20050301
0-1-1
Eerste kennismaking
uGrafieken
Grafiekbewerkingen worden doorgaans op
tegenoverliggende pagina’s weergegeven, met de
voorbeeldgrafiek op de rechterpagina. U kunt dezelfde
grafiek op uw rekenmachine maken door de stappen uit te
voeren die in de werkwijze boven de grafiek zijn
weergegeven.
Zoek de gewenste grafiek op de rechterpagina, en ga
vervolgens naar de pagina die voor deze grafiek is
aangeduid. Voor de stappen onder “Werkwijze” worden altijd
de fabrieksinstellingen van de rekenmachine gebruikt.
De stapnummers in het gedeelte “Instelling” en “Uitvoering” op de linkerpagina
verwijzen naar de stapnummers onder “Werkwijze” op de rechterpagina.
Voorbeeld:
Linkerpagina Rechterpagina
3. Teken de grafiek. 3 6(DRAW) (of w)
uu
uu
uLijst met commando’s
In de lijst met commando’s voor de modus PRGM (pagina 8-7) vindt u een grafisch stroomdiagram
met de verschillende menu’s met functietoetsen, en wordt uitgelegd hoe u naar de menu’s met de
gewenste commando’s gaat.
Voorbeeld: De volgende bewerking geeft Xfct weer: [VARS]-[FACT]-[Xfct]
uu
uu
uPagina-inhoud
Boven in het midden van de pagina staan driedelige
paginanummers. Het paginanummer “1-2-3” bijvoorbeeld
verwijst naar hoofdstuk 1, deel 2, pagina 3.
uu
uu
uExtra info
Extra info staat onder op elke pagina in het vak “
(Opmerkingen)”.
*
verwijst naar een opmerking over een term die op dezelfde pagina staat als de opmerking.
# verwijst naar een opmerking met algemene info over een onderwerp dat aan bod komt in hetzelfde
deel als de opmerking.
20050301
20050301
Pictogram
Naam van
Beschrijving
de modus
S
•
SHT Kies deze modus om spreadsheet-berekeningen uit te voeren.
(spreadsheet) Elk bestand bevat een spreadsheet met 26 kolommen ⋅ 999
rijen. Naast de ingebouwde commando’s van de
rekenmachine en de commando’s van de modus S
•
SHT
kunt u ook statistische berekeningen uitvoeren en grafieken
van statistische gegevens opmaken. Hiervoor gaat u op
dezelfde manier te werk
als in de modus
STAT.
GRAPH Kies deze modus om grafiekvoorschriften op te slaan en om
de grafiek van deze voorschriften te tekenen.
DYNA Kies deze modus om grafiekvoorschriften op te slaan en om
(dynamische de grafiek van deze voorschriften te tekenen voor de
grafieken) verschillende waarden van die parameter.
TABLEKies deze modus op de grafiekvoorschriften op te slaan, om
er een tabel van te berekenen en om de grafiek ervan
te tekenen.
RECUR Kies deze modus om rijen en reeksen op te slaan, om van
(rijen en reeksen) een aantal termen de tabel te berekenen en om grafische
voorstellingen van rijen en reeksen te tekenen.
CONICS Kies deze modus om grafieken van kegelsneden te tekenen.
EQUA Kies deze modus om stelsels vergelijkingen van de eerste
(vergelijking) graad (2 tot 6 onbekenden) op te lossen en om vergelijkingen
van de tweede en van de derde graad op te lossen.
PRGM Kies deze modus om programma’s op te slaan en om ze te
(programmeren) laten lopen.
TVM Kies deze modus om financiële berekenin gen te maken
(tijd en geldwaarde) en o m de cash flow- en andere so orten grafieken op te
maken.
LINK Kies deze modus om de in het geheugen opgeslagen
gegevens door te sturen naar een ander toestel of een PC.
MEMORY Kies deze modus om na te kijken hoeveel geheugenruimte er
gebruikt en nog vrij is.
SYSTEM Kies deze modus om het geheugen te initialiseren (reset),
het schermcontrast te regelen en om andere
systeemparameters in te stellen.
kk
kk
k Over het functiemenu
Met de functietoetsen (1 tot 6) kunt u de menu’s en commando’s oproepen in de
menubalk onder op het scherm. De vorm duidt aan of een item op de menubalk een menu of
commando is.
• Volgend menu
Voorbeeld:
Selecteer om een menu met hyperbolische functies te openen.
• Commando invoeren
Voorbeeld:
Selecteer om het commando sinh in te voeren.
• Commando direct uitvoeren
Voorbeeld:
Selecteer om het DRAW-commando uit te voeren.
kk
kk
k Weergave op het scherm
In deze rekenmachine worden twee weergavetypes gebruikt: tekstweergave en
grafiekweergave. Bij tekstweergave kunnen er 21 karakters naast elkaar en 8 regels onder
elkaar staan. De onderste regel waarop de submenu’s verschijnen is daar inbegrepen. Bij
grafiekweergave is er een zone beschikbaar van 127 pixels (breedte) ⋅ 63pixels (hoogte).
Weergave van tekst Weergave vaneen grafiek
De inhoud van elk weergavetype wordt opgeslagen in een afzonderlijk geheugengebied.
Druk op !6(G T) om te schakelen tussen grafiek- en tekstweergave.
1-2-2
Scherm
1-2-2
Scherm
5-1-1
Voorbeeldgrafieken
5-1-2
Voorbeeldgrafieken
20050301
5-1 Voorbeeldgrafieken
kk
kk
k Een gewone grafiek tekenen (1)
Beschrijving
U tekent een grafiek door het voorschrift in te voeren.
Instelling
1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH.
Uitvoering
2. Geef het voorschrift op waarvan u een grafiek wilt tekenen.
Gebruik hier het scherm met het weergavemenu om het interval en de andere
parameters van de grafiek op te geven. Zie 5-2-1.
3. Teken de grafiek.
20050301
Voorbeeld Teken de grafiek van
y
= 3
x
2
Werkwijze
1 m GRAPH
2 dvxw
3 6(DRAW) (of w)
Resultaatscherm
#Druk terwijl een grafiek op het scherm staat
op A om terug te keren naar het scherm
in stap 2.
20071001