KA90DAI30

Siemens KA90DAI30 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Siemens KA90DAI30 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
6
nl Inhoudsopgave
Veiligheids- en waarschuwingsinstructies ... 113
Instructies betreffende het afvoeren ............ 114
Leveringsomvang ......................................... 114
Apparaat plaatsen ....................................... 114
Opstellingsmaten ......................................... 116
Deuropeningshoek ...................................... 116
Apparaat aansluiten ..................................... 117
Deurmontage ............................................... 120
Apparaat leren kennen ................................ 121
Apparaat inschakelen .................................. 123
Temperatuur instellen .................................. 123
Super-koelen ................................................ 123
Super-vriezen ............................................... 124
Toetsblokkering (kinderslot) ........................ 124
Alarmfuncties ............................................... 124
Temperatuureenheid .................................... 125
Energiezuinige modus ................................. 125
Symbool waterfilter ...................................... 125
Effectieve inhoud ......................................... 126
De koelruimte ............................................... 126
Koude-lade ................................................... 126
De vriesruimte .............................................. 127
Max. vriesvermogen ..................................... 127
Invriezen en bewaren ................................... 127
Verse levensmiddelen invriezen .................. 127
Diepvriesproduct ontdooien ........................ 128
IJs- en waterdispenser ................................. 128
Waterfilter ..................................................... 130
Specificatieblad ............................................ 132
Uitrusting ...................................................... 133
Apparaat uitschakelen en uit
bedrijf nemen ............................................... 134
Ontdooien .................................................... 134
Apparaat reinigen ........................................ 135
Geuren ......................................................... 135
Verlichting (LED) .......................................... 135
Energie besparen ........................................ 136
Bedrijfsgeluiden ........................................... 136
Kleine storingen zelf opheffen ..................... 137
Servicedienst ................................................ 138
nl
113
nlInhoudsopgave
nlGebruikersaanwijzing
Veiligheids- en
waarschuwingsinstructies
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiks- en installatiehandleiding zorgvuldig
door! U vindt hierin belangrijke informatie over het
opstellen, het gebruik en onderhoud van het apparaat.
De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer de
aanwijzingen en waarschuwingen in de
gebruikersaanwijzing niet in acht worden genomen.
Bewaar alle documenten voor later gebruik of voor de
volgende eigenaar.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een kleine hoeveelheid van het
milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel R600a.
Let erop dat de leidingen van het koelmiddelcircuit
tijdens het transport of de installatie niet beschadigd
raken. Koelmiddel dat uit het apparaat spuit kan vlam
vatten en oogletsel tot gevolg hebben.
In geval van beschadiging
het apparaat uit de buurt houden van open vuur of
ontstekingsbronnen,
de ruimte gedurende enkele minuten goed
ventileren,
het apparaat uitschakelen en de netstekker uit het
stopcontact halen,
contact opnemen met de servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het zich bevindt. In te kleine
ruimtes kan bij een lekkage een brandbaar gas-lucht-
mengsel ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m³
groot zijn. Op het typeplaatje aan de binnenkant van uw
apparaat staat hoeveel koelmiddel het bevat.
Wanneer de aansluitkabel van dit apparaat beschadigd
raakt, dient deze door de fabrikant, de servicedienst of
een persoon die daartoe eveneens gekwalificeerd is te
worden vervangen. Indien de installatie of reparaties op
ondeskundige wijze worden uitgevoerd, houdt dit een
aanzienlijk risico in voor de gebruiker.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
de fabrikant, de servicedienst of een persoon die
daartoe eveneens gekwalificeerd is.
Er mogen uitsluitend originele onderdelen van de
fabrikant worden gebruikt. Alleen voor deze onderdelen
garandeert de fabrikant dat ze voldoen aan de
veiligheidsbepalingen.
Een verlengstuk van de aansluitkabel mag uitsluitend
via de servicedienst worden betrokken.
Bij gebruik
Nooit elektrische apparaten binnen in het apparaat
gebruiken (bijv. verwarmingstoestellen, elektrische
ijsbereiders). Explosiegevaar!
Het apparaat nooit met een stoomreiniger ontdooien
of schoonmaken! De stoom kan bij de elektrische
delen komen en kortsluiting veroorzaken. Gevaar
voor elektrocutie!
Geen spitse of scherpe objecten gebruiken om rijp-
en ijslagen te verwijderen. Hiermee kunt u de
koelmiddelleidingen beschadigen. Vrijkomend
koelmiddel kan ontbranden of oogletsel
veroorzaken.
Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv.
spuitbussen) en geen explosieve stoffen bewaren.
Explosiegevaar!
Onderstuk, lades, deuren enz. niet gebruiken als
opstapje of ter ondersteuning.
Voor het ontdooien en schoonmaken de netstekker
uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen. Niet aan de kabel maar aan de stekker
trekken.
Middelen met een hoog alcoholpercentage alleen
goed afgesloten en rechtop bewaren.
Kunststofdelen en deurafdichting niet verontreinigen
met olie of vet. Kunststofdelen en deurafdichting
worden anders poreus.
Be- en ontluchtingsopeningen voor het apparaat
nooit afdekken of afsluiten.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door
personen (inclusief kinderen) die beschikken over
beperkte fysische, sensorische of psychische
capaciteiten of een gebrekkige kennis, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of indien zij
van deze persoon aanwijzingen over het gebruik van
het apparaat hebben gekregen.
In de vriesruimte geen vloeistoffen opslaan in flessen
en verpakkingen (met name geen koolzuurhoudende
dranken). Flessen en verpakkingen kunnen barsten!
Diepvriesproducten nooit direct nadat ze uit de
vriesruimte genomen zijn in de mond nemen.
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Voorkom langer contact van de handen met de
diepvriesproducten, ijs, de verdamperleidingen enz.
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Voorkomen van gevaren voor kinderen en
risicopersonen
Risicopersonen zijn:
kinderen,
personen, die lichamelijk, psychisch of in hun
waarnemingen beperkt zijn,
personen die onvoldoende kennis hebben om het
apparaat veilig te kunnen bedienen.
Maatregelen:
Zorg ervoor dat kinderen en risicopersonen de
gevaren begrepen hebben.
Een persoon die verantwoordelijk is voor de
veiligheid dient bij het apparaat toezicht te houden
op kinderen en risicopersonen of hun aanwijzingen
te geven.
Het apparaat alleen laten gebruiken door kinderen
vanaf 8 jaar.
Tijdens de reiniging en het onderhoud dienen
kinderen onder toezicht te staan.
Nooit kinderen met het apparaat laten spelen.
nl
114
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het koelen en invriezen van levensmiddelen,
voor ijsbereiding.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000meter boven zeeniveau..
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik in
privéhuishoudingen en binnen de huiselijke omgeving.
Het apparaat is radio-ontstoord
conform EURichtlijn 2004/108/EG.
Het koelcircuit is op lekdichtheid gecontroleerd.
Dit product voldoet aan de geldende
veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten
(EN 60335-2-24).
Instructies betreffende het
afvoeren
* Verpakking afvoeren
De verpakking beschermt uw apparaat tegen
transportschade. Alle gebruikte materialen zijn
milieuvriendelijk en herbruikbaar. Draag bij aan het
behoud van het milieu door de verpakking op een
milieuvriendelijke manier af te voeren.
Vraag bij uw vakhandelaar of gemeente informatie over
actuele afvoermethoden.
* Oud apparaat afvoeren
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een
milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij versleten apparaten:
1. Netstekker uit het stopcontact halen.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de
netstekker verwijderen.
3. Plateaus en bakken niet uitnemen, om kinderen het
naar binnen klimmen te bemoeilijken!
4. Kinderen niet met het afgedankte apparaat laten
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddelen en in de isolatie
bevinden zich gassen. Koelmiddelen en gassen
moeten correct worden afgevoerd. De leidingen van het
koelmiddelcircuit mogen voordat ze op de juiste wijze
zijn afgevoerd niet beschadigd raken.
Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen na het uitpakken op
eventuele transportschade.
Neem in geval van klachten contact op met de winkel
waar u het apparaat heeft gekocht of met onze
servicedienst.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
Zelfstandig apparaat
Uitrusting (afhankelijk van het model)
Zak met montagemateriaal
Gebruikers- en installatiehandleiding
Schrift voor servicedienst
Garantiebijlagen
Informatie over energieverbruik en geluid
Apparaat plaatsen
Transport
Het apparaat is zwaar en moet bij het transport en de
installatie worden geborgd.
Vanwege het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade eraan te
minimaliseren, zijn er minimaal twee personen nodig
om het op te stellen.
De rollen zijn uitsluitend voor de installatie bedoeld. Het
apparaat niet m.b.v. de rollen transporteren.
Het apparaat mag niet met de rollen op ongelijke of
zachte ondergronden verplaatst worden.
Opstellingsplaats
Voor het opstellen van het apparaat is een droge,
ventileerbare ruimte geschikt. De opstelplaats mag niet
zijn blootgesteld aan direct zonlicht of zich direct in de
buurt van een warmtebron zoals een fornuis, kachel,
enz bevinden. Wanneer het noodzakelijkerwijs naast
een warmtebron wordt geplaatst, dient een geschikte
isolatieplaat te worden gebruikt of moeten de volgende
minimale afstanden tot de warmtebron worden
aangehouden:
Tot elektrische- en gasfornuizen 3 cm.
Tot olie- of kolengestookte kachels 30 cm.
Dit apparaat is overeenkomstig de Europese
Richtlijn 2012/19/EG betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE)
gemarkeerd.
De richtlijn bepaalt het kader voor terugname en
verwerking van oude apparaten in de EU.
nl
115
Ondergrond
De bodem op de opstellocatie mag niet meegeven.
Indien nodig de bodem versterken.
Het apparaat is zwaar. Zie voor het leeggewicht de
volgende tabel.
Wandafstand
Om de deuren tot aan de aanslag te kunnen openen,
moeten bij het opstellen in een hoek of nis minimale
afstanden aan de zijkant worden aangehouden (zie het
hoofdstuk "Opstellingsmaten").
Wanneer de diepte van de naastgelegen
keukeninrichtingen groter is dan 65 cm, moeten de
minimale afstanden aan de zijkant worden
aangehouden om de volledige openingshoek van de
deuren te kunnen gebruiken (zie het hoofdstuk
“Deuropeningshoek“).
Minimale afstand tot de achterwand
De meegeleverde afstandshouder met de schroeven
op de daarvoor bestemde openingen aan de
achterkant van het apparaat bevestigen.
Door de afstandshouder wordt de minimale afstand van
22 mm tot de wand aangehouden en is de ventilatie
gewaarborgd.
Let op de kamertemperatuur en de
ventilatie
Kamertemperatuur
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde
klimaatklasse. Afhankelijk van de klimaatklasse kan het
apparaat bij de volgende kamertemperaturen worden
gebruikt.
De klimaatklasse staat op het typeplaatje.
Aanwijzing
Het apparaat is binnen de kamertemperatuurgrenzen
van de vermelde klimaatklasse volledig functioneel.
Wanneer een apparaat met klimaatklasse SN bij
koudere kamertemperaturen wordt gebruikt, kunnen
beschadigingen tot een temperatuur van +5°C worden
uitgesloten.
Ventilatie
De opgewarmde lucht moet ongehinderd kunnen
verdwijnen. Anders moet het koelapparaat meer
vermogen leveren. Hierdoor wordt het stroomverbruik
verhoogd. Daarom: nooit de be- en
ontluchtingsopening afdekken of afsluiten!
Uitvoering met ijs- en
waterdispenser
107 kg
Uitvoering met ijs- en
waterdispenser en koude-lade
109 kg
Uitvoering met ijs- en
waterdispenser, koude-lade en
minibar
111 kg
Klimaatklasse Toegestane kamertemperatuur
SN +10 °C ... 32 °C
N +16 °C ... 32 °C
ST +16 °C ... 38 °C
T +16 °C ... 43 °C
nl
116
Opstellingsmaten
Deuropeningshoek
Afstandshouder
Afmetingen in mm
Afmetingen in mm
Afmetingen in mm
*720 mm met
Afstandshouders
Zijwand afstand
Zijwand diepte
Laden volledig uittrekbaar bij 145°
deuropening
min. 22
Afmetingen in mm
min.
22
Laden volledig uittrekbaar bij 145°
deuropening
nl
117
Apparaat aansluiten
Na het opstellen van het apparaat minimaal 1 uur
wachten alvorens het in bedrijf te nemen. Tijdens het
transport kan in de compressor aanwezige olie zich
afzetten in het koelsysteem.
Voor de eerste ingebruikname de binnenruimte van het
apparaat reinigen (zie het hoofdstuk Apparaat
reinigen).
Sluit het water altijd aan voordat u de elektrische
aansluiting maakt.
Verwijder de transportborgingen van de plateaus en
deurvakken pas na het opstellen.
Wateraansluiting
m Waarschuwing
Gevaar voor elektrocutie en materiële schade!
Voor alle werkzaamheden aan de wateraansluiting het
apparaat van het stroomnet loskoppelen.
De wateraansluiting mag uitsluitend door een
deskundige installateur volgens de plaatselijke
voorschriften en het verantwoordelijke waterbedrijf
worden uitgevoerd.
Voor de aansluiting van het apparaat is een
wateraansluiting van 3/4 inch nodig.
Het apparaat op een drinkwaterleiding aansluiten:
Minimale druk: 1,0 bar
Maximale druk: 8,0 bar.
Weet u niet zeker hoe u de waterdruk moet controleren,
vraag dit dan na bij een sanitairwinkel.
m Attentie
Bij een waterdruk hoger dan 5,5 bar moet een
reduceerventiel worden ingebouwd, anders bestaat het
risico van waterschade. Bij een waterdruk lager dan
1,0 bar werkt de ijsbereider niet.
De waterkraan voor het aansluiten van de
meegeleverde aansluitleiding moet vrij toegankelijk zijn.
Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op
een koudwaterleiding.
De smaak en geur van het water kunnen door de
installatie van de meegeleverde filterpatronen worden
verbeterd. Let in dat geval op de afwijkende
aansluitvoorwaarden (zie het hoofdstuk Waterfilter).
Aanwijzing
Na inschakeling van het apparaat kan er water uit de
waterdispenser druppelen. Het druppelen houdt op na
ca. 24 uur, wanneer het apparaat zijn
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
Aansluiten
m Attentie
Gevaar van lekken en waterschade.
Let op de volgende punten:
Aansluitleiding niet knikken.
Aansluitleiding recht afsnijden.
Aansluitleiding niet met een tang afknijpen.
Aansluitleiding tot de aanslag in de schroefmof en
het terugloopventiel steken.
Schroefmof met de hand vastzetten. Geen tang
gebruiken.
Doorstroomrichting van het terugloopventiel
controleren. De doorstroomrichting wordt
aangegeven door pijlen op het terugloopventiel.
1. Aansluitleiding tot de aanslag in het terugloopventiel
steken.
2. Huls van het terugloopventiel sluiten en met een
schroef vastzetten.
3. Zeef in het reduceerstuk plaatsen.
Aanwijzing
De zeef dient jaarlijks te worden gereinigd. Bevat het
water veel deeltjes, dan dient hij vaker te worden
schoongemaakt.
ca.
65 cm
ca.
33 cm
nl
118
4. Schroefmof aansluiten op de waterkraan.
5. Aansluitleiding tot de aanslag in de schroefmof
steken.
6. Aansluitleiding in lussen of wikkelingen leggen,
zodat het apparaat van de wand getrokken kan
worden.
De aansluitleiding kan met meegeleverde klemmen op
de wand van de ruimte worden bevestigd.
m Attentie
In geen geval in het apparaat boren of schroeven!
Wateraansluiting op lekdichtheid
controleren
m Waarschuwing
Gevaar voor elektrocutie en materiële schade!
Voor alle werkzaamheden aan de wateraansluiting het
apparaat van het stroomnet loskoppelen.
1. Waterkraan openen en kort wachten tot de
waterleidingen in het apparaat met water gevuld
zijn.
2. Aansluitleiding en alle koppelingen op lekdichtheid
controleren.
3. Apparaatdeuren openen.
4. 3 schroeven eruit draaien en de plint verwijderen.
5. Koppelingen naar de deur van de vriesruimte op
lekdichtheid controleren.
6. Plint aanbrengen en met 3 schroeven bevestigen.
Elektrische aansluiting
De contactdoos moet dicht bij het apparaat en ook na
opstelling van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
Het apparaat voldoet aan veiligheidsklasse I. Via een
conform de voorschriften geïnstalleerde contactdoos
met randaarde het apparaat op 220 - 240 V/50 Hz
wisselspanning aansluiten. De contactdoos moet met
een 10 A tot 16 A zekering zijn gezekerd.
Bij apparaten die in niet-Europese landen worden
gebruikt, moet worden gecontroleerd of de opgegeven
spanning en stroom overeenkomen met de waarden
van het elektriciteitsnet. Deze informatie vindt u op het
typeplaatje.
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval op een elektronische
energiespaarstekker worden aangesloten.
Voor het gebruik van onze apparaten kunnen sinus- en
netgestuurde omvormers worden gebruikt.
Netgestuurde omvormers worden gebruikt bij
fotovoltaïsche of PV-installaties, die direct op het
openbare stroomnet worden aangesloten. Bij
eilandoplossingen (bijv. bij schepen of berghutten), die
geen directe aansluiting op het openbare stroomnet
hebben, moeten sinusgeregelde omvormers worden
gebruikt.
Apparaat uitlijnen
Aanwijzing
Om ervoor te zorgen dat het apparaat optimaal
functioneert, moet het met een waterpas horizontaal
worden uitgelijnd.
Wanneer het apparaat scheef staat, kan dit tot gevolg
hebben dat er water uit de ijsbereider wegloopt,
ongelijke ijsblokjes worden gemaakt of de deuren niet
meer goed sluiten.
1. Apparaat op de daarvoor bedoelde plaats zetten.
2. Om ervoor te zorgen dat het apparaat niet weg kan
rollen, de twee voorste voeten uitdraaien tot ze vast
op de bodem staan.
nl
119
3. Aan de voeten draaien tot het apparaat exact
horizontaal staat. De deuren van het apparaat als
referentievlak gebruiken.
4. De vriesruimtedeur is lager:
5. De koelruimtedeur is lager:
Wanneer het apparaat exact horizontaal is gesteld,
maar één apparaatdeur lager staat:
1. Apparaatdeuren openen.
2. 3 schroeven eruit draaien en de plint verwijderen.
3. Moer losdraaien.
4. Aan de instelmoer draaien, totdat de
apparaatdeuren horizontaal zijn gesteld.
5. Vriesruimtedeur is lager: Instelmoer tegen de klok in
draaien.
6. Koelruimtedeur is lager: Instelmoer met de klok mee
draaien.
7. Moer vastdraaien.
8. Plint aanbrengen en met 3 schroeven bevestigen.
nl
120
Aanwijzing
Door het eigen gewicht en doordat er levensmiddelen
in de deur staan, kan het voorkomen dat de deur van
de koelruimte helt, zelfs wanneer het apparaat recht
staat. De deurspleet is boven en onder niet even groot.
Wanneer de deurspleet boven en onder niet even
groot is:
1. 2 schroeven eruit draaien en de bovenste
scharnierafdekking afnemen.
2. Scharnierschroeven losdraaien.
Schroeven niet helemaal eruit draaien!
3. Hellingshoek van de deur van de koelruimte
instellen.
4. Scharnierschroeven vastdraaien.
5. Scharnierafdekking plaatsen en met 2 schroeven
bevestigen.
Deurmontage
Wanneer het apparaat niet door de deuropening van de
woning kan, kunnen de deurgrepen of deuren van het
apparaat gedemonteerd worden.
Aanwijzing
De deurgrepen of apparaatdeuren mogen uitsluitend
door de servicedienst worden gedemonteerd. De
kosten daarvoor kunt u opvragen bij uw
verantwoordelijke servicedienst.
nl
121
Apparaat leren kennen
Apparaat
De uitrusting van de modellen kan variëren.
Afwijkingen van de afbeeldingen zijn mogelijk.
A Koelruimte
B Vriesruimte (4 sterren)
1 Deurvakken (2-sterren vak)
Aanwijzing
Alleen deze deurvakken hebben 2 sterren, voor
het overige heeft de vriesruimte 4 sterren.
2 Bedieningselementen
3 IJs- en waterdispenser
4 Deurvakken
5 IJsblokjesbak
6 IJsbereider
7 Glasplateaus vriesruimte
8 Schuifladen van de vriesruimte
9 Vakje
10 Waterfilter
11 Eierhouder
12 Glasplateaus koelruimte
13 Glasplateau
14 Groentelade
15 Vruchtenlade
16 Koude-lade (niet bij alle modellen)
17 Boter- en kaasvak
18 Deurvak met klep
19 Minibar (niet bij alle modellen)
nl
122
Bedieningselementen
1 Toetsen „freeze/super“
Temperatuur in de vriesruimte instellen.
Functie „Super-vriezen“ in- en uitschakelen.
2 Toets „light/filter“
Verlichting voor ijs- en waterdispenser in- en
uitschakelen.
Filterindicatie terugzetten.
3 Toets „water“
4 Toets „crushed ice/ice cubes“
5 Toets „alarm/lock“
Weergave van het temperatuuralarm
uitschakelen.
Toetsenblokkering (kinderslot) in- en
uitschakelen.
6 Toetsen „cool/super“
Temperatuur in koelruimte instellen.
Functie „Super-koelen“ in- en uitschakelen.
7 Display koelruimte
Temperatuur in koelruimte.
Symbool „super“ bij ingeschakelde functie
„Super-koelen“.
Symbool „alarm“ in geval van alarm in de
koelruimte.
8 Display vriesruimte
Temperatuur in de vriesruimte.
Symbool „super“ bij ingeschakelde functie
„Super-vriezen“.
Symbool „alarm“ in geval van alarm in de
koelruimte.
9 Symbolen op het display
Waterfilter
Status van de filterpatronen.
Verlichting
Verlichting van de ijs- en
waterdispenser is ingeschakeld.
Water
Afgifte van water is ingeschakeld.
IJsblokjes
Afgifte van ijsblokjes is ingeschakeld.
Crushed ijs
Afgifte van crushed ijs is
ingeschakeld.
Toetsblokkering (kinderslot)
Toetsblokkering is ingeschakeld.
nl
123
Apparaat inschakelen
De stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat begint te koelen.
Bij het eerste gebruik is de alarmfunctie gedeactiveerd
todat het apparaat de ingestelde temperatuur heeft
bereikt. Wanneer het apparaat weer in gebruik wordt
genomen nadat het langere tijd uitgeschakeld is
geweest, kan het temperatuuralarm in werking treden.
De temperatuurindicaties knipperen en op het display
wordt het „alarm“ symbool weergegeven, tot het
apparaat de ingestelde temperatuur bereikt heeft.
Door de toets „alarm/lock“ in te drukken wordt de
weergave van het temperatuuralarm uitgeschakeld.
De verlichting gaat aan bij geopende apparaatdeuren.
Af fabriek worden de volgende temperaturen
aanbevolen en vooringesteld:
Koelruimte +4 °C
Vriesruimte -18 °C.
Gebruiksinstructies
Na het inschakelen kan het meerdere uren duren
voordat de ingestelde temperaturen zijn bereikt.
Daarvoor geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de
vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet nodig.
De kopse zijden van de behuizing worden deels licht
verwarmd ter voorkoming van condenswatervorming
bij de deurafdichting.
Kan de deur van de vriesruimte na het sluiten niet
direct weer worden geopend, wacht dan een
moment tot de ontstane onderdruk opgeheven is.
Temperatuur instellen
Koelruimte
Er kan een temperatuur worden ingesteld van +2 °C tot
+8 °C.
De toetsen „cool/super +“ of „cool/super -“ zo vaak
indrukken tot de gewenste koelruimtetemperatuur is
ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt opgeslagen. De
ingestelde temperatuur wordt op het display van de
koelruimte weergegeven.
Vriesruimte
De temperatuur kan worden ingesteld van -16 °C
tot -22 °C.
De toetsen „freeze/super +“ of „freeze/super -“ zo vaak
indrukken tot de gewenste koelruimtetemperatuur is
ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt opgeslagen. De
ingestelde temperatuur wordt op het display van de
vriesruimte weergegeven.
Super-koelen
Bij het super-koelen wordt de koelruimte ca. 40 uur
lang zo koud mogelijk gekoeld. Daarna wordt de
temperatuur automatisch op +4 °C ingesteld.
Het super-koelen inschakelen bijv.
voor het plaatsen van grote hoeveelheden
levensmiddelen
Voor het snel koelen van dranken.
Aanwijzing
Is super-koelen ingeschakeld, dan kan dit leiden tot
meer bedrijfsgeluid.
Inschakelen
De toets „cool/super -“ zo vaak indrukken tot op het
display van de koelruimte „super“ wordt weergegeven.
Uitschakelen
De toets „cool/super +“ indrukken.
Aanwijzing
„super“ verdwijnt van het display. De temperatuur wordt
automatisch op +4 °C ingesteld.
nl
124
Super-vriezen
Levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern
worden bevroren, zodat vitamines, voedingswaarde,
uiterlijk en smaak behouden blijven.
Schakel enkele uren voor het plaatsen van de verse
levensmiddelen super-vriezen in, om een ongewenste
temperatuurstijging te voorkomen.
Over het algemeen is 4 - 6 uur afdoende.
Het apparaat werkt na het inschakelen continu.
Daardoor wordt in de vriezer een zeer lage temperatuur
bereikt.
Super-vriezen schakelt automatisch uit na ca. 48 uur.
Moet het maximale vriesvolume worden gebruikt, dan
dient Super-vriezen 24 uur voorafgaande aan het
plaatsen van de verse levensmiddelen te worden
ingeschakeld.
Kleinere hoeveelheden levensmiddel (tot max.2 kg)
kunt u zonder Super-vriezen invriezen.
Aanwijzing
Is Super-vriezen ingeschakeld, dan kan dit leiden tot
meer bedrijfsgeluid.
Inschakelen
De toets „freeze/super -“ zo vaak indrukken tot op het
display van de vriesruimte „super“ wordt weergegeven.
Uitschakelen
De toets „freeze/super +“ indrukken.
Aanwijzing
„super“ verdwijnt van het display. Daarna wordt
automatisch overgeschakeld naar de temperatuur die
voor super-vriezen is ingesteld.
Toetsblokkering (kinderslot)
Wanneer de toetsblokkering is ingeschakeld zijn alle
toetsen geblokkeerd.
Wanneer de toetsblokkering is ingeschakeld kan bij
een waarschuwingssignaal met de
toets „alarm/lock“ het waarschuwingssignaal worden
uitgeschakeld.
Inschakelen
De toets „alarm/lock“ indrukken.
Op het display wordt het symbool „toetsblokkering“
weergegeven.
Uitschakelen
De toets „alarm/lock“ 3 seconden indrukken.
Alarmfuncties
Deuralarm
Het deuralarm schakelt in wanneer een apparaatdeur
langer dan één minuut openstaat. Het
waarschuwingsgeluid wordt om de 60 seconden
gedurende 5 minuten herhaald. Door het sluiten van de
deur wordt het alarmgeluid weer uitgeschakeld.
Het deuralarm schakelt ook in, wanneer de minibar
langer dan één minuut openstaat.
Temperatuuralarm
Het display geeft het temperatuuralarm weer wanneer
het in de koel- of vriesruimte te warm is en de
levensmiddelen in gevaar komen.
Op het betreffende display wordt de hoogste
temperatuur en „alarm“ weergegeven.
Koelruimte
Wanneer het in de koelruimte te warm is geworden, het
opgewarmde product voor gebruik verwarmen. Rauwe
levensmiddelen in geval van twijfel niet meer gebruiken.
nl
125
Vriesruimte
Ontdooide waren niet opnieuw invriezen. Pas nadat ze
tot een gerecht zijn verwerkt (gekookt of gebraden),
kunnen ze opnieuw ingevroren worden.
De maximale bewaarduur niet meer geheel benutten.
Zonder gevaar voor het diepvriesproduct kan het alarm
inschakelen:
bij de ingebruikneming van het apparaat,
bij het plaatsen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen,
bij een te lang geopende deur van de vriesruimte.
Alarm uitschakelen
Toets „alarm/lock“ indrukken.
Aanwijzing
Zodra de ingestelde temperatuur weer bereikt is,
verdwijnt „alarm“ van het display.
Temperatuureenheid
De temperatuur kan in graden Celsius (°C) of
Fahrenheit (°F) worden weergegeven.
Na het inschakelen geeft het display de temperatuur
aan in graden Celsius (°C).
Instellen
1. De toets „alarm/lock“ indrukken.
Op het display wordt het symbool „toetsblokkering“
weergegeven.
2. De toets „light/filter“ en „water“ 10 seconden
indrukken.
De temperatuureenheid schakelt om.
Energiezuinige modus
20 seconden nadat de deuren zijn gesloten of de
laatste toets werd bediend, schakelt het display naar de
energiezuinige modus. Het display schakelt uit, gedimd
zijn alleen nog de woorden „freeze“ en „cool“ en het
symbool van de gekozen dispensermodus (water, ijs of
crushed ijs) zichtbaar.
Zodra een deur wordt geopend of een toets wordt
bediend, schakelt het display in met normale
verlichtingssterkte.
Symbool waterfilter
Het symbool geeft aan hoelang het filterpatroon nog
kan worden gebruikt.
Aanwijzing
Bij uitschakeling van het apparaat wordt het symbool
voor het filterpatroon gereset.
Na vervanging van het filterpatroon het
symbool voor het waterfilter resetten:
De toets „light/filter“ 3 seconden indrukken.
Het symbool stopt met knipperen.
Maximaal zes maanden.
Maximaal vier maanden.
Maximaal twee maanden.
Maximaal tien dagen:
De drie balken van het symbool knipperen.
Filterpatroon vervangen.
nl
126
Effectieve inhoud
Informatie over de effectieve inhoud van uw apparaat
vindt u op de typeplaat.
Vriesvolume volledig gebruiken
Om de maximale hoeveelheid diepvriesproducten
onder te kunnen brengen, kunt u alle
indelingsonderdelen uitnemen. De levensmiddelen kunt
u dan direct in de vakjes en op de bodem van de
vriesruimte leggen.
Het uitnemen en plaatsen van de indelingsonderdelen
is omschreven in het hoofdstuk Uitrusting van het
apparaat.
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarlocatie voor bereide
gerechten, gebak, conserven, melk en harde
kaassoorten.
Opletten bij het plaatsen
Bewaar verse en ongeschonden levensmiddelen. Zo
blijven de kwaliteit en versheid langer bewaard.
Bij bereide en gebottelde producten de door de
producent aangegeven minimale houdbaarheids- of
gebruiksdatum aanhouden.
Om aroma, kleur en versheid te behouden de
levensmiddelen goed verpakken of afdekken.
Overdracht van smaak en verkleuringen van
kunststof delen in de koelruimte worden hierdoor
voorkomen.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en dan pas in het apparaat plaatsen.
Aanwijzing
Voorkom contact tussen levensmiddelen en de
achterwand. Anders wordt de luchtcirculatie beïnvloed.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de
achterwand vastvriezen.
Houd rekening met de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan zones
van een verschillende koudegraad:
De koudste zone bij de achterwand.
De warmste zone bij de deur, helemaal bovenin.
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv. kaas en boter. Het
aroma van de kaas kan zo verder worden ontwikkeld
en de boter blijft smeerbaar.
Koude-lade
In het koude-lade kunnen levensmiddelen tot tweemaal
langer vers worden gehouden als in de normale
koelzone – voor een nog langere versheid, behoud van
voedingsstoffen en smaak.
De temperatuur kan individueel aan de geplaatste
levensmiddelen worden aangepast. De optimale
temperatuur en luchtvochtigheid garanderen de ideale
bewaarcondities voor verse levensmiddelen.
Temperatuur instellen
Met de selectietoets de levensmiddelen selecteren
welke zich in het koude-lade bevinden.
De oplichtende LED geeft de selectie aan.
Ongeschikt voor het koud bewaren zijn:
Fruit dat gevoelig is voor kou (bijv. ananas, bananen,
papaja en citrusvruchten) en groenten (bijv.
aubergines, komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappelen) moeten voor een optimaal
behoud van de kwaliteit en het aroma buiten de
koelkast worden bewaard bij temperaturen van
ca. + 8 °C tot +12 °C.
Geschikt voor het koud bewaren zijn:
Vis, zeevruchten, vlees, worst, melkproducten,
bereide gerechten
Groenten (bijv. wortels, asperges, selderij, prei, rode
bieten, champignons, koolsoorten zoals broccoli,
bloemkool, spruitjes, koolrabi)
Salade (bijv. veldsalade, ijsbergsalade, witlof)
Kruiden (bijv. dille, peterselie, bieslook, basilicum)
Fruit (niet voor koude gevoelige soorten, zoals
appels, perziken, bessen en druiven).
m Attentie
Na een stroomstoring of het loskoppelen van het
apparaat van het elektriciteitsnet moet de temperatuur
van het koude-lade opnieuw worden ingesteld!
nl
127
Bewaartijden (bij 0 °C)
De vriesruimte
De vriesruimte gebruiken
Voor het opslaan van diepvriesproducten.
Voor het maken van ijsblokjes.
Voor het invriezen van levensmiddelen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd gesloten
is! Bij een geopende deur ontdooien de
diepvriesproducten en treedt er sterke ijsvorming op.
Bovendien: Energieverspilling door hoog
stroomverbruik!
Aanwijzing
De deurvakken met twee sterren kunnen worden
gebruikt voor het kort bewaren van ijs en
levensmiddelen bij -12 °C.
De rest van de vriesruimte heeft 4 sterren.
Max. vriesvermogen
Informatie over de maximale invriescapaciteit in 24 uur
vindt u op de typeplaat.
Vereisten voor maximale vriescapaciteit
Super-vriezen voor het plaatsen van verse producten
inschakelen (zie het hoofdstuk Super-vriezen).
Uitrustingsonderdelen verwijderen.
Stapel de levensmiddelen direct in de vakjes en op
de bodem van de vriesruimte.
Aanwijzing
De ventilatiesleuven in de achterwand niet afdekken
met diepvriesproducten.
Grotere hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur
in het bovenste vak invriezen. Hier worden ze
bijzonder snel en dus ook zorgvuldig ingevroren.
Invriezen en bewaren
Diepvriesproducten inkopen
De verpakking mag niet beschadigd zijn.
De houdbaarheidsdatum aanhouden.
De temperatuur in de verkoopkist moet -18 °C of
kouder zijn.
Diepvriesproducten indien mogelijk in een isolerende
tas transporteren en zo snel mogelijk in de vriezer
doen.
Let op bij het indelen
Grotere hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur
in het bovenste vak invriezen. Hier worden ze
bijzonder snel en dus ook zorgvuldig ingevroren.
De levensmiddelen ruim over de vakken, resp.
vriesladen verdelen.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de
vers in te vriezen levensmiddelen in contact komen.
Eventueel ingevroren levensmiddelen in andere
vriesladen leggen.
Diepvriesproduct bewaren
Vrieslade tot de aanslag inschuiven om een
probleemloze luchtcirculatie te waarborgen.
Verse levensmiddelen invriezen
Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen.
Om voedingswaarde, aroma en kleur zo goed mogelijk
te behouden, moeten groenten voor het invriezen
geblancheerd worden.
Bij aubergines, paprika, courgettes en asperges is
blancheren niet nodig.
Boeken over invriezen en blancheren vindt u in de
boekwinkel.
Aanwijzing
Laat in te vriezen levensmiddelen niet in contact komen
met al bevroren levensmiddelen.
Geschikt om in te vriezen zijn:
Gebak, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groenten, fruit, kruiden, eieren zonder schil,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en etensresten zoals soep,
eenpansgerechten, klaargemaakt vlees en
klaargemaakte vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete gerechten.
Niet geschikt om in te vriezen zijn:
Groenten die doorgaans rauw worden gegeten,
zoals sla, radijsjes, eieren in de schil, druiven, hele
appels, peren en perziken, hardgekookte eieren,
yoghurt, karnemelk, zure room, crème fraîche en
mayonaise.
Naar gelang de uitgangskwaliteit
Verse vis, zeevruchten max. 3 dagen
Gevogelte, vlees (gekookt/
gebraden)
max. 5 dagen
Rund, varken, lam, worst
(gesneden)
max. 7 dagen
Gerookte vis, broccoli max. 14 dagen
Salade, venkel, abrikozen,
pruimen
max. 21 dagen
Zachte kaas, yoghurt, kwark,
karnemelk, bloemkool
max. 30 dagen
nl
128
Diepvriesproducten verpakken
Verpak levensmiddelen luchtdicht, zodat deze geen
smaak verliezen of uitdrogen.
1. Levensmiddel in de verpakking doen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Verpakking dicht afsluiten.
4. Inhoud en invriesdatum op de verpakking schrijven.
Geschikt as verpakking:
Kunststoffolie, folie van polyethyleen, aluminiumfolie,
invriesdozen.
Deze producten vindt u in de vakhandel.
Niet geschikt als verpakking:
Pakpapier, perkament, cellofaan, vuilniszakken en
gebruikte plastic winkeltassen.
Geschikt voor het afsluiten:
Rubber ringen, kunststof clips, sluiters,
koudebestendige tape, etc.
Zakken en folie van polyethyleen kunnen met een
folielasapparaat worden gelast.
Houdbaarheid van het diepvriesproduct
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Bij een temperatuur van -18 °C:
Vis, worst, bereide gerechten, brood en gebak:
max. 6 maanden
Kaas, gevogelte, vlees:
max. 8 maanden
Groenten, fruit:
max. 12 maanden.
Diepvriesproduct ontdooien
Afhankelijk van het soort en het gebruiksdoel kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
bij kamertemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron.
m Attentie
Ontdooide waren niet weer invriezen. Pas nadat ze tot
een gerecht zijn verwerkt (gekookt of gebraden),
kunnen ze opnieuw ingevroren worden.
De maximale bewaartijd van het diepvriesproduct niet
meer volledig benutten.
IJs- en waterdispenser
Afhankelijk van de behoefte kan worden afgenomen:
gekoeld water,
crushed ijs,
ijsblokjes.
m Waarschuwing
Nooit met uw handen in de ijsblokjesopening komen!
Gevaar voor lichamelijk letsel!
m Attentie
Geen flessen of levensmiddelen voor snel koelen in de
ijsblokjesbak leggen. De ijsbereider kan geblokkeerd
raken en beschadigen.
Let op bij de ingebruikneming
De ijs- en waterafgifte werkt alleen wanneer het
apparaat is aangesloten op het waterleidingnet.
Na de ingebruikneming van het apparaat duurt het
ca. 24 uur tot de eerste portie ijsblokjes is gemaakt.
Na het aansluiten zitten er nog luchtbellen in de
leidingen.
Drinkwater zolang aftappen en afvoeren, tot water
zonder luchtbellen kan worden afgetapt. De eerste
5 glazen weggooien.
Wanneer de ijsbereider voor de eerste keer wordt
gebruikt, de eerste 30 - 40 ijsblokjes om hygiënische
redenen niet gebruiken.
Opmerking voor gebruik van de
ijsbereider
Wanneer de vriesruimte de vriestemperatuur heeft
bereikt, stroomt er water in de ijsbereider. Dit bevriest
in de kamers tot ijsblokjes Als de ijsblokjes klaar zijn,
worden ze automatisch in de ijsblokjesbak geworpen.
Na de ingebruikneming van het apparaat duurt het
ca. 24 uur tot de eerste portie ijsblokjes is gemaakt.
Af en toe blijven de ijsblokjes aan elkaar kleven. Bij het
transport naar de dispenseropening komen ze meestal
vanzelf los.
Wanneer de ijsblokjesbak vol is, schakelt de ijsbereider
automatisch uit.
Afhankelijk van de omgevingstemperatuur en
apparaatinstelling is de ijsbereider in staat om
ca. 140 ijsblokjes in 24 uur te maken.
Bij het maken van de ijsblokjes is het zoemen van de
waterklep, het stromen van het water in de ijsschaal en
het vallen van de ijsblokjes hoorbaar.
nl
129
Let op de drinkwaterkwaliteit
Alle gebruikte materialen van de dispenser zijn geur- en
smaakneutraal.
Wanneer het water een bijsmaak heeft, kan dit de
volgende oorzaken hebben:
Mineraal- en chloorgehalte van het drinkwater.
Materiaal van de huiswater- of aansluitleiding.
Versheid van het drinkwater. Wanneer langere tijd
geen water is afgetapt, kan het water "muf" gaan
smaken. In dit geval ca. 15 glazen water vullen en
weggooien.
Wij adviseren regelmatig wat water te gebruiken uit de
waterbereider en het apparaat niet uit te schakelen.
Daardoor blijft een optimale waterkwaliteit
gewaarborgd.
Aanwijzing
Het meegeleverde waterfilter filtert uitsluitend deeltjes
uit het toegevoerde water, geen bacteriën of microben.
Water aftappen
1. Druk op de toets „water“. Op het display wordt het
symbool „Water“ weergegeven.
2. Glas tegen de dispenserhendel duwen, tot de
gewenste hoeveelheid in het glas zit.
Tip
Het water van de waterdispenser is geschikt voor
consumptie gekoeld. Wanneer het water kouder wordt
gewenst, voor het aftappen extra ijsblokjes in het glas
doen.
IJs afnemen:
Glas slechts net zo lang tegen de dispenserhendel
drukken tot dit voor de helft met ijs is gevuld. Het ijs dat
zich in de dispenseropening voor ijsblokjes bevindt kan
anders leiden tot het overstromen van de beker of de
ijsblokjesdispenseropening blokkeren.
Wanneer voor de afname van ijsblokjes eerst crushed
ijs is afgenomen, kan zich nog crushed ijs in de
dispenseropening bevinden. Dit wordt met de eerste
portie ijsblokjes vrijgegeven.
1. De toets „crushed ice/ice cubes“ indrukken totdat
op het display het symbool voor „IJsblokjes“ of
„Crushed ijs“ wordt weergegeven.
2. Glas tegen de dispenserhendel duwen, tot de
gewenste hoeveelheid erin zit.
nl
130
IJsbereider uitschakelen
Aanwijzing
Watertoevoer naar het apparaat absoluut enkele uren
voor het uitschakelen afsluiten.
Wanneer waarschijnlijk langer dan 1 week geen
ijsblokjes worden gebruikt (bijv. vakantie), dan moet de
ijsbereider tijdelijk worden stopgezet, om aan elkaar
vriezen van de ijsblokjes te voorkomen.
1. De toets „crushed ice/ice cubes“ 3 seconden
indrukken.
Op het display knipperen ca. 3 seconden de symbolen
„IJsblokjes“, „Crush-ijs“ en „Toetsblokkering“.
Vervolgens wordt de waterdispenser ingeschakeld en
is het symbool „Water“ verlicht.
Aanwijzing
Wanneer de ijsbereider uitgeschakeld is, klinkt er bij
het indrukken van de toets „crushed ice/ice cubes“,
een waarschuwingsgeluid en knipperen de symbolen
„IJsblokjes“, „Crush-ijs“ en „toetsblokkering“
ca. 3 seconden.
2. IJsblokjesbak eruit trekken.
3. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen.
4. IJsblokjesbak op het oplegvlak geheel naar
achteren schuiven, tot hij vastklikt.
IJsbereider inschakelen
De toets „crushed ice/ice cubes“ 3 seconden
indrukken.
Zodra de ijsbereider ingeschakeld is, klinkt er een
waarschuwingsgeluid.
Waterfilter
m Waarschuwing
Apparaten op plaatsen waar de waterkwaliteit
twijfelachtig of niet voldoende bekend is, niet zonder
desinfectie voor en na de filtering gebruiken.
Een filterpatroon voor de waterfilter kan via de
servicedienst worden besteld.
m Attentie
Na de inbouw van een nieuw filterpatroon de
ijsproductie van de eerste 24 uur na het inschakelen
van de ijsbereider altijd weggooien.
Wanneer het ijs langere tijd niet wordt gebruikt, alle
ijsblokjes uit de bak weggooien en ook de
ijsproductie van de volgende 24 uur.
Wanneer het apparaat of het ijs gedurende
meerdere weken of maanden niet actief wordt
gebruikt, of de ijsblokjes een onaangename smaak
of geur hebben, het filterpatroon vervangen.
Luchtbellen in het systeem kunnen waterlekkage en
losraken van het filterpatroon veroorzaken.
Voorzichtig bij het verwijderen.
Het filterpatroon moet minimaal om de 6 maanden
worden vervangen.
Belangrijke opmerking betreffende de
waterfilter
Het watersysteem staat na gebruik onder een
geringe druk. Voorzichtig bij het verwijderen van het
filterpatroon!
Wanneer het apparaat langere tijd niet wordt
gebruikt of het water onaangenaam ruikt of smaakt,
het watersysteem doorspoelen. Hiervoor meerdere
minuten water uit de waterdispenser aftappen.
Wanneer de onaangename smaak of geur blijft
bestaan, filterpatroon vervangen.
nl
131
Filterpatroon vervangen
Na 6 maanden knippert het symbool Waterfilter, om
aan te geven dat het filterpatroon vervangen dient te
worden (zie het hoofdstuk Symbool waterfilter).
Het filterpatroon dient uiterlijk na zes maanden te
worden vervangen.
1. Opgelet! Netstekker uit het stopcontact halen of de
zekering uitschakelen.
2. Watertoevoer van het apparaat uitzetten.
3. Knop indrukken en de afdekking afnemen.
Aanwijzing
Voorzichtig bij het verwijderen van het filterpatroon!
Het watersysteem staat na gebruik onder geringe druk.
4. Filterpatroon voorzichtig 90° tegen de klok in
draaien, bijv. met behulp van een lepel, en eruit
trekken.
5. Nieuw filterpatroon uit de verpakking nemen en de
beschermkap verwijderen.
6. Nieuw filterpatroon plaatsen en voorzichtig 90° met
de klok mee draaien tot de aanslag, bijv. met
behulp van een lepel.
Aanwijzing
Het filterpatroon moet met de hand worden vastgezet,
zodat er geen lekken ontstaan en het apparaat op de
juiste wijze van water wordt voorzien.
7. Afdekking plaatsen en inklikken.
8. Zorg voor watertoevoer naar het apparaat.
9. Apparaat inschakelen.
10.Enkele liters water via de waterdispenser aftappen.
De lucht wordt daardoor uit het watersysteem
verwijderd.
11.Water uit het oude filterpatroon gieten. Het
filterpatroon kan via het huisvuil worden afgevoerd.
12.Toets “light/filter“ 3 seconden ingedrukt houden.
Het symbool voor de waterfilter wordt gereset. Het
symbool stopt met knipperen. Het nieuwe
filterpatroon is geactiveerd.
Aanwijzing
De ijs- en waterdispenser kan ook zonder waterfilter
worden gebruikt. In dit geval de afsluitkap plaatsen.
nl
132
Specificatieblad
Model 9000 7775078
Met gebruik van reservefilterpatroon 9000 674655.
De concentratie van de vermelde in water opgeloste substanties, die binnendringen in het systeem, is gereduceerd tot een waarde beneden of gelijk
aan de toegestane grenswaarde conform NSF/ANSI 42 en 53 voor uit het apparaat afgetapt water.
*Op basis van het gebruik van Cryptosporidium parvum oocysten
Om de aangegeven productcapaciteit te bereiken dienen alle richtlij-
nen ten aanzien van het gebruik, het onderhoud en de filtervervanging
te worden opgevolgd. Lees de aanwijzingen voor de garantie in het
handboek.
Opmerking: De tests zijn onder standaard laboratoriumcondities
uitgevoerd. De daadwerkelijke prestaties kunnen afwijken.
Reservefilterpatroon: 9000 674655. Nadere informatie over de prijzen
van reserveonderdelen vindt u bij uw handelaar. U kunt ook dit tele-
foonnummer bellen: 1-800-578-6890.
m Waarschuwing
Om het gevaar van opname van schadelijke stoffen te reduceren:
Zonder afdoende desinfectie voor of na filtering geen water
gebruiken dat in microbiologisch opzicht twijfelachtig is of waarvan
de kwaliteit onbekend is. Een voor cystenreductie gecertificeerd
systeem mag worden gebruikt voor gedesinfecteerd water dat
filtreerbare cysten bevat.
EPA Establishment Number 10350-MN-005
m Attentie
Om het gevaar van materiële schade als gevolg van het vrijkomen van
water te reduceren:
Lezen en in acht nemen. Lees de gebruiksaanwijzingen voor de
inbouw en het gebruik van het systeem door.
Inbouw en gebruik MOETEN voldoen aan de plaatselijke
aansluitingsrichtlijnen.
Niet inbouwen wanneer de waterdruk hoger is dan 120 psi
(827 kPa). Wanneer de waterdruk hoger is dan 80 psi dient u een
drukbegrenzingsventiel in te bouwen. Weet u niet zeker hoe u de
waterdruk moet controleren, vraag dit dan na bij een sanitairwinkel.
Niet inbouwen wanneer er waterslag kan optreden. Indien er sprake
is van condities voor waterslag, dient u een waterslagdemper te
monteren. Neem contact op met een sanitairwinkel wanneer u er
niet zeker van bent of dit het geval is.
Niet aansluiten op een warmwaterleiding. De maximale
bedrijfstemperatuur van de filter is 100 °F (38 °C).
Filter beschermen tegen invriezen. Filter leegmaken wanneer de
temperaturen onder de 33 °F (0,6 °C) komen.
Het filterpatroon onder normale voorwaarden om de 6 maanden en
in geval van een duidelijke vermindering van de doorstroming direct
vervangen.
Aan de hand van het gegevensprestatieblad is het systeem door NSF International conform ANSI/NSFnorm 42 en 53
getest ter reductie voor de hierna vermelde substanties getest en gecertificeerd.
Capaciteit 739,68 gallons (2.800 liter)
Afname van de verontreiniging - getest door NSF
Afname van de
verontreiniging
Gemiddelde
toevoer
NSF-
gespecificeerde
testconcentratie
Gemiddelde
reductie
Gemiddelde
concentratie in
gefilterd water
Max.
toegestane
concentratie in
gefilterd water
Vereiste
reductie
volgens NSF
NSF-
testprotocol
Chloorsmaak en -
geur
2,1 mg/l 2,0 mg/l ± 10 % 97,6 % 0,05 mg/l N/A 50 % J-00121313
Nominale waarde
van de deeltjes
Klasse I, 0,5 tot
< 1,0 μm
9.100.000
deeltjes/ml
Min. 10.000
deeltjes/ml
98,8 % 111.817
deeltjes/ml
N/A 85 % J-00099871
Cysten * 170.00 cysten/l Minimum
50.000 cysten/l
99,99 % 0,001 cysten/l N/A 99,95 % J-00109715
Troebelheid 11 NTU 11 ± 1 NTU 98,1 % < 1 NTU 0,5 NTU 95,5 % J-00099885
Toepassingsrichtlijnen / parameters watertoevoer
Stroomsnelheid 0,75 gpm (2,83 lpm)
Watertoevoer Drinkwater
Waterdruk 30 - 120 psi (207 - 827 kPa)
Watertemperatuur 0,6 °C - 38 °C (33 °F - 100 °F)
3M is een geregistreerd handelsmerk van de firma 3M Company, dat
onder licentie valt.
NSF is een geregistreerd handelsmerk van de firma NSF International.
© 2013 3M Company. Alle rechten voorbehouden.
Vervaardigd door:
3M Purification Inc.
400 Research Parkway
Meriden, Ct 06450
USA
Tel. (800) 222-7880
(203) 237-5541
nl
133
Uitrusting
Glasplateaus
De glasplateaus kunnen worden uitgenomen en op
verschillende hoogtes worden geplaatst.
Uitnemen
Glasplateau van achter optillen en eruit trekken.
Plaatsen
Glasplateau op de geleiderail naar achteren schuiven,
totdat het naar onderen inklikt.
Glasplateau boven de lade
De glasplateaus kunnen worden verwijderd.
Het glasplateau eruit trekken en naar boven toe
verwijderen.
Deurvakken
De deurvakken kunnen worden verwijderd.
De deurvakken er naar boven uittrekken.
IJsblokjesbak
De ijsblokjesbak dient voor het bewaren van ijsblokjes.
De ijsblokjesbak aan de voorzijde optillen en uitnemen.
Laden
De laden kunnen worden verwijderd.
De lade tot er tot de aanslag uittrekken, aan de
voorzijde optillen en volledig uittrekken.
Vakje
Voor het bewaren van drankblikjes.
nl
134
Eierhouder
Deurvak met klep
Dit vak kan worden verwijderd.
Het vak er naar boven uittrekken.
Minibar (niet bij alle modellen)
Dit vak dient voor het snel uitnemen van dranken uit de
koelruimte. Bij het openen van het vak wordt de
verlichting ingeschakeld.
Om te openen voorzichtig tegen de minibar drukken.
Apparaat uitschakelen en uit
bedrijf nemen
Apparaat uitschakelen
Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen.
Koelmachine en verlichting schakelen uit.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld moet worden,
zonder de netstekker uit het stopcontact te halen (bijv.
tijdens de vakantie):
De toetsen „freeze/super +“ en „cool/super +“
5 seconden drukken. Wanneer het apparaat is
uitgeschakeld, geven de temperatuurindicaties „- -“
aan. De rest van het display is uitgeschakeld.
Apparaat inschakelen:
De toetsen „freeze/super +“ en „cool/super +“
5 seconden drukken.
Apparaat uit bedrijf nemen
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Watertoevoer naar het apparaat absoluut enkele
uren voor het uitschakelen afsluiten.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
3. Apparaat uitschakelen.
4. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen.
5. Apparaat reinigen.
6. Deur van het apparaat open laten.
Ontdooien
Koelruimte
Terwijl het apparaat in bedrijf is, vormen zich op de
achterwand van de koelruimte dauwwaterdruppels of
rijp. Omdat de achterwand automatisch ontdooit, is het
niet nodig rijp of dauwwaterdruppels te verwijderen.
Vriesruimte
Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de
vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet meer nodig.
nl
135
Apparaat reinigen
m Attentie
Gebruik geen zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaak- en oplosmiddelen.
Geen schurende of krassende sponzen gebruiken.
Op metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan.
Nooit plateaus en bakken in de vaatwasser reinigen.
Deze kunnen vervormen!
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het reinigen het apparaat uitschakelen.
2. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen.
3. Levensmiddelen uit het apparaat halen en op een
koele plaats bewaren. Koelelement (indien
beschikbaar) op de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Reinig het apparaat met een zachte doek,
lauwwarm water en wat pH-neutraal afwasmiddel.
Het schoonmaakwater mag niet in de verlichting of
door het afvoergat in de verdampingsschaal komen.
6. De deurafdichting alleen met schoon water afnemen
en daarna grondig droog wrijven.
7. Na het schoonmaken het apparaat weer aansluiten
en inschakelen.
8. Levensmiddelen weer in het apparaat doen.
Uitrusting
Voor de reiniging kunnen alle variabele onderdelen van
het apparaat worden uitgenomen (zie het hoofdstuk
Uitrusting).
IJsblokjesbak
Wanneer langere tijd geen ijsblokjes worden
uitgenomen, worden de al geproduceerde ijsblokjes
kleiner, smaken ze muf en kleven ze aan elkaar.
Daarom moet de ijsblokjesbak regelmatig gereinigd
worden.
m Attentie
Een gevulde ijsblokjesbak is zwaar.
1. De toets „crushed ice/ice cubes“ 3 seconden
indrukken.
2. IJsblokjesbak eruit trekken.
3. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen.
4. IJsblokjesbak op het oplegvlak leggen en geheel
naar achteren schuiven, tot hij vastklikt.
Wateropvangbak
Het water verzamelt zich in de wateropvangbak.
1. Voor het leegmaken en reinigen de filter afnemen.
2. De wateropvangbak met een spons of goed
absorberende doek afnemen.
3. De zeef plaatsen.
Geuren
Wanneer u onaangename geuren constateert:
1. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
3. Binnenruimte reinigen (zie het hoofdstuk Apparaat
reinigen).
4. Alle verpakkingen reinigen.
5. Sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht verpakken
om geurvorming te voorkomen.
6. Apparaat weer inschakelen.
7. Levensmiddelen in het apparaat doen.
8. Na 24 uur controleren of er opnieuw geurvorming
optreedt.
Verlichting (LED)
Uw apparaat is uitgevoerd met een onderhoudsvrije
LED-verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen uitsluitend door
de servicedienst of geautoriseerde vakkrachten worden
uitgevoerd.
nl
136
Energie besparen
Apparaat in een droge, geventileerde ruimte
plaatsen. Het apparaat mag niet direct in de zon of in
de nabijheid van een warmtebron staan (bijv.
radiator, open haard).
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme levensmiddelen en dranken eerst laten
afkoelen, dan pas in het apparaat zetten.
Diepvriesproducten voor het ontdooien in de
koelruimte plaatsen en de koude van het
diepvriesproduct voor de koeling van
levensmiddelen benutten.
Apparaat zo kort mogelijk openen.
Om te voorkomen dat de levensmiddelen bij een
eventuele stroomuitval of storing snel opwarmen,
koelelementen in het bovenste vak direct op de
levensmiddelen leggen.
Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd
gesloten is.
De plaatsing van de indelingselementen heeft geen
invloed op het energieverbruik van het apparaat.
Om een verhoogd stroomverbruik te voorkomen, de
be- en ontluchtingsopeningen af en toe met een
kwast of stofzuiger reinigen.
Bedrijfsgeluiden
Normale geluiden
Brommen
Motoren draaien (bijv. koelaggregaat, ventilator).
Borrelende, zoemende of gorgelende geluiden
Koelmiddel stroomt door de buizen of water in de
ijsbereider.
Klikken:
Motor, schakelaar, of magneetventielen schakelen in of
uit.
Kloppen
IJsblokjes van de ijsbereider vallen in de ijsblokjesbak.
Geluiden voorkomen
Het apparaat staat niet horizontaal
Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een waterpas.
Gebruik daarvoor de schroefvoeten van het apparaat of
leg er iets onder.
Het apparaat staat ergens tegenaan
Zet het apparaat los van andere meubels of apparaten.
Vakken of plateaus wiebelen of klemmen
Controleer de uitneembare delen en plaats deze
eventueel opnieuw.
Verpakkingen komen met elkaar in contact
Haal de verpakkingen iets uit elkaar.
nl
137
Kleine storingen zelf opheffen
Voordat u contact opneemt met de servicedienst:
Controleer of u de storing zelf aan de hand van de volgende instructies kunt verhelpen.
De kosten voor de servicedienst zijn voor uw eigen rekening ook tijdens de garantieperiode!
Apparaat
IJsbereider
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat heeft geen
koelvermogen.
De verlichting werkt niet.
Het display gaat niet aan.
Stroomonderbreking. Controleer of de spanning aanwezig is.
Zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren.
Netstekker zit niet goed vast. Controleer of de netstekker goed vast zit.
De compressor schakelt
steeds vaker en langer in.
Frequent openen van het apparaat. Apparaat niet onnodig openen.
De be- en ontluchtingsopeningen zijn
bedekt.
Obstakels wegnemen.
Plaatsen van grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen.
Super-koelen resp. Super-vriezen
inschakelen.
In de koelruimte of vriesruimte
is het te koud.
Temperatuur is te koud ingesteld. Temperatuur warmer instellen.
De Verlichting (LED) werkt niet. De LED-verlichting is defect. Zie het hoofdstuk Verlichting (LED).
Lichtschakelaar klemt. Controleer of de lichtschakelaar bewogen
kan worden.
Apparaat was te lang geopend.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten uitgeschakeld.
Na het sluiten en openen van het apparaat
is de verlichting weer aan.
Er is sprake van onaangename
geuren.
Sterk geurende levensmiddelen zijn
niet luchtdicht verpakt.
Apparaat reinigen. Sterk geurende
levensmiddelen luchtdicht verpakken (zie
het hoofdstuk Geuren).
Er klinkt een
waarschuwingsgeluid of de
temperatuurindicatie knippert.
Het is te warm in de koel- of
vriesruimte! Gevaar voor de
levensmiddelen.
Apparaatdeur staat open. Zie het hoofdstuk Alarmfuncties.
Er zijn te veel levensmiddelen tegelijk
in geplaatst.
Koude-lade (indien aanwezig)
koelt niet.
Apparaat was van het elektriciteitsnet
losgekoppeld (stroomstoring, of
stekker uit het stopcontact gehaald).
Gewenste temperatuur opnieuw instellen.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
IJsbereider werkt niet. IJsbereider is niet op de
stroomvoorziening aangesloten.
Servicedienst inschakelen.
IJsbereider krijgt geen vers water. Zorg ervoor dat de wateraansluiting correct
is uitgevoerd.
De temperatuur in de vriesruimte is te
hoog.
Temperatuur in de vriesruimte controleren
en eventueel iets kouder instellen.
IJsbereider maakt niet
voldoende ijs of het ijs is
vervormd.
Apparaat of ijsbereider is pas
kortgeleden ingeschakeld.
Het duurt ca. 24 uur voordat de ijsproductie
begint.
Er is een grote hoeveelheid ijs
afgenomen.
Het duurt ca. 24 uur voordat de
ijsblokjesbak weer is gevuld.
Lage waterdruk. Apparaat uitsluitend op de voorgeschreven
waterdruk aansluiten (zie het hoofdstuk
Apparaat aansluiten, paragraaf
Wateraansluiting).
Waterfilter verstopt of verbruikt. Waterfilter vervangen.
nl
138
Servicedienst
Een servicedienst in uw omgeving vindt u in het
telefoonboek of in de servicedienst-index. Geef aan de
servicedienst het typenummer (E-Nr.) en het
fabricagenummer (FD-Nr.) van uw apparaat door.
U vindt deze op het typeplaatje.
Help mee om onnodige voorrijkosten te voorkomen
door het artikel- en fabricagenummer door te geven. U
bespaart de hieraan verbonden extra kosten.
Reparatie-opdracht en advies bij
storingen
De contactgegevens voor alle landen vindt u in het
bijgaande servicedienst-overzicht.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
IJsbereider maakt geen ijs. IJsbereider is uitgeschakeld. IJsbereider inschakelen.
Apparaat krijgt geen water. Neem contact op met de installateur of het
waterbedrijf.
Watertoevoerleiding is geknikt. Watertoevoer op het afsluitventiel afstellen.
Knikposities opheffen, eventueel laten
vervangen.
Lage waterdruk. Apparaat uitsluitend op de voorgeschreven
waterdruk aansluiten (zie het hoofdstuk
Apparaat aansluiten, paragraaf
Wateraansluiting).
Temperatuur in vriesruimte te hoog. Temperatuur in vriesruimte wat lager
instellen.
IJsblokjesbak niet goed geplaatst. Positie controleren, eventueel nogmaals
plaatsen.
Verkeerde afsluiter gemonteerd. Verkeerde ventielen kunnen leiden tot een
lage waterdruk en schade aan het apparaat.
In de toevoerslang voor de
ijsbereider vormt zich ijs.
Lage waterdruk. Watertoevoer op het afsluitventiel afstellen.
Knikposities opheffen, eventueel laten
vervangen.
Afsluiter niet juist geopend Afsluiter geheel openen.
Er loopt water uit het apparaat. De wateraansluitslang is lek. Slang door een origineel reserveonderdeel
van de producent laten vervangen.
Verkeerde afsluiter gemonteerd. Verkeerde ventielen kunnen leiden tot een
lage waterdruk en schade aan het apparaat.
Er komt geen water uit de
waterdispenser.
Terugloopventiel is verkeerd om
gemonteerd.
Doorstroomrichting controleren. De
doorstroomrichting wordt aangegeven door
pijlen op het terugloopventiel.
De zeef is verstopt. Watertoevoer met het afsluitventiel afstellen.
Zeef demonteren en reinigen.
NL 088 424 4020
B 070 222 142
1/139