iv
Fax-identificatie
In verschillende landen is het wettelijk verboden om met een computer of
ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden die niet zijn voorzien
van een duidelijke strook met de volgende informatie, aan de onderkant of
bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste pagina:
(1) verzenddatum en -tijd
(2) naam van de verzender (bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon); en
(3) faxnummer van de verzender (apparaat, bedrijf, bedrijfsonderdeel of
persoon).
Uw telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in communicatiefaciliteiten,
gebruik van apparatuur en procedures wanneer dit redelijkerwijs
noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, mits dit niet indruist tegen de regels
en voorschriften (VS: FCC Deel 68). Als van zulke wijzigingen redelijkerwijs
kan worden verwacht dat ze tot gevolg zullen hebben dat bepaalde
telefoonrandapparatuur niet meer compatibel is met de
communicatiemiddelen van het telefoonbedrijf, of dat wijzigingen of
modificaties van deze randapparatuur nodig zijn, of op enige andere wijze
daadwerkelijke gevolgen hebben voor het gebruik of de prestaties van de
randapparaten, moet de klant hiervan op adequate wijze schriftelijk op de
hoogte worden gesteld, zodat de klant de gelegenheid heeft om maatregelen
te nemen waardoor de telefoonaansluiting in bedrijf kan blijven.
Aansluitfactor (REN, Ringer Equivalence Number)
Afhankelijk van het land van aanschaf kan achter of onder op het apparaat
een sticker zitten met de aansluitfactor (VS: Ringer Equivalence Number) en
het toelatingsnummer of registratienummer (VS: FCC Registration Number)
van het apparaat. In sommige landen (zoals de VS) moet deze informatie
aan het telefoonbedrijf worden verstrekt.
De aansluitfactor is een getal dat aangeeft hoe zwaar een apparaat de
telefoonlijn belast. Hiermee kunt u bepalen hoeveel apparaten u op dezelfde
lijn kunt aansluiten voordat deze wordt “overbelast”. Als u te veel apparaten
op dezelfde lijn aansluit, ontstaan er problemen met zelf bellen en
beantwoorden van inkomende oproepen. Een veel voorkomend probleem is
dat de apparaten niet meer overgaan. Het totaal van de aansluitfactoren van
alle op dezelfde telefoonlijn aangesloten apparaten mag niet meer dan 5
bedragen om zeker te zijn dat het telefoonbedrijf in staat is om de diverse
diensten ter beschikking te stellen. In een enkel geval is een totaal van 5 te
hoog (afhankelijk van telefoonbedrijf en/of centrale). Als een aangesloten
telefoonapparaaat niet goed werkt, moet u het onmiddellijk loskoppelen van
de telefoonlijn aangezien het schade kan toebrengen aan het telefoonnet.
WAARSCHUWING:
Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission)
kunnen wijzigingen of modificaties aan dit aparaat die niet uitdrukkelijk zijn
goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het
apparaat aan de normen voldoet) ertoe leiden dat het de gebruiker niet langer
is toegestaan om het apparaat te gebruiken. Wanneer randapparatuur
schade aan het telefoonnet veroorzaakt, moet het telefoonbedrijf de klant
ervan op de hoogte stellen dat de dienst kan worden onderbroken. Wanneer
het echter in de praktijk niet mogelijk is om de klant vooraf in te lichten, kan
het telefoonbedrijf de dienstverlening eerder onderbreken, onder voorwaarde
dat het:
a) de klant zo snel mogelijk inlicht;
b) de klant de gelegenheid geeft om het probleem met de randapparatuur op
te heffen;
c) de klant erop wijst dat deze het recht heeft om een klacht in te dienen bij
de Federal Communication Commission volgens de procedures uiteengezet
in “FCC Rules and Regulations Subpart E of Part 68”.
Verder moet u het volgende weten:
• Het apparaat is niet ontworpen voor aansluiting op een digitale
bedrijfscentrale.
• Als u het apparaat wilt aansluiten op een telefonlijn waarop ook een
computerfax/modem is aangesloten, is het mogelijk dat alle op de lijn
aangesloten apparaten problemen ondervinden met verzenden of
ontvangen. We raden u aan, behalve een normaal telefoontoestel, geen
andere apparaten aan te sluiten op de lijn waar het apparaat op is
aangesloten.
• Als u zich in een gebied bevindt waar veel onweer voorkomt of regelmatig
spanningspieken optreden in het lichtnet, raden we u aan om zowel voor
het lichtnet als de telefoonlijn een piekspanningsbeveiliging te installeren.
Piekspanningsbeveiligingen kunt u aanschaffen bij uw dealer of bij een
elektronica speciaalzaak.
• Wanneer u een alarmnummer in het apparaat programmeert en/of een
alarmnummer draait om te testen of alles goed werkt, bel dan eerst het
normale nummer (dus niet het alarmnummer) van de alarmdienst om de
dienst van de test op de hoogte te stellen. De dienst kan u dan meteen
inlichten over de testprocedure die u kunt volgen.
• Dit apparaat mag niet worden aangesloten op een muntautomaat of een
lijn die wordt gebruikt voor telefonisch vergaderen.
• Dit apparaat heeft een magnetische koppeling voor gehoorapparaten.
• U kunt het apparaat veilig op een telefoonnet aansluiten via een
standaard modulaire connector, USOC RJ-11C.
Verklaring van overeenstemming (Europese
landen)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring
van overeenstemming van Samsung Electronics Co., Ltd.
met de volgende toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van
de Europese Unie per de aangegeven datums:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de onderlinge
aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake elektrisch
materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen
(laagspanningsrichtlijn).
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad (92/31/EEG) betreffende
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake
elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur
en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun
conformiteit.
U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een
volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen
waarnaar wordt verwezen zijn gedefinieerd.