DRIVe
Algemeen
2
Stiller en schoner
Milieuzorg is een van de kernwaarden van
Volvo Car Corporation die van invloed is op alle
activiteiten. Dit resulteerde in de DRIVe-uitvoe-
ringen: een concept bestaande in een syner-
getisch geheel van uiteenlopende energiebe-
sparende functies met als doel het brandstof-
verbruik te verlagen en daarmee ook de uit-
laatgasemissie te beperken.
Voorbeelden van dergelijke energiebespa-
rende functies zijn de intelligente oplaadvoor-
ziening, aangepaste stuurbekrachtiging en
aerodynamische vormgeving.
Intelligente oplaadvoorziening
Tijdens het afremmen op de motor wordt de
bewegingsenergie van de auto benut en omge-
zet in elektriciteit die in de accu van de auto
wordt opgeslagen.
Aangepaste stuurbekrachtiging
Een andere DRIVe-functie behelst de aanpas-
sing van de energiebehoefte van de stuurbe-
krachtiging. Door het gebruik van een energie-
besparende functie en optimalisering kan de
energiebehoefte worden verlaagd, wanneer er
geen stuurbekrachtiging (hulp bij het ver-
draaien van het stuurwiel) nodig is.
Aerodynamische vormgeving
Het DRIVe-concept is te combineren met een
verlaagd chassis. Er zijn ook voor- en achter-
spoilers
1
met een geringe luchtweerstand en
speciaal ontwikkelde velgen
1
verkrijgbaar.
Tips voor milieubewust en zuinig rijden
Hier volgen enkele tips waarmee u het brand-
stofverbruik kunt verlagen zonder dat dit voor
u langere reistijden of minder rijplezier inhoudt.
•
Bij auto’s met DRIVe-motor en een zes-
traps handbak geldt in normale omstan-
digheden op een vlakke ondergrond de 2e
versnelling als wegrijversnelling.
•
Een skibox en lastdragers verhogen de
luchtweerstand waardoor het brandstof-
verbruik toeneemt – verwijder dergelijke
uitrusting daarom altijd wanneer u die niet
nodig hebt.
•
Rijd met de juiste bandenspanning (zie het
gedeelte ‘Wielen en banden’ op pagina 4).
•
Haal onnodige spullen uit de auto – hoe
groter de belading en het gewicht, hoe
hoger het brandstofverbruik.
•
Als de auto is uitgerust met motorverwar-
ming dient u daarvan altijd gebruik te
maken bij een koude start – dit verlaagt het
brandstofverbruik en beperkt de emissies.
•
Rijd soepel en vermijd krachtig afremmen.
•
Rijd in de hoogst mogelijke versnelling –
lagere toeren leveren een lager brandstof-
verbruik op.
•
Rem af op de motor.
•
Bij een hoge snelheid stijgt het verbruik
aanzienlijk door de grotere luchtweerstand
– bij een verdubbeling van de snelheid
neemt de luchtweerstand met een factor 4
toe.
•
Voer regelmatig onderhoud aan de auto uit
– houd daarvoor de intervallen aan die
Volvo adviseert.
1
Het aanbod verschilt per automodel en markt.