Privileg Quelle Dynamic 6814 Handleiding

Type
Handleiding
Wasautomaat
Dynamic 6812 – 6814 – 6816
Gebruiksaanwijzing
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
ABPUMPEN
SPÜLSTOPP
SCHLEUDERN
FLUSENSIEB
ENDE
SCHLEU-
DERN
VOR-
WÄSCHE
SPÜL-
STOPP
FLECKEN
OHNE
WASSER
PLUS
STARTZEIT-
VORWAHL
START/
PAUSE
1600
1000
700
500
EXTRA
KURZ
LAUFZEIT
2
Geachte klant,
hartelijk dank voor uw aankoop bij
Quelle. Overtuig uzelf: u kunt op onze
producten rekenen.
Voor een gemakkelijke bediening heb-
ben wij een uitvoerige beschrijving bij-
gevoegd. Deze informatie zal u helpen
om met het door u aangeschafte appa-
raat vertrouwd te raken. Lees deze ge-
bruiksaanwijzing a.u.b. voor de
ingebruikname zorgvuldig door en let
tevens op de aangegeven veiligheids-
instructies.
Wij wensen u veel plezier met uw nieu-
we wasautomaat.
Uw Quelle
Transportschade
Een aspect dient u in ieder geval direct
te controleren: of uw apparaat zonder
schade bij u werd aangeleverd. In het
geval dat transportschade wordt gede-
tecteerd, stelt u in geval van twijfel het
apparaat niet in bedrijf maar richt u
zich tot het verkooppunt van Quelle,
waar u het apparaat heeft aangeschaft
of bij het regionale depot, die het appa-
raat bij u heeft geleverd.
De telefoonnummers treft u op de pa-
gina met verkoopinformatie of op de
afleveringsbon aan.
Hotline / Quelle direct
Indien de in de gebruiksaanwijzing ge-
specificeerde instructies niet toerei-
kend zijn, kunnen onze competente
vakmensen u verder helpen.
Neem telefonisch contact met ons op:
maandag – vrijdag van 8.00 - 20.00 uur
zaterdag van 9.00 - 14.00 uur
Info-telefoon + 00 49 180-52 54 757
3
Inhoud
Verwijderen van de verpakking .......................................................................... 4
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen .................................................. 5
Tips ....................................................................................................................... 6
Beschrijving van het apparaat ........................................................................... 7
Transportbeveiliging ........................................................................................... 8
Installatie ............................................................................................................ 10
Opstelling ....................................................................................................... 10
Watertoevoer/koud water .............................................................................. 11
Waterafvoer .................................................................................................... 12
Elektrische aansluiting ................................................................................... 12
Milieubeschermende en energiebesparende tips .......................................... 13
Beschrijving van het bedieningspaneel .......................................................... 15
Functie van de bedieningselementen ............................................................. 16
Functietips ......................................................................................................... 21
Programmatips .................................................................................................. 22
Het vullen van de wasautomaat ....................................................................... 23
Deur openen. ................................................................................................. 23
Vulgewichten .................................................................................................. 23
Wasmiddeldosering .......................................................................................... 24
Beknopte gebruiksaanwijzing .......................................................................... 25
Wasvoorbereiding ............................................................................................. 26
Voorbehandeling van de was ......................................................................... 26
Internationale textielbehandelingssymbolen .................................................. 28
Vlekken in het wasgoed .................................................................................... 29
Verven en ontkleuren ........................................................................................ 30
Vulgewicht .......................................................................................................... 30
Type wasmiddel en hoeveelheid ...................................................................... 31
Adviezen en tips ................................................................................................ 33
Verzorging en onderhoud ................................................................................. 34
Verwijderen van het grove filter ...................................................................... 34
Oplossen van kleine storingen ......................................................................... 38
Wat is er aan de hand als... ............................................................................ 38
Klantendienst ..................................................................................................... 40
Kinderbeveiliging ............................................................................................... 41
Technische gegevens / afmetingen ................................................................. 42
Programmaoverzicht ..............................................................................46/48/50
Programmaverloop en verbruikswaarden ...........................................47/49/51
Waarborg-Informatie ........................................................................................ 52
4
Verwijderen van de verpakking
Verpakkingen en verpakkingshulpstuk-
ken van Quelle-Elektro-Huishoudelijke
apparaten zijn met uitzondering van
hout recyclebaar en dienen in principe
voor hergebruik te worden aangebo-
den.
Verpakkingen van groot apparatuur
kunt u bij de aanlevering van het
apparaat aan onze transporteur
meegeven. Deze organisatie ver-
zorgt vervolgens de aanlevering
voor hergebruik of herbewerking.
Indien u van deze mogelijkheid geen
gebruik heeft gemaakt, adviseren wij u:
Papier, karton- en golfkartonver-
pakkingen bij een daarvoor bestem-
de verzamelplaats af te geven.
Kunststofverpakkingen dienen
eveneens op een daarvoor bestem-
de verzamelplaats afgegeven te
worden. Indien een dergelijke verza-
melplaats niet binnen uw woon-
plaats of omgeving daarvan
beschikbaar is kunt u deze materia-
len met het huisvuil meegeven.
Als verpakkingsmateriaal zijn bij Quel-
le alleen recyclebare kunststoffen toe-
gestaan, bijv.:
In de voorbeelden staat
Oud apparatuur dient voor de sloop /
herbewerking buiten werking te wor-
den gesteld, dat wil zeggen dat de
voedingskabel verwijderd dient te wor-
den. Het is tevens van belang dat de
deurvergrendeling onklaar wordt ge-
maakt zodat kinderen zich niet kunnen
insluiten.
Alle kunststofdelen van het apparaat
zijn van internationaal erkende afkor-
tingen voorzien. Daardoor is bij het ver-
wijderen van apparatuur een scheiding
van kunststofafval voor een milieube-
wust recyclen mogelijk.
Neem a.u.b. contact op met de binnen
uw gemeente verantwoordelijke instan-
tie voor informatie over de betreffende
verzamelplaats.
Indien expliciet gevraagd nemen wij bij
het aanleveren van een nieuw appa-
raat, het oude apparaat tegen betaling
van een kleine vergoeding, direct re-
tour.
PE voor polyethyleen** 02 PE-HD
04 PE-LD
PP voor polypropyleen
PS voor polystyrol
Afvoer van oud apparatuur
5
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Het apparaat mag alleen door vol-
wassenen worden gebruikt. Het is
gevaarlijk wanneer u het apparaat
door kinderen laat gebruiken of kin-
deren met het apparaat laat spelen.
Het is niet toegestaan en bovendien
gevaarlijk, om veranderingen aan
het apparaat of de eigenschappen
hiervan door te voeren.
Laat de nodige werkzaamheden
voor het aansluiten van het appa-
raat op de elektriciteit en watertoe-
voer uitvoeren door een vakkundig
en erkend installateur.
Gebruik geen meerwegstekkers,
koppelstukken en verlengsnoeren
voor de elektrische aansluiting.
Brandgevaar door oververhitting!
Verwijder voor de ingebruikneming
zorgvuldig al het verpakkings- en
transportbeveiligingsmateriaal, an-
ders kunnen het apparaat en de
woning ernstig worden beschadigd
(zie het betreffende deel van de ge-
bruiksaanwijzing).
Zorg ervoor dat het apparaat niet
op het elektriciteitssnoer staat.
De opstelplaats mag niet zijn be-
dekt met dikke vloerbedekking,
hoogpolig tapijt, enzovoort, om er-
voor te zorgen dat de ventilatie van
de motor niet wordt gehinderd.
Het kan voorkomen dat huisdieren
in de wasmachine kruipen. Contro-
leer daarom voor gebruik van de
wasmachine of zich alleen was-
goed in de machine bevindt.
Het apparaat is bedoeld voor huis-
houdelijk gebruik en is alleen ge-
schikt voor het wassen van in de
huishouding gebruikelijk wasgoed.
Wanneer de wasautomaat onjuist
wordt gebruikt of voor verkeerde
doeleinden wordt ingezet, kan geen
aansprakelijkheid worden aanvaard
voor eventuele schade.
Wasgoed dat is voorbehandeld met
reinigingsmiddelen die oplosmidde-
len bevatten, bijvoorbeeld wasben-
zine, vlekverwijderaars, en
dergelijke, moeten voor het wassen
aan de lucht worden gedroogd om-
dat anders explosiegevaar bestaat.
Tijdens het wassen op hoge tempe-
raturen wordt de vuldeur zeer heet.
Raak de deur daarom niet aan en
houd kinderen uit de buurt van het
apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig, zodat deze ook in de toekomst
kan worden geraadpleegd. Wanneer u het apparaat verkoopt of aan derden
doorgeeft, zorg er dan voor dat het apparaat compleet met de gebruiksaan-
wijzing wordt overhandigd, zodat de nieuwe eigenaar zich op de hoogte kan
stellen omtrent de werkwijze van het apparaat en de daarop betrekking heb-
bende voorschriften.
Deze voorschriften bevorderen de veiligheid en moeten om deze reden voor
de installatie en ingebruikneming nauwlettend worden gelezen.
6
Controleer voordat u het apparaat
opent altijd door de vuldeur of het
water is weggepompt. Wanneer er
zich nog water in de waskuip be-
vindt, dient u dit weg te laten pom-
pen voordat u de vuldeur opent. In
geval van twijfel dient u de ge-
bruiksaanwijzing te raadplegen.
Na gebruik van het apparaat onder-
breekt u de stroomtoevoer en draait
u de betreffende waterkraan dicht.
Bij onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden moet het apparaat wor-
den losgekoppeld van het
elektriciteitsnet. Hiervoor moet de
stekker uit het stopcontact worden
getrokken of de zekering in de ze-
keringkast moet worden uitgescha-
keld of losgedraaid.
Ook een automatisch functionerend
apparaat zoals de wasmachine mag
tijdens de looptijd niet gedurende
langere tijd zonder toezicht achter
worden gelaten. Wanneer u langere
tijd niet bij het apparaat in de buurt
bent, moet het wasprogramma wor-
den onderbroken door het apparaat
uit te schakelen.
Probeer in geen geval het apparaat
zelf te repareren. Reparaties die niet
worden uitgevoerd door vakmen-
sen, kunnen leiden tot ernstige on-
gevallen of bedrijfsstoringen.
Neem contact op met de plaatselij-
ke klantenservice. De adresgegeve-
ns vindt u in de bronnencatalogus.
Eventueel bevindt zich in uw was-
automaat nog een geringe hoeveel-
heid restwater. Dit is te wijten aan
de zeer grondige tests in de fabriek,
waaraan ieder apparaat wordt on-
derworpen.
Het in vergelijking met oudere was-
machines afwijkende geluid bij het
centrifugeren van uw nieuwe was-
automaat is kenmerkend voor de
moderne aandrijftechniek met een
elektronisch geregelde universele
motor.
Deze nieuwe aandrijving maakt het vol-
gende mogelijk
behoedzaam wassen met zachte
aanloop;
betere verdeling van het wasgoed
bij het centrifugeren;
een goede stabiliteit tijdens het
centrifugeren.
De gebruiksaanwijzing is bedoeld
voor meerdere apparaten. Afhanke-
lijk van het type apparaat kunnen
details dus verschillen.
Tips
7
Beschrijving van het apparaat
8
Transportbeveiliging
Verwijder de transportbeveili-
gingen
Attentie!
Voordat u het apparaat voor de eer-
ste keer in gebruik neemt is het van
groot belang dat alle beveiligings-
mechanismen voor het transport als
volgt zijn verwijderd.
1. Aan de achterzijde van het apparaat
de beide slanghouders openen en
de slangen evenals de voedingska-
bel uitnemen.
2. De beide slanghouders met een
krachtige ruk van het apparaat af-
trekken.
3. De schroef (D) met de speciale
sleutel (A) uitschroeven en incl.
drukveer uitnemen.
4. Het nu ontstane gat met de bijgele-
verde afsluitdop (C) afsluiten.
5. De 2 schroeven (E) met de bijgele-
verde speciale sleutel (A) uitschroe-
ven.
6. De 4 schroeven (F) met de speciale
sleutel (A) uitschroeven.
7. De transportgeleidingen (G) afne-
men.
8. De nu ontstane, zichtbare grote ga-
ten met de bijbehorende afsluitdop-
pen (B) afsluiten.
9
9. De 4 schroeven (F) weer opschroe-
ven.
Attentie! De afsluitdoppen zo vast in-
drukken dat deze in de achterwand
vastklikken.
Uw apparaat is sproeiwaterbestendig.
De wasautomaat is nu ontdaan van
de transportbeveiligingen en kan
worden aangesloten.
Tip: Het is aan te bevelen om alle
transportbeveiligingen te bewaren om-
dat deze bij een eventuele verhuizing
weer gemonteerd dienen te worden.
10
Installatie
Opstelling
De wasautomaat kan op iedere vlakke
en stevige ondergrond worden ge-
plaatst. De voeten van het apparaat
moeten alle vier stevig op de vloer
staan.
Controleer de horizontale, correcte op-
stelling bijvoorbeeld met een waterpas.
Kleine oneffenheden kunnen worden
gecorrigeerd door het naar buiten of
naar binnen draaien van de vier appa-
raatvoeten.
De vier apparaatvoeten kunnen wor-
den versteld door middel van de mee-
geleverde speciale sleutel.
Oneffenheden van de ondergrond mo-
gen nooit gelijk worden gemaakt door
hout, karton of dergelijke materialen
onder het apparaat te leggen.
Bij een opstelvlak met een constructie
van houten balken, adviseren wij het
apparaat op een minimaal 3 cm dikke
en 60 x 60 cm grote multiplexplaat te
plaatsen. Deze moet aan de onder-
grond zijn vastgeschroefd.
De wasautomaat kan, ook in combina-
tie met een droger, het beste in een
hoek van de ruimte worden geplaatst.
In een hoek is de vloer het beste inge-
spand en zal deze zo min mogelijk de
neiging hebben tot resoneren.
Opstelling op een betonsokkel
Bij opstelling op een betonsokkel moe-
ten om veiligheidsredenen in ieder ge-
val standplaten worden gemonteerd,
waarin de wasautomaat wordt ge-
plaatst. De standplaten zijn verkrijg-
baar via de klantenservice.
11
Watertoevoer/koud water
Hiervoor is een waterkraan nodig met
slangverbinding
3
/
4
".
De waterdruk (stromingdruk) moet 10
tot 100 N/cm
2
(1-10 bar) bedragen.
De wasautomaat kan zonder terug-
stroomklep op iedere waterleiding wor-
den aangesloten.
Het apparaat is voorzien van veilig-
heidsinrichtingen die vervuiling van het
drinkwater door terugstroming voorko-
men en die voldoen aan de wettelijke
voorschriften (bijvoorbeeld de DVGW-
richtlijnen voor Duitsland).
Let op!
Apparaten die zijn bedoeld voor aan-
sluiting op de koudwaterleiding mo-
gen niet op warm water worden
aangesloten.
De meegeleverde watertoevoerslang
wordt met het hoekstuk aan het appa-
raat bevestigd.
Voor het vastschroeven van de kunst-
stof moer moet eerst een afdichtring
worden aangebracht, indien deze nog
niet aanwezig is.
Het andere uiteinde wordt aan de wa-
terkraan bevestigd.
De afdichtringen en de platte filter vindt
u, wanneer deze niet reeds zijn aange-
bracht, in het meegeleverde pakket.
Controleer nu met geopende water-
kraan (onder volledige druk) de aan-
sluitingen op het apparaat en op de
waterkraan op eventuele lekkage.
Ter voorkoming van waterschade moet
de waterkraan na het wassen worden
dichtgedraaid.
Wanneer de reeds aan de achterzijde
gemonteerde watertoevoerslang niet
lang genoeg is, moet deze door de
klantenservice vakkundig worden ver-
lengd resp. vervangen. De gebruikte
toevoerslangen moeten een drukweer-
stand hebben van minimaal 60 bar en
voldoen aan de VDE-normen.
Eventuele bijzondere voorschriften
van het plaatselijke waterleidingbe-
drijf moeten nauwlettend in acht
worden genomen!
12
Waterafvoer
Voor de sifonaansluiting is op de af-
voerslang een rubberen vormstuk ge-
monteerd. De afvoerslang moet aan de
kant van de sifon met de bevestigings-
klem worden vastgemaakt. Bij het ont-
breken van een sifonaansluiting moet
de afvoerslang in het meegeleverde
bochtstuk worden geschoven. Vervol-
gens kan deze over de rand van een
voldoende grote afwas- of spoelbak of
in een badkuip worden gehangen. De
rand van de afwas-/spoelbak mag niet
meer dan 100 cm boven de vloer lig-
gen. Er moet een voldoende grote ge-
middelde afvoercapaciteit
gegarandeerd zijn. Kleine handwas-
bakken zijn om deze reden niet ge-
schikt.
De afvoerslang mag niet worden ge-
knikt en moet tijdens het gebruik ter
voorkoming van vallen worden geze-
kerd (bijvoorbeeld aan het oog van het
bochtstuk).
Uitloophoogte
maximaal 100 cm
Elektrische aansluiting
De aansluiting mag alleen plaatsvinden
op een volgens de voorschriften geïn-
stalleerd, geaard stopcontact met 220-
230 V (50 Hz).
De aansluitwaarde bedraagt ca.
2,15 kW.
Noodzakelijke beveiliging:
10 A - beveiligingsschakelaar.
Het apparaat voldoet aan de VDE-
voorschriften.
Bijzondere voorschriften van het plaat-
selijke energiebedrijf moeten nauwlet-
tend in acht worden genomen.
Alleen voor Oostenrijk
Bij gebruik van een aardlekschakelaar
voor de installatie moet deze ook ge-
schikt zijn voor pulserende lekstroom.
13
Milieubeschermende en energiebesparende tips
Energiebesparing en milieu-
belasting zijn thema's die voor ie-
dereen van belang zijn.
Uw nieuwe wasautomaat is uitgerust
met een vulgewichtsensor en “Fuzzy-
Logic”.
Het hierdoor sensorgestuurde waspro-
ces zorgt door
de watersproei-automaat;
de variabele spoelgangen;
de schuim- en beladingsonafhanke-
lijke waterhoeveelheid;
en de onbalans-geregelde centrifu-
ge voor de beste was- en spoelre-
sultaten bij het laagste, automatisch
aangepaste waterverbruik.
Verdere voordelen zijn:
De schepribben in de wastrommel
zorgen ervoor dat de was intensief
en gelijkmatig met water doordrenkt
wordt.
Het programma voor in de machine
wasbare en met de hand wasbare
wol.
Milieubewust wassen, dat wil zeggen
energie, water en wasmiddel besparen
zonder dat het wasresultaat hierdoor
wordt beïnvloed. Om water en was-
middel optimaal te benutten, duren de
huidige wasprogramma's iets langer.
De belangrijkste bijdrage aan milieube-
wust wassen kunt u echter zelf leveren
door de volgende besparingstips in
acht te nemen:
1. Maximale belading
U wast het zuinigst wanneer de maxi-
male belading van het betreffende pro-
gramma wordt gebruikt.
2. Wassen zonder voorwas
Bij normaal vervuild wasgoed is over
het algemeen een programma zonder
voorwas voldoende.
3. Energiebesparende pro-
gramma's
Bij deze programma's kan tot 30%
stroom worden bespaard! De langere
wastijd zorgt voor een intensief gebruik
van de reinigingsactieve substanties
van uw wasmiddel.
Met name goed geschikt voor vloeiba-
re wasmiddelen.
Uw wasautomaat is uitgerust met de
volgende energiebesparende program-
ma's:
Energie besparen - witte was E
60°C
Dit programma wordt aangeraden
voor licht vervuilde witte was,
bijvoorbeeld korte tijd gebruikt bed-
dengoed en kort gedragen kleding,
en onlangs vervuild geraakt tafellin-
nen.
Energie besparen - bonte was E
40°C
Met dit energiebesparende pro-
gramma kan licht vervuilde bonte
was worden gewassen, die anders
op 60°C zou worden gewassen.
Energie besparen - kreukherstel-
lend E 40°C
Voor licht vervuild kreukherstellend
wasgoed, dat anders op 60°C zou
worden gewassen.
4. Korte programma's
Bij licht vervuild wasgoed kunt u een
kort programma voor de betreffende
textielsoort kiezen.
14
5. Snel programma 30°C/30
min
Dit speciale programma is geschikt
voor licht vervuild of bezweet was-
goed, bijvoorbeeld één keer gedragen
sportkleding.
Wastemperatuur 30°C, wasduur ca. 30
minuten, vulgewicht max. 2,5 kg.
6. Wasmiddeldosering
Doseer het wasmiddel conform de wa-
terhardheid, de hoeveelheid wasgoed
en de mate van vervuiling van het was-
goed.
Houd u aan de doseervoorschriften op
de wasmiddelverpakking.
7. Wasverzachter
Gebruik alleen wasverzachter wanneer
dat noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij
synthetische mengweefsels om stati-
sche elektriciteit te voorkomen.
Wanneer u een wasdroger gebruikt,
wordt uw wasgoed ook zonder was-
verzachter zacht en wollig.
15
Beschrijving van het bedieningspaneel
1 Wasmiddelschuiflade
2 Programmakeuzeknop en hoofdschakelaar
3Multidisplay
4 Indicatie van het programmaverloop
5 Toets “Centrifugeren” met toerentalindicatie
6 Toets “Voorwas”
7 Toets “Extra kort”
8 Toets “Vlekken”
9 Toets “Spoelstop”
10 Toets “Spoelen +”
11 Toets “Starttijdkeuze”
12 Toets “Start/pauze”
Tip: Het programma en de temperatuur zijn goed ingesteld wanneer in het
gewenste wasgedeelte de markering op de programmakeuzeknop (2) overeen-
komt met de betreffende temperatuur resp. met het betreffende speciale pro-
gramma.
16
Functie van de bedieningselementen
1 Wasmiddellade
De wasmiddellade bevindt zich aan de
linkerkant van het bedieningspaneel.
Houd de schuiflade bij de handgreep
vast en trek deze voorwaarts naar buiten.
In de verschillende vakken worden de
wasmiddelen voor de voor- en hoofd-
was, vlekkenzout, wasverzachter en
stijfsel gevuld.
Het wasmiddel wordt vervolgens over-
eenkomstig het programma in de ma-
chine gespoeld.
Voor meer details gaat u naar pagina
24.
2 Programmakeuzeknop en
hoofdschakelaar
De wasautomaat heeft 5 verschillende
wasgroepen:
Witte en bonte was
Mogelijke wastemperaturen: 95°,
E 60°, 60°, E 40°, 40°, 30° C en koud.
Kreukherstellend
Mogelijke wastemperaturen: 60°,
E 40°, 40°, 30° C (= strijkvrij) en koud.
•Fijne was
Mogelijke wastemperaturen: 40° en
30° C.
Wol / P (handwas)
Mogelijke wastemperaturen: 40° en
30° C en koud.
Extra programma's
Inweken 30°, spoelen, stijven/wasver-
zachten, pompen, normaal
centrifugeren, snel programma 30°/
30min.
Bij iedere groep horen de wastech-
nisch noodzakelijke temperaturen. Om
deze reden zijn wasprogramma en
temperatuur met elkaar verbonden –
de handige eenknopsautomaat met
vrije temperatuurkeuze.
Programmakeuze
Door de programmakeuzeknop naar
rechts of links te draaien, kiest u de
wasgroep en de gewenste temperatuur
resp. het gewenste speciale program-
ma.
Door het programma in te stellen wordt
tegelijkertijd het apparaat ingescha-
keld.
Het programma begint pas wanneer op
de toets Start/pauze wordt gedrukt.
Wanneer het programma is beëin-
digd, moet het apparaat worden uit-
geschakeld. Draai de
programmakeuzeknop naar de
stand “Uit”.
17
Programma's corrigeren
Zolang de toets Start/pauze niet is in-
gedrukt, kan het programma nog wor-
den gewijzigd.
Wanneer een reeds gestart programma
moet worden gewist, draait u de pro-
grammakeuzeknop naar de stand
“Uit”.
3 Multidisplay
In het multidisplay worden de volgende
functies weergegeven:
(Resterende) looptijd
De looptijd van het gekozen pro-
gramma resp. de resterende loop-
tijd wordt in uren en minuten
weergegeven.
Voorbeeld:
Starttijdkeuze
De gekozen starttijd van 1 tot 24 h
resp. de resterende tijd tot de start
van het programma wordt weerge-
geven in uren.
Voorbeeld:
Foutcode
Storingen die u eventueel zelf kunt
oplossen of waarover u de klanten-
service belangrijke informatie kunt
geven, worden weergegeven,
bijvoorbeeld “E10”. Zie ook pagina
39.
Voorbeeld:
4 Indicatie van het program-
maverloop
Wanneer het gewenste programma
is ingesteld, gaan de lampjes bran-
den van de programmastappen die
in dit programma worden uitgevoerd.
Nadat op de toets Start/pauze is
gedrukt, wordt de actuele program-
mastap aangegeven die op een be-
paald moment wordt uitgevoerd.
Het programma is beëindigd wan-
neer het lampje “Einde” brandt. U
kunt nu de wasmachinedeur ope-
nen en de was uit de machine ne-
men.
18
Wanneer het lampje “Pluizenfilter”
brandt, kan het water niet volledig
worden weggepompt omdat de af-
voerslang geknikt of verstopt is, of
omdat de waterafvoer om een an-
dere reden is geblokkeerd (zie ook
pagina 38).
5 Toets “Centrifugeren” met
toerentalindicatie
Met deze toets kunt u het maximale
centrifugetoerental wijzigen dat voor
het ingestelde programma is bedoeld.
Door op de toets te drukken geeft u
aan met welk centrifugetoerental uw
wasgoed moet worden gecentrifu-
geerd.
Het indicatielampje van de gekozen
functie brandt.
De volgende centrifugetoerentallen
kunnen worden gekozen:
Witte/bonte was
1600 / 1000 / 700 / 500 toeren/mi-
nuut
Kreukherstellend en wol
1000 / 700 / 500 toeren/minuut
Fijne was en snel programma
700 / 500 toeren/minuut
Witte/bonte was
1400 / 1000 / 700 / 500 toeren/mi-
nuut
Kreukherstellend en wol
1000 / 700 / 500 toeren/minuut
Fijne was en snel programma 30°
700 / 500 toeren/minuut
Witte/bonte was
1200 / 1000 / 700 / 500 toeren/mi-
nuut
Kreukherstellend en wol
1000 / 700 / 500 toeren/minuut
Fijne was en snel programma
700 / 500 toeren/minuut
Bij de instelling “0“ (niet centrifuge-
ren) wordt aan het einde van het pro-
gramma het laatste spoelwater
weggepompt, maar wordt het was-
goed niet gecentrifugeerd.
Tip!
Voor de wasgroep witte/bonte was
kan de instelling “0“ (niet centrifuge-
ren) niet worden gekozen.
Het toerental voor het tussendoor cen-
trifugeren is afhankelijk van het geko-
zen programma en kan niet worden
veranderd.
Tip!
Het centrifugetoerental kan nog
worden veranderd terwijl een pro-
gramma wordt uitgevoerd.
Om dit te doen
drukt u op de toets “Start/pauze”
verandert u het centrifugetoerental
drukt u opnieuw op de toets “Start/
pauze”.
Andere instellingen kunnen in deze
situatie niet meer worden veranderd.
Dynamic 6816
Dynamic 6814
Dynamic 6812
19
6 Toets “Voorwas”
Door op deze toets te drukken wordt
het ingestelde wasprogramma uitge-
voerd met een warme voorwas (30°C).
Dit is alleen noodzakelijk bij zeer sterk
vervuild wasgoed.
De functie is actief wanneer het lampje
boven de functie brandt.
Tip:
In combinatie met de wasgroep
“Wol” en de extra programma's is de
voorwasfunctie niet actief.
7 Toets “Extra kort”
Door op deze toets te drukken wordt
de hoofdwasgang van het ingestelde
programma verkort. Geschikt voor licht
vervuilde was.
Tip:
Deze functie kan niet worden inge-
steld in combinatie met de energie-
besparende programma's E 60° en E
40°, het wol- en het snelle program-
ma.
8 Toets “Vlekken”
Deze toets moet worden ingedrukt
wanneer vlekkenzout wordt gebruikt
ter behandeling van wasgoed met
vlekken.
De hoofdwasgang met optimale in-
spoeling van het vlekkenzout wordt
hierdoor verlengd.
Tips!
De functie “Vlekken” kan alleen
worden gekozen bij wastempera-
turen vanaf 40 °C, aangezien
vlekkenzout pas bij hogere tem-
peraturen werkzaam is.
Deze functie kan niet worden in-
gesteld in het wol- en snelle pro-
gramma en wanneer de toets
“Extra kort” is ingesteld.
9 Toets “Spoelstop”
Als spoelstop wordt gekozen, blijft het
wasgoed in het laatste spoelwater lig-
gen. Kreuken wordt hierdoor vermin-
derd wanneer het wasgoed niet direct
uit de machine wordt genomen.
Deze functie kan in combinatie met alle
wasgroepen worden gekozen.
De spoelstop wordt in het multidisplay
aangegeven door “0”. Het lampje
“Start/pauze” knippert.
Het laatste spoelwater moet nog wor-
den weggepompt, voordat de wasma-
chinedeur kan worden geopend.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Op de toets “Start/pauze” drukken.
Het water wordt weggepompt en
het wasgoed wordt gecentrifu-
geerd met het toerental dat voor het
gekozen programma was bedoeld.
Tip! Nadat opnieuw op de toets
“Start/pauze” is gedrukt, kan het
toerental ook tijdens het centrifuge-
ren nog worden veranderd.
Of draai de programmakeuzeknop
eerst naar “Uit” en dan naar “Pom-
pen” en druk op de toets “Start/
pauze”. Het water wordt (zonder
centrifugeren) weggepompt.
10 Toets “Spoelen +”
Wanneer op deze toets wordt gedrukt,
wordt bij de programma's witte/bonte
was, kreukherstellend en fijne was een
extra spoelgang uitgevoerd. Dit kan
wenselijk zijn in gebieden met zeer
zacht water en voor mensen met een
gevoelige huid.
20
11 Toets “Starttijdkeuze”
Door op deze toets te drukken kan de
start van het ingestelde programma 1
tot max. 24 uur worden uitgesteld.
Druk zo vaak op de toets tot in het
multidisplay het gewenste aantal uren
wordt weergegeven waarmee de start
moet worden uitgesteld (1 h-24 h). Na-
dat op de toets “Start/pauze” is ge-
drukt, wordt de resterende tijd tot de
start van het programma steeds in hele
uren weergegeven.
Tijdens het aflopen van de starttijd-
keuze kan de vuldeur nog worden
geopend om wasgoed bij te vullen.
Om dit te doen drukt u op de toets
“Start/pauze”, zodat de deur kan
worden geopend en het wasgoed in
de machine kan worden gevuld.
Sluit de vuldeur en druk opnieuw op
de toets “Start/pauze”.
De starttijdkeuze kan tijdens het af-
lopen worden gewijzigd of worden
geannuleerd. Druk eerst op de toets
“Start/pauze”. Druk vervolgens zo
vaak op de toets “Starttijdkeuze”
tot de gewenste tijd wordt weerge-
geven of tot er geen uren meer wor-
den weergegeven. Wanneer de
programmalooptijd van het gekozen
programma in het multidisplay ver-
schijnt, wordt het wasprogramma
gestart.
Instellen van de starttijdkeuze
Wasprogramma kiezen.
Eventueel op extra toetsen drukken.
Starttijdkeuze instellen zoals hier-
boven is beschreven.
Op de toets “Start/pauze” drukken.
Het programma begint wanneer de
ingestelde tijd is afgelopen.
12 Toets “Start/pauze”
Deze toets heeft 3 functies:
Start
Nadat op de toets is gedrukt, wordt
een geselecteerd wasprogramma
gestart. Het lampje boven de toets
brandt vervolgens constant.
Wanneer de functie starttijdkeuze is
ingesteld, wordt het aftellen van de
tijd gestart. Na afloop van de inge-
stelde tijd begint het programma
automatisch.
Pauze
Een wasprogramma dat reeds
wordt uitgevoerd, kan door op deze
toets te drukken worden onderbro-
ken en door opnieuw op de toets te
drukken weer worden voortgezet.
Tijdens de pauze knippert het lamp-
je boven de toets.
Tip! Als het wasprogramma tijdens
de pauze moet worden gewijzigd,
moet de programmakeuzeknop
eerst naar de stand “Uit” worden
gedraaid.
Pompen/centrifugeren
Nadat op de toets “Start/pauze” is
gedrukt, wordt
– bij het programma “Inweken 30°”
het water weggepompt;
bij programma's die met een
spoelstop eindigen het water
weggepompt en aansluitend het
wasgoed gecentrifugeerd.
21
Functietips
Druktoetsen
De druktoetsen zijn zgn. korte-slag-
toetsen die niet vastklikken.
Het volgende betreft de toetsen “Voor-
was”, “Extra kort”, “Vlekken”, “Spoel-
stop” en “Spoelen +”:
Door op de toets te drukken wordt
de functie ingeschakeld, het bijbe-
horende lampje gaat branden.
Om de functie uit te schakelen
drukt u opnieuw op dezelfde toets.
Al naar gelang het wasprogramma
kunnen verschillende functies met
elkaar worden gecombineerd. Als
echter bij een wasprogramma een
functie wordt gekozen die niet zin-
vol is of niet is toegestaan, dan
knippert in het multidisplay de indi-
catie “Err” en wordt de functie niet
uitgevoerd.
Programmalooptijd
Bij de programmakeuze wordt in het
multidisplay de programmaduur weer-
gegeven in uren en minuten.
De programmaduur wordt echter door
meerdere factoren beïnvloed,
bijvoorbeeld de hoeveelheid wasgoed,
de temperatuur van het water dat in de
machine wordt gespoeld, schuimvor-
ming, enzovoort. Deze factoren wor-
den door de elektronica geregistreerd
en de indicatie van de resterende loop-
tijd wordt overeenkomstig aangepast.
Programma veranderen
Zolang het wasprogramma nog niet is
gestart, kan de programmakeuze nog
worden veranderd.
Als het programma reeds is gestart:
Op de toets “Start/pauze” drukken.
Programmakeuzeknop op “UIT”
draaien.
Nieuw programma kiezen.
Programma onderbreken
Om een lopend programma te onder-
breken drukt u op de toets “Start/pau-
ze”. Het lampje boven de toets
knippert (zie pagina 20/positie 12).
Om door te gaan met het programma
drukt u opnieuw op de toets “Start/
pauze”.
Programma-einde
Wanneer een programma is beëindigd,
brandt het lampje “Einde” in de indica-
tie van het programmaverloop. U kunt
nu de wasmachinedeur openen en de
was uit de machine nemen.
22
Programmatips
Wolprogramma P
Met dit programma kan niet alleen in
de machine wasbare wol met het was-
voorschrift “vervilt niet” worden ge-
wassen, maar ook met de hand
wasbare wol en andere met de hand
wasbare textielsoorten. Het lastige
wassen in een wasbak wordt nu door
het apparaat van u overgenomen.
Strijkvrij programma
Bij het strijkvrije programma wordt met
30° C zo voorzichtig gewassen, dat er
nauwelijks nog kreuken ontstaan.
Kreukvrije overhemden of blouses die
na het wassen op een kleerhanger
worden gedroogd, hoeven helemaal
niet of slechts heel even te worden ge-
streken. Het vulgewicht mag in het pro-
gramma “Strijkvrij” niet hoger zijn dan
1 kg droog wasgoed.
Inweken 30°
Het inweekprogramma kan vooraf-
gaand aan ieder wasprogramma wor-
den ingeschakeld.
De temperatuur bedraagt 30°C, de
duur circa 20 minuten. Aan het einde
blijft het wasgoed in het inweeksop lig-
gen (spoelstop).
Voordat het eigenlijke wasprogramma
nu wordt ingesteld, moet eerst het in-
weeksop worden weggepompt.
Druk hiervoor op de toets “Start/
pauze”. Het inweeksop wordt weg-
gepompt.
Of draai de programmakeuzeknop
naar “Centrifugeren” (eventueel toe-
rental verminderen afhankelijk van
het soort wasgoed). En aansluitend
op de toets “Start/pauze” drukken.
Het inweeksop wordt weggepompt en
het wasgoed wordt gecentrifugeerd.
Spoelen
Afzonderlijk spoelen (3 spoelgangen),
bijvoorbeeld voor het spoelen van met
de hand gewassen textiel. Vloeibaar
toevoegmiddel uit het wasmiddelvakje
æ wordt ingespoeld. Centrifugeren
met het maximale toerental.
Let op! Afhankelijk van het soort was-
goed moet eventueel het toerental
worden verminderd.
Stijven/wasverzachten
Afzonderlijk stijven of wasverzachten (1
spoelgang). Vloeibaar toevoegmiddel
(stijfsel/wasverzachter) uit het wasmid-
delvakje æ wordt ingespoeld. Centrifu-
geren met het maximale toerental.
Let op! Afhankelijk van het soort was-
goed moet eventueel het toerental
worden verminderd.
Pompen
Pompen van het laatste spoelwater na
programma's die eindigen met een
spoelstop.
Centrifugeren
Afzonderlijk centrifugeren met maxi-
maal toerental, bijvoorbeeld voor het
centrifugeren van met de hand gewas-
sen textiel.
Let op! Afhankelijk van het soort was-
goed moet eventueel het toerental
worden verminderd.
Snel programma 30°/30min
Voor het opfrissen van slechts licht ver-
vuild wasgoed bij 30°C. Duur ca. 30
minuten.
Niet geschikt voor wol!
23
Het vullen van de wasautomaat
Deur openen.
Voor het openen van de deur dient de
handgreep “A” naar voren getrokken te
worden.
Als de deur vergrendeld is, licht het
controlelampje “B” boven de deur-
greep op.
Als het lampje zelfstandig dooft kan de
deur weer worden geopend.
Noodopening
Als het absoluut noodzakelijk is om de
deur te openen voordat een program-
ma is afgelopen: de programmakeuze-
knop op de stand „UIT“ draaien.
Na ca. 2 minuten kan de vuldeur wor-
den geopend (Let op! Let op het water
in de automaat).
Deur sluiten.
Na het plaatsen van de was, de deur
gewoon dichtdrukken totdat de deur-
vergrendeling hoorbaar inklikt.
De wasautomaat start alleen als de
deur op de juiste wijze is gesloten.
Het vullen van de wasauto-
maat
Het wasgoed vouwen en losjes in de
wasautomaat leggen.
Het liefst groot en klein wasgoed ge-
mengd wassen.
Let op het gewicht van het wasgoed.
Als de trommel alleen met grote stuk-
ken wasgoed is gevuld (bijv. badjas),
kan een trilgeluid en een onrustige loop
ontstaan. Dit heeft echter geen invloed
op het functioneren van de wasauto-
maat.
Tip!
Let op dat er geen wasgoed tussen
de deur wordt geklemd!
Textiel evenals de rubbermachet van
de deur kunnen hierdoor worden be-
schadigd.
Vulgewichten
De toegestane vulgewichten voor was-
goed zijn als volgt:
Witte/bonte was
normaal vervuild
sterk vervuild
5,0 kg
3,5 kg
Kreukherstellend
wasgoed
bij STRIJKVRIJ
2,5 kg
1,0 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol 2,0 kg
24
Wasmiddeldosering
Schuiflade voor was- en nabe-
handelingsmiddel
Poedervormige wasmiddelen
Inspoelvak A (rechts)
In dit vak vult u het wasmiddel voor
voorwas en inweken.
Om ervoor te zorgen dat de midde-
len volgens het programma worden
ingespoeld, moet
bij de programma's Witte/bonte
was, Kreukherstellend en Fijne
was op de toets “Voorwas” wor-
den gedrukt;
bij inweken het speciale program-
ma “Inweken 30°” zijn ingesteld.
Inspoelvak B (links)
In dit vak vult u het wasmiddel voor
de hoofdwas en eventueel water-
ontharder.
Inspoelvak C (midden achter)
Wanneer in combinatie met een
wasprogramma op de toets “VLEK-
KEN” wordt gedrukt, moet in dit vak
het vlekkenzout worden gedo-
seerd. Het middel wordt dan op het
optimale moment tijdens de hoofd-
wasgang ingespoeld.
Inspoelvak D (midden voor)
In dit vak doseert u de vloeibare na-
behandelingsmiddelen, zoals was-
verzachter, verzorgingsmiddel,
vloeibaar stijfsel, enzovoort.
Let op dat deze middelen slechts
tot de markering “MAX” mogen
worden bijgevuld, anders bestaat
de mogelijkheid dat deze vroegtijdig
worden weggezogen.
Tip!
Alle wasmiddelen worden voor de
start van het programma in de
betreffende vakjes van de was-
middellade gedoseerd.
Vloeibare wasmiddelen en
wasmiddeltabs
In plaats van waspoeder kunnen ook
vloeibare wasmiddelen en wasmiddelt-
abs voor de hoofdwas worden ge-
bruikt.
Doseer deze middelen in het hoofd-
wasvak B.
Let op!
Wanneer door het gebruik van de start-
tijdkeuze het programma pas later be-
gint, moet voor vloeibare wasmiddelen
een doseerhouder, bijvoorbeeld een
wasbol, worden gebruikt die door de
wasmiddelfabrikant wordt aangebo-
den.
Voor tips omtrent was- en nabehan-
delingsmiddelen gaat u naar pagina
31/32.
25
Beknopte gebruiksaanwijzing
Ingebruikneming
Is het transportbeveiligingsmateriaal
verwijderd (zie pagina 8/9)?
De belangrijkste handelingen bij het in
gebruik nemen van het apparaat zijn
als volgt:
1. Watertoevoerslang op het apparaat
en op de waterkraan aansluiten en
de waterkraan openen.
2. Waterafvoerslang in een afvoer of
dergelijke inrichting hangen en be-
vestigen.
3. Stekker in een geaard stopcontact
steken.
Voor het schoonmaken van de
trommel en kuip adviseren wij een
normaal programma voor witte was
zonder voorwas uit te voeren. Vul
een
1
/
2
maatbeker wasmiddel in de
wastrommel en plaats voor deze
reiniging geen enkel stuk wasgoed
in de machine. Aansluitend kunt u
de wasmachine volgens de voor-
schriften in de gebruiksaanwijzing
in gebruik nemen.
Zo kunt u wassen...
4. De vuldeur openen en de voorge-
sorteerde was in de machine plaat-
sen.
5. Wasmiddel in de wasmiddellade
vullen en de lade terugschuiven.
6. Programmakeuzeknop naar het ge-
wenste programma draaien. Het
apparaat is ingeschakeld. In het
multidisplay wordt de programma-
duur, en in de indicatie van het pro-
grammaverloop worden de
programmastappen weergegeven.
7. Druk de toetsen voor de extra func-
tiesVoorwas/Extra kort/Vlekken/
Spoelen +” naar wens in.
8. Verminder eventueel het centrifuge-
toerental of kies “Spoelstop”.
9. Wanneer het programma later moet
starten, stelt u de starttijdkeuze in,
max. 24 uur.
10.Pas nu kunt u het apparaat starten
door op de toets “Start/pauze” te
drukken. Het programma wordt ver-
der automatisch uitgevoerd. Wan-
neer de spoelstopfunctie is
ingeschakeld, blijft de was aan het
einde van het programma in het
laatste spoelwater liggen. (Op de in-
dicatie van het programmaverloop
brandt het lampje Spoelstop.)
Let daarom op, dat na programma's
met spoelstop voor het openen van
de deur altijd eerst het laatste
spoelwater wordt weggepompt.
Draai de programmakeuzeknop
daarom naar “Pompen” en druk
vervolgens op de toets “Start/pau-
ze” (water wordt zonder centrifuge-
ren weggepompt); of
druk op de toets “Start/pauze”
(het water wordt weggepompt en
het wasgoed wordt gecentrifu-
geerd met het toerental dat voor het
gekozen programma was bedoeld).
11.Deur openen. Pas wanneer in de in-
dicatie van het programmaverloop
“Einde” wordt weergegeven, kunt u
de vuldeur openen en de was uit de
machine nemen.
12.Na het einde van het programma
draait u de programmakeuzeknop
op “Uit”. Het apparaat is uitgescha-
keld.
13.Wanneer er niet meer wordt ge-
wassen, sluit u de waterkraan. Laat
de vuldeur op een kier open staan,
zodat de trommel kan drogen.
26
Wasvoorbereiding
Was sorteren
Let op het behandelingsetiket in uw
textiel en de wasvoorschriften van de
fabrikant.
Sorteer de was als volgt:
•Witte was
•Bonte was
Kreukherstellend weefsel
•Fijne was
•Wol
Voorbehandeling van de was
Gekleurd en wit textiel hoort niet sa-
men gewassen te worden. Witte
was krijgt een grauwsluier door het
wassen.
Nieuw, gekleurd wasgoed kan tij-
dens de eerste wasbeurt kleur afge-
ven. Het is beter om dergelijke
stukken voor de eerste keer sepa-
raat te wassen.
Kleding en textiel van wol dienen
voorzien te zijn van een etiket met
het wolmerk en de extra aanduiding
“vervilt niet”, “geen vervilting” of
“wasmachinebestendig”. Ook wol
dat met de hand gewassen kan
worden, kan zonder problemen in
de wasmachine worden gewassen.
Controleer of de zakken leeg zijn en
dat er geen metalen delen (bijvoor-
beeld paperclips, veiligheidsspel-
den, naalden, etc.) in de was
achterblijven. Sluit ritsen, haken en
ogen en knoop overtrekken dicht.
Losse riemen, lange delen van een
schort samenbinden.
Hardnekkige vlekken voor het was-
sen verwijderen. Sterk vervuilde
plekken eventueel met een spe-
ciaal wasmiddel of een waspasta
insmeren.
Gordijnen uiterst zorgvuldig behan-
delen. Deze kunnen immers al bij
geopende ramen of bij het afnemen
worden beschadigd (zgn. “trekker”).
Haakjes uit de gordijnen verwijde-
ren of in een wasnet of waszak
plaatsen.
Voor dergelijke schade kunnen wij
nooit aansprakelijk worden gesteld.
Zeer kleine of zeer tere weefsels
(bijvoorbeeld babysokjes, nylon-
kousen, etc.) kunnen indien in een
klein kussensloop met een ritslui-
ting of in een grotere sok gestopt,
zonder problemen worden gewas-
sen.
27
Wasgoed in de machine doen
Volg de aanwijzingen voor het maxi-
male vulgewicht op!
De aanwijzingen voor het maximale
vulgewicht, gesorteerd naar type tex-
tiel (inclusief voorbeelden), treft u in het
overzicht aan.
Vuistregels
Droge witte en bonte was tot een
handbreedte onder de bovenste
rand van de trommel vullen.
Een emmer van 10 liter bevat onge-
veer 2,5 kg droge was (katoen).
De was losjes in de wastrommel
plaatsen, liefst grotere en kleinere
stukken door elkaar.
Tip:
Als de trommel met te weinig was-
goed is gevuld (bijv. een enkele
badjas), kan een trilgeluid en een
onrustige loop ontstaan. Plaats
meer textiel in de wastrommel.
U kunt nu wollen producten die
met de hand of de machine mo-
gen worden gewassen, pro-
bleemloos in uw toestel wassen.
28
Internationale textielbehandelingssymbolen
VERENIGING VOOR TEXTIELETIKETTERING VOOR WAS- EN STRIJKBEHANDELING - NEDERLAND
Kalfjeslaan 56 · 2623 AJ Delft · Telefoon 015 261 12 05 · Telefax 015 262 71 52
Onderhoudssymbolen
Versie 1993
WEEFSELS
(Waskuip)
P
ç éèêë íì î ï ñ
Gewoon
pro-
gramma
Kreuk-
herstel-
lend
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Kreuk-
herstel-
lend
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Kreuk-
herstel-
lend
pro-
gramma
Speciaal
kreuk-
herstel-
lend pro-
gramma
Kreuk-
herstel-
lend pro-
gramma
Handwas
Niet
wassen
De getallen in de kuip geven de hoogst toelaatbare wastemperaturen aan; deze niet
overschrijden. -De streep onder de kuip betekent: weinig (mechanische) beweging (voor bijv.
kreukherstellend programma). Het geeft de wascycli weer die bijvoorbeeld geschikt zijn voor
kreukherstellend en mechanisch kwetsbaar wasgoed.
BLEKEN
(Driehoek)
Q
AB
Bleken met chloormiddel mogelijk
Bleken met chloormiddel
niet mogelijk
STRIJKEN
(Strijkijzer)
R
C D EF
Heet strijken Warm strijken Lauw strijken Niet strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
CHEMISCH
REINIGEN
(Stomen)
S
GIHKJL
Niet chemisch
reinigen
De letters zijn symbolen voor de stomerij. Zij verwijzen naar het te gebruiken oplosmiddel.
De streep onder de cirkel vereist bij het reinigen een beperking van de mechanische
beweging, de toevoeging van water en de temperatuur.
TROMMELDROGEN
(Droog-
trommel)
T
M NO
Normaal
textiel
Hittegevoelig
textiel
Niet drogen in
droogtrommel
De punten verwijzen naar de instellingen van de droogtrommel (wasdroger).
29
Vlekken in het wasgoed
Het verwijderen van vlekken
De in het wasgoed aanwezige vlekken
worden indien deze oplosbaar zijn tij-
dens het verloop van het wasproces
opgelost.
Speciale vlekken kunnen echter niet al-
leen met regulier wasmiddel worden
verwijderd. Bij het verwijderen van
vlekken op gekleurd textiel is voorzich-
tigheid geboden. Verwijderingmidde-
len kunnen zelf deels giftig of
brandgevaarlijk zijn. Het is aan te beve-
len om de vlekken vóór het wassen te
verwijderen.
Let op
Plaats nooit een ontkleuringmiddel
in de trommel!
Zorg dat u geen grote hoeveelhe-
den van de oplosmiddelen inademt.
Deze zijn schadelijk voor de ge-
zondheid.
Voorzichtig met brandgevaarlijke
vlekkenverwijderingsmiddelen.
Houd alle vlekkenverwijderingsmid-
delen uit de buurt van kinderen (ver-
giftigingsgevaar!)
Bloed: Recente vlekken kunnen met
koud water worden uitgespoeld. Vlek-
ken van gestold bloed dienen met een
speciaal wasmiddel ca. 12 uur inge-
weekt te worden. In het wasmiddelsop
uitwrijven.
Olieverf: Met wasbenzine deppen, vlek
op een zachte ondergrond voorzichtig
bekloppen, losmaken en nogmaals of
meerdere malen deppen.
Gestold vet: Met terpentine deppen en
op een zachte ondergrond met de vin-
gertoppen en een katoenen doek ‘uit-
kloppen’.
Textielverf: Met ontkleurder op kook-
temperatuur behandelen (alleen witge-
kleurde materialen).
Roest: Zout, heet oplossen of “Roest-
duivel” koud toepassen. Wees voor-
zichtig met roestvlekken omdat de
cellulosevezels reeds aangetast zijn en
hierdoor gaten in het textiel kunnen ko-
men.
Vochtvlekken: Met een sopje met
chloor behandelen, goed spoelen (al-
leen voor witte en chloorbestendig ge-
kleurd textiel gebruiken).
Gras: Heet zeepsopje met een weinig
ammonia, het restant met ontkleurder
behandelen.
Inkt en lijm: Met vloeibare aceton*
)
deppen en op een zachte ondergrond
‘uitkloppen’.
Lippenstift: Net als eerder met ace-
ton*
)
, vervolgens met alcohol behande-
len. Resterende vlekken op zachte
stoffen met ontkleurder behandelen.
Rode wijn: In een sopje inweken,
spoelen en met azijn of citroensap be-
handelen, vervolgens nogmaals spoe-
len. Resterende vlek eventueel met
ontkleurder behandelen.
Kleurstof: Afhankelijk van het type
kleurstof eerst met aceton*
)
bevochti-
gen en vervolgens met azijnzuur. Res-
terende vlek in zachte materialen met
een chlooroplossing behandelen, goed
naspoelen.
Teervlekken: Met vlekkenwater, alco-
hol of benzine voorbehandelen en ver-
volgens met een zachte / groene zeep
insmeren.
*) Aceton niet voor acetaatzijde ge-
bruiken!
30
Verven en ontkleuren
Het verven van textiel
Als de volgende instructies worden op-
gevolgd is het in principe mogelijk om
textiel met behulp van uw wasauto-
maat te verven.
Alleen verfmaterialen die uitdrukke-
lijk voor het gebruik in een wasauto-
maat geschikt zijn mogen hiervoor
worden gebruikt.
Volg de instructies van de fabrikant
van het verfmateriaal zorgvuldig op.
Selecteer het wasprogramma dat in
overeenstemming is met de optima-
le temperatuur om te verven.
Het max. vulgewicht is 1,5 kg.
Let op: Iedere keer dat de wasauto-
maat voor een verfprocedure werd ge-
bruikt dient een kookwasprogramma
zonder wasgoed te worden uitgevoerd.
Dit om eventuele verfresten uit de au-
tomaat te verwijderen.
Vul het doseervakje voor het hoofd-
wasmiddel met een 1/2 maatbeker
wasmiddel.
Tip: Verkleuringen van rubber of kunst-
stofdelen kunnen optreden.
Het ontkleuren van textiel
Ontkleuringmiddelen zijn in het alge-
meen zeer agressief. Dat is de reden
waarom geen ontkleuringmiddelen in
de wasautomaat mogen worden ge-
bruikt.
Bij het genoemde wasgoed betreft het katoenen wasgoed.
Vulgewicht
Deel Gewicht in
gram ca.
Deel Gewicht in
gram ca.
Badjas
Bedovertrek
Bedlaken
Blouse
Beroepskleding - dames
Dames nachthemd
Lingerie
Badhanddoek
Droogdoek
Beroepskleding - heren
1200
700
500
100
300
200
100
200
100
600
Heren overhemd
Heren pyjama
Heren singlet / T-shirt
Heren onderbroek, kort
Heren onderbroek, lang
Kussensloop
Servet
Zakdoek
Tafelkleed
200
500
100
100
250
200
100
20
250
31
Type wasmiddel en hoeveelheid
Wasmiddel
De keuze voor een wasmiddel is afhan-
kelijk van het soort textiel (kreukher-
stellend, wol, katoen, etc.), de kleur
van het textiel, de wastemperatuur en
de vervuilingsgraad.
U kunt in deze wasautomaat alle aan-
bevolen en gebruikelijke merken was-
middelen en speciale wasmiddelen
voor trommelmachines gebruiken.
Wasmiddelen in poedervorm voor
alle textielsoorten.
Fijnwasmiddel in poedervorm voor
kreukherstellend wassen (max.
60° C) en wol.
Vloeibaar wasmiddel, bij voorkeur
voor wasprogramma’s zonder voor-
was op lage wastemperaturen
(max. 60° C) voor alle textielsoorten
of speciaal voor wol.
Wasmiddeldosering
Deze wasautomaat komt met haar
technische uitrusting aan alle voor het
milieu relevante aspecten van een opti-
maal, actueel machinaal wasproces te-
gemoet.
Het wasmiddeltype en de hoeveelheid
is gericht op
het type textiel en de hoeveelheid
de vervuilingsgraad van het was-
goed,
de hardheid van het water van het
gebruikte leidingwater.
De hardheid van het water is ingedeeld
in zogenaamde waterhardheidgebie-
den.
De informatie over het gebied van de
waterhardheid vindt u bij het betreffen-
de waterwerk of uw gemeentelijk wa-
terbeheer. Op de verpakking van het
wasmiddel treft u de doseeraanwijzing
van de fabrikant in ml in relatie tot de
waterhardheid.
Gevolgen bij te weinig wasmiddel:
De was wordt grauw of niet schoon.
Puntvormige, donkere vervuilde
deeltjes (vetpluizen) kunnen zich op
het wasgoed afzetten.
Verkalking van het verwarmingsele-
ment.
Gevolgen bij te veel wasmiddel:
Onnodige belasting van het milieu.
Sterke schuimvorming en daardoor
een geringe wasbeweging.
Slechte reiniging-, spoel- en centri-
fugeresultaten.
Opgave van waterhardheden
Poedervormige wasmiddelen
Onderstaand treft u onze aanbevelin-
gen t.a.v. de dosering voor de diverse
beladingen aan:
Bij een volledige belading, conform
de opgave van de wasmiddelfabri-
kant doseren.
Bij een halve belading alleen
3
/
4
van
de aangegeven wasmiddelhoeveel-
heid doseren.
Bij een geringe belading slechts de
helft van de aangegeven wasmid-
delhoeveelheid doseren.
Hard-
heidsge-
bied
Watereigen-
schap
Tota l e ha rd-
heid in
mmol/l
Duitse
hardheid
in °d
I zacht 0-1,3 0-7
II middel 1,3-2,5 7-14
III hard 2,5-3,8 14-21
IV zeer hard
hoger dan
3,8
hoger
dan 21
32
Vloeibaar wasmiddel
De dosering vindt tijdens het inweek-
proces plaats (alleen bij de hoofdwas)
conform de aanbeveling van de was-
middelfabrikant.
Waterzuivering
Bij hard, kalkhoudend water in het
hardheidsgebied 3 kunt u een speciaal
onthardingsmiddel gebruiken. (De do-
seeraanwijzing van de fabrikant nauw-
keurig opvolgen.) Door een
onthardingsmiddel te gebruiken kunt u
de wasmiddelhoeveelheid conform de
indicatie voor hardheidsgebied I redu-
ceren.
Bij zeer zacht water kan een overmati-
ge schuimontwikkeling door het toe-
voegen van een schuimremmend
middel worden voorkomen. Tezamen
met het wasmiddel doseren.
Dosering van wasmiddel in
gecombineerde tabletvorm
Er zijn verschillende wasmiddelen in
gecombineerde tabletvormen verkrijg-
baar. In tegenstelling tot de gebruikelij-
ke wasmiddelen onderscheiden zij zich
doordat zij de bestanddelen geschei-
den in 3 componenten aanbieden bijv.
basis wasmiddel, ontharder en bleek-
middel. Deze componenten worden
steeds al naar gelang de vereisten ge-
doseerd.
Hierdoor worden aanzienlijke chemi-
sche besparingen (of belastingen) be-
reikt.
Let u hierbij goed op de doseervoor-
schriften per aanbieder.
Wasverzachter
Wasverzachters maken het wasgoed
zacht en handzaam.
Bovendien verminderen zij de statische
belading bij het machinaal drogen.
Vormspoeling
Een vormspoelmiddel is bijv. een syn-
thetisch verstijvingmiddel en geeft aan
bijv. overhemden, beddengoed, tafel-
kleden een stevig geheel.
Vlekkenzout
Vlekkenzout lost tijdens de hoofdwas
de in het wasgoed aanwezige vlekken
op, bijv. rode wijn, fruit- en groente-
vlekken, vlekken op vetbasis, die door
een regulier wasmiddel niet altijd ge-
heel worden verwijderd.
Tevens te gebruiken voor grauw of geel
geworden wasgoed.
33
Adviezen en tips
Nuttige adviezen
Wasmachines kunnen beter niet
worden gebruikt als bewaarplaats
voor vervuild wasgoed.
Vochtig, gebruikt wasgoed bevor-
dert schimmelvorming en het ont-
staan van vlekken.
Met name bij sterk geconcentreerde
poedervormige producten kunnen
problemen ontstaan bij het inspoe-
len (bijvoorbeeld resten in de was-
middelvakjes). In dit geval moeten
(indien aanwezig) de in de wasmid-
delverpakking meegeleverde do-
seerhulpmiddelen worden gebruikt.
Door de huidige wasmiddelen
(vloeibaar of poedervormig) kan ook
in het laatste spoelwater of bij het
centrifugeren nog schuim ontstaan.
Het spoelresultaat wordt hierdoor
echter niet beïnvloed.
Na afloop van een wasprogramma
kunnen met name op donkere tex-
tielsoorten mogelijk witte wasmid-
delresten zichtbaar zijn. Dit is niet
het gevolg van een onvoldoende
spoelfunctie. Het gaat meestal om
de onoplosbare wateronthardings-
middelen van moderne fosfaatvrije
wasmiddelen.
Mogelijke oplossing: uitschudden of
afborstelen, juiste wasmiddelkeuze
controleren of vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Controleer voordat de was in de
wasmachine wordt geplaatst of me-
talen delen aan of in wasgoed, zo-
als bijvoorbeeld metalen knopen,
beugels van bh's, enzovoort niet los
kunnen komen te zitten.
De mogelijkheid bestaat dat derge-
lijke delen in de kuip terechtkomen
en bijgeluiden veroorzaken. Derge-
lijke reparaties kunnen ook binnen
de garantieperiode niet kosteloos
worden uitgevoerd.
De wasautomaat is bij normaal be-
drijf ingesteld op een uiterst spaar-
zaam waterverbruik en werkt met
slechts 3 spoelgangen.
Wanneer u wilt dat uw wasgoed bij
de wasprogramma's (behalve wol)
intensiever wordt gespoeld, kunt u
een vierde spoelgang inschakelen
(zie pagina 19). Het waterverbruik
gaat hierdoor ca. 25% omhoog en
de looptijd wordt met ca. 15 minu-
ten verlengd.
34
Verzorging en onderhoud
Verwijderen van het grove fil-
ter
Controleer af en toe het grove filter dat
zich in de voet van het apparaat be-
vindt. Hier kunnen zich vreemde voor-
werpen, die met het wasgoed in het
apparaat terechtkomen, verzamelen en
de afvoerpomp blokkeren.
Controleer voordat u contact opneemt
met de klantenservice altijd eerst het
grove filter.
De volgende handelingen moeten wor-
den uitgevoerd.
1. Stekker uit het stopcontact trek-
ken of bij een vaste aansluiting de
zekering uitschakelen of verwij-
deren.
2. De klep in het rechtergedeelte van
het sokkelpaneel naar beneden
openklappen en verwijderen.
3. De aftapslang uit de houder nemen
en iets naar buiten trekken.
4. Een opvangbak onder de slang
plaatsen en de sluitdop van de af-
tapslang openen.
Het resterende water loopt weg.
Afhankelijk van de hoeveelheid wa-
ter kan het noodzakelijk zijn de op-
vangbak meerdere keren te legen.
Om dit te doen kunt u de aftapslang
tussentijds weer met de sluitdop af-
sluiten.
35
5. Het deksel van de afvoerpomp
linksom losschroeven en naar bui-
ten trekken.
6. Eventueel aanwezige vreemde
voorwerpen uit het pomphuis ver-
wijderen.
7. Het deksel weer terugplaatsen. De
lipjes aan het deksel opzij in de ge-
leidingssleuven plaatsen en het
deksel rechtsom vastschroeven.
8. De aftapslang weer afsluiten, naar
binnen schuiven en in de houder
plaatsen.
9. De sokkelklep weer in de scharnier-
pennen laten vastklikken en de klep
sluiten.
Reinigen van de wasmiddella-
de
Alle zichtbare wasmiddelresten moeten
worden verwijderd uit de kamers van
de wasmiddellade.
1. Trek de wasmiddellade naar buiten
en verwijder de lade met een krach-
tige ruk.
2. Verwijder het inzetstuk voor was-
verzachter uit het middelste vak en
maak dit onder stromend water
schoon.
36
3. Maak de inspoelvakjes vanaf de
achterzijde schoon met warm water.
U kunt hiervoor het beste een fles-
senborstel gebruiken.
4. Plaats het inzetstuk voor wasver-
zachter terug en druk dit tot de aan-
slag vast.
5. Maak ook het gehele inspoelge-
deelte van het apparaat en de
sproeierplaat aan de bovenzijde van
het geleidingshuis schoon met een
borstel.
6. De wasmiddellade in de geleidings-
rails plaatsen en naar binnen schui-
ven.
Reinigen van de watertoe-
voerzeven
De zeven in de watertoevoer moeten af
en toe worden schoongemaakt, op zijn
laatst wanneer bij geopende water-
kraan geen of onvoldoende water in
het apparaat loopt. De zeven bevinden
zich in de slangverbinding aan de wa-
terkraan en in het aansluitstuk aan de
achterzijde van het apparaat.
Let op: de waterkraan dichtdraaien.
Rubbermanchet
Controleer zo nu en dan de rubber-
manchet achter de vuldeur en verwij-
der eventueel aanwezige vreemde
voorwerpen die met het wasgoed in
het apparaat terecht zijn gekomen en
zich in de vouw hebben verzameld.
Roestvorming kan ontstaan doordat
voorwerpen zoals spijkers, paperclips,
enzovoort langere tijd niet worden ver-
wijderd.
37
Apparaat ontkalken
Bij de juiste dosering van wasmiddel is
ontkalken over het algemeen niet no-
dig. Wanneer u de machine toch wilt
ontkalken, dient u hiervoor uitstluitend
merkontkalkingsmiddel te gebruiken
met corrosiebescherming voor wasma-
chines. Dosering volgens de aanwijzin-
gen van de fabrikant.
Water aftappen
Wanneer u om dringende redenen
het apparaat moet leegmaken, dient u
als volgt te werk te gaan:
Stekker uit het stopcontact trekken.
De waterkraan dichtdraaien.
Afwachten tot het eventueel hete
sop is afgekoeld.
Een opvangbak, schotel of
iets dergelijks gebruiken voor het
opvangen van het restwater.
Vervolgens het water via de aftap-
slang laten weglopen (zie pagina
34).
Onderhoud van de wasauto-
maat
Dankzij de door speciaal geselecteerde
moffellakken beschermde behuizing is
geen bijzonder onderhoud nodig. Het
is voldoende wanneer u de wasauto-
maat na het wassen met een vochtige
doek afneemt. In geen geval mogen
schuurmiddelen of oplosmiddelen wor-
den gebruikt.
Om ervoor te zorgen dat de trommel
kan drogen, dient u na het wassen de
vuldeur nog enige tijd geopend te la-
ten.
De wastrommel is gemaakt van roest-
vrij edelstaal en is daardoor in hoge
mate corrosiebestendig.
Wanneer desondanks roestaanslag
ontstaat, wordt dit veroorzaakt door ij-
zerhoudende vreemde voorwerpen die
met het wasgoed in de machine te-
recht zijn gekomen.
Uitwendige roestvorming is ook bij
roestvrij edelstaal mogelijk.
Opstelling in een aan vorst
blootstaande ruimte
Wanneer uw apparaat in een dergelijke
ruimte staat, moet u bij lage omgeving-
stemperaturen na het wassen het rest-
water laten weglopen (zie Water
aftappen) en tevens de toevoerslang
van de waterkraan losschroeven en
volledig leeg laten lopen. Wanneer de
afvoerslang in een lus is gelegd, moet
ook het water uit de lus worden verwij-
derd.
Rubberen onderdelen in het
apparaat
Onderdelen van rubber zijn niet alleen
onderhevig aan slijtage maar ook aan
natuurlijke veroudering. Dit geldt ook
voor alle rubberen onderdelen van uw
wasautomaat.
38
Oplossen van kleine storingen
Aanwijzingen voor het oplos-
sen van kleine storingen
Wanneer u rekening houdt met onze
adviezen, zult u uw wasmachine altijd
naar volle tevredenheid kunnen gebrui-
ken.
Mocht er desondanks toch een storing
optreden, controleer dan eerst de vol-
gende punten voordat u de hulp van
een vakman inroept.
Wat is er aan de hand als...
...het wasprogramma niet begint?
Zit de stekker goed in het stopcon-
tact?
Is het stopcontact stroomvoerend,
is de zekering in orde? (controleren
met een ander elektrisch apparaat,
bijvoorbeeld een tafellamp of iets
dergelijks).
Hebt u alle handelingen goed uitge-
voerd, zoals in de gebruiksaanwij-
zing is beschreven?
Is de deur goed gesloten?
Hebt u op de toets Start gedrukt?
...er water uit het apparaat loopt?
Zijn de verbindingen met de water-
toevoerslang goed vastgedraaid?
Is het grove filter goed geplaatst en
vastgeschroefd?
Is de aftapslang lek of niet goed af-
gesloten?
...het apparaat bij het centrifugeren
sterk vibreert?
Hebben de verstelvoeten goed con-
tact met de ondergrond?
Is de transportbeveiliging volledig
verwijderd?
...het centrifugeren vertraagd begint?
Het elektronische onbalans-contro-
lesysteem is op basis van de on-
gunstige wasverdeling geactiveerd.
De was wordt losgemaakt, opnieuw
verdeeld en er wordt begonnen met
centrifugeren. Dit kan meerdere ke-
ren gebeuren tot het uiteindelijke
centrifugeren plaatsvindt.
...de wasverzachter niet wordt inge-
spoeld of het vak voor nabehande-
lingsmiddel met water is gevuld?
Het wasverzachter-inzetbakje is niet
goed in het middelste inspoelvak
gezet of is verstopt.
...de vuldeur niet kan worden gesloten?
De kinderbeveiliging is ingesteld.
...de stroom uitvalt?
• Programmakeuzeknop naar “Uit”
draaien en de stekker uit het stop-
contact trekken.
Bij stroomuitval of een defect aan
het apparaat kan water in de kuip
via de aftapslang worden verwij-
derd. (Zie pagina 34.)
De vuldeur kan vervolgens na ca. 3
minuten worden geopend, zodat
het wasgoed uit de machine kan
worden genomen.
...het lampje “Pluizenfilter” knippert?
Dit betekent dat het water niet volledig
wordt weggepompt, doordat de af-
voerslang geknikt of verstopt is of de
waterafvoer is geblokkeerd.
Apparaat uitschakelen en stekker
uit het stopcontact nemen. Wateraf-
voer controleren en eventueel
schoonmaken.
39
Tip:
Verschillende storingen worden in
het multidisplay als volgt weergege-
ven.
...bij het drukken op een toets in het
multidisplay de indicatie Err knip-
pert?
De code Err betekent dat de gekozen
functie niet kan worden gecombineerd
met het ingestelde programma.
...in het multidisplay E10 wordt weer-
gegeven?
De code E10 betekent dat er geen wa-
ter wordt toegevoerd.
Is de waterkraan geopend?
Is de filter in de watertoevoerslang
schoon?
Is de waterkraan verkalkt of defect?
...in het multidisplay E20 wordt weer-
gegeven?
De code E20 betekent dat het water
niet wordt weggepompt.
Is de waterafvoerslang eventueel
geknikt of verdraaid?
Is de afvoerpomp geblokkeerd door
vreemde voorwerpen?
Is de maximale pomphoogte van 1
meter overschreden?
Is bij een sifonaansluiting eventueel
de sifon verstopt?
...in het multidisplay E40 wordt weer-
gegeven?
De vuldeur is niet goed gesloten.
Het controleren of oplossen van de
bovenstaande foutoorzaken moet
door onze klantenservice ook tij-
dens de garantieperiode aan u in re-
kening worden gebracht.
Verdere indicaties in het multidis-
play.
Wanneer in het display andere codes
(E gevolgd door een getal of een ande-
re letter) worden weergegeven, heeft
het apparaat een storing.
Stel het programma opnieuw in en
druk op de toets „Start/pauze“.
Wanneer de indicatie blijft branden,
dient u contact op te nemen met de
klantenservice en aan te geven welke
indicatie in het multidisplay wordt
weergegeven.
40
Klantendienst
Belangrijk!
Indien een storing optreedt, gelieve
eerst na te gaan of u alle opmerkingen
en aanwijzingen van deze gebruiks-
aanwijzing hebt uitgevoerd, vooraleer u
de klantendienst belt.
Storing
Wanneer u voor een storing geen aan-
wijzing in de gebruiksaanwijzing vindt,
verwittig dan onze technische klanten-
dienst. De service-hotline is de directe
verbinding naar alle klantendiensten in
Nederland:
0115 62 64 66
Storingsmelding
Te melden bij een storing:
a) het volledige adres
b) telefoonnummer met zonenummer
c) het productnummer
d) het PRIVILEG-nummer
Het productnummer en het PRIVILEG-
nummer vindt u op het typeschild van
het apparaat, achter de deur.
De opgave van deze beide nummers
laat onze klantendienst toe, de juiste
vervangstukken voorhanden te heb-
ben.
Schrijf daarom de nummers van het ty-
peschild gelijk over in deze handlei-
ding.
Productnummer:
...................................
PRIVILEG-nummer:
...............................
Opgelet!
Reparaties aan elektrische toestellen
mogen alleen door vakmensen wor-
den uitgevoerd. Onvakkundige repara-
ties kunnen tot aanzienlijke risico’s
voor de gebruiker leiden. Wend u daar-
om altijd tot onze sevice-afdeling. Al-
leen originele QUELLE-onderdelen
voldoen aan alle eisen!
41
Kinderbeveiliging
Instelling van de kinder-
beveiliging
Bij een geactiveerde kinderbeveiliging
kan de vuldeur niet meer gesloten wor-
den en kan geen wasprogramma wor-
den gestart.
Instelling:
1. De draaiknop aan de binnenkant
van de vuldeur met een muntstuk
rechtsom tot de aanslag verdraaien.
2. De draaiknop mag zich na het in-
stellen van de draaiknop niet in in-
gedrukte positie bevinden omdat
anders de kinderbeveiliging niet
functioneert.
Opheffen:
De draaiknop met een muntstuk links-
om tot aan de aanslag verdraaien.
42
Technische gegevens / afmetingen
Model
Dynamic
6812
Dynamic
6814
Dynamic
6816
Toegestaan vulgewicht
(droog wasgoed) 5,0 kg 5,0 kg 5,0 kg
Totale aansluitwaarde 2200 W 2200 W 2200 W
Verwarming 1950 W 1950 W 1950 W
Afvoerpomp 30 W 30 W 30 W
Hoofdmotor: Wassen
Centrifugeren
250 W
350 W
250 W
350 W
250 W
350 W
Centrifugetoerental 1200 toeren
/minuut
1400 toeren
/minuut
1600 toeren
/minuut
Spanning 230 V/
50 Hz
230 V/50 Hz 230 V/
50 Hz
Beveiliging 10 A 10 A 10 A
Waterdruk: min.
max.
10 N/cm
2
100 N/cm
2
10 N/cm
2
100 N/cm
2
10 N/cm
2
100 N/cm
2
Energie-efficiëntie A A A
Waswerking A A A
Centrifugewerking B B A
Totale hoogte 85cm 85cm 85cm
Totale breedte 60 cm 60 cm 60 cm
Totale diepte 60 cm 60 cm 60 cm
Totaalgewicht ca. 85 kg ca. 85 kg ca. 85 kg
;
Dit apparaat is voorzien van het “CE”-kenmerk en voldoet daarmee aan
de volgende
EG-richtlijnen:
73/23/EEG van 19-02-1973 – laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03-05-1989 (inclusief aangepaste richtlijnen
92/31/EEG) – EMC-richtlijn.
43
Notities
44
Notities
45
Notities
46
Programmaoverzicht
*) Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op het energielabel, conform richtlijn 92/
75/EEG.
LET OP! Na afloop van het programma het apparaat uitschakelen. Programmakeuzeknop op “UIT” draaien.
Programma-
keuzeknop
To e ts en
NORMALE PROGRAMMA'S
MET CENTRIFUGEREN
Extra functies
via de toetsen
Max.
beladings
capaciteit
Witte was
60°/95°
VOOR-
WAS
Witte was met voorwas
bijv. sterk vervuilde beroepskleding,
vervuild textiel.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
5 kg
Witte was
60°/95°
VLEKKEN
Witte was met vlekken
bijv. normaal vervuilde was van katoen en
linnen met vlekken.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
5 kg
Witte was
60°/95°
Witte was zonder voorwas
bijv. licht tot normaal vervuild wasgoed
van katoen en linnen zonder vlekken.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
5 kg
Witte was
60°/95°
EXTRA
KORT
Witte was – kort
licht vervuild wasgoed van katoen en
linnen.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
5 kg
Witte was
E 60°
Witte was met energiebesparend
programma zonder voorwas
bijv. korte tijd gebruikt beddengoed, licht
vervuild tafellinnen en soortgelijk textiel
zonder vlekken, enzovoort.
Spoelen +
Kort
centrifugeren,
Spoelstop
5 kg
Bonte was
Koud tot 60°
VOOR-
WAS
Bonte was met voorwas
bijv. sterk vervuilde normale bonte was
van katoen en linnen, overhemden,
ondergoed, badhanddoeken, enzovoort.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
5 kg
Bonte was
40° tot 60°
VLEKKEN
Bonte was met vlekken
bijv. normaal vervuilde was van katoen en
linnen met vlekken, babykleding.
Tafellinnen, handdoeken, enzovoort.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
5 kg
Bonte was
Koud tot 60°
Bonte was zonder voorwas*)
bijv. licht tot normaal vervuilde bonte was
van katoen en linnen, overhemden,
ondergoed, badhanddoeken.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
5 kg
Bonte was
Koud tot 60°
EXTRA
KORT
Bonte was – kort
kleding die slechts korte tijd is gedragen zoals
bijv. tenniskleding, badkleding, enzovoort.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
5 kg
Bonte was
E 40°
Bonte was met energiebesparend
programma zonder voorwas
bijv. tere bonte was die wel mag worden ge-
centrifugeerd, overhemden, blouses, onder-
goed, mengweefsels met synthetische stoffen.
Spoelen +
Kort
centrifugeren
Spoelstop
5 kg
47
Programmaverloop en verbruikswaarden
*) Bij de opgegeven verbruikswaarden gaat het om gemiddelde waarden die zijn gemeten conform EN 60456,
en afhankelijk zijn van de hoeveelheid wasgoed, het soort wasgoed, de temperatuur van het toegevoerde
water en de omgevingstemperatuur. De waarden hebben betrekking op de hoogste wastemperatuur die voor
het betreffende programma mogelijk is. De duur van de programma's is afhankelijk van de wasgewoonten en
de omgevingsomstandigheden op de plaats waar de wasmachine is opgesteld. Het is mogelijk dat in het
dagelijks gebruik van de bovengenoemde waarden wordt afgeweken (zie tevens pagina 21).
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden*)
Voor-
was
Hoofd-
was
Vlekken
zout
Wasver-
zachter
Voor-
was
Hoofd-
was
Spoel-
gangen
Centrifugeren
en pompen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(uren/
min.)
XX
Naar behoefte en opgave. De vulhoeveelheid mag het
maximale niveau van het inspoelvak niet overschrijden.
XXX X 2,0592.51
XX XX X 1,85482.34
X X X X 1,75 46 2.30
XXXX1,5461.29
XXXX1,4462.20
X X X X X X 1,15 56 2.34
X X X X X 1,0 44 2.22
X X X X 0,94 42 2.13
X X X X 0,79 42 1.01
XXXX0,7422.02
48
Programmaoverzicht
LET OP!
Na afloop van het programma het apparaat uitschakelen. Programmakeuzeknop op “UIT” draaien.
Tip:
Bij het wolprogramma draait de trommel ca. 20 minuten niet.
Programma-
keuzeknop
Toet s e n
KREUKHERSTELLENDE
PROGRAMMA'S
MET KORT
CENTRIFUGEREN
Extra functies
via de toetsen
Max.
beladings-
capaciteit
Kreukher-
stellend
Koud tot 60°
VOORWAS
Kreukherstellend met voorwas
bijv. sterk vervuilde synthetische stof-
fen, ondergoed, strijkvrije overhemden.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Kreukher-
stellend
40° tot 60°
VLEKKEN
Kreukherstellend met vlekken
bijv. normaal vervuilde was met
vlekken van synthetische stoffen,
strijkvrije overhemden, enzovoort.
Spoelen +
Kort
centrifugeren
Spoelstop
2,5 kg
Kreukher-
stellend
Koud tot 60°
Kreukherstellend zonder voorwas
bijv. synthetische stoffen, ondergoed,
bonte was, strijkvrije overhemden.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Kreukher-
stellend
Koud tot 60°
EXTRA
KORT
Kreukherstellend – kort
korte tijd gedragen synthetische
stoffen en mengweefsels met katoen.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Kreukher-
stellend
E 40°
Kreukherstellende was met energiebe-
sparend programma zonder voorwas
bijv. licht vervuilde synthetische
stoffen, overhemden, blouses.
Spoelen +
Kort
centrifugeren
Spoelstop
2,5 kg
Fijne was
30°•40°
VOORWAS
Fijne was met voorwas
bijv. voor alle sterk vervuilde tere
weefsels.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Fijne was
40°
VLEKKEN
Fijne was met vlekken
bijv. tere weefsels met vlekken
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Fijne was
30°•40°
Fijne was
voor alle tere weefsels, bijv. gordijnen.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Fijne was
30°•40°
EXTRA
KORT
Fijne was – kort
gedurende korte tijd gebruikte fijne
was en tere weefsels.
Spoelen +
Kort centrifuge-
ren, Spoelstop
2,5 kg
Wol
Koud • 30° •
40°
Wol P
Getest wolwasprogramma voor
gebreide wolmerkproducten voorzien
van het etiket “speciaal bewerkt – vervilt
niet” en voor met de handwasbare wol.
Kort
centrifugeren
Spoelstop
2 kg
49
Programmaverloop en verbruikswaarden
*) Bij de opgegeven verbruikswaarden gaat het om gemiddelde waarden die zijn gemeten conform EN 60456,
en afhankelijk zijn van de hoeveelheid wasgoed, het soort wasgoed, de temperatuur van het toegevoerde
water en de omgevingstemperatuur. De waarden hebben betrekking op de hoogste wastemperatuur die voor
het betreffende programma mogelijk is. De duur van de programma's is afhankelijk van de wasgewoonten en
de omgevingsomstandigheden op de plaats waar de wasmachine is opgesteld. Het is mogelijk dat in het
dagelijks gebruik van de bovengenoemde waarden wordt afgeweken (zie tevens pagina 21).
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden*)
Voor-
was
Hoofd-
was
Vlekken
zout
Wasver-
zachter
Voor-
was
Hoofd-
was
Spoel-
gangen
Kort
centrifugeren
en pompen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(uren/
min.)
XX
Naar behoefte en opgave. De vulhoeveelheid mag het
maximale niveau van het inspoelvak niet overschrijden.
X X X X 0,95 69 1.57
X X X X X 0,9 58 1.47
X X X X 0,85 56 1.37
XXXX0,8560.55
XXXX0,6561.22
X X X X X X 0,65 69 1.24
X X X X X 0,6 58 1.14
X X X X 0,55 56 1.04
XXXX0,5560.55
XXXX0,4520.58
50
Programmaoverzicht
*) LET OP! Bij tere textielsoorten zoals kreukherstellend wasgoed, fijne was of wol moet het toerental voor het
centrifugeren worden verlaagd tot 700 toeren/minuut of lager.
Na afloop van het programma het apparaat uitschakelen. Programmakeuzeknop op “UIT” draaien.
Programma-
keuzeknop
EXTRA PROGRAMMA’S
Extra functies
via de toetsen
Max.
beladings-
capaciteit
Inweken 30°
Inweken op 30 °C, spoelstop
voor het voorbehandelen van sterk
vervuilde en bevlekte was, behalve wol.
Voor het wegpompen van het inweeksop
drukt u op de toets “Start/pauze”.
5 kg
Spoelen*)
Afzonderlijk spoelen
van met de hand gewassen textiel
Kort centrifugeren
Spoelstop
Spoelen +
5 kg
Stijven/
wasverzachten*)
Afzonderlijk stijven/wasverzachten
bijv. voor zojuist gewassen textiel dat nog
moet worden gesteven of voor het
afzonderlijk wasverzachten van wasgoed
dat met de hand is gewassen.
Kort centrifugeren
Spoelstop
5 kg
Pompen
Pompen
van het laatste spoelwater bij de
wasprogramma's met spoelstop.
Centrifugeren*)
Afzonderlijk centrifugeren
kleine handwasjes die niet in de
wasmachine zijn gewassen, kunnen in deze
stand worden gecentrifugeerd. Het
centrifugeren kan tevens na een willekeurig
ander deelprogramma worden uitgevoerd.
Kort centrifugeren
5 kg
Snel programma
30°/30min
Snel programma op 30 °C
voor het kort wassen van textiel, zoals
bijvoorbeeld een keer gedragen
sportkleding. Niet geschikt voor wol.
Kort centrifugeren
Spoelstop
2,5 kg
51
Programmaverloop en verbruikswaarden
*) Bij de opgegeven verbruikswaarden gaat het om gemiddelde waarden die zijn gemeten conform EN 60456,
en afhankelijk zijn van de hoeveelheid wasgoed, het soort wasgoed, de temperatuur van het toegevoerde
water en de omgevingstemperatuur.
Wasmiddeldosering Programmaverloop Verbruikswaarden*)
Hoofdwas
Wasver-
zachter/
nabehan-
delingsmidd
Hoofdwas
Spoel-
gangen
Centrifugeren
en pompen
Kort
centrifugeren
en pompen
Stroom
(kW/u)
Water
(liter)
Tijd
(uren/
min.)
Vak A 0,3 18 0.20
X X X 0,1 30 1.00
X
laatste
spoelgang
X 0,06 16 0.23
0.03
X—0.10
X X X X X 0,25 42 0.30
Waarborg-Informatie
Voor onze technische apparaten en voertuigen bieden
wij, in het kader van onze waarborgvoorwaarden, de
waarborg tot een onberispelijke kwaliteit.
De waarborgtijd begint met de aankoop. Het tijdstip van
aankoop bewijst u via het verkoopsdocument. (factuur,
leveringsbon, e.a.) Bewaar deze documenten zorgvuldig.
Onze waarborgvoorwaarden zijn steeds in de geldende
hoofdcatalogi afgedrukt.
Voor gewaarborgde en andere herstellingen vragen wij u,
zich tot de dichtstbijzijnde klantendienst te wenden.
Quelle B.V.
De Verrekijker 1
4564 DB St. Jansteen
Wasautomaat Dynamic
Model 6812 productnr. 637.749
Model 6814 productnr. 209.533
Model 6816 productnr. 617.534
822 943 698-01 - 26.05.03-01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Privileg Quelle Dynamic 6814 Handleiding

Type
Handleiding