Aeg-Electrolux SANTOW98820-5ILI, S98820-4IREW, SANTOW98820-4ILIUK, SANTOW98820-4IREUK, SANTOW98820-5ILIS, SANTOW98820-5IRE, SANTOW98820-5IRES Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Aeg-Electrolux SANTOW98820-5ILI Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Inhoud
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid 87
Afvalverwerking 88
Opstellen / Plaats van opstelling 89
Het apparaat heeft lucht nodig 90
Inbouw 90
Elektrische aansluiting 91
Beschrijving van het apparaat 92
Accessoires 92
Bedieningspaneel 92
In gebruik nemen – temperatuur instellen, uitschakelen 92
Legvlakken verstellen 93
Tussenbodem verstellen 94
Lamp vervangen 94
Op de juiste wijze bewaren 95
De ideale drinktemperaturen 95
Ontdooien 95
Reiniging en onderhoud 95
Tips voor het besparen van energie 96
Wat te doen als… Hulp bij storingen 96
Garantie 98
Bedrijfsgeluiden 98
88
Geachte klant,
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, gelieve u deze gebruiksaanwijzing aan-
dachtig door te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie omtrent veilig gebruik,
opstellen en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed, u kunt dan nog eens iets nalezen. Geef de
gebruiksaanwijzing ook aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Dit apparaat voldoet aan de Europese en Nederlandse normen en aan de Europese
laagspanningsrichtlijn. Het is getest door de Schweizer Elektrotechnischer Verein
(SEV) volgens EMC-richtlijn 89/336/EEG en EN 55014.1993.
. De elektrische veiligheid (contactbescherming) moet door de inbouw gegaran-
deerd zijn.
. De netspanning is 230 V/50 Hz.
. Gebruik dit apparaat alleen voor huishoudelijke doeleinden en volgens de
gebruiksaanwijzing.
. Als het apparaat beschadigd is, sluit het dan niet aan en neem contact op met de
leverancier.
. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uit-
gevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden. Wend u daarom altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandelaar. Alleen
originele onderdelen voldoen aan alle eisen!
. Voordat u het apparaat gaat ontdooien moet u het spanningsloos maken: stekker
uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
. Trek de stekker nooit aan het snoer of met natte handen uit het stopcontact. Trek
altijd aan de stekker en trek deze recht uit het stopcontact.
. Dit apparaat is cfk- en hfk-vrij en bevat het milieuvriendelijke koelmiddel isobutaan
(R600a) in geringe hoeveelheden.
. Bij het gebruik van het apparaat dient u erop te letten dat de koudekringloop niet
beschadigd wordt. Mocht de koudekringloop toch beschadigd worden, dan
moeten open vuur en alle soorten ontstekingsbronnen worden vermeden. De
ruimte waarin het apparaat staat moet enkele minuten geventileerd worden.
. Een apparaat met beschadigde koudekringloop mag niet in gebruik worden
genomen.
. Als het apparaat is ingebouwd moet erop gelet worden, dat de ventilatie-openingen
niet afgedekt of geblokkeerd zijn.
. Als het apparaat voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt of foutief wordt
bediend, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade.
. Als het aansluitsnoer van dit apparaat beschadigd is, moet het door onze service-
afdeling worden vervangen. Dit om gevaar te voorkomen.
. Waarschuwing: geen elektrische apparaten in de koelkast gebruiken.
89
Afvalverwerking
Informatie over de verpakking
Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg. Alle gebruikte
materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen hergebruikt worden.
Over de materialen: De kunststoffen kunnen ook hergebruikt worden en hebben de
volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de doorzichtige folieverpakking en de plastic zakjes
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers (volkomen cfk-vrij)
Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer in een container
voor oud papier te deponeren.
Afvalverwerking van oude apparaten
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriesapparaten
op deskundige wijze verwerkt worden. Dat geldt voor uw oude apparaat en – als het
aan vervanging toe is – ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet.
Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of
grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. U voorkomt daardoor, dat spelende
kinderen elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten (verstikkingsgevaar!) en daar-
door in levensgevaar komen.
Afvalverwerkingsinstructies
. Het apparaat mag niet met het huisvuil of grofvuil worden meegegeven.
. De koelmiddelkringloop, vooral de warmtewisselaar op de achterzijde van het
apparaat, mag niet beschadigd worden.
. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt
u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie
over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
90
Opstellen
Plaats van opstelling
Het apparaat moet in een goed geventileerde, droge ruimte staan. De omgevings-
temperatuur heeft invloed op het stroomverbruik en op het functioneren van het
apparaat.
Daarom moet het apparaat
. niet direct in de zon staan;
. niet naast een verwarming, naast een fornuis of naast andere warmtebronnen
staan;
. op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse waarvoor het apparaat uitgevoerd is.
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje dat zich rechts boven in de koelruimte
bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse
behoort:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 tot +32° C
N +16 tot +32° C
ST +18 tot +38° C
T +18 tot +43° C
Door voldoende afstand en/of het aanbrengen van een geschikte warmte-isolerende
plaat moet worden voorkomen dat het apparaat warm wordt. Ventilatie van het
apparaat volgens de voorschriften moet gegarandeerd zijn.
91
min. 200 cm
2
min. 200 cm
2
50
200 cm
2
200 cm
2
874880
560 min.
550 min.
547
566
873
50
Het apparaat heeft lucht nodig
De deur van het apparaat dicht de inbouwnis voor het grootste deel af. Daarom
moet de ventilatie door de opening in de meubelsokkel plaatsvinden. De verwarmde
lucht moet door de luchtschacht aan de achterwand van het meubel naar boven
kunnen wegtrekken. De ventilatie-openingen moeten minimaal 200 cm2 bedragen.
Waarschuwing! Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te beïnvloeden
mogen deze ventilatie-openingen niet worden afgedekt of geblokkeerd.
Inbouw
Maatschets
92
Controleer na inbouw van het apparaat, vooral na overzetten van het deurscharnier,
of de deurafdichting rondom goed afsluit. Een ondichte deurafdichting kan tot ster-
kere condensatie en daardoor tot hoger energieverbruik leiden (zie ook hoofdstuk
"Hulp bij storingen").
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerd stop-
contact met randaarde nodig. Dit moet zodanig aangebracht zijn, dat de stekker
makkelijk ingestoken en uitgetrokken kan worden.
Het voor de aansluiting van het apparaat noodzakelijke stopcontact met randaarde
moet zich links of rechts naast de inbouwnis bevinden.
De zekering moet minstens 10/16 A zijn. Als het stopcontact bij ingebouwd appa-
raat niet meer toegankelijk is, moet een geschikte maatregel in de elektrische instal-
latie ervoor zorgen dat het apparaat van het net kan worden gescheiden (zekering,
automatische zekering, aardlekschakelaar met een contactopening van minstens 3
mm).
Controleert u vóór het in gebruik nemen op het typeplaatje van het apparaat, of
aansluitspanning en stroomsoort overeenkomen met de plaatselijke spanning en
stroomsoort.
Bijv. AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 volt wisselspanning, 50 Hertz).
U vindt het typeplaatje rechts boven in de koelruimte.
93
32 2a
1 4
2
3
2
1
Beschrijving van het apparaat
1 bedieningspaneel
2 legvlakken (verstelbaar)
3 tussenbodem (verstelbaar)
Bedieningspaneel
1 Apparaat in- en uitschakelen
Toets min. 3 seconden indrukken
2 Temperatuurkeuze boven (5 tot 18° C instelbaar)
Advies: 512° C (ideaal voor witte wijn, zie ook pag. 95)
Toets 3 seconden indrukken indicatie knippert
De temperatuur kan stapsgewijs worden ingesteld
2a Temperatuurkeuze onder (5 tot 18° C instelbaar)
Advies: 1218° C (ideaal voor rode wijn, zie ook pag. 95)
De ingestelde temperatuur in de onderste zone moet altijd gelijk aan of hoger
dan de temperatuur in de bovenste zone zijn.
94
3 Supercool
Toets 3 seconden indrukken het gele controlelampje brandt.
Het apparaat koelt de bovenste zone 24 uur lang op +5° C en daarna
automatisch op de ingestelde temperatuur.
4 Binnenverlichting permanent ingeschakeld:
3 seconden indrukken AAN
Binnenverlichting alleen bij open deur ingeschakeld:
3 seconden indrukken UIT
Als de deur langer dan 5 minuten open blijft staan, klinkt een akoestisch
waarschuwingssignaal. Dit kan worden uitgeschakeld door even op een
willekeurige toets te drukken.
Legvlakken verstellen
De legvlakken zijn in hoogte verstelbaar.
Het legvlak naar voren trekken, aan de kant van de deur iets optillen en uitnemen.
Inzetten op een andere hoogte geschiedt in omgekeerde volgorde.
95
Tussenbodem verstellen
De tussenbodem kan 1 stand naar boven of naar onder worden versteld.
Tussenbodem uit de achterwand naar voren trekken en aan de kant van de deur iets
optillen.
Inzetten op een andere hoogte geschiedt in omgekeerde volgorde.
Let erop dat het achterste deel van de tussenbodem in de daarvoor bedoelde uit-
sparing in de achterwand wordt geschoven.
LED-verlichting vervangen
Klik het lampje los. Maak de steekverbinding naar het lampje los. Breng het nieuwe
lampje in omgekeerde volgorde aan.
Attentie: alleen originele LED-verlichting van AEG gebruiken.
96
Op de juiste wijze bewaren
Het apparaat beschikt over 2 apart instelbare temperatuurzones (beide instelbaar
van 5 tot 18° C):
Bovenste vak witte wijn, champagne, sekt, rosé
Onderste vak rode wijn
Denk erom dat de ingestelde temperatuur in het onderste vak altijd gelijk aan of
hoger dan de temperatuur in het bovenste vak moet zijn.
De ideale drinktemperaturen*
6–8° champagne, mousserende wijn, chasselas, riesling, sauvignon blanc,
jonge chardonnay en zoete wijn, rosé
8–10° rijpe chardonnay en sauterne
13 15° gamay, jonge merlot, jonge pinot noir
15 17° jonge bordeaux, lichte cabernet, barbera, merlot
16 18° grote bourgogne, bordeaux, Italiaanse, Spaanse, Californische wijn
17– 18° barolo, recioto amarone
(De lage temperatuur geldt voor de eenvoudige, de hogere voor de complexere,
kwalitatief betere wijnen van elke soort.)
* Bron: Mövenpick
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid.
Het ontdooien van de verdamper achter de achterwand van de koelruimte geschiedt
automatisch. Het dooiwater wordt in het afvoergootje achter de achterwand van de
koelruimte opgevangen, door het afvoergat in de opvangbak aan de compressor
gevoerd en daar verdampt.
Reiniging en onderhoud
Uit het oogpunt van hygiëne moeten de binnenzijde van het apparaat en de acces-
soires regelmatig gereinigd worden.
Waarschuwing! Het apparaat moet vóór het reinigen spanningloos gemaakt wor-
den – kans op elektrische schokken! Stekker uit het stopcontact trekken of zekering
in de huisinstallatie uitschakelen.
97
Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er zou vocht in de
elektrische onderdelen terecht kunnen komen – kans op elektrische schokken! Hete
stoom kan tot beschadigingen aan de kunststof onderdelen leiden. Het apparaat
moet goed droog zijn, voordat u het weer in gebruik neemt.
Attentie! Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen
aantasten. Zulke stoffen kunnen in levensmiddelen voorkomen (bijv. sap van citroen-
of sinaasappelschillen, boterzuur) of in reinigingsmiddelen (bijv. azijnzuur). Let u erop
dat de kunststof onderdelen van het apparaat niet met zulke stoffen in aanraking
komen. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen.
Tips voor het besparen van energie
. Apparaat niet direct in de zon en niet in de buurt van een fornuis, verwarming of
andere warmtebronnen opstellen. Bij hoge omgevingstemperatuur loopt de com-
pressor vaker en langer.
. Zorg voor een goede ventilatie van het apparaat. Ventilatie-openingen nooit
afdekken.
. Deur niet langer open laten dan beslist noodzakelijk.
Wat te doen als…
Hulp bij storingen
Misschien gaat het bij een storing om een kleine fout, die u aan de hand van de
volgende aanwijzingen zelf kunt opheffen. Als deze informatie u niet verder helpt,
voer dan zelf geen verdere werkzaamheden uit.
Waarschuwing! Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmen-
sen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot onze service-afdeling of uw
vakhandelaar. Voor reparaties uitgevoerd door anderen, kan de fabrikant geen pro-
ductaansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele onderdelen voldoen aan alle
eisen!
98
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
99
Apparaat werkt niet.
De temperatuur in
de koelruimte is niet
voldoende.
Binnenverlichting
functioneert niet.
Na wijzigen van de tem-
peratuurinstelling begint
de compressor niet direct.
Foutmelding F1 verschijnt
op het bedieningspaneel
Foutmelding F2 verschijnt
op het bedieningspaneel
Foutmelding F3 verschijnt
op het bedieningspaneel
Apparaat is niet
ingeschakeld.
Stekker zit niet in het
stopcontact.
Zekering in de huis-
installatie is defect.
Stopcontact is defect.
Temperatuur is niet
correct ingesteld.
Deur heeft lange tijd open
gestaan.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
LED is defect.
Dat is normaal, er is geen
sprake van een storing.
Bovenste voeler defect.
Onderste voeler defect.
Ventilator defect.
Apparaat inschakelen.
Stekker in het stopcontact
steken.
Zekering vervangen.
Storingen aan het stroom-
net kunnen door de elektro-
installateur verholpen
worden.
Zie hoofdstuk "In gebruik
nemen".
Deur niet langer open laten
dan beslist noodzakelijk.
Zie hoofdstuk "Plaats van
opstelling".
Zie hoofdstuk "LED-
verlichting vervangen".
De compressor begint na
enige tijd automatisch.
Contact opnemen met de
service-afdeling.
Contact opnemen met de
service-afdeling.
Contact opnemen met de
service-afdeling.
Garantie
De garantie gaat in op de datum dat het apparaat is afgeleverd bij de eindgebruiker.
Onder de garantievoorwaarden, zal de service afdeling alle gebreken die zich voor-
doen ondanks correct gebruik in de garantieperiode en welke terug te leiden zijn
naar foutieve onderdelen of fabricage, vergoeden.
Buiten de garantie vallen:
. Gebreken dankzij foutief gebruik of het niet lezen van de gebruiksaanwijzing
. Schadeclaims welke buiten de garantievoorwaarden vallen
Apparaten welke door derden zijn gerepareerd
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Het koelen in de koelkast wordt mogelijk gemaakt door een compressor (koude-
aggregaat). De compressor pompt het koelmiddel door het koelsysteem. Daarbij
ontstaan bedrijfsgeluiden. Ook na het uitschakelen van de compressor zijn geluiden
door druk- en temperatuurverschillen niet te voorkomen.
Dit koelapparaat is volgens de nieuwste technieken uitgerust met een stille
compressor en een geluidsarme koudekringloop.
Toch zijn bepaalde geluiden niet helemaal te voorkomen. Qua volume zijn ze afhan-
kelijk van de grootte van het apparaat.
Direct na het inschakelen van de compressor zijn de bedrijfsgeluiden het best hoor-
baar. Daarna worden ze minder.
Abnormale geluiden
Meestal ontstaan ongewone geluiden doordat het apparaat niet op de juiste manier
is ingebouwd. Het apparaat moet waterpas staan en stabiel opgesteld resp. inge-
bouwd zijn. Buisleidingen mogen in geen geval tegen een wand of andere meubelen
aankomen. Ook mogen de buisleidingen elkaar niet raken.
In open keukens of bij in scheidingswanden ingebouwde koelapparaten
worden de normale bedrijfsgeluiden intensiever waargenomen. Het gaat hier
echter niet om een defect aan het apparaat maar om een gevolg van de wijze
van inbouwen.
100
101
Geluid Oorzaak Opmerkingen
brommen compressor normaal bedrijfsgeluid van de
compressor, volume afhankelijk van de
grootte van de compressor
zoemen ventilator normaal bedrijfsgeluid t.g.v. ventilatie
borrelen koudekringloop normaal bedrijfsgeluid,
kabbelen door koelmiddel dat in de buizen
stroomt
sissen koudekringloop normaal bedrijfsgeluid, door inspuiten
van het koelmiddel in de verdamper
kraken ommanteling van de normale, temperatuurafhankelijke
koelkast spanningsveranderingen van de
materialen, bijv. kunststoffen, isolatie
/