GXT 31 Gaming Mouse - USER’S MANUAL
21
Configuratie
Een functie toewijzen
- Klik op de knop waaraan u een nieuwe functie wilt toewijzen.
- Beweeg over het functietype dat u wilt toewijzen (Mouse, Internet, Multimedia, etc. etc.).
- Klik op de functie die u wilt toewijzen.
- Klik op ‘OK’. De muis wordt bijgewerkt.
Een toetsenbordfunctie toewijzen
- Klik op de knop waaraan u een nieuwe functie wilt toewijzen.
- Klik op ‘Keyboard’.
- Klik op het virtuele toetsenbord op de toets waaraan u de functie wilt toewijzen.
- Klik op ‘OK’. De muis wordt bijgewerkt.
'Een programma starten' toewijzen
- Klik op de knop waaraan u een nieuwe functie wilt toewijzen.
- Klik op ‘Execute Program’.
- Dubbelkklik op het .exe bestand dat u wilt starten.
- Klik op ‘OK’. De muis wordt bijgewerkt.
Geavanceerde muisconfiguratie
Een macrofunctie aanmaken
(een toetsenreeks in de software opslaan)
- Klik op de knop waaraan u een nieuwe functie wilt toewijzen.
- Klik op ‘Macro Manager…’.
Er zijn 3 manieren om een macro aan te maken:
- Functies toevoegen vanuit vensters boven en links.
- Registreren van muis- en toetsenbordbewegingen met behulp van de record-knop.
- Gegevens invoeren via toetsenbordvenster onderin of uw werkelijke toetsenbord.
- Wanneer u klaar bent met het maken van uw macro, klikt u op ‘
’.
- Hier kunt u:
* Een bestaande macro openen.
* Uw macro opslaan.
* Uw macro hernoemen.
- Sluit de ‘Macro Manager’ wanneer u klaar bent met het maken van macro's.
Een macrofunctie toewijzen
(een toetsenreeks in de software opslaan)
- Klik op de knop waaraan u een nieuwe functie wilt toewijzen.
- Selecteer de macro die u wilt toewijzen in de lijst ‘Select Macro File’.
- Klik op ‘OK’. De muis wordt bijgewerkt.
De DPI-instellingen wijzigen
(elk profiel heeft een eigen DPI-instelling, profielen en DPI zijn gekoppeld)
- Klik op ‘DPI Setting’.
- U kunt de DPI-instelling afzonderlijk wijzigen voor zowel X- als Y-as (100 – 3000).
- Klik op ‘OK’.
- Klik op ‘OK’. De muis wordt bijgewerkt.