Whirlpool AWM 8123/1 de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
KINDERBEVEILIGING
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
WASPROGRAMMA
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
TRANSPORT EN OMGANG
INSTALLATIE
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.Verwijder de verpakking en controleer
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, polystyreen, enzovoort) buiten bereik
van kinderen, aangezien deze een gevaar kunnen
vormen.
2.Verwijder de veiligheidsbeugels
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de
interne onderdelen van het apparaat
beschadigen tijdens transport.
Voordat u de
wasautomaat in gebruik neemt, dient u de
veiligheidsbeugels te verwijderen
(zie “De
veiligheidsbeugels plaatsen/verwijderen”).
3.Installeer de wasmachine
Verwijder de beschermende folie van het
regelpaneel.
Verplaats de machine zonder deze aan het
bovenblad vast te pakken.
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een
vertrek.
Stel de voetjes af zondat de machine stabiel en
vlak staat (zie “Installatie/De voetjes afstellen”).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie
“Installatie/De watertoevoerslang aansluiten”).
Watertoevoer: uitsluitend koud water
Kraan: 3/4” schroefdraadaansluiting
voor slang
Druk: 100-1000 kPa (1-10 bar).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem
met het elleboogstuk aan de rand van een
wasbak of badkuip (zie “Installatie/De
waterafvoerslang aansluiten”).
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan
te verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een
ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan- en
afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6.Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht door een bevoegd technicus en
in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en actuele
standaardveiligheidsvoorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning,
het opgenomen vermogen en de benodigde
beveiliging staan op de binnenkant van de deur
van het apparaat.
Het apparaat mag uitsluitend op het
elektriciteitsnet worden aangesloten door
middel van een stopcontact dat overeenkomstig
de geldende verordeningen geaard is. Het is
wettelijk verplicht de apparatuur te aarden. De
fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen
of voor letsel aan personen of dieren die/dat
direct of indirect veroorzaakt is door het niet in
acht nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van de elektriciteit voordat
u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel de Klantenservice
op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de Klantenservice
worden vervangen.
De wasmachine mag alleen voor de beschreven
toepassingen in het huishouden worden
gebruikt.
Minimale afmetingen behuizing:
Breedte: 600 mm
Hoogte: 825 mm
Diepte: 600 mm
Home
Appliances
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
1.Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar, zoals
aangegeven door het kringloopsymbool.
Voor de verwerking dienen de plaatselijke
voorschriften te worden nageleefd.
2.De verpakking en oude apparaten als
afval verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden
verwerkt in overeenstemming met plaatselijke
afvalvoorschriften.
Snijd de voedingskabel van het apparaat door
voordat u dit afdankt, zodat de wasmachine niet
meer bruikbaar is.
Verwijder wasmiddel uit het bakje, als u het
apparaat wilt afdanken.
3.Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen.
4.Algemene adviezen
Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact en draai de kraan dicht wanneer de
machine niet in gebruik is.
Zet de wasmachine altijd uit en haal altijd de
stekker uit het stopcontact of koppel het
apparaat van de elektriciteit voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een
vochtige doek om de buitenkant van de
wasmachine schoon te maken.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Forceer de deur niet bij het openen.
Indien nodig kan het netsnoer vervangen
worden door een identiek snoer dat verkrijgbaar
is via de Klantenservice. Het netsnoer mag
alleen worden vervangen door een bevoegd
technicus.
5.EC Verklaring van overeenstemming
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in overeenstemming met de
veiligheidseisen van EC Richtlijnen: 93/68/EEC.
Het wordt aanbevolen om het eerste wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren. Zo wordt eventueel
overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur van de wasmachine.
3.
Een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel doen .
4.
Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).
5.
Druk op de knop
Start/Pauze
.
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
KINDERBEVEILIGING
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje afwasmiddel
4.
Serviceplaatje (op de achterkant
van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van
de deur
Druk op de knop aan de
binnenkant van de handgreep
en trek eraan, om de deur te
openen
Sluit de deur door hem stevig
dicht te duwen (totdat u een
klik hoort)
7.
Kinderbeveiliging (aan de
binnenkant van de deur)
8.
Filter (achter deksel)
9.
Plint
10.
Verstelbare pootjes
Om het apparaat tegen onjuist gebruik te beschermen,
dient de plastic schroef aan de binnenkant van de deur te
worden omgedraaid met behulp van een muntstuk of het
dikke, afgeronde uitsteeksel van plastic op het gekleurde
doseringshulpmiddel van het wasmiddel:
Gleuf verticaal: veilige positie, d.w.z. de deur kan niet
vergrendeld worden.
Gleuf horizontaal: normale positie, d.w.z. de deur kan
weer worden vergrendeld.
1
2
4
5
6
7
8
3
9
10
Home
Appliances
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Vullen met wasmiddelen en
nabehandelingsproducten
1.
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot hij niet
verder kan.
2.
Doe het wasmiddel in de lade:
Programma met voor- en hoofdwas.
Hoofdwasprogramma zonder voorwas.
Als er een vloeibaar wasmiddel wordt gebruikt,
het gekleurde doseringshulpmiddel uit de
zeeplade verwijderen en in het bakje zetten.
Op het doseringshulpmiddel is een schaal
aangegeven, zodat dosering gemakkelijker is.
Wasverzachter en conditioners, niet meer dan
het merkteken Max (bij modellen met drie
bakjes
B
) of het merkteken 100 ml
(bij modellen met vier bakjes
A
).
Bleekmiddel toevoegen tot aan Max
(bij modellen met vier bakjes
A
)
Vlekkenmiddel
Waterontharder (waterhardheid klasse 4)
Stijfsel (opgelost in water). Selecteer in dit geval
het programma Spoelen en centrifugeren.
Vul het vak nadat u het stijfsel in het bakje
hebt geplaast ongeveer 1 liter water in het bakje.
3.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Opmerkingen:
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld terpentine of wasbenzine).
Was geen stoffen in de wasmachine die behandeld zijn met oplosmiddelen of ontvlambare
vloeistoffen.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de Voorwas voor programma's die deze extra
functie hebben. In dat geval alleen een waspoeder in de lade voor de hoofdwas gebruiken .
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade tot aan
het teken MAX.
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de
verdeling te voorkomen, het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel gebruiken en dit
rechtstreeks in de trommel plaatsen.
B
A
WASPROGRAMMA
Het kiezen van programma's:
1.
Steek de stekker in het stopcontact.
2.
De waterkraan opendraaien.
3.
Zet de
programmakeuzeknop
op het gewenste programma.
4.
Afhankelijk van het model kan de aanbevolen temperatuur worden gewijzigd door op de knop
+
of
-
te drukken.
5.
Stel indien gewenst extra
functies
in, door de corresponderende knop in te drukken.
Het indicatielampje gaat branden.
Door
nogmaals
op de knop te drukken kan de extra functie weer uitgeschakeld worden.
6.
Druk op de knop
Start/Pauze
.
Het indicatielichtje gaat branden en de programmaduur wordt weergegeven op het display (indien
beschikbaar).
De indicatielampjes geven de aan welke programmafase is bereikt. Na de start van het programma
gaat de fasewijzer van links naar rechts langs Wassen, Spoelen en Centrifugeren.
Wanneer een programmafase is voltooid, gaat het corresponderende lampje uit.
Startselectie
(indien beschikbaar)
Kies het programma en de temperatuur, eventuele extra functies en de centrifugeersnelheid.
Als u op de knop Startselectie drukt, gaat het corresponderende display aan. Druk herhaaldelijk op de
knop Startselectie totdat het gewenste aantal uren bereikt is. Als het maximale aantal uren voor de
startselectie is bereikt, begint de teller weer bij nul als u nogmaals op de knop drukt.
Druk op de knop
Start/Pauze
om het programma te starten. Het programma start dan na de
ingestelde tijd.
De startselectie corrigeren
Het aantal geselecteerde uren kan toch nog worden aangepast als er al op de knop Startselectie is
gedrukt: druk er herhaaldelijk op tot het gewenste aantal uren is bereikt. Als het display eenmaal heeft
afgeteld tot de ingestelde tijd, wordt het ingestelde programma gestart en wordt de resterende tijd
voor het programma weergegeven.
De startselectie annuleren
Draai de programmakeuzeknop naar het gewenste programma. De resttijd van het gekozen programma
wordt weergegeven en de knop
Start/Pauze
knippert. U kunt het programa nu direct starten door op
deze knop te drukken.
N.B.
Als startselectie is ingesteld, dient u gebruik te maken van een doseringshulpmiddel dat
rechtstreeks in de trommel geplaatst wordt, als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt.
Deurvergrendeling
Nadat het programma gestart is, wordt de deur automatisch geblokkeerd tot aan het einde van het
programma.
Het lampje Deur vrij brandt voor het begin en aan het einde van het programma.
Als de programmakeuzeknop op “” gezet is of als de stroom uitvalt, wordt de deur na ongeveer één
minuut ontgrendeld.
Open de deur in dat geval niet, aangezien er dan heet water uit de wasmachine zou kunnen stromen.
Home
Appliances
Einde programma
Het einde van het programma wordt aangegeven:
doordat het lampje Deur vrij gaat branden en de resttijdindicator (indien beschikbaar) 0:00
weergeeft.
de lampjes van de fasewijzer zijn allemaal uit.
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld (ongeveer één minuut).
3.
Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
N.B.
Doe de deur niet helemaal dicht maar laat hem op een kier staan, om de trommel te laten drogen.
Programma en extra functies wijzigen
1.
Druk op de knop
Start/Pauze
. De knop
Start/Pauze
knippert.
2.
Stel het nieuwe programma, de extra functies en de centrifugeersnelheid in.
3.
Druk op de knop
Start/Pauze
. Het nieuwe programma wordt hervat vanaf het punt waarop het vorige
programma is afgebroken.
Voeg geen wasmiddel toe voor dit programma.
Programmaonderbreking of pauze
Indien een programma voor een bepaalde tijd onderbroken moet worden en vervolgens weer moet
worden hervat:
1.
Druk op de knop
Start/Pauze
. Het lampje brandt.
2.
Druk na de gewenste pauze nogmaals op de knop
Start/Pauze
.
Het programma annuleren
Als het actuele programma voortijdig beëindigd en geannuleerd moet worden, moet het water eerst
worden weggepompt voordat de deur mag worden geopend:
1.
Zet de programmakeuzeknop om de programma-instelling
Afpompen
.
Het lampje boven de knop
Start/Pauze
knippert. De indicator van de centrifuge staat op 0 en
de resttijdindicator (indien beschikbaar) staat op 0:02 minuten.
2.
Druk op de knop
Start/Pauze
om het programma
Afpompen
te starten.
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
1.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
2.
Verwijder het gekleurde doseringshulpmiddel uit de
wasmiddellade en gebruikt het om het filterdeksel
open te maken.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Draai het filter langzaam tegen de klok in totdat de
hendel zich in verticale positie bevindt; haal het filter
nog niet weg.
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6.
Schroef het filter nu helemaal los en haal het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit het filter.
8.
Vergewis u ervan dat de pomprotor niet vast zit.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het zo ver als
mogelijk is met de wijzers van de klok mee (totdat de
hendel zich in horizontale positie bevindt).
10.
Sluit het deurtje.
11.
Giet 0,5 l water in de wasmiddellade om het
besparingssyteem weer in te schakelen.
12.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
13.
Stel een programma in en start het.
Controleer het filter twee of drie maal per jaar, en reinig
het indien nodig.
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen als het
water niet goed wordt afgevoerd of als het apparaat
niet centrifugeert.
Verwijder het filter als de pomp geblokkeerd is door een
of ander voorwerp (knopen, munten,
veiligheidsspelden, etc.).
BELANGRIJK: Verzeker u ervan dat het water
voldoende tijd heeft gehad om af te koelen, voordat
het wordt afgepompt.
Voer het restwater af, zoals wordt beschreven in de paragraaf Het filter verwijderen (punt 1 tot en
met 8).
Om het restwater uit de pomp af te voeren, de machine naar voren kantelen en verder gaan bij punt
9 en 10 van de voorafgaande paragraaf.
Wanneer moet het restwater worden afgevoerd?
Voordat u de wasmachine wilt transporteren.
In een ruimte waarin de temperatuur soms onder het nulpunt zakt. Het is het beste om het water in
dit geval na elke was af te pompen.
Home
Appliances
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Gebruik gewone, voor de huishouding gebruikte
reinigingsmiddelen (gebruik geen
schuurmiddelen of oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer de vouw van de afdichting regelmatig
op vreemde voorwerpen.
Filter
Controleer het filter regelmatig, twee of drie
maal per jaar, en reinig het (zie Het filter
verwijderen).
Doseerbakje afwasmiddel
1.
Maak de wasmiddellade los door de hendel in het
voorwasbakje in te drukken en hem naar buiten te trekken.
2.
Verwijder de inzetstukken - het sifon van het
wasverzachtervak, het inzetstuk voor vloeibaar wasmiddel
en het sifon van het bleekmiddelvak (indien beschikbaar,
model met vier bakjes
A
).
3.
Schoon spoelen onder stromend water.
4.
Plaats de onderdelen terug en breng de wasmiddellade terug
op zijn plaats. Druk de sifon stevig op zijn plaats.
A
Filter van de waterslang
Regelmatig controleren en reinigen.
Machines met een rechte watertoevoerslang A
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Haal het filter met de speciale tang uit de wasmachine en
reinig het.
7.
Zet het filter terug en schroef de slangaansluiting weer op
de machine.
8.
Open de waterkraan en
controleer of de verbindingen niet
lekken.
Machines met Water Stop-slang B
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het filter.
4.
Schroef de Water Stop-slang weer op de kraan.
5.
Open de waterkraan en
controleer of de verbindingen niet
lekken.
A
B
Home
Appliances
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
Deze wasmachine is uitgerust met automatische
veiligheidssystemen die storingen in het
beginstadium herkennen en signaleren en daar op
adequate manier op reageren.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen die snel
opgelost kunnen worden.
Bijvoorbeeld:
De wasmachine start niet en er brandt geen
lampje.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit;
het wandstopcontact gevoed wordt
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan);
er een goede programmakeuze is gemaakt.
Het apparaat start niet, maar het lampje
Start/Pauze knippert.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
het programma is gewijzigd;
de waterkraan open is gedraaid. Zo nee, draai
dan de kraan open en druk op de knop
Start/
Pauze
.
De wasautomaat blokkeert tijdens een
programma.
Controleer of:
het lampje
Spoelstop
aan is. Schakel deze
extra functie uit door nogmaals op de knop te
drukken;
er een ander programma geselecteerd is.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op de knop
Start/Pauze
;
Het lampje Start/Pauze
knippert. Druk op de
knop
Start/Pauze
;
Het veiligheidssysteem van het apparaat werd
geactiveerd. Zie de storingsbeschrijving.
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade.
Controleer of:
de sifon goed geïnstalleerd en schoon is
(zie Onderhoud en reiniging);
er genoeg water wordt toegevoerd. de filters
tussen de toevoerslang en de kraan verstopt zijn
(zie Onderhoud en reiniging. Controleer het
filter regelmatig, twee of drie maal per jaar, en
reinig het (zie Het filter verwijderen).
De wasmachine trilt tijdens het
centrifugeren.
Controleer of:
het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier
de pootjes (zie Aanwijzingen voor de
installatie);
de transportbeugels verwijderd zijn. Voordat u
de wasmachine in bedrijf kunt stellen, is het
absoluut noodzakelijk om de veiligheidsbeugels
voor het transport te verwijderen (zie
Aanwijzingen voor de installatie).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit
balans is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de
machine wast (badmat, badjas enzovoort), is het
mogelijk dat dit systeem de centrifugeersnelheid
verlaagt om het apparaat te beschermen of de
centrifugeercyclus zelfs onderbreekt, als de lading
ook na verschillende startpogingen te zeer uit
evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt
De wasmachine krijgt geen of weinig water:
het apparaat is voorzien van een
veiligheidsslang en de veiligheidsklep is open
gegaan (rode indicator in het
veiligheidsklepcontrolvenster).
Vervang de veiligheidsslang in dit geval door een
nieuw exemplaar.
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
Het programma wordt onderbroken en de storing wordt door verschillende indicatoren gesignaleerd.
Tabel omschrijvingen storingen
Klein lampje gaat branden Digitaal display Omschrijving storing
Waterkraan FH”“Storing in de watertoevoer
- FP”“Storing in de afvoer
-van F4 tot F15”“Storing in de elektrische onderdelen
Waterstop FA”“Storing waterstop
a. Storing in de watertoevoer (er wordt geen of
onvoldoende water toegevoerd)
De indicator Waterkraan brandt of op het
display verschijnt afwisselend FH. Schakel het
apparaat uit door de programmakeuzeknop op
de stand “” te draaien en haal de stekker uit
het stopcontact.
Controleer of:
de waterkraan helemaal open is en de
watertoevoerdruk hoog genoeg is;
de watertoevoerslang bekneld zit;
de filters verstopt zijn (zie Onderhoud en
reiniging / Filters waterslang);
de watertoevoerslang bevroren is.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer opnieuw het gewenste programma en
druk op de knop Start/Pauze om het
programma te vervolgen (voeg voor dit
programma geen wasmiddel toe)
b.Storing in de waterafvoer
Op het display verschijnt afwisselend FP.
Schakel het apparaat uit door de
programmakeuzeknop op de stand “” te
draaien en haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is (zie Aanwijzingen
voor de installatie);
de pomp / het filter voor vreemde voorwerpen
geblokkeerd is (zie Het filter verwijderen /
Restwater afvoeren).
BELANGRIJK: alvorens het water uit de
machine te laten lopen, dient u zich ervan te
verzekeren dat het is afgekoeld.
het water in de afvoerslang bevroren is.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer opnieuw het gewenste programma en
druk op de knop Start/Pauze om het
programma te vervolgen (voeg voor dit
programma geen wasmiddel toe). Als de storing
aanhoudt, contact opnemen met de
klantenservice (zie Klantenservice).
c. Storing elektrische module
Op het display verschijnt F4 tot F15.
Zet de wasmachine uit. Selecteer een
programma en druk nogmaals op de knop
Start/Pauze. Het programma wordt
vervolgd.
Als de storing aanhoudt, contact opnemen
met de klantenservice (zie Klantenservice).
d.Storing waterstop (indien beschikbaar)
Er klinkt een geluidssignaal. Het
indicatielampje van de Waterstop brandt. Op
het display verschijnt FA en er wordt
gepompt. Schakel het apparaat uit door de
programmakeuzeknop op de stand “” te
draaien, haal de stekker uit het stopcontact en
zorg ervoor dat de waterkraan dichtgedraaid is.
De Waterstop kan veroorzaakt worden door:
1.te veel schuim.
2.een lek in de toevoerslang of in het apparaat.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover om
het verzamelde water van de onderkant van het
apparaat weg te laten stromen.
Vervolgens:
1.sluit het apparaat aan op het stopcontact,
2.draai de watertoevoer naar de wasmachine open
(indien de knop Start/Pause niet is
ingedrukt, maar de wasmachine begint te vullen,
de watertoevoer afsluiten en de klantenservice
bellen),
3.Selecteer opnieuw het gewenste programma en
druk op de knop Start/Pauze (er hoeft geen
wasmiddel te worden toegevoegd). Het
programma wordt vervolgd.
Indien de storing aanhoudt, de klantenservice
bellen met details over de storing (zie
Klantenservice).
Home
Appliances
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Probleemoplossingsgids).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren
of het probleem is opgelost.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel
dan de Klantenservice.
Vermeld:
De aard van de storing.
Het model.
Het servicenummer (achter het woord
SERVICE).
De servicesticker bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer en netnummer. Het
telefoonnummer en adres van de Klantenservice
bevindt zich op het garantiebewijs. U kunt ook
de dealer raadplegen bij wie u het apparaat heeft
gekocht.
TRANSPORT EN OMGANG
Verplaats het apparaat nooit door het bij het werkblad vast te pakken.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen wegstromen (zie Het filter verwijderen,
Restwater weg laten lopen).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels (verplicht) (zie Aanwijzingen voor de installatie).
INSTALLATIE
Verwijder de veiligheidsbeugels
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de
schroeven losser.
2.
Draai de schroeven met de hand los.
3.
Houd iedere schroef tegen en verwijder ze via de
grootste zijde van het gat.
4.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de hiervoor
bestemde plastic dopjes; Plaats de dopjes in het brede
deel van het gat en schuif hen naar binnen in het smalle
gedeelte, totdat ze op hun plaats klikken.
5.
Bewaar de veiligheidsbeugels.
Wanneer het apparaat weer wordt vervoerd, moeten de
transportbeugels weer worden gemonteerd:
1.
Verwijder de plastic dopjes met een schroevendraaier,
schuif ze tegen de richting van de pijl en verwijder ze.
2.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de hierboven
beschreven montage-handelingen in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
Home
Appliances
Stel nu de pootjes af
Indien de vloer onregelmatig is, de pootjes bijstellen (leg
geen stukken hout en dergelijke. onder de pootjes):
1.Draai de tegenmoer los met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
2.Stel de pootjes met de hand in.
3.Draai de tegenmoer, tegen de klok in, vast tegen de
wasmachine.
Indien de wasautomaat op een houten balkenvloer wordt
geplaatst, het apparaat op een hardboard plaat van 60 x
60 cm groot en 3 cm dik zetten.
De plaat aan de vloer bevestigen.
Werkblad voor onderbouwmodellen
Installeer de wasautomaatalleen onder een doorlopend werkblad.
Als het apparaat wordt ingebouwd, mag dat alleen
gebeuren met behulp van het UBS veiligheidsblad.
Deze kan worden verkregen bij de speciaalhandel of via de Klantenservice.
1.Haal de stekker uit het stopcontact.
2.Verwijder de bevestigingsschroeven voor het werkblad aan de achterzijde van het apparaat.
3.Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar achteren en trek het weg terwijl u het optilt. Monteer het
veiligheidsblad aan de hand van de instructies.
4.Draai de bevestigingsschroeven opnieuw aan.
5.Steek de stekker van het apparaat alleen in het stopcontact nadat het veiligheidsblad of het werkblad
van het apparaat zijn geplaatst.
5019 108 00279
NL
Printed in Italy
Ecological Paper
1/ 0700
Sluit de watertoevoerslang aan
voor modellen met een rechte slang A
1.Plaats het vuilfilter (dat al aan het uiteinde van de slang is
bevestigd of bij de accessoires is opgenomen) op de
schroefkraankoppeling.
2.Schroef de toevoerslang met zorg vast aan de kraan, bij
voorkeur met de hand.
3.Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten.
4.Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat
niet lekken door de kraan volledig open te draaien.
Als de slang te kort is, vervangt u deze door een drukslang van
voldoende lengte (min. 1000 kPa min, conform de norm EN
50084).
Controleer de watertoevoerslang geregeld op barsten of
scheuren en vervang hem indien nodig.
De wasmachine kan zonder terugslagklep worden
aangesloten.
voor modellen met Water Stop-slang B
Bij beschadiging van de slang de wasautomaat onmiddellijk
van het elektriciteitsnet afkoppelen.
1.Draai de schroefdraadaansluiting met het geplaatste filter
op de kraan.
2.Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat
niet lekken door de kraan volledig open te draaien.
Indien de slang niet lang genoeg is, deze vervangen door een
Water Stop slang met een lengte van 3 meter (verkrijgbaar
bij de klantenservice of uw handelaar). Deze handeling mag
uitsluitend door een gekwalificeerd elektricien worden
uitgevoerd.
Het apparaat mag niet worden
aangesloten op de mengkraan
van een waterverwarmer die niet onder druk staat.
De toevoerslang en de plastic doos van de wateraansluiting
bevatten elektrische onderdelen. De slang niet doorsnijden
en de plastic doos niet onderdompelen in water.
Sluit de watertoevoerslang aan
1. Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem met het elleboogstuk aan de rand van een wasbak of
badkuip.
2.Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten.
3.Zet de slang vast zodat hij niet kan vallen wanneer de wasmachine draait.
De afvoerslang mag niet aan kleine wasbakken worden gehaakt.
Indien het nodig is een verlengstuk te gebruiken, een slang van hetzelfde type gebruiken en de
aansluitpennen vastzetten met klemmen.
Max. lengte afvoerslang: 2,50 m
Max. afvoerhoogte: 1,25 m
A
B
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Whirlpool AWM 8123/1 de handleiding

Type
de handleiding