Documenttranscriptie
Digitalkamera mit
Wechselobjektiv
Bedienung
E-Bajonett
Digitale camera met
verwisselbare lens
Bedieningshandelingen
Montagestuk E
NEX-7
Gebrauchsanleitung
DE
Gebruiksaanwijzing
NL
Inhoud
Deze [Bedieningshandelingen] beschrijft de eenvoudige
bedieningshandelingen van de camera en enkele geavanceerde
bedieningshandelingen waarbij gebruikt wordt gemaakt van de belangrijkste
functies. Zie [Aan de slag] voor informatie over het instellen van de camera en
Het [Handboek] op de CD-ROM (bijgeleverd) voor meer gedetailleerde
functies en bedieningshandelingen.
Aan de slag
Bedieningshandelingen
Handboek
(Deze gebruiksaanwijzing)
Onderdelen en bedieningsfuncties
Opnemen............................................................................ 5
Weergave ........................................................................... 7
Instellingen ......................................................................... 8
Bediening met drie regelknoppen
Bediening met drie regelknoppen.................................... 10
Functies van de regelknoppen......................................... 12
Beschikbare instelstanden ............................................... 13
Toewijzing speciale toetsen
De functies toewijzen aan speciale toetsen ..................... 23
Functies die kunnen worden toegewezen........................ 24
NL
2
AF/MF-knop/AEL-knop
Overschakelen naar een andere scherpstelstand met de
knop AF/MF....................................................................... 28
De AE vergrendelen met de knop AEL............................. 29
Overige
Menulijst............................................................................ 31
De unieke functies voor het maken van digitale
opnamen........................................................................... 41
α-handboek ...................................................................... 44
Beperking van de functies................................................ 45
Aantal opneembare beelden ............................................ 48
Lijst van pictogrammen op het scherm ............................ 51
Problemen oplossen ......................................................... 54
Technische gegevens ...................................................... 55
Inhoud............................................................................... 58
NL
NL
3
Onderdelen en
bedieningsfuncties
De belangrijkste onderdelen van uw camera en de
bedieningsfuncties en knoppen die worden gebruikt
voor het maken van opnamen, het weergeven van
beelden en voor de verschillende instellingen worden
hier beschreven.
Opnemen
Navigatieknop
Selecteert de instellingen voor de
aanpassing van de drie regelknoppen.
Regelknop R
Hiermee stelt u in welke items rechts bovenaan het
scherm verschijnen.
Onderdelen en bedieningsfuncties
Regelknop L
Hiermee stelt u in welke items links bovenaan het scherm
verschijnen.
Ontspanknop
Voor het maken van stilstaande
beelden. U kunt scherpstellen op
het onderwerp door de knop half
in te drukken.
Zoomring
Zoomt in op of zoomt uit van het
onderwerp (wanneer een
zoomlens wordt gebruikt).
ON/OFF (Aan/Uit)-schakelaar
Schakelt de camera in op ON en
schakelt camera uit op OFF.
NL
5
(Flits)-knop*
Hiermee kunt u de ingebouwde flitser laten uitklappen.
Druk op de knop wanneer u de flitser wilt gebruiken.
Duw de flitser omlaag wanneer u de flitser niet wilt
gebruiken (bladzijde 46).
MOVIE-knop
Films opnemen.
Druk weer op de knop als u
het opnemen wilt stoppen
(bladzijde 43).
AF/MF-knop/AEL-knop
Bij AF/MF wordt de
scherpstelstand
overgeschakeld tussen
automatisch en handmatig
wanneer u de knop ingedrukt
houdt (bladzijde 28).
Bij AEL wordt AE vergrendeld
wanneer u de knoop ingedrukt
houdt (bladzijde 29).
-knop
Selecteer de
transportstand.
DISP-knop
Wijzigt de schermweergave.
schermweergave
Instelwiel
Hiermee stelt u in welke items
rechts bovenaan het scherm
verschijnen. Draai het instelwiel.
-knop
Corrigeert de belichting.
* Wees voorzichtig als de flitser uitklapt wanneer U op de knop drukt. Duw de
flitser omlaag als U de flitser niet gebruikt.
NL
6
Weergave
(Weergave)-knop
Schakelt over tussen de
opnamestand en de
weergavestand.
DISP-knop
Wijzigt de
schermweergave.
Instelwiel
Selecteert het beeld.
-knop
Geeft de lijst van
afbeeldingen weer.
(Vergroot)-knop
Vergroot de afbeelding op het
scherm wanneer u hierop drukt
terwijl
wordt weergegeven
in het midden aan de
rechterzijde van het scherm.
U past de schaling aan
wanneer u het instelwiel draait.
Onderdelen en bedieningsfuncties
(Wissen)-knop
Wist de afbeelding wanneer
wordt weergegeven in de
rechterbenedenhoek van het
scherm.
NL
7
Instellingen
Navigatieknop
Selecteert de instellingen voor
de aanpassing van de drie
regelknoppen.
Regelknop L
Hiermee stelt u in welke items
links bovenaan het scherm
verschijnen.
Regelknop R
Hiermee stelt u in welke items
rechts bovenaan het scherm
verschijnen.
Soft-key A
Activeert de functie
die in de
rechterbovenhoek
van het scherm
wordt weergegeven.
Soft-key C
Activeert de functie
die in het midden
aan de rechterzijde
van het scherm
wordt weergegeven.
NL
8
Instelwiel
Hiermee stelt u in welke items
rechts in het scherm
verschijnen. Draai het instelwiel.
Soft-key B
Activeert de functie die in
de rechterbenedenhoek
van het scherm wordt
weergegeven.
Bediening met drie
regelknoppen
Met de bediening met drie regelknoppen kunt u de
diverse instellingen voor het maken van opnamen
snel en intuïtief aanpassen, u gebruikt daarbij de drie
regelknoppen en de Navigatieknop.
Bediening met drie regelknoppen
Met de bediening met drie regelknoppen kunt u diverse items voor het
aanpassen van opname-instellingen tegelijkertijd, op één enkel scherm,
aanpassen of instellen.
U kunt deze functies met de drie regelknoppen apart instellen op het
menuscherm, maar u kunt deze functies ook interactief op hetzelfde scherm
aanpassen.
Navigatieknop
Items die u instelt door het Instelwiel te
draaien
Items die u instelt door de regelknop te
draaien R
Items die u instelt door de regelknop te
draaien L
1
Druk op het midden van het
instelwiel en kies door het
instelwiel te draaien een stand
voor het maken van opnamen
uit P, A, S en M.
Wanneer [Instelling soft-key C] is
ingesteld op [Eigen], selecteert u een
stand voor het maken van opnamen
door middel van MENU t
[Opn.modus].
NL
10
2
Selecteer de instellingen van uw keuze door op de
Navigatieknop te drukken.
3
Stel de verschillende instellingen in door de regelknoppen
L/R en het instelwiel te draaien.
z Navigatieknop
Iedere keer dat u op de knop drukt, verandert het item als volgt.
Scherpstelinst.
r
Witbalansinst.
r
Dyn.-bereikinst.
r
U kunt de instellingen die u wilt gebruiken,
selecteren door MENU t [Instellingen]
t [Functie-instellingen] te selecteren.
Naast de links weergegeven instellingen
kunt u ook instellingen selecteren uit [Fotoeffectinst.] en [Eigen inst.] (bladzijde 12).
De Belichtingsinstellingen zijn permanent
en kunnen niet worden gewijzigd.
Bediening met drie regelknoppen
Belichtingsinstellingen
r
Creatieve stijl-inst.
Voorkomen dat de regelknoppen niet goed werken
U kunt de regelknoppen L/R en het instelwiel vergrendelen.
1
Houd de Navigatieknop ingedrukt.
U kunt de vergrendeling opheffen door de Navigatieknop weer ingedrukt
te houden.
U kunt instellen dat alleen het instelwiel is vergrendeld of u kunt instellen
dat geen enkele knop is vergrendeld door MENU t [Instellingen] t
[Wiel/Knop vergrdl.] te selecteren.
NL
11
Functies van de regelknoppen
De regelknoppen en het instelwiel hebben verschillende taken, afhankelijk van
welke "Instellingen" op dat moment effectief zijn.
Zie "Beschikbare instelstanden" (bladzijde 13 tot 21) voor meer informatie.
Regelknop L
Regelknop R
Instelwiel
Belichtingsinstellingen Sluitertijd/
Diafragma/
Programmaverschuiving
Diafragma/
ISO
Belichtingscompe
nsatie
Scherpstelinst.
(stand AF)
Scherpstelgebied
Positie Flexibele Positie Flexibele
plek (rechts/links) plek (omhoog/
omlaag)
Scherpstelinst.
(stand MF)
Positie vergroten Positie vergroten
(omhoog/omlaag) (rechts/links)
Positie vergroten
(omhoog/omlaag)
Witbalansinst.
Stand/
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur (B-A)
Kleurtemperatuur
(G-M)
Dyn.-bereikinst.
DRO-niveau/
HDR-niveau
Stand
Creatieve stijl-inst.
Stand
Optie
Optie
Foto-effectinst.
Stand
Optie
–
Eigen inst.
Stand Eigen inst. 1 Stand Eigen inst. 2 Stand Eigen inst. 3
Belichtingscompensatie
• De Belichtingsinstellingen zijn permanent en kunnen niet worden gewijzigd.
• [Foto-effectinst.] en [Eigen inst.] kunnen niet worden geselecteerd in de
standaardinstelling. U kunt de diverse instellingen wijzigen door MENU t
[Instellingen] t [Functie-instellingen] te selecteren.
NL
12
Beschikbare instelstanden
Wat u kunt instellen met de verschillende instelstanden, wordt hier
beschreven.
duidt de standaardinstelling aan.
Belichtingsinstellingen
Regelknop L
Regelknop R
Instelwiel
Handm. belichting
Sluitertijd
Diafragma
ISO
Sluitertijdvoorkeuze
Sluitertijd
Belichtingscompensatie
ISO
Diafragmavoorkeuze
Diafragma
Belichtingscompensatie
ISO
Autom. programma
Programmaversc Belichtingshuiving
compensatie
ISO
Bediening met drie regelknoppen
Opnamestand
• U kunt de belichtings-compensatie instellen door de regelknop R te draaien
wanneer [Anti-bewegingswaas], [Panorama d. beweg.] of [3D-panor. d. beweg.] is
geselecteerd.
Scherpstelinst. (stand AF)
Stel [AF-gebied] in.
Verplaats in [Flexibel punt] het
gebied naar links of naar rechts.
Draai in [Flexibel punt] als u het
gebied omhoog of omlaag wilt
verplaatsen en stel het gebied
nauwkeurig af door op boven/
onder/rechts/links te drukken.
NL
13
Regelknop L
(Multi)
De camera gebruikt de 25 AF-gebieden en stelt
automatisch scherp.
• Wanneer de functie Gezichtsherkenning actief is,
werkt AF met prioriteit voor gezichten.
(Midden)
De camera gebruikt uitsluitend het AF-gebied dat
zich in het middengebied bevindt.
(Flexibel punt)
Verplaatst het scherpstelgebied zodat op een klein
voorwerp of op een smal gebied wordt scherpgesteld.
Druk op softkey B als u het scherpstelgebied terug
naar het midden wilt brengen.
Scherpstelinst. (stand MF)
U kunt de vergrote positie instellen voor handmatig scherpstellen.
Verplaats de vergrote positie
omhoog of omlaag.
Verplaats de vergrote positie naar
links of naar rechts.
Verplaats de vergrote positie
omhoog of omlaag.
Stel de positie nauwkeurig af door
op boven/onder/rechts/links te
drukken.
U kunt de schaling aanpassen met softkey B of C.
Witbalansinst.
Stel de stand in.
Pas de kleur aan tussen B (blauw)
en A (oranje).
Pas de kleur aan tussen G (groen)
en M (magenta).
NL
14
Regelknop L
AWB (Aut. witbalans) De camera detecteert automatisch een lichtbron en
past de kleurtemperatuur aan.
(Daglicht)
(Schaduw)
Als u een optie selecteert voor een bepaalde
lichtbron, wordt de kleurtemperatuur aangepast
voor de lichtbron (vooraf ingestelde witbalans).
(Bewolkt)
(Gloeilamp)
(TL-licht: warm
wit)
Bediening met drie regelknoppen
(TL-licht: koel
wit)
(TL-licht:
daglichtwit)
(TL-licht:
daglicht)
(Flitslicht)
(Kl.temp./Filter) Past de kleurtemperatuur aan de lichtbron aan.
Bereikt het effect van CC-filters (CC - Color
Compensation) voor fotografie. U kunt een
kleurtemperatuur selecteren door op softkey B te
drukken en vervolgens de regelknop L te draaien.
(Eigen)
Maakt het mogelijk de witbalansinstelling te gebruiken
die worden bewaard door [Eigen instelling].
z De speciale witbalans instellen
Wanneer u [Eigen] selecteert met de regelknop L en op softkey B drukt,
verschijnt het scherm [Eigen instelling]. Houd de camera zo dat het witte gebied
volledig het AF-gebied in het midden bedekt en druk vervolgens de
ontspanknop in. De gekalibreerde waarden worden voor later gebruik
opgeslagen.
NL
15
Dyn.-bereikinst.
Stel het optimale niveau in.
Stel de waarde voor de
belichtings-compensatie in
(–5,0 EV tot +5,0 EV).
Stel de stand in.
Deze afbeelding toont het histogram
voordat de D-bereikoptimalisatie of Auto
HDR is toegepast, niet het histogram van
de afbeelding die werkelijk zal worden
vastgelegd.
Instelwiel
(Uit)
Gebruikt niet [DRO/Auto HDR].
(D.-bereikopt.) De camera verdeelt het beeld in kleine gebieden en
analyseert zo het contrast tussen licht en schaduw
tussen het onderwerp en de achtergrond, zo ontstaat
de afbeelding met de optimale helderheid en
gradatie.
(Auto HDR)
Neemt 3 beelden op met verschillende belichtingen
en legt vervolgens het heldere gebied van de
onderbelichte afbeelding op het donkere gebied van
de overbelichte afbeelding zodat een afbeelding met
een rijke gradatie ontstaat. 1 afbeelding met de
juiste belichting en 1 afbeelding in lagen worden
vastgelegd.
Regelknop L
AUTO, Lv1 – Lv5
(D.-bereikopt.)
NL
16
Wanneer u D-Bereikoptimalisatie gebruikt, worden
de gradaties van het vastgelegde beeld in ieder
gebied van het beeld geoptimaliseerd. Selecteer het
optimale niveau tussen Lv1 (zwak) en Lv5
(krachtig). Automatisch aangepast op [AUTO].
AUTO, 1,0 EV –
6,0 EV (Auto HDR)
Wanneer u Auto HDR gebruikt, wordt het
belichtingsverschil ingesteld waarbij wordt
uitgegaan van het contrast van het onderwerp.
Selecteer het optimale niveau tussen 1,0 EV (zwak)
en 6,0 EV (krachtig). Automatisch aangepast op
[AUTO].
z De Dyn.-bereikinst. effectief gebruiken
Bediening met drie regelknoppen
Door de handmatige instelling van DRO/Auto HDR (belichtingsverschil/
DRO-Niveau) en de belichtingscompensatie te combineren kunt u het bereik
afregelen van het contrast van licht en schaduw (gradaties) dat moet worden
geproduceerd.
Met DRO stelt u een DRO-Niveau in voor het reproduceren van de
schaduwzijde en stelt u een min-waarde van de belichtingscompensatie in voor
het reproduceren van de lichte zijde. Een grote min-compensatie en instelling
van het DRO-Niveau kan ruis veroorzaken. U wordt geadviseerd eerst het
resultaat te controleren door het opgenomen beeld vergroot weer te geven, enz.
Stel met Auto HDR het belichtingsverschil in voor aanpassing van het algehele
reproductiebereik en verschuif met behulp van de belichtingscompensatie het
bereik in de richting van de lichte zijde (min-compensatie) of de schaduwzijde
(plus-compensatie).
Creatieve stijl-inst.
Stel de stand in.
Pas het contrast, de verzadiging
of de scherpte aan.
Selecteer het contrast, de
verzadiging of de scherpte.
NL
17
Regelknop L
(Standaard)
Voor het vastleggen van diverse scènes met een
rijke gradatie en in mooie kleuren.
(Levendig)
De verzadiging en het contrast worden opgevoerd
voor het vastleggen van in het oog springende
afbeeldingen van kleurrijke scènes en onderwerpen,
zoals bloemen, lentegroen, een blauwe lucht of
vergezichten over zee.
(Neutraal)
De verzadiging en scherpte worden verminderd
zodat beelden in een rustige tint worden vastgelegd.
Ook geschikt voor het vastleggen van beeldmateriaal
dat u wilt bewerken op een computer.
(Doorzichtig) Voor het vastleggen van beelden in een heldere tint
met heldere kleuren in het geaccentueerde gebied,
geschikt voor het vastleggen van felle lichten.
(Diep)
Voor het vastleggen van beelden met diepe en
dichte kleurexpressies, geschikt voor het vastleggen
van de massieve aanwezigheid van het onderwerp.
(Licht)
Voor het vastleggen van beelden met heldere en
ongecompliceerde kleurexpressies, geschikt voor
het vastleggen van een verfrissend lichte ambiance.
(Portret)
Voor het vastleggen van de huidskleur in een zachte
tint, ideaal geschikt voor het maken van portretten.
(Landschap)
De verzadiging, het contrast en de scherpte worden
opgevoerd zodat opnamen van een levendige en
scherpe omgeving ontstaan. Verre landschappen
worden meer tot uitdrukking gebracht.
(Zonsondergang)
Voor het vastleggen van het prachtige rood van de
ondergaande zon.
(Nachtscène) Het contrast wordt afgezwakt voor het vastleggen
van een landschap bij nacht dat meer recht doet aan
het werkelijke beeld.
(Herfstbladeren)
NL
18
Voor het vastleggen van de herfstscènes, waarbij het
rood en geel van de kleurende bladeren levendig
wordt geaccentueerd.
(Zwart-wit)
Voor het opnemen van beelden in zwart-wit.
(Sepia)
Voor het vastleggen van beelden in sepia.
Instelwiel
Hoe hoger de waarde die is geselecteerd, des te
meer wordt het verschil tussen licht en schaduw
geaccentueerd, en dat heeft dus een bepaalde
uitwerking op de afbeelding.
(Verzadiging)
Hoe hoger de waarde die is geselecteerd, des te
levendiger de kleur. Wanneer een lagere waarde
wordt geselecteerd, wordt de kleur van het beeld
ingehouden en onderdrukt.
(Scherpte)
Hoe hoger de waarde die is geselecteerd, des te
meer worden de contouren geaccentueerd en hoe
lager de waarde die is geselecteerd, des te zachter
worden de contouren gemaakt.
Bediening met drie regelknoppen
(Contrast)
Foto-effectinst.
Stel de stand in.
Stel de optie in.
Regelknop L
(Uit)
Maakt geen gebruik van de functie Foto-effect.
Creëert het beeld van een foto van een
(Speelgoedcamera) speelgoedcamera met vervaagde hoeken en
geprononceerde kleuren.
U kunt de kleurtint instellen met de regelknop R.
(Hippe kleuren) Creëert een levendig beeld door kleurtinten te
accentueren.
NL
19
(Posterisatie)
Creëert een hoog contrast en een abstract beeld
doordat de primaire kleuren worden geaccentueerd,
of in zwart-wit.
U kunt de primaire kleuren of zwart-wit selecteren
met de regelknop R.
(Retrofoto)
Creëert het beeld van een oude foto met sepia
kleurtinten en vervaagd contrast.
(Zachte felle
kleuren)
Creëert een beeld met de aangewezen sfeer: helder,
transparant, vluchtig, teer, zacht.
(Deelkleur)
Creëert een beeld waarin een bepaalde kleur wordt
behouden, maar de andere kleuren worden omgezet
in zwart-wit.
U kunt een kleur selecteren met de regelknop R.
(Hg. contr.
monochr.)
Creëert een beeld met een hoog contrast in zwart-wit.
(Soft focus)
Creëert een beeld dat is gevuld met een zacht
verlichtingseffect.
U kunt de intensiteit van het effect instellen met de
regelknop R.
(HDR-schilderij) Creëert het beeld van een schilderij, de kleuren en
details worden krachtiger weergegeven.
De camera ontspant de sluiter 3 keer.
U kunt de intensiteit van het effect instellen met de
regelknop R.
NL
20
(Mono. m. rijke
tonen)
Creëert een beeld in zwart-wit met een rijke gradatie
en reproductie van details. De camera ontspant de
sluiter 3 keer.
(Miniatuur)
Creëert een beeld waarin het onderwerp levendiger
wordt weergegeven en de achtergrond flink wat
onscherper wordt gemaakt. Dit effect kunt u vaak
zien in foto's van miniatuurmodellen.
U kunt het gebied dat scherp moet zijn, instellen met
de regelknop R. De scherpstelling van andere
gebieden wordt sterk verminderd.
Eigen inst.
Als u [Eigen inst.] selecteert, kunt u aan elke regelknop L/R en het instelwiel
een andere functie toewijzen.
Selecteer MENU t [Instellingen] t [Functie-instellingen 1 tot 4] of [Eigen
inst.]. Selecteer vervolgens een van de [Eigen inst. 1 tot 3] en de functie die u
wilt toewijzen en roep deze op tijdens het fotograferen.
Wijzig de stand van de functie die
is toegewezen aan [Eigen inst. 1].
De standaardinstelling
[Witbalans].
Bediening met drie regelknoppen
Wijzig de stand van de functie die
is toegewezen aan [Eigen inst. 2].
De standaardinstelling [DRO/Auto
HDR].
Wijzig de stand van de functie die
is toegewezen aan [Eigen inst. 3].
De standaardinstelling [Creatieve
stijl].
Wanneer [Creatieve stijl] of [Witbalans] is toegewezen aan [Eigen inst. 3],
kunt u nauwkeurig afstellen met softkey B.
NL
21
Toewijzing speciale
toetsen
U kunt de functies die u vaak gebruikt toewijzen aan
één van 4 toetsen. Dat is handig omdat u de functie
met een enkele druk op de toets kunt oproepen.
De functies toewijzen aan speciale toetsen
U kunt de functies die u vaak gebruikt,
toewijzen aan de rechtertoets van het
instelwiel, aan softkey C, softkey B en
aan de knop AF/MF.
AF/MF-knop
MENU
Soft-key C
Toewijzing speciale toetsen
Soft-key B
Rechtertoets
1
Selecteer MENU.
2
Selecteer [Instellingen] t [Eigen toetsinstellingen].
3
Selecteer de functie die moet worden toegewezen.
4
Roep de functie die is toegewezen aan de toets, op door
op de toets te drukken.
NL
23
Functies die kunnen worden toegewezen
De functies die aan elk van de toetsen kunnen worden toegewezen, zijn de
volgende.
duidt de standaardinstelling aan.
AF/MF-knop
AF/MF-regeling
MF Assist
Scherpstelinst.
Rechtertoetsinstell.
NL
24
Opn.modus
Witbalans
AF/MF-selectie
Lichtmeetfunctie
Autom. scherpst.
DRO/Auto HDR
AF-gebied
Foto-effect
Dig.Pr.zm.
Creatieve stijl
Gezichtsherkenning
Flitsfunctie
Lach-sluiter
Flitscompensatie
Zachte-huideffect
MF Assist
Kwaliteit
Scherpstelinst.
ISO
Niet ingesteld
Instelling soft-key B
Opn.modus
Witbalans
AF/MF-selectie
Lichtmeetfunctie
Autom. scherpst.
DRO/Auto HDR
AF-gebied
Foto-effect
Dig.Pr.zm.
Creatieve stijl
Gezichtsherkenning
Flitsfunctie
Lach-sluiter
Flitscompensatie
Zachte-huideffect
MF Assist
Kwaliteit
Scherpstelinst.
ISO
Niet ingesteld
Toewijzing speciale toetsen
Instelling soft-key C
Opn.modus
Eigen
[Eigen] van [Instelling soft-key C]
U kunt dit item instellen wanneer u [Instelling soft-key C] instelt op [Eigen].
De geselecteerde items worden onderin het scherm weergegeven, wanneer u
CUSTOM selecteert met softkey C (het midden van het instelwiel).
Selecteer het item van uw keuze rechter/linkerdeel van het instelwiel te
drukken.
Speciale items (Eigen 1 tot 5)
NL
25
AF/MF-selectie
Autom. scherpst.
AF-gebied
Gezichtsherkenning
Lach-sluiter
Zachte-huideffect
Kwaliteit
ISO ([Eigen 1] standaardinstelling)
Witbalans ([Eigen 2] standaardinstelling)
Lichtmeetfunctie
DRO/Auto HDR ([Eigen 3] standaardinstelling)
Foto-effect
Creatieve stijl
Flitsfunctie
Niet ingesteld ([Eigen 4/5] standaardinstelling)
NL
26
AF/MF-knop/AEL-knop
Met de knop AF/MF kunt u tijdelijk overschakelen
tussen automatische en handmatige scherpstelling. U
kunt de AE vergrendelen met de knop AEL.
Overschakelen naar een andere
scherpstelstand met de knop AF/MF
De scherpstelstand wisselt van automatisch of direct handmatig naar
handmatig en van handmatig naar automatisch.
1
Zet de schakelaar AF/MF/AEL
op AF/MF.
De knop wordt de knop AF/MF.
2
Druk op de knop AF/MF.
De scherpstelstand wisselt wanneer u de knop ingedrukt houdt
(de standaardinstelling).
U kunt de scherpstelstand waarnaar u hebt overgeschakeld, aanhouden,
ook als u uw vinger van de knop haalt, door MENU t [Instellingen] t
[AF/MF-regeling] te selecteren.
z Nuttige functies in de stand voor handmatige
scherpstelling
U kunt de volgende items selecteren door MENU t [Instellingen] te
selecteren.
MF Assist
Vergroot het beeld zodat handmatig scherpstellen gemakkelijker wordt. Het
beeld wordt 5,9 of 11,7 keer vergroot. U kunt dit ook gebruiken voor de functie
voor directe handmatige scherpstelling.
Reliëfniveau/Reliëfkleur
Accentueert de contouren van scherpstelbereiken met een bepaalde kleur en
biedt u de mogelijkheid gemakkelijk de scherpstelling te controleren.
NL
28
De AE vergrendelen met de knop AEL
1
Zet de schakelaar AF/MF/AEL
op AEL.
De knop wordt de knop AEL (AEvergrendeling).
2
Stel scherp op het punt waarvoor u de belichting wilt
instellen.
3
Druk op de knop AEL.
4
Houd de knop AEL ingedrukt, stel scherp op het onderwerp
van uw keuze en maak de opname.
De belichting wordt vergrendeld en
(AE-vergrendeling) licht op.
AF/MF-knop/AEL-knop
Door MENU t [Instellingen] t [AEL] te selecteren kunt u AE
vergrendeld houden tot u weer op de knop AEL drukt.
NL
29
Overige
Hier vindt u alle beschikbare instel-items (Menu),
bepaalde unieke functies, de display, specificaties,
enz.
Menulijst
U kunt diverse functies vanuit het menu selecteren en gebruiken.
Wanneer u op MENU drukt, verschijnen er 6 menu-items op het scherm:
[Opn.modus], [Camera], [Beeldformaat], [Helderheid/kleur], [Afspelen] en
[Instellingen].
In elk item kunt u diverse functies instellen. Items kunnen niet worden
weergegeven als de context grijs wordt weergegeven.
Opn.modus
Hiermee kunt u de opnamestand selecteren, zoals de belichtingsstand,
panoramisch, Scènekeuze.
Overige
Slim automatisch/Handm. belichting/Sluitertijdvoorkeuze/
Diafragmavoorkeuze/Autom. programma
Scènekeuze
Portret/Landschap/Macro/Sportactie/Zonsondergang/
Nachtportret/Nachtscène/Schemeropn. uit hand
Anti-bewegingswaas
Zie bladzijde 42.
Panorama d. beweg.
Zie bladzijde 41.
3D-panor. d. beweg.
Zie bladzijde 41.
NL
31
Camera
U kunt de opnamefuncties instellen, zoals ononderbroken opnamen,
zelfontspanner, opname op afstand en flitser.
NL
32
Transportfunctie
Enkele opname/Continue opname/Snelh. continutr./
Zelfontspanner/Zelfontsp.(Cont.)/ Bracket: continu/
Afstandsbed.
Flitsfunctie
Flitser uit/Automatisch flitsen/Invulflits/
Langz.flitssync./Eindsynchron./Draadloos
AF/MF-selectie
Aut. scherpst./D. handm. sch./H. scherpst.
AF-gebied
Multi/Midden/Flexibel punt
Autom. scherpst.
Enkelv. AF/Continue AF
Object volgen
Aan/Uit
Dig.Pr.zm.
Max. 10 keer
Gezichtsherkenning
Aan (ger. gezicht.)/Aan/Uit
Gezichtsregistratie
Nieuwe registratie/Volgorde wijzigen/Wissen/Alles
verwijderen
Lach-sluiter
Aan/Uit
Zachte-huideffect
Aan/Uit
LCD-scherm (DISP)
Graf. weerg./Alle info weergeven/Grote letters/Geen
info/Live View Voorkeuze/Niveau/Histogram/Voor
zoeker
Zoeker (DISP)
Basisinfo wrg./Niveau/Histogram
DISP-knop (scherm)
Graf. weerg./Alle info weergeven/Grote letters/Geen
info/Live View Voorkeuze/Niveau/Histogram/Voor
zoeker
Beeldformaat
Stelt de beeldgrootte en de beeldverhouding, enz. in.
Stilstaand beeld
Beeldformaat
3:2: L: 24M/M: 12M/S: 6.0M
16:9: L: 20M/M: 10M/S: 5.1M
Beeldverhouding
3:2/16:9
Kwaliteit
RAW/RAW en JPEG/Fijn/Standaard
3D-panorama
Beeldformaat
16:9/Standaard/Breed
Panoramarichting
Rechts/Links
Beeldformaat
Standaard/Breed
Panoramarichting
Rechts/Links/Naar boven/Naar beneden
Overige
Panorama
Film
Bestandsindeling
AVCHD1)/MP4
Opname-instelling
AVCHD: 24M (FX)2)/17M (FH)2)/28M (PS)3)/24M
(FX)4)/17M (FH)4)
MP4: 1440×1080 12M/VGA 3M
Het interlace- of progressivegetal hangt af van het land/de regio waar u woont.
1)
60i/60p of 50i/50p
2)
60i of 50i
3) 60p of 50p
4) 24p of 25p
NL
33
Helderheid/kleur
Hiermee kunt u de instellingen voor de helderheid maken, zoals de
lichtmeetfunctie en de kleureninstellingen zoals de witbalans.
NL
34
Belicht.comp.
–5,0EV tot +5,0EV
ISO
ISO AUTO/100 - 16000
Witbalans
Aut. witbalans/Daglicht/Schaduw/Bewolkt/
Gloeilamp/TL-licht: warm wit/TL-licht: koel wit/
TL-licht: daglichtwit/TL-licht: daglicht/Flitslicht/
Kl.temp./Filter/Eigen/Eigen instelling
Lichtmeetfunctie
Multi/Midden/Spot
Flitscompensatie
–3,0EV tot +3,0EV
DRO/Auto HDR
Uit/D.-bereikopt./Auto HDR
Foto-effect
Uit/Speelgoedcamera/Hippe kleuren/Posterisatie/
Retrofoto/Zachte felle kleuren/Deelkleur/Hg. contr.
monochr./Soft focus/HDR-schilderij/Mono. m. rijke
tonen/Miniatuur
Creatieve stijl
Standaard/Levendig/Neutraal/Doorzichtig/Diep/Licht/
Portret/Landschap/Zonsondergang/Nachtscène/
Herfstbladeren/Zwart-wit/Sepia
Afspelen
Hiermee kunt u de weergavefuncties instellen.
Meerdere bldn./Alles in map/Alle AVCHDweergavebest.
Diavoorstelling
Herhalen/Interval/Beeldtype
Weergavefunctie
Mapweergave (stilstaand)/Mapweergave (MP4)/
AVCHDweergave
Beeldindex
6 beelden/12 beelden
Roteren
Naar links
Beveiligen
Meerdere bldn./Alle beelden annuleren/Alle MP4films annuleren/Alle AVCHD-weerg. ann.
3D-weergave
3D-weergave op een 3D-TV-toestel
Vergroot
Overige
Wissen
Het weergegeven beeld vergroten
Volume-instellingen
0 tot 7
Printen opgeven
DPOF instellen/Datum afdrukken
Inhoud weergeven
Info weergeven/Histogram/Geen info
NL
35
Instellingen
Hiermee kunt u meer gedetailleerde instellingen voor opnamen maken, of de
instellingen van de camera wijzigen.
Opname-instellingen
NL
36
AEL
Stelt in hoe de knop AEL werkt.
(Vergrendel/Wisselen)
AF/MF-regeling
Stelt in hoe de knop AM/FM werkt.
(Vergrendel/Wisselen)
Wiel/Knop vergrdl.
Stelt in of de regelknoppen en het instelwiel worden
vergrendeld of niet.
(Alles/Draaiknop/Uit)
AF-hulplicht
Stelt het AF-hulplicht in ter ondersteuning van het
automatisch scherpstellen op minder goed verlichte
plaatsen.
(Automatisch/Uit)
Rode ogen verm.
Geeft een voorflits voorafgaand aan de opname met
de flitser, ter voorkoming van rode ogen.
(Aan/Uit)
Inst. FINDER/LCD
Stelt in hoe u overschakelt tussen de zoeker en de
LCD-monitor.
(Automatisch/Zoeker/LCD-monitor)
LiveView-weergave
Hiermee kunt u kiezen of u de waarde van de
belichtingscompensatie, enz. op het scherm wilt
weergeven of niet.
(Instelling effect aan/Instelling effect uit)
Autom.weergave
Stelt de weergavetijd in van de afbeelding direct na
het maken van de opname.
(10 sec./5 sec./2 sec./Uit)
Stramienlijn
Schakelt de stramienlijn in die u helpt de
beeldcompositie aan te passen.
(Driedelingsraster/Vierkantsraster/Diag. + vierkantsr./
Uit)
Accentueert de contouren van scherpstelbereiken met
een bepaalde kleur.
(Hoog/Gemiddeld/Laag/Uit)
Reliëfkleur
Stelt de kleur in die wordt gebruikt voor de
reliëffunctie.
(Wit/Rood/Geel)
MF Assist
Toont een vergroot beeld wanneer u handmatig
scherpstelt.
(Aan/Uit)
MF-hulptijd
Stelt in hoe lang het beeld zal worden getoond in een
vergrote vorm.
(Geen beperk./5 sec./2 sec.)
Kleurenruimte
Wijzigt het bereik van de kleurreproductie.
(sRGB/AdobeRGB)
SteadyShot
Stelt de correctie in ter voorkoming van
bewegingsonscherpte.
(Aan/Uit)
Opn. zonder lens
Stelt in of de sluiter in werking moet worden gesteld
of niet wanneer er geen lens op de camera zit.
(Inschakelen/Uitschakelen)
Eye-Start AF
Stelt in of u automatische scherpstelling gebruikt of
niet wanneer u door de zoeker kijkt, wanneer u de
LA-EA2-Vattingadapter (los verkrijgbaar) gebruikt.
(Aan/Uit)
Sluitergordijn voorzijde
Stelt in of de functie voor de elektronische voorste
gordijnsluiter moet worden gebruikt of niet.
(Aan/Uit)
NR lang-belicht
Stelt de ruisreductieverwerking in voor opnamen met
een lange belichtingstijd.
(Aan/Uit)
NR bij hoge-ISO
Stelt de ruisreductieverwerking in voor opnamen met
een hoge ISO-gevoeligheid.
(Hoog/Normaal/Laag)
Lenscomp.: schaduw
Corrigeert de donkere hoeken van het scherm.
(Automatisch/Uit)
Overige
Reliëfniveau
Lenscomp.: chrom. afw. Vermindert de kleurafwijking in de hoeken van het
scherm.
(Automatisch/Uit)
Lenscomp.: vervorming Corrigeert de vervorming op het scherm.
(Automatisch/Uit)
NL
37
Filmgeluid opnemen
Stelt het geluid in voor het opnemen van films.
(Aan/Uit)
Windruis reductie
Vermindert de gevolgen van windgeruis tijdens het
maken van films.
(Aan/Uit)
AF-microafst.
Stelt de positie voor automatische scherpstelling
nauwkeurig af, wanneer u de LA-EA2-Vattingadapter
(los verkrijgbaar) gebruikt.
(Inst. voor aanp. AF/hoeveelheid/Wissen)
Hoofdinstellingen
Menustartpositie
Selecteert een menu dat het eerst wordt weergegeven
uit het topmenu of het laatste menuscherm.
(Hoofdmenu/Vorige menu)
Functie-instellingen
Stelt in welke functies worden opgeroepen voor de
Bediening met drie regelknoppen.
(Functie-instellingen 1 tot 4/Eigen inst. 1 tot 3/Start
functie-instellingen)
Eigen toetsinstellingen
Wijst functies toe aan diverse toetsen.
(AF/MF-knop/Rechtertoetsinstell./Instelling soft-key
B/Instelling soft-key C/Eigen)
Pieptoon
Selecteert het geluid dat wordt geproduceerd wanneer
u de camera bedient.
(Aan/Uit)
Taal
NL
38
Selecteert de taal die op het scherm wordt gebruikt.
Datum/tijd instellen
Stelt de datum en tijd in.
Tijdzone instellen
Selecteert het gebied waar u de camera gebruikt.
Help-scherm
Schakelt het Help-scherm in of uit.
(Aan/Uit)
Stroombesparing
Stelt de tijd in waarna de camera de
stroombesparingsstand inschakelt.
(30 min./5 min./1 min./20 sec./10 sec.)
LCD-helderheid
Stelt de helderheid van de LCD-monitor in.
(Automatisch/Handmatig/Zonnig weer)
Helderheid zoeker
Stelt de helderheid van de zoeker in.
(Automatisch/Handmatig)
Kleur weergeven
Selecteert de kleur van de LCD-monitor.
(Zwart/Wit)
Selecteert een methode voor het weergeven van
breedbeelden.
(Voll. scherm/Normaal)
Afspeelweergave
Selecteert de methode die wordt gebruikt voor het
weergeven van portretbeelden.
(Autom.roteren/Handm.roteren)
HDMI-resolutie
Stelt de resolutie in bij aansluiting op een HDMI-TVtoestel.
(Automatisch/1080p/1080i)
CTRL.VOOR HDMI
Stelt in of de camera kan worden bediend met de
afstandsbediening van een TV-toestel dat geschikt is
voor "BRAVIA" Sync.
(Aan/Uit)
USB-verbinding
Selecteert de methode die wordt gebruikt voor een
USB-aansluiting.
(Automatisch/Massaopslag/MTP)
Reinigen
Zo kunt u de beeldsensor reinigen.
Versie
Toont de versie van de camera en de lens.
Demomodus
Stelt in of de demonstratie wordt weergegeven bij
films of niet.
(Aan/Uit)
Terugstellen
Reset de camera naar de instellingen af-fabriek.
Overige
Breedbeeld
Geheugenkaartprogramma
Formatteren
Formatteert de geheugenkaart.
Bestandsnummer
Selecteert de methode voor het toewijzen van
bestandsnummers aan beelden.
(Serie/Terugstellen)
Mapnaam
Selecteert de indeling van de mapnaam.
(Standaardform./Datumformaat)
Opnamemap kiezen
Selecteert de opnamemap.
Nieuwe map
Maakt een nieuwe map aan.
Beeld-DB herstellen
Repareert het beeld-databasebestand wanneer
onregelmatigheden worden aangetroffen.
Kaartruimte weerg.
Toont de resterende opnametijd van films en het
aantal op te nemen stilstaande beelden op de
geheugenkaart.
NL
39
Eye-Fi instellen*
Inst. uploaden
Stelt de upload-functie van de camera in wanneer een
Eye-Fi-kaart wordt gebruikt.
(Aan/Uit)
* Verschijnt wanneer een Eye-Fi-kaart (los verkrijgbaar) in de camera wordt gezet.
Gebruik een Eye-Fi-kaart die in de camera is gezet, niet in een vliegtuig. Zit er
een Eye-Fi-kaart in de camera, stel dan [Inst. uploaden] in op [Uit].
Eye-Fi-kaarten kunnen alleen worden gebruikt in landen/regio's waar zij worden
aangeschaft. Gebruik Eye-Fi-kaarten in overeenstemming met de wet van de
landen/regio's waar u de kaart hebt aangeschaft.
NL
40
De unieke functies voor het maken van
digitale opnamen
Hier introduceren we enkele van de unieke functies die het resultaat zijn van
het volledig benutten van beeldvormingstechnologie van Sony.
Panorama d. beweg./3D-panor. d. beweg.
Terwijl u de camera 'pant' of kantelt, legt het toestel diverse beelden vast en
componeert ze tot een panoramisch beeld. Met Panorama door Beweging kunt
u zonder haperingen en onderbrekingen brede panoramische scènes opnemen
die niet allemaal in één keer op het scherm passen.
In 3D Panorama door Beweging past de camera de technologie van Panorama
door Beweging toe en neemt afzonderlijke beelden op, waarvan er één moet
worden bekeken met het linkeroog en het ander met het rechteroog en
combineert ze vervolgens zo dat het beeld lijkt te zijn opgenomen in 3D.
Overige
1
Selecteer MENU t [Opn.modus] t [Panorama d. beweg.]
of [3D-panor. d. beweg.].
2
Maak een opname van het
onderwerp, volgens de
aanwijzingen op de LCDmonitor.
Het grijze gebied aan de linkerzijde
van het scherm wordt niet vastgelegd.
Aanwijzingsbalk
NL
41
z Tips voor het vastleggen van een panoramisch beeld
'Pan' de camera in een boog, met een constante snelheid en in dezelfde richting
als de aanwijzing op de LCD-monitor. [Panorama d. beweg.] is meer geschikt
voor stilstaande onderwerpen, dan voor bewegende.
Verticale richting
Horizontale richting
Straal zo kort mogelijk
Anti-bewegingswaas
De camera combineert 6 opnamen bij een hoge snelheid tot 1 stilstaand beeld,
zodat bewegingsonscherpte wordt verminderd en ruis wordt voorkomen.
Doordat de persoon (het onderwerp) op de voorgrond en de achtergrond apart
worden behandeld, is er minder bewegingsonscherpte en onscherpte van het
onderwerp. Overbelichting wordt voorkomen als geen gebruik wordt gemaakt
van de flitser.
1
NL
42
Selecteer MENU t [Opn.modus] t [Anti-bewegingswaas].
z Het verschil tussen de functies [Antibewegingswaas] en [Schemeropn. uit hand]
Net als met [Anti-bewegingswaas] combineert de camera 6 opnamen tot 1
stilstaand beeld met [Schemeropn. uit hand] in [Scèneselectie].
[Schemeropn. uit hand] is bedoeld voor het opnemen van een donkere scène,
bijvoorbeeld een nachtopname. Wanneer het donker wordt en er waarschijnlijk
bewegingsonscherpte zal optreden, verhoogt de camera automatisch de
gevoeligheid en maakt opnamen met een snellere sluitertijd mogelijk zodat
bewegingsonscherpte wordt voorkomen.
[Anti-bewegingswaas] is bedoeld voor het maken van opnamen van een
onderwerp bij weinig licht, bijvoorbeeld binnenshuis. De camera verhoogt
automatisch de gevoeligheid en maakt opnamen van het onderwerp bij een
snelle sluitertijd zodat wordt voorkomen dat het onderwerp onscherp wordt
doordat het beweegt.
Handmatig films opnemen
1
Druk op de knop MOVIE.
2
Pas de belichting aan door de regelknoppen L/R en het
instelwiel te gebruiken.
Overige
In de stand P, A, S of M kunt u de belichting aanpassen, ook als u films
opneemt. Zo kunt komen tot een creatiever expressie, door de scherpstelling
van de achtergrond te verminderen, de helderheid aan te passen, enz.
Welke items u kunt aanpassen hangt af van de opnamestand (bladzijde 13).
Opmerking
• Het geluid van de lens en de camera in bedrijf worden ook vastgelegd.
NL
43
α-handboek
Raadpleeg "α Handboek" op de CD-ROM (bijgeleverd) als u uitgebreide
instructies nodig hebt over de vele functies van de camera.
Voor gebruikers van Windows
1
Zet de computer aan en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in
het CD-ROM-station.
2
Klik op [Handboek].
3
Klik op [Installeren].
4
Start "α Handboek" met de snelkoppeling op het
bureaublad.
Voor Macintosh-gebruikers
NL
44
1
Zet de computer aan en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in
het CD-ROM-station.
2
Selecteer de map [Handboek] en kopieer "Handboek.pdf"
dat is opgeslagen in de map [NL] op uw computer.
3
Dubbelklik op "Handboek.pdf" wanneer het kopiëren is
voltooid.
Beperking van de functies
Functies beschikbaar voor elke opnamestand
Welke functies u kunt gebruiken hangt af van de opnamestand die u hebt
geselecteerd.
In onderstaande tabel duidt aan of de functie beschikbaar is. – duidt aan dat
de functie niet beschikbaar is.
De functies die u niet kunt gebruiken worden grijs op het scherm
weergegeven.
Opn.modus
(Slim
automatisch)
Belicht.comp. Zelfontspanner Continue
opname
Gezichtsherkenning
–
Foto-effect
–
–
–
–
–
(3D-panor. d.
beweg.)
–
–
–
–
(Antibewegingswaas)
–
–
–
–
–
SCN
(Scènekeuze)
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Overige
(Panorama d.
beweg.)
–
–
–
–
–
P (Autom.
programma)
A
(Diafragmavoorkeuze)
S
(Sluitertijdvoorkeuze)
M (Handm.
belichting)
–
NL
45
Opmerking
• Welke functies beschikbaar zijn zal misschien ook worden beperkt door andere
condities dan de opnamestand.
Beschikbare flitsstanden
Het hangt af van de opnamestand en functies die u hebt geselecteerd welke
flitstanden u kunt gebruiken.
In onderstaande tabel duidt aan of de functie beschikbaar is. – duidt aan dat
de functie niet beschikbaar is.
De flitsstanden die u niet kunt selecteren, worden grijs op het scherm weergegeven.
Opn.modus
Flitser uit
Automatisch Invulflits
flitsen
(Slim
automatisch)
–
–
–
(Panorama d.
beweg.)
–
–
–
–
–
(3D-panor. d.
beweg.)
–
–
–
–
–
(Antibewegingswaas)
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
NL
Eindsynchron. Draadloos
–
SCN
(Scènekeuze)
46
Langz.
flitssync.
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
P (Autom.
programma)
–
–
A
(Diafragmavoorkeuze)
–
–
S
(Sluitertijdvoorkeuze)
–
–
M (Handm.
belichting)
–
–
Opmerkingen
• Welke flitstanden beschikbaar zijn zal misschien ook worden beperkt door andere
condities dan de opnamestand.
• Een werkende flitsstand kiezen is niet genoeg, de flitser werkt alleen in opgeheven
stand.
• U kunt niet de draadloze flitser gebruiken met de ingebouwde flitser. Gebruik een
draadloze verlichtingsafhankelijke flitser (los verkrijgbaar) of een draadloze flitser
(los verkrijgbaar).
Overige
NL
47
Aantal opneembare beelden
Nadat u een geheugenkaart in de
camera hebt geplaatst en de
stroomschakelaar hebt ingesteld op
ON, wordt het aantal beelden dat kan
worden opgenomen (als u blijft
opnemen met de huidige instellingen)
afgebeeld op de LCD-monitor.
Opmerking
• Wanneer "0" (het aantal opneembare beelden) geel knippert, is de geheugenkaart
vol. Vervang de geheugenkaart door een andere of wis beelden op de huidige
geheugenkaart.
Aantal stilstaande beelden en tijd van films die
kunnen worden vastgelegd op een
geheugenkaart
Stilstaande beelden
De onderstaande tabel laat zien hoeveel stilstaande beelden bij benadering
kunnen worden opgenomen op een geheugenkaart die met deze camera is
geformatteerd. De waarden zijn gedefinieerd aan de hand van tests met
standaardgeheugenkaarten van Sony. De waarden kunnen variëren afhankelijk
van de opnameomstandigheden.
Beeldgrootte: L 24M
Beeldverhouding: 3:2*
(Eenheden: beelden)
Capaciteit
Kwaliteit
NL
48
2GB
4GB
8GB
16GB
32GB
Standaard
335
680
1350
2750
5500
Fijn
205
410
830
1650
3300
RAW en JPEG
54
105
220
440
880
RAW
74
145
300
600
1200
* U kunt meer beelden opnemen dan is aangegeven in de bovenstaande tabel als u
de [Beeldverhouding] instelt op [16:9] (behalve [RAW]).
Films
Onderstaande tabel toont de filmtijd bij benadering, die beschikbaar is. Dit is
de totale tijd voor alle filmsbestanden. Ononderbroken opnamen maken is
mogelijk gedurende ongeveer 29 minuten per opname. De maximale grootte
van een MP4-filmbestand is ongeveer 2 GB.
(u (uur), m (minuten))
Capaciteit
Opnameinstelling
2GB
4GB
8GB
16GB
32GB
60i 24M(FX)
50i 24M(FX)
10 m
20 m
40 m
1 u 30 m
3u
60i 17M(FH)
50i 17M(FH)
10 m
30 m
1u
2u
4u5m
60p 28M(PS)
50p 28M(PS)
9m
15 m
35 m
1 u 15 m
2 u 30 m
24p 24M(FX)
25p 24M(FX)
10 m
20 m
40 m
1 u 30 m
3u
24p 17M(FH)
25p 17M(FH)
10 m
30 m
1u
2u
4u5m
VGA 3M
20 m
40 m
1 u 20 m
2 u 45 m
5 u 30 m
1 u 10 m
2 u 25 m
4 u 55 m
10 u
20 u 5 m
Overige
1440×1080 12M
Opmerking
• De opnametijd van films varieert omdat de camera is voorzien van VBR (Variable
Bit Rate), wat automatisch de beeldkwaliteit aanpast aan de opnameomgeving.
Wanneer u een snel bewegend onderwerp vastlegt, is het beeld helderder maar de
opnametijd korter, omdat de opname veel geheugen vraagt. De opnametijd kan
ook variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden van uw onderwerp of de
instelling van beeldkwaliteit/-formaat.
NL
49
Het aantal stilstaande beelden dat kan worden
opgenomen bij gebruik van een accu
Het aantal beelden dat u bij benadering kunt opnemen is als volgt als u de
camera gebruikt met de accu (bijgeleverd) op volle capaciteit.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kunnen de werkelijke aantallen
lager uitvallen.
LCD-monitorfunctie
Ongev. 430 beelden
Zoekerfunctie
Ongev. 350 beelden
• Het aantal werd berekend aan de hand van een volle accu en onder de volgende
omstandigheden:
– Bij een omgevingstemperatuur van 25°C.
– [Kwaliteit] is ingesteld op [Fijn].
– [Autom. scherpst.] is ingesteld op [Enkelv. AF].
– Als u iedere 30 seconden eenmaal een opname maakt.
– De flitser werkt bij iedere tweede opname.
– Als de camera na elke 10 opnamen eenmaal wordt uit- en weer ingeschakeld.
– Met een accu die een uur lang is opgeladen en nadat het CHARGE-lampje
uitgaat.
– Gebruik van Sony "Memory Stick PRO Duo" (los verkrijgbaar).
• De meetmethode is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products Association)
NL
50
Lijst van pictogrammen op het scherm
Pictogrammen worden op het scherm weergegeven om de status van de
camera aan te duiden.
U kunt de weergave op het scherm wijzigen door middel van DISP (Inhoud
weergeven) op het instelwiel.
Opname-standby
A
Scherm
Indicatie
Opn.modus
PASM
Scènekeuze
Scèneherkenning
Overige
Films opnemen
Beeldverhouding
van stilstaande
beelden
24M 20M 12M
10M 6M 5.1M
Beeldgrootte van
stilstaande
beelden
RAW RAW+J
FINE STD
Beeldkwaliteit van
stilstaande
beelden
100
Aantal
opneembare
stilstaande
beelden
Weergave
NL
51
Scherm
Indicatie
60i/50i
60i/50i
60p/50p
24p/25p
24p/25p
Opnamestand van
films
Scherm
Indicatie
Vergrendeling
Regelknop/
Instelwiel
Weergavestand
101-0012
Geheugenkaart/
Uploaden
Weergavemap –
Bestandsnummer
Beveiligen
Afdrukvolgorde
123Min.
100%
Op te nemen tijd
van films
Resterend
accuvermogen
B
Scherm
Indicatie
Soft-keys (MENU/
Opnamestand/
Wissen/Vergroten)
Flitser bezig op te
laden
AF-hulplicht
Live-weergave
C
Neemt geen geluid
op tijdens het
opnemen van films
Scherm
Indicatie
Flitsfunctie/Rode
ogen verm.
SteadyShot/
SteadyShotwaarschuwing
Transportfunctie
Regelknoppen
L/R
Scherpstelfunctie
Waarschuwing
voor
oververhitting
Databasebestand
vol/
Databasebestandsfout
NL
52
±0.0
Flitscompensatie
Lichtmeetfunctie
Scherpstelgebiedfunctie
Object volgen
Scherm
Indicatie
Scherm
Indicatie
Gezichtsherkenning
F3.5
Diafragmawaarde
Zachte-huideffect
±0.0
Gemeten handmatig
±0.0
Belichtingscompensatie
Witbalans
AWB
ISO400
ISO-gevoeligheid
AE-vergrendeling
7500K
A7 G7
Sluitertijdindicatie
DRO/Auto HDR
Creatieve stijl
Gevoeligheidsindicator
lachdetectie
OPNAME 0:12
Opnametijd van de
film (m:s)
2011-1-1
9:30AM
Vastgelegde datum/
tijd van het beeld
12/12
Beeldnummer/
Aantal afbeeldingen
in de weergavestand
Overige
Foto-effect
Diafragma-indicatie
Verschijnt wanneer
HDR niet heeft
gewerkt op het
beeld.
Verschijnt wanneer
Foto-effect niet
heeft gewerkt op het
beeld.
Histogram
D
Scherm
Indicatie
z
Scherpstelstatus
1/125
Sluitertijd
NL
53
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
1 Controleer de items in "Oplossen van problemen" in de
"α Handboek" (PDF) op de CD-ROM (bijgeleverd).
2 Verwijder de accu, wacht ongeveer 1 minuut, plaats de
accu weer en zet de camera aan.
3 Reset de instellingen (bladzijde 39).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
NL
54
Technische gegevens
Camera
[Systeem]
Type camera: digitale camera met
verwisselbare lens
Lens: lens met Montagestuk E
[Beeldsensor]
Beeldsensor: 23,5 × 15,6 mm (APS-Cformaat) CMOS-beeldsensor
Totaal aantal pixels van beeldsensor:
Ongev. 24 700 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera:
Ongev. 24 300 000 pixels
Films: 1/4 000 seconde tot 1/4
seconde, tot 1/60 in stand AUTO
(1/3 stap)
Flitssynchronisatiesnelheid:
1/160 seconde
[Opnamemedium]
"Memory Stick PRO Duo",
SD-kaart
[Elektronische zoeker]
[Belichtingsregeling]
[LCD-monitor]
Lichtmeetmethode: 1 200-segment
meting door de beeldsensor
Lichtmeetbereik: EV0 tot EV20 (bij
ISO 100 met F2,8 lens)
ISO-gevoeligheid (aanbevolen
belichtingsindex):
Stilstaande beelden: AUTO, ISO
100 tot 16000
Films: AUTO, gelijkwaardig aan
ISO 100 tot 3200
Belichtingscorrectie: ±5,0 EV (1/3 EV
stap)
LCD-scherm: 7,5 cm (type 3,0)
TFT-drive
Totaal aantal pixels: 921 600
(640 × 3 (RGB) × 480) pixels
[Sluiter]
[Overige]
Type: elektronisch gestuurd, verticale
beweging, spleet-type
Sluitertijdbereik:
Stilstaande beelden: 1/4 000
seconde tot 30 seconden (1/3 stap),
BULB
Exif Print-compatibel
PRINT Image Matching III-compatibel
Afmetingen (voldoen aan CIPA):
Ongev. 119,9 mm × 66,9 mm ×
42,6 mm
(B/H/D)
[Stofpreventie]
Systeem: Beschermende coating door
lading op Optisch Filter en
ultrasoon trillingsmechanisme.
[Automatischescherpstellingssysteem]
Overige
Systeem: contrastdetectiesysteem
Gevoeligheidsbereik: EV0 tot EV20
(bij ISO 100 met F2,8 lens)
Type: Elektronische zoeker (Organisch
Elektro-Luminescentie)
Schermgrootte: 1,3 cm (type 0,5)
Totaal aantal pixels: 2 359 296
beeldpunten
Frame-dekking: Ongev. 100%
Vergroting: 1,09 × met 50 mm lens op
oneindig, –1 m–1 (dioptrie)
Oogpunt: Ongev. 23 mm van het
oculair, 21 mm van het oculairframe bij –1 m–1
Dioptrieaanpassing: –4,0 m–1 tot
+1,0 m–1 (dioptrie)
[Ingangs-/uitgangsaansluitingen]
USB: miniB
HDMI: HDMI mini-aansluiting type C
[Voeding]
Gebruikte accu: Oplaadbare accu
NP-FW50
NL
55
Gewicht (voldoen aan CIPA):
Ongev. 350 g
(incl. batterij en "Memory Stick
PRO Duo")
Ongev. 291 g
(alleen camera)
Bedrijfstemperatuur: 0° C tot 40° C
Bestandsindeling:
Stilstaand beeld: Voldoet aan JPEG
(DCF Ver. 2.0, Exif Ver. 2.3, MPF
Baseline), geschikt voor DPOF
3D stilstaande beelden: Voldoet
aan MPO (MPF Extended
(Disparity Image))
Movie (AVCHD-formaat):
AVCHD-formaat geschikt voor
Ver. 2.0
Video: MPEG-4 AVC/H.264
Audio: Dolby Digital 2ch
Dolby Digital Stereo Creator
• Gefabriceerd onder licentie van
Dolby Laboratories.
Movie (MP4-formaat):
Video: MPEG-4 AVC/H.264
Audio: MPEG-4 AAC-LC 2ch
USB-communicatie: Hi-Speed USB
(USB 2.0)
Acculader BC-VW1
[Flitser]
E18 – 55 mm zoomlens
Gelijkwaardige brandpuntsafstand
kleinbeeldformaat1): 27 – 82,5 mm
Lensgroepenelementen: 9-11
Kijkhoek1): 76° - 29°
Minimale scherpstelling2) : 0,25 m
Maximale vergroting: 0,3×
Minimale f-stop: f/22 - f/32
Filterdiameter: 49 mm
Afmetingen (maximale diameter ×
hoogte): Ongev. 62,0 × 60,0 mm
Gewicht: Ongev. 194 g
Compensatie-effect3): Ongeveer 4
stappen
Richtgetal flitser: GN 6 (in meter bij
ISO 100)
Heroplaadtijd: Ongev. 4 seconden
Flitsbereik: dekking 18 mm lens
(brandpuntsafstand die de lens
aangeeft)
Flitscompensatie: ±3,0 EV (in stappen
van 1/3 EV)
Flitserbereik (m):
ISO
F2,8
F3,5
F5,6
100
1 - 2,1
1 - 1,7
1 - 1,1
200
1-3
1 - 2,4
1 - 1,5
400 1,4 - 4,3 1,1 - 3,4 1 - 2,1
NL
56
800
2 - 6,1 1,6 - 4,8
1-3
Ingangsspanning: 100 V – 240 V
wisselstroom, 50 Hz/60 Hz, 4,2 W
Uitgangsspanning: 8,4 V gelijkstroom,
0,28 A
Bedrijfstemperatuur: 0° C tot 40° C
Opslagtemperatuur: –20° C tot +60° C
Maximale afmetingen:
Ongev. 63 × 95 × 32 mm (B/H/D)
Gewicht: Ongev. 85 g
Oplaadbare accu NP-FW50
Gebruikte accu: Lithium-ionaccu
Maximale spanning: 8,4 V
gelijkstroom
Nominale spanning: 7,2 V gelijkstroom
Maximale laadspanning: 8,4 V
gelijkstroom
Maximale laadstroom: 1,02 A
Capaciteit: standaard 7,7 Wh
(1 080 mAh)
Minimum 7,3 Wh (1 020 mAh)
Maximale afmetingen:
Ongev. 31,8 × 18,5 × 45 mm
(B/H/D)
Gewicht: Ongev. 57 g
Lens (alleen NEX-7K)
1)
2)
3)
De hierboven getoonde waarden
voor gelijkwaardige 35 mm-formaat
brandpuntsafstand en kijkhoek zijn
voor digitale camera’s met
verwisselbare lens uitgerust met een
APS-C-formaat beeldsensor.
Minimumbrandpuntsafstand is de
kleinste afstand tussen beeldsensor
en onderwerp.
Sluitertijd (verschilt afhankelijk van
de opnameomstandigheden)
Wijzigingen in ontwerp en
technische gegevens zijn
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Over de compatibiliteit van
beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de
universele DCF (Design rule for
Camera File system)-norm zoals
vastgesteld door JEITA (Japan
Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven
dat beelden, welke met deze camera
zijn opgenomen, kunnen worden
weergegeven op andere apparatuur,
of dat beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of
bewerkt, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Over de brandpuntsafstand
Overige
De beeldhoek van deze camera is
kleiner dan die van een camera voor
35 mm-film. U krijgt (bij benadering)
een vergelijkbare brandpuntsafstand
van een camera met 35 mm-film, en
neemt onder dezelfde beeldhoek op,
door de brandpuntsafstand van uw lens
met de helft te verhogen.
Wanneer u bijvoorbeeld een 50 mmlens gebruikt, krijgt u bij benadering
hetzelfde resultaat als met een 75 mmlens op een camera met 35 mm-film.
NL
57
Inhoud
Cijfers
3D-panor. d. beweg...................... 41
A
Aan/Uit .......................................... 5
Aantal opneembare beelden......... 48
AEL.............................................. 36
AE-vergrendeling .................. 29, 36
AF/MF-regeling..................... 28, 36
AF/MF-selectie ............................ 32
AF-gebied .............................. 13, 32
AF-hulplicht................................. 36
AF-microafst................................ 38
Afspeelweergave.......................... 39
Anti-bewegingswaas.................... 42
Autom. programma................ 13, 31
Autom. scherpst. .......................... 32
Autom.weergave .......................... 36
B
Bediening met drie
regelknoppen ........................... 10
Beeld-DB herstellen..................... 39
Beeldformaat................................ 33
Beeldverhouding.......................... 33
Belichtings-compensatie........ 13, 34
Bestandsindeling.......................... 33
Bestandsnummer.......................... 39
Beveiligen .................................... 35
Breedbeeld ................................... 39
NL
32
32
34
16
E
Eigen inst. ...................................
Eigen toetsinstellingen ................
Eye-Fi instellen ...........................
Eye-Start AF................................
21
23
40
37
F
Film ......................................... 6, 43
Filmgeluid opnemen.................... 38
Flitscompensatie.......................... 34
Flitsfunctie................................... 32
Flitslicht................................... 6, 46
Formatteren ................................. 39
Foto-effect ............................. 19, 34
Functie-instellingen..................... 38
G
Gezichtsherkenning..................... 32
Gezichtsregistratie....................... 32
H
C
Handboek .................................... 44
Handm. belichting ................. 13, 31
Handmatig films opnemen .......... 43
HDMI-resolutie ........................... 39
Helderheid zoeker ....................... 38
Help-scherm ................................ 38
Creatieve stijl ......................... 17, 34
CTRL.VOOR HDMI ................... 39
I
D
58
Dig.Pr.zm. ...................................
DISP-knop (scherm)....................
DRO/Auto HDR..........................
Dyn.-bereikinst. ..........................
Datum/tijd instellen ..................... 38
Demomodus ................................. 39
Diafragmavoorkeuze.............. 13, 31
Diavoorstelling ............................ 35
Inst. FINDER/LCD ..................... 36
Inst. uploaden .............................. 40
Instellingen.................................. 36
Instellingen speciale toetsen........ 23
Instelwiel ............................... 6, 7, 8
ISO .............................................. 34
K
R
Kaartruimte weerg. ...................... 39
Kleur weergeven .......................... 38
Kleurenruimte .............................. 37
Kwaliteit ...................................... 33
Reinigen ...................................... 39
Reliëfkleur............................. 28, 37
Reliëfniveau .......................... 28, 37
Rode ogen verm. ......................... 36
Roteren ........................................ 35
L
Lach-sluiter .................................. 32
LCD-helderheid ........................... 38
LCD-scherm (DISP) .................... 32
Lenscomp.: chrom. afw. ............. 37
Lenscomp.: schaduw.................... 37
Lenscomp.: vervorming ............... 37
Lichtmeetfunctie .......................... 34
Lijst van afbeeldingen.................... 7
LiveView-weergave..................... 36
M
Scènekeuze.................................. 31
Schemeropn. uit hand.................. 43
Schermweergave ................. 6, 7, 51
Scherpstelinst. (stand AF) ........... 13
Scherpstelinst. (stand MF) .......... 14
Slim automatisch......................... 31
Sluitergordijn voorzijde .............. 37
Sluitertijdvoorkeuze .............. 13, 31
Soft-key ......................................... 8
SteadyShot................................... 37
Stramienlijn ................................. 36
Stroombesparing ......................... 38
T
Nieuwe map ................................. 39
NR bij hoge-ISO .......................... 37
NR lang-belicht............................ 37
Taal..............................................
Technische gegevens...................
Terugstellen.................................
Tijdzone instellen ........................
Toewijzing speciale toetsen ........
Transportfunctie ..........................
O
U
N
Object volgen............................... 32
Opn. zonder lens .......................... 37
Opname-instelling........................ 33
Opnamemap kiezen ..................... 39
Opnemen........................................ 5
P
Panorama ..................................... 41
Panorama d. beweg. ..................... 41
Panoramarichting......................... 33
Pictogrammen .............................. 51
Pieptoon ....................................... 38
Printen opgeven ........................... 35
Overige
Mapnaam ..................................... 39
Menu ............................................ 31
Menustartpositie .......................... 38
MF Assist............................... 28, 37
MF-hulptijd.................................. 37
S
38
55
39
38
23
32
USB-verbinding .......................... 39
V
Vergrendeling Regelknop/
Instelwiel ................................ 36
Vergroot .................................. 7, 35
Versie .......................................... 39
Volume-instellingen.................... 35
W
Weergave....................................... 7
Weergave zoomen......................... 7
Weergavefunctie ......................... 35
NL
59
Windruis reductie......................... 38
Wissen...................................... 7, 35
Witbalans ............................... 14, 34
Z
Zachte-huideffect ......................... 32
Zoeker (DISP).............................. 32
Zoom.............................................. 5
NL
60
NEX-7
Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt
und Antworten zu häufig gestellten Fragen
können Sie auf unserer Kundendienst-Website
finden.
Extra informatie over deze camera en
antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op
onze Customer Support-website voor
klantenondersteuning.
Gedruckt mit Druckfarbe auf Pflanzenölbasis
ohne VOC (flüchtige organische Bestandteile).
Gedrukt met VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis van plantaardige
olie.
©2011 Sony Corporation
4-408-688-43(1)
Printed in Thailand