Genius MILORD Handleiding

Categorie
Poortopener
Type
Handleiding
6
NEDERLANDS
Lees de instructies aandachtig door alvorens het product
te gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige
raadpleging.
VEILIGHEIDSNORMEN
Het automatische systeem MILORD garandeert, als het op correcte
wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid.
Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele
ongemakken voorkomen:
Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta
niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt
staan, vooral als hij in werking is.
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers
buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het auto-
matische systeem per ongeluk kan worden bediend.
Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spe-
len.
Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen.
Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet
kunnen hinderen.
Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar
zijn.
Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst
ontgrendeld is.
In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toe-
gang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie
van een gekwalificeerd technicus.
Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische
voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de
normale werking te hervatten.
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van
het automatische systeem.
Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wend
u uitsluitend tot gekwalificeerd personeel.
Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheid-
svoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar
controleren door gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Het automatische systeem MILORD is ideaal om de toegang van
voertuigen in wooncomplexen te controleren.
MILORD voor schuifpoorten is een elektromechanische aandrijving
die de beweging van de vleugel overbrengt door middel van een
rondsel met een tandheugel.
Raadpleeg een Installatietechnicus voor het gedetailleerde ge-
drag van de schuifpoort met de verschillende bedrijfslogica’s.
Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocel-
len) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een
obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt.
Het systeem garandeert de mechanische blokkering wanneer de
motor niet in werking is, en daarom is het niet noodzakelijk een
vergrendeling te installeren.
De handbediende opening is dus alleen mogelijk met behulp van
het speciale ontgrendelingsmechanisme.
De motorreductor is uitgerust met een elektronische regelbare
koppeling waardoor het automatische systeem veilig kan worden
gebruikt.
De elektronische apparatuur is ingebouwd in de motorreductor.
Een handig handbediend ontgrendelingsmechanisme zorgt ervoor
dat het hek kan worden bewogen in geval van een black-out of
een storing.
Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is.
HANDBEDIENDE WERKING
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de elek-
trische voeding is uitgevallen of omdat het automatische systeem
niet goed werkt, dient het ontgrendelingsmechanisme te worden
gebruikt, en wel als volgt:
Haal de spanning van de installatie;
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de
wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 1 ref. a);
Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 1 ref. b
Open of sluit de poort met de hand.
HERVATTING NORMALE WERKING
Schakel de voeding naar het systeem uit.
Zet de poort ongeveer half open
Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand;
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen
de wijzers van de klok in tot deze blokkeert;
Schakel de voeding naar het systeem weer in.
Geef wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld
een commando voor een volledige openingscyclus.
Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort
niet met de hand kan worden bewogen.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
5.
1
2
1
2
Fig. 1Fig. 1
Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto.
Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance
de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro.
Guarden las instrucciones para futuras consultas.
Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables
constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Nor-
mas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cual-
quier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de
peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre,
corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como
un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además
de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema
de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe en-
tenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die
Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder
ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden
Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen auf-
merksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsab-
stand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der
Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö-
seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor-
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
schriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Ge-
fahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen,
Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie
eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des
Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtun-
gen einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems
in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt
beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und
hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienst-
zentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen
sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie
zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik
van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het
product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen
van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn
bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen
die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN
12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt gea-
dviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige
onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst
met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming,
bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te
worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld
onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de be-
nodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden
aangedreven.
Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd
GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
26
NEDERLANDS
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 98/37/EG)
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bergamo - ITALIE
Verklaart dat: De apparatuur mod. MILORD 5 - MILORD 8 - MILORD 424
is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines om een machine te vormen in de
zin van Richtlijn 98/37/EG;
in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG.
89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG
daarnaast verklaart hij dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel
van zal worden is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 98/73/EG is verklaard.
Grassobbio, 01-06-2006
De Algemeen Directeur
D. Gianantoni
Opmerkingen voor het lezen van de instructies
Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden.
Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product.
INHOUDSOPGAVE
1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.27
2. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN pag.27
3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.27
3.1. CONTROLES VOORAF pag.27
3.2. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING pag.27
3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL pag.28
3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS pag.29
4. INBEDRIJFSTELLING pag.30
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.30
6. HANDBEDIENDE WERKING pag.30
7. BIJZONDERE TOEPASSINGEN pag.30
8. ONDERHOUD pag.30
9. REPARATIE pag.30
27
NEDERLANDS
AUTOMATISCH SYSTEEM MILORD
Het automatische systeem MILORD voor residentiële schuifpoorten is
een elektrisch-mechanische aandrijving die de beweging op de vleugel
overbrengt via een rondsel in combinatie met een tandheugel die op de
poort is bevestigd.
Het onomkeerbare systeem garandeert de mechanische blokkering wan-
neer de motor niet in werking is, en daarom is het niet noodzakelijk een
vergrendeling te installeren. Een handig ontgrendelingsmechanisme zorgt
ervoor dat het hek kan worden bewogen in geval van een black-out of
een storing.
Deze aandrijving heeft geen mechanische koppeling, en vereist dus be-
dieningsapparatuur met een elektrische koppeling.
Bij aandrijvingen MILORD in de versies Cis de elektronische apparatuur
geïntegreerd in de behuizing van de aandrijving.
1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
teChnisChe eigensChappen aandrijvingen
Model
MILORD
5-5C
MILORD
424-424C
MILORD
8-8C
Voeding 230V~ 50Hz 24 Vdc 230V~ 50Hz
Opgenomen vermogen 350 W 70 W 500 W
Absorptie 1.5 A 3 A 2.2 A
Toeren/min. elektrische motor 1400
Aanloopcondensator 10 µF 400V /
12.5 µF
400V
Reductieverhouding 1:25
Rondsel Z16
Tandheugel module 4
Max. koppel 18 Nm 13.5 Nm 24 Nm
Max. duwkracht 45 daN 40 daN 65 daN
Temperatuurbeveiliging op wikkeling 140°C / 140°C
Gebruiksfrequentie 30% 100% 40%
Omgevingstemperatuur -20°C +55°C
Gewicht aandrijving 10 Kg 11Kg
Beschermingsgraad IP44
Max. gewicht poort 500 Kg 400 Kg 800 Kg
Snelheid poort 12 m/min
Max. lengte poort 15 m
1 Motorreductor 6 Magneetsensor
2 Bedekkingskap 7 Basisplaat
3 Bedieningscentrale * 8 Rondsel
4 Ringtransformator ** 9 Ontgrendelingsmechanisme
5 Encoder **
* Bij standaardmodellen alleen in de versies “C
** Alleen bij model MILORD 424C
1 Motorreductor 6 Magneetsensor
2 Bedekkingskap 7 Basisplaat
3 Bedieningscentrale * 8 Rondsel
4 Ringtransformator ** 9 Ontgrendelingsmechanisme
5 Encoder **
* Bij standaardmodellen alleen in de versies “C
** Alleen bij model MILORD 424C
Fig. 1Fig. 1
2. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN
(standaardinstallatie)
3X1,5m
m
2
2
2
5
4
1
230V
~
3x0,5 mm
2
2x0,5 mm
2
2x0,5 mm
2
2x1,5 mm
2
3x0,5 mm
2
3
3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
3.1. CONTROLES VOORAF
Voor een goede werking van het automatische systeem moet de structuur
van de bestaande of de te installeren poort de volgende eigenschappen
hebben:
het gewicht van de poort moet overeenkomen met hetgeen is aange-
geven in de tabel van technische eigenschappen;
robuuste en harde structuur van de vleugels;
glad oppervlak van de vleugel (geen uitstekende delen);
geleidelijke en gelijkmatige beweging van de vleugels, zonder haperingen,
gedurende heel de manoeuvre;
vleugel slingert niet in de zijrichting;
de schuifsystemen boven en onder verkeren in uitstekende staat. Het ge-
bruik van een rail op de grond met een afgeronde sleuf heeft de voorkeur
voor minder wrijving bij het schuiven.
slechts twee wieltjes;
mechanische eindaanslagen ter beveiliging om te voorkomen dat de
poort uit de rails loopt; deze aanslagen moeten goed op de grond of
op de onderste rail, op ongeveer 40 mm achter de eindschakelaar,
worden bevestigd.
geen mechanische vergrendelingen.
Het wordt aangeraden eventueel smeedwerk te laten verrichten alvorens
het automatische systeem te installeren.
De toestand van de structuur houdt rechtstreeks verband met de betrou-
wbaarheid en de veiligheid van het automatische systeem.
3.2. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING
Assembeer de basisplaat zoals in Fig. 3.
Graaf een gat voor de basisplaat zoals aangeduid in fig. 4. De basisplaat
moet worden geplaatst zoals aangeduid in fig. 5 (sluiting rechts) of fig.
6 (sluiting links) om ervoor te zorgen dat het rondsel en de tandheugel
goed in elkaar grijpen.
Het is raadzaam de plaat op een basis van cement op ongeveer
50 mm van de grond te plaatsen (fig. 7).
Zet de flexibele leidingen waar de verbindingskabels tussen de motorre-
ductor, de accessoires en de elektrische voeding door moeten lopen,
op hun plaats. De flexibele leidingen moeten ongeveer 3 cm uit het
gat in de plaat steken.
1.
2.
3.
Aandrijving met ingebouwde elektrische apparatuur (zorg voor een
speciale basisplaat)
Fotocellen
Sleutelschakelaar
Lichtsignaal
Ontvanger
1) Gebruik harde en/of flexibele buizen bij het aanleggen van de
elektriciteitskabels.
2) Houd de laagspanningskabels voor de aansluiting van de acces
-
soires altijd gescheiden van die van die voedingskabels met 230 V~.
Gebruik verschillende beschermingsmantels om iedere interferentie
te vermijden
1.
2.
3.
4.
5.
Aandrijving met ingebouwde elektrische apparatuur (zorg voor een
speciale basisplaat)
Fotocellen
Sleutelschakelaar
Lichtsignaal
Ontvanger
1) Gebruik harde en/of flexibele buizen bij het aanleggen van de
elektriciteitskabels.
2) Houd de laagspanningskabels voor de aansluiting van de acces-
soires altijd gescheiden van die van die voedingskabels met 230 V~.
Gebruik verschillende beschermingsmantels om iedere interferentie
te vermijden
1.
2.
3.
4.
5.
Fig. 2Fig. 2
28
NEDERLANDS
~50mm
212
mm
180
mm
~100
mm
~240
mm
84
mm
45
mm
~200
mm
Fig. 3
Fig. 4
Fig. 5
Fig. 6
Metsel de plaat perfect waterpas vast.
Wacht tot het cement in het gat is gehard.
Maak de elektriciteitskabels voor de aansluiting van accessoires en de
elektrische voeding gereed (paragraaf 2). Zorg dat, om de elektriciteit-
saansluitingen op de elektronische apparatuur te vereenvoudigen, de
elektriciteitskabels ongeveer 20 cm uit het gat in de basisplaat steken.
Bevestig de aandrijving op de basisplaat met behulp van de bijgeleverde
schroeven en rondsels zoals aangegeven in fig 8. In fig. 7 is aangegeven
hoe de aandrijving moet worden geplaatst. Haal tijdens deze handeling
de elektriciteitskabels door het speciale gat aan de onderkant van de
behuizing van de motorreductor.
Haal de kabels voor de elektriciteitsaansluitingen door het speciale
gat in de basis van de apparatuur, en gebruik daarbij de bijgeleverde
kabelklem.
Sluit de elektriciteitkabels aan op de elektronische bedieningsapparatuur
overeenkomstig de instructies van de apparatuur.
1) Sluit de aardingskabel van de installatie aan.
2) De aandrijving wordt geleverd voor een installatie die, van binnenuit
gezien, de poort sluit naar de rechterkant van de aandrijving (fig.
5) Als hij naar de linkerkant wordt gesloten, moeten de kabels die
op de klemmen van de motor zijn aangesloten worden omgedraaid.
De in de afbeelding aangeduide waarden zijn uitgedrukt in mm.
3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL
Maak de tandheugel gereed (leverbaar op verzoek), met de bijgelever-
de schroeven TE 8 x 25 en vast te lassen afstandsstukken, zoals in fig.9.
Om te voorkomen dat de afstandsstukken op de poort worden gelast
zijn er holle afstandsstukken verkrijgbaar met bevestigingsschroeven
TE 8 x 50.
Het is raadzaam de bevestigingsschroeven van de tandheugel
vast te zetten in de bovenkant van het gat. Vanuit positie kan de
tandheugel naar boven worden verplaatst wanneer in de loop der
tijd de poort neigt te zakken.
Ontgrendel de aandrijving (zie paragraaf 6).
4.
5.
6.
7.
8.
9.
1.
2.
Fig. 7Fig. 7
Fig. 8Fig. 8
29
NEDERLANDS
Zet de vleugel met de hand helemaal open.
Zet het eerste element van de tandheugel op het rondsel ter hoogte
van het eerste afstandsstuk (fig. 10).
Bevestig het element van de tandheugel met een klem op de vleugel
(fig 10).
Schuif de vleugel met de hand verder dicht tot hij bij het derde afstan-
dsstuk van de tandheugel komt, en zet hem vast met een laspunt.
Soldeer de drie afstandsstukken definitief op de poort. Om de andere
elementen van de tandheugel die nodig zijn om de poort helemaal
te sluiten op correcte wijze te bevestigen, moet als volgt worden
gehandeld:
Zet een ander element van de tandheugel naast het laatste bevestigde
element, en gebruik daarbij een stuk van de tandheugel om de tanden
van de twee elementen op elkaar af te stemmen (fig. 11).
Schuif de vleugel langzaam met de hand verder dicht tot hij met het
derde afstandsstuk van het te bevestigen element bij het rondsel komt
(fig. 11).
Controleer of alle elementen van de tandheugel midden op de tanden
van het rondsel komen. Als dat niet het geval is, pas dan de positie
van de motorreductor aan.
Las de drie afstandsstukken van het element vast (fig. 10).
a) De elementen van de tandheugel mogen absoluut niet op de
afstandsstukken, noch aan elkaar worden vastgelast.
b) Gebruik absoluut geen vet of andere smeermiddelen tussen het
rondsel en de tandheugel.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Fig. 9Fig. 9
Fig. 10Fig. 10
Fig. 11Fig. 11
Voor een correcte speling tussen het rondsel en de tandheugel moet de
motorreductor 1,5 mm lager worden gezet door aan de steunmoeren
van de basisplaat te draaien. Zet, na het afstellen, de bevestigingsmoe-
ren van de aandrijving altijd goed vast.
Bij een nieuw te installeren poort moet deze speling (fig 12) een aantal
maanden na installatie worden gecontroleerd.
Controleer met de hand of de poort vrij helemaal kan worden geopend,
en of de vleugel gelijkmatig en zonder haperingen beweegt.
3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS
De aandrijving is uitgerust met een magnetische eindschakelaar, die de mo-
tor van de poort het commando geeft te stoppen op het moment waarop
de magneet, die in het bovenste deel van de tandheugel is bevestigd, de
sensor activeert. De bij de aandrijving geleverde magneten hebben een
specifieke polariteit, en schakelen slechts één contact van de sensor in, het
contact voor het sluiten of die voor het openen. Op de magneet die het
contact voor het openen van de poort inschakelt is een open slot afge-
beeld, en omgekeerd, op de magneet die het contact voor het sluiten van
de poort activeert staat het symbool van een gesloten slot (zie fig. 13).
Handel als volgt om de twee magneten van de eindschakelaar op correcte
wijze te op hun plaats te zetten:
Assembleer de twee magneten zoals aangegeven in figuur 13.
Zet de aandrijving op handmatige bediening, zie hoofdstuk 6, en schakel
de voeding naar het systeem in.
Open de poort met de hand tot ongeveer 40 mm van de mechanische
eindaanslag voor het openen.
Schuif de magneet met het open slot over de tandheugel in de ope-
ningsrichting, zie figuur 14. Schuif, zodra de led van de eindschakelaar
voor het openen op de kaart dooft, de magneet nog 10 mm verder en
zet hem voorlopig vast met de speciale schroeven.
Herhaal de handelingen vanaf punt 3 met de magneet voor het slui-
ten.
Vergrendel opnieuw het systeem (zie paragraaf 6).
vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met
de hand kan worden bewogen.
Geef het commando voor een complete cyclus om te controleren of
de eindschakelaars goed werken.
11.
12.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
1.5
mm
1.5
mm
Fig. 12Fig. 12
Fig. 13Fig. 13
30
NEDERLANDS
- Om te voorkomen dat de aandrijving beschadigd raakt en/of de
werking van het automatische systeem wordt onderbroken, moet
ongeveer 40 mm afstand worden gehouden van de mechanische
eindaanslagen ter beveiliging.
- Controleer aan het einde van de manoeuvre, zowel die voor opening
als die voor sluiting, of het bijbehorende contact actief blijft (led
uit).
Wijzig de positie van de magneten en zet ze definitief vast.
4. INBEDRIJFSTELLING
Programmeer de elektronische apparatuur naar eigen wensen volgens
de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
Schakel de voeding naar het systeem in, en controleer de toestand van
de leds zoals in de tabel in de gebruiksaanwijzing van de elektronische
apparatuur.
Zet, na het automatische systeem te hebben getest (par. 5), de bescher-
mingskap op de aandrijving met behulp van de bijgeleverde schroeven
zoals aangeduid in fig. 15.
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Controleer vervolgens of het automatische systeem en alle daarop aan-
gesloten accessoires goed werken.
Geef de klant de pagina “Gebruikersgids” en toon hoe het automatische
systeem moet werken en hoe hij moet worden gebruikt.
8.
1.
2.
3.
Fig. 14Fig. 14
Fig. 15Fig. 15
6. HANDBEDIENDE WERKING
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de stroom is uit-
gevallen of omdat het automatische systeem niet goed werkt, dient het
ontgrendelingmechanisme te worden gebruikt, en wel als volgt:
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de wijzers
van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 16 ref. a).
Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 16 ref. b.
Open of sluit de poort met de hand.
1
2
Handel als volgt om de normale werking te herstellen:
Schakel de voeding naar het systeem uit.
Zet de poort ongeveer half open.
Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand;
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen de wijzers
van de klok in tot deze blokkeert;
Schakel de voeding naar het systeem in.
Geef wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld een com-
mando voor een volledige openingscyclus.
Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met
de hand kan worden bewogen.
7. BIJZONDERE TOEPASSINGEN
Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven zijn
UITDRUKKELIJK VERBODEN
8. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsni-
veau te garanderen is het beter om ieder half jaar een algemene controle
op de installatie uit te voeren. In het boekje Gebruikersgids” is een formulier
voorgedrukt om ingrepen te registeren.
9. REPARATIE
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere
directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en
geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
4.
5.
Fig. 16Fig. 16
Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto.
Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance
de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro.
Guarden las instrucciones para futuras consultas.
Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables
constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Nor-
mas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cual-
quier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de
peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre,
corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como
un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además
de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema
de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe en-
tenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die
Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder
ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden
Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen auf-
merksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsab-
stand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der
Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö-
seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor-
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
schriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Ge-
fahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen,
Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie
eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des
Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtun-
gen einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems
in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt
beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und
hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienst-
zentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen
sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie
zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik
van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het
product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen
van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn
bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen
die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN
12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt gea-
dviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige
onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst
met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming,
bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te
worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld
onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de be-
nodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden
aangedreven.
Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd
GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.

Documenttranscriptie

HANDBEDIENDE WERKING Lees de instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige raadpleging. Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de elektrische voeding is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet goed werkt, dient het ontgrendelingsmechanisme te worden gebruikt, en wel als volgt: 1. Haal de spanning van de installatie; 2. Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 1 ref. a); 3. Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 1 ref. b 4. Open of sluit de poort met de hand. VEILIGHEIDSNORMEN Het automatische systeem MILORD garandeert, als het op correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken voorkomen: • Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt staan, vooral als hij in werking is. • Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem per ongeluk kan worden bediend. • Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spelen. • Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen. • Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet kunnen hinderen. • Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar zijn. • Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst ontgrendeld is. • In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toegang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie van een gekwalificeerd technicus. • Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de normale werking te hervatten. • Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het automatische systeem. • Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wend u uitsluitend tot gekwalificeerd personeel. • Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel. 1 BESCHRIJVING 2 Het automatische systeem MILORD is ideaal om de toegang van voertuigen in wooncomplexen te controleren. MILORD voor schuifpoorten is een elektromechanische aandrijving die de beweging van de vleugel overbrengt door middel van een rondsel met een tandheugel. Raadpleeg een Installatietechnicus voor het gedetailleerde gedrag van de schuifpoort met de verschillende bedrijfslogica’s. Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocellen) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt. Het systeem garandeert de mechanische blokkering wanneer de motor niet in werking is, en daarom is het niet noodzakelijk een vergrendeling te installeren. De handbediende opening is dus alleen mogelijk met behulp van het speciale ontgrendelingsmechanisme. De motorreductor is uitgerust met een elektronische regelbare koppeling waardoor het automatische systeem veilig kan worden gebruikt. De elektronische apparatuur is ingebouwd in de motorreductor. Een handig handbediend ontgrendelingsmechanisme zorgt ervoor dat het hek kan worden bewogen in geval van een black-out of een storing. Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is. Fig. 1 HERVATTING NORMALE WERKING 1. 2. 3. 4. Schakel de voeding naar het systeem uit. Zet de poort ongeveer half open Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand; Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen de wijzers van de klok in tot deze blokkeert; 5. Schakel de voeding naar het systeem weer in. Geef wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld een commando voor een volledige openingscyclus. NEDERLANDS Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen.  1. Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto. 2. Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro. 3. Guarden las instrucciones para futuras consultas. 4. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor- schriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 25. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. 26. De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 27. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan INHOUDSOPGAVE 1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 2. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN 3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 3.1. CONTROLES VOORAF 3.2. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING 3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL 3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS 4. INBEDRIJFSTELLING 5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 6. HANDBEDIENDE WERKING 7. BIJZONDERE TOEPASSINGEN 8. ONDERHOUD 9. REPARATIE pag.27 pag.27 pag.27 pag.27 pag.27 pag.28 pag.29 pag.30 pag.30 pag.30 pag.30 pag.30 pag.30 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 98/37/EG) Fabrikant: GENIUS S.p.A. Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bergamo - ITALIE Verklaart dat: De apparatuur mod. MILORD 5 - MILORD 8 - MILORD 424 • is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines om een machine te vormen in de zin van Richtlijn 98/37/EG; • in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen: 73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG. 89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG daarnaast verklaart hij dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 98/73/EG is verklaard. NEDERLANDS Grassobbio, 01-06-2006 Het symbool De Algemeen Directeur D. Gianantoni Opmerkingen voor het lezen van de instructies Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden. Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product. 26 AUTOMATISCH SYSTEEM MILORD Het automatische systeem MILORD voor residentiële schuifpoorten is een elektrisch-mechanische aandrijving die de beweging op de vleugel overbrengt via een rondsel in combinatie met een tandheugel die op de poort is bevestigd. Het onomkeerbare systeem garandeert de mechanische blokkering wanneer de motor niet in werking is, en daarom is het niet noodzakelijk een vergrendeling te installeren. Een handig ontgrendelingsmechanisme zorgt ervoor dat het hek kan worden bewogen in geval van een black-out of een storing. Deze aandrijving heeft geen mechanische koppeling, en vereist dus bedieningsapparatuur met een elektrische koppeling. Bij aandrijvingen MILORD in de versies “C” is de elektronische apparatuur geïntegreerd in de behuizing van de aandrijving. 2. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN (standaardinstallatie) 4 2 5 1 2 3 mm 2 230V 3X1,5m~ m 2 2x 0 2x ,5 m 0,5 m 2 2x m 1,5 m 2 3x mm 0,5 2 mm 2 3x 0,5 1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Fig. 2 1. Aandrijving met ingebouwde elektrische apparatuur (zorg voor een speciale basisplaat) 2. Fotocellen 3. Sleutelschakelaar 4. Lichtsignaal 5. Ontvanger 1) Gebruik harde en/of flexibele buizen bij het aanleggen van de elektriciteitskabels. 2) Houd de laagspanningskabels voor de aansluiting van de accessoires altijd gescheiden van die van die voedingskabels met 230 V~. Gebruik verschillende beschermingsmantels om iedere interferentie te vermijden Fig. 1 3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 1 Motorreductor 6 Magneetsensor 2 Bedekkingskap 7 Basisplaat 3 Bedieningscentrale * 8 Rondsel 4 Ringtransformator ** 9 Ontgrendelingsmechanisme 3.1. CONTROLES VOORAF Voor een goede werking van het automatische systeem moet de structuur van de bestaande of de te installeren poort de volgende eigenschappen hebben: • het gewicht van de poort moet overeenkomen met hetgeen is aangegeven in de tabel van technische eigenschappen; • robuuste en harde structuur van de vleugels; • glad oppervlak van de vleugel (geen uitstekende delen); • geleidelijke en gelijkmatige beweging van de vleugels, zonder haperingen, gedurende heel de manoeuvre; • vleugel slingert niet in de zijrichting; • de schuifsystemen boven en onder verkeren in uitstekende staat. Het gebruik van een rail op de grond met een afgeronde sleuf heeft de voorkeur voor minder wrijving bij het schuiven. • slechts twee wieltjes; • mechanische eindaanslagen ter beveiliging om te voorkomen dat de poort uit de rails loopt; deze aanslagen moeten goed op de grond of op de onderste rail, op ongeveer 40 mm achter de eindschakelaar, worden bevestigd. • geen mechanische vergrendelingen. Het wordt aangeraden eventueel smeedwerk te laten verrichten alvorens het automatische systeem te installeren. De toestand van de structuur houdt rechtstreeks verband met de betrouwbaarheid en de veiligheid van het automatische systeem. 5 Encoder ** * Bij standaardmodellen alleen in de versies “C” ** Alleen bij model MILORD 424C Technische eigenschappen aandrijvingen MILORD 5-5C MILORD 424-424C MILORD 8-8C 230V~ 50Hz 24 Vdc 230V~ 50Hz Opgenomen vermogen 350 W 70 W 500 W Absorptie 1.5 A 3A 2.2 A Voeding 1400 Toeren/min. elektrische motor Aanloopcondensator 10 µF 400V / 12.5 µF 400V 1:25 Reductieverhouding Z16 Rondsel module 4 Tandheugel Max. koppel 18 Nm 13.5 Nm 24 Nm Max. duwkracht 45 daN 40 daN 65 daN 140°C / 140°C 100% 40% Temperatuurbeveiliging op wikkeling Gebruiksfrequentie 30% -20°C +55°C Omgevingstemperatuur 10 Kg Gewicht aandrijving Snelheid poort Max. lengte poort 11Kg IP44 Beschermingsgraad Max. gewicht poort 3.2. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING 1. Assembeer de basisplaat zoals in Fig. 3. 2. Graaf een gat voor de basisplaat zoals aangeduid in fig. 4. De basisplaat moet worden geplaatst zoals aangeduid in fig. 5 (sluiting rechts) of fig. 6 (sluiting links) om ervoor te zorgen dat het rondsel en de tandheugel goed in elkaar grijpen. 500 Kg 400 Kg Het is raadzaam de plaat op een basis van cement op ongeveer 50 mm van de grond te plaatsen (fig. 7). 800 Kg 3. Zet de flexibele leidingen waar de verbindingskabels tussen de motorreductor, de accessoires en de elektrische voeding door moeten lopen, op hun plaats. De flexibele leidingen moeten ongeveer 3 cm uit het gat in de plaat steken. 12 m/min 15 m 27 NEDERLANDS Model ~50mm 4. Metsel de plaat perfect waterpas vast. 5. Wacht tot het cement in het gat is gehard. 6. Maak de elektriciteitskabels voor de aansluiting van accessoires en de elektrische voeding gereed (paragraaf 2). Zorg dat, om de elektriciteitsaansluitingen op de elektronische apparatuur te vereenvoudigen, de elektriciteitskabels ongeveer 20 cm uit het gat in de basisplaat steken. 7. Bevestig de aandrijving op de basisplaat met behulp van de bijgeleverde schroeven en rondsels zoals aangegeven in fig 8. In fig. 7 is aangegeven hoe de aandrijving moet worden geplaatst. Haal tijdens deze handeling de elektriciteitskabels door het speciale gat aan de onderkant van de behuizing van de motorreductor. 8. Haal de kabels voor de elektriciteitsaansluitingen door het speciale gat in de basis van de apparatuur, en gebruik daarbij de bijgeleverde kabelklem. 9. Sluit de elektriciteitkabels aan op de elektronische bedieningsapparatuur overeenkomstig de instructies van de apparatuur. 1) Sluit de aardingskabel van de installatie aan. 2) De aandrijving wordt geleverd voor een installatie die, van binnenuit gezien, de poort sluit naar de rechterkant van de aandrijving (fig. 5) Als hij naar de linkerkant wordt gesloten, moeten de kabels die op de klemmen van de motor zijn aangesloten worden omgedraaid. Fig. 3 212 mm 18 0 m m m m ~100 mm 84 m 45 m ~2 00 m m ~240 mm Fig. 7 Fig. 4 Fig. 5 Fig. 8 De in de afbeelding aangeduide waarden zijn uitgedrukt in mm. NEDERLANDS 3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL 1. Maak de tandheugel gereed (leverbaar op verzoek), met de bijgeleverde schroeven TE 8 x 25 en vast te lassen afstandsstukken, zoals in fig.9. Om te voorkomen dat de afstandsstukken op de poort worden gelast zijn er holle afstandsstukken verkrijgbaar met bevestigingsschroeven TE 8 x 50. Het is raadzaam de bevestigingsschroeven van de tandheugel vast te zetten in de bovenkant van het gat. Vanuit positie kan de tandheugel naar boven worden verplaatst wanneer in de loop der tijd de poort neigt te zakken. 2. Ontgrendel de aandrijving (zie paragraaf 6). Fig. 6 28 11. Voor een correcte speling tussen het rondsel en de tandheugel moet de motorreductor 1,5 mm lager worden gezet door aan de steunmoeren van de basisplaat te draaien. Zet, na het afstellen, de bevestigingsmoeren van de aandrijving altijd goed vast. Bij een nieuw te installeren poort moet deze speling (fig 12) een aantal maanden na installatie worden gecontroleerd. 1.5 mm 12. Controleer met de hand of de poort vrij helemaal kan worden geopend, en of de vleugel gelijkmatig en zonder haperingen beweegt. Fig. 9 3. Zet de vleugel met de hand helemaal open. 4. Zet het eerste element van de tandheugel op het rondsel ter hoogte van het eerste afstandsstuk (fig. 10). 5. Bevestig het element van de tandheugel met een klem op de vleugel (fig 10). Fig. 12 3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS De aandrijving is uitgerust met een magnetische eindschakelaar, die de motor van de poort het commando geeft te stoppen op het moment waarop de magneet, die in het bovenste deel van de tandheugel is bevestigd, de sensor activeert. De bij de aandrijving geleverde magneten hebben een specifieke polariteit, en schakelen slechts één contact van de sensor in, het contact voor het sluiten of die voor het openen. Op de magneet die het contact voor het openen van de poort inschakelt is een open slot afgebeeld, en omgekeerd, op de magneet die het contact voor het sluiten van de poort activeert staat het symbool van een gesloten slot (zie fig. 13). Handel als volgt om de twee magneten van de eindschakelaar op correcte wijze te op hun plaats te zetten: 1. Assembleer de twee magneten zoals aangegeven in figuur 13. Fig. 10 6. Schuif de vleugel met de hand verder dicht tot hij bij het derde afstandsstuk van de tandheugel komt, en zet hem vast met een laspunt. 7. Soldeer de drie afstandsstukken definitief op de poort. Om de andere elementen van de tandheugel die nodig zijn om de poort helemaal te sluiten op correcte wijze te bevestigen, moet als volgt worden gehandeld: 8. Zet een ander element van de tandheugel naast het laatste bevestigde element, en gebruik daarbij een stuk van de tandheugel om de tanden van de twee elementen op elkaar af te stemmen (fig. 11). 9. Schuif de vleugel langzaam met de hand verder dicht tot hij met het derde afstandsstuk van het te bevestigen element bij het rondsel komt (fig. 11). Controleer of alle elementen van de tandheugel midden op de tanden van het rondsel komen. Als dat niet het geval is, pas dan de positie van de motorreductor aan. 10. Las de drie afstandsstukken van het element vast (fig. 10). a) De elementen van de tandheugel mogen absoluut niet op de afstandsstukken, noch aan elkaar worden vastgelast. Fig. 13 b) Gebruik absoluut geen vet of andere smeermiddelen tussen het rondsel en de tandheugel. 2. Zet de aandrijving op handmatige bediening, zie hoofdstuk 6, en schakel de voeding naar het systeem in. 3. Open de poort met de hand tot ongeveer 40 mm van de mechanische eindaanslag voor het openen. 4. Schuif de magneet met het open slot over de tandheugel in de openingsrichting, zie figuur 14. Schuif, zodra de led van de eindschakelaar voor het openen op de kaart dooft, de magneet nog 10 mm verder en zet hem voorlopig vast met de speciale schroeven. 5. Herhaal de handelingen vanaf punt 3 met de magneet voor het sluiten. 6. Vergrendel opnieuw het systeem (zie paragraaf 6). 7. Geef het commando voor een complete cyclus om te controleren of de eindschakelaars goed werken. Fig. 11 29 NEDERLANDS vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen. 6. HANDBEDIENDE WERKING Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de stroom is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet goed werkt, dient het ontgrendelingmechanisme te worden gebruikt, en wel als volgt: 1. Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 16 ref. a). 2. Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 16 ref. b. 3. Open of sluit de poort met de hand. 1 Fig. 14 - Om te voorkomen dat de aandrijving beschadigd raakt en/of de werking van het automatische systeem wordt onderbroken, moet ongeveer 40 mm afstand worden gehouden van de mechanische eindaanslagen ter beveiliging. - Controleer aan het einde van de manoeuvre, zowel die voor opening als die voor sluiting, of het bijbehorende contact actief blijft (led uit). 8. Wijzig de positie van de magneten en zet ze definitief vast. 4. INBEDRIJFSTELLING 1. Programmeer de elektronische apparatuur naar eigen wensen volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing. 2. Schakel de voeding naar het systeem in, en controleer de toestand van de leds zoals in de tabel in de gebruiksaanwijzing van de elektronische apparatuur. 3. Zet, na het automatische systeem te hebben getest (par. 5), de beschermingskap op de aandrijving met behulp van de bijgeleverde schroeven zoals aangeduid in fig. 15. 2 Fig. 16 Handel als volgt om de normale werking te herstellen: 1. Schakel de voeding naar het systeem uit. 2. Zet de poort ongeveer half open. 3. Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand; 4. Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen de wijzers van de klok in tot deze blokkeert; 5. Schakel de voeding naar het systeem in. Geef wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld een commando voor een volledige openingscyclus. Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen. 7. BIJZONDERE TOEPASSINGEN Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN 8. ONDERHOUD Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau te garanderen is het beter om ieder half jaar een algemene controle op de installatie uit te voeren. In het boekje “Gebruikersgids” is een formulier voorgedrukt om ingrepen te registeren. Fig. 15 5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 9. REPARATIE Controleer vervolgens of het automatische systeem en alle daarop aangesloten accessoires goed werken. Geef de klant de pagina “Gebruikersgids” en toon hoe het automatische systeem moet werken en hoe hij moet worden gebruikt. NEDERLANDS De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 30 1. Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto. 2. Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro. 3. Guarden las instrucciones para futuras consultas. 4. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor- schriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 25. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. 26. De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 27. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Genius MILORD Handleiding

Categorie
Poortopener
Type
Handleiding