Utax LP 3235 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

INSTRUCTIEHANDLEIDING
MONOCHROME LASERPRINTER
LP 3235 | 3240 | 3245
Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor de modellen LP 3235,
LP 3240 en LP 3245.
Bijgesloten handleidingen
De volgende handleidingen zijn met dit apparaat meegeleverd.
Raadpleeg naar behoeven de juiste handleiding.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Deze beschrijft het plaatsen van papier, het afdrukken, het vervangen
van de toner, het reinigen van de printer en het oplossen van problemen.
Advanced Operation Guide
Geeft uitleg over papierrichtlijnen, hoe u het bedieningspaneel moet
gebruiken en mogelijke verbindingen tussen de printer en de computer.
Installatiehandleiding
Legt uit hoe u de printer moet installeren en hoe u de kabels moet
aansluiten en het papier moet plaatsen.
Opmerking Deze gebruikershandleiding bevat informatie voor
zowel de inchversie als de metrische versie van dit apparaat.
De inchversies van deze apparaten worden getoond in de
schermen in deze handleiding. Wanneer u de metrische versie
gebruikt, gebruik dan de berichten voor de inchversie alleen als
referentie. In de tekst worden de inchberichten alleen
weergegeven als deze versies alleen qua hoofdlettergebruik
verschillen. Als er zelfs maar een klein verschil in de melding is,
wordt de informatie voor de inchversie vermeld, gevolgd door de
corresponderende informatie voor de metrische versie tussen
haakjes.
i
Inhoud
1 Onderdelen van de machine ...................................................... 1-1
Onderdelen aan de voorkant van de printer ............................ 1-2
Onderdelen aan de linkerkant van de printer en interne
onderdelen .................................................................................. 1-2
Onderdelen aan de achterkant van de printer ......................... 1-3
Bedieningspaneel ....................................................................... 1-4
2 Papier plaatsen ........................................................................... 2-1
Papier in de cassette plaatsen .................................................. 2-2
Papier plaatsen in de MP-lade (multifunctionele cassette) .... 2-6
Enveloppen in de MP-lade plaatsen. ........................................ 2-8
3 Aansluiten en afdrukken ............................................................ 3-1
Aansluitingen .............................................................................. 3-2
Netwerkinterface parameters wijzigen ..................................... 3-4
Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken ..................... 3-12
Printerdriver installeren ........................................................... 3-13
Afdrukken vanuit applicaties ................................................... 3-19
Status Monitor .......................................................................... 3-20
Software verwijderen (Windows PC) ...................................... 3-24
4 Onderhoud .................................................................................. 4-1
Algemene informatie .................................................................. 4-2
Vervanging tonercontainer ........................................................ 4-2
De printer reinigen ...................................................................... 4-8
Langdurig buiten gebruik en de printer verplaatsen .............. 4-9
5 Problemen oplossen .................................................................. 5-1
Algemene richtlijnen .................................................................. 5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit ............................................ 5-3
Foutberichten .............................................................................. 5-5
Ready, Data en Attention lampjes ........................................... 5-11
Papierstoringen oplossen ....................................................... 5-12
6 Appendix ..................................................................................... 6-1
Specificaties ................................................................................ 6-2
Standaard milieuvoorwaarden .................................................. 6-4
Index ....................................................................................Index-1
ii
iii
Wettelijke kennisgevingen
en veiligheidsvoorschriften
Lees deze informatie voordat u uw apparaat in gebruik neemt. Dit
hoofdstuk voorziet in informatie over de volgende onderwerpen:
Wettelijke kennisgeving iv
Licentieovereenkomsten vi
Veiligheidsinformatie xii
Symbolen xvii
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie xviii
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik xx
Over de gebruikershandleiding xxiii
Conventies in deze handleiding xxiv
iv
Wettelijke kennisgeving
Kennisgeving met betrekking tot software
DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET
DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De
printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL. De
emulatiemodus kan gewijzigd worden.
Kennisgeving
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra
pagina's worden ingevoegd.
Wij vragen de gebruiker om begrip voor technische onnauwkeurigheden
of schrijffouten in de huidige uitgave. Er wordt geen aansprakelijkheid
aanvaard voor ongelukken die gebeuren terwijl de gebruiker de
instructies in deze handleiding volgt. Wij aanvaarden geen
verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de
inhoud van het ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en
wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van de
paginaprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten
voorbehouden. Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van
de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een
willekeurig onderwerp waarop auteursrecht van toepassing is, is
verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van
UTAX GmbH. Elke kopie die van deze handleiding of een
deel daarvan word
t gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt,
moet dezelfde copyright-vermelding bevatten als het materiaal dat wordt
gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
PRESCRIBE is een gedeponeerd handelsmerk van Kyocera
Corporation. KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
Hewlett-Packard, PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van
Hewlett-Packard Company. Centronics is een handelsmerk van
Centronics Data Computer Inc. Adobe, Acrobat, Flash en PostScript zijn
gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation. Microsoft Windows Server is een
handelsmerk van Microsoft Corporation. PowerPC is een handelsmerk
van International Business Machines Corporation. CompactFlash is een
handelsmerk van SanDisk Corporation. ENERGY STAR is een in de
Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk. Alle overige merk- en
productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van de respectieve bedrijven.
VOORZICHTIG ER WORDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE
IS VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.
v
Dit product is ontwikkeld met behulp van het Tornado
Real Time
besturingssysteem en de hulpprogramma's van Wind River Systems.
Dit product bevat UFST
en MicroType
®
van Monotype Imaging Inc.
vi
Licentieovereenkomsten
IBM Program License Agreement
THE DEVICE YOU HAVE PURCHASED CONTAINS ONE OR MORE
SOFTWARE PROGRAMS (“PROGRAMS”) WHICH BELONG TO
INTERNATIONAL BUSINESS MACHINES CORPORATION (“IBM”).
THIS DOCUMENT DEFINES THE TERMS AND CONDITIONS UNDER
WHICH THE SOFTWARE IS BEING LICENSED TO YOU BY IBM. IF
YOU DO NOT AGREE WITH THE TERMS AND CONDITIONS OF THIS
LICENSE, THEN WITHIN 14 DAYS AFTER YOUR ACQUISITION OF
THE DEVICE YOU MAY RETURN THE DEVICE FOR A FULL
REFUND. IF YOU DO NOT SO RETURN THE DEVICE WITHIN THE 14
DAYS, THEN YOU WILL BE ASSUMED TO HAVE AGREED TO THESE
TERMS AND CONDITIONS.
The Programs are licensed not sold. IBM, or the applicable IBM country
organization, grants you a license for the Programs only in the country
where you acquired the Programs. You obtain no rights other than those
granted you under this license.
The term “Programs” means the original and all whole or partial copies of
it, including modified copies or portions merged into other programs. IBM
retains title to the Programs. IBM owns, or has licensed from the owner,
copyrights in the Programs.
1. License
Under this license, you may use the Programs only with the device on
which they are installed and transfer possession of the Programs and
the device to another party.
If you transfer the Programs, you must transfer a copy of this license and
any other documentation to the other party. Your license is then
terminated. The other party agrees to these terms and conditions by its
first use of the Program.
You may not:
1. use, copy, modify, merge, or transfer copies of the Program except as
provided in this license;
2. reverse assemble or reverse compile the Program; or
3. sublicense, rent, lease, or assign the Program.
2. Limited Warranty
The Programs are provided “AS IS.”
THERE ARE NO OTHER WARRANTIES COVERING THE
PROGRAMS (OR CONDITIONS), EXPRESS OR IMPLIED,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
Some jurisdictions do not allow the exclusion of implied warranties, so
the above exclusion may not apply to you.
3. Limitation of Remedies
IBM's entire liability under this license is the following;
For any claim (including fundamental breach), in any form, related in any
way to this license, IBM's liability will be for actual damages only and will
be limited to the greater of:
vii
1. the equivalent of U.S. $25,000 in your local currency; or
2. IBM's then generally available license fee for the Program
This limitation will not apply to claims for bodily injury or damages to real
or tangible personal property for which IBM is legally liable.
IBM will not be liable for any lost profits, lost savings, or any incidental
damages or other economic consequential damages, even if IBM, or its
authorized supplier, has been advised of the possibility of such
damages. IBM will not be liable for any damages claimed by you based
on any third party claim. This limitation of remedies also applies to any
developer of Programs supplied to IBM. IBM's and the developer's
limitations of remedies are not cumulative. Such developer is an
intended beneficiary of this Section. Some jurisdictions do not allow
these limitations or exclusions, so they may not apply to you.
4. General
You may terminate your license at any time. IBM may terminate your
license if you fail to comply with the terms and conditions of this license.
In either event, you must destroy all your copies of the Program. You are
responsible for payment of any taxes, including personal property taxes,
resulting from this license. Neither party may bring an action, regardless
of form, more than two years after the cause of action arose. If you
acquired the Program in the United States, this license is governed by
the laws of the State of New York. If you acquired the Program in
Canada, this license is governed by the laws of the Province of Ontario.
Otherwise, this license is governed by the laws of the country in which
you acquired the Program.
Typeface Trademark Acknowledgement
All resident fonts in this printer are licensed from Monotype Imaging Inc.
Helvetica, Palatino and Times are registered trademarks of Linotype-Hell
AG. ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery and ITC
Zapf Dingbats are registered trademarks of International Typeface
Corporation.
Monotype Imaging License Agreement
1. ”Software” shall mean the digitally encoded, machine readable,
scalable outline data as encoded in a special format as well as the
UFST Software.
2. You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to
reproduce and display weights, styles and versions of letters,
numerals, characters and symbols (“Typefaces”) solely for your own
customary business or personal purposes at the address stated on
the registration card you return to Monotype Imaging. Under the
terms of this License Agreement, you have the right to use the Fonts
on up to three printers. If you need to have access to the fonts on
more than three printers, you need to acquire a multi-user license
agreement which can be obtained from Monotype Imaging.
Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software
and Typefaces and no rights are granted to you other than a License
to use the Software on the terms expressly set forth in this
Agreement.
viii
3. To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to
maintain the Software and other proprietary information concerning
the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable
procedures regulating access to and use of the Software and
Typefaces.
4. You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except
that you may make one backup copy. You agree that any such copy
shall contain the same proprietary notices as those appearing on the
original.
5. This License shall continue until the last use of the Software and
Typefaces, unless sooner terminated. This License may be
terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms
of this License and such failure is not remedied within thirty (30) days
after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is
terminated, you shall either return to Monotype Imaging or destroy all
copies of the Software and Typefaces and documentation as
requested.
6. You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt,
reverse engineer or decompile the Software.
7. Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery,
the Software will perform in accordance with Monotype Imaging-
published specifications, and the diskette will be free from defects in
material and workmanship. Monotype Imaging does not warrant that
the Software is free from all bugs, errors and omissions.
8. THE PARTIES AGREE THAT ALL OTHER WARRANTIES,
EXPRESSED OR IMPLIED, INCLUDING WARRANTIES OF
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND
MERCHANTABILITY, ARE EXCLUDED.
9. Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in
connection with the Software and Typefaces is repair or replacement
of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
10.IN NO EVENT WILL MONOTYPE IMAGING BE LIABLE FOR LOST
PROFITS, LOST DATA, OR ANY OTHER INCIDENTAL OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES, OR ANY DAMAGES CAUSED BY
ABUSE OR MISAPPLICATION OF THE SOFTWARE AND
TYPEFACES.
11.Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
12.You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the
Software and/or Typefaces without the prior written consent of
Monotype Imaging.
13.Use, duplication or disclosure by the Government is subject to
restrictions as set forth in the Rights in Technical Data and Computer
Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or
subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate. Further use, duplication or
disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights
software as set forth in FAR 52.227-19 (c)(2).
14.YOU ACKNOWLEDGE THAT YOU HAVE READ THIS
AGREEMENT, UNDERSTAND IT, AND AGREE TO BE BOUND BY
ITS TERMS AND CONDITIONS. NEITHER PARTY SHALL BE
BOUND BY ANY STATEMENT OR REPRESENTATION NOT
CONTAINED IN THIS AGREEMENT. NO CHANGE IN THIS
AGREEMENT IS EFFECTIVE UNLESS WRITTEN AND SIGNED BY
PROPERLY AUTHORIZED REPRESENTATIVES OF EACH PARTY.
BY OPENING THIS DISKETTE PACKAGE, YOU AGREE TO
ACCEPT THE TERMS AND CONDITIONS OF THIS AGREEMENT.
ix
Open SSLeay License
Copyright © 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4 The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be
used to endorse or promote products derived from this software
without prior written permission.
For written permission, please contact [email protected].
5 Products derived from this software may not be called "OpenSSL"
nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written
permission of the OpenSSL Project.
6 Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment: "This product includes software developed by the
OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http://
www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS"
AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE
ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT,
INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL
DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR
PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND
ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT
LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN
IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Original SSLeay License
Copyright © 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights
reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform
with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the
following conditions are aheared to. The following conditions apply to all
code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code;
not just the SSL code. The SSL documentation included with this
distribution is covered by the same copyright terms except that the holder
is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
x
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the
code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in
documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the copyright notice, this
list of conditions and the following disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4 If you include any Windows specific code (or a derivative thereof)
from the apps directory (application code) you must include an
acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY
AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY,
OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED
TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS
OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING
NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE
USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY
OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence [including the GNU
Public Licence.]
xi
Compliance and Conformity
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a
Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These
limits are designed to provide reasonable protection against harmful
interference in a residential installation. This equipment generates, uses
and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to
radio communications. However, there is no guarantee that interference
will not occur in a particular installation. If this equipment does cause
harmful interference to radio or television reception, which can be
determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged
to try to correct the interference by one or more of the following
measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and the receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that
to which the receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
The use of a non-shielded interface cable with the referenced device
is prohibited.
CAUTION — The changes or modifications not expressly approved by
the party responsible for compliance could void the userÅfs authority to
operate the equipment.
This device complies with Part 15 of FCC Rules and RSS-Gen of IC
Rules.
Operation is subject to the following two conditions; (1) this device may
not cause interference, and (2) this device must accept any interference,
including interference that may cause undesired operation of the device.
* The above warning is valid only in the United States of America.
Interfacekabels
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt voordat u een
interfacekabel aansluit of ontkoppelt. Bescherm interfacekabels die
niet worden gebruikt met behulp van de meegeleverde dop tegen
statische elektrische ontlading via de interfacekabel(s) naar de
interne elektronica van de printer.
Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels.
xii
Veiligheidsinformatie
Laserveiligheid
Deze printer wordt geclassificeerd als een Class 1 laserproduct volgens
de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse Department of
Health and Human Services (DHHS), in overeenstemming met de
Radiation Control for Health and Safety Act uit 1968. Dit betekent dat de
printer geen gevaarlijke laserstraling produceert. Omdat de uitgestoten
straling in de printer binnen beschermende behuizing en externe
bedekkingen blijft, kan de laserstraal op geen enkel moment van gebruik
uit de printer ontsnappen.
Laserkennisgeving
Deze printer wordt in de V.S. geclassificeerd in overeenstemming met de
eisen van DHHS 21 CFR Subchapter voor Klasse I (1) laserproducten,
en is elders geclassificeerd als Klasse I laserproduct in
overeenstemming met de eisen van IEC 825.
Radiofrequentiezender
Dit apparaat bevat een zendermodule. De fabrikant (UTAX GmbH)
verklaart dat deze apparatuur (paginaprinter), model
LP 3235/LP 3240/LP 3245 voldoet aan de van toepassing
zijnde eisen en andere relevante bepalingen conform Directief
1999/5/EC.
Radio Tag Technologie
In sommige landen kan de radiotagtechnologie die in deze apparatuur
gebruikt wordt om de tonercontainer te identificeren, onderworpen zijn
aan autorisatie, en kan het gebruik van deze apparatuur dientengevolge
beperkt zijn.
GEVAAR KLASSE 3B LASERSTRALING BIJ OPENEN.
VERMIJD RECHTSTREEKSE BLOOTSTELLING AAN
STRAAL.
VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of
aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan
hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan
straling.
xiii
Waarschuwingsetiketten
Op de printer bevindt zich een van de volgende etiketten.
CDRH-voorschriften
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de U.S.
Food and Drug Administration heeft voorschriften opgesteld voor
laserproducten op 2 augustus 1976. Deze voorschriften zijn van
toepassing op laserproducten die zijn geproduceerd na 1 augustus
1976. Producten die in de Verenigde Staten op de markt worden
gebracht moeten voldoen aan deze voorschriften. Laserproducten die in
de Verenigde Staten op de markt worden gebracht moeten een label
dragen ten teken van overeenstemming met de CDRH-voorschriften.
Ozonconcentratie
De printers genereren ozongas (O3), dat zich op de plaats van installatie
kan concentreren en een onplezierige geur kan veroorzaken. Wij raden
u aan de printer niet op een afgesloten plek te zetten waar de ventilatie
wordt geblokkeerd, om zo de concentratie van ozongas te minimaliseren
tot minder dan 0,1 ppm.
Voor Europa, Azië en
andere landen
Voor de V.S. en
Canada
Laser in de printer
(Laserstralingwaarschuwing)
xiv
Veiligheidsinstructies met betrekking tot het
ontkoppelen van de stroom
Waarschuwing: De stekker is het belangrijkste isolatieapparaat! Andere
schakelaars op het apparaat zijn slechts bedieningsschakelaars en zijn
niet geschikt om het apparaat te isoleren van de voedingsbron.
VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen
Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht
verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
NAAR
2004/108/EC, 2006/95/EEC, 93/68/EEC en 1999/5/EC
We verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat het
product waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming
is met de volgende specificaties.
EN55024
EN55022 Klasse B
EN61000-3-2
EN61000-3-3
EN60950-1
EN60825-1
EN300 330-1
EN300 330-2
xv
EN ISO 7779
Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der
höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN
ISO 7779.
Afwijzing van verantwoordelijkheid
UTAX GmbH is niet aansprakelijk tegenover klanten of een andere
persoon of entiteit met betrekking tot verlies of schade direct of indirect
veroorzaakt door of naar zeggen veroorzaakt door apparatuur die door
ons is verkocht of geleverd, inclusief maar niet beperkt tot onderbroken
service, omzetverlies of winstderving, of gevolgschade die het resultaat
is van het gebruik of de bediening van de apparatuur of software.
Energiebesparingfunctie
De printer is uitgerust met een slaapstand waarbij de printer in een
wachtstand blijft, maar het stroomverbruik toch tot een minimum wordt
beperkt als er geen printeractiviteit is binnen een ingesteld tijdsbestek.
Slaapstand
Deze printer schakelt automatisch na ongeveer 30 minuten in de
slaapstand, nadat de printer voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die
zonder activiteit voorbij moet gaan voordat de slaapstand geactiveerd
wordt, kan verlengd worden.
Dubbelzijdig printen
Deze printer heeft dubbelzijdig printen als standaardfunctie. Bij
bijvoorbeeld het afdrukken van twee originelen op een vel papier als
dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Hergebruikt papier
Deze printer ondersteunt het gebruik van hergebruikt papier, wat de
belasting op het milieu vermindert. Uw verkoop- of
servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen
papiersoorten.
xvi
Energy Star (ENERGY STAR
®
) Programma
Als deelnemend bedrijf aan het International Energy Star-programma
hebben wij vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het
International Energy Star-programma.
xvii
Symbolen
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn
aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter
bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de
buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het
apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel
veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden
binnen in het symbool aangegeven.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie
bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de
niet-toegestane handeling staat binnenin het symbool.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie
bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke
informatie over de vereiste handeling staat binnenin het symbool.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een
vervangingsonderdeel te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in
deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf
ontbreekt. (Tegen betaling)
GEVAAR: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht
besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de
betreffende punten, dit zeer waarschijnlijk zal leiden tot ernstig
letsel of zelfs de dood.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan
de betreffende punten, dit zou kunnen leiden tot ernstig letsel
of zelfs de dood.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan
de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of
mechanische beschadiging.
.... [Algemene waarschuwing]
.... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
.... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
.... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
.... [Demontage verboden]
.... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
.... [Haal de stekker uit het stopcontact]
.... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
xviii
Voorzorgsmaatregelen
bij de installatie
Omgeving
Voorzichtig
Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak
zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke
situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van
de apparatuur op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties.
Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken
te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn
terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of
andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare
voorwerpen, om gevaar van brand te voorkomen.
Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het
apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en
onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de
achterklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht de printer makkelijk kan
verlaten.
Overige voorzorgsmaatregelen
Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de
veilige werking en de prestaties van het apparaat. Installeer de printer in
een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa
23°C, luchtvochtigheid: circa 60% RH), en vermijd de volgende locaties
wanneer u een plaats voor het apparaat kiest.
Plaats het apparaat niet in de buurt van een venster of direct in het
zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde locaties.
300mm
300mm
300mm
200mm *
600mm
400mm wanneer de optionele opvangbak
beeldzijde omhoog (PT-310) is vastgemaakt.
Introduction-xix
Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit
heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als de printer echter
langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer
er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur
onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed
geventileerd zijn.
Stroomtoevoer/aarden van het apparaat
Waarschuwing
Gebruik geen stroomtoevoer met een ander voltage dan
aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact
aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische
schokken op.
Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen
voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan
dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact, om het
gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te
voorkomen. Neem contact op met uw onderhoudstechnicus als
een geaarde aansluiting niet mogelijk is.
Overige voorzorgsmaatregelen
Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.
Het netsnoer is het belangrijkste middel om de stroomtoevoer af te
sluiten. Zorg ervoor dat het stopcontact zich bevindt/is geïnstalleerd in
de buurt van de apparatuur en goed toegankelijk is.
Gebruik van plastic zakken
Waarschuwing
Houd de plastic zakken die bij het apparaat worden gebruikt uit de
buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven
zitten en verstikking veroorzaken.
Introduction-xx
Voorzorgsmaatregelen
voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van het
apparaat
Waarschuwing
Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water
bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van
het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische
schokken, mocht het water in het apparaat terechtkomen.
Verwijder geen van de panelen van het apparaat, omdat er dan
kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge
spanning binnen in het apparaat.
Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer
het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het
snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen
andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of
elektrische schokken op.
Probeer nooit het apparaat of onderdelen ervan te repareren of te
demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische
schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal
buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken.
Als het apparaat uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit het
apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich
een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van
brand of een elektrische schok. Zet de hoofdstroomschakelaar
onmiddellijk uit ({), zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact haalt
en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen,
enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de
hoofdstroomschakelaar uitzetten{. Vervolgens moet u direct de
stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische
schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
Zorg dat u een stekker niet met natte handen in het stopcontact
steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische
schokken bestaat.
Neem altijd contact op met uw onderhoudstechnicus voor
onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
Voorzichtig
Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt.
Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat
er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de
stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het
stopcontact.)
Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat
verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar
van brand of elektrische schokken.
Introduction-xxi
Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt
gebruikt, moet u de stroomschakelaar uitzetten (O). Als het
apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.),
haalt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
Houd bij het optillen of verplaatsen het apparaat altijd alleen vast
op de daarvoor bestemde plaatsen.
Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het
stopcontact bij het reinigen van het apparaat.
Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand
of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw
onderhoudstechnicus te raadplegen met betrekking tot het
reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit
laat doen voorafgaande aan een periode van hoge
luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de
kosten voor het reinigen van de interne onderdelen in het apparaat.
Overige voorzorgsmaatregelen
Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat
niet beschadigd raakt.
Open tijdens het afdrukken de bovenste voorklep niet, schakel de
AAN/UIT-schakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Neem contact op met de onderhoudstechnicus wanneer u het apparaat
wilt optillen of verplaatsen.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan.
Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn
beschreven.
Gebruik beschermde interfacekabels.
Voorzichtig
Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering
van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke
blootstelling aan straling.
Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen
Voorzichtig
De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen
brandwonden veroorzaken.
Houd de tonercontainer buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer wordt gemorst, moet
u inademing of inname daarvan voorkomen, evenals contact met
ogen en de huid.
Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse
lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest
contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of
2 glazen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem
indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als de
ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts.
Als u toner op de huid krijgt, wast u deze met water en zeep.
Introduction-xxii
De tonercontainer mag niet open worden gebroken of worden
vernietigd.
Overige voorzorgsmaatregelen
Gooi de tonercontainer na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke
milieuwetgeving weg.
Bewaar alle verbruiksartikelen in een koele, donkere ruimte.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier
uit de cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en
verzegelt u deze weer.
Introduction-xxiii
Over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
1 Onderdelen van de machine
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
2 Papier plaatsen
In dit hoofdstuk worden papierspecificaties voor deze printer uitgelegd
en hoe het papier in de cassette of multifunctionele cassette geplaatst
moet worden.
3 Aansluiten en afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printer moet opstarten, hoe u
moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom moet
gebruiken.
4 Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer wordt vervangen
en hoe u de printer onderhoudt.
5 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u eventueel optredende
printerproblemen, zoals papierstoringen, oplost.
6 Appendix
Dit hoofdstuk bevat de specificaties van deze printer en geeft uitleg over
standaard milieuvoorwaarden.
Introduction-xxiv
Conventies in deze handleiding
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Cursief lettertype Wordt gebruikt om een
sleutelwoord, een woordgroep
of verwijzing naar aanvullende
informatie te benadrukken.
Raadpleeg De tonercontainer vervangen
op pagina 4-3.
Vet Wordt gebruikt om
softwareknoppen aan te duiden
Selecteer de printer die u wilt installeren,
en kies Volgende.
Vet tussen
haakjes
Wordt gebruikt om toetsen op
het bedieningspaneel aan te
duiden.
Indien TCP/IP is ingesteld op Uit,
gebruik U of V om Aan te selecteren en
druk op [OK].
Opmerking Wordt gebruikt om aanvullende,
nuttige informatie over een
functie of toepassing te geven.
Opmerking Haal de
tonercontainer pas uit de doos als
u klaar bent om de container in de
printer te plaatsen.
Belangrijk Wordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het
vervangen van de tonercontainer
opslagmedia en
computerbenodigdheden (zoals
diskettes) uit de buurt van de
tonercontainer. Zo wordt schade aan de
media door de magnetische lading van
de toner vermeden.
Voorzichtig Met deze waarschuwingen
wordt aangegeven dat er als
gevolg van een actie
mechanische beschadiging kan
optreden.
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan
het papier, anders scheurt het.
Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk
over het hoofd worden gezien,
waardoor de storing niet kan worden
opgelost..
Waarschuwing Wordt gebruikt om gebruikers te
wijzen op het gevaar van
lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING Als u de printer
wilt verzenden, verwijdert u de
ontwikkelaar, verpakt u deze in een
plastic zak, en verzendt u deze apart
van de printer.
Onderdelen van de machine 1-1
1 Onderdelen van de
machine
In dit gedeelte vindt u uitleg en afbeeldingen, zodat u de onderdelen
en de functies van die onderdelen kunt vaststellen. Probeer voor het
juiste gebruik en optimale prestaties thuis te raken in de namen en
functies van deze onderdelen.
Onderdelen aan de voorkant van de printer 1-2
Onderdelen aan de achterkant van de printer 1-3
Bedieningspaneel 1-4
1-2 Onderdelen van de machine
Onderdelen aan de voorkant van de printer
1 Bovenklep
2 Papierstopper
3 Bovenlade
4 Rechterklep
5 Bedieningspaneel
6 USB-geheugenslot
7 Papiercassette
8 MP-lade (multifunctionele cassette)
Onderdelen aan de linkerkant van de printer
en interne onderdelen
1 Linkerklep
2 Tonercontainer
3 AAN/UIT-schakelaar
4 Tonerafvalbak
3
2
1
4
5
7
8
6
2
3
1
4
Onderdelen van de machine 1-3
Onderdelen aan de achterkant van de printer
1 USB-aansluiting
2 Netwerklampjes (alleen
LP 3240/LP 3245])
3 Netwerkaansluiting (alleen LP 3240/LP 3245)
4 Parallelle aansluiting
5 Net
snoeraansluiting
6 Achtereenheid
7 Optionele aansluitingsslotslot (netwerk/CF-kaart/harde schijf)
1
2
3
4
5
6
7
1-4 Onderdelen van de machine
Bedieningspaneel
1 Lampjes
2 Berichtenscherm
3 Cursortoetsen
4[GO] toets
5 [Cancel] toets
6[OK] toets
7 [MENU] toets
2
1
3
4
5
6
7
Papier plaatsen 2-1
2 Papier plaatsen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het papier in de cassette of de MP-
lade geplaatst moet worden
.
Papier in de cassette plaatsen 2-2
Papier plaatsen in de MP-lade (multifunctionele cassette) 2-6
Enveloppen in de MP-lade plaatsen. 2-8
2-2 Papier plaatsen
Papier in de cassette plaatsen
De papiercassette is geschikt voor A6 (LP 3235: A5) tot A4/Letter en
Legal formaat p
apier en kan ongeveer 500 vel bevatten.
1 Trek de papiercassette helemaal uit de printer.
Standaard papierformaten zijn weergegeven aan de binnenkant van
de papiercassette.
2 Draai aan de papierformaatknop zodat het formaat van het papier
dat u gaat gebruiken verschijnt in het papierformaatvenster.
BELANGRIJK De cassette ondersteunen wanneer u deze uit de
printer trekt, zodat deze niet uit de printer valt.
Opmerking Als de papierformaatknop is ingesteld op
OTHER moet het papierformaat op het bedieningspaneel
worden ingevoerd in de printer. Raadpleeg het Aangepast
papierformaat gedeelte in de Advanced Operation Guide.
Papier plaatsen 2-3
3 Trek aan de ontgrendelinghendel van de linkergeleider en schuif
naar het gewenste papierformaat.
4 Als u papier instelt dat langer is dan A4, trekt u de verlengende
papiercassettes een voor een uit door op de vergrendelinghendel te
drukken en past u ze aan aan het gewenste papierformaat.
5 Trek aan de ontgrendelinghendel en schuif de papierstopper naar
het gewenste papierformaat.
Bij gebruik van niet-standaard papierformaat, trek de papiergeleiders
en de papierstopper helemaal uit, plaats het papier en pas dan de
papiergeleiders en de papierstoppers aan aan het formaat van het
papier. Stel ze zo in dat ze het papier licht raken.
6 Waaier het papier los en klop daarna met de stapel op een vlakke
ondergrond om hem recht te maken om papierstoringen of scheef
printen te voorkomen.
2-4 Papier plaatsen
7 Plaats het papier in de papiercassette. Zorg ervoor dat de zijde die
moet worden bedrukt, omlaag wijst en dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
8 Plaats de stapel papier zo dat hij onder de tabulators valt, zie
afbeelding.
9 Plaats de papiercassette in de sleuf van de printer. Duw de cassette
recht naar voren tot deze niet verder kan.
Opmerking Plaats niet meer papier dan past onder de
maximale laadhoogte op de papiergeleiders.
Papier plaatsen 2-5
Er zit een papiermeter aan de rechtervoorkant van de
papiercassette die de resterende papiervoorraad aangeeft. Als het
papier op is, zal de wijzer naar beneden gaan naar niveau (leeg).
2-6 Papier plaatsen
Papier plaatsen in de MP-lade
(multifunctionele cassette)
De MP-lade is geschikt voor de verschillende papierformaten en kan
ongeveer 100 vel papier bevatten.
1 Waaier de media (papier/transparanten) los en klop ze daarna recht
op een vlakke ondergrond om papierstoringen of scheef printen te
voorkomen.
2 Trek de multifunctionele cassette naar u toe totdat deze stopt.
3 Trek de sublade uit.
4 Stel de papiergeleiders in op de MP-lade. Standaard papierformaten
zijn aangegeven op de MP-lade. Schuif de papiergeleiders voor
standaard papierformaten naar het overeenkomende teken.
Papier plaatsen 2-7
5 Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver
mogelijk naar binnen.
Wanneer u een envelop plaatst, doe dit dan met de klep gesloten en
de te bedrukken zijde omhoog. Leg de envelop tegen de geleider
met de klep aan de voorkant of linkerkant tot deze niet verder kan.
6 Stel het papierformaat van de MP-lade in op het bedieningspaneel
van de printer. Raadpleeg hetInstellen van het papierformaat van de
multifunctionele lade gedeelte in de Advanced Operation Guide.
Opmerking Als het papier duidelijk naar een richting gekruld
is, als het bijvoorbeeld al aan een kant bedrukt is, probeer dan
om het papier in tegenovergestelde richting te rollen om de
krul tegen te gaan. Afgedrukte vellen zullen er dan plat
uitkomen.
Juist
Niet juist
2-8 Papier plaatsen
Enveloppen in de MP-lade plaatsen.
Volg de onderstaande instructies om op de enveloppen af te drukken.
1 Open de achtereenheid.
2 Druk op de groene knoppen om de papierdikte te veranderen.
3 Sluit de achtereenheid.
4 Volg de stappen van Papier plaatsen in de MP-lade (multifunctionele
cassette) op pagina 2-6.
Wanneer u een envelop plaatst, doe dit dan met de klep gesloten en
de te bedrukken zijde omhoog. Leg de envelop tegen de geleider
met de klep aan de voorkant of linkerkant tot deze niet verder kan.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnen in de printer is
heet. Raak de eenheid niet met uw handen aan,
aangezien dit brandwonden kan veroorzaken.
Juist
Juist
Niet juist
Aansluiten en afdrukken 3-1
3 Aansluiten en
afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printer moet opstarten, hoe u
moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom moet
gebruiken.
Aansluitingen 3-2
Netwerkinterface parameters wijzigen 3-4
Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken 3-12
Printerdriver installeren 3-13
Afdrukken vanuit applicaties 3-19
Status Monitor 3-20
Software verwijderen (Windows PC) 3-24
3-2 Aansluiten en afdrukken
Aansluitingen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer opstart. De onderstaande
afbeelding is het overzicht van de verbindingen tussen de printer en de
computer.
De USB-kabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de USB-kabel aan te sluiten.
1 Sluit de USB-kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting
aan de achterkant van dit apparaat.
2 Sluit het andere einde van de USB-kabel aan op de USB-aansluiting
van de computer.
De netwerkkabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de netwerkkabel aan te sluiten.
1 Verwijder de dop en sluit de afgeschermde netwerkkabel (niet
meegeleverd) aan op de computer en de hub (concentrator).
2 Sluit de andere kant van de netwerkkabel aan op de
netwerkaansluiting aan de achterkant van dit apparaat en de hub.
De parallelle kabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de parallelle kabel aan te sluiten.
1 Sluit de parallelle kabel aan op de parallelle aansluiting aan de
achterkant van dit apparaat.
2 Sluit de andere kant van de parallelle kabel aan op de aansluiting
van de computer aan de achterkant van dit apparaat.
Opmerking Gebruik een USB-kabel met een rechthoekige
stekker (Type A) en een vierkante stekker (type B). De USB-
kabel moet afgeschermd zijn en mag niet langer dan 5 meter
lang zijn.
Opmerking Gebruik een parallelle printerkabel die voldoet
aan IEEE 1284 richtlijnen. Installeer de printer dicht bij de pc
voor een optimaal resultaat. De verbindingskabel moet
afgeschermd zijn en mag niet langer dan 3 meter lang zijn. De
kabel wordt apart verkocht.
Aansluiten en afdrukken 3-3
Het netsnoer aansluiten
Installeer de printer dichtbij een AC stopcontact Als u een verlengsnoer
gebruikt, mag de totale lengte van het netsnoer plus het verlengsnoer
niet meer dan 5 meter zijn.
1 Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting aan de achterkant
van de printer.
2 Sluit het andere einde van het netsnoer aan op een stopcontact.
3 Zet de AAN/UIT-schakelaar op AAN ( | ). De printer begint op te
warmen.
Opmerking Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld. Gebruik
alleen het netsnoer dat bij de printer is geleverd.
BELANGRIJK Indien u de starttonercontainer installeert en de
machine inschakelt, wordt na een aantal seconden het bericht
Een ogenblik (toner toev.) weergegeven. Wanneer de
printer na het plaatsen van de toner voor het eerst aangezet
wordt, duurt het ongeveer 15 minuten voordat de printer kan gaan
afdrukken. Pas als het [Ready] lampje brandt, is de
printerinstallatie voltooid.
3-4 Aansluiten en afdrukken
Netwerkinterface parameters wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), NetWare, AppleTalk,
IPP, SSL-server, IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau. Raadpleeg
voor meer informatie de Advanced Operation Guide.
TCP/IP, TCP/IP (IPv6) instellingen
1 Druk op [MENU].
2 Druk meermaals op U of V totdat Netwerk> verschijnt.
3 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de
instellingen.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. TCP/IP. Submenu bevat onderdelen zoals DHCP,
IP-adres, Subnetmasker, Gateway en Bonjour.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. TCP/IP (IPv6). Submenu bevat onderdelen zoals
RA(Stateless) en DHCPv6.
Opmerking Doe de machine UIT en weer AAN, nadat alle
netwerkinstellingen zijn gedaan. Dit moet om de instellingen van
kracht te maken.
Netwerk >
>TCP/IP
Uit
>TCP/IP (IPv6)
Uit
Aansluiten en afdrukken 3-5
TCP/IP
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP-protocol in te schakelen.
1 Indien TCP/IP is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te
selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u DHCP en Bonjour
instelt. Een knipperende cursor (_) verschijnt terwijl u IP-adres,
Subnetmasker en Gateway instelt.
4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
DHCP en Bonjour.
Druk voor de IP-adres, Subnetmasker en Gateway instellingen
op U of V om de knipperende cursor te verplaatsen naar het
nummer dat u wilt wijzigen (000 tot 255). Gebruik Y en Z om de
cursor naar rechts en links te bewegen.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadres instellingen.
>TCP/IP >
Aan
>>IP-adres
000.000.000.000
>>Subnetmasker
000.000.000.000
>>Gateway
000.000.000.000
>>DHCP
Uit
>>Bonjour
Uit
>>Subnetmasker
0
00.000.000.000
3-6 Aansluiten en afdrukken
TCP/IP (IPv6)
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP (IPv6)-protocol in te
schakelen.
1 Indien TCP/IP (IPv6) is ingesteld op Uit, gebruik U of V om
Aan te selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u RA(Stateless) en
DHCPv6 instelt.
4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
RA(Stateless) en DHCPv6.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, IPSec en
Beveiligingsniveau instellingen
1
Druk op [MENU].
2 Druk meermaals op U of V totdat Beveiliging > verschijnt.
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadres instellingen.
>TCP/IP (IPv6) >
Aan
>>DHCPv6
Uit
>>RA(Stateless)
Uit
>>DHCPv6
?Uit
>>RA(Stateless)
?Uit
Beveiliging >
Aansluiten en afdrukken 3-7
3 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de
instellingen.
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt
om verbinding te maken met een netwerk, moet u een beheerder-ID
invoeren en op [OK] drukken. De standaard instelling is het
numerieke gedeelte van de modelnaam van uw printer. Als u
LP 3235 gebruikt, voer dan "2020" in.
Als u Net
Ware, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt
om verbinding te maken met een netwerk, moet u een
beheerderwachtwoord invoeren en op [OK] drukken. De standaard
instelling is het numerieke gedeelte van de modelnaam van uw
printer. Als u
LP 3235 gebruikt, voer dan "2020" in.
S
tel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. Netware. In het submenu kan de framemodus
worden geselecteerd uit Auto, 802,3, Ethernet-II, SNAP en
802,2.
AppleTalk moet worden geactiveerd (Aan) om netwerkverbinding
te maken met Macintosh computers.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. IPP.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. SSL-server. Submenu bevat onderdelen zoals
DES, 3DES, AES, IPP over SSL en HTTPS.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. IPSec.
Vervolg op de volgende pagina.
ID
_
Wachtwoord
_
>NetWare >
Aan
>AppleTalk
Aan
>IPP
Uit
>SSL-server
Uit
>IPSec
Uit
3-8 Aansluiten en afdrukken
Stel het Beveiligingsniveau in op Hoog.
NetWare
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van NetWare
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Dan, indien NetWare is
ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te selecteren en druk op
[OK].
2 Druk op Z.
3 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). Telkens
als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
4 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK].
5 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>Beveilig.niveau
Hoog
>NetWare >
Aan
>>Frametype
Auto
>>Frametype
?802.3
>>Frametype
?Ethernet-II
>>Frametype
?802.2
>>Frametype
?SNAP
>>Frametype
?Auto
Aansluiten en afdrukken 3-9
AppleTalk
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van AppleTalk
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Dan, indien AppleTalk is
ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPP
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPP
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Dan, indien IPP is
ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>AppleTalk
Aan
>AppleTalk
?Aan
>IPP
Aan
>IPP
?Aan
3-10 Aansluiten en afdrukken
SSL-server
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van de SSL-
server beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Dan, indien SSL-server
is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te selecteren en druk
op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Er
verschijnt een knipperend vraagteken (?).
4 Selecteer Aan of Uit m.b.v. U of V.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPSec
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPSec
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Dan, indien IPSec is
ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>SSL-server
Aan
>>3DES
Uit
>>AES
Uit
>>IPP over SSL
Uit
>>HTTPS
Uit
>>DES
Uit
>>DES
?Uit
>IPSec
Aan
>IPSec
?Aan
Aansluiten en afdrukken 3-11
Beveiligingsniveau
Beveilig.niveau is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door
servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te
gebruiken.
>Beveilig.niveau
Hoog
3-12 Aansluiten en afdrukken
Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken
U kunt een statuspagina voor de netwerkinterface afdrukken. De
netwerkstatus pagina toont de netwerkadressen, en andere informatie
onder verschillende netwerkprotocollen over de netwerkinterface.
Aanpassen/Onderhoud
Aanpassen/Onderhoud wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit aan te
passen en printeronderhoud uit te voeren.
De beschikbare opties in Aanpassen/Onderhoud zijn de volgende:
Printer opnieuw starten
Service
1 Druk op [MENU].
2 Druk meermaals op U of V totdat Aanpassen/Onderhoud >
verschijnt.
3 Druk op Z terwijl Aanpassen/Onderhoud > wordt weergegeven.
4 Druk meermaals op U of V totdat >Service > verschijnt.
5 Druk op Z.
6 Druk meermaals op U of V totdat >>Netwerk afdr.
Statuspagina verschijnt.
7 Druk op [OK]. Er verschijnt een vraagteken (?).
8 Druk op [OK]. Bezig m verwerkn verschijnt en er wordt een
statuspagina afgedrukt.
9 Wanneer het afdrukken is beëindigd, keert het scherm terug naar
Klaar.
BELANGRIJK Service is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt
door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit
menu niet te gebruiken.
Aanpassen/ >
Onderhoud
>>Netwerk afdr.
Statuspagina ?
Aansluiten en afdrukken 3-13
Printerdriver installeren
Sluit de pc volgens de instructies in de handleiding aan op de printer en
schakel de printer in om de printerdriver te installeren. Raadpleeg voor
meer informatie over de printerdriver de KX Driver User Guide op de cd-
rom.
De printerdriver op een Windows pc installeren
Dit hoofdstuk legt uit hoe de printerdriver onder Windows Vista
geïnstalleerd moet worden.
.
1 Zorg ervoor dat de printer aan staat en aangesloten is op de USB of
netwerkpoort van de computer voordat u de software vanaf de cd-
rom installeert.
2 Plaats de cd-rom (Product Library) in het cd-romstation. Als het
venster Automatisch afspelen verschijnt, selecteert u Run
Setup.exe. Het venster Kennisgeving verschijnt.
3 U kiest Gebruiksrechtovereenkomst weergeven om de informatie
te lezen en dan kiest u Accepteren om verder te gaan.
4 U kiest Software installeren. Het venster Installatiemethode
verschijnt.
5 Kies Snelle modus of Aangepaste modus als installatiemethode.
Opmerking Om de printerdriver te installeren, moet u aanloggen
met rechten van de beheerder.
Opmerking Als er een Plug-en-Play venster zoals links
afgebeeld verschijnt, selecteert u Annuleren.
Opmerking Als het installatieprogramma niet automatisch
wordt gestart, gebruikt u Windows Verkenner om de cd-rom te
openen en selecteert u Setup.exe.
Opmerking U kiest in Windows XP Software Installeren om
de Installatie wizard te starten. KiesVolgende om het
Installatiemethode venster weer te geven.
3-14 Aansluiten en afdrukken
Snelle modus: Als de printer via USB of het netwerk is aangesloten
en ingeschakeld staat, detecteert het installatieprogramma de
printer. Kies Snelle modus om een standaard installatie uit te voeren.
Aangepaste modus: Met deze optie kunt u items selecteren die
overeenkomstig geïnstalleerd worden en de poort specificeren.
Volg onderstaand hoofdstuk volgens de installatiemethode.
Snelle modus
Wanneer u kiest voor Snelle modus, worden de printerdriver en
lettertypen geïnstalleerd. Nadat u met deze modus geïnstalleerd
heeft, kunnen de andere functies toegevoegd worden door het
gebruik van de Aangepaste modus.
1 Kies in het venster Installatiemethode Snelle modus. Het
installatieprogramma zoekt de aangesloten printers in het
Afdruksysteem detecteren venster. Als er geen printer is
gedetecteerd, zorg er dan voor dat de printer aan staat en
aangesloten is op de USB of Netwerkpoort van de computer, kies
dan Vernieuwen om opnieuw printers te zoeken.
2 Selecteer de printer die u wilt installeren, en kies Volgende.
3 Bevestig de instellingen en kies Installeren. De installatie van de
printerdriver start.
4 Installatie voltooid venster verschijnt. Kies Voltooien om terug te
keren naar het hoofdmenu.
Opmerking Alshet dialoogvenster Nieuwe hardware
gevonden verschijnt, selecteert u Annuleren.
Opmerking Als tijdens het installatieproces het Windows
Beveiliging venster verschijnt, kiest u Deze driversoftware
toch installeren.
Als het venster Hardware Installatie verschijnt in Windows XP,
kiest u Toch doorgaan.
Aansluiten en afdrukken 3-15
Aangepaste modus
Wanneer u kiest voor de Aangepaste modus, worden de
printerpoort en de hulpprogramma's zo nodig veranderd.
1 Kies in het venster Installatiemethode Aangepaste modus.
2 Op het tabblad Driver en het tabblad Hulpprogramma in het venster
Aangepaste installatie kiest u de printerdriver en de
hulpprogramma's die u wilt installeren, en klik op Volgende.
3 Selecteer de printer die u wilt installeren, en kies Volgende.
4 Bevestig de instellingen en kies Installeren. De installatie van de
printerdriver start.
5 Installatie voltooid venster verschijnt. Kies Voltooien om terug te
keren naar het hoofdmenu.
Opmerking Als u de poort die verbonden is met de printer wilt
toevoegen of wijzigen selecteert u de printer en Aangepaste
selectie, en kies Volgende. De wizard Standaard TCP/IP
printerpoort toevoegen verschijnt. Volg de stappen in de
wizard om de poort toe te voegen of te wijzigen.
Opmerking Als tijdens het installatieproces het Windows
Beveiliging venster verschijnt, kiest u Deze driversoftware
toch installeren.
Als het venster Hardware Installatie verschijnt in Windows XP,
kiest u Toch doorgaan.
3-16 Aansluiten en afdrukken
De printerdriver op een Mac Besturingssysteem
installeren
Dit hoofdstuk legt uit hoe de printerdriver op een MAC
Besturingssysteem geïnstalleerd moet worden.
1 Schakel de printer en de Macintosh in.
2 Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-
romstation.
3 Dubbelklik op het cd-rom pictogram.
4 Dubbelklik op OS X 10.2 and 10.3 Only of OS X 10.4 or higher
afhankelijk van uw MAC OS-versie.
5 Dubbelklik op OS X x.x.
6 Het installatieprogramma van de printerdriver start.
7 Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer
vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in
de installatiesoftware.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer
vervolgens de afdrukinstellingen.
Opmerking Behalve Eenvoudige installatie, omvatten de
Installatietype opties Aangepaste installatie, waarmee u de
te installeren onderdelen kunt specificeren.
BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het
wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Aansluiten en afdrukken 3-17
Indien er een IP- of AppleTalk verbinding wordt gebruik, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt
gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
8 Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en faxen.
9 Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
10Kies het IP-icoon voor een IP-verbinding of het AppleTalk-icoon voor
een AppleTalk-verbinding en voer dan het IP-adres en de
printernaam in.
11Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Voeg toe.
12Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies Ga door.
3-18 Aansluiten en afdrukken
13De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de
procedure voor de printerinstelling voltooid.
Aansluiten en afdrukken 3-19
Afdrukken vanuit applicaties
Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het
afdrukken van een document dat met een applicatie gemaakt is. U kunt
het papierformaat en de afleveringsbestemming voor de afdrukken
selecteren.
1 Plaats het gewenste papier in de papiercassette.
2 Selecteer vanuit de applicatie in het menu Bestand de optie
Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
3 Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die zijn
geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van de printer.
4 Voer bij Aantal exemplaren het aantal afdrukken in dat u wilt maken.
Er kunnen maximaal 999 exemplaren afgedrukt worden. Voor
Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op Opties klikt en
Printerinstellingen gebruiken specificeert als standaard
papierlade.
5 Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
Opmerking U kunt ook de verschillende instellingen selecteren
door te klikken op Eigenschappen om het dialoogvenster
Eigenschappen te openen.
3
4
3-20 Aansluiten en afdrukken
Status Monitor
De Status Monitor bewaakt de printerstatus en voorziet in een
doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de gelegenheid om
instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de KX
driver voorkomen.
De Status Monitor wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de KX driver
installatie.
Toegang tot de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Status
Monitor.
Start wanneer het afdrukken begint:
Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt
een Status Monitor gestart voor iedere printernaam. Als een Status
Monitor start wordt vereist voor meerdere printers, wordt een Status
Monitor gestart voor iedere printer die dat verzoek uitvaardigt.
Start van de KX drivereigenschappen:
Klik met de rechter muisknop op de knop Versie-info in het KX driver
Eigenschappen dialoogvenster. Klik dan op Status Monitor in het
dialoogvenster Versie-info om de Status Monitor op te starten.
Verlaten van de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de
Status Monitor.
Handmatig verlaten:
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de Status
Monitor in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, voor het
verlaten van de Status Monitor.
Automatisch verlaten:
De Status Monitor sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt
gebruikt.
Schermoverzicht
Het schermoverzicht van de Status Monitor is als volgt.
Pop-upvenster
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, verschijnt een pop-
upvenster. Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op
het bureaublad.
Pop-upvenster
3D-Beeld
Pictogram Status Monito
r
Aansluiten en afdrukken 3-21
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U
kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het
weergegeven menu wanneer u met de rechter muisknop op het
pictogram van de Status Monitor klikt.
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, worden het 3D-beeld en een
geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg voor meer
informatie over de geluidsmelding Instellingen Status Monitor op pagina
3-22.
Pictogram Status Monitor
Het Status Monitor pictogram wordt weergegeven in het meldingsgebied
van de taakbalk wanneer de Status Monitor loopt. Wanneer u de cursor
over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam.
3-22 Aansluiten en afdrukken
Instellingen Status Monitor
De Status Monitor heeft twee tabbladen waar u instellingen kunt
configureren. Gebruik de Voorkeur functie voor het instellen van de
Status Monitor.
Tabblad geluidsmelding
Het tabblad Gebeurtenismelding bevat de volgende onderdelen.
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Gebeurtenissen
beschikbaar.
Geluidsbestand
Een geluidsbestand kan geselecteerd worden als u een kennisgeving
met geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te
zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens
gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze
functie alleen toepasbaar voor Windows XP en Windows Vista.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1 Kies Inschakelen gebeurtenismelding.
2 Selecteer een gebeurtenis of geluidsbestand die gebruikt moet
worden met de optie tekst naar spraak in Beschikbare
gebeurtenissen.
3 Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een
geluidbestand.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het
vakje Tekst naar spraak uit te spreken wanneer een gebeurtenis
plaatsvond.
4 Kies Afspelen om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een
geluidskaart en luidsprekers om de instellingen op het tabblad
Geluidsmelding te kunnen bevestigen.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.
Aansluiten en afdrukken 3-23
Tabblad Uiterlijk
Het tabblad Uiterlijk bevat de volgende onderdelen.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van het Status Monitor venster.
Altijd op voorgrond
Geeft de Status Monitor bovenop andere geopende vensters.
Transparant
Geeft de Status Monitor als een transparant venster weer.
3-24 Aansluiten en afdrukken
Software verwijderen (Windows PC)
De software kan worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library)
die bij de printer is geleverd.
1 Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
2 Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-romstation.
3 Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te
installeren en kies Software verwijderen
. De Uninstaller
wizard versc
hijnt.
4 Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
5 Kies Verwijderen.
De uninstaller start.
6 Als het venster Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u
Volgende.
7 Kies of u uw computer wilt herstarten of niet, en klik op Finish.
BELANGRIJK Op Macintosh computers kan de software niet
worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library), omdat de
printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript
Printer Description) -bestand.
Opmerking In Windows Vista, verschijnt het Verwijder
stuurprogramma en Pakket venster. Kies Verwijder
stuurprogramma en stuurprogrammapakket, en klik opOK.
Onderhoud 4-1
4 Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer vervangen moet
worden en hoe de printer gereinigd moet worden
.
Algemene informatie 4-2
Vervanging tonercontainer 4-2
De printer reinigen 4-8
Langdurig buiten gebruik en de printer verplaatsen 4-9
4-2 Onderhoud
Algemene informatie
In dit hoofdstuk worden basis onderhoudstaken beschreven die u op de
printer kunt uitvoeren. U kunt de volgende onderdelen vervangen naar
aanleiding van een bericht op het printerscherm:
Tonerpakketten
Tonerafvalbak
De interne onderdelen dienen tevens regelmatig gereinigd te worden.
Vervanging tonercontainer
Hoe vaak de tonercontainer vervangen moet worden
De levensduur van de tonercontainers hangt af van de hoeveelheid
toner die nodig is om uw afdruktaken uit te voeren. Volgens ISO/IEC
19798 en de EcoPrint uitgezet kan de toner container als volgt afdrukken
(A4/Briefpapier wordt verondersteld): ongeveer om de 20.000 pagina's
(
LP 3245), 15.000 pagina's (LP 3240), 12.000 pagina's
(LP 3235) te worden vervangen.
U
kunt een statuspagina afdrukken om te controleren hoeveel toner zich
nog in de tonercontainer bevindt. Het gedeelte Toner niveau op de
statuspagina voor verbruiksartikelen toont een voortgangsbalk, die
ongeveer aangeeft hoeveel toner er nog in de tonercontainer zit.
Starttonercontainer
De tonercontainer die bij de nieuwe printer is verpakt, is een
starttonercontainer. De starttonercontainer gaat ongeveer 10.000
pagina's (
LP 3245), 7.500 pagina's (LP 3240) en 6.000 pagina's
(LP 3235) mee.
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele UTAX
onderdelen en voorraad te gebruiken. Indien schade is onstaan door
gebruik van een andere toner dan een originele UTAX toner, dan
valt deze schade buiten de garantie.
Een nieuw tonerpakket bevat de volgende onderdelen:
Tonercontainer
Plastic afvalzak voor de oude tonercontainer en de tonerafvalbak
Tonerafvalbak
Installatiehandleiding
Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De
geheugenchip die aan de tonercontainer vast zit, is ontwikkeld om
het gemak voor de eindgebruiker te vergroten; om hergebruik van
lege tonercontainers te ondersteunen; en om informatie te
verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en -
ontwikkeling. De verzamelde informatie is anoniem - het kan met
niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden
vertrouwelijk behandeld.
Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar
bent om de container in de printer te plaatsen.
Onderhoud 4-3
Uitleg over berichten waarin u wordt verzocht de
tonercontainer te vervangen
De printer geeft op twee verschillende momenten berichten weer tijdens
het gebruik van toner. Dit bericht wordt automatisch afgewisseld met het
andere printerbericht (zoals Klaar):
Wanneer de toner bijna op is in de printer, toont de printer het bericht
Toner laag als eerste waarschuwing. Merk op dat vervanging op
dit moment niet altijd nodig is.
Als u het bovenstaande bericht negeert en doorgaat met afdrukken,
toont de printer vlak voordat de toner op is, het bericht Vervang
toner. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen te worden.
Nadat de tonercontainer is vervangen, verandert het bericht echter
niet automatisch in Klaar. Als u weer met afdrukken wilt beginnen,
drukt u op [GO], zodat de printer klaar is.
Vervang in beide gevallen de tonercontainer. Raadpleeg De
tonercontainer vervangen op pagina 4-3.
De tonercontainer vervangen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainer vervangt.
Wanneer u de tonercontainer vervangt, dient u altijd tegelijkertijd de
tonerafvalbak te vervangen. Als deze bak vol is, kan de printer
beschadigd raken of worden vervuild door tonerafval dat uit de bak kan
lekken.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden
verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de
tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zoals
diskettes) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de
media door de magnetische lading van de toner vermeden.
BELANGRIJK UTAX GmbH aanvaardt geen
aan
sprakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het
gebruik van andere tonercontainers dan de originele
UTAX
tone
rcontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie
alleen
UTAX tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn
voor gebruik in uw land of regio. Als een tonercont
ainer voor een ander
land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken.
Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met
vervanging begint. Gegevens die zich al in het proces van de
printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet
.
4-4 Onderhoud
1 Open de bovenklep.
2 Duw de vergrendelinghendel naar rechts en trek de tonercontainer
naar buiten.
3 Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak (bij het tonerpakket
meegeleverd) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke
regels of bepalingen voor het weggooien van afval.
4 Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket.
5 Schud de nieuwe tonercontainer ten minste 10 keer (zie afbeelding)
om de toner gelijkmatig in de container te verspreiden.
6 Verwijder het etiket van de tonercontainer.
Onderhoud 4-5
7 Plaats de nieuwe tonercontainer in de printer en duw op de
bovenkant van de tonercontainer om de container stevig vast te
zetten (zie afbeelding links).
8 Sluit de bovenklep.
Ga verder naar het volgende gedeelte.
4-6 Onderhoud
De tonerafvalbak vervangen
Wanneer u de tonercontainer vervangt, moet de gebruikte
tonerafvalbak in de printer eveneens door een nieuwe afvalbak uit
het nieuwe tonerpakket worden vervangen. Er zit een nieuwe
tonerafvalbak in het tonerpakket. De printer werkt pas weer wanneer
de tonerafvalbak is vervangen.
1 Open de linkerklep. Houd de tonerafvalbak vast en druk op de
vergrendelinghendel. Verwijder de tonerafvalbak nu voorzichtig.
2 Sluit, nadat u de bak uit de printer heeft gehaald, de dop van de
oude tonerafvalbak.
3 Plaats, om te voorkomen dat er toner wordt gemorst, de oude
tonerafvalbak in de plastic zak (bij het tonerpakket inbegrepen) en
gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen
voor het weggooien van afval.
Opmerking Verwijder de tonerafvalbak zo voorzichtig
mogelijk, zodat de toner niet wordt verspreid. Zorg ervoor dat
opening van de tonerafvalbak omhoog wijst.
Onderhoud 4-7
4 Open de dop van de nieuwe tonerafvalbak.
5 Plaats de nieuwe tonerafvalbak zoals links aangegeven. Als de bak
goed geplaatst wordt, klikt hij vast.
6 Zorg ervoor dat de tonerafvalbak goed is geplaatst en sluit de
linkerklep.
Nadat de tonercontainers en de tonerafvalbak zijn vervangen, dient
u de interne onderdelen te reinigen. Raadpleeg voor instructies De
printer reinigen op pagina 4-8.
4-8 Onderhoud
De printer reinigen
Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens
wanneer de tonercontainer wordt vervangen, de binnenkant van de
printer worden gereinigd.
1 Open de bovenklep en de MP-lade.
2 Til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit de printer.
3 Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van de registratierol
(metaal) te verwijderen.
4 Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat.
5 Sluit de bovenklep en de MP-lade.
Onderhoud 4-9
6 Open de linkerklep. Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van
de ventilatieopeningen te verwijderen.
7 Sluit de linkerklep.
8 Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil uit de ventilatieopening
aan de rechterkant van het apparaat te verwijderen.
Langdurig buiten gebruik en de printer
verplaatsen
Langdurig buiten gebruik
Als u de printer voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het netsnoer
uit het stopcontact.
Wij raden u aan contact met uw dealer op te nemen over de aanvullende
stappen die u moet ondernemen om mogelijke schade te voorkomen,
die kan optreden wanneer de printer de volgende keer gebruikt wordt.
De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst:
Zorgvuldig verplaatsen.
De printer zo horizontaal mogelijk houden om te voorkomen dat er
toner in de printer terecht komt.
Zorg ervoor dat u een servicetechnicus om advies vraagt voordat u
de printer over een lange afstand gaat vervoeren.
WAARSCHUWING Als u de printer wilt verzenden,
verwijdert u de ontwikkelaar, verpakt u deze in een plastic
zak, en verzendt u deze apart van de printer.
4-10 Onderhoud
Problemen oplossen 5-1
5 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen kunt oplossen,
berichten kunt begrijpen en papierstoringen kunt oplossen
.
Algemene richtlijnen 5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit 5-3
Foutberichten 5-5
Ready, Data en Attention lampjes 5-11
Papierstoringen oplossen 5-12
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u contact op met
uw servicetechnicus.
5-2 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij
de printer kunnen optreden. Voordat u service voor reparatie belt, raden
wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van
onderstaande tips. Wanneer u een probleem tegenkomt dat met de
bovenstaande richtlijnen niet kan worden opgelost, probeert u het
volgende:
Zet de printer uit en wacht enkele seconden. Zet de printer dan weer
aan.
Start de computer, die u gebruikt om afdruktaken naar de printer te
sturen, opnieuw op.
Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver
beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van printerdrivers en
hulpprogramma's zijn beschikbaar op:
http://www.
utax.com/download/.
Zorg ervoor
dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware correct
worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die met de
applicatiesoftware is meegeleverd.
Symptoom Controle-items Correctie
Afdrukkwaliteit is slecht. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op
pagina 5-3.
Tekst mist op de
Windows testpagina.
Dit is een specifiek probleem voor Windows OS. Het
is geen printerprobleem. Het heeft geen invloed op
de printkwaliteit.
Papier is vastgelopen. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 5-
12.
Er branden geen lampjes
op het bedieningspaneel,
zelfs niet wanneer de
printer aan staat, en de
ventilator maakt geen
geluid.
Controleer of het netsnoer goed op het
stopcontact is aangesloten.
Beide uiteinden van het netsnoer goed vastmaken.
Probeer het netsnoer te vervangen. Raadpleeg de
Installatiehandleiding voor meer informatie.
Controleer of de aan/uit-schakelaar in
de stand
Aan ( | ) staat.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer
informatie.
De printer drukt een
statuspagina af maar de
gegevens van de
computer worden niet
afgedrukt.
Controleer de programmabestanden
en de applicatiesoftware.
Probeer een ander bestand af te drukken of een
andere afdrukopdracht te gebruiken. Als het
probleem zich bij een bepaald bestand of een
specifieke applicatie voordoet, controleert u de
printerinstellingen van de applicatie.
Controleer de interfacekabel. Maak beide uiteinden van de interfacekabel goed
vast. Probeer de printerkabel te vervangen.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer
informatie.
Er komt damp uit de
achterkant van de printer.
Controleer of de temperatuur in de
omgeving van de printer laag is of het
papier dat is gebruikt vochtig is
geworden.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving van de printer
en de conditie van het papier kan vocht in het
bedrukte papier verdampen door de hitte die
ontstaat tijdens het printen, waardoor er damp uit de
printer komt. In dit geval kunt u zonder problemen
doorgaan met afdrukken.
Om dit te verhelpen verhoogt u de temperatuur in de
ruimte en gebruikt u papier dat is bewaard op een
droge plaats.
Problemen oplossen 5-3
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de tabellen en diagrammen van de volgende gedeelten worden
problemen met de afdrukkwaliteit gedefinieerd en vindt u de correcties
die u kunt uitvoeren om de problemen op te lossen. Bij sommige
oplossingen dient u onderdelen van de printer te reinigen of te
vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde correctie, belt
u service.
Afgedrukte resultaten Correctie
Geheel lege afdruk Controleer de tonercontainer.
Open de bovenklep en controleer of de tonercontainer goed in de
printer is geplaatst. Voor meer informatie over het installeren van de
tonercontainer, zie Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Controleer of de applicatiesoftware goed werkt.
Zwarte of witte verticale strepen Controleer de toner op het bedieningspaneel.
Als het bericht Toner laag wordt weergegeven, dient u een nieuw
tonerpakket te installeren. Voor het vervangen van de tonercontainer,
zie Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Vage of onduidelijke afdrukken Controleer de EcoPrint-instellingen.
Als de instelling op Aan staat, schakelt u deze uit op het
bedieningspaneel.
Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het
gebruikte papier.
Controleer de toner op het bedieningspaneel. Als het bericht Toner
laag wordt weergegeven, dient u een nieuw tonerpakket te
installeren. Voor het vervangen van de tonercontainer, zie
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
5-4 Problemen oplossen
Grijze achtergrond Controleer het bedieningspaneel.
Als het bericht Toner laag wordt weergegeven en het [Attention]-
lampje knippert, dient u een nieuw tonerpakket te installeren.
Raadpleeg Vervanging tonercontainer op pagina 4-2 voor het
vervangen van de toner.
Controleer de printdichtheid.
Open het menu voor de printdichtheid via het bedieningspaneel en
kies een lagere dichtheid.
Vuil op de bovenrand of achterkant
van het papier
Reinig de onderdelen in de papierpaden, zoals de papiercassette e.d.
Afdrukken onvolledig of op verkeerde
plaats
Controleer of de applicatiesoftware goed werkt.
Raadpleeg Tips op pagina 5-2.
Afgedrukte resultaten Correctie
Problemen oplossen 5-5
Foutberichten
In de volgende tabel staan fouten en onderhoudsberichten die u zelf
kunt corrigeren en uitvoeren.
Indien Call service of Fout.Uit en aan wordt weergegeven, zet u
de printer uit en weer aan om te kijken of de printer zich hersteld heeft.
Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de printer uit,
ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Cancel] om het alarm uit
te zetten.
Bericht Correctie
Accountfout ##
Druk op GO
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en een
poging om taakaccount instellingen te specificeren of om een account te registreren of
verwijderen, mislukt. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Plts pap MP-lade
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de weergegeven bron
(papiercassettes, MP-lade, of optionele papierinvoer). Dit bericht wordt om en om
weergegeven met berichten die de printerstatus aangeven, zoals Klaar, Een ogenblik,
en Bezig m verwerkn.
Call service
F###:
F### staat voor een controller-fout (#=0, 1, 2, ...). Bel service. De printer werkt niet wanneer
dit bericht wordt weergegeven.
Bel service
###
#
:0123456
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel service. De printer werkt niet
wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal afgedrukte pagina's wordt tevens
aangegeven. Bijvoorbeeld 0123456.
Data wrdn gewist
Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd.
Papiercassette
is leeg
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het
cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 4 (onderste) zijn.
Wijzig positie
envelopschakel.
Wordt weergegeven wanneer de papiersoort niet overeenkomt met de instelling van de
envelopschakelaar.
Controleer
cassette #
Dit bericht wordt weergegeven wanneer er zich een papierhijsfout heeft voorgedaan in de
cassette van de papierbron. Trek de cassette voor de weergegeven papierbron naar buiten
(de papiercassettes of optionele papierinvoeren) en controleer of het papier correct wordt
geladen.
Het bericht Call service wordt weergegeven wanneer deze fout zich herhaaldelijk
voordoet.
Controleer
tonerafvalbak
Dit bericht waarschuwt in de volgende twee gevallen. Installeer de nieuwe tonerafvalbak.
De tonerafvalbak is niet geplaatst.
De tonerafvalbak is vol.
Reinig printer
Druk op GO
Reinig de binnenkant van de printer. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-8.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer u de tonercontainer heeft vervangen nadat het
bericht Vervang toner Reinig printer is weergegeven. Druk nadat u de binnenkant
van de printer heeft gereinigd op [GO]. De printer is nu klaar om af te drukken.
5-6 Problemen oplossen
Sluit
linkerklep
De linkerklep van de printer staat open. Sluit de linkerklep van de printer.
Sluit
achtereenheid
De achtereenheid van de printer staat open. Sluit de achtereenheid van de printer.
Sluit
bovenklep
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
USB in gebruik
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Appar. verwijd. werd geselecteerd terwijl een
USB-geheugen in gebruik was.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
Duplex uit
Druk op GO
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort dat niet kan worden
gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [GO] om alleen op één kant van het papier af
te drukken.
U kunt een ander papierformaat en soort kiezen door te drukken op U of V. U kunt ook
drukken op [MENU] en de lade-instelling in het menu veranderen, waardoor de fout
automatisch wordt geannuleerd en het afdrukken verder gaat. Tegelijkertijd gaat het
[ATTENTION] lampje aan en het [READY] lampje begint te knipperen.
Voer account in
Er dient een accountcode te worden ingevoerd. Dit bericht wordt weergegeven indien u
probeert af te drukken vanaf het bedieningspaneel (bv. een statuspagina afdrukken of de
Taken bijhouden-functie gebruiken) wanneer de taakaccounting functie is ingeschakeld.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting
selectie/instelling) in de Advanced Operation Guide.
Envelopmodus
Wordt weergegeven wanneer de envelopschakelaars zijn ingesteld op envelopmodus.
Fout.Uit en aan
F###
Schakel het apparaat uit en weer in. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt
u het apparaat uit en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend
servicebedrijf.
Error.Power off.
F000
De printercontroller en het bedieningspaneel kunnen geen data uitwisselen. Schakel de
printer uit en ontkoppel hem van de netvoeding. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Zie de achterste pagina van deze
handleiding voor de relevante telefoonnummers.
Max. uitv.limiet
Druk op GO
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en er een
poging is ondernomen om de afdruklimiet die voor elke account is ingesteld, te overschrijden.
Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting
selectie/instelling) in de Advanced Operation Guide.
Formatteringfout
Harde schijf
De in de printer geïnstalleerde harde schijf is niet geformatteerd en kan daarom niet worden
gebruikt om te lezen of schrijven.
Formatteringfout
Geheugenkaart
De in de printer geplaatste CF-kaart is niet geformatteerd en kan daarom niet worden
gebruikt om te lezen of schrijven. Volg om een CF-kaart te formatteren de procedure in het
gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van de geheugenkaart) in de Advanced Operation Guide.
H. schijffout ##
Druk op GO
Er is een fout op de harde schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat
en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag op pagina 5-10. Wilt u de fout op de
harde schijf negeren, dan drukt u op [GO].
Bericht Correctie
Problemen oplossen 5-7
ID-fout
De gebruikers-ID die voor een privé-taak is ingevoerd is niet correct. Controleer de
gebruikers-ID die u op de printerdriver heeft ingevoerd. Raadpleeg voor meer informatie het
gedeelte Taak box in de Advanced Operation Guide.
Illegaal account
Druk op GO
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en er
geen account is ingesteld voor een verzonden afdruktaak of de gespecificeerde account niet
is geregistreerd (de verkeerde account is ingesteld). Druk op [GO] om de printer naar de
status online te doen terugkeren.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting
selectie/instelling) in de Advanced Operation Guide.
Installeer MK
Vervang het onderhoudspakket dat op het berichtenscherm wordt weergegeven. Het
onderhoudspakket dient om de 300.000 afgedrukte pagina's te worden vervangen. U heeft
hier een professionele servicetechnicus voor nodig. Neem contact op met uw
servicetechnicus.
Job niet bewaard
Druk op GO
Afdrukken m.b.v. de Taakbox-functie is mislukt omdat er onvoldoende ruimte was op de
harde schijf of de RAM-schijf, of omdat de RAM-schijf uitgeschakeld was bij het demonteren
van de harde schijf. Druk op [GO] om een foutenoverzicht af te drukken en de printer naar de
status online te doen terugkeren.
Beperkte rechten
Druk op GO
Dit bericht wordt weergegeven wanneer een poging tot afdrukken werd ondernomen,
ondanks het feit dat de Taakaccount functie geactiveerd was met Beperking ingesteld als de
taaklimiet voor elke taakaccount.
Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting
selectie/instelling) in de Advanced Operation Guide.
KPDL-fout ##
Druk op GO
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet, als gevolg van een KPDL-fout die in de
categorie ## valt. Geef voor het afdrukken van een foutenoverzicht in het systeemmenu
>>Foutenrapport weer en selecteer Aan. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken.
U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode
automatisch hervat.
Vul pap.cass. #
(A4)
/
(NORMAAL)
De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is leeg. Laad
papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt weergegeven. Druk op [GO] om
verder te gaan met afdrukken.
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk
alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een
papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>. Als u
op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen
van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Vul MF Lade
(A4)
/
(NORMAAL)
Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het papierformaat
en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de MP-lade. Druk op [GO] om verder te
gaan met afdrukken. (Let op: als u papier invoert met een papierformaat dat niet
overeenkomt met het huidige papierformaat van de MP-lade, kan het papier vastlopen.)
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk
alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een
papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>. Als u
op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen
van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Lage beveiliging
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Laag werd geselecteerd in Beveiligingsniveau.
Pas enveloppe aan
schakelaars
Wordt weergegeven wanneer een van de envelopschakelaars niet is ingedrukt. Druk beide
schakelaars in om op de envelop af te drukken.
Bericht Correctie
5-8 Problemen oplossen
Geheugen vol
Druk op GO
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het interne geheugen
van de printer.
Probeer geheugen toe te voegen. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt
ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode
automatisch hervat.
Geh.kaart Fout##
Druk op GO
Er is een fout op de CompactFlash-kaart opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van
## staat en raadpleeg CompactFlash-kaart (CF-kaart) en USB-flashgeheugen fouten op
pagina 5-10. Wilt u de fout op de CompactFlash-kaart negeren, dan drukt u op [GO].
Geh.kaart Fout20
De CompactFlash-kaart is per ongeluk in en uit de slot van de printer gedaan terwijl de
printer aanstond. Schakel het apparaat uit en weer in.
Ontwikkeleenheid
ontbreekt
De ontwikkeleenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst. Plaats de
ontwikkeleenheid goed in het apparaat.
Slechts 1 ex.
Druk op GO
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld of
omdat de harde schijf niet is geïnstalleerd. Er is geen ruimte op de RAM-schijf of harde schijf
beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden. Druk op [GO] om een foutenoverzicht af te
drukken.
Originele toner
geïnstall.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner een origineel
UTAX product is.
Papierst
oring
###############
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring wordt
aangegeven op de plaats van de #s. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 5-12
voor meer informatie.
Papier wordt
geplaatst
De geselecteerde cassette wordt voorbereid.
Fout papierpad
Als een of meer optionele invoereenheden is geïnstalleerd verschijnt dit bericht als een van
de papier invoereenheden of de printercassette boven de geselecteerde niet goed gesloten
is.
Data te complex
Druk op GO
De afdruktaak die naar de printer is overgebracht, is te ingewikkeld om op een pagina te
kunnen afdrukken. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Het kan zijn dat er op
sommige plaatsen automatisch een pagina-einde wordt ingevoegd.).
U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode
automatisch hervat.
RAM-schijffout##
Druk op GO
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat
en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag op pagina 5-10. Wilt u de fout op de
RAM-schijf negeren, dan drukt u op [GO].
Vervang toner
Reinig printer
Toner is op in de tonercontainer. Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe
tonerset. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Bericht Correctie
Problemen oplossen 5-9
Verkeerd formaat
(Pap.cass.)/
(A4)
Het papierformaat van het papier waarop de printtaak is afgedrukt is korter dan het bedoelde
papierformaat (het papierformaat dat gespecificeerd is in de papierbron of door de
gebruiker). Deze foutmelding wordt gegeven om de papiertoevoer opnieuw te starten door
het gevraagde papierformaat in de gevraagde papierbron te stoppen of door de
papierformaatinstellingen voor de papiertoevoer overeen te laten komen aan het
papierformaat waarop geprint is.
U kunt ook tijdelijk de papiertoevoer opnieuw starten door op [GO] te drukken. Tegelijkertijd
gaat het [ATTENTION] lampje aan en het [READY] lampje begint te knipperen.
Toner laag
Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset.
Boven opvangbak
vol met papier
De bovenste opvangbak zit vol. U moet alle afgedrukte pagina's uit de bovenste bak
verwijderen. Wanneer de printer merkt dat de bovenste bak weer leeg is, gaat de printer
verder met het afleveren van afdrukken in de bovenste opvangbak.
Onbekende toner
geïnstall.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner geen origineel UTAX product is.
Inst
alleer een originele
UTAX toner.
Fout USB-gehg.##
Druk op GO
Er is een fout opgetreden in het USB-geheugenapparaat. Bekijk de foutcode die op de plaats
van ## staat en raadpleeg CompactFlash-kaart (CF-kaart) en USB-flashgeheugen fouten op
pagina 5-10. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Gebrk alternat?
Pap.cass. 1
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de afdrukgegevens
(papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht een andere cassette
specificeren om te gebruiken. Een papierbron nummer wordt enkel weergegeven wanneer
een optionele papier invoereenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg om af te drukken van een
andere papierbron het gedeelte Papier invoermodus (Instelling van de papier invoerbron) in
de Advanced Operation Guide.
Verkeerde acc.
Wordt weergegeven wanneer wordt geprobeerd een account te registreren in het
Taakaccounting-menu door een accountcode in te voeren die al bestaat.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Taakaccounting (Taakaccounting
selectie/instelling) in de Advanced Operation Guide.
ID-fout
Verkeerde ID
De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Beveiliging, Beheerder of Taakaccounting-functie
is niet correct. Controleer de ID of het wachtwoord.
Raadpleeg voor meer informatie het Beveiliging hoofdstuk, Beheer (Beheerderinstellingen)
hoofdstuk en Taakaccounting (Taakaccounting selectie/instelling) hoofdstuk in de Advanced
Operation Guide.
De gebruikers-ID die voor een privé-taak is ingevoerd of een opgeslagen taak is niet correct.
Controleer de gebruikers-ID die u op de printerdriver heeft ingevoerd.
Verkeerd
wachtwoord
Het wachtwoord komt niet overeen met het ingestelde wachtwoord. Voer het correcte
wachtwoord in. Raadpleeg voor meer informatie het Beveiliging hoofdstuk, Beheer
(Beheerderinstellingen) hoofdstuk en Taakaccounting (Taakaccounting selectie/instelling)
hoofdstuk in de Advanced Operation Guide.
Bericht Correctie
5-10 Problemen oplossen
Foutcodes met betrekking tot opslag
Fouten met betrekking tot de harde schijf
CompactFlash-kaart (CF-kaart) en USB-flashgeheugen fouten
Code Betekenis
01 Formatteringfout harde schijf. Als deze fout zich blijft voordoen, ook als de
stroom uit- en weer aangezet is, dient u de harde schijf opnieuw te
formatteren.
02 Het schijfsysteem is niet geïnstalleerd. Controleer nogmaals de vereisten
voor het gebruik van het systeem en de apparaten.
04 Er is geen harde schijf-ruimte beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden
e.d. om ruimte vrij te maken.
05 Het opgegeven bestand bestaat niet op de harde schijf.
06 Er is geen geheugen op het harde schijf-systeem beschikbaar. Vergroot het
beschikbare geheugen.
10 Formatteren is niet mogelijk, omdat er hostgegevens op de harde schijf
worden gespoold. Wacht met formatteren tot de harde schijf klaar is.
97 Het aantal permanente codetaken dat kan worden opgeslagen, heeft de
limietwaarde bereikt. Er kan niet meer worden opgeslagen. Verwijder
onnodige taken e.d. of verhoog de limiet.
98 Er is een onleesbare pagina in een taak gevonden (de taak is beschadigd).
99 Er bestaat geen afdruktaak voor de opgegeven ID op de harde schijf.
Code Betekenis
01 De printer ondersteunt de geplaatste CF-kaart niet, of de CF-kaart is defect.
Plaats de correcte CF-kaart.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van
de geheugenkaart) in de Advanced Operation Guide.
02 De CF-kaart is niet geïnstalleerd. Controleer nogmaals de vereisten voor het
gebruik van het systeem en de CF-kaart.
03 De CF-kaart is beveiligd tegen schrijven. Controleer de status van de CF-
kaart.
04 Er is onvoldoende ruimte op de CF-kaart. Verwijder onnodige bestanden of
gebruik een nieuwe CF-kaart.
05 Het opgegeven bestand staat niet op de CF-kaart of het USB-
flashgeheugen.
06 Er is onvoldoende printergeheugen om het CF-kaartsysteem te
ondersteunen. Breid het printergeheugen uit.
50 Het USB-flashgeheugen is beveiligd tegen schrijven, of ongeldig. Controleer
de status van het USB-flashgeheugen.
Problemen oplossen 5-11
Fouten met betrekking tot de RAM-schijf
Ready, Data en Attention lampjes
De volgende lampjes gaan branden tijdens normaal gebruik en als de
printer aandacht nodig heeft. Afhankelijk van de status van de verlichting
heeft elk lampje de volgende betekenis:
Code Betekenis
01 Formatteringfout. Zet de stroom uit en weer aan.
02 RAM DISK-modus staat Uit. Zet de RAM DISK-modusAan via het
bedieningspaneel.
04 Geen schijfruimte. Verwijder onnodige bestanden.
05 Opgegeven bestand staat niet op schijf.
06 Onvoldoende printergeheugen om het RAM DISK-systeem te ondersteunen.
Breid het printergeheugen uit.
Lampje Beschrijving
Knipperend. Geeft een fout aan die u kunt oplossen.
Aan. Geeft aan dat de printer klaar en online is. De printer
drukt de gegevens die hij ontvangt af.
Uit. Geeft aan dat de printer offline is. Gegevens kunnen
worden ontvangen maar worden niet afgedrukt. Geeft ook
aan dat printen automatisch is gestopt vanwege een
foutstatus.
Knipperend. Geeft aan dat er gegevens worden
ontvangen.
Aan. Geeft aan dat ontvangen gegevens worden verwerkt
voordat het afdrukken begint, of dat ontvangen gegevens
worden geschreven naar of gelezen van een
CompactFlash-kaart, harde schijf, RAM-schijf of USB-
flashgeheugen.
Knipperend. Geeft aan dat de printer onderhoud nodig
heeft of aan het opwarmen is.
Aan. Geeft aan dat er een probleem of fout is.
5-12 Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Als papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er
helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt het bericht
Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel
waarin de papierstoring zich heeft voorgedaan). Status Monitor of
COMMAND CENTER kunnen de plek van de papierstoring lokaliseren
(het onderdeel waar de storing is opgetreden). Verwijder het
vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd,
begint de printer weer met afdrukken.
Mogelijke locaties van papierstoringen
Onderstaande figuur laat de papierpaden van de printer zien, inclusief
de optionele papierinvoer. De locaties waar de papierstoringen zich
kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie
in de onderstaande tabel wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich
in meer dan één onderdeel langs de papierpaden voordoen.
Opvangbak
Beeldzijde
omhoog
PT-310
Papierinvoer
PF-310
Papierstorings-bericht
Locatie
papierstoring
Beschrijving Pagina
Papierstoring
MF-lade
Papierstoring
EF
Papierstoring
Bulkinvoer
A Papier is vastgelopen in de MP-lade,
in de optionele envelopinvoer of in de
bulktoevoer (indien geïnstalleerd
[alleen
LP 3240 en LP 3245]).
p
agina 5-14
pagina 5-18
pagina 5-18
Problemen oplossen 5-13
Algemene aandachtspunten bij het oplossen van
storingen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier
probeert te verwijderen:
Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere
papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw papier of de
papierstapel omdraaien. Het kan zijn dat de printer problemen
ondervindt als de papierstoringen blijven optreden nadat het papier
is vervangen.
Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd
wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de locatie van de
papierstoring.
Gebruik maken van online help-berichten
Online help-berichten zijn beschikbaar op het berichtenscherm van de
printer en bieden eenvoudige instructies voor het oplossen van
papierstoringen. Druk op ( ) wanneer het bericht met de papierstoring
verschijnt. Er verschijnt dan een help-bericht om het oplossen van de
storing op de locatie mogelijk te maken.
Papierstoring
Pap.cass. 1 (tot en met 4)
B Het papier is in de papiercassette
vastgelopen. Het cassettenummer kan
1 (bovenste) tot en met 4 (onderste)
zijn [
LP 3235: 1 en 2].
p
agina 5-15
Papierstoring
Duplexeenheid
C Het papier is in het duplexgedeelte
vastgelopen.
pagina 5-16
Papierstoring
Printer
D Papier is in de printer vastgelopen. pagina 5-17
Papierstoring
Achtereenheid
E Het papier is in de achtereenheid
vastgelopen.
pagina 5-18
Papierstorings-bericht
Locatie
papierstoring
Beschrijving Pagina
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders
scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden
gezien, waardoor de papierstoring niet kan worden
opgelost.
5-14 Problemen oplossen
Multifunctionele cassette
Het papier is in de MP-lade vastgelopen. Verwijder het vastgelopen
papier met behulp van onderstaande procedure.
1 Verwijder het papier dat in de MP-lade is vastgelopen.
2 Open en sluit de bovenklep om de storing te verhelpen.
Problemen oplossen 5-15
Papiercassette/Papierinvoer
1 Trek de cassette of optionele papierinvoer naar buiten.
2 Verwijder het papier dat niet helemaal ingevoerd is.
3 Duw de cassette weer goed naar binnen. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
Opmerking Controleer of het papier goed is geplaatst. Als dit
niet het geval is, plaatst u het papier opnieuw.
5-16 Problemen oplossen
Duplex-eenheid
Het papier is in het duplexgedeelte vastgelopen. Verwijder het
vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure.
1 Trek de papiercassette helemaal uit de printer.
2 Open de klep van de duplexeenheid en verwijder het vastgelopen
papier.
3 Plaats de papiercassette in de sleuf van de printer. De printer warmt
op en gaat verder met afdrukken.
VOORZICHTIG Raak geen onderdelen in dit gebied aan,
want dit kan leiden tot brandwonden.
Problemen oplossen 5-17
Binnenin de printer
1 Open de bovenklep en de MP-lade.
2 Til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit de printer.
3 Open de invoerklep.
4 Haal het papier uit de printer.
Als het papier tussen de rollen is vastgelopen, trekt u het papier in
de normale papierrichting.
5 Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat.
6 Sluit de bovenklep en de MP-lade. De printer warmt op en gaat
verder met afdrukken.
Opmerking Als u geen papierstoring kunt vinden, controleert
u binnenin de achterkant van de printer. Raadpleeg
Achtereenheid op pagina 5-18.
5-18 Problemen oplossen
Achtereenheid
1 Als het papier niet volledig in de uitvoerlade is uitgevoerd, opent u
de achtereenheid.
2 Open de fuserklep en verwijder het vastgelopen papier door het
naar buiten te trekken.
3 Sluit de achtereenheid. De printer warmt op en gaat verder met
afdrukken.
Envelop-invoer
Het papier is in de optionele envelopinvoer vastgelopen. Verwijder het
vastgelopen papier via dezelfde procedure als voor papier dat in de MP-
lade is vastgelopen. Open en sluit vervolgens de papiertransfer-eenheid.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de envelopinvoer voor meer
informatie.
Bulktoevoer
Het papier is in de optionele bulktoevoer vastgelopen. Haal de
bulktoevoer uit de printer door hem eruit te schuiven met de rail van de
printer af. Houd de bulktoevoer met beide handen vast. Als er papier niet
helemaal uitgevoerd is, trekt u het er met de hand uit.
Opmerking Als u geen papierstoring kunt vinden, controleert
u binnenin de achterkant van de printer.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnen in de printer is
heet. Raak de eenheid niet met uw handen aan,
aangezien dit brandwonden kan veroorzaken. Verwijder
voorzichtig het vastgelopen papier.
Appendix 6-1
6 Appendix
Dit hoofdstuk bevat de volgende informatie over deze printer.
Specificaties 6-2
Standaard milieuvoorwaarden 6-4
6-2 Appendix
Specificaties
Opmerking Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Item
Beschrijving
LP 3235 LP 3240 LP 3245
T
ype Bureaublad
Afdrukmethode Halfgeleiderlaser en elektrofotografie
Papiergewicht Cassette 60 tot 120 g/m²
MP-lade 60 tot 220 g/m²
Papiersoort Cassette Gewoon, voorgedrukt, bankpost, hergebruikt, ruw, briefhoofd, kleur,
voorgeponst, hoge kwaliteit en aangepast (1 tot 8)
Multifunctionele
cassette/Handinvo
er:
Gewoon, transparant, voorgedrukt, etiketten, bankpost, hergebruikt, ruw,
velijnpapier, briefhoofd, kleur, voorgeponst, envelop, kartonkaart, dik, hoge
kwaliteit en aangepast (1 tot 8)
Papierformaat Cassette A4, A5, JIS B5, Letter,
Legal, Folio, Oficio II,
Statement, ISO B5,
Envelop C5, Executive,
16 kai, Custom (140 ×
210 tot 216 × 356mm)
A4, A5, JIS B5, A6, Letter, Legal, Folio, Oficio II,
Statement, ISO B5, Envelop C5, Executive, 16 kai,
Custom (105 × 148 tot 216 × 356mm)
MP-lade A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, JIS B6,
ISO B5, Envelop C5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6, Envelop Monarch,
Envelop DL, Hagaki, Ofuku-Hagaki, 16K, Yokei 2, Yokei 4, Custom (70 × 148 tot
216 × 356mm)
Vergrotingsverhouding 25 tot 400%, 1% vergroting
Afdruksnelheid Eenzijdig A6: 21 ppm
*
A6: 22 ppm A6: 23 ppm
A5: 21 ppm A5: 22 ppm A5: 23 ppm
A4: 35 ppm A4: 40 ppm A4: 45 ppm
Letter: 37 ppm Letter: 42 ppm Letter: 47 ppm
Legal: 28 ppm Legal: 33 ppm Legal: 38 ppm
Dubbelzijdig A4: 17,5 ppm A4: 24,5 ppm A4: 32,5 ppm
Letter: 18,5 ppm Letter: 26 ppm Letter: 34 ppm
Eerste afdruk (A4, invoer vanuit
cassette)
9 seconden of minder 10,5 seconden of minder 10,5 seconden of minder
Opwarmtijd (22°C,
60%RH)
Ingeschakeld 17 seconden of minder 17 seconden of minder 17 seconden of minder
Slaapstand 15,5 seconden of minder 15 seconden of minder 15 seconden of minder
Papiercapaciteit Cassette 500 vellen (80 g/m²)
MP-lade 100 vellen (80 g/m²)
Capaciteit
uitvoerlade
Bovenlade 250 vellen (80 g/m²) 500 vellen (80 g/m²)
Opvangbak
Beeldzijde
omhoog
- PT-310: 250 vellen (80 g/m²)
Doorlopend afdrukken 1 tot 999 vellen
Appendix 6-3
Resolutie Fijne 1200 modus, snelle 1200 modus, 600 dpi, 300 dpi
Bedrijfsomgeving Temperatuur 10 tot 32,5°C
Vochtigheid 15 tot 80 %
Hoogte 2.500 m maximaal
Verlichting maximaal 1.500 lux
Controller PowerPC 440/533 MHz PowerPC 440/600 MHz PowerPC 440/667 MHz
Ondersteunde besturingssystemen Windows 2000 Service Pack 2 of later, Windows Server 2003, Windows XP,
Windows Vista, Mac OS X 10.x
Interface
Standaard
Parallel: 1 (IEEE1284)
Hi-Speed USB: 1
Full-speed USB: 1
(USB-
flashgeheugenslot)
KUIO/W slot
Parallel: 1 (IEEE1284)
Hi-Speed USB: 1
Netwerk: 1(10BASE-T/100BASE-TX)
Full-speed USB: 1 (USB-flashgeheugenslot)
KUIO/W slot
Optie
10/100BASE-TX
--
PDL PRESCRIBE
Emulatie PCL 6, KPDL, KPDL (AUTO), Line Printer, IBM Proprinter, DIABLO 630,
EPSON LQ-850
Geheugen
Standaard
128MB
Maximaal
1152MB
Afmeting (B x D x H) 382 × 394 × 285 mm 382 × 394 × 320 mm
Gewicht (zonder tonercontainer) 16,2 kg 16,8 kg
Stroomvereisten 220 tot 240 V AC,
50/60 Hz, 4.1 A
220 tot 240 V AC,
50/60 Hz, 4.2 A
220 tot 240 V AC,
50/60 Hz, 4.3 A
Stroomverbruik
Maximaal
1004 W (Europa) 1022 W (Europa) 1029 W (Europa)
Tijdens afdrukken
560 W (Europa) 641 W (Europa) 667 W (Europa)
Tijdens stand-by
9,2 W wanneer de
EcoFuser aan staat
9,5 W wanneer de
EcoFuser aan staat
9,9 W wanneer de
EcoFuser aan staat
68 W (Europa) wanneer
de EcoFuser uit staat.
76 W wanneer de
EcoFuser uit staat
79 W (Europa) wanneer
de EcoFuser uit staat.
Slaapstand 5,7 W (Europa) 5,9 W (Europa) 6,4 W (Europa)
Stroom uit 0 W
Opties Geheugenuitbreiding,
papierinvoer (250-vellen
x 1), harde schijf (HD-5A)
Geheugenuitbreiding, papierinvoer (250-vellen x 3),
harde schijf (HD-5A)
*. alleen toepasbaar op invoer vanuit MP-lade.
Item
Beschrijving
LP 3235 LP 3240 LP 3245
6-4 Appendix
Standaard milieuvoorwaarden
Dit apparaat voldoet aan de volgende standaard milieuvoorwaarden.
Tijd voor overschakelen naar de slaapstand (standaard): 30 minuten
Dubbelzijdig afdrukken: Standaard uitrusting
Duurzaam papier voor invoer: papier dat gemaakt is van 100%
hergebruikt papier.
Opmerking Neem contact op met uw verkoper of
vertegenwoordiger van de serviceafdeling voor aanbevolen
papiersoorten.
Index-1
Index
Symbols
[OK] toets
bedieningspaneel .....................................................1-4
Numerics
3D-beeld
status monitor .........................................................3-21
A
AAN/UIT-schakelaar
onderdelen ................................................................1-2
Aangepaste modus
installatiemethode ...................................................3-15
Aansluiting
netsnoer ....................................................................3-3
netwerkkabel ............................................................3-2
parallelle kabel ..........................................................3-2
USB-kabel ................................................................3-2
Achtereenheid
onderdelen ................................................................1-3
papierstoringen oplossen .......................................5-18
Afdrukken vanuit applicaties ..........................................3-19
Algemene problemen
problemen oplossen .................................................5-2
B
Bedieningspaneel
lampjes, toetsen .......................................................1-4
onderdelen ................................................................1-2
Berichtenscherm
bedieningspaneel .....................................................1-4
Online help-berichten .............................................5-13
Binnenin de printer.
papierstoringen oplossen .......................................5-17
Bovenklep
onderdelen ................................................................1-2
Bovenlade
onderdelen ................................................................1-2
Bulktoevoer
papierstoringen oplossen .......................................5-18
C
Cancel toets
bedieningspaneel .....................................................1-4
Cassette
papier plaatsen .........................................................2-2
Cursortoetsen
bedieningspaneel ......................................................1-4
D
De stroom aandoen .........................................................3-3
De tonerafvalbak vervangen ............................................4-6
Dik papier en enveloppen plaatsen.
MP-lade ....................................................................2-8
Duplex-eenheid
papierstoringen oplossen ........................................5-16
E
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken ...............3-12
Envelop-invoer
papierstoringen oplossen ........................................5-18
F
Foutberichten
in tabel, met correcties ..............................................5-5
met betrekking tot de geheugenkaart .....................5-10
met betrekking tot de harde schijf ...........................5-10
met betrekking tot de RAM-schijf ............................5-11
Foutcodes met betrekking tot opslag
harde schijf, geheugenkaart, USB-flashgeheugen .5-10
G
GO-toets
bedieningspaneel ......................................................1-4
I
Installatiemethode
aangepaste modus .................................................3-15
snelle modus ...........................................................3-14
Instellingen status monitor
tabblad geluidsmelding, tabblad uiterlijk .................3-22
L
Lampjes
bedieningspaneel ......................................................1-4
Langdurig buiten gebruik .................................................4-9
Linkerklep
onderdelen ................................................................1-2
Index-2
M
MENU toets
bedieningspaneel ......................................................1-4
Mogelijke locaties van papierstoringen ..........................5-12
MP-lade
dik papier plaatsen ....................................................2-8
enveloppen plaatsen .................................................2-8
onderdelen ................................................................1-2
papier plaatsen .........................................................2-6
papierstoringen oplossen ........................................5-14
N
Namen
Bedieningspaneel .....................................................1-4
Netsnoer
aansluiting .................................................................3-3
Netsnoeraansluiting
onderdelen ................................................................1-3
NetWare, AppleTalk, IPP en SSL-server instellingen
Netwerkinterface parameters ....................................3-6
Netwerkaansluiting
onderdelen ................................................................1-3
Netwerkinterface parameters
AppleTalk ...............................................3-9, 3-10, 3-11
IPP ............................................................................3-9
NetWare ....................................................................3-8
SSL-server ..............................................................3-10
TCP/IP ......................................................................3-5
TCP/IP (IPv6) ............................................................3-6
Netwerkinterface parameters wijzigen .............................3-4
Netwerkinterface-statuspagina
afdrukken ................................................................3-12
Netwerkkabel
aansluiting .................................................................3-2
Netwerklampjes
onderdelen ................................................................1-3
O
Onderdelen
aan de achterkant van de printer ..............................1-3
aan de linkerkant van de printer en intern .................1-2
aan de voorkant van de printer .................................1-2
Onderdelen van de machine ............................................1-1
Onderhoud
Vervanging tonercontainer, reinigen .........................4-1
Online help-berichten
voor het oplossen van papierstoringen ...................5-13
Optie
Document finisher .....................................................4-8
Optionele aansluitingsslot
onderdelen ................................................................1-3
Originele platen
Reinigen ................................................................... 5-2
P
Papier plaatsen
cassette ....................................................................2-2
MP-lade ....................................................................2-6
Papiercassette
onderdelen ...............................................................1-2
papierstoringen oplossen ....................................... 5-15
Papierinvoer
papierstoringen oplossen ....................................... 5-15
Papierstopper
onderdelen ...............................................................1-2
Papierstoringen oplossen
achtereenheid ........................................................5-18
binnenin de printer. .................................................5-17
bulktoevoer ............................................................. 5-18
duplex-eenheid ....................................................... 5-16
envelop-invoer ........................................................5-18
MP-lade ..................................................................5-14
papiercassette ........................................................ 5-15
papierinvoer ........................................................... 5-15
Parallelle aansluiting
onderdelen ...............................................................1-3
Parallelle kabel
aansluiting ................................................................ 3-2
Pictogram status monitor
status monitor .........................................................3-21
Pop-upvenster
status monitor .........................................................3-20
Printer verplaatsen ..........................................................4-9
Printerdriver installeren .................................................3-13
Mac Besturingssysteem ......................................... 3-16
Windows pc ............................................................ 3-13
Problemen met de afdrukkwaliteit
problemen oplossen ................................................. 5-3
Problemen oplossen ........................................................5-1
Algemene problemen ............................................... 5-2
problemen met de afdrukkwaliteit ............................5-3
R
Rechterklep
onderdelen ...............................................................1-2
Reinigen
printer .......................................................................4-8
Documentverwerker .................................................5-3
S
Schermoverzicht
pop-upvenster, 3D-beeld, pictogram status monitor 3-20
Snelle modus
Index-3
installatiemethode ...................................................3-14
Software verwijderen .....................................................3-24
Specificaties .....................................................................6-2
Milieuspecificaties .....................................................6-4
Standaard milieuvoorwaarden .........................................6-4
Startcontainer
tonercontainer ...........................................................4-2
Status monitor
3D-beeld .................................................................3-21
pictogram status monitor ........................................3-21
pop-upvenster .........................................................3-20
toegang ...................................................................3-20
verlaat .....................................................................3-20
T
Tabblad geluidsmelding
Instellingen status monitor ......................................3-22
Tabblad uiterlijk
Instellingen status monitor ......................................3-23
TCP/IP, TCP/IP (IPv6) instellingen
netwerkinterface parameters ....................................3-4
Tips ..................................................................................5-2
Toegang tot de Status Monitor ......................................3-20
Tonerafvalbak
onderdelen ................................................................1-2
Tonercontainer
hoe te vervangen ......................................................4-3
onderdelen ................................................................1-2
vervanging ................................................................4-2
Tonercontainer vervangen ...............................................4-3
Tonerpakket
tonercontainer, plastic wegwerpzak, tonerafvalbak,
handleiding .................................................4-2
U
USB-aansluiting
onderdelen ................................................................1-3
USB-geheugenslot
onderdelen ................................................................1-2
USB-kabel
aansluiting ................................................................3-2
V
Verlaten van de Status Monitor .....................................3-20
Vervanging
tonerafvalbak ............................................................4-6
tonercontainer ....................................................4-2, 4-3
Index-4
<Memo>
<Memo>
E6
We bevelen het gebruik van onze eigen merkonderdelen aan.
We zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door het gebruik van onderdelen van
andere merken in dit apparaat.
UTAX GmbH, Ohechaussee 235, 22848 Norderstedt, Germany
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102

Utax LP 3235 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor