Dovre Bow-WB de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Prestatieverklaring 4
Veiligheid 6
Installatiecondities 6
Algemeen 6
Schoorsteen 6
Ventilatie van de ruimte 7
Vloer en wanden 7
Productbeschrijving 8
Installatie 9
Voorbereiding 9
Schoorsteenaansluiting voorbereiden 10
Plaatsen en aansluiten 10
Gebruik 10
Eerste gebruik 10
Brandstof 10
Aanmaken 11
Stoken met hout 11
Regeling verbrandingslucht 12
Doven van het vuur 13
Ontassen 13
Nevel en mist 13
Eventuele problemen 13
Onderhoud 13
Schoorsteen 13
Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud 14
Wisselstukken BOW 15
Bijlage 1: Technische gegevens 16
Bijlage 2: Afmetingen 17
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 19
Bijlage 4: Diagnoseschema 20
Index 21
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker,
Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van
DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct.
Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie
energiezuinige en milieuvriendelijke ver-
warmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal
gebruik van zowel convectiewarmte als stra-
lingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de
modernste productiemiddelen. Mocht er onver-
hoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt
u altijd een beroep doen op de DOVRE service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik
steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woon-
ruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten
op een goed werkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installeren door
een bevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor problemen of schade door een onjuiste instal-
latie.
Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschre-
ven veiligheidsvoorschriften in acht worden geno-
men.
In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE ver-
warmingstoestel op een veilige manier installeert,
gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie
of technische gegevens wilt of een installatie-pro-
bleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw
leverancier.
© 2016 DOVRE NV
Prestatieverklaring
Volgens de bouwproductenverordening 305/2011
Nr. 054-CPR-2016
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
BOW
2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals
voorgeschreven in artikel 11, lid 4:
Uniek serienummer.
3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde tech-
nische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald:
Kachel voor vaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13240.
4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant,
zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5:
Dovre N.V., Nijverheidsstraat 18, 2381 Weelde, Belgium.
5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12,
lid 2, vermelde taken bestrijkt:
-
6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van
bouwproduct, vermeld in bijlage V:
Systeem 3
7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde
norm valt:
De aangestelde instantie RRF, geregistreerd onder het nummer NB1625, heeft onder systeem 3 een type-
keur uitgevoerd en heeft het testrapport RRF 40 16 4281 verstrekt.
8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese tech-
nische beoordeling is afgegeven:
-
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5
9. Aangegeven prestatie:
De geharmoniseerde norm EN 13240:2001/A2 ;2004/AC :2007
Essentiële karakteristieken Prestaties Hout
Brandveiligheid
Vuurbestendigheid A1
Afstand tot brandbaar materiaal
Minimale afstand in mm
Achterkant: 350
Zijkant: 450
Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform
Emissie van verbrandingsproducten
CO: 0.09 % (13%O
2
)
Oppervlaktetemperatuur Conform
Elektrische veiligheid -
Gemakkelijk te reinigen Conform
Maximale werkingsdruk -
Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen 278 °C
Mechachanische weerstand (gewicht dragen van
schoorsteen)
Niet bepaald
Nominaal vermogen 9 kW
Rendement 79 %
10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aan-
gegeven prestaties.
Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 ver-
melde fabrikant:
01/08/2016 Weelde
Tom Gehem
CEO
In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de
beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V.
Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91
B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09
België E-mail : info@dovre.be
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten
strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie,
gebruik en onderhoud die met het toestel zijn
meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik
neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd over-
eenkomstig de wetgeving en voorschriften van
uw land.
Alle lokale bepalingen en de bepalingen die
betrekking hebben op nationale en Europese
normen moeten worden nageleefd bij het instal-
leren van het toestel.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door
een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte
van de geldende bepalingen en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor ver-
warmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclu-
sief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer
heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor
de bediening een 'koude hand' of een hit-
tebestendige handschoen.
Zorg voor voldoende afscherming als jonge kin-
deren, mindervaliden, ouderen en dieren zich in
de nabijheid van het toestel bevinden.
Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal
moeten strikt worden aangehouden.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of
andere brandbare materialen bovenop of in de
nabijheid van het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel
geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in
de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de
betreffende schoorsteen te laten reinigen.
Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van
het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Oefen geen kracht uit op de deur, voorkom dat
kinderen aan de geopende deur trekken, ga
nooit op de geopende deur staan of zitten en
plaats geen zware voorwerpen op de deur.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvol-
doende ventilatie vindt onvolledige verbranding
plaats, waardoor zich giftige gassen in de
ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk
"Installatiecondities" voor meer informatie over
ventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet worden aangesloten op een goed
werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische
gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of ver-
zekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke
vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door
natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter
dan de buitenlucht en stijgt daarom.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding
van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het
openen van de deur rookterugslag geven. Schade ont-
staan door rookterugslag is uitgesloten van garantie.
Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook
nog een centraleverwarmingsketel) op
dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nati-
onale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder
geval bij twee aansluitingen dat het hoog-
teverschil tussen de aansluitingen minimaal
200 mm bedraagt.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen.
Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een
juiste berekening van de schoorsteen.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast
materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd
zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens nor-
male belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang
van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Rich-
tingsveranderingen en horizontale stukken ver-
storen de afvoer van verbrandingsgassen en
veroorzaken mogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te
voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk
afkoelen waardoor de trek minder wordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde dia-
meter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage
"Technische gegevens". Als het rookkanaal
goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel
wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie
van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet
constant zijn. Verwijdingen en (vooral) ver-
nauwingen verstoren de afvoer van ver-
brandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de
schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding
van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de
afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden in een zone die
niet wordt verstoord door omliggende gebouwen,
vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het
dak.
Als de nok van het dak meer dan 3meter is ver-
wijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die
in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het
hoogste punt van het dak binnen een afstand van
3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht
(zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare lucht-
inlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel
is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige ver-
branding plaats, waardoor zich giftige gassen
in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5cm²/kW
moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is geï-
soleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bijvoorbeeld een
centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een
open keuken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ven-
tilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals
een wasdroger, ander verwarmingstoestel of bad-
kamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer heb-
ben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel
stookt.
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet vol-
doende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van
het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
Bescherm een brandbare vloer door middel van
een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-uit-
straling. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
8
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum,
tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloer-
plaat.
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel
en brandbare materialen zoals houten wanden
en meubels.
Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg
voor voldoende afstand of afscherming tussen
de aansluitbuis en brandbare materialen.
De vuistregel voor een enkelwandige buis is
een afstand van driemaal de diameter. Als een
bekledingsschelp rond de buis is aangebracht,
is een afstand van eenmaal de diameter toe-
laatbaar.
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het
vuur verwijderd zijn.
Bescherm een brandbare vloer voor de kachel
met behulp van een onbrandbare vloerplaat
tegen eventueel uitvallende assen. De vloer-
plaat moet voldoen aan nationale normen.
Voor de afmetingen van de onbrandbare vloer-
plaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Voor verdere eisen in verband met brand-
veiligheid: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Productbeschrijving
09-20021-183
4
2
5
7
3
1
6
8
1. Deur
2. Grendel
3. Stookbodem
4. Vuurkorf
5. Rookgasaansluiting
6. Primaire luchtschuif
7. Secundaire luchtschuif (glasspoeling)
8. Poot
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9
Installatie
Voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op
(transport)schade en eventuele gebreken.
Als u (transport)schade of gebreken hebt
geconstateerd, neem het toestel dan niet in
gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste
binnenplaten, stookbodem, vuurkorf, ontas-
singsluik en aslade) uit het toestel voordat u het toe-
stel gaat installeren.
Door de demontabele onderdelen te ver-
wijderen, kunt u het toestel gemakkelijker ver-
plaatsen en beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele onder-
delen op hun oorspronkelijke positie, om ze
later weer op de juiste plaats te kunnen aan-
brengen.
1. Open de deur; zie volgende figuur.
09-20021-182
2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende
figuur.
a. Verwijder de binnenplaten aan de achterkant,
eerst (5), dan (4)
b. Verwijder de binnenplaten links (3) en rechts
(6)
c. Verwijder de vlamplaat (1) door één deel op te
tillen en over de haak vooraan te heffen, ver-
wijder deel twee.
d. Verwijder de vuurkorf (7).
e. Verwijder de stookbodem (8)
f. Verwijder de asbak (9)
Vermiculiet binnenplaten zijn licht van
gewicht en bij levering meestal okerkleurig.
Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de
verbranding beter is.
09-20021-190
1
8
7
8
9
3
4
5
6
1
Uitneembare binnendelen
1 vlamplaat
3 binnenplaat links
4 binnenplaat achter links
5 binnenplaat achter rechts
6 binnenplaat rechts
7 vuurkorf
8 stookbodem
9 aslade
09-20021-186
1
3
4
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
09-20021-187
4
2
3
09-20021-188
4
2
3
Afhankelijk van uw versie:
1. Verwijder het toestel van de pallet (4) door de bou-
ten (1) en rondel (3) via de bovenzijde te ver-
wijderen.
2. Verwijder het toestel van de pallet (4) door de bou-
ten (2) en rondel (3) via de onderzijde van de pallet
te verwijderen.
Schoorsteenaansluiting
voorbereiden
Bij het aansluiten van het toestel op de schoorsteen
kan enkel een aansluiting via de bovenzijde van het
toestel worden gemaakt.
Plaatsen en aansluiten
1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en water-
pas.
2. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoor-
steen.
3. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste
plaats terug in het toestel.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur-
vaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook
het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hit-
tebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook
en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte
waar het toestel staat de ramen en deuren even open.
Brandstof
Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van
natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende
droog.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen
leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat
zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de
schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoor-
steenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout,
geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex
en spaanplaat.
Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk,
berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam
met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars,
brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage
van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout min-
stens 2 jaar zijn gedroogd. Hout met een vocht-
percentage van 20% levert 4,2 kWh per kg hout.
Hout met een vochtpercentage van 15% levert 4,4
kWh per kg hout. Vers gekapt hout heeft een vocht-
percentage van 60% en levert slechts 1,6 kWh per
kg hout.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers
is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout
droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek
waar de wind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte
omdat alle energie gaat zitten in het verdampen
van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de
deur van het toestel en in de schoorsteen. De
waterdamp condenseert in het toestel en kan langs
naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op
de vloer geven. De waterdamp kan ook in de
schoorsteen condenseren en creosoot vormen.
Creosoot is zeer brandbaar en kan schoor-
steenbrand veroorzaken.
Aanmaken
U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek
heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier
aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak
onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in
de kamer komen. Door het toestel op de hier beschre-
ven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruis-
lings op elkaar.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee à drie lagen
aanmaakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Leg een aanmaakblokje tussen de aan-
maakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan vol-
gens de instructies op de verpakking.
09-20500-016
4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire
luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het toe-
stel open; zie volgende figuur.
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het
een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna
kunt u een volgende vulling doen en het toestel
gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".
09-20021-184
1
2
o
= Open l = Dicht
Maximale hoeveelheid hout
Om continu te kunnen stoken tegen het nominale ver-
mogen, moet er iedere 45 minuten hout worden bij-
gevuld. Als u de hoeveelheid hout per keer vermindert,
kunt u vaker bijvullen. Elke kachel is ontworpen om te
werken met een bepaalde maximale hoeveelheid
hout. Als u een grotere hoeveelheid hout gebruikt,
wordt de warmte-afgifte groter. Daardoor kan de haard
overbelast raken en kunnen er onderdelen worden
beschadigd.
Toegestane maximale hoeveelheid brandstof voor
hout met een vochtpercentage van 15%:
BOW 9kW heeft een maximale vulling van 2 kg
hout per 45 minuten.
Vul de verbrandingskamer voor maximaal één
derde en vul nooit hout boven de openingen
voor secundaire lucht.
Stoken met hout
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt
gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de
stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Losse stapeling
09-20500-017
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat
de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken.
Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
09-20500-018
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout lang-
zamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout
kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u
langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire
luchtinlaat open staan.
Vul het toestel voor maximaal een derde.
Regeling verbrandingslucht
Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de lucht-
regeling; zie volgende figuur.
09-20021-192
3
3
2
1
De primaire luchtschuif regelt de lucht onder het roos-
ter (1).
De secundaire luchtschuif regelt de lucht voor het glas
(air-wash) (2).
De achterwand heeft onder de vlamplaat permanente
luchtopeningen (3) die zorgen voor de naverbranding.
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich
in de schoorsteen een afzetting vormen van
teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer
brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te
groot wordt, kan bij een plotselinge hoge
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
13
temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan.
Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen
eventuele afzettingen van teer en creosoot.
Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzet-
ten op de ruit en deur van het toestel.
Bij een milde buitentemperatuur is het dus
beter om het toestel een paar uur intens te
laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
Regel de luchttoevoer met de luchtschuif.
De luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar
ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt.
Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de lucht-
toevoer via de secundaire luchtinlaat onvoldoende
is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bij-
vullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uit-
gaan. Als een vuur wordt getemperd door de lucht-
toevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen
vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd
toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als
het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven
worden gesloten.
Ontassen
Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoe-
veelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor
de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat
daarom gerust een dun laagje as op de stookbodem lig-
gen.
De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet
worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen
achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom
regelmatig de overtollige as.
1. Open de deur van het toestel.
2. Gebruik het trekschepje (1) om de overtollige as
door de openingen in de aslade te schrapen.
3. Verwijder de aslade met behulp van de bij-
geleverde handschoen en leeg de aslade.
4. Plaats de aslade terug en sluit de deur van het toe-
stel.
09-20021-181
1
2
Nevel en mist
Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen
door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stank-
overlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij
nevel en mist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om even-
tuele problemen bij het gebruik van het toestel op te
lossen.
Onderhoud
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het
toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoor-
steen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoor-
steen vegen door een erkend schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen
lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen con-
troleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoor-
steen af met een prop krantenpapier.
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Schoonmaken en ander
regelmatig onderhoud
Maak het toestel niet schoon wanneer het nog
warm is.
Maak de buitenkant van het toestel schoon met
een droge niet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant
van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste bin-
nenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor
instructies voor het verwijderen en aanbrengen van
binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en
maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen
die aan slijtage onderhevig zijn. Binnenplaten zijn
kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken tegen de bin-
nenplaten. Controleer de binnenplaten regelmatig en
vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor
het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten.
De refractaire binnenplaten kunnen haar-
scheuren gaan vertonen, maar dat heeft geen
nadelig effect op hun werking.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur-
vaste binnenplaten.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge
doek.
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger:
a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keu-
kenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en
laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon
glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keu-
kenpapier.
Gebruik geen schurende of bijtende producten om
het glas schoon te maken.
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw han-
den te beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas
en de gietijzeren deur loopt.
Onderhoud geëmailleerde kachel
Reinig het toestel nooit als het nog warm is. Het rei-
nigen van het geëmailleerde oppervlak van de kachel
kunt u het beste doen met zachte groene zeep en
lauw water. Gebruik zo min mogelijk water, wrijf het
oppervlak goed droog en voorkom roestvorming.
Gebruik nooit staalwol of een ander schuurmiddel. Zet
nooit een waterketel direct op een geëmailleerde
kachel; gebruik een onderzetter en voorkom bescha-
digingen. Let erop dat er geen agressieve zure pro-
ducten op geëmailleerde onderdelen komen.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u
bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeer de bewegende delen (zoals gelei-
dersystemen, scharnierpennen, grendels en lucht-
schuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij
de vakhandel.
Lakbeschadigingen bijwerken
Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een
spuitbus speciale hittebestendige lak die verkrijgbaar
is bij uw leverancier.
Het geëmailleerde oppervlak bij-
werken
Emailleren is een artisanaal proces dat maakt dat er
kleine kleurverschillen en beschadigingen op het toe-
stel kunnen voorkomen. De toestellen ondergaan in
de fabriek een visuele controle, dat wil zeggen, de con-
troleur kijkt op een afstand van 1 meter gedurende 10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15
seconden naar het oppervlak.
Eventuele beschadigingen die dan niet opvallen wor-
den als OK beschouwd. Bij het toestel is een speciale
hittebestendige lak meegeleverd waarmee kleine
(transport) beschadigingen kunnen worden bijgewerkt.
Breng de hittebestendige lak in dunne laagjes aan en
laat het goed drogen voordat het toestel in gebruik
genomen wordt.
Sommige kleuren email zijn gevoelig voor ver-
andering van temperatuur. Hierdoor kan het voor-
komen dat de kleur verandert tijdens het gebruik
van het toestel. Als het toestel is afgekoeld keert
de oorspronkelijke kleur van het email terug.
Als geëmailleerde oppervlakken zeer heet worden
kunnen er haarscheurtjes ontstaan. Dit is een nor-
maal verschijnsel en heeft geen invloed op het func-
tioneren van de kachel.
Zorg dat de kachel niet wordt overbelast. Bij
overbelasting wordt de oppervlaktetemperatuur
extreem hoog en kan er blijvende schade aan
het email ontstaan.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog
goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig wor-
den vervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele
kieren dicht met kachelkit.
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel
aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op
en ontstaat opnieuw een lek.
Wisselstukken BOW
09-20021-190
1
8
7
8
9
3
4
5
6
1
Pos. Artikelnr. Omschrijving Aantal
01 70.77587.100 vlamplaat 2
03 70.77605.000 binnenplaat links 1
04 70.77603.000 binnenplaat ach-
ter links
1
05 70.77602.000 binnenplaat ach-
ter rechts
1
06 70.77604.000 binnenplaat
rechts
1
07 70.77472.021 vuurkorf 1
08 70.66573.021 stookbodem 2
09 70.05215.000 aslade 1
11 70.26395.000 gebogen glas 1
12 70.26101.041 servicekit glas-
bevestiging
1
13 70.79870.000 servicekit koord
6mm
1
14 70.79869.000 servicekit koord
8mm
1
15 70.79868.000 servicekit band
zelfklevend
1
Bijlage 1: Technische gegevens
Model BOW
Nominaal vermogen 9 kW
Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm
Gewicht 125 kg
Aanbevolen brandstof Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 50 cm
Massadebiet van rookgassen 7.7 g/s
Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 278 °C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 333 °C
Minimum trek 12 Pa
CO-emissie (13%O
2
)
0.09 %
NOx-emissie (13% O
2
)
109 mg/Nm³
CnHm-emissie (13%O
2
)
86 mg/Nm³
Stofemissie 36 mg/Nm³
Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4.55 gr/kg
Rendement 79 %
16
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17
Bijlage 2: Afmetingen
BOW
09-20021-196
7 0 0
2 3 0
7 7 0
4 3 0
4 6 0
1 5 5
1 5 0
BOW-P
09-20021-198
7 0 0
8 7 0
3 1 5
4 3 0
1 5 0
4 6 0
1 5 5
BOW-WB
09-20021-197
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal
BOW
09-20021-193
1
2
3 5 0
4 0
1 1 0 0
4 0
9 0 0
3 5 0
4 5 0
1 0 0 0
4 0
1 0 0
8 5 0
4 0
1 0 0
7 0 0
9 0 0
3 5 0
3 5 0
6 0 0
6 0 0
4 0
4 0
8 5 0
1 1 2 0
2 9 0
2 9 0
4 0
4 0
8 0 0
8 0 0
2 9 0
2 9 0
* Onbeschermde / beschermde schoorsteen
1 Brandbaar materiaal
2 Onbrandbaar materiaal 100 mm
Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat
09-20021-195
B B
A
A (mm) B (mm)
Din 18891 500 300
Duitsland 500 300
Finland 400 100
Noorwegen 300 100
Bijlage 4: Diagnoseschema
Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Onvoldoende trek
Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de
instructies voor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een
raam.
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht.
Afmetingen hout te groot
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken
met een omtrek van maximaal 30 cm.
Stapeling hout niet correct
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de hout-
blokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout").
Werking van de schoorsteen onvol-
doende
Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: mini-
maal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde bin-
nenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen
(vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Uitmonding van de schoorsteen niet cor-
rect
Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabij-
heid.
Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestel met de schoor-
steen niet correct
Aansluiting moet hermetisch dicht zijn.
Onderdruk in de ruimte waar het toestel
is geplaatst
Zet afzuigsystemen uit.
Onvoldoende toevoer van verse lucht
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de
buitenluchtaansluiting.
Ongunstige weersomstandig-
heden? Inversie (omgekeerde lucht-
stroom in de schoorsteen door hoge bui-
tentemperatuur), extreme
windsnelheden
Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods
een trekkende kap op de schoorsteen.
Tocht in de woonkamer
Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabij-
heid van een deur of verwarmingsluchtkanalen.
Vlammen raken het glas
Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire
luchtinlaat verder dicht.
Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel.
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
Index
A
Aanmaakhout 20
Aanmaakvuur 11
Aansluiten
afmetingen 17
Aansteken 11
Afdichtingskoord van deur 15
Afmetingen 17
Afwerklaag, onderhoud 14
As verwijderen 13
B
Beluchting van het vuur 13
Bijvullen van brandstof 13
rookterugslag 20
Binnenplaten
vermiculite 9
Binnenplaten, vuurvaste
verwijderen 9
Brandbaar materiaal
afstand tot 19
Brandstof
benodigde hoeveelheid 13
bijvullen 11-13
geschikte 10
hout 10
ongeschikte 10
Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 19
meubels 7
vloer 7
wanden 7
Buitenluchtaanvoer
aansluiting op 10
C
Creosoot 12
D
Deur
afdichtingskoord 15
openen 9
Draagvermogen van vloer 7
Drogen van hout 10
E
Email
onderhoud 14
G
Geschikte brandstof 10
Gewicht 16
Gietijzeren binnenplaten 9
waarschuwing 10
Glas
aanslag 20
schoonmaken 14
H
Hout 10
bewaren 10
drogen 10
geschikte soort 10
nat 10
wil niet doorbranden 20
Houtblokken stapelen 12
K
Kachelruitenreiniger 14
Kap op de schoorsteen 7
Kieren in toestel 15
L
Lak 10
Luchtinlaten 11
Luchtlek 15
Luchtregeling 12
Luchttoevoer regelen 13
M
Mist, niet stoken 13
Muren
brandveiligheid 7
N
Naaldhout 10
Nat hout 10
Nevel, niet stoken 13
Nominaal vermogen 13, 16
O
Onderhoud
afdichting 15
email 14
glas schoonmaken 14
schoorsteen 13
smeren 14
toestel schoonmaken 14
vuurvaste binnenplaten 14
Ongeschikte brandstof 10
Ontassen 13
Openen
deur 9
Opslag van hout 10
P
Plaatsen
afmetingen 17
Primaire luchtinlaat 11
Problemen oplossen 13, 20
R
Rendement 5, 16
Rook
bij eerste gebruik 10
Rookgas
massedebiet 16
temperatuur 5, 16
Rookterugslag 6, 20
Ruiten
aanslag 20
schoonmaken 14
S
Schoonmaken
glas 14
toestel 14
Schoorsteen
aansluitdiameter 16
aansluiting op 10
hoogte 7
onderhoud 13
voorwaarden 7
Schoorsteenbrand voorkomen 12
Schoorsteenkap 7
Secundaire luchtinlaat 11
Smeren 14
Stof-emissie 16
Stoken 11
brandstof bijvullen 11, 13
onvoldoende warmte 13, 20
toestel brandt te hevig 20
toestel niet goed regelbaar 20
T
Teer 12
Temperatuur 16
Trek 16
U
Uitgaan van vuur 13
V
Vegen van schoorsteen 13
Ventilatie 7
vuistregel 7
Ventilatierooster 7
Verbrandingsluchtregeling 12
Vermiculite
vuurvast 9
Vermiculite binnenplaten 9
Verwijderen
as 13
vuurvaste binnenplaten 9
Vet voor smering 14
Vloeren
brandveiligheid 7
draagvermogen 7
Vloerkleed 7
Vulhoogte van toestel 11-12
Vuur
aanmaken 11
doven 13
Vuurvaste binnenplaten
onderhoud 14
verwijderen 9
waarschuwing 10
W
Waarschuwing
brandbare materialen 6
deur belasten 6
gietijzeren binnenplaten 10
glas gebroken of gebarsten 6, 14
heet oppervlak 6
kachelruitreiniger 14
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
23
schoorsteenbrand 6, 10, 12
ventilatie 6-7
verzekeringsvoorwaarden 6
voorschriften 6
vuurvaste binnenplaten 10
Wanden
brandveiligheid 7
Warmte, onvoldoende 13, 20
Weersomstandigheden, niet stoken 13

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Prestatieverklaring 4 Veiligheid 6 Installatiecondities Algemeen Schoorsteen Ventilatie van de ruimte Vloer en wanden Productbeschrijving 6 6 6 7 7 8 Installatie Voorbereiding Schoorsteenaansluiting voorbereiden Plaatsen en aansluiten 9 9 10 10 Gebruik Eerste gebruik Brandstof Aanmaken Stoken met hout Regeling verbrandingslucht Doven van het vuur Ontassen Nevel en mist Eventuele problemen 10 10 10 11 11 12 13 13 13 13 Onderhoud Schoorsteen Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud Wisselstukken BOW 13 13 14 15 Bijlage 1: Technische gegevens 16 Bijlage 2: Afmetingen 17 Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 19 Bijlage 4: Diagnoseschema 20 Index 21 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Inleiding Geachte gebruiker, Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct. Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie energiezuinige en milieuvriendelijke verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als stralingswarmte. Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de modernste productiemiddelen. Mocht er onverhoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt u altijd een beroep doen op de DOVRE service. Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik steeds originele onderdelen. Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woonruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen. Wij adviseren u het toestel te laten installeren door een bevoegd installateur. DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld voor problemen of schade door een onjuiste installatie. Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschreven veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE verwarmingstoestel op een veilige manier installeert, gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie of technische gegevens wilt of een installatie-probleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw leverancier. © 2016 DOVRE NV Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 3 Prestatieverklaring Volgens de bouwproductenverordening 305/2011 Nr. 054-CPR-2016 1. Unieke identificatiecode van het producttype: BOW 2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 4: Uniek serienummer. 3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde technische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald: Kachel voor vaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13240. 4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5: Dovre N.V., Nijverheidsstraat 18, 2381 Weelde, Belgium. 5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12, lid 2, vermelde taken bestrijkt: 6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van bouwproduct, vermeld in bijlage V: Systeem 3 7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt: De aangestelde instantie RRF, geregistreerd onder het nummer NB1625, heeft onder systeem 3 een typekeur uitgevoerd en heeft het testrapport RRF 40 16 4281 verstrekt. 8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven: - 4 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 9. Aangegeven prestatie: De geharmoniseerde norm EN 13240:2001/A2 ;2004/AC :2007 Essentiële karakteristieken Prestaties Hout Brandveiligheid Vuurbestendigheid A1 Afstand tot brandbaar materiaal Minimale afstand in mm Achterkant: 350 Zijkant: 450 Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform Emissie van verbrandingsproducten CO: 0.09 % (13%O2) Oppervlaktetemperatuur Conform Elektrische veiligheid - Gemakkelijk te reinigen Conform Maximale werkingsdruk - Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen 278 °C Mechachanische weerstand (gewicht dragen van schoorsteen) Niet bepaald Nominaal vermogen 9 kW Rendement 79 % 10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aangegeven prestaties. Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 vermelde fabrikant: Tom Gehem CEO 01/08/2016 Weelde In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving. DOVRE N.V. Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde België Tel : +32 (0) 14 65 91 91 Fax : +32 (0) 14 65 90 09 E-mail : [email protected] Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 5 Veiligheid Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd. Lees aandachtig de instructies voor installatie, gebruik en onderhoud die met het toestel zijn meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik neemt. Het toestel moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de wetgeving en voorschriften van uw land. Alle lokale bepalingen en de bepalingen die betrekking hebben op nationale en Europese normen moeten worden nageleefd bij het installeren van het toestel. Laat het toestel bij voorkeur installeren door een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte van de geldende bepalingen en voorschriften. Het toestel is ontworpen voor verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor de bediening een 'koude hand' of een hittebestendige handschoen. Zorg voor voldoende afscherming als jonge kinderen, mindervaliden, ouderen en dieren zich in de nabijheid van het toestel bevinden. Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal moeten strikt worden aangehouden. Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of andere brandbare materialen bovenop of in de nabijheid van het toestel. Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in de nabijheid van het toestel. Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de betreffende schoorsteen te laten reinigen. Stook het toestel nooit met open deur. Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van het toestel en waarschuw de brandweer. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. 6 Oefen geen kracht uit op de deur, voorkom dat kinderen aan de geopende deur trekken, ga nooit op de geopende deur staan of zitten en plaats geen zware voorwerpen op de deur. Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer informatie over ventilatie. Installatiecondities Algemeen Het toestel moet worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen. Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische gegevens". Informeer bij de brandweer en/of verzekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke vereisten en voorschriften. Schoorsteen De schoorsteen is nodig voor: Het afvoeren van de verbrandingsgassen door natuurlijke trek. De warme lucht in de schoorsteen is lichter dan de buitenlucht en stijgt daarom. Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding van de brandstof in het toestel. Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het openen van de deur rookterugslag geven. Schade ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van garantie. Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook nog een centraleverwarmingsketel) op dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nationale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder geval bij twee aansluitingen dat het hoogteverschil tussen de aansluitingen minimaal 200 mm bedraagt. Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen. Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een juiste berekening van de schoorsteen. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden voldoen: De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal. De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd zijn en voldoende trek garanderen. Een trek/onderdruk van 15 - 20 Pa tijdens normale belasting is ideaal. De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Richtingsveranderingen en horizontale stukken verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en veroorzaken mogelijk roetophoping. De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk afkoelen waardoor de trek minder wordt. De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde diameter hebben als de aansluitkraag. Voor de nominale diameter: zie de bijlage "Technische gegevens". Als het rookkanaal goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie van de aansluitkraag). De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet constant zijn. Verwijdingen en (vooral) vernauwingen verstoren de afvoer van verbrandingsgassen. Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belemmert. De schoorsteen moet uitmonden in een zone die niet wordt verstoord door omliggende gebouwen, vlakbijstaande bomen of andere hindernissen. Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet geïsoleerd zijn. De schoorsteen moet minimaal 4 meter hoog zijn. Als vuistregel geldt: 60 cm boven de nok van het dak. Als de nok van het dak meer dan 3 meter is verwijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het hoogste punt van het dak binnen een afstand van 3 meter. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Ventilatie van de ruimte Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht (zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel is geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5 cm²/kW moet zijn. Extra ventilatie is nodig: Als het toestel in een ruimte staat die goed is geïsoleerd. Als er mechanische ventilatie is, bijvoorbeeld een centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een open keuken. U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ventilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen. Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals een wasdroger, ander verwarmingstoestel of badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel stookt. Vloer en wanden De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet voldoende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens". Bescherm een brandbare vloer door middel van een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-uitstraling. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". 7 Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum, tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloerplaat. Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel en brandbare materialen zoals houten wanden en meubels. Productbeschrijving 5 7 3 Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg voor voldoende afstand of afscherming tussen de aansluitbuis en brandbare materialen. De vuistregel voor een enkelwandige buis is een afstand van driemaal de diameter. Als een bekledingsschelp rond de buis is aangebracht, is een afstand van eenmaal de diameter toelaatbaar. Een vloerkleed moet minimaal 80 cm van het vuur verwijderd zijn. Bescherm een brandbare vloer voor de kachel met behulp van een onbrandbare vloerplaat tegen eventueel uitvallende assen. De vloerplaat moet voldoen aan nationale normen. 4 1 6 2 8 09-20021-183 1. Deur 2. Grendel 3. Stookbodem 4. Vuurkorf Voor de afmetingen van de onbrandbare vloerplaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". Voor verdere eisen in verband met brandveiligheid: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". 8 5. Rookgasaansluiting 6. Primaire luchtschuif 7. Secundaire luchtschuif (glasspoeling) 8. Poot Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Installatie d. Verwijder de vuurkorf (7). Voorbereiding f. Verwijder de asbak (9) e. Verwijder de stookbodem (8) Vermiculiet binnenplaten zijn licht van gewicht en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de verbranding beter is. Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op (transport)schade en eventuele gebreken. Als u (transport)schade of gebreken hebt geconstateerd, neem het toestel dan niet in gebruik en stel de leverancier op de hoogte. 1 Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste binnenplaten, stookbodem, vuurkorf, ontassingsluik en aslade) uit het toestel voordat u het toestel gaat installeren. 1 4 5 3 Door de demontabele onderdelen te verwijderen, kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en beschadiging voorkomen. 6 8 7 8 Let bij het verwijderen van demontabele onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om ze later weer op de juiste plaats te kunnen aanbrengen. 9 09-20021-190 1. Open de deur; zie volgende figuur. 1 3 4 5 6 7 8 9 Uitneembare binnendelen vlamplaat binnenplaat links binnenplaat achter links binnenplaat achter rechts binnenplaat rechts vuurkorf stookbodem aslade 09-20021-182 1 2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende figuur. a. Verwijder de binnenplaten aan de achterkant, eerst (5), dan (4) b. Verwijder de binnenplaten links (3) en rechts (6) 3 4 09-20021-186 c. Verwijder de vlamplaat (1) door één deel op te tillen en over de haak vooraan te heffen, verwijder deel twee. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 9 2. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoorsteen. 3 2 4 3. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste plaats terug in het toestel. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. Het toestel is nu klaar voor gebruik. Gebruik 09-20021-187 3 2 4 Eerste gebruik Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hittebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte waar het toestel staat de ramen en deuren even open. Brandstof Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende droog. Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen leiden tot ernstige schade aan het toestel. 09-20021-188 Afhankelijk van uw versie: De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoorsteenbrand kan ontstaan: 1. Verwijder het toestel van de pallet (4) door de bouten (1) en rondel (3) via de bovenzijde te verwijderen. Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex en spaanplaat. 2. Verwijder het toestel van de pallet (4) door de bouten (2) en rondel (3) via de onderzijde van de pallet te verwijderen. Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval. Schoorsteenaansluiting voorbereiden Bij het aansluiten van het toestel op de schoorsteen kan enkel een aansluiting via de bovenzijde van het toestel worden gemaakt. Plaatsen en aansluiten 1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en waterpas. 10 Hout Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk, berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars, brandt sneller en geeft meer vonken. Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout minstens 2 jaar zijn gedroogd. Hout met een vochtpercentage van 20% levert 4,2 kWh per kg hout. Hout met een vochtpercentage van 15% levert 4,4 kWh per kg hout. Vers gekapt hout heeft een vochtpercentage van 60% en levert slechts 1,6 kWh per kg hout. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek waar de wind vrij spel heeft. 5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna kunt u een volgende vulling doen en het toestel gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout". Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte omdat alle energie gaat zitten in het verdampen van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de deur van het toestel en in de schoorsteen. De waterdamp condenseert in het toestel en kan langs naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op de vloer geven. De waterdamp kan ook in de schoorsteen condenseren en creosoot vormen. Creosoot is zeer brandbaar en kan schoorsteenbrand veroorzaken. 2 1 Aanmaken U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in de kamer komen. Door het toestel op de hier beschreven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem. 1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruislings op elkaar. 2. Stapel bovenop de houtblokken twee à drie lagen aanmaakhoutjes kruislings op elkaar. 3. Leg een aanmaakblokje tussen de aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan volgens de instructies op de verpakking. 09-20021-184 o= Open l = Dicht Maximale hoeveelheid hout Om continu te kunnen stoken tegen het nominale vermogen, moet er iedere 45 minuten hout worden bijgevuld. Als u de hoeveelheid hout per keer vermindert, kunt u vaker bijvullen. Elke kachel is ontworpen om te werken met een bepaalde maximale hoeveelheid hout. Als u een grotere hoeveelheid hout gebruikt, wordt de warmte-afgifte groter. Daardoor kan de haard overbelast raken en kunnen er onderdelen worden beschadigd. Toegestane maximale hoeveelheid brandstof voor hout met een vochtpercentage van 15%: BOW 9kW heeft een maximale vulling van 2 kg hout per 45 minuten. Vul de verbrandingskamer voor maximaal één derde en vul nooit hout boven de openingen voor secundaire lucht. Stoken met hout 09-20500-016 Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt gevolgd: 1. Open langzaam de deur van het toestel. 4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het toestel open; zie volgende figuur. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer. 3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed. 11 Losse stapeling Regeling verbrandingslucht Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de luchtregeling; zie volgende figuur. 2 3 09-20500-017 Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken. 3 Compacte stapeling 1 09-20021-192 De primaire luchtschuif regelt de lucht onder het rooster (1). 09-20500-018 Bij een compacte stapeling verbrandt het hout langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u langer wilt stoken. De secundaire luchtschuif regelt de lucht voor het glas (air-wash) (2). De achterwand heeft onder de vlamplaat permanente luchtopeningen (3) die zorgen voor de naverbranding. Adviezen 4. Sluit de deur van het toestel. Stook nooit met open deur. 5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire luchtinlaat open staan. Stook het toestel regelmatig flink door. Vul het toestel voor maximaal een derde. 12 Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich in de schoorsteen een afzetting vormen van teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te groot wordt, kan bij een plotselinge hoge Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan. Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen eventuele afzettingen van teer en creosoot. Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzetten op de ruit en deur van het toestel. Bij een milde buitentemperatuur is het dus beter om het toestel een paar uur intens te laten branden, dan lange tijd laag te stoken. Regel de luchttoevoer met de luchtschuif. De luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt. Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de luchttoevoer via de secundaire luchtinlaat onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren. Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk. Doven van het vuur Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven worden gesloten. Ontassen Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoeveelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat daarom gerust een dun laagje as op de stookbodem liggen. De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom regelmatig de overtollige as. 1. Open de deur van het toestel. 2. Gebruik het trekschepje (1) om de overtollige as door de openingen in de aslade te schrapen. 3. Verwijder de aslade met behulp van de bijgeleverde handschoen en leeg de aslade. 1 2 09-20021-181 Nevel en mist Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stankoverlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij nevel en mist beter niet stoken. Eventuele problemen Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om eventuele problemen bij het gebruik van het toestel op te lossen. Onderhoud Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het toestel in goede staat te houden. Schoorsteen In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoorsteen te laten controleren en onderhouden. Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoorsteen vegen door een erkend schoorsteenveger. Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen controleren op roet. Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoorsteen af met een prop krantenpapier. 4. Plaats de aslade terug en sluit de deur van het toestel. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 13 Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud Maak het toestel niet schoon wanneer het nog warm is. Maak de buitenkant van het toestel schoon met een droge niet pluizende doek. Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant van het toestel goed schoonmaken: Verwijder eventueel eerst de vuurvaste binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon. Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en maak deze schoon. Vuurvaste binnenplaten controleren De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen die aan slijtage onderhevig zijn. Binnenplaten zijn kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken tegen de binnenplaten. Controleer de binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. De refractaire binnenplaten kunnen haarscheuren gaan vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op hun werking. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. Glas schoonmaken Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op. Ga als volgt te werk: 1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge doek. 2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger: a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keukenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en laat even inwerken. b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of keukenpapier. 14 3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon glasreinigingsproduct. 4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keukenpapier. Gebruik geen schurende of bijtende producten om het glas schoon te maken. Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw handen te beschermen. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas en de gietijzeren deur loopt. Onderhoud geëmailleerde kachel Reinig het toestel nooit als het nog warm is. Het reinigen van het geëmailleerde oppervlak van de kachel kunt u het beste doen met zachte groene zeep en lauw water. Gebruik zo min mogelijk water, wrijf het oppervlak goed droog en voorkom roestvorming. Gebruik nooit staalwol of een ander schuurmiddel. Zet nooit een waterketel direct op een geëmailleerde kachel; gebruik een onderzetter en voorkom beschadigingen. Let erop dat er geen agressieve zure producten op geëmailleerde onderdelen komen. Smeren Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u bewegende delen toch regelmatig smeren. Smeer de bewegende delen (zoals geleidersystemen, scharnierpennen, grendels en luchtschuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij de vakhandel. Lakbeschadigingen bijwerken Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een spuitbus speciale hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier. Het geëmailleerde oppervlak bijwerken Emailleren is een artisanaal proces dat maakt dat er kleine kleurverschillen en beschadigingen op het toestel kunnen voorkomen. De toestellen ondergaan in de fabriek een visuele controle, dat wil zeggen, de controleur kijkt op een afstand van 1 meter gedurende 10 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden seconden naar het oppervlak. Eventuele beschadigingen die dan niet opvallen worden als OK beschouwd. Bij het toestel is een speciale hittebestendige lak meegeleverd waarmee kleine (transport) beschadigingen kunnen worden bijgewerkt. Breng de hittebestendige lak in dunne laagjes aan en laat het goed drogen voordat het toestel in gebruik genomen wordt. Sommige kleuren email zijn gevoelig voor verandering van temperatuur. Hierdoor kan het voorkomen dat de kleur verandert tijdens het gebruik van het toestel. Als het toestel is afgekoeld keert de oorspronkelijke kleur van het email terug. Als geëmailleerde oppervlakken zeer heet worden kunnen er haarscheurtjes ontstaan. Dit is een normaal verschijnsel en heeft geen invloed op het functioneren van de kachel. Zorg dat de kachel niet wordt overbelast. Bij overbelasting wordt de oppervlaktetemperatuur extreem hoog en kan er blijvende schade aan het email ontstaan. Pos. 01 03 04 Artikelnr. 70.77587.100 70.77605.000 70.77603.000 05 70.77602.000 06 70.77604.000 07 08 09 11 12 70.77472.021 70.66573.021 70.05215.000 70.26395.000 70.26101.041 13 70.79870.000 14 70.79869.000 15 70.79868.000 Omschrijving Aantal vlamplaat 2 binnenplaat links 1 binnenplaat ach1 ter links binnenplaat ach1 ter rechts binnenplaat 1 rechts vuurkorf 1 stookbodem 2 aslade 1 gebogen glas 1 servicekit glas1 bevestiging servicekit koord 1 6mm servicekit koord 1 8mm servicekit band 1 zelfklevend Afdichting controleren Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig worden vervangen. Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele kieren dicht met kachelkit. Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op en ontstaat opnieuw een lek. Wisselstukken BOW 1 4 3 7 1 5 6 8 8 9 09-20021-190 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 15 Bijlage 1: Technische gegevens Model BOW Nominaal vermogen 9 kW Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm Gewicht 125 kg Aanbevolen brandstof Hout Kenmerk brandstof, max. lengte 50 cm Massadebiet van rookgassen 7.7 g/s Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 278 °C Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 333 °C Minimum trek 12 Pa CO-emissie (13%O2) 0.09 % NOx-emissie (13% O2) 109 mg/Nm³ CnHm-emissie (13%O2) 86 mg/Nm³ Stofemissie 36 mg/Nm³ Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4.55 gr/kg Rendement 79 % 16 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Bijlage 2: Afmetingen BOW 430 230 770 700 460 155 150 09-20021-196 BOW-P 430 315 870 700 460 155 150 09-20021-198 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 17 BOW-WB 430 865 700 460 155 150 09-20021-197 18 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal BOW 900 1100 1 350 40 40 2 1000 40 700 350 850 40 900 100 100 450 800 40 290 800 290 40 600 350 1120 850 40 350 40 600 290 290 09-20021-193 * Onbeschermde / beschermde schoorsteen 1 Brandbaar materiaal 2 Onbrandbaar materiaal 100 mm Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat B A B 09-20021-195 A (mm) B (mm) Din 18891 500 300 Duitsland 500 300 Finland 400 100 Noorwegen 300 100 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 19 Bijlage 4: Diagnoseschema Probleem Hout wil niet doorbranden Geeft onvoldoende warmte Rookterugslag tijdens het bijvullen Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar Aanslag op het glas mogelijke oorzaak mogelijke oplossing Onvoldoende trek Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de instructies voor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een raam. Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht. Afmetingen hout te groot Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken met een omtrek van maximaal 30 cm. Stapeling hout niet correct Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout"). Werking van de schoorsteen onvoldoende Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: minimaal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde binnenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen (vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren). Uitmonding van de schoorsteen niet correct Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabijheid. Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig. Aansluiting van het toestel met de schoorAansluiting moet hermetisch dicht zijn. steen niet correct 20 Onderdruk in de ruimte waar het toestel is geplaatst Zet afzuigsystemen uit. Onvoldoende toevoer van verse lucht Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de buitenluchtaansluiting. Ongunstige weersomstandigheden? Inversie (omgekeerde luchtstroom in de schoorsteen door hoge buitentemperatuur), extreme windsnelheden Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods een trekkende kap op de schoorsteen. Tocht in de woonkamer Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabijheid van een deur of verwarmingsluchtkanalen. Vlammen raken het glas Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire luchtinlaat verder dicht. Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Index E Email onderhoud A Aanmaakhout 20 Aanmaakvuur 11 Aansluiten afmetingen 17 Aansteken 11 Afdichtingskoord van deur 15 Afmetingen 17 Afwerklaag, onderhoud 14 As verwijderen 13 B Beluchting van het vuur 13 Bijvullen van brandstof rookterugslag 13 20 Binnenplaten vermiculite 9 Binnenplaten, vuurvaste verwijderen 9 Brandbaar materiaal afstand tot G Geschikte brandstof 10 Gewicht 16 Gietijzeren binnenplaten waarschuwing 9 10 Glas aanslag schoonmaken 20 14 H Hout bewaren drogen geschikte soort nat wil niet doorbranden 10 10 10 10 10 20 Houtblokken stapelen 12 K Kachelruitenreiniger 19 Brandstof benodigde hoeveelheid bijvullen geschikte hout ongeschikte 13 11-13 10 10 10 Brandveiligheid afstand tot brandbaar materiaal meubels vloer wanden 19 7 7 7 Buitenluchtaanvoer aansluiting op 10 C Creosoot Deur afdichtingskoord openen Draagvermogen van vloer 15 9 14 Kap op de schoorsteen 7 Kieren in toestel 15 L Lak 10 Luchtinlaten 11 Luchtlek 15 Luchtregeling 12 Luchttoevoer regelen 13 M Mist, niet stoken 13 Muren brandveiligheid 7 N 12 D Drogen van hout 14 Naaldhout 10 Nat hout 10 Nevel, niet stoken 13 Nominaal vermogen 13, 16 7 10 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 21 O Onderhoud afdichting email glas schoonmaken schoorsteen smeren toestel schoonmaken vuurvaste binnenplaten 15 14 14 13 14 14 14 Ongeschikte brandstof 10 Ontassen 13 Openen deur 9 Opslag van hout 17 Primaire luchtinlaat 11 Problemen oplossen 13, 20 R Rendement 5, 16 Rook bij eerste gebruik 10 Rookgas massedebiet temperatuur 16 5, 16 Rookterugslag 6, 20 Ruiten aanslag schoonmaken 20 14 S Schoonmaken glas toestel 14 14 Schoorsteen aansluitdiameter aansluiting op hoogte onderhoud voorwaarden 16 10 7 13 7 Schoorsteenbrand voorkomen 12 7 Secundaire luchtinlaat 11 Smeren 14 Stof-emissie 16 22 Teer 12 Temperatuur 16 Trek 16 U Uitgaan van vuur 13 V Vegen van schoorsteen Plaatsen afmetingen 11 11, 13 13, 20 20 20 T 10 P Schoorsteenkap Stoken brandstof bijvullen onvoldoende warmte toestel brandt te hevig toestel niet goed regelbaar 13 Ventilatie vuistregel 7 7 Ventilatierooster 7 Verbrandingsluchtregeling 12 Vermiculite vuurvast 9 Vermiculite binnenplaten 9 Verwijderen as vuurvaste binnenplaten 13 9 Vet voor smering 14 Vloeren brandveiligheid draagvermogen 7 7 Vloerkleed 7 Vulhoogte van toestel 11-12 Vuur aanmaken doven 11 13 Vuurvaste binnenplaten onderhoud verwijderen waarschuwing 14 9 10 W Waarschuwing brandbare materialen deur belasten gietijzeren binnenplaten glas gebroken of gebarsten heet oppervlak kachelruitreiniger 6 6 10 6, 14 6 14 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden schoorsteenbrand ventilatie verzekeringsvoorwaarden voorschriften vuurvaste binnenplaten Wanden brandveiligheid Warmte, onvoldoende Weersomstandigheden, niet stoken 6, 10, 12 6-7 6 6 10 7 13, 20 13 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161

Dovre Bow-WB de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor