2-NL
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
INSTALLEER HET APPARAAT CORRECT ZODAT DE
BESTUURDER NIET DE MOGELIJKHEID HEEFT OM NAAR DE
TV/VIDEO TE KIJKEN TENZIJ HET VOERTUIG STILSTAAT EN DE
HANDREM IS AANGETROKKEN.
Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/video kijkt tijdens het
besturen van een voertuig. Wanneer dit apparaat niet correct wordt
geïnstalleerd, kan de bestuurder naar de tv/video kijken tijdens het
rijden. Dit kan de bestuurder afleiden, waardoor hij zijn aandacht niet
bij de weg houdt en er een ongeval wordt veroorzaakt. De bestuurder of
andere mensen kunnen ernstig gewond raken.
KIJK NIET NAAR DE VIDEO TIJDENS HET RIJDEN.
Het bekijken van de video kan de bestuurder afleiden, waardoor hij zijn
aandacht niet bij de weg houdt en er een ongeval wordt veroorzaakt.
GEBRUIK HET TOESTEL NIET WANNEER DIT U VERHINDERT
VEILIG MET UW VOERTUIG TE RIJDEN.
Wanneer een functie uw langdurige aandacht vereist, dient u eerst
volledig stil te staan voor u deze uitvoert. Parkeer uw voertuig steeds op
een veilige plaats voordat u een functie gaat gebruiken. Doet u dit niet,
dan loopt u het gevaar een ongeval te veroorzaken.
VOLG DE ROUTEAANWIJZINGEN NIET ALS HET
NAVIGATIESYSTEEM U OPDRAAGT EEN ONVEILIG OF
ONWETTIG MANOEUVRE UIT TE VOEREN OF U IN EEN
ONVEILIGE SITUATIE OF PLAATS DOET BELANDEN.
Dit product is geen vervangmiddel voor uw eigen inschattingsvermogen.
De routeaanwijzingen die door dit systeem worden aangereikt, mogen
nooit indruisen tegen plaatselijke verkeersvoorschriften of uw eigen
inschattingsvermogen of kennis betreffende het veilig besturen van een
voertuig.
BEPERK HET VOLUME ZODAT U GELUIDEN BUITEN DE AUTO
NOG STEEDS KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Een te hoog volumeniveau kan geluiden, zoals de sirene van een
ambulance of waarschuwingssignalen langs de weg (bij overwegen, enz.)
dempen, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties en mogelijk tot een
ongeval. EEN TE HOOG VOLUMENIVEAU IN EEN AUTO KAN
OOK GEHOORSCHADE VEROORZAKEN.
BEPERK HET BEKIJKEN VAN HET SCHERM TIJDENS HET
RIJDEN.
Door naar het scherm te kijken, kan de bestuurder worden afgeleid en
niet voor zich kijken en zo een ongeval veroorzaken.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand of
elektrocutie.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO’S MET EEN NEGATIEVE
AARDING VAN 12 V.
(contacteer bij twijfel uw dealer.) Indien u deze instructie niet opvolgt,
kan dit leiden tot brand, enz.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS SCHROEVEN BUITEN
HET BEREIK VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈREWAARDE BIJ HET
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
BLOKKEER DE VERLUCHTINGSOPENINGEN OF
RADIATORPANELEN NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm worden en zo
brand veroorzaken.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12V-TOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand, elektrocutie of
andere verwondingen.
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het product
veroorzaken.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE NEGATIEVE
BATTERIJAANSLUITING VOOR U HET TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsels ten gevolge
van kortsluitingen.
LET OP DAT ER GEEN KABELS VERSTRIKT GERAKEN IN
VOORWERPEN IN DE BUURT.
Orden de kabels volgens de handleiding om obstructies tijdens het
rijden te voorkomen. Kabels die een obstructie vormen of worden
opgehangen op plaatsen zoals het stuur, de versnellingspook,
rempedalen, enz. kunnen uiterst gevaarlijk zijn.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien voor een ander
apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de stroomcapaciteit van de kabel
overschreden worden, wat kan leiden tot brand of elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET BOREN
VAN GATEN.
Neem uw voorzorgen tijdens het boren van gaten in het chassis voor de
installatie, zodat u geen buizen, brandstoftoevoeren, brandstoftanks of
elektrische bedradingen raakt, beschadigt of blokkeert. Zoniet kan dit
leiden tot brand.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF
STUURINRICHTING OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of stuurinrichting (of
een ander veiligheidssysteem) of tanks mogen NOOIT gebruikt worden
voor installaties of als aardverbinding. Het gebruik van dergelijke
onderdelen kan leiden tot een controleverlies over de auto en brand enz.
veroorzaken.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES DIE HET BESTUREN VAN UW
VOERTUIG KUNNEN HINDEREN, ZOALS HET STUUR OF DE
VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw gezichtsvermogen of uw bewegingen
belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.