20
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de
voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel en/
of de verdere toevoegin-
gen erin als volgt.
bakje 1: voorwasmid-
del (poeder)
bakje 2: wasmiddel
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de
start.
! Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te
veel schuim vormen.
bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.)
Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er dan op
dat u het “max” niveau niet overschrijdt.
De wasverzachter wordt automatisch in de machine
toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het einde
van het programma blijft er in vakje 3 een laagje water
staan. Dit water dient voor het gebruik van erg dikke was-
verzachters, oftewel voor het verdunnen van geconcentreer-
de wasverzachters. Als in vakje 3 meer water blijft staan dan
normaal, dan betekent dit dat de afvoer is verstopt.
bakje 4: Doe geen wasmiddel in dit compartiment
Voorbereiden van het wasgoed
• Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
• Leeg de zakken en controleer de knopen.
• Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit:
Kleurechte stoffen: max 6 kg
Synthetische stoffen: max 2,5 kg
Fijne stoffen: max 2 kg
Wol: max 1 kg
Zijde: max 1 kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Standaard katoen 20°C (programma 7) ideaal voor een
lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud
water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus
op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische
werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer
dicht op elkaar liggende piekvariaties.
Wol: met het programma 8 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met
het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten
dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de
1 kg wasgoed te overschrijden.
Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
de zak. Gebruik het programma 9.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 10.
Express: is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil
wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus
elektriciteit en tijd. Met het programma (11 op 30 °C) kunt
u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve
zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg.
Sport Intensief (programma 12) is ontwikkeld voor het
wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sport-
broeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij
u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te over-
schrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”.
Sport Licht (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen
van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbro-
eken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u
aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te over-
schrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. We
raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een
hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading.
Sport Schoenen (programma 14) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient
u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier.
Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid
die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd,
zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uit-
voeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is
zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een
centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading
en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en
grote kledingstukken te mengen.