deze aan de luchtuitgang van de afzuigkap vast met een metalen bandje (slang en bandje worden niet bijgeleverd).
De elektrische aansluiting uitvoeren.
7. Mionteer het metalen rooster en/of de vetfi lters weer terug.
INSTALLATIE IN DE FILTERVERSIE:
Verricht de installatie volgens de instructies voor de afzuigversie (zie punt 2, 3, 4, 5), en ga daarna verder
met de onderstaande instructies.
Sluit een buigzame slang aan op de luchtuitgangsopening van de wasemkap, zodat hij de lucht tot de bovenkant
van het bovenkastje voert; zet de pijp vast met een metalen band (pijp en en band worden niet meegeleverd).
Breng de elektrische aansluiting tot stand.
Controleer of de koolstoffi lters al geplaatst zijn; monteer hen eventueel als volgt: leg het koolstoffi lter op de
motorgroep, zodanig dat de pennen samenvallen; draai het koolstoffi lter totdat het geblokkeerd wordt (zie de
afbeeldingen 12, 13 of 14, afhankelijk van het model dat u aangeschaft heeft).
Plaats het metalen fi lter en/of de vetfi lters weer terug.
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen:
Bedieningselementen van Afb. 15: Toets A = lampjes aan/uit. Toets B = TIMER inschakelen/uitschakelen:
door 1 keer op deze toets te drukken wordt de timer ingeschakeld, zodat na 5 minuten de motor stopt (tegelij-
kertijd zal op het display het nummer van de gekozen snelheid knipperen); de timer blijft werken als de snelheid
van de motor veranderd word. Display C = - laat de gekozen motorsnelheid zien (van 1 tot 4); - laat als het
nummer knippert zien dat de timer ingeschakeld is; - geeft als het middelste gedeelte brandt of knippert aan
dat de fi lters in alarm zijn. Toets D = schakelt de motor in. Door de toets nogmaals in te drukken, worden de
motor-snelheden gekozen van 1 tot en met 4 in opeenvolgende orde. Houdt u de toets circa 2 seconden dan zal
de motor stoppen. Toets R = reset van de vetfi lters en koolstoffi lters. Als het fi lteralarm verschijnt (d.w.z. als het
middelste gedeelte van het display gaat branden) dan moeten de vetfi lters gereinigd worden (er zijn 30 werking-
suren verstreken). Als het middelste gedeelte daarentegen knippert dan moeten de vetfi lters gereinigd worden en
de koolstoffi lters vervangen worden (er zijn 120 werkingsuren verstreken). Is uw afzuigkap niet in de fi lterversie
en zijn de koolstoffi lters niet aanwezig dan hoeft u uiteraard alleen de vetfi lters te reinigen, dit geldt zowel als het
middelste gedeelte brandt danwel als het middelste gedeelte knippert. Het fi lteralarm verschijnt wanneer de motor
uitgeschakeld is en is ongeveer 30 seconden zichtbaar. Om opnieuw te beginnen moet u de toets 2 seconden
gedurende het zichtbaar zijn van het alarm.
Bedieningselementen van Afb. 16:
AUTOMATISCHE WERKING MET SENSOR:
Toets A : schakelt de verlichting in/ uit. Toets B : schakelt de “Automatische” functie in / uit. Door deze functie
in te schakelen verschijnt een “A” op het display C en wordt de snelheid van de motor automatisch hoger of
lager, afhankelijk van de dampen, luchtjes en gas in de keuken. Display C : - duidt de automatische werking van
de sensor aan (de letter “A” verschijnt);- het duidt de snelheid van de motor aan die automatisch door de sensor
gekozen is ; - het duidt het fi lteralarm aan, wanneer het middelste gedeelte gaat branden of knippert. Toets D
: deze vermindert de snelheid van de motor / Reset; deze vermindert de snelheid van de motor tot nul (stop),
desalniettemin gaat de afzuigkap na ongeveer 1 minuut weer automatisch werken op de snelheid die door de
sensor bepaald is. Door tijdens het tonen van het fi lteralarm op de toets te drukken, wordt de RESET verkregen,
waardoor de uurtelling opnieuw begint. Toets E : verhoogt de snelheid van de motor, desalniettemin gaat de
afzuigkap na ongeveer 1 minuut weer automatisch werken op de snelheid die door de sensor bepaald is.
Wijziging van de gevoeligheid van de sensor: het is mogelijk de gevoeligheid van de sensor te veranderen, door
als volgt te werk te gaan: - stop de afzuigkap door op toets B te drukken. – Druk tegelijkertijd op de toetsen D
en E (op het display verschijnt de gevoeligheidsindex van de sensor). – Verhoog of verlaag de gevoeligheidsindex
door op de toetsen D of E te drukken (1 : minimum gevoeligheid / 9: maximum gevoeligheid). – wanneer de
stroomvoorziening onderbroken wordt, gaat de sensor weer met gevoeligheid 5 werken.
Let op: om te voorkomen dat de sensor beschadigd wordt, dient men geen siliconenhoudende producten
in de buurt van de afzuigkap te gebruiken!
Bedieningselementen van Afb. 17: Schakelaar A: VERLICHTING; stand 0: lampje uit; stand 1: lampje aan.
Schakelaar B - MOTORSNELHEID: Hiermee is het mogelijk om de werkingssnelheden van de motor te regelen;
stand 0: motor staat stil. C: Controlelampje dat aangeeft dat de motor in werking is.
Bedieningselementen van Afb. 18: Toets A: schakelt de verlichting in/uit; om de 30 bedrijfsuren gaat het
corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfi lters moeten worden schoongemaakt; om de
120 bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfi lters moeten worden
schoongemaakt en het koolstoffi lter moet worden vervangen. Om de telling van de uren weer te laten starten
(RESET), moet de toets A ongeveer 1” ingedrukt gehouden worden (terwijl het lampje S in werking is).
Toets B: schakelt de motor in op de 1
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); als hij ongeveer
1” ingedrukt gehouden wordt, gaat de motor uit; door nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje brandt)