Metabo 613080420 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NEDERLANDS nl
31
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Wij verklaren op eigen en uitsluitende
verantwoording dat: deze haakse slijpers,
geïdentificeerd door type en serienummer *1),
voldoen aan alle relevante bepalingen van de
richtlijnen *2) en normen *3). Technische
documentatie bij *4) - zie pagina 4.
De haakse slijpers zijn met originele Metabo-
accessoires geschikt voor het schuren, het schuren
met zandpapier, het werken met draadborstels en
het doorslijpen van metaal, beton, steen en
soortgelijke materialen, zonder gebruik van water.
WEV 15-125 Quick HT, WEV 15-125 Quick Inox,
WEV 17-125 Quick Inox RT is tevens geschikt voor
lichte polijstwerkzaamheden. Voor veelvuldig uit te
voeren polijstwerkzaamheden adviseren wij onze
haakse polijstmachine.
Machines met de aanduiding WEV.. zijn in verband
met het stelwieltje voor het instellen van het
toerental bijzonder geschikt voor werkzaamheden
in combinatie met draadborstels.
Voor schade door ondeskundig gebruik is alleen de
gebruiker aansprakelijk.
De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en
de bijgevoegde veiligheidsinstructies moeten
worden nageleefd.
Let voor uw veiligheid en die van de
machine op de passages die voorzien
zijn van dit symbool!
WAARSCHUWING – Lees ter vermindering
van het risico van letsel de handleiding.
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen.
Worden de veiligheidsinstructies en aanwijzingen
niet in acht genomen, dan kan dit een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen goed met het oog op toekomstig
gebruik.
Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze
documenten aan anderen door.
4.1 Gemeenschappelijke
veiligheidsinstructies voor het schuren,
het schuren met zandpapier, het werken
met draadborstels en het doorslijpen:
Toepassing
a) Dit elektrisch gereedschap kan worden
gebruikt als schuurmachine, schuurmachine
met zandpapier, draadborstel en
doorslijpmachine. Let op alle
veiligheidsinstructies, aanwijzingen,
afbeeldingen en gegevens die u bij uw
apparaat ontvangt. Neemt u de volgende
aanwijzingen niet in acht, dan kan dit leiden tot een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel. WEV
15-125 Quick HT, WEV 15-125 Quick Inox, WEV
17-125 Quick Inox RT kunnen bovendien worden
gebruikt als polijstmachine.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt
om te polijsten. Toepassingen waarvoor het
elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen
leiden tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel.
(Geldt niet voor WEV 15-125 Quick HT, WEV 15-
125 Quick Inox, WEV 17-125 Quick Inox RT.)
c) Gebruik geen accessoires die door de
fabrikant niet speciaal voor dit elektrische
gereedschap bestemd en aanbevolen zijn.
Wanneer u de accessoires aan uw elektrisch
gereedschap kunt bevestigen, garandeert dit nog
geen veilig gebruik.
d) Het toelaatbare toerental van het
inzetgereedschap dient minstens zo hoog te
zijn als het maximale toerental dat op het
elektrisch gereedschap staat aangegeven.
Accessoires die sneller draaien dan toelaatbaar
kunnen breken en in het rond vliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap dienen overeen te komen
met de maataanduidingen van uw elektrische
gereedschap. Verkeerd bemeten
inzetgereedschap kan niet voldoende worden
afgeschermd of gecontroleerd.
f) Inzetgereedschap met draadinzet dient exact
op de slijpspindel van het elektrische
gereedschap te passen. Bij inzetgereedschap
dat met een flens bevestigd is, moet het
opnamegat precies op de flensvorm passen.
Inzetgereedschap dat niet precies op de opname
van het elektrische gereedschap past, draait
ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden
tot verlies van controle.
g) Gebruik geen beschadigd
inzetgereedschap. Controleer
inzetgereedschap, zoals schuurschijven, voor
het gebruik altijd op afsplinteringen en
scheuren, steunschijven op scheuren, (sterke)
slijtage en draadborstels op losse of gebroken
draden. Wanneer het elektrische gereedschap
of het inzetgereedschap gevallen is, controleer
het dan op beschadigingen of gebruik
onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer u
het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en
ingebracht, zorg er dan voor dat u en eventuele
andere personen in de buurt buiten bereik van
het roterende inzetgereedschap blijven en laat
1. Verklaring van
overeenstemming
2. Voorgeschreven gebruik van
het systeem
3. Algemene
veiligheidsinstructies
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDSnl
32
het apparaat een minuut lang draaien op het
hoogste toerental. In deze testperiode breekt
beschadigd inzetgereedschap meestal.
h) Draag een persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de
toepassing volledige gezichtsbescherming,
oogbescherming of een veiligheidsbril. Zo
nodig draagt u een stofmasker,
gehoorbescherming,
veiligheidshandschoenen of een speciaal
schort, die u bescherming bieden tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende vreemde voorwerpen, die bij
verschillende toepassingen ontstaan, beschermd
te worden. Stof- of zuurstofmaskers dienen het stof
dat bij de toepassing ontstaat te filteren. Wanneer u
lang aan hard geluid wordt blootgesteld, kan uw
gehoor beschadigd raken.
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsbescherming te
dragen. Gebroken inzetgereedschap of
brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen
en letsel buiten het directe werkgebied
veroorzaken.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de
geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
of het eigen netsnoer kan raken. Door contact
met een spanningvoerende leiding kunnen ook
metalen apparaatonderdelen onder spanning
worden gezet en kan een elektrische schok teweeg
worden gebracht.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer worden
doorgesneden of gegrepen en kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap komen.
I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap volledig tot
stilstand is gekomen. Het draaiende
inzetgereedschap kan in contact komen met het
steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het
elektrische gereedschap verliest.
m) Laat het elektrische gereedschap niet
draaien wanneer u het draagt. Door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap kan
uw kleding worden gegrepen en kan het
inzetgereedschap zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrische gereedschap. De motorventilator
trekt stof in de behuizing, en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan elektrische
gevaren veroorzaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot
een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
terugslagen en andere gevaarlijke
situaties
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of
blokkeert, zoals een slijpschijf, steunschijf,
draadborstel, enz. Indien het draaiende
inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, wordt
het onmiddellijk stopgezet. Hierdoor wordt
ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de
draairichting van het inzetgereedschap in op de
plaats van de blokkering versneld.
Wanneer er bijv. een slijpschijf in het werkstuk blijft
haken of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf,
die invalt in het werkstuk, vastraken, met het
uitbreken van de slijpschijf of een terugslag als
mogelijk gevolg. De slijpschijf beweegt zich dan
naar of vanaf de bediener, afhankelijk van de
draairichting van de schijf bij de plaats van de
blokkering. Hierbij kunnen schuurschijven ook
breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd
gebruik van het elektrisch gereedschap. Deze kan
worden verhinderd door passende
veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de
terugslagkrachten of reactiemomenten te
hebben. De bediener kan door geschikte
veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en
reactiemomenten beheersen.
b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt. Het
inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over
uw hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrische gereedschap zich in geval
van een terugslag beweegt. Door de terugslag komt
het elektrische gereedschap tegen de
bewegingsrichting van de slijpschijf in op de plaats
van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het
inzetgereedschap niet van het werkstuk
terugspringt en beklemd raakt. Het roterende
inzetgereedschap heeft de neiging om bij hoeken,
scherpe randen of ingeval het terugspringt beklemd
te raken. Dit leidt tot verlies van controle of een
terugslag.
e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
verlies van controle over het elektrische
gereedschap.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor
uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap.
NEDERLANDS nl
33
Schuurmiddelen die niet geschikt zijn voor het
elektrische gereedschap kunnen niet voldoende
worden afgeschermd en zijn onveilig.
b) Gebogen slijpschijven dienen zo te zijn
aangebracht, dat het slijpvlak zich onder de
rand van de beschermkap bevindt. Een
verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de rand
van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar
behoren worden afgeschermd.
c) De beschermkap moet stevig aan het
elektrisch gereedschap zijn aangebracht en,
voor een optimale veiligheid, zo zijn ingesteld
dat een zo klein mogelijk deel van het
slijplichaam open naar de bediener wijst. De
beschermkap beschermt de gebruiker tegen
brokstukken, toevallig contact met het slijplichaam
en vonken, waardoor kleding vlam kan vatten.
d) De slijpmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen
toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: Slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bestemd voor de
materiaalafname met de rand van de schijf. Door
zijwaartse krachtinwerking op deze
schuurmiddelen kan de schijf breken.
e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen steunen de
slijpschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere
schuurschijven.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van
groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.
4.4 Meer speciale veiligheidsinstructies voor
het doorslijpen:
a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit. Bij een
overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de
neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en
daarmee de kans op een terugslag of breuk van het
schuurmiddel verhoogd.
b) Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een
terugslag het elektrisch gereedschap met de
draaiende schijf direct naar u toe worden
geslingerd.
c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de
nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
d) Schakel het elektrische gereedschap zolang
het zich niet in het werkstuk bevindt nooit
opnieuw in. Laat de doorslijpschijf eerst het
volle toerental bereiken voordat u voorzichtig
verder gaat met de snede. Anders kan de schijf
blijven haken, uit het werkstuk springen of een
terugslag veroorzaken.
e) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een
terugslag als gevolg van een ingeklemde
doorslijpschijf te verminderen. Grote
werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen
gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van
de schijf, en zowel bij de doorslijpsnede als aan de
rand, ondersteund te worden.
f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
"invalsnedes" in bestaande wanden of andere
gebieden die niet ingezien kunnen worden. De
invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas-
of waterleidingen, elektrische leidingen of andere
objecten een terugslag veroorzaken.
4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren met zandpapier:
a) Gebruik geen overgedimensioneerde
schuurbladen maar houd u met betrekking tot
de grootte van de schuurbladen aan de
opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over
de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken
en leiden tot het blokkeren of scheuren van de
schuurbladen of een terugslag.
4.6 Uitsluitend voor WEV 15-125 Quick HT,
WEV 15-125 Quick Inox, WEV 17-125
Quick Inox RT: Speciale
veiligheidsinstructies voor het polijsten:
Laat geen losse onderdelen van de polijstkap,
met name bevestigingskoorden, toe. Berg de
bevestigingskoorden op of kort ze in. Uw
vingers kunnen door losse, meedraaiende
bevestigingskoorden worden gepakt of de koorden
kunnen in het werkstuk vast raken.
4.7 Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a) Let erop dat de draadborstels ook tijdens het
gewone gebruik draadstukken verliest.
Overbelast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
b) Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten vergroot worden.
4.8 Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING – Draag altijd een
veiligheidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen, wanneer
deze bij het schuurmateriaal ter beschikking
gesteld worden en vereist zijn.
NEDERLANDSnl
34
Neem de opgaven van de fabrikant van het
gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor
dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Schuurschijven dienen zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard
en gebruikt.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het grofslijpen! Er mag geen zijwaartse druk op
doorslijpschijven worden uitgeoefdend.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het
inzetgereedschap lang genoeg is om de
spindellengte op te nemen. De schroefdraad van
het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op
de spindel passen. Zie voor de lengte en de
schroefdraad van de spindel pagina 4-5 en
hoofdstuk 14. Technische gegevens.
Het gebruik van een stationaire afzuiginrichting
wordt aanbevolen. Schakel altijd een
lekstroomschakelaar (RCD) met een max.
schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine.
Indien de haakse slijper door de
lekstroomschakelaar is uitgeschakeld moet de
machine gecontroleerd en gereinigd worden. Zie
hoofdstuk9. Reiniging.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
geleiders en dragende wanden (statica)
voorkomen.
De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat er
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Metabo S-automatic veiligheidskoppeling. Ingeval
van activering van de veiligheidskoppeling de
machine onmiddellijk uitschakelen!
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient
te worden vervangen. Indien de beschermkap
defect is de machine niet gebruiken.
Kleine werkstukken bevestigen. Bijv. in een
bankschroef spannen.
De stofbelasting verminderen:
Stofdeeltjes die tijdens het werken met deze
machine ontstaan, kunnen stoffen bevatten
die kanker, allergische reacties, aandoeningen aan
de luchtwegen, aangeboren afwijkingen of andere
voortplantingsproblemen kunnen veroorzaken.
Enkele voorbeelden van dergelijke stoffen zijn:
Lood (in loodhoudende verf), mineraal stof (uit
bakstenen, beton e.d.), additieven voor de
behandeling van hout (chromaat,
houtverduurzamingsmiddelen), enkele houtsoorten
(zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest.
Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de
gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de
stofbelasting worden blootgesteld.
Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam
terechtkomen.
Om de belasting met deze stoffen te verminderen:
Zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en
draag een geschikte veiligheidsbescherming, zoals
bijv. ademmaskers die in staat zijn om de
microscopische kleine stofdeeltjes uit de lucht te
filteren.
Neem de voor uw materiaal, personeel,
toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in
acht (bijv. arbeidsveiligheidsbepalingen,
afvalbehandeling).
Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats
waar deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in
de omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikte
accessoires (zie hoofdstuk 11.). Daardoor komen
minder stofdeeltjes ongecontroleerd in de
omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- De vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
plaatsen,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Zie pagina 2.
1Quick-spanmoer *
2Steunflens
3Spindel
4Spindelvastzetknop
5 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen *
6Handgreep
7 Elektronische signaalindicatie *
8 Stelknop voor de toerentalinstelling *
9
Drukschakelaar
10 Inschakelblokkering *
11 Extra greep / extra greep met trillingsdemping *
12 Beschermkap
13 Tweegaatsmoer*
14 Tweegaatssleutel *
15 Hendel voor de bevestiging van de beschermkap
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de
leveringsomvang
5. Overzicht
NEDERLANDS nl
35
Controleer, voordat de machine in gebruik
wordt genomen, of de op het typeplaatje
aangegeven spanning met de netspanning
overeenkomt.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
6.1 Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (11) is
aangebracht! De extra greep stevig
inschroeven aan de linker- of rechterkant van de
machine.
6.2 Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
uitsluitend de beschermkap die bestemd is
voor het betreffende slijpelement! Zie ook
hoofdstuk 11. Accessoires!
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
Zie pagina 3, afbeelding C.
- De hendel (15) indrukken en ingedrukt houden. de
beschermkap (12) aanbrengen in de
weergegeven positie.
- De hendel loslaten en aan de beschermkap
draaien tot de hendel inklikt.
- De hendel indrukken en aan de beschermkap
draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker
wijst.
- Controleer of de hendel goed bevestigd is: Deze
moet vergrendeld zijn en de beschermkap mag
niet kunnen worden gedraaid.
Alleen inzetgereedschap
gebruiken waarover de
beschermkap tenminste
3,4 mm uitsteekt.
(Verwijderen in omgekeerde volgorde.)
Voor alle ombouwwerkzaamheden: Stekker
uit het stopcontact halen. De machine moet
uitgeschakeld zijn en de spindel stilstaan.
Voor het werken met doorslijpschijven uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11.
Accessoires) gebruiken.
7.1 Spindel vastzetten
- De spindelvastzetknop (4) indrukken en de
spindel (3) met de hand draaien tot de
spindelvastzetknop hoorbaar inklikt.
7.2 De slijpschijf erop plaatsen
Zie pagina 2, afbeelding A.
- De steunflens (2) op de spindel plaatsen. Hij is op
de juiste wijze op de spindel aangebracht als hij
zich op de spindel niet laat draaien.
Alleen de W 9-100/WP 9-100: De steunflens met
behulp van de tweegaatssleutel zo op de spindel
schroeven dat de kleine kraag (met diameter 16
mm) naar boven wijst.
- De slijpschijf op de steunflens (2) plaatsen.
De slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te
liggen.
7.3 Quick-spanmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Quick-spanmoer (1) bevestigen:
De Quick-spanmoer (1) slecht aanbrengen op
machines met „Metabo Quick-System“. Deze
machines zijn herkenbaar aan de roder
spindelvastzetknop (4) met „M-Quick“-tekst
Wanneer het inzetgereedschap in het
spangebied dikker dan 7,1 mm is, mag de
quick-spanmoer niet gebruikt worden! Gebruik dan
de tweegaatsmoer (13) met tweegaatssleutel (14).
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- De quick-spanmoer (1) zo op de spindel (3)
plaatsen dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de
spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 2.
- De quick-spanmoer met de hand met de wijzers
van de klok mee vastzetten.
- Door tegen de wijzers van de klok in krachtig aan
de slijpschijf te draaien de quick-spanmoer
vastzetten.
De quick-spanmoer (1) losdraaien:
Alleen wanneer de quick-spanmoer (1) is
aangebracht, mag de spindel met de rode M-
Quick spindelvastzetknop (4) worden stilgezet!
- Na het uitschakelen loopt de machine na.
- Kort voordat de slijpschijf stil komt te staan de
rode M-Quick spindelvastzetknop (4) indrukken.
De quick-spanmoer (1) gaat vanzelf ca. een halve
slag los en kan zonder krachtsinspanning of
gereedschap losgeschroefd worden.
7.4 Tweegaatsmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Tweegaatsmoer (13) bevestigen:
De 2 kanten van de tweegaatsmoer zijn
verschillend. De tweegaatsmoer als volgt op de
spindel schroeven:
Zie pagina 2, afbeelding B.
- X) Bij dunne slijpschijven:
De band van de tweegaatsmoer (13) wijst naar
boven, zodat de dunne slijpschijf veilig kan
worden gespannen.
Y) Bij dikke slijpschijven:
De band van de tweegaatsmoer (13) wijst naar
beneden, zodat de tweegaatsmoer veilig op de
spindel kan worden aangebracht.
Z) Alleen bij de W 9-100/WP 9-100:
De kraag van de tweegaatsmoer wijst naar
beneden of het platte vlak wijst naar boven.
- Spil vastzetten. De tweegaatsmoer (13) met de
tweegaatssleutel (14) met de wijzers van de klok
mee vastzetten.
6. Inbedrijfstelling
7. Schuurschijf aanbrengen
NEDERLANDSnl
36
De tweegaatsmoer losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De
tweegaatsmoer (13) met de tweegaatssleutel (14)
tegen de wijzers van de klok in afschroeven.
8.1 Toerental instellen (afhankelijk van de
uitvoering)
Met de stelknop (8) het aanbevolen toerental
instellen. (laag getal = laag toerental; hoog getal =
hoog toerental)
Doorslijpschijf, grofslijpschijf, slijpkom, diamant-
doorslijpschijf: hoog toerental
Borstel: gemiddeld toerental
Slijpschijf: laag tot gemiddeld toerental
Aanwijzing:
Voor polijstwerkzaamheden bevelen
wij onze haakse polijstmachine aan.
8.2 In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen geleiden!
Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Bij continue inschakeling loopt de machine
verder wanneer hij uit de hand wordt
getrokken. Houd de machine daarom altijd met
beide handen aan de hiervoor bestemde
handgrepen vast, zorg ervoor dat u stevig staat en
werk geconcentreerd.
Voorkom dat de machine stof en spaanders
op wervelt of naar binnen zuigt. De machine
na het uitschakelen pas wegzetten wanneer de
motor tot stilstand is gekomen.
Machines met schakelschuif:
Inschakelen: Schuifschakelaar (5) naar voren
schuiven. Voor een langdurige inschakeling
vervolgens naar beneden klappen tot hij
inklikt.
Uitschakelen: Op het achterste uiteinde van de
schakelschuif (5) drukken en loslaten.
Machines met "Paddle-schakelaar"
(met dodemansfunctie):
Inschakelen: Inschakelvergrendeling (10) in de
richting van de pijl schijven en de drukschakelaar
(9) indrukken.
Uitschakelen: Laat de drukschakelaar (9) los.
Machines met de aanduiding W...RT:
Moment inschakeling (met dode
manschakelaar)
Inschakelen: drukschakelaar (9) naar voren
schuiven en vervolgens de drukschakelaar
(9) naar boven drukken.
Uitschakelen: laat de drukschakelaar (9) los.
Machines met de aanduiding W...RT:
Continue inschakeling (afhankelijk van de
uitvoering)
Inschakelen: machine zoals boven beschreven
inschakelen. Vervolgens de drukschakelaar
(9) nog een keer naar voren schuiven en in
de voorste positie ontlasten om de
drukschakelaar (9) te vergrendelen
(continue inschakeling).
Uitschakelen: de drukschakelaar (9) naar boven
drukken en loslaten.
8.3 Tips voor het werk
Schuren en schuren met zandpapier:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het
werkstukoppervlak niet te heet wordt.
Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat moet u
werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Bij het doorslijpen altijd in
tegengestelde richting (zie afbeelding)
werken. Anders bestaat het gevaar dat
de machine ongecontroleerd uit de
snede springt. Werk met een matige,
aan het materiaal aangepaste voorwaartse
beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken,
niet trillen.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
8.4 Overbrengingsbehuizing draaien
Zie pagina 3, afbeelding D.
- Trek de stekker uit het stopcontact.
- De bevestigingsbout (a) van de hendel (15)
losschroeven. De bout en de hendel (met het
plaatgedeelte) verwijderen en wegleggen.
- De vier bouten van de overbrengingsbehuizing (b)
losschroeven. Let op! De
overbrengingsbehuizing niet verwijderen!
8. Gebruik
0
I
5
0
I
9 10910
0
I
9
0
I
9
NEDERLANDS nl
37
- De overbrengingsbehuizing in de gewenste stand
draaien zonder deze te verwijderen.
- De vier bouten van de overbrengingsbehuizing (b)
in de aanwezige gaten met schroefdraad
schroeven. Aanhaalmoment = 3,0 Nm +/- 0,3 Nm.
- De veer, die de hendel in de juiste stand drukt,
terzijde schuiven en de hendel (15) (met het
plaatgedeelte) plaatsen en met de
bevestigingsbout (a) vastschroeven.
Aanhaalmoment = 5,0 Nm +/- 0,5 Nm.
Controleren of de hendel correct werkt: deze moet
onder veerspanning staan.
Tijdens de bewerking kunnen stofdeeltjes in het
binnenste van de elektrische machine terecht
komen. Dit heeft invloed op de koeling van het
elektrisch gereedschap. Geleidende afzettingen
kunnen invloed hebben op de veiligheidsisolatie
van het elektrisch gereedschap en elektrische
gevaren veroorzaken.
Elektrisch gereedschap regelmatig, vaak en
grondig door alle voorste en achterste luchtspleten
uitzuigen of met droge lucht uitblazen. Trek eerst de
stekker van het elektrisch gereedschap uit het
stopcontact en draag tijdens het schoonmaken
veiligheidsbril en stofmasker.
Machines met VTC- en TC-elektronica:
De elektronische signaalindicatie (7) licht
op en het belastingstoerental neemt af
(niet W...RT). De machine wordt te zwaar
belast! De machine met het nullasttoerental laten
lopen tot de elektronische signaalindicatie uitgaat.
De machine loopt niet. De elektronische
signaalindicatie (7) (afhankelijk van de
uitvoering) knippert. De herstartbeveiliging
is geactiveerd. Wordt de netstekker in het
stopcontact gestoken wanneer de machine
ingeschakeld is, of is de stroomtoevoer na een
onderbreking weer hersteld, dan loopt de machine
niet aan. De machine uit- en weer inschakelen.
Gebruik alleen originele Metabo toebehoren.
Zie pag. 6.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
A Doorslijp-beschermkapclip/beschermkap
voor het doorslijpen
Bestemd voor het werken met doorslijpschijven,
diamant-doorslijpschijven. Wanneer de doorslijp-
beschermkapclip erop is aangebracht, verandert de
beschermkap in een doorslijp-beschermkap.
B Afzuigbeschermkap voor het doorslijpen
Bestemd voor het doorslijpen van steenplaten met
diamant-doorslijpschijven. Met aansluitstuk om de
steenstof met een geschikt afzuigapparaat af te
zuigen.
C Afzuigbeschermkap voor het slijpen van
vlakken
Bedoeld voor het slijpen van beton, tegels, hout en
kunststof met di komvormige diamantschijven c.q.
glasvezelschijven en geschikte slijpschijven. Met
aansluitstuk om stof van steen, hout en kunststof
met een geschikt afzuigapparaat af te zuigen. Niet
geschikt voor het afzuigen van vonken of het slijpen
van metalen.
D Stofbeschermingsfilter
Het fijnmazige filter voorkomt het binnendringen
van grove stofdeeltjes in de motorbehuizing.
Regelmatig afnemen en reinigen.
E Handbescherming
Bestemd voor het werken met steunschijven,
slijpschijven, draadborstels en diamantboorkronen
voor tegels.
Handbescherming aanbrengen onder de extra
greep opzij.
F Beugel met meerdere standen voor extra
handgreep
Maakt vele handgreepposities mogelijk.
G Extra handgreep met beugel
Compleet toebehorenprogramma, zie
www.metabo.com of de catalogus.
Reparaties aan elektrisch gereedschap
mogen uitsluitend door een erkende vakman
worden uitgevoerd!
Wanneer de aansluitkabel wordt beschadigd, moet
deze door een speciale aansluitkabel worden
vervangen.
Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Onderdeellijsten kunt u via www.metabo.com
downloaden.
Het ontstane slijpstof kan schadelijke stoffen
bevatten: Op de juiste wijze als afval behandelen.
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van
afgedankte machines, verpakkingen en
toebehoren.
Uitsluitend voor EU-landen: Geef uw elektro-
gereedschap nooit met het huisvuil mee!
Conform de Europese richtlijn 2002/96/EG
over oude elektrische en elektronische apparaten
en de omzetting in de nationale wetgeving dient
gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden inge-
zameld en voor hergebruik op milieuvriendelijke
wijze aangeboden te worden.
9. Reiniging
10. Storingen verhelpen
11. Toebehoren
12. Reparatie
13. Milieubescherming
NEDERLANDSnl
38
Toelichting bij de gegevens van pagina 4.
Wijzigingen en technische verbeteringen
voorbehouden.
Ø=max. diameter van het
inzetgereedschap
t
max,1
= max. toelaatbare dikte van het
inzetgereedschap in het spanbereik
bij gebruik van de tweegaatsmoer (13)
t
max,2
= max. toelaatbare dikte van het
inzetgereedschap in het spanbereik
bij gebruik van de quick-spanmoer (1)
t
max,3
= grofslijpschijf/doorslijpschijf:
max. toelaatbare dikte van het
inzetgereedschap
M=schroefdraad as
l = lengte van de schuurspindel
n* = onbelast toerental (hoogste toerental)
n
V
* = onbelast toerental (instelbaar)
P
1
= nominaal vermogen
P
2
= afgegeven vermogen
m = gewicht zonder netsnoer
Meetgegevens volgens de norm EN 60745.
Machine van beveiligingsklasse II
~Wisselstroom
* Machines met de aanduiding WE... : Energierijke
hoogfrequente storingen kunnen schommelingen in
het toerental veroorzaken. Deze verdwijnen weer
zodra de storingen afgenomen zijn.
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de betreffende
geldige norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling
mogelijk van de emissie van het elektrisch
gereedschap en een vergelijking van de
verschillende elektrische gereedschappen.
Afhankelijk van het gebruik, de toestand van het
elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap
kan de daadwerkelijke belasting hoger of lager
uitvallen. Neem voor de beoordeling pauzes en
fases met een lagere belasting in aanmerking.
Bepaal op grond van de overeenkomstig
aangepaste taxatiewaarden maatregelen ter
bescherming van de gebruiker, bijv.
organisatorische maatregelen.
Totale trillingswaarde
(vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745:
a
h, SG
=trillingsemissiewaarde
(Oppervlakken schuren)
a
h, DS
= trillingsemissiewaarde
(schuren met slijpschijf)
a
h,P
= trillingsemissiewaarde
(polijsten)
K
h,SG/DS/P
= onzekerheid (trilling)
Typische A-gekwalificeerd geluidsniveau
:
L
pA
= geluidsdrukniveau
L
WA
= geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
Tijdens het werken kan het geluidsniveau de
80 dB(A) overschrijden.
Draag gehoorbescherming!
14. Technische gegevens

Documenttranscriptie

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 1. Verklaring van overeenstemming Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoording dat: deze haakse slijpers, geïdentificeerd door type en serienummer *1), voldoen aan alle relevante bepalingen van de richtlijnen *2) en normen *3). Technische documentatie bij *4) - zie pagina 4. 2. Voorgeschreven gebruik van het systeem De haakse slijpers zijn met originele Metaboaccessoires geschikt voor het schuren, het schuren met zandpapier, het werken met draadborstels en het doorslijpen van metaal, beton, steen en soortgelijke materialen, zonder gebruik van water. WEV 15-125 Quick HT, WEV 15-125 Quick Inox, WEV 17-125 Quick Inox RT is tevens geschikt voor lichte polijstwerkzaamheden. Voor veelvuldig uit te voeren polijstwerkzaamheden adviseren wij onze haakse polijstmachine. Machines met de aanduiding WEV.. zijn in verband met het stelwieltje voor het instellen van het toerental bijzonder geschikt voor werkzaamheden in combinatie met draadborstels. Voor schade door ondeskundig gebruik is alleen de gebruiker aansprakelijk. De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en de bijgevoegde veiligheidsinstructies moeten worden nageleefd. 3. Algemene veiligheidsinstructies Let voor uw veiligheid en die van de machine op de passages die voorzien zijn van dit symbool! WAARSCHUWING – Lees ter vermindering van het risico van letsel de handleiding. WAARSCHUWING Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Worden de veiligheidsinstructies en aanwijzingen niet in acht genomen, dan kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen goed met het oog op toekomstig gebruik. Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze documenten aan anderen door. 4. Speciale veiligheidsvoorschriften 4.1 Gemeenschappelijke veiligheidsinstructies voor het schuren, NEDERLANDS nl het schuren met zandpapier, het werken met draadborstels en het doorslijpen: Toepassing a) Dit elektrisch gereedschap kan worden gebruikt als schuurmachine, schuurmachine met zandpapier, draadborstel en doorslijpmachine. Let op alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen, afbeeldingen en gegevens die u bij uw apparaat ontvangt. Neemt u de volgende aanwijzingen niet in acht, dan kan dit leiden tot een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel. WEV 15-125 Quick HT, WEV 15-125 Quick Inox, WEV 17-125 Quick Inox RT kunnen bovendien worden gebruikt als polijstmachine. b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt om te polijsten. Toepassingen waarvoor het elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen leiden tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel. (Geldt niet voor WEV 15-125 Quick HT, WEV 15125 Quick Inox, WEV 17-125 Quick Inox RT.) c) Gebruik geen accessoires die door de fabrikant niet speciaal voor dit elektrische gereedschap bestemd en aanbevolen zijn. Wanneer u de accessoires aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen, garandeert dit nog geen veilig gebruik. d) Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap dient minstens zo hoog te zijn als het maximale toerental dat op het elektrisch gereedschap staat aangegeven. Accessoires die sneller draaien dan toelaatbaar kunnen breken en in het rond vliegen. e) De buitendiameter en de dikte van het inzetgereedschap dienen overeen te komen met de maataanduidingen van uw elektrische gereedschap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd. f) Inzetgereedschap met draadinzet dient exact op de slijpspindel van het elektrische gereedschap te passen. Bij inzetgereedschap dat met een flens bevestigd is, moet het opnamegat precies op de flensvorm passen. Inzetgereedschap dat niet precies op de opname van het elektrische gereedschap past, draait ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van controle. g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer inzetgereedschap, zoals schuurschijven, voor het gebruik altijd op afsplinteringen en scheuren, steunschijven op scheuren, (sterke) slijtage en draadborstels op losse of gebroken draden. Wanneer het elektrische gereedschap of het inzetgereedschap gevallen is, controleer het dan op beschadigingen of gebruik onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer u het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en ingebracht, zorg er dan voor dat u en eventuele andere personen in de buurt buiten bereik van het roterende inzetgereedschap blijven en laat 31 nl NEDERLANDS het apparaat een minuut lang draaien op het hoogste toerental. In deze testperiode breekt beschadigd inzetgereedschap meestal. h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de toepassing volledige gezichtsbescherming, oogbescherming of een veiligheidsbril. Zo nodig draagt u een stofmasker, gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen of een speciaal schort, die u bescherming bieden tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rondvliegende vreemde voorwerpen, die bij verschillende toepassingen ontstaan, beschermd te worden. Stof- of zuurstofmaskers dienen het stof dat bij de toepassing ontstaat te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid wordt blootgesteld, kan uw gehoor beschadigd raken. i) Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand van uw werkgebied bevinden. Iedereen die het werkgebied betreedt, dient een persoonlijke veiligheidsbescherming te dragen. Gebroken inzetgereedschap of brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken. j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen apparaatonderdelen onder spanning worden gezet en kan een elektrische schok teweeg worden gebracht. k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorgesneden of gegrepen en kan uw hand of uw arm in het draaiende inzetgereedschap komen. I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met het steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het elektrische gereedschap verliest. m) Laat het elektrische gereedschap niet draaien wanneer u het draagt. Door toevallig contact met het draaiende inzetgereedschap kan uw kleding worden gegrepen en kan het inzetgereedschap zich in uw lichaam boren. n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van uw elektrische gereedschap. De motorventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke opeenhoping van metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken. o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken kunnen deze materialen vlam vatten. p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok. 32 4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op terugslagen en andere gevaarlijke situaties Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of blokkeert, zoals een slijpschijf, steunschijf, draadborstel, enz. Indien het draaiende inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, wordt het onmiddellijk stopgezet. Hierdoor wordt ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de draairichting van het inzetgereedschap in op de plaats van de blokkering versneld. Wanneer er bijv. een slijpschijf in het werkstuk blijft haken of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf, die invalt in het werkstuk, vastraken, met het uitbreken van de slijpschijf of een terugslag als mogelijk gevolg. De slijpschijf beweegt zich dan naar of vanaf de bediener, afhankelijk van de draairichting van de schijf bij de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen schuurschijven ook breken. Een terugslag is het gevolg van een verkeerd gebruik van het elektrisch gereedschap. Deze kan worden verhinderd door passende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder beschreven. a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw lichaam en uw armen in zo'n positie dat u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd de extra greep om tijdens de startfase een zo groot mogelijke controle over de terugslagkrachten of reactiemomenten te hebben. De bediener kan door geschikte veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten beheersen. b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over uw hand bewegen. c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin het elektrische gereedschap zich in geval van een terugslag beweegt. Door de terugslag komt het elektrische gereedschap tegen de bewegingsrichting van de slijpschijf in op de plaats van de blokkering. d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken, scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzetgereedschap niet van het werkstuk terugspringt en beklemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft de neiging om bij hoeken, scherpe randen of ingeval het terugspringt beklemd te raken. Dit leidt tot verlies van controle of een terugslag. e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of verlies van controle over het elektrische gereedschap. 4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het schuren en doorslijpen: a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd en de hiervoor geschikte beschermkap. NEDERLANDS nl Schuurmiddelen die niet geschikt zijn voor het elektrische gereedschap kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig. b) Gebogen slijpschijven dienen zo te zijn aangebracht, dat het slijpvlak zich onder de rand van de beschermkap bevindt. Een verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de rand van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar behoren worden afgeschermd. c) De beschermkap moet stevig aan het elektrisch gereedschap zijn aangebracht en, voor een optimale veiligheid, zo zijn ingesteld dat een zo klein mogelijk deel van het slijplichaam open naar de bediener wijst. De beschermkap beschermt de gebruiker tegen brokstukken, toevallig contact met het slijplichaam en vonken, waardoor kleding vlam kan vatten. d) De slijpmiddelen mogen alleen worden gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking op deze schuurmiddelen kan de schijf breken. e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm voor de door u gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen steunen de slijpschijf en gaan zo het risico tegen dat deze breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onderscheiden van de flenzen voor andere schuurschijven. f) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. 4.4 Meer speciale veiligheidsinstructies voor het doorslijpen: a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen overmatig diepe snedes uit. Bij een overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en daarmee de kans op een terugslag of breuk van het schuurmiddel verhoogd. b) Mijd het gebied voor en achter de roterende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een terugslag het elektrisch gereedschap met de draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd. c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u het werk onderbreekt, schakel het apparaat dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze op. d) Schakel het elektrische gereedschap zolang het zich niet in het werkstuk bevindt nooit opnieuw in. Laat de doorslijpschijf eerst het volle toerental bereiken voordat u voorzichtig verder gaat met de snede. Anders kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken. e) Zorg voor een ondersteuning van platen of grote werkstukken om het risico van een terugslag als gevolg van een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van de schijf, en zowel bij de doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te worden. f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "invalsnedes" in bestaande wanden of andere gebieden die niet ingezien kunnen worden. De invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gasof waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken. 4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het schuren met zandpapier: a) Gebruik geen overgedimensioneerde schuurbladen maar houd u met betrekking tot de grootte van de schuurbladen aan de opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken en leiden tot het blokkeren of scheuren van de schuurbladen of een terugslag. 4.6 Uitsluitend voor WEV 15-125 Quick HT, WEV 15-125 Quick Inox, WEV 17-125 Quick Inox RT: Speciale veiligheidsinstructies voor het polijsten: Laat geen losse onderdelen van de polijstkap, met name bevestigingskoorden, toe. Berg de bevestigingskoorden op of kort ze in. Uw vingers kunnen door losse, meedraaiende bevestigingskoorden worden gepakt of de koorden kunnen in het werkstuk vast raken. 4.7 Speciale veiligheidsinstructies voor het werken met draadborstels: a) Let erop dat de draadborstels ook tijdens het gewone gebruik draadstukken verliest. Overbelast de draden niet door een te hoge aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of de huid heen dringen. b) Wordt het gebruik van een beschermkap aanbevolen, zorg er dan voor dat de beschermkap en de draadborstel niet met elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter van schijf- en komborstels kan door aandruk- en centrifugale krachten vergroot worden. 4.8 Overige veiligheidsvoorschriften: WAARSCHUWING – Draag altijd een veiligheidsbril. Maak gebruik van elastische tussenlagen, wanneer deze bij het schuurmateriaal ter beschikking gesteld worden en vereist zijn. 33 nl NEDERLANDS 34 Neem de opgaven van de fabrikant van het gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten! Schuurschijven dienen zorgvuldig, volgens de aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard en gebruikt. Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt voor het grofslijpen! Er mag geen zijwaartse druk op doorslijpschijven worden uitgeoefdend. Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te worden ondersteund. Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet gebruikt, dan mag het einde van de spindel de gatenbodem van het schuurgereedschap niet raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetgereedschap lang genoeg is om de spindellengte op te nemen. De schroefdraad van het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op de spindel passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van de spindel pagina 4-5 en hoofdstuk 14. Technische gegevens. Het gebruik van een stationaire afzuiginrichting wordt aanbevolen. Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD) met een max. schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine. Indien de haakse slijper door de lekstroomschakelaar is uitgeschakeld moet de machine gecontroleerd en gereinigd worden. Zie hoofdstuk9. Reiniging. Beschadigde, onronde resp. vibrerende gereedschappen mogen niet gebruikt worden. Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische geleiders en dragende wanden (statica) voorkomen. De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat er instellings-, ombouw- of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Metabo S-automatic veiligheidskoppeling. Ingeval van activering van de veiligheidskoppeling de machine onmiddellijk uitschakelen! Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te worden vervangen. Indien de extra greep defect is de machine niet gebruiken. Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient te worden vervangen. Indien de beschermkap defect is de machine niet gebruiken. Kleine werkstukken bevestigen. Bijv. in een bankschroef spannen. De stofbelasting verminderen: Stofdeeltjes die tijdens het werken met deze machine ontstaan, kunnen stoffen bevatten die kanker, allergische reacties, aandoeningen aan de luchtwegen, aangeboren afwijkingen of andere voortplantingsproblemen kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden van dergelijke stoffen zijn: Lood (in loodhoudende verf), mineraal stof (uit bakstenen, beton e.d.), additieven voor de behandeling van hout (chromaat, houtverduurzamingsmiddelen), enkele houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest. Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de stofbelasting worden blootgesteld. Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam terechtkomen. Om de belasting met deze stoffen te verminderen: Zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en draag een geschikte veiligheidsbescherming, zoals bijv. ademmaskers die in staat zijn om de microscopische kleine stofdeeltjes uit de lucht te filteren. Neem de voor uw materiaal, personeel, toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in acht (bijv. arbeidsveiligheidsbepalingen, afvalbehandeling). Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats waar deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de omgeving. Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikte accessoires (zie hoofdstuk 11.). Daardoor komen minder stofdeeltjes ongecontroleerd in de omgeving terecht. Gebruik een geschikte stofafzuiging. Verminder de stofbelasting door: - De vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren luchtstroom van de machine niet op de gebruiker zelf of in de buurt aanwezige personen of op neergeslagen stof te richten, - een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te plaatsen, - de werkplek goed te ventileren en door te stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen wervelt het stof op. - Zuig of was de beschermende kleding. Niet uitblazen, uitslaan of uitborstelen. 5. Overzicht Zie pagina 2. 1 Quick-spanmoer * 2 Steunflens 3 Spindel 4 Spindelvastzetknop 5 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen * 6 Handgreep 7 Elektronische signaalindicatie * 8 Stelknop voor de toerentalinstelling * 9 Drukschakelaar 10 Inschakelblokkering * 11 Extra greep / extra greep met trillingsdemping * 12 Beschermkap 13 Tweegaatsmoer* 14 Tweegaatssleutel * 15 Hendel voor de bevestiging van de beschermkap * afhankelijk van de uitrusting/niet in de leveringsomvang NEDERLANDS nl 6. Inbedrijfstelling Controleer, voordat de machine in gebruik wordt genomen, of de op het typeplaatje aangegeven spanning met de netspanning overeenkomt. Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD) met een max. schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine. Extra greep aanbrengen Alleen werken wanneer de extra greep (11) is aangebracht! De extra greep stevig inschroeven aan de linker- of rechterkant van de machine. zich op de spindel niet laat draaien. Alleen de W 9-100/WP 9-100: De steunflens met behulp van de tweegaatssleutel zo op de spindel schroeven dat de kleine kraag (met diameter 16 mm) naar boven wijst. - De slijpschijf op de steunflens (2) plaatsen. De slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te liggen. 7.3 6.1 6.2 Beschermkap aanbrengen Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend de beschermkap die bestemd is voor het betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11. Accessoires! Beschermkap voor het slijpen Bestemd voor het werken met afbraamschijven, lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Zie pagina 3, afbeelding C. - De hendel (15) indrukken en ingedrukt houden. de beschermkap (12) aanbrengen in de weergegeven positie. - De hendel loslaten en aan de beschermkap draaien tot de hendel inklikt. - De hendel indrukken en aan de beschermkap draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker wijst. - Controleer of de hendel goed bevestigd is: Deze moet vergrendeld zijn en de beschermkap mag niet kunnen worden gedraaid. Alleen inzetgereedschap gebruiken waarover de beschermkap tenminste 3,4 mm uitsteekt. (Verwijderen in omgekeerde volgorde.) 7. Schuurschijf aanbrengen Voor alle ombouwwerkzaamheden: Stekker uit het stopcontact halen. De machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel stilstaan. Voor het werken met doorslijpschijven uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11. Accessoires) gebruiken. 7.1 Spindel vastzetten - De spindelvastzetknop (4) indrukken en de spindel (3) met de hand draaien tot de spindelvastzetknop hoorbaar inklikt. 7.2 De slijpschijf erop plaatsen Zie pagina 2, afbeelding A. - De steunflens (2) op de spindel plaatsen. Hij is op de juiste wijze op de spindel aangebracht als hij Quick-spanmoer bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitrusting) Quick-spanmoer (1) bevestigen: De Quick-spanmoer (1) slecht aanbrengen op machines met „Metabo Quick-System“. Deze machines zijn herkenbaar aan de roder spindelvastzetknop (4) met „M-Quick“-tekst Wanneer het inzetgereedschap in het spangebied dikker dan 7,1 mm is, mag de quick-spanmoer niet gebruikt worden! Gebruik dan de tweegaatsmoer (13) met tweegaatssleutel (14). - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). - De quick-spanmoer (1) zo op de spindel (3) plaatsen dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 2. - De quick-spanmoer met de hand met de wijzers van de klok mee vastzetten. - Door tegen de wijzers van de klok in krachtig aan de slijpschijf te draaien de quick-spanmoer vastzetten. De quick-spanmoer (1) losdraaien: Alleen wanneer de quick-spanmoer (1) is aangebracht, mag de spindel met de rode MQuick spindelvastzetknop (4) worden stilgezet! - Na het uitschakelen loopt de machine na. - Kort voordat de slijpschijf stil komt te staan de rode M-Quick spindelvastzetknop (4) indrukken. De quick-spanmoer (1) gaat vanzelf ca. een halve slag los en kan zonder krachtsinspanning of gereedschap losgeschroefd worden. 7.4 Tweegaatsmoer bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitrusting) Tweegaatsmoer (13) bevestigen: De 2 kanten van de tweegaatsmoer zijn verschillend. De tweegaatsmoer als volgt op de spindel schroeven: Zie pagina 2, afbeelding B. - X) Bij dunne slijpschijven: De band van de tweegaatsmoer (13) wijst naar boven, zodat de dunne slijpschijf veilig kan worden gespannen. Y) Bij dikke slijpschijven: De band van de tweegaatsmoer (13) wijst naar beneden, zodat de tweegaatsmoer veilig op de spindel kan worden aangebracht. Z) Alleen bij de W 9-100/WP 9-100: De kraag van de tweegaatsmoer wijst naar beneden of het platte vlak wijst naar boven. - Spil vastzetten. De tweegaatsmoer (13) met de tweegaatssleutel (14) met de wijzers van de klok mee vastzetten. 35 nl NEDERLANDS De tweegaatsmoer losmaken: - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De tweegaatsmoer (13) met de tweegaatssleutel (14) tegen de wijzers van de klok in afschroeven. Uitschakelen: Laat de drukschakelaar (9) los. Machines met de aanduiding W...RT: Moment inschakeling (met dode manschakelaar) 8. Gebruik 8.1 Toerental instellen (afhankelijk van de uitvoering) Met de stelknop (8) het aanbevolen toerental instellen. (laag getal = laag toerental; hoog getal = hoog toerental) Doorslijpschijf, grofslijpschijf, slijpkom, diamantdoorslijpschijf: hoog toerental Borstel: gemiddeld toerental Slijpschijf: laag tot gemiddeld toerental Aanwijzing: Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij onze haakse polijstmachine aan. 8.2 9 I 0 Inschakelen: drukschakelaar (9) naar voren schuiven en vervolgens de drukschakelaar (9) naar boven drukken. Uitschakelen: laat de drukschakelaar (9) los. Machines met de aanduiding W...RT: Continue inschakeling (afhankelijk van de uitvoering) In-/uitschakelen De machine altijd met beide handen geleiden! Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap naar het werkstuk brengen. Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een stroomonderbreking heeft voorgedaan. Bij continue inschakeling loopt de machine verder wanneer hij uit de hand wordt getrokken. Houd de machine daarom altijd met beide handen aan de hiervoor bestemde handgrepen vast, zorg ervoor dat u stevig staat en werk geconcentreerd. Voorkom dat de machine stof en spaanders op wervelt of naar binnen zuigt. De machine na het uitschakelen pas wegzetten wanneer de motor tot stilstand is gekomen. Machines met schakelschuif: 5 I 0 Inschakelen: Schuifschakelaar (5) naar voren schuiven. Voor een langdurige inschakeling vervolgens naar beneden klappen tot hij inklikt. Uitschakelen: Op het achterste uiteinde van de schakelschuif (5) drukken en loslaten. Machines met "Paddle-schakelaar" (met dodemansfunctie): 9 0 10 I Inschakelen: Inschakelvergrendeling (10) in de richting van de pijl schijven en de drukschakelaar 36 (9) indrukken. 9 I 0 Inschakelen: machine zoals boven beschreven inschakelen. Vervolgens de drukschakelaar (9) nog een keer naar voren schuiven en in de voorste positie ontlasten om de drukschakelaar (9) te vergrendelen (continue inschakeling). Uitschakelen: de drukschakelaar (9) naar boven drukken en loslaten. 8.3 Tips voor het werk Schuren en schuren met zandpapier: De machine matig aandrukken en over het oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het werkstukoppervlak niet te heet wordt. Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat moet u werken met een invalshoek van 30° - 40°. Doorslijpen: Bij het doorslijpen altijd in tegengestelde richting (zie afbeelding) werken. Anders bestaat het gevaar dat de machine ongecontroleerd uit de snede springt. Werk met een matige, aan het materiaal aangepaste voorwaartse beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken, niet trillen. Werken met draadborstels: De machine matig aandrukken. 8.4 Overbrengingsbehuizing draaien Zie pagina 3, afbeelding D. - Trek de stekker uit het stopcontact. - De bevestigingsbout (a) van de hendel (15) losschroeven. De bout en de hendel (met het plaatgedeelte) verwijderen en wegleggen. - De vier bouten van de overbrengingsbehuizing (b) losschroeven. Let op! De overbrengingsbehuizing niet verwijderen! NEDERLANDS nl - De overbrengingsbehuizing in de gewenste stand draaien zonder deze te verwijderen. - De vier bouten van de overbrengingsbehuizing (b) in de aanwezige gaten met schroefdraad schroeven. Aanhaalmoment = 3,0 Nm +/- 0,3 Nm. - De veer, die de hendel in de juiste stand drukt, terzijde schuiven en de hendel (15) (met het plaatgedeelte) plaatsen en met de bevestigingsbout (a) vastschroeven. Aanhaalmoment = 5,0 Nm +/- 0,5 Nm. Controleren of de hendel correct werkt: deze moet onder veerspanning staan. 9. Reiniging Tijdens de bewerking kunnen stofdeeltjes in het binnenste van de elektrische machine terecht komen. Dit heeft invloed op de koeling van het elektrisch gereedschap. Geleidende afzettingen kunnen invloed hebben op de veiligheidsisolatie van het elektrisch gereedschap en elektrische gevaren veroorzaken. Elektrisch gereedschap regelmatig, vaak en grondig door alle voorste en achterste luchtspleten uitzuigen of met droge lucht uitblazen. Trek eerst de stekker van het elektrisch gereedschap uit het stopcontact en draag tijdens het schoonmaken veiligheidsbril en stofmasker. 10. Storingen verhelpen Machines met VTC- en TC-elektronica: De elektronische signaalindicatie (7) licht op en het belastingstoerental neemt af (niet W...RT). De machine wordt te zwaar belast! De machine met het nullasttoerental laten lopen tot de elektronische signaalindicatie uitgaat. De machine loopt niet. De elektronische signaalindicatie (7) (afhankelijk van de uitvoering) knippert. De herstartbeveiliging is geactiveerd. Wordt de netstekker in het stopcontact gestoken wanneer de machine ingeschakeld is, of is de stroomtoevoer na een onderbreking weer hersteld, dan loopt de machine niet aan. De machine uit- en weer inschakelen. 11. Toebehoren Gebruik alleen originele Metabo toebehoren. Zie pag. 6. Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en kenmerken. A Doorslijp-beschermkapclip/beschermkap voor het doorslijpen Bestemd voor het werken met doorslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Wanneer de doorslijpbeschermkapclip erop is aangebracht, verandert de beschermkap in een doorslijp-beschermkap. B Afzuigbeschermkap voor het doorslijpen Bestemd voor het doorslijpen van steenplaten met diamant-doorslijpschijven. Met aansluitstuk om de steenstof met een geschikt afzuigapparaat af te zuigen. C Afzuigbeschermkap voor het slijpen van vlakken Bedoeld voor het slijpen van beton, tegels, hout en kunststof met di komvormige diamantschijven c.q. glasvezelschijven en geschikte slijpschijven. Met aansluitstuk om stof van steen, hout en kunststof met een geschikt afzuigapparaat af te zuigen. Niet geschikt voor het afzuigen van vonken of het slijpen van metalen. D Stofbeschermingsfilter Het fijnmazige filter voorkomt het binnendringen van grove stofdeeltjes in de motorbehuizing. Regelmatig afnemen en reinigen. E Handbescherming Bestemd voor het werken met steunschijven, slijpschijven, draadborstels en diamantboorkronen voor tegels. Handbescherming aanbrengen onder de extra greep opzij. F Beugel met meerdere standen voor extra handgreep Maakt vele handgreepposities mogelijk. G Extra handgreep met beugel Compleet toebehorenprogramma, zie www.metabo.com of de catalogus. 12. Reparatie Reparaties aan elektrisch gereedschap mogen uitsluitend door een erkende vakman worden uitgevoerd! Wanneer de aansluitkabel wordt beschadigd, moet deze door een speciale aansluitkabel worden vervangen. Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat gerepareerd dient te worden contact op met uw Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen www.metabo.com. Onderdeellijsten kunt u via www.metabo.com downloaden. 13. Milieubescherming Het ontstane slijpstof kan schadelijke stoffen bevatten: Op de juiste wijze als afval behandelen. Neem de nationale voorschriften in acht voor een milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van afgedankte machines, verpakkingen en toebehoren. Uitsluitend voor EU-landen: Geef uw elektrogereedschap nooit met het huisvuil mee! Conform de Europese richtlijn 2002/96/EG over oude elektrische en elektronische apparaten en de omzetting in de nationale wetgeving dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden ingezameld en voor hergebruik op milieuvriendelijke wijze aangeboden te worden. 37 nl NEDERLANDS 14. Technische gegevens 38 Toelichting bij de gegevens van pagina 4. Wijzigingen en technische verbeteringen voorbehouden. Ø = max. diameter van het inzetgereedschap tmax,1 = max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap in het spanbereik bij gebruik van de tweegaatsmoer (13) tmax,2 = max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap in het spanbereik bij gebruik van de quick-spanmoer (1) tmax,3 = grofslijpschijf/doorslijpschijf: max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap M = schroefdraad as l = lengte van de schuurspindel n* = onbelast toerental (hoogste toerental) nV* = onbelast toerental (instelbaar) P1 = nominaal vermogen = afgegeven vermogen P2 m = gewicht zonder netsnoer Meetgegevens volgens de norm EN 60745. Machine van beveiligingsklasse II ~Wisselstroom * Machines met de aanduiding WE... : Energierijke hoogfrequente storingen kunnen schommelingen in het toerental veroorzaken. Deze verdwijnen weer zodra de storingen afgenomen zijn. De vermelde technische gegevens zijn tolerantiewaarden (overeenkomstig de betreffende geldige norm). Emissiewaarden Deze waarden maken een beoordeling mogelijk van de emissie van het elektrisch gereedschap en een vergelijking van de verschillende elektrische gereedschappen. Afhankelijk van het gebruik, de toestand van het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting hoger of lager uitvallen. Neem voor de beoordeling pauzes en fases met een lagere belasting in aanmerking. Bepaal op grond van de overeenkomstig aangepaste taxatiewaarden maatregelen ter bescherming van de gebruiker, bijv. organisatorische maatregelen. Totale trillingswaarde (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN 60745: ah, SG=trillingsemissiewaarde (Oppervlakken schuren) ah, DS = trillingsemissiewaarde (schuren met slijpschijf) ah,P = trillingsemissiewaarde (polijsten) Kh,SG/DS/P = onzekerheid (trilling) Typische A-gekwalificeerd geluidsniveau: LpA = geluidsdrukniveau LWA = geluidsvermogensniveau KpA, KWA = onzekerheid Tijdens het werken kan het geluidsniveau de 80 dB(A) overschrijden. Draag gehoorbescherming!
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

Metabo 613080420 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor