3
Functies toegevoegd in versie 2.0
De FA gebruiken als masterklavier
Voor elke partij in een studioset kunt u instellingen maken om een
externe MIDI-geluidsmodule te bedienen.
Hiermee kunt u één FA-werkstation gebruiken om de eigen
geluiden en de geluiden van een externe module onafhankelijk
van elkaar te bedienen.
1. Ga naar de [MENU]-knop
&
Part View
&
scherm
PART VIEW.
2. Gebruik de cursorknoppen of het wiel om naar het
tabblad Master Kbd (1/2) te gaan en selecteer PTX
(Part TX).
MEMO
U kunt tabbladen wisselen door de [SHIFT]-knop ingedrukt
te houden en de cursorknoppen [
C
] [
A
] te gebruiken.
3. Gebruik de [INC] [DEC]-knop of het wiel om de
instelling voor elke partij te bewerken.
Waarde Uitleg
ON
Dit is de normale instelling.
Dezelfde MIDI-berichten worden
doorgestuurd naar de interne geluidsengine
van de FA en naar een extern MIDI-apparaat.
Berichten die geluiden selecteren of
wisselen (Bank Select, Program Change),
gebruiken de instellingen voor het geluid
dat voor die partij is geselecteerd.
OFF
Gebruik deze instelling als u niet wilt
dat een specieke partij MIDI-berichten
doorstuurt naar een extern MIDI-apparaat.
MKB
Gebruik deze instelling als u de FA wilt
gebruiken als een masterklavier dat een
extern MIDI-apparaat bedient.
De instellingen voor het bedienen van het
externe MIDI-apparaat kunnen worden
opgegeven met behulp van parameters op
het tabblad Master Kbd (1/2) en het tabblad
Master Kbd (2/2) van de partijparameters.
MEMO
5 Zelfs voor partijen die zijn ingesteld op “MKB”, worden MIDI-
berichten doorgestuurd naar de interne geluidsengine van
de FA. Als u niet wilt dat de interne geluidsengine van de FA
geluid produceert, stelt u op het tabblad Level/Pan de Mute-
instelling in op “ON” (zodat de interne geluidsengine geen
geluid produceert).
5 Het MIDI-kanaal van elke partij wordt opgegeven door de
Ch (RX Channel)-instelling op het tabblad Level/Pan.
Parameters instellen om een extern MIDI-
apparaat te bedienen
Om deze instellingen te maken, gebruikt u de volgende
parameters op het tabblad Master Kbd (1/2) en het tabblad
Master Kbd (2/2) van de partijparameters.
Parameter Waarde Uitleg
MSB
(Bank Select MSB)
OFF,
0–127
Geef een numerieke waarde op
voor Program Number- en Bank
Select MSB/LSB-berichten die
geluiden op het externe MIDI-
apparaat wisselen.
LSB (Bank Select LSB)
OFF,
0–127
PC (Program Change)
OFF,
1–128
VOL (Volume)
OFF,
0–127
Regelt het volume van het
externe MIDI-apparaat.
PCH BND (Bender
Lever Switch)
OFF, ON
Geeft op of de Pitch
Bend Lever (hendel voor
toonhoogteverandering) het
externe MIDI-apparaat bedient
(ON) of niet bedient (OFF).
MOD CTL
(Modulation Lever
Switch)
OFF, ON
Geeft op of de Modulation
Lever (modulatiehendel) het
externe MIDI-apparaat bedient
(ON) of niet bedient (OFF).
HOLD P
(Hold Pedal
Switch)
OFF, ON
Geeft op of een pedaal dat
op de Hold-aansluiting is
aangesloten, het externe MIDI-
apparaat bedient (ON) of niet
bedient (OFF).
CTL P1 (Control
Pedal1 Switch)
OFF, ON
Geeft op of een pedaal dat
op de CTRL 1-aansluiting is
aangesloten, het externe MIDI-
apparaat bedient (ON) of niet
bedient (OFF).
CTL P2 (Control
Pedal2 Switch)
OFF, ON
Geeft op of een pedaal dat
op de CTRL 2-aansluiting is
aangesloten, het externe MIDI-
apparaat bedient (ON) of niet
bedient (OFF).
A1–A6
(Toewijsbare regelaar
1–6)
OFF, ON
Geeft op of de SOUND MODIFY
[1]–[6]-regelaars het externe
MIDI-apparaat bedienen
(ON) of niet bedienen (OFF)
wanneer u de SOUND MODIFY
[1]–[6]-regelaars gebruikt om
ASSIGN 1–6 te bedienen.
De functies die moeten worden
bediend, worden opgegeven
door System
0
tabblad
Knob
0
Sound Modify
Knob 1–6 Assign.
MIDI-berichten worden echter
alleen naar het externe MIDI-
apparaat doorgestuurd als
de Sound Modify Knob 1–6
Assign-instelling “CC01–31”,
“33–95”, “PITCH BEND” of
“AFTERTOUCH” is.