Metabo WA 11-125 Quick Handleiding

Type
Handleiding
NEDERLANDS nl
25
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoor-
ding, dat deze haakse slijpers voldoen aan de op
pagina 3 genoemde normen en richtlijnen.
De machines zijn met originele Metabo-acces-
soires geschikt voor het slijpen, het werken met
draadborstels en het doorslijpen van metaal, beton,
steen en soortgelijke materialen zonder gebruik van
water.
Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de
gebruiker aansprakelijk.
De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en
de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te
worden nageleefd.
Let ter bescherming van uzelf en de
machine op de met dit symbool aange-
geven passages!
WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaan-
wijzing om het risico van letsel te vermin-
deren.
WAARSCHUWING Lees alle veiligheids-
voorschriften en aanwijzingen. Worden de
veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in
acht genomen, dan kan dit een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen goed met het oog op toekomstig
gebruik. Geef uw elektrisch gereedschap alleen
met deze documenten aan anderen door.
4.1 Gemeenschappelijke veiligheidsinstruc-
ties voor het slijpen, het werken met
draadborstels en het doorslijpen:
a) Dit elektrisch gereedschap kan worden
gebruikt als slijpmachine, draadborstel en
doorslijp-machine. Let op alle
veiligheids-
instructies, aanwijzingen, afbeeldingen en gege-
vens die u bij uw apparaat ontvangt. Neemt u de
volgende aanwijzingen niet in acht, dan kan dit
leiden tot een elektrische schok, brand en/of ernstig
letsel.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt
voor het schuren met zandpapier en het
polijsten. Toepassingen waarvoor het elektrische
gereedschap niet bestemd is, kunnen leiden tot
gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel.
c) Gebruik geen accessoires die door de
fabrikant niet speciaal voor dit elektrische
gereedschap bestemd en aanbevolen zijn.
Wanneer u de accessoires aan uw elektrisch
gereedschap kunt bevestigen, garandeert dit nog
geen veilig gebruik.
d) Het toelaatbare toerental van het
inzetgereedschap dient minstens zo hoog te
zijn als het maximale toerental dat op het
elektrisch gereedschap staat aangegeven.
Accessoires die sneller draaien dan toelaatbaar
kunnen vernield worden.
e) De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap dienen overeen te komen
met de maataanduidingen van uw elektrische
gereedschap. Verkeerd bemeten
inzetgereedschap kan niet voldoende worden
afgeschermd of gecontroleerd.
f) Schuurschijven of andere accessoires
dienen exact op de schuurspindel van uw elek-
trische gereedschap te passen. Inzetge-
reedschap dat niet precies op de schuurspindel van
uw elektrische gereedschap past, draait ongelijk-
matig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden tot
verlies van controle.
g) Gebruik geen beschadigd inzetge-
reedschap. Controleer inzetgereedschap,
zoals schuur-schijven, vóór gebruik altijd op
splinters en scheuren en draadborstels op
losse of gebroken draden. Wanneer het elek-
trisch gereedschap of het inzetgereedschap
valt, controleer dan of het beschadigd is, of ga
over op onbeschadigd inzetgereedschap.
Wanneer u het inzetgereedschap heeft gecon-
troleerd en ingebracht, zorg er dan voor dat u
en eventuele andere personen in de buurt
buiten het bereik van het roterende inzetge-
reedschap blijven en laat het apparaat een
minuut lang draaien op het hoogste toerental.
In deze testperiode breekt beschadigd inzetge-
reedschap meestal.
h) Draag een persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de
toepassing volledige gezichtsbescherming,
oogbescherming of een veiligheidsbril. Zo
nodig draagt u een stofmasker,
gehoorbescherming,
veiligheidshandschoenen of een speciaal
schort, die u bescherming bieden tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende vreemde voorwerpen, die bij
verschillende toepassingen ontstaan, beschermd
te worden. Stof- of zuurstofmaskers dienen het stof
dat bij de toepassing ontstaat te filteren. Wanneer u
lang aan hard geluid wordt blootgesteld, kan uw
gehoor beschadigd raken.
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsbescherming te
dragen. Gebroken inzetgereedschap of
brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen
1. Conformiteitsverklaring
2. Gebruik volgens de
voorschriften
3. Algemene
veiligheidsvoorschriften
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDSnl
26
en letsel buiten het directe werkgebied
veroorzaken.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de
geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
of het eigen netsnoer kan raken. Door contact
met een spanningvoerende geleider kunnen ook
metalen apparaatonderdelen onder spanning
worden gezet zetten en een elektrische schok
teweeg worden gebracht.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer worden
doorgesneden of gegrepen en kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap komen.
I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap volledig tot
stilstand is gekomen. Het draaiende
inzetgereedschap kan in contact komen met het
steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het
elektrische gereedschap verliest.
m) Laat het elektrische gereedschap niet
draaien wanneer u het draagt. Door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap kan
uw kleding worden gegrepen en kan het
inzetgereedschap zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrische gereedschap. De motorventilator
trekt stof in de behuizing en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan elektrische
gevaren veroorzaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot
een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
terugslagen en andere gevaarlijke situa-
ties:
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of
blokkeert, zoals slijpschijven, draadborstels, enz.
Indien het draaiende inzetgereedschap blokkeert of
blijft haken, wordt het onmiddellijk stopgezet. Hier-
door wordt ongecontroleerd elektrisch
gereedschap tegen de draairichting van het inzet-
gereedschap in op de plaats van de blokkering
versneld.
Wanneer er bijv. een schuurschijf in het werkstuk
blijft haken of blokkeert, kan de rand van de
schuurschijf, die invalt in het werkstuk, vastraken,
met het uitbreken van de schuurschijf of een
terugslag als mogelijk gevolg. De schuurschijf
beweegt zich dan naar of vanaf de bediener,
afhankelijk van de draairichting van de schijf bij de
plaats van de blokkering. Hierbij kunnen
schuurschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
van het elektrische gereedschap. Deze kan worden
voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen
te nemen, zoals hierna beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de
terugslagkrachten of reactiemomenten te
hebben. De bediener kan door geschikte
veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en
reactiemomenten beheersen.
b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt. Het
inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over
uw hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrische gereedschap zich in
geval van een terugslag beweegt. Door de
terugslag komt het elektrische gereedschap tegen
de bewegingsrichting van de schuurschijf in op de
plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het
inzetgereedschap niet van het werkstuk
terugspringt en beklemd raakt. Het roterende
inzet-gereedschap heeft de neiging om bij hoeken,
scherpe randen of ingeval het terugspringt beklemd
te raken. Dit leidt tot verlies van controle of een
terugslag.
e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
verlies van controle over het elektrische
gereedschap.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor
uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap. Schu-
urmiddelen die niet geschikt zijn voor het elektri-
sche gereedschap kunnen niet voldoende worden
afgeschermd en zijn onveilig.
b) De beschermkap dient veilig op het elektri-
sche gereedschap te worden aangebracht en
voor een maximale veiligheid zo ingesteld te
zijn, dat een zo klein mogelijk deel van het
schuurmiddel open naar de bediener wijst. De
beschermkap beschermt de gebruiker tegen brok-
stukken, een toevallig contact met het schuur-
middel en vonken, die kleding kunnen laten
ontbranden.
c) De schuurmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen
toepassingsmogelijkheden. Bijv.: Slijp nooit
met het zijvlak van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bestemd voor de
materiaalafname met de rand van de schijf. Door
zijwaartse krachtinwerking op deze
schuurmiddelen kan de schijf breken.
d) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen schuurschijf. Geschikte flenzen steunen
de schuurschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
NEDERLANDS nl
27
onderscheiden van de flenzen voor andere
schuurschijven.
e) Gebruik geen versleten schuurschijven van
groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.
4.4 Meer speciale veiligheidsinstructies voor
het doorslijpen:
a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit. Bij een
overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de
neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en
daarmee de kans op een terugslag of breuk van het
schuurmiddel verhoogd.
b) Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een
terugslag het elektrisch gereedschap met de
draaiende schijf direct naar u toe worden
geslingerd.
c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de
nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
d) Schakel het elektrische gereedschap zolang
het zich niet in het werkstuk bevindt nooit
opnieuw in. Laat de doorslijpschijf eerst het
volle toerental bereiken voordat u voorzichtig
verder gaat met de snede. Anders kan de schijf
blijven haken, uit het werkstuk springen of een
terugslag veroorzaken.
e) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een
terugslag als gevolg van een ingeklemde door-
slijpschijf te verminderen. Grote werkstukken
kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het
werkstuk dient aan beide kanten van de schijf, en
zowel bij de doorslijpsnede als aan de rand, onder-
steund te worden.
f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
"invalsnedes" in bestaande wanden of andere
gebieden die niet ingezien kunnen worden. De
invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas-
of waterleidingen, elektrische leidingen of andere
objecten een terugslag veroorzaken.
4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a) Let erop dat de draadborstels ook tijdens het
gewone gebruik draadstukken verliest.
Overbelast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
b) Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten vergroot worden.
4.6 Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING – Draag altijd een veilig-
heidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het schuurmateriaal ter beschikking
gesteld worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het
gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor
dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Schuurschijven dienen zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard
en gebruikt.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spil de gaten-
bodem van het inzetgereedschap niet raken. Let
erop dat de schroefdraad in het inzetgereedschap
lang genoeg is om de spillengte op te nemen. De
schroefdraad van het inzetgereedschap moet bij de
schroefdraad op de spil passen. Zie voor de lengte
en de schroefdraad van de spil pagina 2 en hoofd-
stuk 14. Technische gegevens.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
machine tijdens het draaien zeer regelmatig en
grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te
blazen met perslucht. Hierbij moet de machine
worden geborgd.
Het wordt aanbevolen om een stationaire
afzuiginrichting in te zetten en een
lekstroomschakelaar (FI) voor te schakelen. Indien
de haakse slijper door de FI-veiligheidsschakelaar
is uitgeschakeld moet de machine gecontroleerd en
gereinigd worden. Motorreiniging zie hoofdstuk 9.
Reiniging.
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid. Het aanraken of inademen van deze
stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in
de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken,
gelden als kankerverwekkend, met name in
verbinding met additieven voor de houtbehandeling
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen).
Asbesthoudend materiaal mag alleen worden
bewerkt door vaklui.
- Maak zo mogelijk gebruik van stofafzuiging.
NEDERLANDSnl
28
- Zorg voor een goede ventilatie van de werkplaats.
- Het wordt aanbevolen om een stofmasker met
filterklasse P2 te dragen.
Neem de voorschriften in acht die in uw land voor
de te bewerken materialen van toepassing zijn.
Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij
tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen
die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest).
Zorg ervoor dat bij het werken onder stoffige
omstandigheden de ventilatieopeningen vrij zijn.
Mocht dit nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van
het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen
voorwerpen) en voorkom beschadiging van
inwendige delen.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
geleiders en dragende wanden (statica)
voorkomen.
Bij gebruik van de machine buiten: FI-
veiligheidsschakelaar met max. afschakelstroom
(30 mA) voorschakelen!
De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat er
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Metabo S-automatic veiligheidskoppeling. Ingeval
van activering van de veiligheidskoppeling de
machine onmiddellijk uitschakelen!
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient
te worden vervangen. Indien de beschermkap
defect is de machine niet gebruiken.
Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te
polijsten. De garantie vervalt bij gebruik dat niet
volgens de voorschriften plaatsvindt! De motor kan
oververhit en het elektrisch gereedschap
beschadigd raken. Voor polijstwerkzaamheden
bevelen wij onze haakse polijstmachine aan.
Zie pagina 2.
1Quick-spanmoer *
2 Steunflens
3 Autobalancer-steunflens (niet afneembaar)
4 Spindelvastzetknop
5 Schakelschuif voor het
in-/uitschakelen
6 Elektronische signaalindicatie *
7 Stelknop voor de toerentalinstelling *
8 Inschakelblokkering *
9 Drukschakelaar *
10 Extra greep / extra greep met trillingsdemping *
11 Beschermkap
12 Spanmoer *
13 Tweegaatssleutel *
14 Hendel voor de bevestiging van de beschermkap
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de
leveringsomvang
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen of de op het typeplaatje
aangegeven spanning overeenkomt met de
netspanning.
6.1 Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (10) is
aangebracht! De extra greep stevig
inschroeven aan de linker- of rechterkant van de
machine.
6.2 Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitslui-
tend de beschermkap die bestemd is voor het
betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11.
Accessoires!
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
Zie pagina 2, afbeelding C.
- De hendel (14) indrukken en ingedrukt houden. de
beschermkap (11) aanbrengen in de
weergegeven positie.
- De hendel loslaten en aan de beschermkap
draaien tot de hendel inklikt.
- De hendel indrukken en aan de beschermkap
draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker
wijst.
- Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij
dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan de
beschermkap kunnen worden gedraaid.
Alleen inzetgereedschap
gebruiken waar de
beschermkap minstens 3,4
mm boven uitsteekt.
Voor alle ombouwwerkzaamheden: de
netstekker uit het stopcontact halen. De
machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel
stilstaan.
Voor het werken met doorslijpschijven uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11.
Accessoires) gebruiken.
7.1 Spindel vastzetten
- De spindelvastzetknop (4) indrukken en de
spindel (2) met de hand draaien tot de
spindelvastzetknop hoorbaar inklikt.
7.2 De schuurschijf erop plaatsen
Zie pagina 2, afbeelding A.
De autobalancer-steunflens (3) wordt stevig
op de spil aangebracht. Een afneembare
steunflens is, zoals bij andere haakse slijpers
gebruikelijk, niet vereist.
5. Overzicht
6. Inbedrijfstelling
7. Schuurschijf aanbrengen
NEDERLANDS nl
29
De steunvlakken van de autobalancer-steunf-
lens (3), schuurschijf en Quick-spanmoer (1)
of spanmoer (12) dienen schoon te zijn. Indien
nodig reinigen.
- De schuurschijf op de autobalancer-steunflens (3)
plaatsen (zie de afbeeldingen hierboven).
De schuurschijf dient gelijkmatig op de autoba-
lancer-steunflens te liggen. De plaatflens van de
doorslijpschijven dient op de autobalancer-steun-
flens te liggen.
7.3 Quick-spanmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Quick-spanmoer (1) bevestigen:
Wanneer het inzetgereedschap in het
spangebied dikker dan 8 mm is, mag de Q
uick-
spanmoer niet gebruikt worden
! Gebruik dan de
spanmoer (12) met tweegaatssleutel (13).
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- De Quick-spanmoer (1) zo op de spindel (2)
plaatsen dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de
spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 3.
- De Quick-spanmoer met de hand met de wijzers
van de klok mee vastzetten.
- Door tegen de wijzers van de klok in krachtig aan
de schuurschijf te draaien de Quick-spanmoer
vastzetten.
Quick-spanmoer (1) l
osmaken:
Alleen wanneer de Quick-spanmoer (1) is
aangebracht, mag de spindel met de
spilvastzetknop (4) worden stilgezet!
- Na het uitschakelen loopt de machine na.
- Kort voordat de schuurschijf stil komt te staan de
spilvastzetknop (4) indrukken. De Quick-
spanmoer (1) komt los.
7.4 Spanmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Spanmoer (12) bevestigen:
De 2 kanten van de spanmoer zijn verschillend. De
spanmoer als volgt op de spindel schroeven:
Zie pagina 2, afbeelding B.
- A) Bij dunne schuurschijven:
De band van de spanmoer (12) wijst naar boven,
zodat de dunne schuurschijf veilig kan worden
gespannen.
B) Bij dikke schuurschijven:
De band van de spanmoer (12) wijst naar
beneden, zodat de spanmoer veilig op de spindel
kan worden aangebracht.
- Spindel vastzetten. De spanmoer (12) met de
tweegaatssleutel (13) met de wijzers van de klok
mee vastzetten.
Spanmoer losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De
spanmoer (12) met de tweegaatssleutel (13)
tegen de wijzers van de klok in afschroeven.
8.1 Toerental instellen
(afhankelijk van de uitvoering)
Met de stelknop (7) het aanbevolen toerental
instellen.
Doorslijpschijf, grofslijpschijf, slijpkom, diamant-
doorslijpschijf: hoog toerental
Borstel: gemiddeld toerental
Steunschijf: laag tot gemiddeld toerental
Aanwijzing:
Voor polijstwerkzaamheden bevelen
wij onze haakse polijstmachine aan.
8.2 In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen geleiden!
Eerst inschakelen, dan het
inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
Het opzuigen van extra stof en spanen door de
machine dient te worden voorkomen. Bij het
in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich
geen neergeslagen stof in de buurt van de machine
bevindt. De machine na het uitschakelen pas
wegzetten wanneer de motor tot stilstand is
gekomen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Bij langdurige inschakeling loopt de machine
verder wanneer deze uit de hand gerukt wordt.
Daarom de machine altijd met beide handen aan de
hiervoor bestemde handgrepen vasthouden, ervoor
zorgen dat u stevig staat en geconcentreerd
werken.
Schakelschuif:
Inschakelen: schakelschuif (5) naar voren
schuiven. Voor een langdurige inschakeling
vervolgens naar beneden klappen tot hij
inklikt.
Uitschakelen: op het achterste uiteinde van de
schakelschuif (5) drukken en loslaten.
Machines met „Protect-veiligheidsschakelaar“
(met dodemansfunctie):
(Machines met de aanduiding WPA..., WEPA ...)
Inschakelen: inschakelblokkering (8) in de richting
van de pijl schuiven en drukschakelaar (9)
indrukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (9) loslaten.
8. Gebruik
0
II
0
I
8 989
NEDERLANDSnl
30
8.3 Tips voor het werk
Schuren:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het
werkstukoppervlak niet te heet wordt.
Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u
te werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Bij het doorslijpen altijd in
tegengestelde richting (zie afbeelding)
werken. Anders bestaat het gevaar dat
de machine ongecontroleerd uit de
snede springt. Werken met een
matige, aan het materiaal aangepaste voorwaartse
beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken,
niet trillen.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
Reiniging van de motor: De machine zeer
regelmatig en grondig door de achterste
ventilatiesleuven uitblazen met perslucht. Hierbij
moet de machine worden geborgd.
Machines met aanduiding WEA..., WEPA...:
De elektronische signaalindicatie (6) licht
op en het belastingstoerental neemt af. De
wikkelingstemperatuur is te hoog! De
machine met het nullasttoerental laten lopen tot de
elektronische signaalindicatie uitgaat.
De elektronische signaalindicatie (6)
knippert en de machine loopt niet. De
herstartbeveiliging is geactiveerd. Wordt de
netstekker in het stopcontact gestoken wanneer de
machine ingeschakeld is, of is de stroomtoevoer na
een onderbreking weer hersteld, dan loopt de
machine niet aan. De machine uit- en weer
inschakelen.
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Zie bladzijde 4.
Gebruik uitsluitend toebehoren die voldoen aan de
eisen en typische gegevens die in deze gebruiks-
aanwijzing worden weergegeven.
A Beschermkap voor het doorslijpen
Bestemd voor het werken met doorslijpschijven,
diamant-doorslijpschijven.
Aanbrengen zoals beschreven bij „Beschermkap
voor het schuren“ (hoofdstuk 6.2).
B Doorslijp-beschermkap met geleideslede
Bestemd voor het doorslijpen van steenplaten met
diamant-doorslijpschijven.
Op de machine plaatsen en met schroef beves-
tigen. Met aansluitstuk om de steenstof met een
geschikt afzuigapparaat af te zuigen.
C Handbescherming voor het werken met
draadborstels
Bestemd voor het werken met draadborstels.
Handbescherming aanbrengen onder de extra
greep opzij.
Compleet accessoireprogramma, zie
www.metabo.com of de accessoirecatalogus.
Reparaties aan elektrische gereedschappen
mogen uitsluitend door een erkende vakman
worden uitgevoerd!
Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Onderdeellijsten kunt u downloaden via
www.metabo.com.
Het ontstane schuurstof kan schadelijke stoffen
bevatten: Niet met het huisvuil meegeven maar op
de juiste manier naar een depot voor gevaarlijke
afvalstoffen afvoeren.
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van
afgedankte machines, verpakkingen en toebe-
horen.
Alleen voor EU-landen: Geef uw
elektrogereedschap nooit met het huisvuil
mee! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/
EG inzake gebruikte elektrische en elektronische
apparaten en de vertaling hiervan in de nationale
wetgeving dienen oude elektroapparaten
gescheiden te worden ingezameld en op
milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd.
Toelichting bij de gegevens op pagina 2.
Wijzigingen in verband met technische
ontwikkelingen voorbehouden.
D
max
=max. diameter van het inzetgereedschap
t
max,1
=max. toelaatbare dikte van het inzet-
gereedschap in het spanbereik bij gebruik
van een spanmoer (12)
t
max,2
=max. toelaatbare dikte van het inzet-
gereedschap in het spangebied bij
gebruik van de Quick-spanmoer (1)
t
max,3
=Grofslijpschijf /Doorslijpschijf:
max. toelaatbare dikte van het inzetge-
reedschap
M =spindelschroefdraad
l =lengte van de schuurspindel
n* =onbelast toerental (hoogste toerental)
P
1
=nominaal vermogen
P
2
=afgegeven vermogen
m =gewicht zonder netsnoer
Meetgegevens volgens de norm EN 60745.
Machine van beveiligingsklasse II
~ Wisselstroom
9. Reiniging
10. Storingen verhelpen
11. Accessoires
12. Reparatie
13. Milieubescherming
14. Technische gegevens
NEDERLANDS nl
31
* Machines met de aanduiding WEA..., WEPA...:
Energierijke hoogfrequente storingen kunnen
toerentalschommelingen veroorzaken. Deze
verdwijnen weer zodra de storingen afgenomen
zijn.
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
toepasselijke norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling moge-
lijk van de emissie van het elektrisch gereedschap
en een vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen. Afhankelijk van het gebruik, de
toestand van het elektrisch gereedschap of het
inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting
hoger of lager uitvallen. Neem voor de beoordeling
pauzes en fases met een lagere belasting in
aanmerking. Bepaal op grond van de overeenkom-
stig aangepaste taxatiewaarden maatregelen ter
bescherming van de gebruiker, bijv. organisatori-
sche maatregelen.
Totale trillingswaarde
(vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745:
a
h, SG,1
= trillingsemissiewaarde
(oppervlaktes schuren,
meetwaarde)
a
h, SG,2
= trillingsemissiewaarde
(oppervlaktes schuren, opgave
conform EN 60745)
K
h,SG/DS
= onzekerheid (trilling)
Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau
:
L
pA
=geluidsdrukniveau
L
WA
=geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
Tijdens het werken kan het geluidsniveau de
80 dB(A) overschrijden.
Draag gehoorbescherming!

Documenttranscriptie

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 1. Conformiteitsverklaring Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoording, dat deze haakse slijpers voldoen aan de op pagina 3 genoemde normen en richtlijnen. 2. Gebruik volgens de voorschriften De machines zijn met originele Metabo-accessoires geschikt voor het slijpen, het werken met draadborstels en het doorslijpen van metaal, beton, steen en soortgelijke materialen zonder gebruik van water. Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de gebruiker aansprakelijk. De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te worden nageleefd. 3. Algemene veiligheidsvoorschriften Let ter bescherming van uzelf en de machine op de met dit symbool aangegeven passages! WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaanwijzing om het risico van letsel te verminderen. WAARSCHUWING Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Worden de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht genomen, dan kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen goed met het oog op toekomstig gebruik. Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze documenten aan anderen door. 4. Speciale veiligheidsvoorschriften 4.1 Gemeenschappelijke veiligheidsinstructies voor het slijpen, het werken met draadborstels en het doorslijpen: a) Dit elektrisch gereedschap kan worden gebruikt als slijpmachine, draadborstel en doorslijp-machine. Let op alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen, afbeeldingen en gegevens die u bij uw apparaat ontvangt. Neemt u de volgende aanwijzingen niet in acht, dan kan dit leiden tot een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel. b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor het schuren met zandpapier en het polijsten. Toepassingen waarvoor het elektrische gereedschap niet bestemd is, kunnen leiden tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel. NEDERLANDS nl c) Gebruik geen accessoires die door de fabrikant niet speciaal voor dit elektrische gereedschap bestemd en aanbevolen zijn. Wanneer u de accessoires aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen, garandeert dit nog geen veilig gebruik. d) Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap dient minstens zo hoog te zijn als het maximale toerental dat op het elektrisch gereedschap staat aangegeven. Accessoires die sneller draaien dan toelaatbaar kunnen vernield worden. e) De buitendiameter en de dikte van het inzetgereedschap dienen overeen te komen met de maataanduidingen van uw elektrische gereedschap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd. f) Schuurschijven of andere accessoires dienen exact op de schuurspindel van uw elektrische gereedschap te passen. Inzetgereedschap dat niet precies op de schuurspindel van uw elektrische gereedschap past, draait ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van controle. g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer inzetgereedschap, zoals schuur-schijven, vóór gebruik altijd op splinters en scheuren en draadborstels op losse of gebroken draden. Wanneer het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap valt, controleer dan of het beschadigd is, of ga over op onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer u het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en ingebracht, zorg er dan voor dat u en eventuele andere personen in de buurt buiten het bereik van het roterende inzetgereedschap blijven en laat het apparaat een minuut lang draaien op het hoogste toerental. In deze testperiode breekt beschadigd inzetgereedschap meestal. h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de toepassing volledige gezichtsbescherming, oogbescherming of een veiligheidsbril. Zo nodig draagt u een stofmasker, gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen of een speciaal schort, die u bescherming bieden tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rondvliegende vreemde voorwerpen, die bij verschillende toepassingen ontstaan, beschermd te worden. Stof- of zuurstofmaskers dienen het stof dat bij de toepassing ontstaat te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid wordt blootgesteld, kan uw gehoor beschadigd raken. i) Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand van uw werkgebied bevinden. Iedereen die het werkgebied betreedt, dient een persoonlijke veiligheidsbescherming te dragen. Gebroken inzetgereedschap of brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen 25 nl NEDERLANDS en letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken. j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door contact met een spanningvoerende geleider kunnen ook metalen apparaatonderdelen onder spanning worden gezet zetten en een elektrische schok teweeg worden gebracht. k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorgesneden of gegrepen en kan uw hand of uw arm in het draaiende inzetgereedschap komen. I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met het steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het elektrische gereedschap verliest. m) Laat het elektrische gereedschap niet draaien wanneer u het draagt. Door toevallig contact met het draaiende inzetgereedschap kan uw kleding worden gegrepen en kan het inzetgereedschap zich in uw lichaam boren. n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van uw elektrische gereedschap. De motorventilator trekt stof in de behuizing en een sterke opeenhoping van metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken. o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken kunnen deze materialen vlam vatten. p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok. 4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op terugslagen en andere gevaarlijke situaties: Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of blokkeert, zoals slijpschijven, draadborstels, enz. Indien het draaiende inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, wordt het onmiddellijk stopgezet. Hierdoor wordt ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de draairichting van het inzetgereedschap in op de plaats van de blokkering versneld. Wanneer er bijv. een schuurschijf in het werkstuk blijft haken of blokkeert, kan de rand van de schuurschijf, die invalt in het werkstuk, vastraken, met het uitbreken van de schuurschijf of een terugslag als mogelijk gevolg. De schuurschijf beweegt zich dan naar of vanaf de bediener, afhankelijk van de draairichting van de schijf bij de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen schuurschijven ook breken. Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik van het elektrische gereedschap. Deze kan worden 26 voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hierna beschreven. a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw lichaam en uw armen in zo'n positie dat u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd de extra greep om tijdens de startfase een zo groot mogelijke controle over de terugslagkrachten of reactiemomenten te hebben. De bediener kan door geschikte veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten beheersen. b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over uw hand bewegen. c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin het elektrische gereedschap zich in geval van een terugslag beweegt. Door de terugslag komt het elektrische gereedschap tegen de bewegingsrichting van de schuurschijf in op de plaats van de blokkering. d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken, scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzetgereedschap niet van het werkstuk terugspringt en beklemd raakt. Het roterende inzet-gereedschap heeft de neiging om bij hoeken, scherpe randen of ingeval het terugspringt beklemd te raken. Dit leidt tot verlies van controle of een terugslag. e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of verlies van controle over het elektrische gereedschap. 4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het schuren en doorslijpen: a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd en de hiervoor geschikte beschermkap. Schuurmiddelen die niet geschikt zijn voor het elektrische gereedschap kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig. b) De beschermkap dient veilig op het elektrische gereedschap te worden aangebracht en voor een maximale veiligheid zo ingesteld te zijn, dat een zo klein mogelijk deel van het schuurmiddel open naar de bediener wijst. De beschermkap beschermt de gebruiker tegen brokstukken, een toevallig contact met het schuurmiddel en vonken, die kleding kunnen laten ontbranden. c) De schuurmiddelen mogen alleen worden gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmogelijkheden. Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking op deze schuurmiddelen kan de schijf breken. d) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm voor de door u gekozen schuurschijf. Geschikte flenzen steunen de schuurschijf en gaan zo het risico tegen dat deze breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich NEDERLANDS nl onderscheiden van de flenzen voor andere schuurschijven. e) Gebruik geen versleten schuurschijven van groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter van schijf- en komborstels kan door aandruk- en centrifugale krachten vergroot worden. 4.4 Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer deze bij het schuurmateriaal ter beschikking gesteld worden en vereist zijn. Neem de opgaven van de fabrikant van het gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten! Schuurschijven dienen zorgvuldig, volgens de aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard en gebruikt. Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet onderhevig zijn aan zijwaartse druk. Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te worden ondersteund. Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet gebruikt, dan mag het einde van de spil de gatenbodem van het inzetgereedschap niet raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetgereedschap lang genoeg is om de spillengte op te nemen. De schroefdraad van het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op de spil passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van de spil pagina 2 en hoofdstuk 14. Technische gegevens. Bij de bewerking, met name van metaal, kan zich geleidende stof in de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de machine tijdens het draaien zeer regelmatig en grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met perslucht. Hierbij moet de machine worden geborgd. Het wordt aanbevolen om een stationaire afzuiginrichting in te zetten en een lekstroomschakelaar (FI) voor te schakelen. Indien de haakse slijper door de FI-veiligheidsschakelaar is uitgeschakeld moet de machine gecontroleerd en gereinigd worden. Motorreiniging zie hoofdstuk 9. Reiniging. Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Het aanraken of inademen van deze stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties en/of aandoeningen aan de luchtwegen. Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken, gelden als kankerverwekkend, met name in verbinding met additieven voor de houtbehandeling (chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen worden bewerkt door vaklui. - Maak zo mogelijk gebruik van stofafzuiging. 27 Meer speciale veiligheidsinstructies voor het doorslijpen: a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen overmatig diepe snedes uit. Bij een overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en daarmee de kans op een terugslag of breuk van het schuurmiddel verhoogd. b) Mijd het gebied voor en achter de roterende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een terugslag het elektrisch gereedschap met de draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd. c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u het werk onderbreekt, schakel het apparaat dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze op. d) Schakel het elektrische gereedschap zolang het zich niet in het werkstuk bevindt nooit opnieuw in. Laat de doorslijpschijf eerst het volle toerental bereiken voordat u voorzichtig verder gaat met de snede. Anders kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken. e) Zorg voor een ondersteuning van platen of grote werkstukken om het risico van een terugslag als gevolg van een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van de schijf, en zowel bij de doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te worden. f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "invalsnedes" in bestaande wanden of andere gebieden die niet ingezien kunnen worden. De invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gasof waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken. 4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het werken met draadborstels: a) Let erop dat de draadborstels ook tijdens het gewone gebruik draadstukken verliest. Overbelast de draden niet door een te hoge aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of de huid heen dringen. b) Wordt het gebruik van een beschermkap aanbevolen, zorg er dan voor dat de beschermkap en de draadborstel niet met 4.6 Overige veiligheidsvoorschriften: WAARSCHUWING – Draag altijd een veiligheidsbril. nl NEDERLANDS - Zorg voor een goede ventilatie van de werkplaats. - Het wordt aanbevolen om een stofmasker met filterklasse P2 te dragen. Neem de voorschriften in acht die in uw land voor de te bewerken materialen van toepassing zijn. Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest). Zorg ervoor dat bij het werken onder stoffige omstandigheden de ventilatieopeningen vrij zijn. Mocht dit nodig zijn om het stof te verwijderen, ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen voorwerpen) en voorkom beschadiging van inwendige delen. Beschadigde, onronde resp. vibrerende gereedschappen mogen niet gebruikt worden. Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische geleiders en dragende wanden (statica) voorkomen. Bij gebruik van de machine buiten: FIveiligheidsschakelaar met max. afschakelstroom (30 mA) voorschakelen! De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat er instellings-, ombouw- of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Metabo S-automatic veiligheidskoppeling. Ingeval van activering van de veiligheidskoppeling de machine onmiddellijk uitschakelen! Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te worden vervangen. Indien de extra greep defect is de machine niet gebruiken. Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient te worden vervangen. Indien de beschermkap defect is de machine niet gebruiken. Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te polijsten. De garantie vervalt bij gebruik dat niet volgens de voorschriften plaatsvindt! De motor kan oververhit en het elektrisch gereedschap beschadigd raken. Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij onze haakse polijstmachine aan. 5. Overzicht 28 Zie pagina 2. 1 Quick-spanmoer * 2 Steunflens 3 Autobalancer-steunflens (niet afneembaar) 4 Spindelvastzetknop 5 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen 6 Elektronische signaalindicatie * 7 Stelknop voor de toerentalinstelling * 8 Inschakelblokkering * 9 Drukschakelaar * 10 Extra greep / extra greep met trillingsdemping * 11 Beschermkap 12 Spanmoer * 13 Tweegaatssleutel * 14 Hendel voor de bevestiging van de beschermkap * afhankelijk van de uitrusting/niet in de leveringsomvang 6. Inbedrijfstelling Controleer voordat de machine in gebruik wordt genomen of de op het typeplaatje aangegeven spanning overeenkomt met de netspanning. 6.1 Extra greep aanbrengen Alleen werken wanneer de extra greep (10) is aangebracht! De extra greep stevig inschroeven aan de linker- of rechterkant van de machine. 6.2 Beschermkap aanbrengen Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend de beschermkap die bestemd is voor het betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11. Accessoires! Beschermkap voor het slijpen Bestemd voor het werken met afbraamschijven, lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Zie pagina 2, afbeelding C. - De hendel (14) indrukken en ingedrukt houden. de beschermkap (11) aanbrengen in de weergegeven positie. - De hendel loslaten en aan de beschermkap draaien tot de hendel inklikt. - De hendel indrukken en aan de beschermkap draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker wijst. - Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan de beschermkap kunnen worden gedraaid. Alleen inzetgereedschap gebruiken waar de beschermkap minstens 3,4 mm boven uitsteekt. 7. Schuurschijf aanbrengen Voor alle ombouwwerkzaamheden: de netstekker uit het stopcontact halen. De machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel stilstaan. Voor het werken met doorslijpschijven uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11. Accessoires) gebruiken. 7.1 Spindel vastzetten - De spindelvastzetknop (4) indrukken en de spindel (2) met de hand draaien tot de spindelvastzetknop hoorbaar inklikt. 7.2 De schuurschijf erop plaatsen Zie pagina 2, afbeelding A. De autobalancer-steunflens (3) wordt stevig op de spil aangebracht. Een afneembare steunflens is, zoals bij andere haakse slijpers gebruikelijk, niet vereist. NEDERLANDS nl De steunvlakken van de autobalancer-steunflens (3), schuurschijf en Quick-spanmoer (1) of spanmoer (12) dienen schoon te zijn. Indien nodig reinigen. - De schuurschijf op de autobalancer-steunflens (3) plaatsen (zie de afbeeldingen hierboven). De schuurschijf dient gelijkmatig op de autobalancer-steunflens te liggen. De plaatflens van de doorslijpschijven dient op de autobalancer-steunflens te liggen. 7.3 Quick-spanmoer bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitrusting) Quick-spanmoer (1) bevestigen: Wanneer het inzetgereedschap in het spangebied dikker dan 8 mm is, mag de Quickspanmoer niet gebruikt worden! Gebruik dan de spanmoer (12) met tweegaatssleutel (13). - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). - De Quick-spanmoer (1) zo op de spindel (2) plaatsen dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 3. - De Quick-spanmoer met de hand met de wijzers van de klok mee vastzetten. - Door tegen de wijzers van de klok in krachtig aan de schuurschijf te draaien de Quick-spanmoer vastzetten. Quick-spanmoer (1) losmaken: Alleen wanneer de Quick-spanmoer (1) is aangebracht, mag de spindel met de spilvastzetknop (4) worden stilgezet! - Na het uitschakelen loopt de machine na. - Kort voordat de schuurschijf stil komt te staan de spilvastzetknop (4) indrukken. De Quickspanmoer (1) komt los. 7.4 8. Gebruik 8.1 Toerental instellen (afhankelijk van de uitvoering) Met de stelknop (7) het aanbevolen toerental instellen. Doorslijpschijf, grofslijpschijf, slijpkom, diamantdoorslijpschijf: hoog toerental Borstel: gemiddeld toerental Steunschijf: laag tot gemiddeld toerental Aanwijzing: Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij onze haakse polijstmachine aan. 8.2 In-/uitschakelen De machine altijd met beide handen geleiden! Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap naar het werkstuk brengen. Het opzuigen van extra stof en spanen door de machine dient te worden voorkomen. Bij het in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich geen neergeslagen stof in de buurt van de machine bevindt. De machine na het uitschakelen pas wegzetten wanneer de motor tot stilstand is gekomen. Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een stroomonderbreking heeft voorgedaan. Bij langdurige inschakeling loopt de machine verder wanneer deze uit de hand gerukt wordt. Daarom de machine altijd met beide handen aan de hiervoor bestemde handgrepen vasthouden, ervoor zorgen dat u stevig staat en geconcentreerd werken. Schakelschuif: Spanmoer bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitrusting) Spanmoer (12) bevestigen: De 2 kanten van de spanmoer zijn verschillend. De spanmoer als volgt op de spindel schroeven: Zie pagina 2, afbeelding B. - A) Bij dunne schuurschijven: De band van de spanmoer (12) wijst naar boven, zodat de dunne schuurschijf veilig kan worden gespannen. B) Bij dikke schuurschijven: De band van de spanmoer (12) wijst naar beneden, zodat de spanmoer veilig op de spindel kan worden aangebracht. - Spindel vastzetten. De spanmoer (12) met de tweegaatssleutel (13) met de wijzers van de klok mee vastzetten. Spanmoer losmaken: - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De spanmoer (12) met de tweegaatssleutel (13) tegen de wijzers van de klok in afschroeven. 0 I Inschakelen: schakelschuif (5) naar voren schuiven. Voor een langdurige inschakeling vervolgens naar beneden klappen tot hij inklikt. Uitschakelen: op het achterste uiteinde van de schakelschuif (5) drukken en loslaten. Machines met „Protect-veiligheidsschakelaar“ (met dodemansfunctie): (Machines met de aanduiding WPA..., WEPA ...) 89 0 I Inschakelen: inschakelblokkering (8) in de richting van de pijl schuiven en drukschakelaar (9) indrukken. Uitschakelen: drukschakelaar (9) loslaten. 29 nl NEDERLANDS 8.3 Tips voor het werk Schuren: De machine matig aandrukken en over het oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het werkstukoppervlak niet te heet wordt. Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u te werken met een invalshoek van 30° - 40°. Doorslijpen: Bij het doorslijpen altijd in tegengestelde richting (zie afbeelding) werken. Anders bestaat het gevaar dat de machine ongecontroleerd uit de snede springt. Werken met een matige, aan het materiaal aangepaste voorwaartse beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken, niet trillen. Werken met draadborstels: De machine matig aandrukken. 9. Reiniging Reiniging van de motor: De machine zeer regelmatig en grondig door de achterste ventilatiesleuven uitblazen met perslucht. Hierbij moet de machine worden geborgd. 10. Storingen verhelpen Machines met aanduiding WEA..., WEPA...: De elektronische signaalindicatie (6) licht op en het belastingstoerental neemt af. De wikkelingstemperatuur is te hoog! De machine met het nullasttoerental laten lopen tot de elektronische signaalindicatie uitgaat. De elektronische signaalindicatie (6) knippert en de machine loopt niet. De herstartbeveiliging is geactiveerd. Wordt de netstekker in het stopcontact gestoken wanneer de machine ingeschakeld is, of is de stroomtoevoer na een onderbreking weer hersteld, dan loopt de machine niet aan. De machine uit- en weer inschakelen. 11. Accessoires Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren. Zie bladzijde 4. Gebruik uitsluitend toebehoren die voldoen aan de eisen en typische gegevens die in deze gebruiksaanwijzing worden weergegeven. A Beschermkap voor het doorslijpen Bestemd voor het werken met doorslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Aanbrengen zoals beschreven bij „Beschermkap voor het schuren“ (hoofdstuk 6.2). B Doorslijp-beschermkap met geleideslede Bestemd voor het doorslijpen van steenplaten met diamant-doorslijpschijven. Op de machine plaatsen en met schroef bevestigen. Met aansluitstuk om de steenstof met een geschikt afzuigapparaat af te zuigen. 30 C Handbescherming voor het werken met draadborstels Bestemd voor het werken met draadborstels. Handbescherming aanbrengen onder de extra greep opzij. Compleet accessoireprogramma, zie www.metabo.com of de accessoirecatalogus. 12. Reparatie Reparaties aan elektrische gereedschappen mogen uitsluitend door een erkende vakman worden uitgevoerd! Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat gerepareerd dient te worden contact op met uw Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen www.metabo.com. Onderdeellijsten kunt u downloaden via www.metabo.com. 13. Milieubescherming Het ontstane schuurstof kan schadelijke stoffen bevatten: Niet met het huisvuil meegeven maar op de juiste manier naar een depot voor gevaarlijke afvalstoffen afvoeren. Neem de nationale voorschriften in acht voor een milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van afgedankte machines, verpakkingen en toebehoren. Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrogereedschap nooit met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/ EG inzake gebruikte elektrische en elektronische apparaten en de vertaling hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektroapparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd. 14. Technische gegevens Toelichting bij de gegevens op pagina 2. Wijzigingen in verband met technische ontwikkelingen voorbehouden. Dmax = max. diameter van het inzetgereedschap tmax,1 = max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap in het spanbereik bij gebruik van een spanmoer (12) tmax,2 = max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap in het spangebied bij gebruik van de Quick-spanmoer (1) tmax,3 = Grofslijpschijf /Doorslijpschijf: max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap M = spindelschroefdraad l = lengte van de schuurspindel n* = onbelast toerental (hoogste toerental) P1 = nominaal vermogen P2 = afgegeven vermogen m = gewicht zonder netsnoer Meetgegevens volgens de norm EN 60745. Machine van beveiligingsklasse II ~ Wisselstroom NEDERLANDS nl * Machines met de aanduiding WEA..., WEPA...: Energierijke hoogfrequente storingen kunnen toerentalschommelingen veroorzaken. Deze verdwijnen weer zodra de storingen afgenomen zijn. De vermelde technische gegevens zijn tolerantiewaarden (overeenkomstig de toepasselijke norm). Emissiewaarden Deze waarden maken een beoordeling mogelijk van de emissie van het elektrisch gereedschap en een vergelijking van de verschillende elektrische gereedschappen. Afhankelijk van het gebruik, de toestand van het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting hoger of lager uitvallen. Neem voor de beoordeling pauzes en fases met een lagere belasting in aanmerking. Bepaal op grond van de overeenkomstig aangepaste taxatiewaarden maatregelen ter bescherming van de gebruiker, bijv. organisatorische maatregelen. Totale trillingswaarde (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN 60745: ah, SG,1 = trillingsemissiewaarde (oppervlaktes schuren, meetwaarde) ah, SG,2 = trillingsemissiewaarde (oppervlaktes schuren, opgave conform EN 60745) Kh,SG/DS = onzekerheid (trilling) Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau: LpA = geluidsdrukniveau = geluidsvermogensniveau LWA KpA, KWA = onzekerheid Tijdens het werken kan het geluidsniveau de 80 dB(A) overschrijden. Draag gehoorbescherming! 31
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Metabo WA 11-125 Quick Handleiding

Type
Handleiding