ProForm PETL12713 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
Sticker met
serienummer
Modelnr. PETL12713.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................16
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................25
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn
met dit product inbegrepen. Plak de stickers
op de aangegeven plaatsen over de Engelse
waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
252913
English Translation:
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
256837
French
Spanish
Italian German
Dutch
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
INHOUD
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen van boven
de 35 jaar, of voor personen met reeds
bestaande gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik thuis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
5. Gebruik de loopband binnenshuis weg van
vocht en stof. Plaats de loopband niet in een
garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte achter de
loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van
de loopband. Zorg ervoor dat de loopband
geen enkele luchtopening blokkeert. Leg een
matje onder de loopband om de vloer of de
vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband mag alleen door personen die
minder dan 150 kilo wegen gebruikt worden .
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
11. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in de
loopband verstrikt kan raken. Suspensoirs
worden zowel voor mannen als voor vrou-
wen aanbevolen. Draag altijd gymschoenen.
Gebruik de loopband nooit op blote voeten,
met alleen sokken aan of met sandalen.
12. Steek wanneer u het stroomsnoer gebruikt,
het stroomsnoer alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 16). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik
dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat
14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Laat de loopband nooit draaien wanneer
de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het stroomsnoer of
de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt. (Zie
PROBLEMEN OPLOSSEN op bladzijde 26 als
de loopband niet goed werkt).
16. Lees de noodstop procedure grondig
door en test deze voordat u de loopband
gebruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE
SCHAKELEN op bladzijde 18).
17. Start de loopband nooit wanneer u op het
loopvlak staat. Houd de handleuningen bij
gebruik van de loopband altijd vast.
18. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid zeer geleidelijk bij om plot-
selinge versnellingsschokken te voorkomen.
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder de
beweging van de gebruiker, kunnen invloed
hebben op de nauwkeurigheid van de metin-
gen. De hartslagmonitor dient slechts om de
hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij
het oefenen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
4
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, druk
de stroomschakelaar in de uit-stand (zie de
tekening op bladzijde 5 voor de plaats van de
stroomschakelaar) en trek het stroomsnoer
uit wanneer de loopband niet gebruikt wordt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE
op bladzijde 7 en HOE DE LOOPBAND IN TE
KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN op blad-
zijde 25.) U moet in staat zijn om veilig 20
kilo op te kunnen tillen om de loopband te
verplaatsen.
22. Overtuig u ervan dat bij het inklappen of het
verplaatsen van de loopband de opberg-
vergrendeling het onderstel stevig in de
opbergstand houdt.
23. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
24. Steek geen enkel voorwerp in geen enkele
opening van de loopband.
25. Controleer regelmatig alle (onder)delen en
draai deze goed vast.
26. GEVAAR: Trek de stekker altijd
direct na gebruik van de loopband uit. Doe
dit ook voor het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en
voor het bijstellen zoals in deze handleiding
beschreven. Verwijder nooit de motorkap
tenzij een erkende onderhoudsmonteur dat
aangeeft. Onderhoud, anders dan de proce-
dures in deze handleiding, dient uitsluitend
te worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsmonteur.
27. Te veel oefenen kan tot ernstig letsel of de
dood leiden. Als u tijdens het oefenen pijn
voelt of duizelig wordt, dient u onmiddellijk te
stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Fijn dat u voor de revolutionaire PROFORM
®
PERFORMANCE 1450 loopband gekozen heeft.
De PERFORMANCE 1450 loopband kent een reeks
indrukwekkende mogelijkheden die ontworpen zijn
om uw workouts thuis doeltreffender en effectiever te
maken. De unieke loopband kan, wanneer u de loop-
band niet gebruikt, ingeklapt worden waardoor deze
minder dan de helft van de ruimte inneemt dan andere
loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Handleuning
Staander
Lade
Sleutel/Klip
Stroomschakelaar
Loopband
Kussen van het Loopvlak
Voetrail
Ruststandrol
Bijstelschroeven
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
Lengte: 211 cm
Breedte: 94 cm
VOORDAT U BEGINT
6
#8 x 3/4" Screw
(2)—4
3/8" x 1 3/4" Bolt (4)—1
5/16" x 1/2"
Schroef (8)—4
3/8" x 1 3/4" Bolt (4)—1
3/8" x 2" Bout (3)—2
3/8" x 2 1/2" Bout (20)—2
3/8" x 2 3/4" Schroef (5)—4
5/16" Sterring
(11)—8
3/8" Sterring (13)—4
3/8" Moer (12)—4
10" Sterring
(14)
4
#10 x 3/4" Schroef
(7)
4
#8 x 1/2" Schroef
(1)—10
3/8" x 1 1/4" Schroef (6)—4
5/16" x 2 1/2" Schroef (10)—4
#8 x 1/2"
Zilverkleurige
Schroef (9)—1
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
• De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
• Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig met
de montage klaar bent.
• Na het verzenden, kan er een vettige substan-
tie op de buitenkant van de loopband zitten.
Dit is normaal. Mocht er een vettige substan-
tie op de loopband zitten, veeg die weg met
een zachte doek en een licht niet-schurend
schoonmaakmiddel.
• Linker onderdelen zijn met "L" of "Left" en rechter
onderdelen met "R" of "Right" aangegeven.
• Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te
herkennen.
• Voor het monteren heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbussleutels
een verstelbare sleutel
een kruiskopschroevendraaier
schaar
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw compu-
ter en registreer uw product.
•activeertuwgarantie
•bespaartutijdalsuooitcontactmoetopnemen
met de Klantendienst
•hiermeekunnenwijuinformerenover
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: Bel met de Klantendienst (zie de kaft
van deze handleiding) Indien u geen toegang tot
internet heeft, en registreer uw product.
1
2. Zorg ervoor dat het stroomsnoer uit getrok-
ken is.
Trek de Draad van de Staander (78) en de aar-
dingsdraad (A) door het aangegeven gat in de
Basis (95).
Als er al een schroef (B) in de zijkant van de
Basis (95) zit, verwijder deze dan en gooi hem
weg. Maak de aardingsdraad (A) aan de Basis
vast met een #8 x 1/2" Zilverkleurige Schroef (9).
Plaats de Borgring (90) in het vierkante gat in de
Basis (95).
78
2
95
90
Gat
9
A
B
MONTAGE
8
3. Zoek naar de Linker Staander (79). Laat een
tweede persoon de Linker Staander bij de Basis
(95) houden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (79) stevig rond
het uiteinde van de Draad van de Staander
(78) vast. Trek dan aan het andere eind van de
draadband totdat de Draad van de Staander
door de Linker Staander ligt.
78
3
78
79
Draad-
band
Draad-
band
79
95
78
4. Houd de Linker Staander (79) tegen de Basis
(95). Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (78) niet bekneld raakt. Steek twee
3/8" x 1 1/4" Schroeven (6) met twee 3/8"
Sterringen (13), en twee 3/8" x 2 3/4" Schroeven
(5) in de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 2 3/4" Schroeven (5) en de 3/8"
x 1 1/4" Schroeven (6) gedeeltelijk aan totdat de
koppen van de Schroeven de Linker Staander
(79) raken. Draai de Schroeven nog niet hele-
maal vast. Aandacht: Het kan handig zijn om de
korte inbussleutel op de afgebeelde Schroef te
gebruiken.
Maak de Rechter Staander (niet afgebeeld) op
dezelfde manier vast. Aandacht: Er zitten geen
draden aan de rechterkant.
79
95
4
Inbussleutel
78
6
5
13
13
9
5. Zoek naar de Linker Kap van de Basis (81)
en naar de Rechter Kap van de Basis (89).
Schuif de Linker Kap van de Basis op de Linker
Staander (79). Schuif de Rechter Kap van de
Basis (80) op de Rechter Staander (88). Druk de
Kapjes van de Bases nog niet op hun plaats.
Zoek naar de Onderste Kap van de Linker
Handleuning (84) en de Onderste Kap van de
Rechter Handleuning (87). Schuif de Onderste
Kap van de Linker Handleuning op de Linker
Staander (79). Schuif de Onderste Kap van de
Rechter Handleuning op de Rechter Staander
(88).
79
81
87
88
84
89
5
6. Maak de Linker Handleuning (83) op de Linker
Staander (79) vast met twee 5/16" x 2 1/2"
Schroeven (10) en twee 5/16" Sterringen (11).
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander
(78) op de aangeven kant rust en niet bekneld
wordt. Draai de Schroeven goed vast.
Maak de Rechter Handleuning (86) op de
Rechter Staander (88) vast met twee 5/16" x 2
1/2" Schroeven (10) en twee 5/16" Sterringen
(11). Draai de Schroeven goed vast.
Verwijder de draadband van de Draad van de
Staander (78).
88
6
86
83
79
78
11
10
11
10
Draad
Band
10
7. Als er vier schroeven (C) op de afgebeelde
plaatsen zitten, verwijder die dan en gooi ze
weg.
7
C
C
8. Plaats het bedieningspaneel op de Linker
Handleuning (83) en op de Rechter Handleuning
(86). Zorg ervoor dat geen enkele draad (D,
78) bekneld raakt.
Maak het bedieningspaneel met vier 5/16" x 1/2"
Schroeven (8) en vier 5/16" Sterringen (11) vast.
Draai de Schroeven nog niet te vast.
8
Bedieningspaneel
83
86
8
11
8
D
11
78
11
9. Maak het bedieningspaneel aan de
Handleuningen (83, 86) vast zoals afgebeeld
met vier #10 x 3/4" Schroeven (7) en vier #10"
Sterringen (14). Begin alle vier de Schroeven
aan te draaien en draai ze daarna vast.
14
9
14
7
86
83
7
Bedieningspaneel
10. Sluit de Draad van de Staander (78) aan op de
draad van het bedieningspaneel (D). Raadpleeg
de inzet-tekening. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Draai aan een van de
connectoren en probeer het opnieuw als dit niet
gebeurt. ALS U DE CONNECTOREN NIET
GOED AANSLUIT KAN HET BEDIENINGS-
PANEEL, BESCHADIGD RAKEN ALS DE
STROOM INGESCHAKELD WORDT.
Steek het overschot aan draad (D, 78) in het
bedieningspaneel.
Draai de vier 5/16" x 1/2" Schroeven (8) goed
vast (slechts twee zijn afgebeeld).
Bedieningspaneel
78
78
D
10
D
8
12
11. Maak de Kap van de Linker Handleuning (82) en
de Kap van de Rechter Handleuning (85) aan de
Handleuningen (83, 86) vast met elk drie #8 x
1/2" Schroeven (1). Draai de Schroeven niet te
vast aan.
1
85
82
1
83
1
86
1
11
12. Schuif de Onderste Kap van de Linker
Handleuning (84) tegen de Kap van de Linker
Handleuning (82) en maak de Onderste Kap
van de Linker Handleuning met twee #8 x 1/2"
Schroeven (1) vast. Draai de Schroeven nog
niet te vast.
Maak de Onderste Kap van de Rechter
Handleuning (87) op dezelfde manier vast.
12
82
1
1
87
84
1
1
13
13. Draai de vier 3/8" x 2 3/4" Schroeven (5) goed
vast en draai daarna de vier 3/8" x 1 1/4"
Schroeven (6) (alleen één kant is afgebeeld)
vast.
Druk de Linker Kap van de Basis (81) en de
Rechter Kap van de Basis (89) op de Basis (95)
tot ze op hun plaats klikken.
13
89
6
81
95
5
14. Til het Onderstel (63) op tot de afgebeelde
stand. Laat een tweede persoon het Onderstel
vasthouden totdat stap 15 voltooid is.
Draai de Opbergvergrendeling (57) zodanig
dat de grote cilinder en de vergrendelingsknop
geplaatst zijn zoals afgebeeld.
Maak het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (57) aan de Basis (95) vast
met een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer (12).
Maak het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (57) aan de beugel op het
Onderstel (63) vast met een 3/8” x 2” Bout (3) en
een 3/8" Moer (12).
14
57
12
Grote
Cilinder
63
3
Vergrendelings-
knop
12
3
95
14
16. Zorg dat alle (onder)delen goed vast gedraaid zijn voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes
plastic op de stickers van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een matje onder de loopband om de
vloer of de vloerbedekking te beschermen. Aandacht: Er kunnen extra onderdelen meegeleverd zijn. Berg de
meegeleverde inbussleutels veilig op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee bij te stel-
len (zie pagina’s 27 en 28).
15. Maak een Wiel (92) aan de Basis (95) vast met
een 3/8" x 2 1/2" Bout (20), en een 3/8" Moer
(12). Draai de Bout niet te vast. Het wiel moet
vrij kunnen draaien.
Maak het andere Wiel (92) op dezelfde manier
aan de Basis (95) vast.
Laat het Onderstel (63) zakken (zie HOE
DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK op bladzijde 25).
15
95
20
63
12
92
92
15
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkas-
band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afge-
beeld in de tekening.
Druk dan het uit-
einde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag moni-
tor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borst-
kas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit-
einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en
zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas-
band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan-
neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag
monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u
de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te
transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte
van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog-
spanningsdraden en andere elektromagnetische
bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
Gesp
Flap
Borstkas-
band
Flaps
Sensor
Sensor
DE HARTSLAG MONITOR
16
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
FR
SP
PL
SK
PR
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
FR
SP
PL
SK
PR
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
17
ETPE14713
(PETL14713)
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in
andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bedienings-
paneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband kent een
indrukwekkende reeks mogelijkheden die ontworpen
zijn om uw workouts effectiever en prettiger te maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt
de snelheid en de helling van de loopband veranderen
door de druk op een toets. Het bedieningspaneel zal
tijdens de workout meteen feedback weergeven. U
kunt zelfs uw hartslag meten door de borstkas hart-
slagmonitor te gebruiken.
Het bedieningspaneel kent ook een reeks vooraf inge-
stelde workouts. Elke workout regelt automatisch de
snelheid en de helling van de loopband terwijl u door
een effectieve oefensessie geleid wordt.
Het bedieningspaneel heeft ook een iFit instelling
waardoor de loopband door middel van een optionele
iFit-module met uw draadloze netwerk in verbinding
staat. U kunt, met de iFit instelling, uw eigen wor-
kouts downloaden, uw eigen workouts samenstellen,
resultaten van uw workout bijhouden, tegen andere
iFit gebruikers racen en vele andere mogelijkheden
gebruiken. Ga naar www.ifit.com of bel met het tele-
foonnummer op de kaft van deze handleiding om
wanneer dan ook een iFit module aan te schaffen.
U kunt zelfs terwijl u oefent, via het geluidssysteem
van het bedieningspaneel naar uw favoriete workout
muziek of audioboeken luisteren.
Om de stroom in te schakelen, zie bladzijde 18. Om
de handmatige instelling te gebruiken, zie blad-
zijde 18. Om van een vooraf ingestelde workout te
gebruiken, zie bladzijde 21. Om een doel instellen
workout, zie bladzijde 22. Om een iFit workout te ge-
bruiken, zie bladzijde 22. Om het geluidssysteem te
gebruiken, zie bladzijde 23. Om de informatie instel-
ling te gebruiken, zie bladzijde 24.
BELANGRIJK: Als er velletjes plastic op het be-
dieningspaneel zitten, verwijder die dan. Draag
schone gymschoenen wanneer u de loopband ge-
bruikt om beschadiging aan het loopvlak te voor-
komen. Bekijk de eerste keer dat u de loopband ge-
bruikt, de uitlijning van de loopband en leg de band
indien nodig in het midden (zie bladzijde 28).
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
18
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat de loopband tot kamertempe-
ratuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt,
wanneer de loopband aan koude temperaturen
blootgesteld is geweest. Als u dit niet doet, kunt
u de displays van het bedieningspaneel of andere
elektrische componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer
in (zie bladzijde 16).
Zoek vervolgens naar de
stroomschakelaar bij het
stroomsnoer op het onder-
stel van de loopband. Druk
de stroomschakelaar in de
Reset (resetstand).
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel kent een
demo instelling, die ontworpen is voor als de
loopband in een winkel geëtaleerd wordt. De demo
instelling staat aan wanneer de displays oplich-
ten zodra het stroomsnoer ingestoken is en de
stroomschakelaar in de reset stand gedrukt is.
Houd de Stoptoets enkele seconden lang inge-
drukt om de demo instelling uit te schakelen. Zie
DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 24 om
de demo instelling uit te schakelen wanneer de
displays blijven branden.
Ga vervolgens op
de voetrails van de
loopband staan. Zoek
naar de klip die aan
de sleutel vastzit
en schuif de klip op
de tailleband van
uw kleding. Steek
dan de sleutel in het
bedieningspaneel. De
displays zullen even
nadien oplichten. BELANGRIJK: In geval van nood
kunt u aan de sleutel uit het bedieningspaneel trek-
ken waardoor de loopband langzaam tot stilstand
komt. Test de klip door voorzichtig een paar stap-
pen achteruit te zetten. Stel dan de lengte van de
klip bij als de sleutel niet uit het bedieningspaneel
komt.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
aan de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de Manual (Handmatige) toets op het
bedieningspaneel. De handmatige instelling zal
automatisch gekozen worden wanneer u niet op
iFit verbonden bent.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets, de Speed
(Snelheidstoename) toets of een van de genum-
merde Quick Speed (Sneltoetsen) om de loopband
te starten.
De loopband zal met een snelheid van 2 Km/H
(km/u) beginnen te draaien wanneer u op de
Starttoets of de Snelheidstoenametoets drukt.
U kunt tijdens het oefenen de snelheid van de
loopband naar wens veranderen door op de
Snelheidstoename- en -afnametoetsen te drukken.
De snelheidsinstelling zal bij iedere druk op een
van de toetsen met 0,1 Km/H veranderen; als u
de toets ingedrukt houdt zal de snelheidsinstelling
met stappen van 0,5 Km/H veranderen. Aandacht:
Na het drukken op de toets kan het even duren
voordat de loopband de gekozen snelheidsinstel-
ling bereikt.
Druk op de Stoptoets om de loopband te stoppen.
De tijd zal op de display opflikkeren. Druk op de
toets Starttoets of op de Snelheidstoenametoets
om loopband opnieuw te starten.
Resetten
ETPE14713
(PETL14713)
Sleutel
Klip
19
4. De helling van de loopband desgewenst
veranderen.
Druk op de Incline (Hellingtoename)- of -afname-
toets of op een van de genummerde Quick Incline
(Hellingtoetsen) om de helling van de loopband te
veranderen. Elke keer als u op een van de toetsen
drukt, zal de helling geleidelijk veranderen tot de
gekozen hellinginstelling bereikt is.
5. Volg uw vordering op de displays.
De display kan de volgende workout informatie
weergeven wanneer u op de loopband loopt of
rent:
•Deverstrekentijd
•Degelopenofgerendeafstand
• Deintensiteitsbalkvandeworkout
•Hetbijbenaderingaantalcalorieëndatuver-
brand heeft
•Dehellingstandvandeloopband
•Hetaantalverticaalgeklommenmeters
•Desnelheidvandeloopband
•Uwhartslag(ziestap6opbladzijde20)
• Hetscherm
Het scherm kent verschillende display tabbladen.
Druk op de toename- en afnametoetsen naast de
Enter-toets of druk op de Display toets totdat het
gewenste tabblad weergegeven wordt.
HetIncline(helling)tabbladzaleenproelvande
hellinginstellingen van de workout aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut
verschijnen.
HetSpeed(Snelheid)tabbladzaleenproelvan
de snelheidsinstellingen van de workout aangeven.
Het My Trail (Mijn Pad) tabblad zal een piste aan-
geven die een afstand van 400 meter voorstelt. De
opikkerenderechthoekgeefttijdenshetoefenen
uw vordering aan. Het My Trail tabblad zal ook het
aantal afgelegde rondjes aangeven.
Het Calorie tabblad zal het bij benadering aan-
talcalorieëndatuverbrandheeftaangeven.
De hoogte van ieder segment stelt het aantal
verbrandecalorieëntijdensdatsegmentvoor.
Aandacht: De calorie display zal wanneer u het
Calorie tabblad kiest, het bij benadering aantal
verbrandencalorieënperuuraangeven.
De intensiteitsbalk van de workout zal tijdens het
oefenen het geschatte intensiteitsniveau van uw
workout aangeven.
Druk op de Thuis toets om naar het standaard-
menu terug te keren (raadpleeg DE INFORMATIE
INSTELLING op bladzijde 24 om het standaard
menu in te stellen). Druk, indien nodig, nogmaals
op de Thuis toets.
Wanneer een draadloze iFit
module aangesloten is zal
het draadloos symbool aan
de bovenkant van de display
de sterkte van het draadloze
signaal aangeven. Vier bogen
geven volle sterkte aan.
Druk op de Stoptoets, trek de sleutel uit en steek
de sleutel weer in om de displays te resetten.
20
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Aandacht: Het bedieningspaneel zal uw hart-
slag niet nauwkeurig aangeven wanneer u
de hartslagmonitor met handgreep gebruikt
en tegelijkertijd de borstkas hartslagmonitor
draagt. Zie bladzijde 15 voor meer informatie over
de borstkas hartslagmonitor.
Verwijder de
velletjes plastic
van de meta-
len contact-
punten op de
sensorstang
voordat u hart-
slagmonitor
met handgreep
gebruikt. Zorg
er ook voor dat
uw schone handen heeft.
Ga op de voetrails staan en houd de polsstang
vast met uw handpalmen op de metalen contact-
punten om uw hartslag te meten. Beweeg uw
handen niet. Als uw pols gemeten kan worden
verschijnen er verscheidene streepjes en daarna
wordt uw hartslag getoond. Houd de contactpun-
ten ongeveer 15 seconden lang vast voor de
meest nauwkeurige hartslagwaarde.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator heeft meer-
dere snelheidsinstellin-
gen. Druk herhaaldelijk
op de ventilator toe-
name- of afnametoets
om een ventilatorsnel-
heid te kiezen of om de
ventilator uit te zetten. Aandacht: De ventilator zal
automatisch na een paar minuten uitgaan als de
ventilator aan staat wanneer de loopband gestopt
is.
8. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets
en stel de helling van de loopband in op nul.
De helling van de loopband moet op nul staan
wanneer u de loopband in de opbergstand
inklapt anders kan de loopband beschadigd
raken. Trek vervolgens de sleutel uit het bedie-
ningspaneel en berg deze veilig op.
Druk de stroomschakelaar in de uitstand en trek
het stroomsnoer uit als u klaar bent met het gebruik
van de loopband. BELANGRIJK: Als u dit niet
doet, kunnen de elektrische onderdelen van de
loopband voortijdig slijten.
Contactpunten
21
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 18.
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Druk om een vooraf ingestelde workout te kiezen
herhaaldelijk op de Speed (Snelheidstoets), de
Incline (Hellingtoets), de Intensiteitstoets of de
Calorietoets totdat de gewenste workout op de dis-
play verschijnt.
De displays zullen wanneer u een vooraf inge-
stelde workout kiest de maximum helling, de tijds-
duur, de afstand, de maximum snelheid, en de
naam van de workout aangeven. Bovendien zal op
hetschermeenproelvandesnelheidsinstellingen
van de workout verschijnen. Het bij benadering
aantalcalorieëndatuzultverbrandenzalinde
naam van de workout verschijnen wanneer u een
calorie workout kiest.
3. Begin met de workout.
Druk op de Starttoets of op de Speed toename-
toets om met de workout te beginnen. Even nadat
u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich
automatisch aan de eerste snelheids- en helling-
instelling van de workout aanpassen. Houd de
handleuningen vast en begin te lopen.
Elke workout is in segmenten gedeeld. Er is één
snelheidsinstelling en één hellinginstelling voor elk
segment geprogrammeerd. Aandacht: Dezelfde
snelheids en/of hellinginstelling kan voor opeenvol-
gende segmenten geprogrammeerd worden.
Hetproel
zal tijdens
de workout
uw vordering
tonen. Het
opikkerende
segment van
hetproel
stelt het huidige segment van de workout voor. De
hoogtevanhetopikkerendesegmentgeeftde
snelheidsinstelling van het huidige segment weer.
Aan het einde van elk segment zal een serie tonen
te horen zijn en begint het volgende segment van
hetproelopteikkeren.Alseennieuwesnel-
heids- en/of hellinginstelling voor het volgende seg-
ment geprogrammeerd is, dan zal de nieuwe snel-
heids- en/of hellinginstelling een paar seconden
lang in de displays verschijnen en zal de loopband
zich automatisch aan de nieuwe snelheids- en/of
hellinginstelling aanpassen.
De workout gaat zo door tot het laatste segment
vanhetproelindedisplayopikkertenhetlaatste
segment eindigt. De loopband zal dan langzaam to
stilstand komen.
Aandacht: Het caloriedoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de workout
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt hangt van verschillende facto-
ren zoals uw gewicht af. Daarnaast heeft een
handmatige wijziging van de snelheid of de
helling van de loopband tijdens de workout in-
vloed op het aantal calorieën dat u zult verbran-
den.
Indien de snelheids- of hellinginstelling wanneer
dan ook tijdens de workout te hoog of te laag staat,
dan kunt u de instelling handmatig aanpassen door
op de Snelheids- (speed) of Hellingtoetsen (incline)
te drukken. Echter, als het volgende segment
van de workout begint, dan zal de loopband
zich automatisch aan de snelheids- en helling-
instellingen voor het volgende segment aan-
passen.
Druk op de Stoptoets om de workout wanneer
dan ook te stoppen. De tijd zal op de display
opflikkeren. Druk op de Starttoets of op de
Snelheidstoename toets om de workout te hervat-
ten. De loopband zal met een snelheid van 2 Km/H
(km/u) beginnen te draaien. Wanneer het volgende
segment van de workout begint, zal de loopband
zich automatisch aan de snelheids- en hellingin-
stellingen voor het volgende segment aanpassen.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
7. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 8 op bladzijde 20.
Huidig segment
22
HOE EEN STEL-EEN-DOEL-IN WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 18.
2. Kies een stel-een-doel-in workout.
Druk op de Set A Goal (Stel een Doel) in toets op
het bedieningspaneel om een stel-een-doel-in wor-
kout te kiezen.
Gebruik de toename- en de afnametoetsen naast
de Entertoets om een calorie-, tijds- of afstands-
doel in te stellen en druk dan op de Entertoets.
Druk vervolgens de toename- en de afnametoetsen
naast de Entertoets om een doel te kiezen. Druk op
de Speed (Snelheids-) en Incline (Helling-) toetsen
om de snelheid en helling voor de workout te kie-
zen. Het scherm toont de duur en de afstand van
deworkoutenhetbijbenaderingaantalcalorieën
dat u tijdens de workout zult verbranden.
3. Begin met de workout.
Druk op de Starttoets om met de workout te begin-
nen. De loopband zal beginnen te draaien even
nadat u op de toets gedrukt heeft. Houd de hand-
leuningen vast en begin te lopen.
De workout werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige instelling (zie pagina's 18 tot 20).
De oefening gaat zo door totdat tot u het ingestelde
doel bereikt. De loopband zal dan langzaam tot
stilstand komen.
Aandacht: Het caloriedoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de workout
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren
zoals uw gewicht afhangen. Daarnaast heeft
een handmatige wijziging van de snelheid of
de helling van de loopband tijdens de wor-
kout invloed op het aantal calorieën dat u zult
verbranden.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
7. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 8 op bladzijde 20.
HOE EEN IFIT WORKOUT TE GEBRUIKEN
Aandacht: U heeft een optionele iFit module nodig om
een iFit workout te gebruiken. Ga naar www.iFit.com
of bel met het telefoonnummer op de kaft van deze
handleiding om een iFit module wanneer dan ook
aan te schaffen. U moet tevens toegang tot een com-
puter met een internet verbinding en een USB-poort
hebben. Daarnaast dient u ook toegang te hebben
tot een draadloos netwerk inclusief een 802.11b/g/n
router met geactiveerde SSID verzending (verborgen
netwerken worden niet ondersteund). Een iFit.com-
lidmaatschap is ook nodig.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 18.
2. Steek de iFit module in het bedieningspaneel.
Zie de meegeleverde instructies van de iFit-module
om de iFit-module in te steken.
BELANGRIJK: Om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender
in de iFit-module minstens 20 cm afstand te
hebben van alle personen en mogen ze niet
vlakbij enig andere antenne of zender staan of
er op aangesloten zijn.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker geregis-
treerd is, gebruikers in het iFit-hoofdscherm wisse-
len. Druk op de toename- en afnametoetsen naast
de Enter-toets om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit wokout.
Druk op een van de iFit toetsen, om een iFit wor-
kout te kiezen. U moet sommige workouts aan uw
lijstopwww.it.comtoevoegenvoordatzegedown-
load kunnen worden.
Druk op de Map (Kaart), Train (Trainen) of Lose
Wt. (Afslanken) toets om de volgende workout van
dat type op uw lijst te downloaden. Druk op de
Compete (Competitie) toets om aan een al eerder
gekozen race deel te nemen.
23
Druk eerst op de Piste (track) toets om een al
eerder uitgevoerde workout van uw lijst nogmaals
uit te voeren. Druk vervolgens op de toename- en
afnametoetsen om de gewenste workout te kiezen.
Druk op de Enter-toets om met de workout te be-
ginnen.
Aandacht: U moet sommige workouts aan uw lijst
op www.ifit.com toevoegen voordat ze gedownload
kunnen worden.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie
over de iFit workouts.
De display zal, wanneer u een iFit workout kiest,
de tijdsduur van de workout, de afstand die u zult
lopen of rennen, en het bij benadering aantal calo-
rieëndieuzultverbrandenaangeven.Dedisplay
kan ook de naam van de workout aangeven. De
display zal, als u een competitie workout kiest, af-
tellen totdat de race begint.
Aandacht: Elke iFit toets kan ook twee demo wor-
kouts uitvoeren. Trek de iFit module uit het bedie-
ningspaneel en druk op een van de iFit toetsen om
de demo workouts te gebruiken.
5. Begin met de workout.
Zie stap 3 op bladzijde 18.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
audio coach u door uw workout leiden. U kunt
een instelling voor uw audio coach kiezen (zie DE
INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 24).
Druk op de Stoptoets om de workout wan-
neer dan ook te stoppen. De tijd zal op de dis-
playopikkeren.DrukopdeStarttoetsofopde
Snelheidstoenametoets (speed) om de workout te
hervatten. De looband zal met de snelheidsinstel-
ling van het eerste segment van de workout begin-
nen te draaien. Wanneer het volgende segment
van de workout begint, zal de loopband zich au-
tomatisch aan de snelheids- en hellinginstellingen
voor het volgende segment aanpassen.
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
Het Competitie (compete) tabblad, zal tijdens een
competitie workout, uw vordering tijdens de race
weergeven. De bovenste lijn van het scherm zal
laten zien hoeveel u van de race voltooid heeft. De
andere lijnen zullen uw vier belangrijkste concur-
renten aangeven. Het einde van het scherm geeft
het einde van de race aan.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
8. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
9. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 8 op pagina 20.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit instelling.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Steek een 3,5mm mannelijk aan een 3,5mm mannelijk
audiokabel (niet meegeleverd) in de audioaansluiting
op het bedieningspaneel en in de audioaansluiting
van uw MP3-speler, CD-speler, of andere eigen
audio-speler om via de geluidsinstallatie van het
bedieningspaneel muziek of audioboeken af te spelen.
Zorg ervoor dat de audiokabel volledig ingestoken is.
Aandacht: Ga naar uw plaatselijk elektronicawinkel
om een audiokabel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets
van uw eigen audio-speler.
Pas het volumeniveau met
de toename- of afnametoet-
sen op het bedieningspaneel
of me de volume-regelaar
van uw eigen audio-speler
aan.
Plaats de CD-speler op de vloer of op een andere
vlakke ondergrond in plaats van op het bedieningspa-
neel als u een eigen CD-speler gebruikt en de CD slaat
over.
24
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een informatie instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel instellingen laat invoeren.
1. Kies de informatie instelling.
Houd om de informatie instelling te kiezen, de
Stoptoets ingedrukt terwijl u de sleutel in het bedie-
ningspaneel steekt en dan de Stoptoets loslaat.
De volgende informatie zal weergegeven worden
wanneer de informatie instelling gekozen is:
De Time (Tijd) display zal het totaal aantal uren dat
de loopband gedraaid heeft aangeven.
De Distance (Afstand) display zal het totaal aantal
mijlen (of kilometers) dat de loopband gedraaid
heeft aangeven.
Het onderste gedeelte van de display zal de status
van een iFit module aangeven. De display zal
de woorden WIFI MODULE aangeven wanneer
een iFit module aangesloten is. De display zal de
woorden USB/SD MODULE aangeven wanneer
een USB-module aangesloten is. De display zal
de woorden NO IFIT MODULE (geen iFit module)
aangeven wanneer er geen module aangesloten is.
2. Kies de optionele schermen.
Terwijl de informatie instelling gekozen is zullen
verschillende optionele schermen weergeven wor-
den. Druk op de afnametoets naast de Enter-toets
om elk van de volgende schermen te kiezen:
UNITS (eenheden): Druk op de Enter-toets om
de meeteenheid te veranderen. Kies ENGLISH
(engels) om de afstand in mijlen te bekijken. Kies
METRIC (metrisch) om de afstand in kilometers te
bekijken.
DEMO: Het bedieningspaneel kent een demo
instelling, die ontworpen is voor als de loopband in
eenwinkelgeëtaleerdwordt.Hetbedieningspaneel
zal normaal werken wanneer de demo instelling
aangaat, de stekker ingestoken is, de stroomscha-
kelaar in de resetstand staat, en de sleutel in het
bedieningspaneel gestoken is. Wanneer u echter
de sleutel uittrekt zullen de displays blijven bran-
den, al hoewel de toetsen niet werken. Het woord
ON (aan) zal op het scherm verschijnen wanneer
de demo instelling aan gaat. Druk op de Enter-
toets om de demostand aan of uit te zetten.
CONTRAST LVL (contrastniveau): Druk op de
Incline (Helling) toename- en -afnametoetsen om
het contrastniveau van de display aan te passen.
Als een module aangesloten is, kunt u ook het vol-
gende scherm kiezen:
TRAINER VOICE (stem van de trainer): Druk op
de Enter-toets om de stem van de persoonlijke
trainer aan of uit te zetten.
Als een module aangesloten is, kunt u ook de vol-
gende schermen kiezen:
DEFAULT MENU (standaardmenu): Het stan-
daardmenu zal verschijnen wanneer u de sleutel
in het bedieningspaneel steekt, of wanneer u de
Thuis (home) toets indrukt. Druk herhaaldelijk op
de Enter-toets om het handmatige hoofdscherm of
het iFit scherm als het standaard menu te kiezen.
CHECK WIFI STATUS (wi status controleren):
Druk op de Enter-toets om de status van uw iFit
module te controleren. Het onderste scherm zal het
nummer van de softwareversie, het SSID netwerk,
het type van het netwerkcodering, de status van
de verbinding, de draadloze signaalsterkte, het
IP-adres van de module, het aantal geregistreerde
gebruikers en hun namen, de resultaten van de
DNS zoekopdracht en de status van de iFit server
aangeven.
DATA STUREN/ONTVANGEN (send/receive
data): Druk op de Enter-toets om workouts, de
workout logboeken en updates te verzenden en te
ontvangen. Wanneer het proces voltooid is, zullen
de woorden TRANSFERS DONE (transfers klaar)
op de display verschijnen.
3. Verlaat de informatie instelling.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel om de in-
formatie instelling te verlaten.
25
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Zet de helling op nul voordat u de loopband
inklapt om schade aan de loopband te voorkomen.
Verwijder dan de sleutel en trek het stroomsnoer
uit het stopcontact. LET OP: U moet in staat
zijn om veilig 20 kilo op te kunnen tillen om de
loopband in te klappen, te laten zakken of te
verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder is aangegeven. LET
OP: Houd het onderstel niet bij de plastic
voetrails vast. Buig uw knieën en houd uw rug
recht.
2. Til het onderstel omhoog tot de vergrendelingsknop
in de opbergstand vergrendeld. LET OP: Zorg dat
de vergrendelingsknop vergrendeld is.
Leg een matje onder de loopband om de vloer
of de vloerbedekking te beschermen. Houd de
loopband weg uit direct zonlicht. Berg de loopband
nooit op in een omgeving waar de temperatuur
meer is dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Klap de loopband in zoals aan de linkerkant beschre-
ven staat voordat u deze verplaatst. LET OP: Zorg dat
de vergrendelingsknop in de opbergstand vergren-
deld is. Er kunnen twee mensen nodig zijn om de
loopband te verplaatsen.
1. Houd het onderstel en een van de handleuningen
vast en plaats een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rolt; verplaats de loopband voorzichtig
naar de gewenste plaats. LET OP: Verplaats de
loopband niet zonder deze naar achter te laten
leunen, trek niet aan het onderstel en verplaats
de loopband niet over een oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
HOE DE LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd het bovenste uiteinde
van de loopband met uw rechterhand vast. Trek
vervolgens de vergrendelingsknop naar links.
BELANGRIJK: Draai niet aan de vergrende-
lingsknop. Duw, indien nodig, het onderstel iets
naar voren. Laat het onderstel een paar centime-
ters zakken en laat de vergrendelingsknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen
onderstel met beide handen goed vast en laat deze
op de vloer zakken. LET OP: Houd het onder-
stel niet bij de plastic voetrails vast en laat het
onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw
rug recht.
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
1
Vergren-
delings-
knop
2
Onderstel
1
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
26
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard
stopcontact is gestoken (zie pagina 16). Als u een
verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een
3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet langer is dan
1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar op het onderstel van de
loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar
zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de schakelaar opnieuw in
te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
SYMPTOOM: stroomuitval tijdens gebruik
a. Controleer de schakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer
in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het
stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf
minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing
wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
blijven branden wanneer u de sleutel uit het bedie-
ningspaneel trekt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo
instelling die ontworpen is voor als de loopband in
eenwinkelgeëtaleerdwordt.Dedemoinstellingis
ingeschakeld als de displays blijven branden wan-
neer u de sleutel uittrekt. Houd de Stoptoets enkele
seconden lang ingedrukt om de demo instelling uit
te schakelen. Zie DE INFORMATIE INSTELING op
bladzijde 24 om de demo instelling uit te zetten als
de display nog steeds aan zijn.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder de zeven #8 x 3/4" Kopschroeven (16).
Schuif dan de Motorkap (64) er voorzichtig af.
Resetten
Doorgeslagen
c
64
16
16
a
16
16
PROBLEMEN OPLOSSEN
27
Zoek naar de Bladveerschakelaar (52) en de
Magneet (53) aan de linkerkant van de Katrol
(54). Draai de Katrol tot de Magneet op gelijke lijn
ligt met de Bladveerschakelaar. Zorg dat het gat
tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar
ongeveer 3mm is. Draai indien nodig de
#8 x 3/4" Kopschroef (15) los, verplaats de
Bladveerschakelaar wat en maak de Schroef weer
vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) weer vast
en laat de loopband een paar minuten draaien om
een juiste snelheidsmeting te controleren.
SYMPTOOM: de helling van de loopband verandert
niet goed
a. Houd de Stoptoets en de Speed
(Snelheidstoename) toets ingedrukt, steek de
sleutel in het bedieningspaneel en laat dan de
Stoptoets en de Snelheidstoenametoets los.
Druk op de Stoptoets en druk dan op de Incline
(Hellingtoename)- of -afnametoets. De loopband
zal automatisch naar het maximum hellingniveau
stijgen en dan naar het minimumniveau terugkeren.
Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw geijkt.
Druk weer op de Stoptoets en daarna opnieuw op
de Incline- of -afnametoets als de helling niet met
ijken begint. Trek de sleutel uit het bedieningspa-
neel als de helling geijkt is.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-dradige geleider: snoer maat 14
(1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat, draait de loop-
band langzamer en kan zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Draai met de inbussleutel beide bijstelschroeven
van de ruststandrol een kwartslag naar links. Als
de loopband goed vastligt moet u elke rand van
de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
blijft liggen. Haal dan de stekker uit het stopcon-
tact. Steek de sleutel in en laat de loopband een
paar minuten draaien. Herhaal deze procedure tot
de loopband goed vastligt.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel behandeld is.
BELANGRIJK: Behandel de band of het loop-
vlak nooit met siliconenspray of enig andere
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur aangegeven wordt. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en tot overmatige slijtage
leiden. Raadpleeg dan de kaft van deze handlei-
ding als u vermoedt dat de loopband aanvullende
smering nodig heeft.
d. Raadpleeg de kaft van deze handleiding als de
loopband nog steeds vertraagt als erop gelopen
wordt.
53
15
52
3mm
54
Schroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
Boven
Zicht
28
SYMPTOOM: de band ligt niet in het midden
BELANGRIJK: De loopband moet in het midden
tussen de voetrails liggen. Als de loopband tegen
de voetrails schuurt, dan kan de loopband bescha-
digd raken.
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Gebruik de inbussleutel om de linker schroef van
de ruststandrol een halve slag met de klok mee te
draaien als de loopband naar links verschoven
is. Draai de linker schroef van de ruststandrol een
halve slag tegen de klok in als de loopband naar
rechts verschoven is. Zorg dat u de loopband niet
te vast draait. Steek dan de stekker in het stopcon-
tact. Steek de sleutel in en laat de loopband een
paar minuten draaien. Herhaal deze procedure tot
de loopband in het midden ligt.
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op gelo-
pen wordt
a. Verwijder als eerste de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de inbussleutel beide schroeven van de ruststand-
rol een kwartslag tegen de klok in. Als de loopband
goed vastligt moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de loopband in het midden blijft liggen.
Steek dan de stekker in het stopcontact. Steek de
sleutel in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze procedure tot de loopband
goed vastzit.
a
a
Voetrails
29
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
30
1 42 #8 x 1/2" Schroef
2 28 #8 x 3/4" Schroef
3 2 3/8" x 2" Bout
4 1 Motorisolator
5 4 3/8" x 2 3/4" Schroef
6 4 3/8" x 1 1/4" Schroef
7 4 #10 x 3/4" Schroef
8 4 5/16" x 1/2" Schroef
9 1 #8 x 1/2" Zilverkleurige Schroef
10 4 5/16" x 2 1/2" Schroef
11 10 5/16" Sterring
12 4 3/8" Moer
13 4 3/8" Sterring
14 4 10" Sterring
15 17 #8 x 3/4" T ekschroef
16 7 #8" x 3/4" Kopschroef
17 14 #8" x 3/4" Schroef met Pankop
18 1 Sensor
19 2 1/4" x 2 1/2" Schroef
20 2 3/8" x 2 1/2" Bout
21 12 #8 x 1/2" Schroef
22 1 3/8" x 1 1/2" Bout
23 1 3/8" x 2" Bout
24 1 Contactdoos
25 2 #8 x 1 3/4" Schroef
26 4 Schroef van Riemgeleider
27 2 5/16" x Schroef van de Motor
28 2 1/2" x 2 1/4" Bout
29 2 3/8" x 1" Bout
30 4 5/16" x 1 3/4" Bout
31 1 1/4" x 1" Schroef
32 1 1/4" Sterring
33 4 5/16" Platte Tussenring
34 2 1/2" Moer
35 4 3/8" Klemmoer
36 4 5/16" Moer
37 5 Klip van de Kap
38 4 Rubber Borgring
39 6 #8 x 5/8" Schroef
40 2 5/16" x 1 1/2" Schroef
41 4 #4 Schroef van de Ventilator
42 1 Linker Bovenkant van de Voorste
Isolator
43 2 Bovenkant van de Achterste Isolator
44 4 Isolator
45 4 Onderkant van de Isolator
46 1 Loopband
47 1 Waarschuwingssticker
48 1 Loopvlak
49 2 Riemgeleider
50 1 Linker Voetrail
51 1 Klip van de Bladveerschakelaar
52 1 Bladveerschakelaar
53 1 Magneet
54 1 Ruststandrol/Katrol
55 4 Draadband
56 1 Rechter Bovenkant van de Voorste
Isolator
57 1 Opbergvergrendeling
58 1 Aandrijfmotor
59 1 Riem van de Motor
60 2 Achterste Poot
61 1 Ruststandrol
62 1 Rechter Voetrail
63 1 Onderstel
64 1 Motorkap
65 1 Decoratie van de Kap
66 2 Tussenstuk van het Onderstel
67 2 Tussenstuk van het Onderstel van
de Helling
68 1 Stopbeugel
69 1 Hellingmotor
70 1 Been van de Helling
71 1 Regulateur
72 1 Beugel van de Regulateur
73 2 Buis van de Onderste Kap
74 1 Stroomschakelaar
75 1 Onderste Kap
76 1 Linker Achterste Eindkap
77 1 Rechter Achterste Eindkap
78 1 Draad van de Staander
79 1 Linker Staander
80 2 Waarschuwingssticker
81 1 Linker Kap van de Basis
82 1 Kap van de Linker Handleuning
83 1 Linker Handleuning
84 1 Onderste Kap van de Linker
Handleuning
85 1 Kap van de Rechter Handleuning
86 1 Rechter Handleuning
87 1 Onderste Kap van de Rechter
Handleuning
88 1 Rechter Staander
89 1 Rechter Kap van de Basis
90 2 Borgring
91 4 Kussen van de Basis
92 2 Wiel
93 2 Kap van de Basis
94 1 Borstriem
95 1 Basis
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PETL12713.0 R0513A
31
96 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
97 2 Beugel van het Bedieningspaneel
98 2 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
99 1 Sleutel/Klip
100 2 Huls van de Motor
101 1 Bedieningspaneel
102 1 Linker Lade
103 1 Rechter Lade
104 2 Band
105 1 Basis van het Bedieningspaneel
106 1 Afwerking van het
Bedieningspaneel
107 1 Polsstang
108 1 Onderkant van de Polsstang
109 1 Kap van de Ventilator
110 1 Grill van de Ventilator
111 1 Ventilator
112 2 Tussenstuk van het Onderstel van
de Helling
113 1 Aardingsbeugel
114 1 Stroomsnoer
115 6 8" Sterring
116 1 Beugel van de Elektronica
117 1 #8 x 3/4" Schroef
118 1 #8 Moer
119 1 Filter
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
32
26
3
45
44
2
15
56
12
57
49
36
33
38
28
32
31
30
16
25
21
55
25
52
53
54
15
51
30
28
38
16
33
36
26
49
46
47
50
45
44
45
44
15
2
43
15
2
42
43
30
61
19
19
30
62
3
12
58
59
15
45
44
2
63
39
39
39
39
39
39
48
16
21
27
116
119
100
100
117
118
21
21
115
115
115
4
36
33
38
60
17
17
15
76
17
60
17
15
17
77
36
33
38
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PETL12713.0 R0513A
33
17
17
37
2
17
75
37
74
2
73
73
2
37
2
72
21
2
2
71
34
21
66
67
37
29
70
34
66
35
22
29
67
69
23
35
68
65
64
16
16
16
112
37
114
24
113
21
115
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PETL12713.0 R0513A
34
91
12
92
20
20
12
15
91
95
88
80
89
15
91
78
90
9
35
13
6
5
81
79
78
1
11
85
86
11
8
82
83
1
1
1
1
5
5
13
6
35
91
15
5
15
1
1
1
1
8
11
10
11
10
87
84
90
1
93
93
92
80
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PETL12713.0 R0513A
35
40
1
2
2
96
97
97
21
98
1
1
1
2
1
2
1
41
41
14
7
11
1
14
1
1
1
1
1
1
1
105
2
104
1
1
1
1
1
101
102
103
1
1
106
107
108
7
110
109
99
2
2
111
18
94
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. PETL12713.0 R0513A
Onderdeel Nr 344951 R0513A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

ProForm PETL12713 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding