I
Inleiding
I - 8
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van analoge
terminals
Aan de analoge poorten van uw telefoon-
installatie mag u alle toegestane analoge
terminals aansluiten die u ook voor het
openbare telecommunicatienet mag gebrui-
ken. Dit kunnen b.v. gewone telefoons, ant-
woordapparaten, faxen van groep 2 en 3 en
analoge modems zijn.
De kiesmethode van de analoge eind-
apparaten kan de impulskiesmethode (IM)
of de toonkiesmethode (DTMF) zijn. DTMF is
de snellere kiesmethode. De telefoon-
installatie herkent automatisch de kies-
methode.
Vanuit een analoog eindapparaat bereikt u
elke interne gebruiker kostenloos door het
betreffende interne nummer te kiezen. Een
externe deelnemer bereikt u na het reserve-
ren van een buitenlijn (B-kanaal) met de
code
0
en het draaien van het externe tele-
foonnummer.
Als u voor uw telefoon de functie "automa-
tische reservering buitenlijn" instelt, moet u
bij het draaien van een intern nummer de
R
-toets (hekje) voor het interne telefoon-
nummer indrukken. Met telefoons, vooral
telefoons met de impulskiesmethode die
geen
R
-toets hebben of die die functies
niet ondersteunen, kan er geen intern num-
mer gekozen worden.
U kunt gebruik maken van de functies van
de telefooninstallatie als u de
S
-toets (ster-
toets) indrukt en een code invoert. Bij tele-
foons, vooral telefoons met de impulskies-
methode die geen
S
-toets hebben of die
die functies niet ondersteunen, moet u in de
plaats van de
S
-toets de cijfers
99
in-
drukken.
Opgelet! Analoge standaardtelefoons
met DTMF moeten voor het "rugge-
spraak" een signaaltoets (ruggespraak-
toets
r
) met flash hebben.
Flashtijd: AS 140 u AS 191:70 ... 120 ms.
AS 31 ST, AS 32: 50 ... 150 ms
In deze gebruiksaanwijzing zijn de verschil-
lende stappen altijd voor de bediening van
analoge standaardtelefoons met DTMF aan-
gegeven. Bij analoge standaardtelefoons
met IWN moet u bij ruggespraak de
r
-
toets niet indrukken.
De functies van een analoge standaard-
telefoon (b.v. herhaling, korte nummers)
kunt u ook samen met u telefooninstallatie
gebruiken. Hoe u deze functies moet ge-
bruiken, vindt u in de gebruiksaanwijzing
van de betreffende telefoon.
De bediening van de functies van uw
telefooninstallatie die u vanuit een analoge
standaardtelefoon met DTMF kunt gebrui-
ken, is uitgelegd in deze gebruiksaanwijzing
en in de "korte handleiding voor analoge en
ISDN-eindapparaten".
Let bij de bediening op de akoestische sig-
nalen van uw telefooninstallatie. U hoort de
bevestigingstoon als u de procedure voor
het invoeren van de code succesvol afgeslo-
ten hebt. Anders hoort u de fouttoon.
AS 140, AS 141, AS 190, AS 191 - Bij ana-
loge telefoons met weergave van de
verbindingskosten geeft de telefoon-
installatie de telimpulsen (tariefsignalen)
door.
De telefooninstallatie ondersteunt bij de
gegevensoverdracht via de analoge poor-
ten de V.34-standaard (28800 bps).
Voor het gebruik met modem raden we u
aan de poort via de PC-configurator op "di-
recte reservering buitenlijn" in te stellen.
Anders is het absoluut nodig om de modem
op blindkiezen te configureren omdat de
meeste modems de kiestoon van een
telefooninstallatie niet herkennen. Het blind-
kiezen wordt bij de modems die met het
hayes-bevelrecord werken, met behulp van
de X0- ... X4-parameters ingesteld.