CTEK MXS 5.0 TEST&CHARGE EU de handleiding

Type
de handleiding
NL • 43
NL
20017986A
GEFELICITEERD met de aanschaf van uw nieuwe professionele schakellader en
testapparaat voor accu's. Dit product maakt deel uit van een serie professionele accula-
ders van CTEK SWEDEN AB en beschikt over de nieuwste technologie op dit gebied.
CTEK COMFORT CONNECT – eyelet M6
CTEK COMFORT CONNECT
NETSNOER
H05RN-F rubber
CTEK COMFORT CONNECT – clamp
OPLAADKABEL
H05RN-F rubber
NETSTEKKER*
* Stekkermodel kan afwijken.
INSTRUCTIES VOOR OPLADEN
1. Sluit de acculader aan op de accu. De resultaatlampjes 4, 5 en 6 gaan nu knipperen
om het programma voor spanningscontrole (VOLTAGE CHECK PROGRAM) aan te
geven. Dit kunt u op dit moment negeren. Ga verder met de volgende stap.
2. Sluit de acculader aan op een wandcontactdoos. Het aan/uit-lampje geeft aan
dat het netsnoer is aangesloten op de wandcontactdoos. Het storingslampje gaat
branden als de accuklemmen niet correct zijn aangesloten. De beveiliging tegen
omgekeerde polariteit voorkomt schade aan de accu of de acculader.
3. Selecteer het oplaadprogramma met de MODE-knop.
PROGRAMMA VOOR LICHTE
ACCU'S
PROGRAMMA VOOR
NORMALE ACCU'S
Voeg desgewenst oplaadopties aan het oplaadprogramma toe door nog enkele
malen op de MODE-knop te drukken.
KOUDWEER-OPTIE RECOND-OPTIE
Druk meerdere malen op de MODE-knop totdat de lampjes de gewenste combina-
tie van oplaadprogramma en opties aangeven.
4. Via het 8-stappen display kunt u het oplaadproces volgen.
De accu is gereed om de motor te starten wanneer het lampje van STAP 4 brandt.
De accu is volledig opgeladen wanneer het lampje van STAP 7 brandt.
5. U kunt het opladen op elk gewenst moment stoppen door de stekker uit de wandcon-
tactdoos te nemen.
Opmerking: Als het lampje START POWER (10) en lampje 4 beide branden, houdt
u de MODE-knop (3) twee seconden ingedrukt om de spanningstest te beëindigen.
HANDLEIDING
HPN rubber kabel
HPN rubber kabel
MODE
RECOND
BATTERY ALTERNATORSTART POWER
VOLTAGE TEST PROGRAM
12V/5A
MXS 5.0
TEST&CHARGE
2
1 8 9 10 11
3
54 6 7
44 • NL
BETEKENIS VAN DE RESULTAATLAMPJES
De resultaatlampjes heb-
ben de volgende betekenis
in de drie spanningscontro-
leprogramma's:
SLECHT REDELIJK GOED
BATTERY
MINDER DAN
12,4V
12,4–12,6V
MEER DAN
12,6V
START POWER
MINDER DAN
9,6V
9,6–10,5 V
MEER DAN
10,5V
ALTERNATOR
MINDER DAN
13,3V
13,3–14 ,0V
MEER DAN
14,0V
INSTRUCTIES VOOR TESTEN
TESTPROGRAMMA'S
•B A T T E R Y - t e s t : toont het huidige laadniveau van de accu.
•STARTPOWER-test:controleert het vermogen van de accu tijdens het starten van
de motor, als indicatie van de algemene conditie van de accu.
•ALTERNATOR-test:controleert of de accu correct wordt opgeladen door het
oplaadsysteem van het voertuig.
VOORBEREIDING
1. Lees de informatie onder het kopje VEILIGHEID goed door, zodat u de acculader en
de accu veilig kunt aansluiten en ontkoppelen.
2. Voordat u de STARTPOWER- of de ALTERNATOR-test uitvoert, moet de
accu volledig opgeladen zijn. Als de accu niet volledig is opgeladen, zijn de
testresultaten onbetrouwbaar. Wanneer u een BATTERY-test uitvoert, moet de
omgevingstemperatuur minimaal 5°C zijn en mag de accu gedurende het laatste uur
vóór de test NIET zijn opgeladen (vanuit het voertuig of met een acculader).
3. De lampjes 4, 5 en 6 geven de testresultaten aan. Lampje 4 (rood) betekent SLECHT,
5 (oranje) is REDELIJK en 6 (groen) is GOED.
EEN TEST UITVOEREN
(NETSTROOM IS NIET NODIG)
1. Sluit de acculader aan op de accu. De lampjes 4, 5 en 6 branden om beurten om aan
te geven dat de acculader gereed is voor gebruik in de testmodus.
2. Druk op de MODE-knop (3) om over te schakelen tussen de testprogramma's:
BATTERY (9), STARTPOWER(10) en ALTERNATOR (11) .
BATTERY-test
1. Selecteer BATTERY (9) met behulp van de MODE-knop (3).
2. Na enkele seconden wordt het testresultaat weergegeven.
SLECHT (4): laad de accu zo snel mogelijk op.
REDELIJK (5): opladen is aan te raden om de levensduur van de accu te verlengen.
GOED (6): de accu is goed opgeladen.
STARTPOWER-test
1. Selecteer STARTPOWER (10) met behulp van de MODE-knop (3).
2. Probeer onmiddellijk de motor te starten. Blijf dit gedurende enkele seconden
proberen, maar stop wanneer de motor start.
SLECHT (4): laad de accu zo snel mogelijk op.
REDELIJK (5): opladen is aan te raden om de levensduur van de accu te verlengen.
GOED (6): de accu is goed opgeladen.
ALTERNATOR-test
1. Selecteer ALTERNATOR (11) met behulp van de MODE-knop (3).
2. Start de motor en laat deze stationair draaien met 2000 toeren. Kijk naar de lampjes
om het testresultaat te bepalen.
SLECHT (4): storing in het oplaadsysteem van het voertuig.
REDELIJK (5): storing in het oplaadsysteem van het voertuig.
GOED (6): oplaadsysteem van voertuig werkt naar behoren.
TIPS
1. Als het storingslampje (2) onmiddellijk gaat branden, is de accu niet goed aangesloten.
Ontkoppel de acculader, sluit de acculader correct aan op de accu en voer de test
opnieuw uit vanaf stap 1.
2. Als er geen lampjes gaan branden, komt dit mogelijk doordat de accu te weinig
vermogen heeft om de acculader van stroom te voorzien. Als dit het geval is, laadt u de
accu volledig op.
3. Als er een netspanning aanwezig is, wordt automatisch de oplaadmodus van de
acculader geactiveerd. Houd de MODE-knop (3) twee seconden ingedrukt om over te
schakelen naar de testmodus (de lampjes 4, 5 en 6 gaan nu om beurten branden).
4. Start Power Test-test:
GOED (6) brandt aan het begin van de test, maar later gaat SLECHT (4) branden.
Probeer de accu te reconditioneren met de RECOND-functie van de acculader en voer
daarna de STARTPOWER-test nogmaals uit. Als de test opnieuw niet slaagt, vervangt
u de accu. Een accu die bij warm weer niet voor deze test slaagt, zal het bij lagere
temperaturen waarschijnlijk geheel laten afweten.
NL • 45
NL
OPLAADPROGRAMMA'S EN OPTIES
Druk op de MODE-knop om een oplaadprogramma te kiezen en eventueel oplaadopties
toe te voegen. De lampjes geven aan welk programma en welke opties zijn geselecteerd.
Het geselecteerde programma wordt onthouden en automatisch hervat wanneer u de
acculader de volgende keer aansluit.
Oplaadprogramma's
Programma
Accucapaciteit
(Ah)
Beschrijving Temp. bereik
1, 2–14Ah
Programma voor lichte
accu's (0,8A)
Voor accu's met een kleinere
capaciteit.
-20° tot +50°C
(-4ºF–122ºF)
14–160Ah
Programma voor
normale accu's (5A)
Voor accu's met een normale
capaciteit.
-20° tot +50°C
(-4ºF–122ºF)
Oplaadopties
Optie
Accucapaciteit
(Ah)
Beschrijving Temp. bereik
1,2160Ah
Koudweeroptie
Voor opladen bij lage tempera-
turen en voor AGM-accu's zoals
Optima
®
en Odyssey
®
. Bij deze
optie wordt de laadspanning
verhoogd.
-20° tot +5°C
(-4ºF–41ºF)
RECOND
1,2160Ah
RECOND-optie
Voor het reconditioneren van
lege accu's. Gebruik deze
herstelfunctie jaarlijks en na
elke diepe ontlading voor
een maximale levensduur en
capaciteit van de accu. Met
de RECOND-optie voegt u
STAP 6 toe aan het geselec-
teerde oplaadprogramma.
-20° tot +50°C
(-4ºF–122ºF)
ACCUCAPACITEIT (Ah)
OPLAADTIJD TOT 80%
2Ah
2 uur
8Ah
8 uur
20Ah
4 uur
60Ah
12 uur
110Ah
26 uur
KLAAR VOOR GEBRUIK
De onderstaande tabel toont de geschatte tijd voor het opladen van een lege accu
tot 80%.
STORINGSLAMPJE
Als het storingslampje brandt, controleert u het volgende:
1. Is de pluskabel van de acculader wel aangesloten op
de pluspool van de accu?
2. Is de acculader wel aangesloten op een 12V-accu?
3. Is het opladen onderbroken tijdens STAP 1, 2 of 5?
Herstart de acculader door op de MODE-knop te drukken. Als het
opladen nog steeds niet lukt, is de accu mogelijk...
STAP 1: ...ernstig gesulfateerd en aan vervanging toe.
STAP 2: ...niet in staat lading te accepteren en aan vervanging toe.
STAP 5: ...niet in staat lading vast te houden en aan vervanging toe.
MODE
RECOND
12V/5A
MXS 5.0
AAN/UIT-LAMPJE
Als het aan/uit-lampje...
1. ONONDERBROKEN BRANDT:
Het netsnoer is aangesloten op de wandcontactdoos.
2. KNIPPERT:
De acculader is in de energiespaarstand. Dit gebeurt als de
acculader niet binnen 2 minuten op een accu wordt aangesloten.
46 • NL
COMBINATIES VAN OPLAADPROGRAMMA'S EN OPTIES
DESULPHATION SOFT START BULK ABSORPTION ANALYSE RECOND FLOAT PULSE
Stroomsterkte (A) Spanning (V)
15,8V 0,8A tot aan 12,6V Oplopende span-
ning tot 14,4V. 0,8A
Dalende stroom-
sterkte 14,4V
Controle of spanning
daalt tot 12V
13,6V
0,8A
12,7-14, 4V
0,8-0,4A
+
15,8V 0,8A tot aan 12,6V Oplopende span-
ning tot 14,7V. 0,8A
Dalende stroom-
sterkte 14,7V
Controle of spanning
daalt tot 12V
13,6V
0,8A
12,7-14,7V
0,8-0,4A
+
RECOND
15,8V 0,8A tot aan 12,6V Oplopende span-
ning tot 14,4V. 0,8A
Dalende stroom-
sterkte 14,4V
Controle of spanning
daalt tot 12V
Max. 15,8V
0,3A
13,6V
0,8A
12,7-14, 4V
0,8-0,4A
+ +
RECOND
15,8V 0,8A tot aan 12,6V Oplopende span-
ning tot 14,7V. 0,8A
Dalende stroom-
sterkte 14,7V
Controle of spanning
daalt tot 12V
Max. 15,8V
0,3A
13,6V
0,8A
12,7-14,7V
0,8-0,4A
15,8V 5A tot aan 12,6V Oplopende span-
ning tot 14,4V. 5A
Dalende stroom-
sterkte 14,4V
Controle of spanning
daalt tot 12V
13,6V
5A
12,7-14, 4V
5-2A
+
15,8V 5A tot aan 12,6V Oplopende span-
ning tot 14,7V. 5A
Dalende stroom-
sterkte 14,7V
Controle of spanning
daalt tot 12V
13,6V
5A
12,7-14,7V
5-2A
+
RECOND
15,8V 5A tot aan 12,6V Oplopende span-
ning tot 14,4V. 5A
Dalende stroom-
sterkte 14,4V
Controle of spanning
daalt tot 12V
Max. 15,8V
1,5A
13,6V
5A
12,7-14, 4V
5-2A
+ +
RECOND
15,8V 5A tot aan 12,6V Oplopende span-
ning tot 14,7V. 5A
Dalende stroom-
sterkte 14,7V
Controle of spanning
daalt tot 12V
Max. 15,8V
1,5A
13,6V
5A
12,7-14,7V
5-2A
Tijdsduur: Max. 8 uur Max. 20 uur Max. 10 uur 3 minuten
30 min. of 4 uur,
afhankelijk van
accuspanning
10 dagen
Oplaadcyclus
wordt herstart
als spanning
daalt
Oplaadcyclus
wordt herstart
als spanning
daalt
NL • 47
NL
OPLAADSTAPPEN
STAP 1: DESULPHATION
Detectie en reparatie van gesulfateerde accu's. Door een pulserende stroomsterkte en
spanning wordt de sulfaataanslag van de loodplaten verwijderd, zodat de capaciteit van
de accu wordt hersteld.
STAP 2: SOFT START
De acculader controleert of de accu lading kan accepteren. Via deze stap wordt verhin-
derd dat u probeert een defecte accu op te laden.
STAP 3: BULK
Opladen met maximale stroomsterkte totdat circa 80% van de accucapaciteit is bereikt.
STAP 4: ABSORPTION
Opladen met afnemende stroomsterkte tot 100% van de accucapaciteit.
STAP 5: ANALYSE
De acculader controleert of de accu lading kan vasthouden. Accu's die geen lading
vasthouden, moeten mogelijk worden vervangen.
STAP 6: RECOND
Selecteer het RECOND-programma als u de reconditioneringsstap in het oplaadproces
wilt opnemen. Tijdens deze stap wordt de spanning verhoogd om een gecontroleerde
gasvorming in de accu te bewerkstelligen. Door de gasvorming wordt het accuzuur 'omge-
roerd' en krijgt de accu nieuwe energie.
STAP 7: FLOAT
De accuspanning wordt op maximaal niveau gehouden door een constante laadspanning.
STAP 8: PULSE
De accucapaciteit wordt gehandhaafd op 95-100%. De acculader controleert de accus-
panning en geeft zonodig een puls om de accu volledig opgeladen te houden.
+
+
Comfort
Connect
DE ACCULADER OP EEN ACCU AANSLUITEN EN
ONTKOPPELEN
Comfort
Connect
Comfort
Connect
TIP
Als de accuklemmen niet correct
zijn aangesloten, verhindert de
beveiliging tegen omgekeerde
polariteit dat de accu of de accu-
lader wordt beschadigd.
Vooraccu'sdieineenvoertuig
zijngemonteerd:
1. Sluit de rode klem aan op de pluspool
van de accu.
2. Sluit de zwarte klem aan op het chas-
sis van het voertuig, op ruime afstand
van de brandstofleiding en de accu.
3. Sluit de acculader aan op een
wandcontactdoos.
4. Neem de stekker van de acculader
uit de wandcontactdoos vóórdat u de
acculader loskoppelt van de accu.
5. Ontkoppel de zwarte klem vóórdat u
de rode klem ontkoppelt.
Sommigevoertuigenhebbeneen
positiefgeaardeaccu:
1. Sluit in dat geval de zwarte klem aan
op de minpool van de accu.
2. Sluit de rode klem aan op het chassis
van het voertuig, op ruime afstand
van de brandstofleiding en de accu.
3. Sluit de acculader aan op een
wandcontactdoos.
4. Neem de stekker van de acculader
uit de wandcontactdoos vóórdat u de
acculader loskoppelt van de accu.
5. Ontkoppel de rode klem vóórdat u de
zwarte klem ontkoppelt.
48 • NL
VEILIGHEID
De acculader is alleen bedoeld voor het opladen van accu's volgens de technische
specificaties. Gebruik de acculader nooit voor andere doeleinden. Volg altijd de aan-
bevelingen van de fabrikant van de accu.
Probeer nooit een niet-oplaadbare batterij of accu op te laden.
Controleer de kabels van de acculader vóór elk gebruik. Let erop dat de kabels en de
knikbeveiliging geen scheurtjes of andere beschadigingen vertonen. Als het netsnoer
van de acculader beschadigd is, moet u de acculader terugbrengen naar de leveran-
cier. Een beschadigd netsnoer moet altijd worden vervangen door een vertegenwoordi-
ger van CTEK.
Laad nooit een beschadigde accu op.
Laad nooit een bevroren accu op.
Plaats de acculader nooit op de accu tijdens het opladen.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens het opladen.
Dek de acculader niet af.
Er kunnen explosieve gassen vrijkomen uit een accu die wordt opgeladen. Vermijd
vonken in de nabijheid van de accu. Binnen in een accu die het einde van de levensduur
heeft bereikt, kunnen vonken ontstaan.
Vroeg of laat houdt elke accu ermee op. Storingen tijdens het opladen worden meestal
opgevangen door het geavanceerde oplaadsysteem, maar zeldzame storingen in de
accu zijn desondanks mogelijk. Laat een accu tijdens het opladen nooit voor langere tijd
onbeheerd achter.
Zorg ervoor dat de kabels niet in de war raken of in contact komen met hete oppervlak-
ken of scherpe randen.
Accuzuur is een bijtende stof. Spoel direct grondig met overvloedig water indien accu-
zuur in contact komt met huid of ogen, en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Controleer altijd of de acculader is overgeschakeld op STAP 7, voordat u deze langere
tijd onbeheerd en aangesloten achterlaat. Als de acculader niet binnen 50 uur over-
schakelt op STAP 7, duidt dit op een storing. Ontkoppel in dat geval de acculader.
Accu's verbruiken water wanneer ze worden gebruikt of opgeladen. Controleer regel-
matig het vloeistofpeil van accu's die een voorziening hebben om water bij te vullen. Vul
gedestilleerd water bij als het peil te laag is.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door kinderen of door personen die de handlei-
ding niet kunnen lezen of begrijpen, behalve wanneer een verantwoordelijke persoon
erop toeziet dat de acculader veilig wordt gebruikt. Bewaar en gebruik de acculader
buiten bereik van kinderen en zorg dat kinderen nooit met de acculader kunnen spelen.
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet voldoen aan de geldende voorschriften voor
elektrische installaties.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Modelnummer
1066
Nominale spanning
220–240V wisselstroom, 50–60Hz
Laadspanning
14,4V,
14,7 V,
15,8V
Min. accuspanning
2,0V
Laadstroom
5A max.
Netstroomsterkte
0,65A rms (bij maximale laadstroom)
Lekstroom*
<1Ah per maand in oplaad- en testmodus
Rimpel**
<4%
Omgevings-
temperatuur
-20°C tot +50°C (uitvoervermogen wordt bij hoge temperatu-
ren automatisch gereduceerd)
Type acculader
Volautomatische laadcyclus in 8 stappen
Soorten accu's
Alle soorten 12V-loodzuuraccu's (nat, MF, Ca/Ca,
AGM en gel)
Accucapaciteit
1,2–110Ah, max. 160Ah voor onderhoud
Afmetingen
168 x 65 x 38 mm (L x B x H)
Isolatieklasse
IP65
Gewicht
0,6kg
*) Lekstroom is de stroom die uit de accu "lekt" wanneer de acculader niet op het elektri-
citeitsnet is aangesloten. CTEK-acculaders hebben een zeer lage lekstroom.
**) De kwaliteit van de laadspanning en de laadstroom is van groot belang. Een hoge
spanningsrimpel verhit de accu en heeft een verouderend effect op de pluselektrode. Een
hoge rimpel kan bovendien schadelijk zijn voor andere op de accu aangesloten appara-
ten. CTEK-acculaders produceren spanning van zeer hoge kwaliteit met een lage rimpel.
NL • 49
NL
BEPERKTE GARANTIE
CTEK SWEDEN AB verleent de oorspronkelijke koper van dit product een beperkte
garantie. Deze beperkte garantie is niet overdraagbaar. De garantie geldt gedurende 5
jaar vanaf de aankoopdatum voor fabricagefouten en materiaaldefecten. De klant moet
het product samen met het aankoopbewijs inleveren bij de leverancier. De garantie vervalt
indien de acculader geopend is geweest, onzorgvuldig is behandeld of is gerepareerd
door iemand anders dan de bevoegde vertegenwoordigers van CTEK SWEDEN AB. Een
van de schroefopeningen aan de onderkant van de acculader is verzegeld. De garantie
vervalt als deze verzegeling wordt verwijderd of beschadigd. CTEK SWEDEN AB geeft
geen garantie anders dan deze beperkte garantie en aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor gevolgschade of voor kosten anders dan in het bovenstaande genoemd. Bovendien is
CTEK SWEDEN AB niet verplicht tot enige andere garantie dan hier vermeld.
ONDERSTEUNING
CTEK biedt professionele klantondersteuning via www.ctek.com.
Bezoek www.ctek.com voor de nieuwste versie van de gebruikershandleiding.
E-mail: info@ctek.se. Telefoon: +46 225 351 80. Fax: +46 225 351 95.
CTEK-PRODUCTEN WORDEN
BESCHERMD DOOR:
Patenten Ontwerpen Handelsmerken
EP10156636.2 pending RCD 509617 TMA 669987
US12/780968 pending US D575225 CTM 844303
EP1618643 US D580853 CTM 372715
US7541778 US D581356 CTM 3151800
EP1744432 US D571179 TMA 823341
EP1483817 pending RCD 321216 CTM 1025831
SE524203 RCD 000911839 CTM 405811
US7005832B2 RCD 081418 CTM 830545751 pending
EP1716626 pending RCD 001119911- 00 01 CTM 1935061 pending
SE526631 RCD 001119911-0002 V28573IP00
US7638974B2 RCD 081244 CTM 2010004118 pending
EP09180286.8 pending RCD 321198 CTM 4-2010-500516
US12/646405 pending RCD 321197 CTM 410713
EP1483818 ZL 200830120184.0 CTM 2010/05152 pending
SE1483818 ZL 200830120183.6 CTM1042686
US7629774B2 RCD 001505138-0001 CTM 766840 pending
EP09170640.8 pending RCD 000835541-0001
US12/564360 pending RCD 000835541-0002
SE528232 D596126
SE525604 D596125
RCD 001705138-0001
US D29/378528 pending
ZL 201030618223.7
US RE42303
US RE42230
2012–05–30
50 • NL
20017986A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

CTEK MXS 5.0 TEST&CHARGE EU de handleiding

Type
de handleiding