MARYNEN CMD770RE Handleiding

Type
Handleiding
TROMMELDROGER
CMD 770 RE
GEBRUIKSAANWIJZING
125995480
Verstandig besluit
2
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het
toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende
eigenaar van het toestel.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
3
Inhoud
Aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Energie-spaartips . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Uw nieuwe wasdroger . . . . . . . . . . . . . .6
Beschrijving van de machine . . . . . .6
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
l
Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
l
Aanbrengen van een luchtafvoerslang . . . . . . . .7
l
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
l
Verbindingsset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
l
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
l
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-10
l
Droogprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
l
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
l
Praktische tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
l
De buitenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
l
Het filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
l
Het luchtkanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Eenvoudige storingen . . . . . . . . . . . . . .15
Technische gegevens
AFMETINGEN: hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 60 cm
NETSPANNING/FREQUENTIE: 220/230 V/50 Hz
AANSLUITWAARDE: 2600 W
ZEKEREN MET MINIMAAL: 16 A
CAPACITEIT: katoen en linnen 5,0 kg
synthetica 2,5 kg
VERBRUIKSWAARDEN: katoen en linnen 3,3 kWh (5 kg kastdroog)
katoen en linnen 2,7 kWh (5 kg strijkdroog)
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG.
4
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Installatie
l
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
l
Overtuig u ervan dat na de installatie of het
verplaatsen het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
l
Gebruik het toestel alleen voor het drogen van
huishoudtextiel.
l
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
l
Druipende (niet gecentrifugeerde) was mag nooit
in de trommeldroger gestopt worden.
l
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de trommeldroger.
l
Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de
kleding achtergebleven is.
l
Laat de deur op een kier staan indien het
apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de
rubbermanchet.
l
Het apparaat nooit gebruiken zonder filter of als
het filter beschadigd is. Dit kan gevaar voor
brand opleveren.
l
In het apparaat geen sportschoenen drogen,
deze kunnen tussen de trommel en de deur gaan
zitten waardoor de trommel geblokkeerd wordt.
Algemene veiligheid
l
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen ervan te
veranderen.
l
Tracht in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/
of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de
servicedienst van de fabrikant of door een door de
fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
l
Reparaties welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel
leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
5
Energie-Spaartips
Veiligheid van kinderen
l
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische toestellen.
Zorg daarom voor het nodige toezicht als de
machine aanstaat en laat kinderen niet met de
machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
l
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
l
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet
in de trommel van de wasdrooger kunnen
klimmen.
l
Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
U kunt het energieverbruik van de wasdroger zo laag
mogelijk houden, door de volgende regels in acht te
nemen.
l Probeer zo vaak mogelijk de machine met de
maximaal toegestane hoeveelheid wasgoed te
beladen, zie het programma-overzicht op
bladzijde 11. Kleine hoeveelheden drogen is altijd
minder economisch.
l De natte was moet goed gecentrifugeerd
zijn
. Hoe hoger het centrifugeertoerental hoe
korter de benodigde droogtijd en dus ook de
daarvoor benodigde energie.
l Vermijdt overdroging door het zorgvuldig kiezen
van het programma resp. van de gewenste
droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich
minder goed strijken.
l Om de maximale capaciteit van de machine te
kunnen benutten, kunt u wasgoed voor kast- en
strijkdroog samen drogen. U stelt dan het
programma voor strijkdroog in. Als dat beëindigd
is haalt u de strijkdroge was uit de machine en
laat u de rest enige tijd nadrogen.
l Reinigen van de pluizenzeef na iedere droogbeurt
voorkomt te lange droogtijden en een hoger
energieverbruik.
l De temperatuur in het vertrek waar de droger
staat mag, tijdens het in bedrijf zijn, + 35°C niet
overschrijden.
Afvalverwerking
6
Uw nieuwe wasdroger
Beschrijving van de machine
Ongeacht de weersomstandigheden en de gesteldheid van de buitenlucht, waarborgt de wasdroger altijd een
frisse en zacht aanvoelende was.
Zorgvuldige ontwikkeling en strenge kwaliteitsbewaking tijdens de productie garanderen een lange levensduur
voor de wasdroger.
01 Bedieningspaneel
02 Filter
03 Typeplaatje
04 Luchtkanaal
05 Verstelbare voeten
06 Luchtafvoer aan de zijkant
07 Luchtafvoer aan de achterkant
08 Luchtafvoer aan de zijkant
3
5
1
2
4
6
C
M
D
7
7
0
RE
1
2
3
4
6
7
DROGEN
AFKOELEN
EINDE PROGRAMMA
ANTIKREUK
5,0
5,0
5,0
5,0
5,0
2,5
2,5
2,5
FIJNE WAS EN SYNTHETICA
WITTE EN BONTE WAS
KASTDROOG
LICHT VOCHTIG
STRIJKDROOG
MANGELDROOG
EXTRA DROOG
KASTDROOG
LICHT VOCHTIG
EXTRA DROOG
OP TIJD DROGEN = 60'-30'
DEUR
OPENEN
AAN/UIT
LAGE
TEMPERATUUR
ZOEMER
UIT
START
7
8
7
Installatie
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd
vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige
lucht produceert.
Er moet een mogelijkheid zijn om een venster te
openen of een afzuigventilator in te schakelen. Een
betere methode is het aanbrengen van een
luchtafvoerslang naar buitenshuis.
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel
mogelijk stofvrij gehouden worden.
De wasdroger kan op iedere soort vloer geplaatst
worden. Belangrijk is echter dat hij waterpas
opgesteld wordt. Daartoe dienen de stelvoeten.
De voeten mogen niet verwijderd worden.
De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen
zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het
rooster aan de achterkant niet door obstakels in z’n
ventilatiefunctie belemmerd kan worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping
van warmte voordoen, hetgeen schade aan de
motor kan veroorzaken.
Onder de bodem van de machine moet een vrije
luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt,
bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat
de machine schade toe kan brengen.
Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de
droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet
overschrijden.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de
achterkant plaatsvinden.
De niet gebruikte openingen moeten met de
meegeleverde deksels afgesloten worden.
Aanbrengen van een luchtafvoerslang
De beste methode om het vocht kwijt te raken is een
afvoer naar buitenshuis. Daarvoor gebruikt u een
flexibele afvoerslang van 100 mm ø, welke u door
middel van de meegeleverde adapter «A» op één
van de afvoeropeningen aansluit. De afvoerslang is
verkrijgbaar bij ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
De droger verlaat de fabriek met de luchtafvoer aan
de rechterkant klaar voor het aanbrengen van de
luchtafvoerslang. Als u de slang aan de linkerkant of
aan de achterzijde wilt verbinden, dient u contact op
te nemen met de ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe
groter de kans is dat in de slang vocht tot water
condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich
ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug
in de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het
laagste punt van de slang en zet of hang er een
bakje onder (zie figuur punt «B»).
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig
mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de
werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op
vorming van condenswater binnen de slang.
Sluit de afvoerslang niet op een bestaand
kanaal aan.
De luchtverversing moet tenminste 150 m
3
/h kunnen
bedragen.
De andere kant van de slang sluit u aan op een
muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er
geen regenwater in kan lopen; dus overkappen of
naar buiten toe omlaag richten.
P0055
P1047
B
P1027
A
8
Beveiligingen tegen regen- en windinslag in
doorvoeren bestaan meestal uit beweegbare klepjes
of lamelletjes. Ze kunnen bij sterke wind dichtslaan,
of na verloop van tijd niet meer open gaan (roest,
vuil). Dan hebt u een afvoerprobleem, let daar dus
op.
Is het vertrek op een sterke centrale afzuiging
aangesloten, dan kan die afzuiging problemen
veroorzaken. Is de benodigde droogtijd veel te lang,
schakel de afzuiging dan uit of sluit het afzuigrooster
af tijdens het in werking zijn van de droger.
Indien de droger tussengebouwd wordt, overtuigt u
zich er dan van dat de afvoerslang niet geknikt kan
raken.
Bij een gedeeltelijk geknikte of beknelde slang zal de
benodigde droogtijd toenemen en daarmee ook het
energieverbruik.
Bij een totaal geblokkeerde slang schakelt een
interne beveiliging tegen oververhitting het
verwarmproces automatisch uit.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Verbindingsset
Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset
leveren, waarmee u de droger veilig op uw
wasautomaat kunt plaatsen. Dat bespaart u
aanzienlijk ruimte.
Deurdraairichting
Het wijzigen van de deurdraairichting dient te
worden uitgevoerd door de ELGROEP
Fabrieksservice.
P1044
9
Bediening
Bedieningspaneel
1 Toets “deur openen”
Door deze toets in te drukken opent u de deur.
2 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
3 Controlelampje
Dit lampje brandt als de machine INgeschakeld is en
gaat uit als de machine UITgeschakeld wordt.
4 Toets “lage temperatuur”
Druk deze toets voortijds in als u fijne was gaat
drogen.
Het betreffende lampje licht op en een akoestisch
signaal klinkt.
5 Controlelampje “lage
temperatuur”
Dit lampje brandt als de betreffende toets ingedrukt
is.
6 Toets “zoemer uit”
Druk deze toets voortijds in als u niet wilt dat de
machine tijdens de antikreukfase een zoemtoon laat
horen.
7 Controlelampje “zoemer uit”
Dit lampje brandt als de betreffende toets ingedrukt
is.
8 Toets “start”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten. Een akoestisch
signaal klinkt.
Indien de deur tijdens de afwerking van het
programma geopend wordt, moet deze toets na
het sluiten van de deur weer ingedrukt worden
om het programma voort te zetten.
De start-toets moet ook ingedrukt worden als een
stroomonderbreking geweest is. In beide gevallen
knippert het lampje of al naar de lopende
fase.
9 Indicatie van het
programmaverloop
De lampjes geven volgende functies aan:
Controlelampje “drogen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de droogfase
is.
Controlelampje “afkoelen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase
is. Deze fase duurt 10 minuten.
Als het controlelampje of knippert dan
betekent dat dat de START-toets ingedrukt moet
worden om het programma opnieuw te starten.
Controlelampje “einde programma”
Dit lampje knippert aan het einde van de
antikreukfase.
Controlelampje “antikreukfase”
De lampjes en knipperen afwisselend aan
het einde van het programma (na de afkoelfase) en
gedurende de antikreukfase om te signaleren dat het
programma beëindigd is en dat het wasgoed uit de
machine gehaald kan worden.
Als alleen het lampje knippert, dan betekent dat
dat het programma volledig beëindigd is en dat de
machine gestopt is.
DROGEN
AFKOELEN
EINDE PROGRAMMA
ANTIKREUK
CMD 770 RE
1
2
3
4
5
6
7
8
5,0 kg
5,0 kg
5,0 kg
5,0 kg
5,0 kg
2,5 kg
2,5 kg
2,5 kg
FIJNE WAS EN SYNTHETICA
WITTE EN BONTE WAS
KASTDROOG
LICHT VOCHTIG
STRIJKDROOG
MANGELDROOG
EXTRA DROOG
KASTDROOG
LICHT VOCHTIG
EXTRA DROOG
DEUR
OPENEN
AAN/UIT
LAGE
TEMPERATUUR
ZOEMER
UIT
START
OP TIJD DROGEN = 60'-30'
123456789 10
10
10 Programmakiezer
De programmakiezer kan rechtsom en linksom
gedraaid worden.
U hebt de keuze uit automatische
droogprogramma’s en de op tijd drogen
programma’s voor het nadrogen van enkele
kledingstukken.
Om een programma te annuleren draait u de
programmakiezer op “0”.
Na het drogen moet de programmakiezer op “0”
gedraaid worden.
11
Automatische droogprogramma’s
Soort textiel Programma/ Belading in kg
Droogtegraad drooggewogen
wasgoed
1 Extra droog 5
2 Kastdroog (*) 5
Katoen en linnen 3 Licht vochtig 5
4 Strijkdroog (*) 5
5 Mangeldroog 5
6 Extra droog 2,5
Synthetica 7 Kastdroog (*) 2,5
8 Licht vochtig 2,5
(*) Programma’s volgens CEI 1121.
Op tijd drogen 60’-30’
Soort textiel Tijdsduur Belading in kg
in min. drooggewogen
wasgoed
Katoen en linnen 60 5
Synthetica 30 2,5
De droogduur hangt af van verschillende factoren:
- soort wasgoed
- vulgewicht
- centrifugetoerental
Afkoelen
De programmastand kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten gehangen zou
hebben, gebruikt worden.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
l katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen
l synthetica: halfvolle belading
l fijne was: éénderde van de trommel
12
Gebruik
Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de
trommel met enkele licht vochtige, schone doeken
te vullen en de machine circa 30 minuten te laten
werken: AAN/UIT-toets indrukken, programma
30 MIN kiezen en Start-toets indrukken. Hierdoor
worden eventuele vettige of stoffige restanten van
het productieproces verwijderd.
Volgorde van handelen
1. Het toestel aansluiten.
2. De deur openen (toets “Deur openen” indrukken).
3. Het wasgoed in de machine doen.
4. Deur sluiten.
5. AAN/UIT-toets indrukken: het betreffende
controlelampje licht op.
6. Droogprogramma instellen.
7. Toets “Lage temperatuur” en/of “Zoemer uit”
eventueel indrukken.
LAGE
TEMPERATUUR
ZOEMER
UIT
2
T0003S
AAN/UIT
8. START-toets indrukken: het programma begint
en het controlelampje licht op.
Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten
vóór beëindiging van het programma automatisch
de afkoelfase ingeschakeld. Het betreffende lampje
licht op.
Als u, na het beëindigen van het programma, de was
niet direkt uit de machine neemt, zal de
antikreukfase beginnen.
Bij niet ingedrukte “Zoemer uit” toets laat de
machine om de 10 seconden een zoemtoon horen.
De controlelampjes en knipperen
afwisselend. De machine stopt automatisch aan het
einde van de antikreukfase, het controlelampje
knippert en het lampje “AAN/UIT” blijft
ingeschakeld.
Na het drogen
l
Programmakiezer op “O” draaien.
l
Toestel uitschakelen (AAN/UIT-toets indrukken),
het betreffende lampje gaat uit.
l
Het stoffilter reinigen (zie blz. 14)
T0011S
START
13
Praktische tips
l
Maximaal vulgewicht benutten!
U droogt het zuinigst, als u zich aan de
vulgewichten houdt, die in de programmatabel
vermeld staan.
Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige
droging en te lange droogtijd, waardoor ook het
energieverbruik onnodig toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder
economisch.
Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij
helpen:
Badjas 1200 g
Beddelaken 500 g
Blouse 100 g
Dekbedovertrek 700 g
Handdoek 200 g
Herenoverhemd 200 g
Kussensloop 200 g
Nachthemd/pyjama 200-500 g
Ondergoed 250 g
Tafellaken 200-300 g
Theedoek 100 g
Werkjas 300-600 g
Belangrijk:
l
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van
synthetische vezels, wol, zijde, textiel met
metalen versieringen, nylons, grote stukken
wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens,
slaapzakken en dekbedden mogen niet in de
machine gedroogd worden.
Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten
mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen
elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel
bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een
kleedje.
Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen
krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem
deze artikelen niet in de trommeldroger te
drogen.
l
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is
om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen
daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor het
drogen:
normaal drogen (normale temperatuur)
voorzichtig drogen (lage temperatuur)
mag niet machinaal gedroogd worden
l
Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg
zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met
dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier
voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging.
l
Dekbedovertrekken en kussenslopen
dichtmaken, anders verzamelen zich hierin
kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haak-
oogsluitingen dichtdoen, losse banden en
ceintuurs samenknopen.
n
Het wasgoed voor het drogen goed
centrifugeren.
l
Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en
droogtegraad.
l
Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen
van de gewenste droogtegraad. Te droog
wasgoed laat zich minder goed strijken.
l
Om het statisch worden (knetteren en kleven) van
synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren
wij u in de wasautomaat een wasverzachter te
gebruiken.
l
Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet
overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden
met het feit dat deze textiel, al naar gelang de
kwaliteit, krimpt.
l
Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch
nog vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat
is met name het geval bij dikke kragen,
manchetten en zomen. U kunt deze
kledingstukken nadrogen, hierbij de machine op
minstens 30 minuten instellen.
14
Onderhoud
Neem de stekker uit het stopcontact of trek,
indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT.
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en een
neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
Het filter
Vóór u een nieuwe lading wasgoed gaat drogen,
moet het filter beslist schoon zijn.
Trek het filter omhoog uit z’n houder en verwijder
het viltachtige stof.
Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis.
Dit pluis ontstaat door het dragen van de kleding of
het gebruiken van de textiel. Het wordt door de wind
weggeblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn
droogt en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als
u binnenshuis droogt.
Het verdient aanbeveling om na iedere
droogbeurt de pluizen rondom de filter- en
luchtkanaalhouder in de binnendeur met een
vochtige doek te verwijderen.
P1026
Het luchtkanaal
U kunt het luchtkanaal af en toe reinigen, u doet dit
wanneer u grote hoeveelheden pluis ziet.
Gebruik hiervoor een stofzuiger.
P1058
15
Eenvoudige storingen
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
belt u dan de servicedienst. Houd het modelnummer
en het productnummer bij de hand; de servicedienst
zal u erom vragen.
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
l
Storingen
l
Mogelijke oorzaken
l
De droger start niet
l De vuldeur is niet goed gesloten.
l De groepzekering is defect of uitgeschakeld.
Probeerde u de droger te starten terwijl de
wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN
staat?
Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat
aan het spoelen toe is.
l Er is geen programma ingesteld.
l START-toets niet ingedrukt.
n
De was wordt niet goed droog
l Het filter is verontreinigd.
l Mogelijk had u toch een ander programma
moeten kiezen.
l De trommel is te vol.
l Had u de toets voor lage temperatuur ingedrukt,
terwijl de betreffende wassoort op vol vermogen
gedroogd had moeten worden?
l De was is niet voldoende gecentrifugeerd.
l De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het
betreffende hoofdstuk.
Knipperen de controlelampjes van het programmaverloop en het lampje van de toets “LAGE
TEMPERATUUR” en “ZOEMER UIT” aan het begin van het programma of gedurende het programma,
van rechts naar links, dan moet u de droger door het indrukken van de AAN/UIT-toets uitschakelen.
Het toestel weer inschakelen en op de START-toets drukken. Als de storing blijft bestaan, belt u de
servicedienst.
Z
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

MARYNEN CMD770RE Handleiding

Type
Handleiding