ZANKER AE2040 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

30
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het
toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende
eigenaar van het toestel.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
31
NEDERLANDS
Inhoud
Aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Energie-spaartips . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Uw nieuwe wasdroger . . . . . . . . . . . . .34
Beschrijving van de machine . . . . .34
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
l
Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
l
Aanbrengen van een luchtafvoerslang . . . . . . .35
l
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
l
Verbindingsset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
l
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
l
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37-38
l
Droogprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
l
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
l
Praktische tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
l
De buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
l
Het filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
l
Het luchtkanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Eenvoudige storingen . . . . . . . . . . . . . .43
Technische gegevens
AFMETINGEN: hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 60 cm
NETSPANNING/FREQUENTIE: 220/230 V/50 Hz
AANSLUITWAARDE: 2600 W
ZEKEREN MET MINIMAAL: 16 A
CAPACITEIT: katoen en linnen 5,0 kg
synthetica 2,5 kg
VERBRUIKSWAARDEN: katoen en linnen 3,3 kWh (5 kg kastdroog)
katoen en linnen 2,7 kWh (5 kg strijkdroog)
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG.
32
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Installatie
l
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
l
Overtuig u ervan dat na de installatie of het
verplaatsen het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
l
Gebruik het toestel alleen voor het drogen van
huishoudtextiel.
l
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
l
Druipende (niet gecentrifugeerde) was mag nooit
in de trommeldroger gestopt worden.
l
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de trommeldroger.
l
Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de
kleding achtergebleven is.
l
Laat de deur op een kier staan indien het
apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de
rubbermanchet.
l
Het apparaat nooit gebruiken zonder filter of als
het filter beschadigd is. Dit kan gevaar voor
brand opleveren.
l
In het apparaat geen sportschoenen drogen,
deze kunnen tussen de trommel en de deur gaan
zitten waardoor de trommel geblokkeerd wordt.
Algemene veiligheid
l
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen ervan te
veranderen.
l
Tracht in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/
of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de
servicedienst van de fabrikant of door een door de
fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
l
Reparaties welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel
leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
33
NEDERLANDS
Energie-Spaartips
Veiligheid van kinderen
l
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische toestellen.
Zorg daarom voor het nodige toezicht als de
machine aanstaat en laat kinderen niet met de
machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
l
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
l
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet
in de trommel van de wasdrooger kunnen
klimmen.
l
Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
U kunt het energieverbruik van de wasdroger zo laag
mogelijk houden, door de volgende regels in acht te
nemen.
l Probeer zo vaak mogelijk de machine met de
maximaal toegestane hoeveelheid wasgoed te
beladen, zie het programma-overzicht op
bladzijde 39. Kleine hoeveelheden drogen is altijd
minder economisch.
l De natte was moet goed gecentrifugeerd
zijn
. Hoe hoger het centrifugeertoerental hoe
korter de benodigde droogtijd en dus ook de
daarvoor benodigde energie.
l Vermijdt overdroging door het zorgvuldig kiezen
van het programma resp. van de gewenste
droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich
minder goed strijken.
l Om de maximale capaciteit van de machine te
kunnen benutten, kunt u wasgoed voor kast- en
strijkdroog samen drogen. U stelt dan het
programma voor strijkdroog in. Als dat beëindigd
is haalt u de strijkdroge was uit de machine en
laat u de rest enige tijd nadrogen.
l Reinigen van de pluizenzeef na iedere droogbeurt
voorkomt te lange droogtijden en een hoger
energieverbruik.
l De temperatuur in het vertrek waar de droger
staat mag, tijdens het in bedrijf zijn, + 35°C niet
overschrijden.
Afvalverwerking
34
Uw nieuwe wasdroger
Beschrijving van de machine
Ongeacht de weersomstandigheden en de gesteldheid van de buitenlucht, waarborgt de wasdroger altijd een
frisse en zacht aanvoelende was.
Zorgvuldige ontwikkeling en strenge kwaliteitsbewaking tijdens de productie garanderen een lange levensduur
voor de wasdroger.
01 Bedieningspaneel
02 Filter
03 Typeplaatje
04 Luchtkanaal
05 Verstelbare voeten
06 Luchtafvoer aan de zijkant
07 Luchtafvoer aan de achterkant
08 Luchtafvoer aan de zijkant
3
5
1
2
4
6
TÜR
EIN/AUS
SCHONEN
AE 2040
START
EXTRATROCKEN
EXTRATROCKEN
SCHRANKTROCKEN
LEICHTTROCKEN
PFLEGELEICHT
ZEITPROGRAMM
SCHRANKTROCKEN
LEICHTTROCKEN
BÜGELTROCKEN
MANGELTROCKEN
60 MIN
30 MIN
LÜFTEN
BAUMWOLLE
0
7
8
35
NEDERLANDS
Installatie
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd
vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige
lucht produceert.
Er moet een mogelijkheid zijn om een venster te
openen of een afzuigventilator in te schakelen. Een
betere methode is het aanbrengen van een
luchtafvoerslang naar buitenshuis.
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel
mogelijk stofvrij gehouden worden.
De wasdroger kan op iedere soort vloer geplaatst
worden. Belangrijk is echter dat hij waterpas
opgesteld wordt. Daartoe dienen de stelvoeten.
De voeten mogen niet verwijderd worden.
De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen
zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het
rooster aan de achterkant niet door obstakels in z’n
ventilatiefunctie belemmerd kan worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping
van warmte voordoen, hetgeen schade aan de
motor kan veroorzaken.
Onder de bodem van de machine moet een vrije
luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt,
bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat
de machine schade toe kan brengen.
Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de
droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet
overschrijden.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de
achterkant plaatsvinden.
De niet gebruikte openingen moeten met de
meegeleverde deksels afgesloten worden.
Aanbrengen van een luchtafvoerslang
De beste methode om het vocht kwijt te raken is een
afvoer naar buitenshuis. Daarvoor gebruikt u een
flexibele afvoerslang van 100 mm ø, welke u door
middel van de meegeleverde adapter «A» op één
van de afvoeropeningen aansluit. De afvoerslang is
met de machine meegeleverd.
De droger verlaat de fabriek met de luchtafvoer aan
de rechterkant klaar voor het aanbrengen van de
luchtafvoerslang. Als u de slang aan de linkerkant of
aan de achterzijde wilt verbinden, dient u contact op
te nemen met de ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe
groter de kans is dat in de slang vocht tot water
condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich
ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug
in de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het
laagste punt van de slang en zet of hang er een
bakje onder (zie figuur punt «B»).
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig
mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de
werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op
vorming van condenswater binnen de slang.
Sluit de afvoerslang niet op een bestaand
kanaal aan.
De luchtverversing moet tenminste 150 m
3
/h kunnen
bedragen.
De andere kant van de slang sluit u aan op een
muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er
geen regenwater in kan lopen; dus overkappen of
naar buiten toe omlaag richten.
P0055
P1047
B
P1027
A
36
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Verbindingsset
Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset
leveren, waarmee u de droger veilig op uw
wasautomaat kunt plaatsen. Dat bespaart u
aanzienlijk ruimte.
Deurdraairichting
Het wijzigen van de deurdraairichting dient te
worden uitgevoerd door de ELGROEP
Fabrieksservice.
P1044
Beveiligingen tegen regen- en windinslag in
doorvoeren bestaan meestal uit beweegbare klepjes
of lamelletjes. Ze kunnen bij sterke wind dichtslaan,
of na verloop van tijd niet meer open gaan (roest,
vuil). Dan hebt u een afvoerprobleem, let daar dus
op.
Is het vertrek op een sterke centrale afzuiging
aangesloten, dan kan die afzuiging problemen
veroorzaken. Is de benodigde droogtijd veel te lang,
schakel de afzuiging dan uit of sluit het afzuigrooster
af tijdens het in werking zijn van de droger.
Indien de droger tussengebouwd wordt, overtuigt u
zich er dan van dat de afvoerslang niet geknikt kan
raken.
Bij een gedeeltelijk geknikte of beknelde slang zal de
benodigde droogtijd toenemen en daarmee ook het
energieverbruik.
Bij een totaal geblokkeerde slang schakelt een
interne beveiliging tegen oververhitting het
verwarmproces automatisch uit.
37
NEDERLANDS
Bediening
Bedieningspaneel
1 Toets “deur open”
Door deze toets in te drukken opent u de deur.
2 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
3 Controlelampje
Dit lampje brandt als de machine INgeschakeld is en
gaat uit als de machine UITgeschakeld wordt.
4 Toets “lage temperatuur”
Druk deze toets voortijds in als u fijne was gaat
drogen.
Het betreffende lampje licht op en een akoestisch
signaal klinkt.
5 Controlelampje “lage
temperatuur”
Dit lampje brandt als de betreffende toets ingedrukt
is.
6 Toets “start”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten. Een akoestisch
signaal klinkt.
Indien de deur tijdens de afwerking van het
programma geopend wordt, moet deze toets na
het sluiten van de deur weer ingedrukt worden
om het programma voort te zetten.
De start-toets moet ook ingedrukt worden als een
stroomonderbreking geweest is. In beide gevallen
knippert het lampje of al naar de lopende
fase.
7 Indicatie van het
programmaverloop
De lampjes geven volgende functies aan:
Controlelampje “drogen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de droogfase
is.
Controlelampje “afkoelen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase
is. Deze fase duurt 10 minuten.
Als het controlelampje of knippert dan
betekent dat dat de START-toets ingedrukt moet
worden om het programma opnieuw te starten.
Controlelampje “einde programma”
Dit lampje knippert aan het einde van de
antikreukfase.
Controlelampje “antikreukfase”
De lampjes en knipperen afwisselend aan
het einde van het programma (na de afkoelfase) en
gedurende de antikreukfase om te signaleren dat het
programma beëindigd is en dat het wasgoed uit de
machine gehaald kan worden.
Als alleen het lampje knippert, dan betekent dat
dat het programma volledig beëindigd is en dat de
machine gestopt is.
EXTRA DROOG
EXTRA DROOG
KASTDROOG
LICHT VOCHTIG
SYNTHETICA
AE 2040
12345 6 7 8
DEUR OPEN
AAN/UIT
LAGE
TEMPERATUUR
START
OP TIJD DROGEN
KASTDROOG
LICHT VOCHTIG
STRUKDROOG
MANGELDROOG
60 MIN
30 MIN
AFKOELEN
KATOEN
0
38
9 Programmakiezer
De programmakiezer kan rechtsom en linksom
gedraaid worden.
U hebt de keuze uit automatische
droogprogramma’s en de op tijd drogen
programma’s voor het nadrogen van enkele
kledingstukken.
Om een programma te annuleren draait u de
programmakiezer op “0”.
Na het drogen moet de programmakiezer op “0”
gedraaid worden.
39
NEDERLANDS
Automatische droogprogramma’s
Soort textiel Droogtegraad Belading in kg
drooggewogen
wasgoed
Extra droog 5
Kastdroog (*) 5
Katoen en linnen Licht vochtig 5
Strijkdroog (*) 5
Mangeldroog 5
Extra droog 2,5
Synthetica Kastdroog (*) 2,5
Licht vochtig 2,5
(*) Programma’s volgens CEI 1121.
Op tijd droogen
Soort textiel Tijdsduur Belading in kg
in min. drooggewogen
wasgoed
Katoen en linnen 60 5
Synthetica 30 2,5
De droogduur hangt af van verschillende factoren:
- soort wasgoed
- vulgewicht
- centrifugetoerental
Afkoelen
De programmastand AFKOELEN kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
l katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen
l synthetica: halfvolle belading
l fijne was: éénderde van de trommel
40
Gebruik
Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de
trommel met enkele licht vochtige, schone doeken
te vullen en de machine circa 30 minuten te laten
werken: AAN/UIT-toets indrukken, programma
30 MIN kiezen en Start-toets indrukken. Hierdoor
worden eventuele vettige of stoffige restanten van
het productieproces verwijderd.
Volgorde van handelen
1. Het toestel aansluiten.
2. De deur openen (toets “Deur open” indrukken).
3. Het wasgoed in de machine doen.
4. Deur sluiten.
5. AAN/UIT-toets indrukken: het betreffende
controlelampje licht op.
6. Droogprogramma instellen.
7. Toets “Lage temperatuur” eventueel indrukken.
LAGE
TEMPERATUUR
EXTRA DROOG
KAST DROOG
LICHT VOCHTIG
STRUKDROOG
MANGELDROOG
30 MIN
AFKOELEN
KATOEN
0
T0007S
AAN/UIT
8. START-toets indrukken: het programma begint
en het controlelampje licht op.
Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten
vóór beëindiging van het programma automatisch
de afkoelfase ingeschakeld. Het betreffende lampje
licht op.
Als u, na het beëindigen van het programma, de was
niet direkt uit de machine neemt, zal de
antikreukfase beginnen.
De machine laat om de 10 seconden een zoemtoon
horen. De controlelampjes en knipperen
afwisselend. De machine stopt automatisch aan het
einde van de antikreukfase, het controlelampje
knippert en het lampje “AAN/UIT” blijft
ingeschakeld.
Na het drogen
l
Programmakiezer op “O” draaien.
l
Toestel uitschakelen (AAN/UIT-toets indrukken),
het betreffende lampje gaat uit.
l
Het stoffilter reinigen (zie blz. 42)
T0008S
START
41
NEDERLANDS
Praktische tips
l
Maximaal vulgewicht benutten!
U droogt het zuinigst, als u zich aan de
vulgewichten houdt, die in de programmatabel
vermeld staan.
Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige
droging en te lange droogtijd, waardoor ook het
energieverbruik onnodig toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder
economisch.
Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij
helpen:
Badjas 1200 g
Beddelaken 500 g
Blouse 100 g
Dekbedovertrek 700 g
Handdoek 200 g
Herenoverhemd 200 g
Kussensloop 200 g
Nachthemd/pyjama 200-500 g
Ondergoed 250 g
Tafellaken 200-300 g
Theedoek 100 g
Werkjas 300-600 g
Belangrijk:
l
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van
synthetische vezels, wol, zijde, textiel met
metalen versieringen, nylons, grote stukken
wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens,
slaapzakken en dekbedden mogen niet in de
machine gedroogd worden.
Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten
mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen
elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel
bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een
kleedje.
Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen
krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem
deze artikelen niet in de trommeldroger te
drogen.
l
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is
om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen
daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor het
drogen:
normaal drogen (normale temperatuur)
voorzichtig drogen (lage temperatuur)
mag niet machinaal gedroogd worden
l
Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg
zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met
dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier
voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging.
l
Dekbedovertrekken en kussenslopen
dichtmaken, anders verzamelen zich hierin
kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haak-
oogsluitingen dichtdoen, losse banden en
ceintuurs samenknopen.
n
Het wasgoed voor het drogen goed
centrifugeren.
l
Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en
droogtegraad.
l
Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen
van de gewenste droogtegraad. Te droog
wasgoed laat zich minder goed strijken.
l
Om het statisch worden (knetteren en kleven) van
synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren
wij u in de wasautomaat een wasverzachter te
gebruiken.
l
Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet
overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden
met het feit dat deze textiel, al naar gelang de
kwaliteit, krimpt.
l
Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch
nog vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat
is met name het geval bij dikke kragen,
manchetten en zomen. U kunt deze
kledingstukken nadrogen, hierbij de machine op
minstens 30 minuten instellen.
42
Onderhoud
Neem de stekker uit het stopcontact of trek,
indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT.
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en een
neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
Het filter
Vóór u een nieuwe lading wasgoed gaat drogen,
moet het filter beslist schoon zijn.
Trek het filter omhoog uit z’n houder en verwijder
het viltachtige stof.
Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis.
Dit pluis ontstaat door het dragen van de kleding of
het gebruiken van de textiel. Het wordt door de wind
weggeblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn
droogt en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als
u binnenshuis droogt.
Het verdient aanbeveling om na iedere
droogbeurt de pluizen rondom de filter- en
luchtkanaalhouder in de binnendeur met een
vochtige doek te verwijderen.
P1026
Het luchtkanaal
U kunt het luchtkanaal af en toe reinigen, u doet dit
wanneer u grote hoeveelheden pluis ziet.
Gebruik hiervoor een stofzuiger.
P1058
43
NEDERLANDS
Eenvoudige storingen
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
belt u dan de servicedienst. Houd het modelnummer
en het productnummer bij de hand; de servicedienst
zal u erom vragen.
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
l
Storingen
l
Mogelijke oorzaken
l
De droger start niet
l De vuldeur is niet goed gesloten.
l De groepzekering is defect of uitgeschakeld.
Probeerde u de droger te starten terwijl de
wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN
staat?
Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat
aan het spoelen toe is.
l Er is geen programma ingesteld.
l START-toets niet ingedrukt.
n
De was wordt niet goed droog
l Het filter is verontreinigd.
l Mogelijk had u toch een ander programma
moeten kiezen.
l De trommel is te vol.
l Had u de toets voor lage temperatuur ingedrukt,
terwijl de betreffende wassoort op vol vermogen
gedroogd had moeten worden?
l De was is niet voldoende gecentrifugeerd.
l De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het
betreffende hoofdstuk.
Knipperen de controlelampjes van het programmaverloop en het lampje van de toets “LAGE
TEMPERATUUR” aan het begin van het programma of gedurende het programma, van rechts naar
links, dan moet u de droger door het indrukken van de AAN/UIT-toets uitschakelen. Het toestel weer
inschakelen en op de START-toets drukken. Als de storing blijft bestaan, belt u de servicedienst.

Documenttranscriptie

Geachte Klant, Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende eigenaar van het toestel. Transportschaden Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier. Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben: Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen. Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel. Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het toestel. Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier. 30 Inhoud Bediening Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Energie-spaartips . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Uw nieuwe wasdroger Installatie l Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37-38 l Droogprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 l Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 l Praktische tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 Onderhoud . . . . . . . . . . . . .34 Beschrijving van de machine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 . . . . .34 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 l De buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 l Het filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 l Het luchtkanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 l Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 l Aanbrengen van een luchtafvoerslang . . . . . . .35 l Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 l Verbindingsset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 l Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Eenvoudige storingen . . . . . . . . . . . . . .43 Technische gegevens AFMETINGEN: hoogte breedte diepte 85 cm 60 cm 60 cm NETSPANNING/FREQUENTIE: AANSLUITWAARDE: ZEKEREN MET MINIMAAL: 220/230 V/50 Hz 2600 W 16 A CAPACITEIT: katoen en linnen synthetica 5,0 kg 2,5 kg VERBRUIKSWAARDEN: katoen en linnen katoen en linnen 3,3 kWh (5 kg kastdroog) 2,7 kWh (5 kg strijkdroog) Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG. 31 NEDERLANDS Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Installatie Algemene veiligheid l l Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen ervan te veranderen. l Tracht in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/ of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de servicedienst van de fabrikant of door een door de fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen. l Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE. l Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Gebruik l Gebruik het toestel alleen voor het drogen van huishoudtextiel. l Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit door, afhankelijk van de wijze van installatie, de stekker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te schakelen. l Druipende (niet gecentrifugeerde) was mag nooit in de trommeldroger gestopt worden. l Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de trommeldroger. l Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de kleding achtergebleven is. l Laat de deur op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet. l Het apparaat nooit gebruiken zonder filter of als het filter beschadigd is. Dit kan gevaar voor brand opleveren. l In het apparaat geen sportschoenen drogen, deze kunnen tussen de trommel en de deur gaan zitten waardoor de trommel geblokkeerd wordt. 32 l l Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige omgang met elektrische toestellen. Zorg daarom voor het nodige toezicht als de machine aanstaat en laat kinderen niet met de machine spelen - ze zouden zichzelf of andere kinderen in de machine kunnen opsluiten. l Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel van de wasdrooger kunnen klimmen. l Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de machine opsluiten. Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar! Afvalverwerking Verpakkingsmateriaal Oude machine Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieuonvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE<=voor polyethyleen >PS<=voor polystyreen >PP<=voor polypropyleen Het karton kunt u het beste in een container voor oud papier deponeren. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. Energie-Spaartips U kunt het energieverbruik van de wasdroger zo laag mogelijk houden, door de volgende regels in acht te nemen. l Probeer zo vaak mogelijk de machine met de maximaal toegestane hoeveelheid wasgoed te beladen, zie het programma-overzicht op bladzijde 39. Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder economisch. l De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn. Hoe hoger het centrifugeertoerental hoe korter de benodigde droogtijd en dus ook de daarvoor benodigde energie. l l l l Vermijdt overdroging door het zorgvuldig kiezen van het programma resp. van de gewenste droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder goed strijken. 33 Om de maximale capaciteit van de machine te kunnen benutten, kunt u wasgoed voor kast- en strijkdroog samen drogen. U stelt dan het programma voor strijkdroog in. Als dat beëindigd is haalt u de strijkdroge was uit de machine en laat u de rest enige tijd nadrogen. Reinigen van de pluizenzeef na iedere droogbeurt voorkomt te lange droogtijden en een hoger energieverbruik. De temperatuur in het vertrek waar de droger staat mag, tijdens het in bedrijf zijn, + 35°C niet overschrijden. NEDERLANDS Veiligheid van kinderen Uw nieuwe wasdroger Ongeacht de weersomstandigheden en de gesteldheid van de buitenlucht, waarborgt de wasdroger altijd een frisse en zacht aanvoelende was. Zorgvuldige ontwikkeling en strenge kwaliteitsbewaking tijdens de productie garanderen een lange levensduur voor de wasdroger. Beschrijving van de machine 01 Bedieningspaneel 1 02 Filter 03 Typeplaatje 04 Luchtkanaal TÜR 05 Verstelbare voeten EIN/AUS LÜFTEN 0 SCHONEN 30 MIN BAUMWOLLE START EXTRATROCKE N 60 MIN SCHRANKTROC ZEITPROGRA MM AE 2040 LEICHTTROCKE N KEN LEICHTTROCKE N SCHRANKTROC KEN BÜGELTROCKE N EXTRATROCKE N PFLEGELEIC HT MANGELTROCK EN 06 Luchtafvoer aan de zijkant 2 6 5 3 4 07 Luchtafvoer aan de achterkant 08 Luchtafvoer aan de zijkant 8 7 34 Installatie De droger verlaat de fabriek met de luchtafvoer aan de rechterkant klaar voor het aanbrengen van de luchtafvoerslang. Als u de slang aan de linkerkant of aan de achterzijde wilt verbinden, dient u contact op te nemen met de ELGROEP FABRIEKSSERVICE. Plaatsen Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige lucht produceert. Er moet een mogelijkheid zijn om een venster te openen of een afzuigventilator in te schakelen. Een betere methode is het aanbrengen van een luchtafvoerslang naar buitenshuis. De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel mogelijk stofvrij gehouden worden. De wasdroger kan op iedere soort vloer geplaatst worden. Belangrijk is echter dat hij waterpas opgesteld wordt. Daartoe dienen de stelvoeten. De voeten mogen niet verwijderd worden. P1027 Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe groter de kans is dat in de slang vocht tot water condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug in de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het laagste punt van de slang en zet of hang er een bakje onder (zie figuur punt «B»). De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het rooster aan de achterkant niet door obstakels in z’n ventilatiefunctie belemmerd kan worden. Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor kan veroorzaken. Onder de bodem van de machine moet een vrije luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt, bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat de machine schade toe kan brengen. Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet overschrijden. B P1047 Afvoer van de vochtige lucht Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op vorming van condenswater binnen de slang. De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de achterkant plaatsvinden. De niet gebruikte openingen moeten met de meegeleverde deksels afgesloten worden. Sluit de afvoerslang niet op een bestaand kanaal aan. Aanbrengen van een luchtafvoerslang De beste methode om het vocht kwijt te raken is een afvoer naar buitenshuis. Daarvoor gebruikt u een flexibele afvoerslang van 100 mm ø, welke u door middel van de meegeleverde adapter «A» op één van de afvoeropeningen aansluit. De afvoerslang is met de machine meegeleverd. P0055 De luchtverversing moet tenminste 150 m3/h kunnen bedragen. De andere kant van de slang sluit u aan op een muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er geen regenwater in kan lopen; dus overkappen of naar buiten toe omlaag richten. 35 NEDERLANDS A Beveiligingen tegen regen- en windinslag in doorvoeren bestaan meestal uit beweegbare klepjes of lamelletjes. Ze kunnen bij sterke wind dichtslaan, of na verloop van tijd niet meer open gaan (roest, vuil). Dan hebt u een afvoerprobleem, let daar dus op. Is het vertrek op een sterke centrale afzuiging aangesloten, dan kan die afzuiging problemen veroorzaken. Is de benodigde droogtijd veel te lang, schakel de afzuiging dan uit of sluit het afzuigrooster af tijdens het in werking zijn van de droger. Indien de droger tussengebouwd wordt, overtuigt u zich er dan van dat de afvoerslang niet geknikt kan raken. Bij een gedeeltelijk geknikte of beknelde slang zal de benodigde droogtijd toenemen en daarmee ook het energieverbruik. Bij een totaal geblokkeerde slang schakelt een interne beveiliging tegen oververhitting het verwarmproces automatisch uit. Elektrische aansluiting De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en stekker met randaarde. De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften. Verbindingsset Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset leveren, waarmee u de droger veilig op uw wasautomaat kunt plaatsen. Dat bespaart u aanzienlijk ruimte. P1044 Deurdraairichting Het wijzigen van de deurdraairichting dient te worden uitgevoerd door de ELGROEP Fabrieksservice. 36 Bediening Bedieningspaneel 0 AFKOELEN DEUR OPEN AAN/UIT 30 MIN LAGE TEMPERATUUR START KATOEN EXTRA DROOG KASTDROOG 60 MIN LICHT VOCHTIG OP TIJD DROGEN LICHT VOCHTIG STRUKDROOG KASTDROOG MANGELDROOG EXTRA DROOG SYNTHETICA 1 2 3 4 5 6 7 8 7 Indicatie van het programmaverloop 1 Toets “deur open” Door deze toets in te drukken opent u de deur. De lampjes geven volgende functies aan: 2 Toets “AAN/UIT” Controlelampje “drogen” Door het indrukken van deze toets schakelt u de machine AAN en UIT. Dit lampje geeft aan dat de machine in de droogfase is. Controlelampje “afkoelen” 3 Controlelampje Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase is. Deze fase duurt 10 minuten. Dit lampje brandt als de machine INgeschakeld is en gaat uit als de machine UITgeschakeld wordt. Als het controlelampje of knippert dan betekent dat dat de START-toets ingedrukt moet worden om het programma opnieuw te starten. 4 Toets “lage temperatuur” Controlelampje “einde programma” Druk deze toets voortijds in als u fijne was gaat drogen. Het betreffende lampje licht op en een akoestisch signaal klinkt. Dit lampje knippert aan het einde van de antikreukfase. Controlelampje “antikreukfase” De lampjes en knipperen afwisselend aan het einde van het programma (na de afkoelfase) en gedurende de antikreukfase om te signaleren dat het programma beëindigd is en dat het wasgoed uit de machine gehaald kan worden. Als alleen het lampje knippert, dan betekent dat dat het programma volledig beëindigd is en dat de machine gestopt is. 5 Controlelampje “lage temperatuur” Dit lampje brandt als de betreffende toets ingedrukt is. 6 Toets “start” Na instelling van het programma drukt u op deze toets om het programma te starten. Een akoestisch signaal klinkt. Indien de deur tijdens de afwerking van het programma geopend wordt, moet deze toets na het sluiten van de deur weer ingedrukt worden om het programma voort te zetten. De start-toets moet ook ingedrukt worden als een stroomonderbreking geweest is. In beide gevallen knippert het lampje of al naar de lopende fase. 37 NEDERLANDS AE 2040 9 Programmakiezer De programmakiezer kan rechtsom en linksom gedraaid worden. U hebt de keuze uit automatische droogprogramma’s en de op tijd drogen programma’s voor het nadrogen van enkele kledingstukken. Om een programma te annuleren draait u de programmakiezer op “0”. Na het drogen moet de programmakiezer op “0” gedraaid worden. 38 Automatische droogprogramma’s Katoen en linnen Synthetica Droogtegraad Belading in kg drooggewogen wasgoed Extra droog 5 Kastdroog (*) 5 Licht vochtig 5 Strijkdroog (*) 5 Mangeldroog 5 Extra droog 2,5 Kastdroog (*) 2,5 Licht vochtig 2,5 (*) Programma’s volgens CEI 1121. Op tijd droogen Soort textiel Tijdsduur in min. Belading in kg drooggewogen wasgoed Katoen en linnen 60 5 Synthetica 30 2,5 De droogduur hangt af van verschillende factoren: - soort wasgoed - vulgewicht - centrifugetoerental Afkoelen De programmastand AFKOELEN kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten gehangen zou hebben, gebruikt worden. Belading Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmiddel: l l l katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen synthetica: halfvolle belading fijne was: éénderde van de trommel 39 NEDERLANDS Soort textiel 8. START-toets indrukken: het programma begint en het controlelampje licht op. Gebruik Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de trommel met enkele licht vochtige, schone doeken te vullen en de machine circa 30 minuten te laten werken: AAN/UIT-toets indrukken, programma 30 MIN kiezen en Start-toets indrukken. Hierdoor worden eventuele vettige of stoffige restanten van het productieproces verwijderd. START T0008S Volgorde van handelen Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten vóór beëindiging van het programma automatisch de afkoelfase ingeschakeld. Het betreffende lampje licht op. 1. Het toestel aansluiten. 2. De deur openen (toets “Deur open” indrukken). 3. Het wasgoed in de machine doen. Als u, na het beëindigen van het programma, de was niet direkt uit de machine neemt, zal de antikreukfase beginnen. De machine laat om de 10 seconden een zoemtoon horen. De controlelampjes en knipperen afwisselend. De machine stopt automatisch aan het einde van de antikreukfase, het controlelampje knippert en het lampje “AAN/UIT” blijft ingeschakeld. 4. Deur sluiten. 5. AAN/UIT-toets indrukken: het betreffende controlelampje licht op. AAN/UIT Na het drogen T0007S l Programmakiezer op “O” draaien. l Toestel uitschakelen (AAN/UIT-toets indrukken), het betreffende lampje gaat uit. l Het stoffilter reinigen (zie blz. 42) 6. Droogprogramma instellen. AFKOEL EN 0 30 MIN KATOEN EXTRA DR OOG KAST DR OOG LICHT VO CHTIG STRUKDR OOG MANGELD ROOG 7. Toets “Lage temperatuur” eventueel indrukken. LAGE TEMPERATUUR 40 l Praktische tips Maximaal vulgewicht benutten! U droogt het zuinigst, als u zich aan de vulgewichten houdt, die in de programmatabel vermeld staan. Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige droging en te lange droogtijd, waardoor ook het energieverbruik onnodig toeneemt. Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder economisch. De volgende symbolen zijn van belang voor het drogen: normaal drogen (normale temperatuur) voorzichtig drogen (lage temperatuur) mag niet machinaal gedroogd worden l Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging. l Dekbedovertrekken en kussenslopen dichtmaken, anders verzamelen zich hierin kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haakoogsluitingen dichtdoen, losse banden en ceintuurs samenknopen. n Het wasgoed voor het drogen goed centrifugeren. l Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en droogtegraad. l Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen van de gewenste droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder goed strijken. l Om het statisch worden (knetteren en kleven) van synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren wij u in de wasautomaat een wasverzachter te gebruiken. l Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden met het feit dat deze textiel, al naar gelang de kwaliteit, krimpt. l Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch nog vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat is met name het geval bij dikke kragen, manchetten en zomen. U kunt deze kledingstukken nadrogen, hierbij de machine op minstens 30 minuten instellen. Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij helpen: Badjas 1200 g Beddelaken 500 g Blouse 100 g Dekbedovertrek 700 g Handdoek 200 g Herenoverhemd 200 g Kussensloop 200 g Nachthemd/pyjama Ondergoed 200-500 g 250 g Tafellaken 200-300 g Theedoek 100 g Werkjas 300-600 g Belangrijk: l Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van synthetische vezels, wol, zijde, textiel met metalen versieringen, nylons, grote stukken wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden. Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een kleedje. Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem deze artikelen niet in de trommeldroger te drogen. 41 NEDERLANDS l Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket. Onderhoud Het luchtkanaal Neem de stekker uit het stopcontact of trek, indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT. U kunt het luchtkanaal af en toe reinigen, u doet dit wanneer u grote hoeveelheden pluis ziet. Gebruik hiervoor een stofzuiger. De buitenkant De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. P1058 Het filter Vóór u een nieuwe lading wasgoed gaat drogen, moet het filter beslist schoon zijn. Trek het filter omhoog uit z’n houder en verwijder het viltachtige stof. P1026 Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis. Dit pluis ontstaat door het dragen van de kleding of het gebruiken van de textiel. Het wordt door de wind weggeblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn droogt en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als u binnenshuis droogt. Het verdient aanbeveling om na iedere droogbeurt de pluizen rondom de filter- en luchtkanaalhouder in de binnendeur met een vochtige doek te verwijderen. 42 Eenvoudige storingen l Storingen l Mogelijke oorzaken l De droger start niet l De vuldeur is niet goed gesloten. l De groepzekering is defect of uitgeschakeld. Probeerde u de droger te starten terwijl de wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN staat? Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat aan het spoelen toe is. l Er is geen programma ingesteld. l START-toets niet ingedrukt. l Het filter is verontreinigd. l Mogelijk had u toch een ander programma moeten kiezen. l De trommel is te vol. l Had u de toets voor lage temperatuur ingedrukt, terwijl de betreffende wassoort op vol vermogen gedroogd had moeten worden? l De was is niet voldoende gecentrifugeerd. l De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het betreffende hoofdstuk. n De was wordt niet goed droog Knipperen de controlelampjes van het programmaverloop en het lampje van de toets “LAGE TEMPERATUUR” aan het begin van het programma of gedurende het programma, van rechts naar links, dan moet u de droger door het indrukken van de AAN/UIT-toets uitschakelen. Het toestel weer inschakelen en op de START-toets drukken. Als de storing blijft bestaan, belt u de servicedienst. Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd het modelnummer en het productnummer bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen. 43 NEDERLANDS Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

ZANKER AE2040 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor