Kathrein MSK 125/MR Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

936.3468/A/0409/1.2nl/ZWT
Speciale veiligheidsinstructies
voor het antennemeetsysteem
Dit apparaat werd gebouwd overeenkomstig de EU-conformiteitsverklaring en heeft de fabriek
in een veiligheidstechnisch correcte toestand verlaten. Om deze toestand te behouden en een
gevaarloze werking te garanderen, moet de gebruiker alle aanwijzingen, waarschuwingen en
opmerkingen in acht nemen.
Toegepaste symbolen op Kathrein-apparaten en in beschrijvingen:
Let op het handboek
Aansluiting veiligheidsgeleider massa-aansluitpunten, attentie!
Contactgevaarlijke spanning
Componenten met elektrostatisch gevaar vereisen een bijzondere behandeling
Attentie aarding!
1. Het apparaat mag uitsluitend in de door de fabrikant aangegeven bedrijfstoestanden en -posities
worden gebruikt (let op voldoende ventilatie). Het volgende geldt: IP-beschermklasse 2X,
verontreinigingsgraad 2, overspanningscategorie 2. De netadapter mag alleen binnenshuis worden
gebruikt. Een kort gebruik in de open lucht is toegestaan wanneer het meettoestel tegen regen
en vocht wordt beschermd, werking tot 2000 m boven NN. De netadapter mag alleen worden
toegepast aan netvoorzieningen die met ten hoogste 16A zijn beveiligd Indien in het informatieblad
niets anders is aangegeven geldt voor de nominale spanning een tolerantie van ± 10 % en voor de
nominale frequentie een tolerantie van ± 5 %.
2. Bij metingen in stroomcircuits met spanningen Ueff > 30 V moeten geschikte maatregelen worden
getroffen om uit te sluiten dat mensen in gevaar worden gebracht (bijv. geschikte meettoestellen,
zekeringen, stroombegrenzing, nooduitschakeling, isolatie enz.).
3. Zorg er door een geschikte overspanningsbeveiliging en aarding voor dat er geen overspanning (bijv.
door onweer) aan het apparaat kan komen. Anders bestaat er gevaar voor elektrische schokken
voor het bedieninspersoneel.
4. Wanneer een apparaat op een vaste plaats wordt aangesloten moet de verbinding tussen de
veiligheidsgeleider ter plaatse en de veiligheidsgeleider van het apparaat voor alle andere
verbindingen worden gemaakt. Opstelling en aansluiting mag alleen door geschoolde elektriciens
worden uitgevoerd.
5. Bij apparaten op een vaste plaats zonder ingebouwde zekering, zelfschakelaar of dergelijke
veiligheidsinrichtingen moet het stroomcircuit zo beveiligd zijn dat apparaten en gebruikers
voldoende zijn beschermd.
6. Voor het inschakelen van het apparaat moet gecontroleerd worden dat de door de externe
AC-netadapter benodigde nominale spanning en de nominale spanning van het stroomnet
overeenstemmen.
7. Bij apparaten met beschermklasse I met beweeglijke nettoevoerleiding en steekinrichting
(meegeleverde externe AC netadapter) is de werking alleen toegestaan aan geaarde contactdozen
met en aangesloten veiligheidsgeleider.
8. Iedere opzettelijke onderbreking van de veiligheidsgeleider zowel in de toevoerleiding als ook in het
apparaat zelf is niet toegestaan en kan ertoe leiden dat er gevaarlijke spanning van het apparaat
uitgaat. Bij gebruik van verlengsnoeren of contactdozenstrips moet ervoor gezorgd worden dat
deze regelmatig op hun veiligheidstechnische toestand gecontroleerd worden.
Internet: www.kathrein.de
KATHREIN-Werke KG • Anton-Kathrein-Straße 1 - 3 • Postbus 100 444 • 83004 Rosenheim • DUITSLAND • Tel. +49 8031 184-0 • Fax +49 8031 184-306
936.3468/A/0409/2.2nl/ZWT Technische gegevens onder voorbehoud.
9. Als het apparaat niet met een schakelaar voor de netscheiding uitgerust is, moet de stekker van de
aansluitkabel als scheidingsinrichting worden beschouwd. In deze gevallen moet ervoor gezorgd
worden dat de netstekker altijd gemakkelijk bereikbaar en goed toegankelijk is. Functieschakelaars
of elektrische schakelaars zijn niet geschikt voor de netscheiding. Wanneer apparaten zonder
netschakelaar in onderstellen of installaties geïntegreerd worden, moet de scheidingsinrichting op
installatieniveau verplaatst worden.
10. Gebruik het apparaat nooit wanneer de stroomkabel beschadigd is. Controleer de correcte toestand
van de stroomkabel regelmatig. Zorg er door geschikte veiligheidsmaatregelen en installatiewijze
voor dat de stroomkabel niet beschadigd kan worden en er niemand in gevaar wordt gebracht door
bijv. struikelen of elektrische schokken.
11. Bij alle werkzaamheden moeten de speci eke plaatselijke resp. landelijke veiligheids- en
ongevalpreventievoorschriften in acht genomen worden. Voor werkzaamheden of voor het openen
van het apparaat moet dit van het stroomnet losgekoppeld worden. Aanpassing, vervangen van
onderdelen, onderhoud en reparatie mag alleen door geschoolde elektriciens uitgevoerd worden.
Wanneer veiligheidsrelevante onderdelen (bijv. netschakelaars, nettransformatoren of zekeringen)
vervangen worden mag dit alleen door originele onderdelen gebeuren. Na elke vervanging van
veiligheidsrelevante onderdelen moet een veiligheidstest uitgevoerd worden (visuele controle,
veiligheidsgeleidertest, meting isolatieweerstand en a eidingsstroom, functietest).
12. Bij verbindingen met informatietechnische apparaten moet erop gelet worden dat deze
overeenstemmen met de EN 60950.
13. Plaats het apparaat niet op hitteverwekkende apparaten. De omgevingstemperatuur mag de
maximum temperatuur die in de gebruiksaanwijzing is gespeci ceerd, niet overschrijden.
14. Steek geen voorwerpen, die hier niet voor zijn bestemd, in de openingen van de behuizing. Giet
nooit vloeistoffen in of over de behuizing. Dit kan kortsluiting in het apparaat en/of elektrische
schokken, brand of letsel veroorzaken.
15. Lithiumbatterijen mogen niet worden blootgesteld aan hoge temperaturen of vuur. De batterijen
op afstand van kinderen houden. Wanneer de batterij onvakkundig wordt vervangen, bestaat er
explosiegevaar. Vervangen van de batterij alleen door het originele type (zie reserveonderdelenlijst).
Lege batterijen zijn speciaal afval. Alleen in hiervoor bestemde bakken verwijderen. Batterijen niet
kortsluiten.
16. Apparaten die worden teruggegeven of opgestuurd worden voor de reparatie moeten verpakt zijn in
de originele verpakking of in een verpakking die beschermt tegen elektrostatische op- en ontlading
en tegen mechanische beschadigingen. Verwijder de zekering bij de retourzending om ongewenst
inschakelen van het apparaat te voorkomen!
17. Ontladingen via steekverbindingen kunnen het apparaat beschadigen. Tijdens gebruik en werking
moet het apparaat tegen elektrostatische ontlading beschermd worden.
18. De reiniging van de buitenkant van het apparaat met een zachte pluisvrije stofdoek uitvoeren.
In geen geval oplosmiddelen zoals verdunner, aceton en dergelijke gebruiken omdat anders de
opschriften van de voorplaat evenals kunststof delen beschadigd kunnen worden.
19. Let erop dat in geval van brand giftige stoffen (gassen, vloeistoffen etc.) uit het apparaat kunnen
ontwijken die schadelijk voor de gezondheid kunnen zijn.
20. De grepen aan het apparaat zijn een hulp bij het hanteren en zijn uitsluitend voor personen bestemd.
Het is daarom niet toegestaan deze grepen te gebruiken om het apparaat te bevestigen. Bij niet-
inachtneming kan persoonlijk letsel of materiaalschade ontstaan.
21. Wanneer u het apparaat in een voertuig transporteert of gebruikt ligt de verantwoordelijkheid alleen
bij de bestuurder het voertuig op veilige wijze te besturen. Beveilig het apparaat in het voertuig
voldoende om in geval van een ongeluk letsel of andere soorten schade te voorkomen. Gebruik het
apparaat nooit in het rijdende voertuig omdat dit de bestuurder kan a eiden. De verantwoordelijk-
heid voor de veiligheid van eht voertuig ligt altijd bij de bestuurder van het voertuig. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen.
22. De aanvullende veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing van het apparaat moeten eveneens
in acht genomen worden.
Klantinformatie inzake de batterijverordening (BattV)
Dit apparaat bevat een batterij met schadelijke stoffen. Deze mag niet bij het huisvuil verwijderd
worden. Na het einde van de levensduur mag de verwijdering alleen via de ESC-klantenservice
of bij een geschikte inzamelplaats plaatsvinden.

Documenttranscriptie

Speciale veiligheidsinstructies voor het antennemeetsysteem Dit apparaat werd gebouwd overeenkomstig de EU-conformiteitsverklaring en heeft de fabriek in een veiligheidstechnisch correcte toestand verlaten. Om deze toestand te behouden en een gevaarloze werking te garanderen, moet de gebruiker alle aanwijzingen, waarschuwingen en opmerkingen in acht nemen. Toegepaste symbolen op Kathrein-apparaten en in beschrijvingen: Let op het handboek Aansluiting veiligheidsgeleider massa-aansluitpunten, attentie! Contactgevaarlijke spanning Componenten met elektrostatisch gevaar vereisen een bijzondere behandeling 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Het apparaat mag uitsluitend in de door de fabrikant aangegeven bedrijfstoestanden en -posities worden gebruikt (let op voldoende ventilatie). Het volgende geldt: IP-beschermklasse 2X, verontreinigingsgraad 2, overspanningscategorie 2. De netadapter mag alleen binnenshuis worden gebruikt. Een kort gebruik in de open lucht is toegestaan wanneer het meettoestel tegen regen en vocht wordt beschermd, werking tot 2000 m boven NN. De netadapter mag alleen worden toegepast aan netvoorzieningen die met ten hoogste 16A zijn beveiligd Indien in het informatieblad niets anders is aangegeven geldt voor de nominale spanning een tolerantie van ± 10 % en voor de nominale frequentie een tolerantie van ± 5 %. Bij metingen in stroomcircuits met spanningen Ueff > 30 V moeten geschikte maatregelen worden getroffen om uit te sluiten dat mensen in gevaar worden gebracht (bijv. geschikte meettoestellen, zekeringen, stroombegrenzing, nooduitschakeling, isolatie enz.). Zorg er door een geschikte overspanningsbeveiliging en aarding voor dat er geen overspanning (bijv. door onweer) aan het apparaat kan komen. Anders bestaat er gevaar voor elektrische schokken voor het bedieninspersoneel. Wanneer een apparaat op een vaste plaats wordt aangesloten moet de verbinding tussen de veiligheidsgeleider ter plaatse en de veiligheidsgeleider van het apparaat voor alle andere verbindingen worden gemaakt. Opstelling en aansluiting mag alleen door geschoolde elektriciens worden uitgevoerd. Bij apparaten op een vaste plaats zonder ingebouwde zekering, zelfschakelaar of dergelijke veiligheidsinrichtingen moet het stroomcircuit zo beveiligd zijn dat apparaten en gebruikers voldoende zijn beschermd. Voor het inschakelen van het apparaat moet gecontroleerd worden dat de door de externe AC-netadapter benodigde nominale spanning en de nominale spanning van het stroomnet overeenstemmen. Bij apparaten met beschermklasse I met beweeglijke nettoevoerleiding en steekinrichting (meegeleverde externe AC netadapter) is de werking alleen toegestaan aan geaarde contactdozen met en aangesloten veiligheidsgeleider. Iedere opzettelijke onderbreking van de veiligheidsgeleider zowel in de toevoerleiding als ook in het apparaat zelf is niet toegestaan en kan ertoe leiden dat er gevaarlijke spanning van het apparaat uitgaat. Bij gebruik van verlengsnoeren of contactdozenstrips moet ervoor gezorgd worden dat deze regelmatig op hun veiligheidstechnische toestand gecontroleerd worden. 936.3468/A/0409/1.2nl/ZWT Attentie aarding! 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. Als het apparaat niet met een schakelaar voor de netscheiding uitgerust is, moet de stekker van de aansluitkabel als scheidingsinrichting worden beschouwd. In deze gevallen moet ervoor gezorgd worden dat de netstekker altijd gemakkelijk bereikbaar en goed toegankelijk is. Functieschakelaars of elektrische schakelaars zijn niet geschikt voor de netscheiding. Wanneer apparaten zonder netschakelaar in onderstellen of installaties geïntegreerd worden, moet de scheidingsinrichting op installatieniveau verplaatst worden. Gebruik het apparaat nooit wanneer de stroomkabel beschadigd is. Controleer de correcte toestand van de stroomkabel regelmatig. Zorg er door geschikte veiligheidsmaatregelen en installatiewijze voor dat de stroomkabel niet beschadigd kan worden en er niemand in gevaar wordt gebracht door bijv. struikelen of elektrische schokken. Bij alle werkzaamheden moeten de specifieke plaatselijke resp. landelijke veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften in acht genomen worden. Voor werkzaamheden of voor het openen van het apparaat moet dit van het stroomnet losgekoppeld worden. Aanpassing, vervangen van onderdelen, onderhoud en reparatie mag alleen door geschoolde elektriciens uitgevoerd worden. Wanneer veiligheidsrelevante onderdelen (bijv. netschakelaars, nettransformatoren of zekeringen) vervangen worden mag dit alleen door originele onderdelen gebeuren. Na elke vervanging van veiligheidsrelevante onderdelen moet een veiligheidstest uitgevoerd worden (visuele controle, veiligheidsgeleidertest, meting isolatieweerstand en afleidingsstroom, functietest). Bij verbindingen met informatietechnische apparaten moet erop gelet worden dat deze overeenstemmen met de EN 60950. Plaats het apparaat niet op hitteverwekkende apparaten. De omgevingstemperatuur mag de maximum temperatuur die in de gebruiksaanwijzing is gespecificeerd, niet overschrijden. Steek geen voorwerpen, die hier niet voor zijn bestemd, in de openingen van de behuizing. Giet nooit vloeistoffen in of over de behuizing. Dit kan kortsluiting in het apparaat en/of elektrische schokken, brand of letsel veroorzaken. Lithiumbatterijen mogen niet worden blootgesteld aan hoge temperaturen of vuur. De batterijen op afstand van kinderen houden. Wanneer de batterij onvakkundig wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Vervangen van de batterij alleen door het originele type (zie reserveonderdelenlijst). Lege batterijen zijn speciaal afval. Alleen in hiervoor bestemde bakken verwijderen. Batterijen niet kortsluiten. Apparaten die worden teruggegeven of opgestuurd worden voor de reparatie moeten verpakt zijn in de originele verpakking of in een verpakking die beschermt tegen elektrostatische op- en ontlading en tegen mechanische beschadigingen. Verwijder de zekering bij de retourzending om ongewenst inschakelen van het apparaat te voorkomen! Ontladingen via steekverbindingen kunnen het apparaat beschadigen. Tijdens gebruik en werking moet het apparaat tegen elektrostatische ontlading beschermd worden. De reiniging van de buitenkant van het apparaat met een zachte pluisvrije stofdoek uitvoeren. In geen geval oplosmiddelen zoals verdunner, aceton en dergelijke gebruiken omdat anders de opschriften van de voorplaat evenals kunststof delen beschadigd kunnen worden. Let erop dat in geval van brand giftige stoffen (gassen, vloeistoffen etc.) uit het apparaat kunnen ontwijken die schadelijk voor de gezondheid kunnen zijn. De grepen aan het apparaat zijn een hulp bij het hanteren en zijn uitsluitend voor personen bestemd. Het is daarom niet toegestaan deze grepen te gebruiken om het apparaat te bevestigen. Bij nietinachtneming kan persoonlijk letsel of materiaalschade ontstaan. Wanneer u het apparaat in een voertuig transporteert of gebruikt ligt de verantwoordelijkheid alleen bij de bestuurder het voertuig op veilige wijze te besturen. Beveilig het apparaat in het voertuig voldoende om in geval van een ongeluk letsel of andere soorten schade te voorkomen. Gebruik het apparaat nooit in het rijdende voertuig omdat dit de bestuurder kan afleiden. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van eht voertuig ligt altijd bij de bestuurder van het voertuig. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen. De aanvullende veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing van het apparaat moeten eveneens in acht genomen worden. Klantinformatie inzake de batterijverordening (BattV) Dit apparaat bevat een batterij met schadelijke stoffen. Deze mag niet bij het huisvuil verwijderd worden. Na het einde van de levensduur mag de verwijdering alleen via de ESC-klantenservice of bij een geschikte inzamelplaats plaatsvinden. Internet: www.kathrein.de KATHREIN-Werke KG • Anton-Kathrein-Straße 1 - 3 • Postbus 100 444 • 83004 Rosenheim • DUITSLAND • Tel. +49 8031 184-0 • Fax +49 8031 184-306 936.3468/A/0409/2.2nl/ZWT Technische gegevens onder voorbehoud. 9.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Kathrein MSK 125/MR Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor