NL
- 89 -
Onder punt 10 (indicatie lader) vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie aan
de lader.
Mocht het laden van het accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan:
•
of aan het stopcontact de netspanning aan-
wezig is.
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
van de lader voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, stuur dan
•
de lader en de laadadapter
•
en de accupack
naar onze klantenservice.
6.2 Draairichtingsschakelaar (fi g. 4, pos. 3)
Met de schuifschakelaar boven de Aan/Uit-
schakelaar kunt u de draairichting van de accu-
schroevendraaier instellen en de schroeven-
draaier beveiligen tegen ongewild inschakelen. U
kunt kiezen tussen links- en rechtsloop. Om een
beschadiging van de transmissie te vermijden
mag de draairichting alleen in stilstand worden
omgeschakeld. Als de schuifschakelaar zich in
de middelste stand bevindt, dan is de Aan/Uit-
schakelaar geblokkeerd.
6.3 Aan/Uit-schakelaar (fi g. 4, pos. 4)
Met de Aan-/Uitschakelaar kunt u het toerental
traploos regelen. Hoe verder u de schakelaar in-
drukt, des te hoger het toerental.
Inschakelen:
Aan/Uit-schakelaar (4) indrukken.
Uitschakelen:
Aan/Uit-schakelaar (4) loslaten.
6.4 Accu-capaciteitsindicatie (fi g. 5, pos. 2)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (a). De accu-capaciteitsindicatie (2) signa-
leert de laadtoestand van de accu aan de hand
van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
6.5 LED-licht (fi g. 6, pos. 7)
Het LED-licht (7) maakt mogelijk om de schroef-
plaats te verlichten als er niet voldoende licht is.
Het LED-licht (7) gaat automatisch branden, zod-
ra u op de Aan/Uit-schakelaar (4) drukt.
6.6 Gereedschapswissel (fi g. 7)
Let op! Zet bij alle werkzaamheden (bijv. ge-
reedschapswissel, onderhoud enz.) aan de accu-
schroevendraaier de draairichtingsschakelaar (3)
in de middelste stand.
Gereedschap erop steken / wegnemen
Steek het benodigde steeksleutelelement op de
vierkante adapter (1).
Om het weg te nemen trekt u het steeksleutelele-
ment van de vierkante adapter (1) af.
6.7 Werken met de slagschroevendraaier
Losdraaien:
•
Steek het steeksleutelelement op de slag-
schroevendraaier (zie punt 6.6).
•
Zet de slagschroevendraaier op de schroef/
moer en druk op de Aan-/Uitschakelaar (4)
om de schroef/moer los te draaien.
•
Bij stevig vastzittende of verroeste schroeven/
moeren moeten deze eerst met een wiels-
leutel of draaimomentsleutel al iets worden
losgedraaid.
Aandraaien:
•
Waarschuwing! De slagschroevendraaier
mag alleen worden gebruikt voor het losdraai-
en van schroeven/moeren. Als daarentegen
schroeven/moeren met de slagschroeven-
draaier moeten worden vastgedraaid, dan
moet een daartoe voorziene draaimomentbe-
grenzer worden ingezet, aangezien dit anders
beschadigingen van de schroefverbinding tot
gevolg kan hebben. Deze zijn verkrijgbaar in
de speciaalzaak en niet meegeleverd.
•
Vóór het vastdraaien leidt u de schroef/moer
zorgvuldig in de schroefdraad.
•
Draai schroeven/moeren waarvoor een
draaimoment is voorgeschreven (bijv. bij voer-
tuigen door de fabrikant van het voertuig), ab-
soluut alleen aan met een daartoe voorziene
draaimomentbegrenzer.
Anl_TE_CW_18_Li_Brushless_SPK7.indb 89Anl_TE_CW_18_Li_Brushless_SPK7.indb 89 01.06.16 06:5001.06.16 06:50