Bauknecht KGNXL 19 A3+ IN Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Gids voor Gezondheid & Veiligheid, Gebruik & Verzorging
en Installatie
www.bauknecht.eu/register
2
NEDERLANDS .....................................3
NL
3
NEDERLANDS
Gids voor GEZONDHEID & VEILIGHEID,
GEBRUIK & VERZORGING en INSTALLATIE
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN BAUKNECHT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op
www.bauknecht.eu/register
Index
Gids voor Gezondheid en Veiligheid
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................................................ 4
MILIEUTIPS ...............................................................................................6
CONFORMITEITSVERKLARING ............................................................................6
PRODUCTBESCHRIJVING .................................................................................7
APPARAAT .................................................................................................7
BEDIENINGSPANEEL ........................................................................................8
DEUR ......................................................................................................9
KOELKASTVERLICHTING ....................................................................................9
SCHAPPEN ................................................................................................. 9
VENTILATOR + ANTIBACTERIEEL FILTER .....................................................................9
IJSVRIJ KOELKAST COMPARTIMENT .........................................................................9
IJSVRIJ VRIESCOMPARTIMENT ..............................................................................10
ACCESSOIRES .............................................................................................10
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ...........................................................................12
EERSTE GEBRUIK ..........................................................................................12
INSTALLATIE ..............................................................................................12
DAGELIJKS GEBRUIK .......................................................................................13
FUNCTIES .................................................................................................13
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN ................................................................16
OPSLAAN VAN ETENSWAAR EN DRANKEN ..................................................................17
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT ........................................20
ONDERHOUD EN REINIGING .............................................................................21
GIDS VOOR PROBLEEMOPLOSSING EN CONSUMENTENSERVICE ........................................22
FUNCTIONELE GELUIDEN ..................................................................................22
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING ...............................................................23
CONSUMENTENSERVICE ...................................................................................25
Gids voor Gebruik en Verzorging
Installatiegids ............................................................................................26
4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
BELANGRIJK MOET WORDEN
GELEZEN EN IN ACHT
GENOMEN
Lees voordat u het apparaat gaat
gebruiken deze
veiligheidsinstructies.
Bewaar ze voor toekomstige
raadpleging.
Deze instructies en het apparaat
zelf zijn voorzien van belangrijke
veiligheidsaanwijzingen, die te
allen tijde moeten worden
opgevolgd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade die
het gevolg is van het niet opvolgen
van deze veiligheidsinstructies,
oneigenlijk gebruik of een foute
programmering van de
regelknoppen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge
kinderen (3-8 jaar) dienen op
afstand van het apparaat
gehouden te worden, tenzij ze
onder voortdurend toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar en personen
met verminderde fysieke,
sensorische of mentale vermogens
of gebrek aan ervaring en kennis,
mogen dit apparaat gebruiken
indien ze onder toezicht staan of
instructies hebben ontvangen over
veilig gebruik en de mogelijke
gevaren ervan begrijpen. Kinderen
mogen niet spelen met het
apparaat. De reiniging en het
onderhoud mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd
zonder toezicht.
TOEGESTAAN GEBRUIK
VOORZICHTIG: Het apparaat is
niet geschikt voor inwerkingstelling
met een externe timer of
afzonderlijk systeem met
afstandsbediening.
Het apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk, niet
professioneel gebruik.
Gebruik het apparaat niet
buitenshuis.
Geen ontplofbare brandbare
stoen, zoals spuitbussen opslaan
en geen benzine of andere
brandbare materialen gebruiken in
of in de buurt van het apparaat: er
kan brand ontstaan vliegen als het
apparaat per ongeluk wordt
ingeschakeld.
• Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik in huishoudelijke en
gelijkaardige toepassingen zoals:
– personeelskeukens in winkels,
kantoren en andere
werkomgevingen;
- cottages en door klanten in
hotels, motels en andere
residentiële omgevingen;
- bed- and breakfast omgevingen;
- catering en soortgelijke non-retail
toepassingen .
De lamp die in het apparaat wordt
gebruikt is speciek ontworpen
voor huishoudapparaten en is niet
geschikt voor ruimteverlichting (EC
Richtlijn Nr. 244/2009).
Het apparaat is bedoeld voor
gebruik op plaatsen waar de
temperatuur binnen het volgende
bereik komt, conform de
klimaatklasse op het typeplaatje.
Mogelijk werkt het apparaat niet
correct indien het lange tijd op een
temperatuur buiten het
aangegeven bereik wordt gebruikt.
Klimaatklasse Omg. (°C)
SN Van 10 tot 32
N Van 16 tot 32
ST Van 16 tot 38
T Van 16 tot 43
Dit apparaat bevat geen CFK. Het
koelcircuit bevat R600a (HC).
Apparaten met Isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat
geen schadelijke invloed heeft op
het milieu, maar wel ontvlambaar
is. Zorg er daarom voor dat de
koelcircuitleidingen niet
beschadigd raken. Let vooral op
beschadigde leidingen die tot het
leegraken van het koelcircuit
leiden.
WAARSCHUWING: Beschadig de
koelcircuitleidingen van het
apparaat niet.
WAARSCHUWING: Houd de
ventilatieopeningen in de
behuizing van het apparaat of in de
ingebouwde structuur vrij van
obstakels.
WAARSCHUWING: Gebruik geen
mechanische, elektrische of
chemische middelen behalve de
middelen aanbevolen door de
fabrikant om het ontdooiproces te
versnellen.
WAARSCHUWING: Gebruik of
plaats geen elektrische apparaten
binnenin de
apparaatcompartimenten indien
deze niet het type zijn dat
uitdrukkelijk is goedgekeurd door
de Fabrikant.
WAARSCHUWING: IJsmakers en/
of waterdispensers die niet
rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten,
mogen uitsluitend met
drinkwater worden gevuld.
WAARSCHUWING: Automatische
ijsmakers en/of waterdispensers
moeten worden aangesloten op
een waterleidingnet dat uitsluitend
drinkwater levert, met een
waterdruk tussen 0,17 en 0,81MPa
(1,7 en 8,1 bar).
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (bij enkele
modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die
net uit de vriezer komen, aangezien
deze vriesbrandwonden kunnen
veroorzaken.
Bij producten ontworpen voor
gebruik met een luchtlter in een
toegankelijke ventilatorafdekking,
moet het lter altijd zijn
aangebracht wanneer de koelkast
in bedrijf is.
Bewaar geen glazen containers
met vloeistoen in het
diepvriescompartiment, omdat ze
kunnen breken.
Blokkeer de ventilator (indien
aanwezig) niet met
levensmiddelen.
Nadat de levensmiddelen in het
apparaat zijn geplaatst dient
gecontroleerd te worden of de
deuren van de vakken goed sluiten,
met name de deur van het
vriesvak.
NL
5
Een beschadigde afdichting dient
zo snel mogelijk vervangen te
worden.
Gebruik het koelkastcompartiment
uitsluitend voor het bewaren van
vers voedsel en het
diepvriescompartiment uitsluitend
voor het bewaren van bevroren
voedsel, het invriezen van vers
voedsel en het maken van
ijsblokjes.
Vermijd het bewaren van
onverpakt voedsel in direct contact
met interne oppervlakken van de
koelkast- of
diepvriescompartimenten.
Apparaten kunnen over speciale
compartimenten beschikken (vak
voor verse etenswaar, nul graden-
vak,...). Indien niet anders
gespeciceerd in het betreende
productboekje kunnen deze
compartimenten verwijderd
worden en blijven daarbij
vergelijkbare prestaties
behouden.
C-pentaan wordt gebruikt als
blaasmiddel in het isolatieschuim
en is een licht ontvlambaar gas.
INSTALLATIE
Het apparaat moet gehanteerd en
geïnstalleerd worden door twee of
meer personen. Gebruik
beschermende handschoenen bij
het uitpakken en installeren van
het apparaat.
Installaties en reparaties moeten
worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd monteur, volgens
de instructies van de fabrikant en in
overeenstemming met de
plaatselijke
veiligheidsvoorschriften. Repareer
of vervang geen enkel onderdeel
van het apparaat, behalve als dit
expliciet aangegeven wordt in de
gebruikershandleiding.
De installatie mag niet door
kinderen worden uitgevoerd.
Tijdens het installeren moeten
kinderen er vandaan worden
gehouden. Houd, tijdens en na de
installatie, het verpakkingsmateriaal
(plastic zakken, onderdelen van
polystyreen, enz.) buiten het bereik
van kinderen.
Zorg dat u de vloer (bijv. parket)
niet beschadigt tijdens het
verplaatsen van het apparaat.
Installeer het apparaat op een vloer
of steun die sterk genoeg is om het
gewicht te kunnen hebben, en op
een plaats die geschikt is voor
grootte en gebruik.
Controleer na het uitpakken van
het apparaat of deze tijdens het
transport geen beschadigingen
heeft opgelopen. Neem in geval
van twijfel contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het
elektriciteitsnet, voordat u
installatiewerkzaamheden uitvoert.
Zorg er tijdens de installatie voor
dat het apparaat het netsnoer niet
beschadigt.
Om voor voldoende ventilatie te
zorgen dient er aan beide zijkanten
en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te
worden. De afstand tussen de
achterzijde van het apparaat en de
muur achter het apparaat dient
minimaal 50 mm te bedragen, om
contact met hete oppervlakken te
voorkomen. Bij minder ruimte aan
de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product
toe.
Het apparaat alleen activeren als de
installatie is voltooid.
Wacht minstens twee uur alvorens
het apparaat in te schakelen, om
zeker te stellen dat het koelcircuit
volledig eciënt is.
Installeer het product niet in de
buurt van een warmtebron.
ELEKTRISCHE
WAARSCHUWINGEN
Om ervoor te zorgen dat de
installatie voldoet aan de geldende
veiligheidsvoorschriften moet er
een multipolaire schakelaar met
een afstand van minstens 3 mm
worden gebruikt en moet het
apparaat geaard worden.
Vervang een beschadigde
stroomkabel door een soortgelijk
exemplaar. De stroomkabel mag
uitsluitend vervangen worden door
een gespecialiseerd monteur,
volgens de instructies van de
fabrikant en in overeenstemming
met de geldende
veiligheidsvoorschriften. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Als de bijgeleverde stekker niet
geschikt is voor uw stopcontact
neem dan contact op met een
erkende monteur.
De stroomkabel moet lang genoeg
zijn om het apparaat, nadat dit is
ingebouwd in het meubel, te
kunnen aansluiten op het
stopcontact van de netvoeding.
Niet aan de stroomkabel trekken.
Gebruik geen verlengkabels,
meervoudige stopcontacten of
adapters.
Gebruik het apparaat niet als het
netsnoer of de stekker beschadigd
is, als het apparaat niet goed werkt
of als het beschadigd of gevallen is.
Houd het snoer uit de buurt van
hete oppervlakken.
Als de installatie voltooid is, mogen
de elektrische onderdelen niet
meer toegankelijk zijn voor de
gebruiker.
Raak het apparaat niet aan met
vochtige lichaamsdelen en gebruik
het niet op blote voeten.
REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik geen stoomreinigers.
Draag bij reiniging en onderhoud
beschermende handschoenen.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het
elektriciteitsnet voordat u
onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
Gebruik op kunststof onderdelen,
binnen- en deurranden of
afdichtingen geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen
zoals ruitensprays, schurende
reinigingsmiddelen, brandbare
vloeistoen, schoonmaakwassen,
geconcentreerde
schoonmaakmiddelen,
bleekmiddelen en
reinigingsmiddelen die
aardolieproducten bevatten.
Gebruik geen papieren
handdoeken, schuursponsjes of
ander hard schoonmaakmateriaal.
6
MILIEUTIPS
VERWERKING VAN DE
VERPAKKING
De verpakking kan volledig
gerecycled worden, zoals door het
recyclingssymbool wordt aangegeven
. De diverse onderdelen van de
verpakking mogen daarom niet bij
het gewone huisvuil worden
weggegooid, maar moeten worden
afgevoerd volgens de plaatselijke
voorschriften.
AFVALVERWERKING
VAN HUISHOUDELIJKE
APPARATEN
Bij het afdanken van het apparaat
dient u het onbruikbaar te maken
door de stroomkabel af te snijden en
de deuren en schappen te
verwijderen (indien aanwezig), zodat
kinderen niet in het apparaat kunnen
klauteren en vast komen te zitten.
Dit apparaat is vervaardigd van
recyclebaar
of herbruikbaar
materiaal. Dank het apparaat af in
overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor
afvalverwerking.
Voor meer informatie over
behandeling, terugwinning en
recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke
instantie, de vuilnisophaaldienst of de
winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake
Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product
op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijke
schadelijke gevolgen voor het milieu
en de volksgezondheid te voorkomen,
die veroorzaakt zouden kunnen
worden door onjuiste verwerking van
dit product als afval.
Het symbool
op het product of
op de begeleidende documentatie
geeft aan dat dit apparaat niet als
huishoudelijk afval behandeld mag
worden, maar dat het ingeleverd
moet worden bij een speciaal
inzamelingscentrum voor de recycling
van elektrische en elektronische
apparatuur.
TIPS VOOR
ENERGIEBESPARING
Installeer het apparaat in een droge,
goed geventileerde ruimte, ver bij
eventuele warmtebronnen vandaan
(bijv. radiator, fornuis, etc.) en op een
plek die niet aan direct zonlicht wordt
blootgesteld. Gebruik indien nodig
een isolatieplaat.
Volg de installatie-instructies om
voldoende ventilatie te garanderen.
Door onvoldoende ventilatie aan de
achterzijde van het product neemt
het energieverbruik toe en neemt de
koeleciëntie af.
Wanneer de deur vaak wordt
geopend kan dit leiden tot een
verhoogd Energieverbruik.
De binnentemperatuur van het
apparaat en het Energieverbruik kan
beïnvloed worden door de
omgevingstemperatuur, hoe vaak de
deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat. Bij het instellen van de
temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Beperk het openen van deuren tot
een minimum.
Plaats diepgevroren etenswaar die u
wilt ontdooien in de koelkast. De lage
temperatuur van de diepgevroren
etenswaar koelt de etenswaar in de
koelkast.
Laat warme gerechten en dranken
eerst afkoelen voordat ze in het
apparaat geplaatst worden.
De positionering van de platen in de
koelkast heeft geen invloed op het
eciënte energiegebruik. De
etenswaar dient zodanig op de platen
geplaatst te worden om voor
voldoende luchtcirculatie te zorgen
(de verschillende etenswaar dient
elkaar niet te raken en de afstand
tussen de etenswaar en de
achterwand moet behouden blijven).
U kunt de opslagcapaciteit voor
ingevroren etenswaar vergroten door
opslagmanden en, indien aanwezig,
de Stop Frost-plaat te verwijderen en
daarbij een vergelijkbaar
energieverbruik behouden.
Producten van een hoge
energieklasse zijn uitgerust met een
hoogrendementsmotor die langer
blijft werken, maar een laag
energieverbruik hebben. Maakt u zich
dus geen zorgen als de motor langere
tijd blijft werken.
CONFORMITEITSVERKLARING
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
veiligheidsvoorschriften van de
Europese Richtlijnen:
LVD 2014/35/EU, EMC 2014/30/EU en
RoHS 2011/65/ EU.
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
voorschriften voor Ecodesign en
Energielabel van de EG-richtlijnen:
2009/125/EG en 2010/30/EU.
NL
7
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
Gids voor Gebruik en Verzorging
1. Groenten- en fruitbak*
2. Food Care Zone 0°C / Veilig
ontdooien
3. Flessenvak*
4. Vriezer en Opbergvak
5. Zuivelschap*
6. Beweegbare schappen
7. Temperatuurlampje*
8. Flessenrek*
9. Stelpootjes
* Afhankelijk van aantal en/of positie,
alleen voor bepaalde modellen
verkrijgbaar.
1
2
6
5
3
8
4
7
9
8
BEDIENINGSPANEEL
1. AAN/STAND-BY Controlelampje en toets
2. Temperatuurlampje koelkast
3. Toets koelkasttemperatuur/ Snel koelen
4. Vriesvaktemperatuur controlelampje
5. Toets vriezertemperatuur / Fast Freeze
6. Feestmodus-controlelampje
7. Alarmstop-toets (zie de onderstaande Alarmtabel)
8. Blackout-alarm - Lange blackout-alarm
controlelampje (zie de Gebruiksaanwijzingen)
1
2
4
5
7
8
3
6
NL
9
DEUR
OMKEREN VAN DE DEUR
Opmerking: De richting waarin de deur opengaat kan
worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door
Consumentenservice valt dit niet onder de garantie.
Het wordt aanbevolen om de scharnierzijde van de deur met
twee personen om te keren.
Volg de instructies in de Installatiegids.
KOELKASTVERLICHTING
Het verlichtingssysteem in het koelkastcompartiment
maakt gebruik van Led-verlichting voor een betere
verlichting en een zeer laag energieverbruik.
Als het systeem met ledverlichting niet werkt, contact
opnemen met de Consumentenservice om het te
laten vervangen.
Belangrijk: De binnenverlichting van het
koelkastcompartiment gaat branden wanneer de deur
van de koelkast geopend wordt. Als de deur langer
dan 10 minuten geopend blijft, wordt de verlichting
automatisch uitgeschakeld.
SCHAPPEN
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn
uitneembaar.
VENTILATOR + ANTIBACTERIEEL FILTER
De Ventilator verbetert de temperatuurverdeling
in het product, waardoor de levensmiddelen beter
geconserveerd worden.
Opmerking: Blokkeer het gebied van de luchtinlaat niet met
levensmiddelen.
Als het apparaat is voorzien van
de ventilator kan het ook uitgerust
worden met het antibacteriële lter.
Haal het lter uit de doos, die zich in
de crisperlade bevindt en plaats het
in de afdekking van de ventilator -
zoals op de afbeelding.
De vervangingsprocedure is
meegeleverd in de lterdoos.
IJSVRIJ KOELKAST
COMPARTIMENT
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats.
Het ontdooide water wordt automatisch afgevoerd
naar een afvoerslang die achter de multi flow zit
verborgen en wordt verzameld in een container, waar
het verdampt.
10
IJSVRIJ
VRIESCOMPARTIMENT
IJsvrije diepvriezers zorgen voor gekoelde
luchtcirculatie rond de opslagplaatsen en gaan
ijsvorming tegen, waardoor de noodzaak voor het
ontdooien volledig wordt weg genomen.
Ingevroren levensmiddelen blijven niet aan de
wanden kleven, de labels blijven leesbaar en de
opslagruimte blijft netjes.
ACCESSOIRES
EASY ICE FLESSENREK
NL
11
ACCESSOIRES
TEMPERATUURLAMPJE
Voor het vaststellen van de koelste plek in de
koelkast.
1. Controleer of er duidelijk OK op het lampje
verschijnt (zie de afbeelding hieronder).
2. Als het woord "OK" niet verschijnt betekent dit
dat de temperatuur te hoog is: stel een lagere
temperatuur in en wacht ongeveer 10 uur, totdat
de temperatuur gestabiliseerd is.
3. Controleer het controlelampje opnieuw:
eventueel na het eerste proces opnieuw
afstellen. Als er grote hoeveelheden voedsel
zijn toegevoegd, of als de koelkastdeur vaak is
geopend is het normaal dat het lampje geen
OK aangeeft. Wacht ten minste 10 uur voordat
de knop WERKING KOELKAST naar een hogere
instelling wordt gezet.
GROENTEN EN FRUITBAK*
De salade crispers die in de koelkast zijn gemonteerd
zijn speciaal ontworpen om fruit en groenten fris
en knapperig te houden. Open de vochtregelaar
(positie B) voor het opslaan van voedsel in een minder
vochtige omgeving, zoals fruit, of sluit het (positie
A) voor het opslaan van voedsel in een vochtiger
omgeving, zoals groente.
A
B
A
B
FOOD CARE ZONE 0°C / VEILIG ONTDOOIEN*:
Een compartiment dat is ontworpen om kwetsbaar
voedsel als vlees en vis vers te houden. De lage
temperatuur in het compartiment maakt het mogelijk
om op te slaan het voedsel maximaal een week op te
slaan - testen uitgevoerd op vleesproducten - zonder
dat de voedingsstoffen, het uiterlijk en de smaak
veranderen.
Het compartiment is ook zeer geschikt voor het
ontdooien van gezond voedsel, omdat ontdooien
op een lage temperatuur eventuele verspreiding van
micro-organismen voorkomt, terwijl de smaak en de
organoleptische eigenschappen worden beschermd.
Het is niet geschikt voor fruit, groenten en groene
sla. Maar het kan voor gevulde verse pasta worden
gebruikt en zelfs voor gekookt voedsel of restjes.
SCHAPPEN*
Vanwege de speciale geleiders zijn de schappen
uitneembaar en is de hoogte instelbaar, waardoor
grote bakken en voedsel eenvoudig opgeslagen
kunnen worden.
12
GEBRUIK VAN HET
APPARAAT
EERSTE GEBRUIK
IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken,
begint het apparaat automatisch te werken.
Wacht nadat u het apparaat heeft ingeschakeld,
minstens 4-6 uur voordat u levensmiddelen in het
apparaat legt.
Wanneer het apparaat wordt aangesloten op
de netvoeding wordt het display verlicht en
worden alle pictogrammen gedurende circa 1
seconde weergegeven. De standaardwaarden
(fabriekswaarden) van de instellingen van de koelkast
lichten op.
TEMPERATUURINSTELLING
Het apparaat wordt normaal in de fabriek ingesteld
op de aanbevolen medium temperatuur.
Voor details over het instellen van de temperatuur -
zie de SnelleReferentiegids.
Opmerking: De weergegeven temperatuurinstelling komt
overeen met de gemiddelde temperatuur in de hele koelkast
INSTALLATIE
EEN APPARAAT INSTALLEREN
Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er
aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en
de muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm te
bedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
50mm
50mm
INSTALLEREN VAN DE AFSTANDSSTUKKEN
Monteer de afstandsstukken op de bovenkant van de
condensator die op de achterkant van het apparaat zit
(volgens de tekening).
NL
13
DAGELIJKS GEBRUIK
DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER
VERGROTEN
het verwijderen van de opslagmanden, voor het
opslaan van grote producten.
de voedselproducten rechtstreeks op de schappen
van de vriezer leggen.
het verwijderen van extra verwisselbare accessoires.
Het luchtuitlaatgebied (aan de achterwand en aan
de onderkant in het product) niet blokkeren met
voedingsmiddelen.
Alle schappen en schuifmandjes zijn uitneembaar.
De binnentemperatuur van het apparaat kan
beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat. Bij het instellen van de temperatuur
moet rekening gehouden worden met deze
factoren.
Tenzij anders gespeciceerd zijn de accessoires van
het apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
FUNCTIES
AAN/STANDBY
Deze functie dient om de koelkast
Aan of in Stand-by te zetten. Om
het product in Stand-by te zetten,
houdt u de knop Aan/Stand-by 3
seconden ingedrukt.
Alle indicatorlampjes worden
uitgeschakeld behalve het
pictogram Aan/Stand-by , om
aan te geven dat het apparaat in
Stand-by staat.
Als het apparaat in Stand-by staat,
werkt de binnenverlichting van de
koelkast niet.
Bedenk wel dat het apparaat
op deze manier niet van de
elektrische voeding wordt
afgekoppeld.
Om het apparaat weer in te
schakelen houdt u de knop Aan/
Stand-by 3 seconden ingedrukt.
SMART DISPLAY
Deze optionele functie kan
gebruikt worden om energie te
besparen. Om het Smart Display
te activeren, drukt u 3 seconden
lang gelijktijdig op de toetsen
Koelkast °C en
Vriesvak °C tot een
geluidssignaal hoorbaar is.
Herhaal dezelfde procedure om
deze functie te deactiveren.
N.B.: deze functie ontkoppelt het
apparaat niet van de netvoeding,
maar vermindert alleen het
stroomverbruik van het externe
display.
6
TH
SENSE CONTROLELAMPJE
Deze functie werkt automatisch
om optimale omstandigheden
te behouden voor het bewaren
van de levensmiddelen. Als
er veranderingen zijn zal Pro
Fresh onmiddellijk de ideale
omstandigheden herstellen.
De resultaten zijn uitstekend:
versheid blijft over de koelruimte
tot 4 keer zo lang bewaard.
14
SNEL KOELEN
Met de functie Snel koelen kan
de koelcapaciteit in de koelkast
worden verhoogd. Het gebruik van
deze functie wordt aanbevolen
als u zeer veel levensmiddelen in
de koelkast plaatst. Houd de toets
Koelkast °C 3 seconden ingedrukt
om de functie Snel koelen in te
schakelen.
Na het inschakelen van de
functie wordt de Snel koelen
aangeduid door de Leds van
de koelkasttemperatuur, zoals
hiernaast aangeduid. De functie
wordt na 6 uur automatisch
uitgeschakeld en kan handmatig
worden uitgeschakeld door
nogmaals op de toets Koelkast °C
te drukken.
FAST FREEZE
Het gebruik van deze functie wordt
aanbevolen als u zeer veel in te
vriezen levensmiddelen in het
vriesvak plaatst.
24 uur voordat u verse
levensmiddelen invriest, indrukken
& ingedrukt houden gedurende 3
sec. de toets Vriesvak om de Fast
Freeze-functie in te schakelen.
Na het inschakelen van de
functie wordt de Fast Freeze
aangeduid door de Leds van
de diepvriestemperatuur, zoals
hiernaast aangeduid. Leg het in
te vriezen voedsel na 24 uur in de
bovenste korf van het vriesvak.
De functie wordt na 48 uur
automatisch uitgeschakeld en kan
handmatig worden uitgeschakeld
door nogmaals op de toets
Vriesvak °C te drukken.
TOETSENVERGRENDELING
Als deze functie is ingeschakeld,
kunnen de instellingen niet per
ongeluk gewijzigd worden en kan
het apparaat niet per ongeluk
uitgezet worden.
Om de toetsen te blokkeren,
drukt u 3 seconden lang op
de toets Feestmodus tot
het indicatorlampje van de
Toetsenblokkering op het
display wordt weergegeven en
er een geluidssignaal klinkt ter
bevestiging dat de functie is
geselecteerd. Na 3 seconden
brandt het lampje van de
Toetsenvergrendeling niet meer.
Wanneer het is ingeschakeld wordt
door het drukken op een van de
andere toetsen (behalve de toets
Feestmodus) een geluidssignaal
geactiveerd en gaat op het
display het indicatorlampje van de
Toetsenvergrendeling knipperen.
Wanneer de functie
Toetsenvergrendeling is
geactiveerd kan ieder alarm
gedeactiveerd worden.
Om de toetsen te deblokkeren
dezelfde procedure volgen
tot het controlelampje van
de Toetsenblokkering op het
display wordt weergegeven en
er een geluidssignaal klinkt ter
bevestiging dat de functie is
geselecteerd. Na 1 seconde brandt
het lampje niet meer.
FEESTMODUS
Gebruik deze functie om dranken
te koelen in het vriesvak. Druk
op de toets Feestmodus om deze
functie te activeren/deactiveren.
Zodra de Feestmodus is
geactiveerd, zal een geluidsalarm
u er na 30 minuten aan
herinneren de drank/fles uit het
diepvriescompartiment te nemen.
Om het alarm stil te zetten, drukt
u op de Alarmstop-toets of u
schakelt de functie uit door op de
Feestmodus-toets te drukken.
Belangrijk: laat de
fles nooit langer in het
diepvriescompartiment zitten dan
de functie actief is (30 minuten).
NL
15
ALARM DEUR OPEN
Het Alarm deur open wordt
geactiveerd als de deur langer dan
2 minuten open blijft staan.
Sluit de deur en druk op de
alarmstop om het geluidsalarm te
stoppen.
ALARM TEMPERATUUR
Het temperatuurdisplay knippert
(°C) en het controlelampje Alarm
blijft aan.
Druk op de stopalarmtoets
;
het geluidsalarm stopt, het
temperatuurdisplay (C°) knippert
en het alarmcontrolelampje
blijft branden tot een temperatuur
van < -10 °C is bereikt.
FEESTMODUSALARM
Het controlelampje Feestmodus
knippert en het geluidsalarm is
geactiveerd.
Druk op de toets Alarm stoppen
en verwijderde de fles uit de
diepvries.
LANGE BLACKOUTALARM
Het pictogram Blackout-alarm
blijft aan, het alarmcontrolelampje
knippert en het
temperatuurdisplay (°C) knippert.
Druk op de stopalarmtoets
;
het geluidsalarm stopt, het
temperatuurdisplay knippert en
het controlelampje alarm
blijft
branden tot een temperatuur van
< -10 °C is bereikt.
16
TIPS VOOR OPSLAG VAN
LEVENSMIDDELEN
KOELVAK
De koelkast is de ideale opslagplek voor kant-en-klare
maaltijden, verse en geconserveerde voedingswaren,
zuivelproducten, groente/fruit en dranken.
VENTILATIE
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak
resulteert in zones met verschillende temperaturen.
Het koudste gedeelte bevindt zich direct boven
de crisperlade voor groente en fruit en bij de
achterwand. Het warmste gedeelte bevindt zich
bovenaan de voorzijde van het koelvak.
Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger
energieverbruik en lagere koelprestaties.
De luchtslots niet met voedsel bedekken - ze zijn
geoptimaliseerd voor goede luchtcirculatie en
voedselbewaring.
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
› Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal,
aluminium en glas, of wikkel de levensmiddelen in
folie.
› Gebruik altijd afsluitbare houders voor vloeistoffen
en etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven
of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af.
› Levensmiddelen die een grote hoeveelheid
ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die
gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit, groenten
en salade, moeten altijd worden zodanig worden
gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet
achteruit gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met
kiwi's of kool bewaren.
› Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij
elkaar om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
› Om te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u
gebruik maken van de flessenhouder.
› Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de
koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven
de crisperlade voor groente en fruit te gebruiken,
aangezien dit de koelste plek in het koelvak is.› Let
er op dat de luchtslots niet door het voedsel worden
afgesloten.
› Let er op dat de luchtslots niet door het voedsel
worden afgesloten.
DE JUISTE PLEK VOOR VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
› Op de schappen van de koelkast: kant-en-klare
maaltijden, tropisch fruit, kazen, delicatessen.
› Op de koelste plek (boven de crisperlade voor fruit
en groenten): vlees, vis, vleeswaren, gebak
› In de crisperlade voor fruit en groenten: fruit, sla,
groente.
› In de deur: boter, jam, sauzen, augurken, blikjes,
flessen, drankkartons, eieren.
NL
17
OPSLAAN VAN ETENSWAAR
EN DRANKEN
Legenda
KOUDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van dranken,
melk en voedsel als zuivelproducten,
delicatessen, yoghurt, eieren, boter, sauzen,
augurken, desserts
FRUIT & GROENTELADE
KOUDERE ZONE:
FOOD CARE ZONE 0°C/ VEILIG
ONTDOOIEN*
Aanbevolen voor het bewaren van vlees,
vis, vleeswaren, gevulde verse pasta,
gekookt voedsel, restjes. Deze zone wordt
ook aanbevolen voor het ontdooien van
etenswaar.
LADE SNELVRIESGEDEELTE
Max koelzone aanbevolen voor het invriezen
van verse en gekookte levensmiddelen.
NORMALE DIEPVRIESLADEN
Aanbevolen voor het bewaren van
ingevroren voedsel en ijs.
Opmerking: De grijsschakering van de legenda
komt niet overeen met de kleur van de laden
18
DIEPVRIESCOMPARTIMENT
De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan
van ingevroren levensmiddelen, het maken van
ijsblokjes en het invriezen van verse levensmiddelen
in het vriesvak.
De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die
in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven
op het typeplaatje (kg/24h).
Wanneer u een kleine hoeveelheid voedsel heeft om
in de vriezer te bewaren is het aan te bevelen om de
koudste gedeeltes van uw diepvriescompartiment te
gebruiken, het middelste gebied..
TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN BEWAREN VAN
VERSE LEVENSMIDDELEN
› Wij raden aan om de bevroren levensmiddelen
van een etiket en datum te voorzien. Door een label
aan te brengen, kunt u levensmiddelen makkelijker
herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet
worden voordat de kwaliteit ervan afneemt. Vries
ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
› Voor het invriezen de verse levensmiddelen
wikkelen en luchtdicht verpakken in: aluminiumfolie,
plastic folie, lucht- en waterdichte plastic
zakken, polytheen containers met deksel of
diepvriescontainers die geschikt zijn voor het
invriezen van verse levensmiddelen.
› Het voedsel moet vers, rijp en van uitstekende
kwaliteit zijn voor het verkrijgen van een hoge
kwaliteit bevroren voedsel.
› Verse groenten en fruit moeten bij voorkeur zo snel
mogelijk worden bevroren, zodra ze zijn uitgekozen,
om de volledige oorspronkelijke voedingswaarde,
consistentie, kleur en smaak te bewaren. Enkele
vleessoorten (vooral wild) moet worden opgehangen
voordat dit wordt ingevroren.
› Warm voedsel altijd laten afkoelen voordat het in de
vriezer wordt geplaatst.
› Volledig of gedeeltelijk ontdooid voedsel meteen
opeten.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het
ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het
opnieuw worden ingevroren.
› Geen flessen met vloeistof invriezen.
› Gebruik de snelkoelfunctie om het koel- of
vriesproces te versnellen (zie Snelle Handleiding).
DIEPGEVROREN ETENSWAAR: WINKELTIPS
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
› Let op dat de verpakking niet beschadigd is
(bevroren voedsel in beschadigde verpakkingen
kan achteruit gaan). Indien de verpakking bol staat
of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij
optimale omstandigheden bewaard en het ontdooien
is mogelijk al begonnen.
› Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan
het einde van uw trip en vervoer het in een thermisch
geïsoleerde koeltas.
› Bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in
de vriezer leggen.
› Als het voedsel ook maar gedeeltelijk is ontdooid
niet opnieuw invriezen. Binnen 24 uur opeten.
› Temperatuurschommelingen voorkomen of tot een
minimum beperken. De uiterste houdbaarheidsdatum
op de verpakking moet worden gerespecteerd.
› Altijd kijken naar de opslaginformatie op de
verpakking.
NL
19
BEWAARTIJD
VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN
VLEES maanden STOOFVLEES maanden FRUIT maanden
Rundvlees
8 - 12
Vlees, gevogelte
2 - 3
Appels
12
Varkensvlees,
kalfsvlees
6 - 9
ZUIVELPRODUCTEN Abrikozen
8
Lamsvlees
6 - 8
Boter
6
Bramen
8 - 12
Konijnenvlees
4 - 6
Kaas
3
Zwarte/rode bessen
8 - 12
Gehakt/Orgaanvlees
2 - 3
Room
1 - 2
Kersen
10
Saucijzen
1 - 2
IJs
2 - 3
Perziken
10
GEVOGELTE Eieren
8
Peren
8 - 12
Kip
5 - 7
SOEP EN SAUZEN Pruimen
10
Kalkoen
6
Soep
2 - 3
Frambozen
8 - 12
Eetbare organen
gevogelte
2 - 3
Jus
2 - 3
Aardbeien
10
KREEFTACHTIGEN Pastei
1
Rabarber
10
Weekdieren, kreeft
1 - 2
Ratatouille
8 Vruchtensap
(sinaasappelsap,
citroensap,
grapefruitsap)
4 - 6
Krab, kreeft
1 - 2
GEBAK EN BROOD GROENTEN
SCHAALDIEREN Brood
1 - 2
Asperges
8 - 10
Oesters, zonder schaal
1 - 2
Taart (normaal)
4
Basilicum
6 - 8
VIS Gateaux (gebak)
2 - 3
Bonen
12
"vette vissoorten"
(zalm, haring, makreel)
2 - 3
Crêpes
1 - 2
Artisjok
8 - 10
"magere vissoorten"
(tong)
3 - 4
Ongebakken gebak
2 - 3
Broccoli
8 - 10
Quiche
1 - 2
Spruiten
8 - 10
Pizza
1 - 2
Bloemkool
8 - 10
Wortelen
10 - 12
Selderij
6 - 8
Paddenstoelen
8
Peterselie
6 - 8
Pepers
10 - 12
Erwten
12
Pronkbonen
12
Spinazie
12
Tomaten
8 - 10
Courgette
8 - 10
20
AANBEVELINGEN WANNEER HET
APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT
AFWEZIGHEID/VAKANTIE
Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen
levensmiddelen te consumeren en het apparaat te
ontkoppelen om energie te besparen.
VERHUIZEN
1. Haal alle uitneembare elementen uit het apparaat.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast
met plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar
klapperen of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het
steunvlak niet raken.
4. Sluit de deur en plak deze met plakband dicht
en plak ook de voedingskabel met plakband aan het
apparaat vast.
STROOMUITVAL
Als de stroom uitvalt dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang
de stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak
langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar
zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden
ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma
waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte
staat verkeren, kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze
manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo
lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en
zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer
niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs
beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die
het snelst bederven te consumeren.
Maak de ijsbak leeg.
NL
21
ONDERHOUD EN REINIGING
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak
de onderdelen van de koelkast nooit schoon met
licht ontvlambare vloeistoen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het
bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden
met middelen op basis van alcohol of daarvan
afgeleide stoen; gebruik in plaats daarvan een
droge doek.
› Reinig het apparaat regelmatig met een doek
en een oplossing van lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel, speciaal voor de binnenkant van
koelkasten.
› Reinig regelmatig de buitenkant van het apparaat
en de deurafdichting met een vochtige doek en
droog het met een zachte doek.
› De condensor aan de achterkant van het apparaat
moet regelmatig met behulp van een stofzuiger
worden schoongemaakt.
Belangrijk:
› De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op basis
van alcohol of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in
plaats daarvan een droge doek.
› De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt
van de ontdooibak en kunnen heet worden. Maak ze
regelmatig schoon met een stofzuiger.
22
GIDS VOOR PROBLEEMOPLOSSING EN
CONSUMENTENSERVICE
VOORDAT U DE CONSUMENTENSERVICE BELT...
De problemen bij het gebruik worden vaak
veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt
opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor
gereedschap nodig is.
FUNCTIONELE GELUIDEN
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal,
omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het
regelen van prestaties aanwezig zijn die automatisch
worden in- en uitgeschakeld.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN KUNNEN
WORDEN VERMINDERD DOOR MIDDEL VAN:
› Optillen van het apparaat en op een egaal
oppervlak installeren.
› Scheiden en vermijden van contact tussen het
apparaat en meubilair.
› Controleren of de interne onderdelen correct zijn
geplaatst.
› Controleren of de flessen en houders niet tegen
elkaar komen.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN DIE U
ZOU KUNNEN HOREN
Een sisgeluid bij het voor de
eerste keer of na een lange pauze
inschakelen van het apparaat.
Een borrelgeluid wanneer
koelmiddel de leidingen
instroomt.
BRRR geluid van de compressor
die loopt..
Een zoemgeluid wanneer de
waterklep of de ventilator begint
te werken.
Een kraakgeluid wanneer de
compressor start.
De KLIK is van de thermostaat die
afstelt hoe vaak de compressor
draait..
NL
23
HANDLEIDING VOOR
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
HET APPARAAT WERKT NIET Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat
zijn.
› Controleer of het netsnoer
met de juiste spanning in een
stopcontact zit.
› Controleer de beveiligingen en
zekeringen van het elektrische
systeem in uw huis
ER ZIT WATER IN DE
ONTDOOIBAK
Dit is normaal bij heet, vochtig
weer. De bak kan zelfs tot
halverwege gevuld raken.
› Zorg ervoor dat het apparaat
op niveau is, zodat het water niet
kan overlopen.
DE RANDEN VAN HET
APPARAAT DIE IN CONTACT
MET DE DEURAFDICHTING
KOMEN ZIJN WARM BIJ
AANRAKING
Dit is geen defect.
Dit is normaal bij een warm
klimaat en als de compressor in
werking is.
HET LAMPJE WERKT NIET Het lampje moet mogelijk
vervangen worden.
Het apparaat kan in Aan/Stand-
by modus staan.
› Controleer of de beveiligingen
en zekeringen van het elektrische
systeem in uw huis goed werken.
› Controleer of het netsnoer in
een stopcontact met de juiste
spanning zit.
› Mochten de Leds gebroken
zijn moet de gebruiker de
Servicedienst bellen om ze voor
hetzelfde type om te wisselen,
dat alleen te verkrijgen is bij
onze Servicecentra of bij erkende
dealers.
DE MOTOR LIJKT TE LANG IN
WERKING TE BLIJVEN
De tijd dat de motor draait
hangt van verschillende
factoren af: het aantal keren
dat de deur wordt geopend, de
hoeveelheid levensmiddelen die
in de koelkast wordt bewaard,
de kamertemperatuur en de
instelling van de thermostaten.
› Zorg ervoor dat controles
van het apparaat correct zijn
ingesteld.
› Controleer of er is niet een
grote hoeveelheid voedsel aan
het apparaat is toegevoegd.
› Controleer of de deur niet te
vaak geopend is.
› Controleer of de deur goed
gesloten is.
24
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
DE TEMPERATUUR VAN HET
APPARAAT IS TE HOOG
Dit kan verschillende oorzaken
hebben (zie 'Oplossingen').
› Zorg ervoor dat de condensor
(achter het apparaat) vrij is van
stof en pluizen.
› Zorg ervoor dat de deur goed
gesloten is.
› Zorg ervoor dat de
deurafdichtingen goed
vastzitten.
› Op warme dagen of als het
in de kamer warm is draait de
motor natuurlijk langer.
› Als de deur van het apparaat
een tijdje open is geweest of als
er grote hoeveelheden voedsel
zijn opgeslagen zal de motor
langer lopen, om de binnenkant
van het apparaat af te laten
koelen.
DE DEUREN GAAN NIET GOED
OPEN EN DICHT
Dit kan verschillende oorzaken
hebben (zie 'Oplossingen').
› Controleer of de
voedselpakketten niet de deur
blokkeren.
› Controleer of de interne
onderdelen of de automatische
ijsmaker niet uit positie zijn.
› Controleer of de
deurafdichtingen niet vuil of
kleverig zijn.
› Controleer of het apparaat op
niveau is.
NL
25
CONSUMENTENSERVICE
VOORDAT U DE CONSUMENTENSERVICE BELT 1. Controleer of u het probleem zelf kunt oplossen
aan de hand van de punten die beschreven zijn in
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING.
2. Het apparaat aan- en uitzetten om te controleren
of het probleem is opgelost
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES
DE STORING NOG STEEDS AANWEZIG IS,
CONTACT OPNEMEN MET DE DICHTSTBIJZIJNDE
CONSUMENTENSERVICE
Bel voor assistentie het nummer dat in het
garantieboekje staat, of volg de instructies op de
website www.bauknecht.eu
Vermeld altijd:
een korte beschrijving van de storing;
het type en het exacte model van het apparaat;
het servicenummer (nummer na het woord Service
op het typeplaatje). Het servicenummer staat ook in
het garantieboekje;
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien
reparatie noodzakelijk is (alleen dan heeft u zekerheid
dat originele vervangingsonderdelen worden
gebruikt en de reparatie correct wordt uitgevoerd).
26
50mm
x 1 x 1
x
1x
1
x 1
12
34
NL
27
56
78
9
28
10
11
14
16
15
12 13
NL
29
add handle her
e.
add handle here.
add handle here.
17
19
20
21
22
23
24
18
19514304102
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Bauknecht KGNXL 19 A3+ IN Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding