van laskabel die naar de
afstandsbediening
gaat.
2 Aansluiting gasuitvoer (optie)
3 Positieve (+) klem
lasuitgangskoppeling
Aansluiting van werkkabel die naar het
werkstuk gaat.
4 Aansluiting gastoevoer (optie)
5 Gascilinder
6 Lasstroombron
7 Vrouwelijke connector (door de
gebruiker geleverde LC-40
vrouwelijke connector)
8 Ingangslaskabel (mannelijke
connector inbegrepen)
9
Spanningsdetectiekabel
Bevestig de spanningsdetectiedraadklem
aan het werkstuk.
10 Werkstuk
11 TIGtoorts
12 Mannelijke connector (door de
gebruiker geleverde LC-40
mannelijke connector)
13 Uitgangslaskabel (vrouwelijke
connector inbegrepen)
14 ArcReach beklede
elektrode/TIGafstandsbediening
Er kan een extra laskabel naast de
afstandsbediening
worden gebruikt
als de lasstroom de stroomsterkte van
de afstandsbediening overschrijdt.
9
7
5
8
4
3
1
2
6
14
13
12
11
10
OM-280973 Pagina 24
6-3. Lift-Arc TIGlaskeuzestand - GTAW Lift-Arc - Uitgang Aan
! De lasklemmen staan altijd onder
spanning in de Lift Arc TIG las
stand.
Een ArcReach Smart
draadaanvoerunit
zal niet starten in de
normale Lift-Arc keuzestand (zie
hoofdstuk 5-4).
1 Functieschakelaar
2 Voltindicator
3 Linkerscherm
4 Rechterscherm
5 Ampèreindicator
6 Regelknop
7 Werkstuk
8W
olfraamelektrode
9 Externe 14pens stekkerdoos
10 Indicatielampje voor
afstandsbediening in gebruik
Opstarten
Voor typische systeemaansluitingen (zie
hoofdstuk 6-1).
Stel de keuzestandschakelaar in de GTAW
LIFTARCpositie.
Het linkerscherm toont ON (Aan). De
vooringestelde
stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechter scherm waarbij
het stroomsterkteindicatielampje oplicht.
De spanning voor een normaal open circuit
is niet aanwezig voordat de elektrode het
werkstukoppervlak aanraakt, maar in
plaats daarvan is een lage voelspanning
aanwezig. Door de lage voelspanning kan
de elektrode het werkstukoppervlak
aanraken zonder oververhit te raken, te
blijven plakken, of vervuild te raken.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
voor ingestelde stroomsterkte in te stellen.
Als er een afstandsbediening is
aangesloten
op de externe 14pens
stekkerdoos en deze gebruikt wordt
voor de instelling van de
stroomsterkte, zal de instelling werken
als een percentage van de vooraf
ingestelde stroomsterkte. Het
indicatielampje
van de
afstandsbediening
gaat branden.
Als er een ArcReach apparaat wordt
gebruikt voor de instelling van de
stroomsterkte, zal dit een vol bereik van
de vooraf ingestelde stroomsterkte
hebben. Als een ArcReach apparaat kan
communiceren tijdens het lassen, kan de
stroomsterkte worden ingesteld tijdens
het lassen. Naargelang de capaciteiten
van het apparaat, kan het de
parameterinstellingen en de instelling
van de keuzestandschakelaar
annuleren. Het indicatielampje van de
afstandsbediening gaat branden. Een
ArcReachapparaat zal een
afstandsbediening aangesloten op een
externe 14pens stekkerdoos
annuleren.
Maak voor het beste resultaat met het
werkstuk stevig contact met de
wolfraamelektrode
op de plek waar de
las moet beginnen. Houd de elektrode
gedurende 1 tot 2 seconden tegen het
werkstukoppervlak en til de elektrode
daarna op. Er ontstaat een boog
wanneer de elektrode omhoog komt.
Om de boogvlam aan het einde van de
las te minimaliseren, moet u de
elektrode snel terugtrekken om de
boog te laten doven.
278547-B
1 2
Seconden
”Aanraken”
NIET aanstrijken als een lucifer!
8
7
34
1
5
2
10
9
6
85ON
OM-280973 Pagina 25
6-4. Keuzestand TIGlassen - GTAW - Afstandsbediening AAN/UIT
! De lasklemmen komen onder
spanning door de
afstandsbediening
in de TIG
lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linkerscherm
3 Rechterscherm
4 Ampèreindicator
5 Regelknop
6 Externe 14pens stekkerdoos
7 Indicatielampje voor
afstandsbediening in gebruik
Opstarten
Voor typische systeemaansluitingen (zie
hoofdstuk 6-1).
Stel de keuzestandschakelaar in de GTAW
TIGpositie.
De voor ingestelde stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechter scherm waarbij
het stroomsterkteindicatielampje oplicht.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
voor ingestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasuitgang wordt
er een afstandsbediening vereist.
Als er een afstandsbediening is
aangesloten
op de externe 14pens
stekkerdoos en deze gebruikt wordt
voor de instelling van de
stroomsterkte, zal de instelling werken
als een percentage van de vooraf
ingestelde stroomsterkte. Het
indicatielampje
van de
afstandsbediening
gaat branden.
Een ArcReachafstandsbediening is
niet compatibel in deze keuzestand.
Kras voor de beste resultaten de
Wolfraamelektrode
op het werk om
een boog te initiëren. Om de boogvlam
aan het einde van de las te
minimaliseren,
moet u de elektrode
snel terugtrekken om de boog te laten
doven.
23
1
4
7
6
5
8
5
278547-B
OM-280973 Pagina 26
HOOFDSTUK 7 GMAW/FCAWLASSEN
7-1. Standaard aansluiting van een draadaanvoerunit met spanningsregeling voor het
GMAW/FCAWproces
278670-B
! Schakel eerst de lasstroombron uit
alvorens de aansluitingen uit te
voeren.
1 Externe 14pens stekkerdoos
2 Positieve (+) klem
lasuitgangskoppeling
3 Negatieve () klem
lasuitgangskoppeling
4 Aardekabel naar werkstuk
5 Werkstuk
6 Pistool
7
Draadaanvoerunit
8 Gasslang
9 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is
afhankelijk van de draadsoort.
Het aansluitingsdiagram toont DCEP
(omgekeerde polariteit) die geschikt is
voor alle draden behalve voor
zelfbeschermde FCAW-S. De meeste
zelfbeschermde FCAWSdraden
vereisen DCEN (rechte polariteit).
3
4
5
6
7
8
9
1
2
OM-280973 Pagina 27
7-2. Keuzestand MIGlassen - GMAW/FCAW - Afstandsbediening AAN/UIT
!
Lasaansluitingen
krijgen stroom via
de afstandsbediening in deze
keuzestand.
1 Functieschakelaar
2 Voltindicator
3 Linkerscherm
4 Rechterscherm
5 Regelknop
6 Indicator boogregeling voor
draadkeuzestanden
7 Boogregelingindicator
8
Boogregelingsknop
9 Indicator boogregeling zacht
10 Indicatielampje voor
afstandsbediening in gebruik
11 Externe 14pens stekkerdoos
Opstarten
Voor typische systeemaansluitingen (zie
hoofdstuk 7-1).
Stel de keuzestandschakelaar in op de
positie GMAW/FCAW GAS, REMOTE
ON/OFF (Afstandsbediening Aan/Uit).
De vooringestelde spanning wordt
weergegeven in het linkerscherm waarbij
het spanningsindicatielampje oplicht.
Bediening
Terwijl de voltindicator onder het linker
scherm brandt, wordt met de regelknop de
gewenste vooraf ingestelde spanning
ingesteld.
De ingestelde spanning kan via de
draadgeleider
op afstand worden
aangepast als de geleider een
spanningsregeling
heeft. Deze
spanningsregeling
omzeilt de
instellingsknop van de ingestelde
spanning op de lasstroombron. Het
indicatielampje
van de
afstandsbediening
gaat branden.
Een ArcReachafstandsbediening is
niet compatibel in deze keuzestand.
Door te drukken op de boogregelingsknop
kunnen de instellingen voor de
boogregeling
worden aangepast.
Boogregelingsknop
Door te drukken op de boogregelingsknop
zal de boogregelingsindicator gaan
branden. Naargelang de instelling: de
STIFF of SOFT indicator gaat branden en
STIFF of SOFT verschijnt op het
linkerscherm. 0 tot 25 verschijnt op het
rechterscherm Bij een 0instelling zullen
STIFF of SOFT niet verschijnen.
Draai aan de regelknop om de gewenste
boogregelingsinstelling
te selecteren van 0
tot 25 Soft en 0 tot 25 Stiff. Minimale
instelling boogregeling is Soft 25. Maximale
instelling boogregeling is Stiff 25. Instelling
van middenbereik op 0 is geschikt voor de
meeste toepassingen. Gebruik lagere
boogregelingsinstellingen
voor een stijvere
boog en verminder de fluïditeit van het bad.
Gebruik hogere boogregelingsinstellingen
voor een zachtere boog en verhoog de
fluïditeit
van het bad.
Na drie seconden inactief te zijn, toont de
regelingsknop weer de vooraf ingestelde
stroomsterkte.
2
5. 0
278547-B
34
1
7
2
9
6
8
10
11
5
OM-280973 Pagina 28
7-3. Typische aansluiting voor draadaanvoerunit met spanningsdetectie in
GMAW/FCAW, FCAW-Sprocessen
278671-B
! Schakel eerst de lasstroombron uit
alvorens de aansluitingen uit te
voeren.
1 Positieve (+) klem
lasuitgangskoppeling
2 Negatieve () klem
lasuitgangskoppeling
3 Aardekabel naar werkstuk
4 Werkstuk
5
Spanningsdetectieklem
6 Pistool
7 Stekkerdoos voor de
pistoolschakelaar
8
Draadaanvoerunit
9 Gasslang
10 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is
afhankelijk van de draadsoort.
Het aansluitingsdiagram toont DCEP
(omgekeerde polariteit) die geschikt is
voor alle draden behalve voor
zelfbeschermde FCAW-S. De meeste
zelfbeschermde FCAWSdraden
vereisen DCEN (rechte polariteit).
2
3
9
10
8
7
5
6
4
1
OM-280973 Pagina 29
7-4. Keuzestanden lassen V-Sense draadaanvoerunit - GMAW/FCAW, FCAW-S Uitgang AAN
! Bij deze keuzestanden krijgen de
lasaansluitingen
altijd stroom.
1 Functieschakelaar
2 Voltindicator
3 Linkerscherm
4 Rechterscherm
5 Regelknop
6 Indicator boogregeling stijf
7 Indicator boogregeling voor
draadkeuzestanden
8
Boogregelingsknop
9 Indicator boogregeling zacht
10 Indicatielampje voor
afstandsbediening in gebruik
11 Externe 14pens stekkerdoos
Opstarten
Voor typische systeemaansluitingen, zie
hoofdstuk 7-3.
Stel de keuzestandschakelaar in op
FCAW-NO GAS (geen gas) of
GMAW/FCAW GAS, OUTPUT ON
(Uitgang aan).
Het linkerscherm wisselt tussen ON en de
vooraf ingestelde boogspanning, waarbij
de voltindicator brandt.
Indien gekoppeld met een ArcReach
draadaanvoerunit
met
kabellengtecompensatie,
toont de
spanningsdisplay op de stroombron
ACC.
Bediening
Terwijl de voltindicator onder het
linkerscherm brandt, wordt met de
regelknop de gewenste vooraf ingestelde
spanning ingesteld.
Het wisselen van de weergave op het
linkerscherm stopt even wanneer de
vooringestelde
spanning wordt
ingesteld.
Als er een afstandsbediening is
aangesloten
op de externe 14pens
stekkerdoos en deze gebruikt wordt voor
de instelling van de stroomsterkte, zal de
instelling het volle bereik van de
vooringestelde
stroomsterkte hebben. Het
indicatielampje
van de afstandsbediening
gaat branden.
Als er een ArcReach apparaat wordt
gebruikt voor de spanningsinstelling,
zal dit een vol bereik van de
vooringestelde
stroomsterkte hebben.
Naargelang
de capaciteiten van het
apparaat, kan het de
parameterinstellingen
en de instelling
van de keuzestandschakelaar
annuleren.
Het indicatielampje van de
afstandsbediening gaat branden. Een
ArcReachapparaat zal een
afstandsbediening
aangesloten op een
externe 14pens stekkerdoos
annuleren.
Als er een ArcReach
draadaanvoerunit
wordt gebruikt die
kan communiceren tijdens het lassen,
kan de spanning worden ingesteld
tijdens het lassen.
Door te drukken op de boogregelingsknop
kunnen de instellingen voor de
boogregeling
worden aangepast.
Boogregelingsknop
Door te drukken op de boogregelingsknop
zal de boogregelingsindicator gaan
branden. Naargelang de instelling: de
STIFF of SOFT indicator gaat branden en
STIFF of SOFT verschijnt op het
linkerscherm. 0 tot 25 verschijnt op het
rechterscherm. Bij een 0instelling zullen
STIFF of SOFT niet verschijnen.
Draai aan de regelknop om de gewenste
boogregelingsinstelling
te selecteren van 0
tot 25 Soft en 0 tot 25 Stiff. Minimale
instelling boogregeling is Soft 25. Maximale
instelling boogregeling is Stiff 25. Instelling
van het middenbereik op 0 is geschikt voor
de meeste toepassingen. Gebruik lagere
boogregelingsinstellingen
voor een stijvere
boog en verminder de fluïditeit van het bad.
Gebruik hogere boogregelingsinstellingen
voor een zachtere boog en verhoog de
fluïditeit
van het bad.
Na drie seconden inactief te zijn, toont de
regelingsknop weer de vooraf ingestelde
stroomsterkte.
278547-B
ON
34
1
7
2
9
6
8
10
11
5
OM-280973 Pagina 30
HOOFDSTUK 8 SMAW/CAC-A WERKING
8-1. Meest gangbare aansluiting voor SMAW en CACAproces
278672-B
! Schakel eerst de lasstroombron uit
alvorens de aansluitingen uit te
voeren.
1
Elektrodehouder
(koolstofboog)
Sluit voor CACA processen de
koolstoftoorts aan op de positieve
lasuitgang.
2
Elektrodehouder
3 Positieve (+) klem
lasuitgangskoppeling
4 Externe 14pens stekkerdoos
Sluit zo nodig de gewenste
afstandsbediening
aan op de daarvoor
bedoelde 14pens stekkerdoos.
5
Persluchtleiding
6 Negatieve () klem
lasuitgangskoppeling
7 Werkstuk
6
3
4
2
1
5
7
OM-280973 Pagina 31
8-2. Typische aansluiting voor ArcReach beklede elektrode/TIG afstandsbediening
(SMAW en CACAproces)
Ref. 280218-B
! Schakel de lasstroombron uit
alvorens u ingangs of
uitgangslaskabelaansluitingen
uitvoert.
! Schakel de lasstroombron uit
alvorens u de
spanningsdetectieklem
hanteert of
beweegt. Er is spanning op de
spanningsdetectieklem
als de
lasstroombron is ingeschakeld.
Deze conditie bestaat zelfs als de
politariteitsindicatoren
en de
Amp/boogregelingsdisplay
op deze
afstandsbediening
niet branden.
Als de ArcReach beklede
elektrode/TIGafstandsbediening is
aangesloten
op de stroombron als
elektrode positief, zal de
afstandsbediening
de lasstroombron
instellen in de keuzestand voor
beklede elektrode/gutsen. De
elektrode positief (stick) indicator op
de afstandsbediening gaat branden.
1 Elektrodehouder CACA
(koolstofboog)
2 Elektrodehouder SMAW (beklede
elektrode)
3 Mannelijke connector (door de
gebruiker geleverde LC-40
mannelijke connector)
4 Uitgangslaskabel (vrouwelijke
connector inbegrepen)
5 ArcReach beklede
elektrode/TIGafstandsbediening
Er kan een extra laskabel naast de
afstandsbediening
worden gebruikt
als de lasstroom de stroomsterkte van
de afstandsbediening overschrijdt.
6
Spanningsdetectiekabel
Bevestig de spanningsdetectiedraadklem
aan het werkstuk.
7 Ingangslaskabel (mannelijke
connector inbegrepen)
8 Vrouwelijke connector (door de
gebruiker geleverde LC-40
vrouwelijke connector)
9 Negatieve () klem
lasuitgangskoppeling
Aansluiting van werkkabel die naar het
werkstuk gaat.
10 Positieve (+) klem
lasuitgangskoppeling
Aansluiting van laskabel die naar de
afstandsbediening
gaat.
11
Persluchtleiding
12 Lasstroombron
13 Werkstuk
2
6
3
7
4
1
5
12
8
13
11
10
9
OM-280973 Pagina 32
8-3. Keuzestand lassen beklede elektrode SMAW EXX18, SMAW EXX10, CAC-A gutsen
- Uitgang Aan
! Bij deze keuzestand krijgen de
lasaansluitingen
altijd stroom.
1 Functieschakelaar
2 Voltindicator
3 Linkerscherm
4 Rechterscherm
5 Ampèreindicator
6 Regelknop
7 Indicator boogregeling voor beklede
elektrode keuzestanden
8
Boogregelingsknop
9 Indicator boogregeling stijf
10 Indicator boogregeling zacht
11 Externe 14pens stekkerdoos
12 Indicatielampje voor
afstandsbediening in gebruik
Opstarten
Voor typische systeemaansluitingen (zie
hoofdstuk 8-1).
Stel de keuzestandschakelaar in op SMAW
EXX18, SMAW EXX10, CAC-A gutsen -
Uitgang Aan.
Het linkerscherm toont ON (Aan). De
vooringestelde
stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechter scherm waarbij
het stroomsterkteindicatielampje oplicht.
Bediening
Terwijl het stroomsterkteindicatielampje
oplicht onder het rechterscherm, wordt de
regelknop gebruikt om de gewenste
vooringestelde
stroomsterkte in te stellen.
Door te drukken op de boogregelingsknop
kunnen de instellingen voor de
boogregeling
en programmeerbare Hot
Start instellingen worden aangepast.
Als er een afstandsbediening is
aangesloten
op de externe 14pens
stekkerdoos en deze gebruikt wordt
voor de instelling van de stroomsterkte,
zal de instelling werken als een
percentage van de vooraf ingestelde
stroomsterkte. Het indicatielampje van
de afstandsbediening gaat branden.
Als er een ArcReach apparaat wordt
gebruikt voor de instelling van de
stroomsterkte, zal dit een vol bereik
van de vooraf ingestelde stroomsterkte
hebben. Als er een ArcReach
draadaanvoerunit
wordt gebruikt die
kan communiceren tijdens het lassen,
kan de stroomsterkte worden ingesteld
tijdens het lassen. Naargelang de
capaciteiten van het apparaat, kan het
de parameterinstellingen en de
instelling van de
keuzestandschakelaar annuleren. Het
indicatielampje
van de
afstandsbediening
gaat branden. Een
ArcReachapparaat zal een
afstandsbediening
aangesloten op een
externe 14pens stekkerdoos
annuleren.
Voor de beste resultaten aan het einde
van de las moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
Zie hoofdstuk 8-5 voor informatie over
andere configuraties.
Boogregelingsknop
Door te drukken op de boogregelingsknop
zal de boogregelingsindicator gaan
branden. Naargelang de instelling: de
STIFF of SOFT indicator gaat branden en
STIFF of SOFT verschijnt op het
linkerscherm. 0 tot 25 verschijnt op het
rechterscherm. Bij een 0instelling zullen
STIFF of SOFT niet verschijnen.
Draai aan de regelknop om de gewenste
boogregelingsinstelling
te selecteren van 0
tot 25 Soft en 0 tot 25 Stiff. Minimale
instelling boogregeling is Soft 25. Maximale
instelling boogregeling is Stiff 25. Instelling
van het middenbereik op 0 is geschikt voor
de meeste toepassingen.
Arc Control (boogregeling) biedt de
boogkarakteristieken,
zacht versus stijf, die
kunnen worden gewijzigd voor de
specifieke applicaties en elektrodes.
Verlaag de boogregelingsinstelling voor
zachtwerkende elektrodes zoals E7018 en
verhoog de boogregelingsinstelling voor
stijvere, meer indringende elektrodes zoals
E6010.
Na drie seconden inactief te zijn, toont de
regelknop weer de vooraf ingestelde
stroomsterkte.
In de Air Carbon Arc (CACA)
keuzestand voor gutsen, kan de
boogregeling
niet worden ingesteld.
Hot Start tijd
Druk op de boogregelingsknop en houd
deze ingedrukt totdat HOT.S op het
linkerscherm verschijnt. Draai aan de
regelknop om de Automatische Hot Start
tijd (AUTO) te activeren of om de Hot Start
tijd in te stellen van Min (0,1 seconden) tot
Max (5,0 seconden). Er kan een
afzonderlijke Hot Start tijd worden ingesteld
voor de keuzestanden EXX18 en EXX10.
Na drie seconden inactief te zijn, toont de
regelknop weer de vooraf ingestelde
stroomsterkte.
In de Air Carbon Arc (CACA)
keuzestand voor gutsen, kan de Hot
Start tijd niet worden ingesteld.
278547-B
8
5
O
N
34
1
75
2
10
9
8
12
11
6
OM-280973 Pagina 33
8-4. Optionele lasfuncties met lage open spanning (OCV)
Werking met lage OCV
De unit kan optioneel geconfigureerd worden voor de bediening met lage open spanning (OCV) met UITGANG AAN: Draad, beklede elektrode,
Lift-Arc TIGkeuzestanden. Als de unit geconfigureerd is voor lage OCVbediening, is er een lagere detectiespanning aanwezig tussen de
elektrode en het werkstuk alvorens de elektrode het werkstuk raakt. Raadpleeg een door de fabriek erkend servicecentrum voor informatie over
hoe u het systeem kunt configureren voor het lassen met lage openspanning (OCV).
8-5. Functies bij verschillende configuraties
Configuratie
1 is de standaardinstelling. De
keuzestanden Stick of Gouge (beklede elektrode of
gutsen) detecteren dat er een afstandsbediening in de
externe 14pens stekkerdoos is gestoken, het
stroomsterktevenster zal het percentage van de vooraf
ingestelde stroomsterkte vanuit de afstandsbediening
tonen, het paneel stelt de maximale stroomsterkte in. Een
ArcReachapparaat zal besturing hebben over het hele
bereik en een afstandsbediening aangesloten op een
externe 14pens stekkerdoos annuleren.
Zowel in de keuzestanden Stick of Gouge (beklede
elektrode of gutsen), Configuratie 2 wijzigt de werking van
elke afstandsbediening die op de externe 14pens
stekkerdoos is aangesloten. Als Configuratie 2
geselecteerd is, werken de Stick of Gouge (beklede
elektrode of gutsen) alleen in Panel Only (paneel alleen).
Elke afstandsbediening die is aangesloten op de externe
14pens stekkerdoos wordt genegeerd en heeft geen
invloed op de uitgang. Als de keuzestanden Stick of
Gouge (beklede elektrode of gutsen) actief zijn, wordt er
een decimaal punt getoond in het stroomsterktevenster.
Configuratie
2 heeft geen effect op de werking van een
ArcReach apparaat.
C 1
C 2
Er zijn 2 manieren om de afstandsbediening te configureren om de machine te bedienen. De configuratie van de meters kan worden gewijzigd
door de selectieschakelaar in de keuzestanden voor Beklede elektrode of gutsen te stellen (Stick of Gouge) en vervolgens de uitgang 35 keer
binnen een paar seconden in en uit te schakelen. Dit doet men door middel van het inschakelen van een draadaanvoerunit of door de aanuit
schakelaar van de uitgang op een afstandsbediening te activeren. De draadaanvoerunit of afstandsbediening moeten zijn aangesloten op de
externe 14pens stekkerdoos. Het stroomsterktevenster zal kort weergeven welke keuzestand geselecteerd is alvorens terug te gaan naar een
vooraf ingestelde weergave.
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 34
HOOFDSTUK 9 ONDERHOUD & PROBLEEMOPLOSSING
9-1. Routineonderhoud
Geef vaker een onderhoudsbeurt als
het apparaat zwaar belast wordt.
! Ontkoppel de netvoeding
voordat u onderhoud uitvoert.
= Controleren = Wijzigen = Reinigen = Vervangen
Elke
3
maanden
Vervang
beschadigde of
onleesbare labels
Vervang
toortsbehuizing waar
scheurtjes in zitten
Repareer of vervang
kapotte kabels en
snoeren
Schoonmaken en
vastzetten van
lasaansluitingen
Elke
6
maanden
De binnenzijde
schoonblazen
9-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
! Om het inwendige van het apparaat
schoon te blazen hoeft de behuizing niet
gedemonteerd te worden
U blaast de lucht door de ventilatieroosters aan
de voor en achterzijde. Zie de afbeelding.
Ref. 278673-B
OM-280973 Pagina 35
9-3. Helpmeldingen
Alle richtingen staan in relatie tot de
voorkant van het apparaat. Alle vermelde
circuiten bevinden zich in de unit.
Help 1, 6, 7 Melding
Toont een fout in het primaire stroomcircuit.
Als deze melding verschijnt, neem dan
contact op met een door de fabrikant erkend
servicecentrum.
Code Help 2
Duidt op een storing in het circuit van de
thermische beveiliging. Als deze melding
verschijnt, neem dan contact op met een door
de fabrikant erkend servicecentrum.
Code Help 3
Geeft aan dat de linkerkant van het apparaat
oververhit is. De unit is uitgegaan om de
ventilator in werking te stellen voor de
afkoeling van de unit (zie hoofdstuk 3-8). De
werking wordt hervat nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld.
Code Help 5
Geeft aan dat de rechterkant van het
apparaat oververhit is. De unit is uitgegaan
om de ventilator in werking te stellen voor de
afkoeling van de unit (zie hoofdstuk 3-8). De
werking wordt hervat nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld.
Code Help 8
Geeft een storing in het secundaire
stroomcircuit aan. Als deze melding
verschijnt, neem dan contact op met een door
de fabrikant erkend servicecentrum.
Help 24, 25 display
Geeft aan dat de machine de limiet van de
inschakelduur heeft bereikt (zie hoofdstuk
3-8). Het apparaat moet aanblijven zodat de
ventilator het apparaat kan laten afkoelen. De
limiet van de inschakelduur wordt
automatisch gereset wanneer het apparaat
voldoende is afgekoeld.
HELP
6
2
3
5
8
HELP
HELP
HELP
HELP
24
HELP
HELP
1
HELP
7
25
HELP
OM-280973 Pagina 36
9-4. Probleemoplossing
Probleem Oplossing
Geen lasuitgang; apparaat
vollediginactief.
Zet de werkschakelaar op Aan (zie hoofdstuk 4-8).
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of reset de automatische zekering
(zie hoofdstuk 4-8).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie hoofdstuk 4-8).
Geen lasuitgang; meterweergave Aan. Voedingsspanning buiten het aanvaardbare bereik (zie hoofdstuk 4-7).
Controleer, repareer of vervang de afstandsbediening.
Apparaat oververhit. Laat de unit afkoelen met de ventilator AAN (zie hoofdstuk 3-8).
Sterk variërend of onjuist
lasuitgangsvermogen.
Gebruik een laskabel van de juiste dikte en type (zie Hoofdstuk 4-2).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer of de polariteit juist is.
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de 14pens stekkerdoos voor de
afstandsbediening.
Reset de aanvullende beschermer CB2 (zie hoofdstuk 4-5).
Niet met een ander ArcReach apparaat
koppelen.
Controleer dat de keuzestandschakelaar is ingesteld op de keuzestand “OUTPUT ON” (Uitgang
Aan).
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het andere apparaat voor de correcte methode van de
koppeling van de stroombron met het andere ArcReach apparaat.
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 37
Aantekeningen
OM-280973 Pagina 38
HOOFDSTUK 10 ELEKTRISCH SCHEMA
Afbeelding 10-1. Schakelschema
OM-280973 Pagina 39
280974-B
OM-280973 Pagina 40
HOOFDSTUK 11 ONDERDELENLIJST
1
2
3
4
5
10
11
9
7
14
16
19
20
21
21
23
25
82
33
28
31
36
37
39
40
47
27
51
52
48
54
56
55
58
59
60
61
62
63
65
66
67
68
69
72
73
75
77
76
79
80
8
57
74
50
13
83
55
70
45
22
34
18
30
Ref. 281026-E
35
32
71
71
70
31
38
15
22
29
46
81
24
26
64
78
49
6
12
17
42
43
53
44
41
84
Afbeelding 11-1. Montage van onderdelen
OM-280973 Pagina 41
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 11-1. Montage van onderdelen
Quantity
1 278601 Wrapper (Includes) 1... ............... .. .............................................
175256 Insulator, Side Rh (Not Shown) 2..................... .... .................................
119503 Label, Miller 9.925X4.125 Horizontal (Not Shown) 2...................... .... ................
2 274964 Label, Warning General Precautionary (EN/FR/SP) 1... ............... .... ...............
3 275316 Label, Warning Falling Equipment (EN/FR/SP) 1... ............... .... ...................
4 208015 Handle, Rubberized Carrying 2... ............... .. ....................................
5 135483 Label, Important Remove These Two Handle Screws 2... ............... .. ...............
6 280950 Filter Assembly, Output 1... ............... .. .........................................
7 196355 Insulator, Screw 4... ............... .. ...............................................
8 D1,D2 201531 Kit, Diode Power Module 2... .... .... .. ........................................
9 199840 Bus Bar, Diode 2... ............... .. ................................................
10 R3/C4 233052 Resistor/Capacitor 1... .... .... .. .............................................
11 SR1 199952 Diode Power Module 55 Amp 600V 1PH Fast Recovery 1... ..... ..... .. .............
12 C8 219191 Capacitor, Polyp Film .001 UF 2000V W/Terms 1... ..... ..... .. ....................
13 278555 Filter Resistor Assembly 1... ............... .. ........................................
14 RT1 199798 Thermistor, NTC 30K Ohm @ 25 Deg C 18in Lead 1... ..... ..... .. .................
15 278560 Module, WCC 1... ............... .. .................................................
16 CR1 255744 Relay, Encl 24VDC Spst 30A/300VAC 4Pin Flange Mtg 1... ..... ..... .. .............
17 L6 131447 Core, Toroidal 1.332 Id X 1.932 Od X .625 Thk 1... ...... ...... .. .....................
18 273124 Filter Cap Assembly, ArcReach 16UF 1... ............... .. .............................
19 010546 Bushing, Snap-In Nyl .375 Id X .500 Mtg Hole 1... ............... .. .....................
20 L4 218020 Inductor, Boost 1... ...... ...... .. ................................................
21 170647 Bushing, Snap-In Nyl 1.312 Id X 1.500 Mtg Hole 1... ............... .. ...................
22 179276 Bushing, Snap-In Nyl 1.000 Id X 1.375 Mtg Hole Cent 5... ............... .. ..............
23 L3 278572 Inductor, Output 1... ...... ...... .. ...............................................
24 T1 251394 XFMR, HF Litz/Litz W/Boost 1... ...... ...... .. .....................................
25 225097 Heat Sink, Lh Rect 1... ............... .. .............................................
26 L1 212091 Inductor, Input 1... ...... ...... .. .................................................
27 T2 268830 XFMR, Control 665V 336VA Syn Aux Pwr 1... ...... ...... .. .........................
28 263023 Bracket, Mtg Capacitor/PC Board 1... ............... .. ................................
29 L8 241027 Core, Toroidal 1... ...... ...... .. .................................................
30 L9 278391 Inductor, WCC 1... ...... ...... .. .................................................
31 219930 Kit, Capacitor Elctlt Replacement (Includes) 1... ............... .. .......................
C12,13 277164 Capacitor, Elctlt 1800 UF 500 VDC Can 2.52 Dia 2.......... .... .... .................
251701 Adapter, Nut Capacitor 2..................... .... ........................................
217040 Nut, Nylon M12 Thread Capacitor Mounting 2..................... .... ......................
229327 Screw, M 5 .8X 12 Hex HdPhl 8.8 Pld Sems Clr 4..................... .... ................
263052 Insulator, Capacitor Mtg 1..................... .... .......................................
32 083147 Grommet, Scr No 8/10 Panel Hole .312 Sq .500 High 4... ............... .. ...............
33 PC1 276638 Circuit Card Assy, Control W/Program 1... ..... ..... .. ............................
216113 Stand-Off Support, PC Card .187 Dia W/P&l .375 2...................... .. ..................
PLG1 115091 Housing Rcpt+Skts (Service Kit) RC1 1.......... ..... .. .............................
PLG2 201665 Housing Plug+Skts (Service Kit) RC2 1.......... .... .. .............................
PLG3 131056 Housing Rcpt+Skts (Service Kit) RC3 1.......... .... .. .............................
PLG5, 13 131024 Housing Plug+Skts (Service Kit) RC5, 13 1......... .. .. .........................
PLG7, 8 131054 Housing Plug+Skts (Service Kit) RC7, 8 1......... ... .. ...........................
PLG9 115093 Housing Plug+Skts (Service Kit) RC9 1.......... ..... .. .............................
PLG10, 11 115094 Housing Plug+Skts (Service Kit) RC10, 11 1........ ... .. ........................
PLG12 115092 Housing Plug+Skts (Service Kit) RC12 1.......... ..... .. ............................
34 273211 Cable, USB 2.0 AA Male 1Meter PanelMount IP67 1... ................ .. ..............
35 CB2 083432 Supplementary Pro,Man Reset 1P 10A 250VAC Frict 1... ..... ..... .. ...............
36 +279838 Panel, Rear W/Studs 1... .............. .. ...........................................
37 273374 Label, Panel Rear XMT CC/CV MPA W/USB 1... ............... .. ......................
38 274166 Bracket, USB 1... ............... .. ..................................................
39 215980 Bushing, Strain Relief .709/.984 Id X1.375 Mtg Hole 1... ............... .. ................
40 244628 Cable, Power 10 Ft 8Ga 4C (NonStripped End) 1... ............... .. ...................
41 083147 Grommet, Scr No 8/10 Panel Hole .312 Sq .500 High 4... ............... .. ...............
42 PC4 229989 Circuit Card Assy, Filter (R) 1... ..... ..... .. .....................................
43 219473 Bracket, Mtg CE Filter Ground Plane 1... ............... .. .............................
44 219471 Bracket, Mtg Filter Board 1... ............... .. .......................................
45 218566 Gasket, Inductor Mounting 1... ............... .. ......................................
46 L2 218018 Inductor, Pre-Regulator 1... ...... ...... .. .........................................
47 234126 Nut, Conduit 1.000 Npt Knurled 1... ............... .. ..................................
OM-280973 Pagina 42
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 11-1. Montage van onderdelen (vervolg)
Quantity
48 PC2 263676 Circuit Card Assy, Interconnect W/Clips 1... ..... ..... .. ...........................
49 219844 Label, Warning Electric Shock/Exploding Parts-Wdles 1... ............... .. ..............
PLG13 130203 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC1 1.......... .... .. .............................
PLG14 201665 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC2 1.......... .... .. .............................
PLG15 115092 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC3 1.......... ..... .. .............................
PLG20 115093 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC6 1.......... ..... .. .............................
50 CT1 196231 XMFR, Current Sensing 200/1 1... ..... ..... .. ...................................
51 C15 196143 Capacitor, Polyp Met Film 16. Uf 400 VAC 10% 1... ..... ..... .. ....................
52 219472 Bracket, Mtg Capacitor Series 1... ............... .. ...................................
53 L7 241027 Core, Toroidal .748 Id X 1.142 Od X .600 Thk 1... ...... ...... .. ......................
54 153403 Bushing, Snap-In Nyl .750 Id X 1.000 Mtg Hole Cent 2... ............... .. ................
55 261556 Kit, Input/Pre-Regulator And Inverter Module 1... ............... .. ......................
56 RM1 205751 Module, Power Resistor W/Plug 1... ..... ..... .. .................................
57 RT2 199798 Thermistor, NTC 30K Ohm @ 25 Deg C 18in Lead 1... ..... ..... .. .................
58 279835 Windtunnel, Rh W/Stud 1... ............... .. .........................................
59 196330 Heat Sink, Power Module 1... ............... .. .......................................
60 +278542 Base Assy, W/Studs 1... .............. .. ............................................
61 229325 Foot, Mtg Unit 4... ............... .. .................................................
62 176736 Screw, Mtg Foot 4... ............... .. ...............................................
63 212074 Bus Bar, Output 1... ............... .. ...............................................
64 253430 Terminal, Connector Friction 0.406 Id 2... ............... .. .............................
65 HD1 182918 Transducer, Current 400A Module Supply V +/ 15V 1... ..... ..... .. ................
66 PC3 280231 Circuit Card Assy, Display XMT 350 FieldPro 1... ..... ..... .. ......................
PLG18 131204 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC2 1.......... .... .. .............................
PLG23 131054 Housing Rcpt+Skts, (Service Kit) RC3 1.......... .... .. ............................
67 S1 244920 Switch, Tgl 3Pst 40A 600VAC Scr Term Wide Tgl 1... ...... ..... .. ..................
68 176226 Insulator, Switch Power 1... ............... .. .........................................
69 FM1 213072 Fan, Muffin 115V 60Hz 3400 RPM 6.378 Mtg Holes 1... ..... ..... .. ................
PLG16 131054 Housing Plug+Skts (Service Kit) 1.......... .... .. .................................
RC16 135635 Housing Plug+Pins (Service Kit) 1.......... .... .. .................................
70 258711 Rcpt Assy, Tw Lk Insul Fem (Dinse) Bolted (Includes) 1... ................ .. ...............
250037 Insulator, Bulkhead Front 1..................... .... ......................................
250039 Insulator, Bulkhead Rear 1..................... .... ......................................
185714 Washer, Tooth 22Mmid X 31.5Mmod 1.310-1Mmt Intern 1..................... .... ...........
185717 Nut, M20-1.5 1.00Hex .19h Brs Locking 1..................... .... .........................
185718 O-Ring, 0.989 Id X 0.070 H 1..................... .... ....................................
257994 Rcpt, Tw Lk Insul W/O-Ring (Includes) 1..................... .... ..........................
71 258710 Rcpt Assy, Tw Lk Insul Fem (Dinse) (Includes) 1... ............... .. .....................
250037 Insulator, Bulkhead Front 1..................... .... ......................................
250039 Insulator, Bulkhead Rear 1..................... .... ......................................
185714 Washer, Tooth 22Mmid X 31.5Mmod 1.310-1Mmt Intern 1..................... .... ...........
185717 Nut, M20-1.5 1.00Hex .19H Brs Locking 1..................... .... .........................
185718 O-Ring, 0.989 Id X 0.070 H 1..................... .... ....................................
257995 Rcpt, Tw Lk Insul W/O-Ring (Includes) 1..................... .... ..........................
186228 O-Ring, 0.739 Id X 0.070 H 1..................... ..... ...................................
72 278546 Panel, Front W/Knockout 1... ............... .. .......................................
73 C6 273061 Capacitor Assy, W/Plug & Leads (Voltage Feedback ArcReach) 1... ..... ..... .. ......
74 Nameplate (Order by Model and Serial Number) 1... .......................... ...................
75 Label, Connection (Order by Model and Serial Number) 1... .......................... .............
76 Label, Power (Order by Model and Serial Number) 1... .......................... .................
77 266591 Knob, Encoder 1.250 Dia X 6mm Id Push On W/Spring 1... ............... .. .............
78 268085 Conn, Circ Ms Protective Cap Size 20 Nylon 1... ............... .. .......................
79 245663 Knob, Encoder 1.250 Dia X .250 Id Push On W/Spring 1... ............... .. ..............
80 278275 Bezel, Front 1... ............... .. ...................................................
81 211503 Insulator, Heat Sink 1... ................ .. ............................................
82 227746 Gasket, Inductor Mounting 1... ............... .. ......................................
83 +278581 Windtunnel, Lh W/Studs 1... .............. .. ........................................
84 L5 268537 Core, Toroidal 23.98mm Id X 39.98mm Od X 15.98mm Th 1... ...... ...... .. ..........
+ Als u een onderdeel bestelt waarop een waarschuwingslabel staat, moet u dit label ook bestellen.
VERMELD ALTIJD HET MODEL EN SERIENUMMER ALS U VERVANGENDE ONDERDELEN BESTELT.
OM-280973 Pagina 43
HOOFDSTUK 12 KENNISGEVINGEN OPEN BRONLICENTIE
Voor ST Liberty License (STM32 Cube, ST USB Host, ST USB Device, ST FATFS, ST CMSIS):
Copyright2014, 2015 STMicroelectronics International N.V. Alle rechten voorbehouden.
Herdistributie en gebruik in de bron en in binaire formulieren, met of zonder aanpassingen, zijn toegestaan, mits aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
1 Herdistributies van de broncode moeten de bovenstaande copyrightkennisgeving, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van
aansprakelijkheid bevatten
2 Herdistributies in binaire vorm moeten de bovenstaande copyrightkennisgeving, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van
aansprakelijkheid bevatten in de documentatie en/of andere materialen die met de distributie worden meegeleverd.
3 Noch de naam van STMicroelectronics noch de namen van haar medewerkers mogen worden gebruikt om de van deze software afgeleide
producten te ondersteunen of te promoten zonder de specifieke voorafgaande schriftelijk toestemming.
4 Deze software inclusief de wijzigingen en/of afgeleide werken van deze software mogen alleen en exclusief worden uitgevoerd op
microcontroller of microprocessor apparatuur gefabriceerd door of voor STMicroelectronics.
5 De verspreiding en het gebruik van deze software anders dan is toegestaan onder deze licentie is ongeldig en zal uw rechten hieronder
automatisch beëindigen.
DEZE SOFTWARE WORDT GELEVERD DOOR STMICROELECTRONICS EN HAAR MEDEWERKERS ”ALS IS” EN ALLE UITDRUKKELIJKE,
IMPLICIETE OF REGELGEVENDE GARANTIES, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN HANDELSGOED
EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN HET RESPECTEREN VAN INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN VAN DERDEN
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR TOEPASSELIJK RECHT WORDEN VERWORPEN. STMICROELECTRONICS OF HAAR
MEDEWERKERS ZIJN ONDER GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE,
SPECIALE, BIJKOMENDE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE VERWERVING VAN
SUBSTITUUTGOEDEREN OF DIENSTEN; VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINSTEN; OF BEDRIJFSONDERBREKING),
NOCHTANS DIE EN OP OM HET EVEN WELKE THEORIE VAN AANSPRAKELIJKHEID, HETZIJ IN CONTRACT, STRIKTE
AANSPRAKELIJKHEID OF ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN ACHTELOOSHEID OF ANDERS) WORDT VEROORZAAKT IN
ELK GEVAL UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS ALS GEADVISEERD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
Voor ARM CMSIS:
Copyright 20092015, 20102014, 20102015, ARM Limited.
Alle rechten voorbehouden.
Herdistributie en gebruik in de bron en in binaire formulieren, met of zonder aanpassingen, zijn toegestaan, mits aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
Herdistributies van de broncode moeten de bovenstaande copyrightkennisgeving, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van
aansprakelijkheid bevatten.
Herdistributies in binaire vorm moeten de bovenstaande copyrightkennisgeving, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van
aansprakelijkheid bevatten in de documentatie en/of andere materialen die met de distributie worden meegeleverd.
Noch de naam van ARM noch de namen van haar medewerkers mogen worden gebruikt om de van deze software afgeleide producten te
ondersteunen of te promoten zonder de specifieke voorafgaande schriftelijk toestemming.
DEZE SOFTWARE WORDT GELEVERD ”ALS IS” DOOR DE COPYRIGHTHOUDERS EN MEDEWERKERS EN ALLE UITDRUKKELIJKE OF
IMPLICIETE GARANTIES, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN HANDELSGOED EN GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN VERWORPEN. COPYRIGHTHOUDERS EN MEDEWERKERS ZULLEN ONDER GEEN ENKELE
OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE, BIJKOMENDE OF GEVOLGSCHADE (MET
INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE VERWERVING VAN SUBSTITUUTGOEDEREN OF DIENSTEN; VERLIES VAN GEBRUIK,
GEGEVENS OF WINSTEN; OF BEDRIJFSONDERBREKING), NOCHTANS DIE EN OP OM HET EVEN WELKE THEORIE VAN
AANSPRAKELIJKHEID, HETZIJ IN CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN
ACHTELOOSHEID OF ANDERS) WORDT VEROORZAAKT IN ELK GEVAL UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS ALS
GEADVISEERD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2019 (Installaties waarvan het serienummer begint met “MK” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE In overeenstemming met de onderstaande
voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. LLC, Appleton, Wisconsin
aan de bevoegde distributeurs dat de nieuwe Millerapparatuur die ver-
kocht wordt na de datum dat deze beperkte garantie in werking treedt,
geen defecten heeft aan het materiaal of de afwerking op het moment dat
de apparatuur door Miller wordt verzonden. DEZE GARANTIE VER-
VANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET
OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of
componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en
materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet bin-
nen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van
een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over
de garantieclaim-procedure die hierop volgt. Garantieclaims die online
worden ingediend moeten een volledige beschrijving bevatten van het de-
fect en de stappen die zijn ondernomen om het probleem op te lossen en
de defecte onderdelen te diagnosticeren. Garantieclaims die niet de ver-
eiste informatie bevatten zoals bepaald in de servicehandleiding van Miller
kunnen door Miller worden geweigerd.
Miller stelt zich aansprakelijk voor garantieclaims op apparatuur onder ga-
rantie zoals hieronder vermeld, ingeval het defect zich voordoet binnen de
periode waarin de garantie geldig is, zoals hieronder vermeld. De garantie-
periode start op de datum van de levering van de apparatuur aan de ko-
pereindgebruiker, of 12 maanden nadat de apparatuur verstuurd is naar
een NoordAmerikaanse distributeur, of 18 maanden nadat de apparatuur
verzonden is naar een internationale distributeur, al naar gelang welk van
de gevallen zich het eerst voordoet.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeid tenzij gespecificeerd
* Automatisch verduisterende helmlenzen (Geen arbeid) (Zie
de uitzondering voor de Classicserie hieronder)
* Lasapparaten/generatoren met motor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
* Inzicht intelligente lasproducten
* Voedingsbronnen van invertermachines
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesregelapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
*
Lasmaskers
met automatisch donkerfilter (geen arbeidsloon)
* Rookafzuigers Capture 5 Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
* AugmentedArc en LiveArclassystemen
* Automatisch bewegende apparatuur
* Bernard BTB luchtgekoelde MIGpistolen (geen werk)
* CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen arbeidsloon)
* Luchtdroogsysteem met droogmiddel
* Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt voor de
resterende garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd
zijn, of voor een minimum van één jaar —
afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
* Rookafzuigers Filtair 130, MWX- en SWX-serie
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPMERKING: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken (Voor het installeren van meerdere energiebronnen)
*
Wielonderstellen/trailers
* Puntlasapparatuur
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek lassen
* TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
* Waterkoelsystemen
* Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*Mpistolen
* MIGpistolen, Subarc (SAW) toortsen en
buitenbekledingskoppen
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, mag-
neetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen van
werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage. (Uitzon-
dering: borstels en relais zijn wel gedekt bij alle motoraan-
gedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door ande-
ren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen val-
len onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of ver-
keerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die
geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of instal-
laties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepas-
singen voor de installatie.
4. Defecten veroorzaakt door nalatigheid, reparaties zonder toe-
stemming of onjuiste testen.
DE PRODUCTEN VAN MILLER ZIJN BESTEMD VOOR COMMER-
CIËLE EN INDUSTRIËLE DOELEINDEN DOOR GEBRUIKERS DIE
OPGELEID ZIJN VOOR EN ERVARING HEBBEN IN HET GEBRUIK EN
ONDERHOUD VAN LASAPPARATUUR.
De reparaties die door deze garantie worden geboden zijn, zoals Miller
dit verkiest: (1) reparatie; of (2) vervanging; of, na schriftelijke
goedkeuring van Miller (3), de vooraf goedgekeurde kosten voor de
reparatie of vervanging bij een door Miller aangewezen
servicecentrum; of (4) de betaling van of kredietverlening voor de
aankoopprijs (minus de redelijke afschrijvingskosten op basis van het
gebruik). Producten mogen niet worden geretourneerd zonder de
goedkeuring van Miller. Retourzendingen zijn voor risico en kosten
van de klant.
Bovenstaande reparaties zijn F.O.B. Appleton, WI, of een door Miller
aangewezen servicecentrum. De klant is verantwoordelijk voor trans-
port en vrachtkosten. DE HIER GENOEMDE DOOR HET TOEPAS-
SELIJKE RECHT TOEGESTANE REPARATIES VORMEN DE
ENIGE EN EXCLUSIEVE REPARATIES ONGEACHT DE RECHTS-
THEORIE. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER AANSPRAKELIJK ZIJN
VOOR DIRECTE, SPECIALE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE
(WAARONDER VERLIES VAN INKOMSTEN), ONGEACHT DE
RECHTSTHEORIE. ELKE HIERIN NIET GENOEMDE GARANTIE
EN ELKE IMPLICIETE GARANTIE, BORGSTELLING OF VERTE-
GENWOORDIGING, INCLUSIEF ENIGE IMPLICIETE GARANTIE
VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BE-
PAALD DOEL, IS UITGESLOTEN EN ONTKEND DOOR MILLER.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking
tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade,
indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaan-
de beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze ga-
rantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook
andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat ver-
schillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra ga-
ranties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn op-
genomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk
niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien.
Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per pro-
vincie verschillen.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van de
woorden in het Engels voorrang.
miller dom_warr_dut_201901
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2019 Miller Electric Mfg. LLC 2019-01
Miller Electric Mfg. LLC
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor:
Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Wanneer u een dealer of servicebedrijf zoekt, ga naar
www.millerwelds.com of bel 18004AMiller
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Eigendomspapieren
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Miller XMT 350 FIELDPRO de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor