AEG Electrolux 79904 GB Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

79904G
Elektronische gaskookplaat
Gebruiksaanwijzing
NL
3
De
De innovatieve kenmerken van uw gaskookplaat
Uw nieuwe gaskookplaat heeft verschillende
innovatieve functies die hem onderscheiden van
conventionele gaskookplaten.
z Elektronische bediening van alle functies.
z Tiptoetsbediening om de functies
eenvoudig te activeren door ze met een
vinger aan te raken.
z Elektronische timer om verschillende
functies te programmeren.
z Automatische herontsteking van de
branders als de vlam per ongeluk uit is
gegaan.
z Restwarmte-indicatie die waarschuwt
dat de pannendragers en de branders nog
heet zijn.
z Kinderslot zodat de bedieningsknoppen
niet per ongeluk bediend kunnen worden.
z Algemene uitschakeling om alle
branders in een noodgeval tegelijk uit te
schakelen.
z Veiligheidsuitschakeling in geval van
stroomuitval of indien de branders niet
aangaan.
4
Inhoud
Voor de gebruiker
De innovatieve kenmerken van uw gaskookplaat ....................................................................................3
Voor uw veiligheid..............................................................................................................................................5
Beschrijving van de kookplaat........................................................................................................................7
Gebruiksaanwijzing ............................................................................................................................................8
Tiptoetsbediening ........................................................................................................................................8
Het aansteken van een brander ...............................................................................................................9
Het uitschakelen van een brander ........................................................................................................11
Als de branders niet aangaan ...................................................................................................................11
Als de branders per ongeluk uitgaan (automatische herontsteking)...........................................12
Alle branders tegelijk uitschakelen .........................................................................................................13
Veiligheidsuitschakeling branders..........................................................................................................13
Veiligheidsuitschakeling kookplaat........................................................................................................13
Bescherming tegen oververhitting .........................................................................................................14
Kinderslot .......................................................................................................................................................15
De elektronische timer ................................................................................................................................16
Het uitschakelen van een brander programmeren ............................................................................17
Het instellen van de kookwekker.............................................................................................................19
Veiligheids- en energiebesparingsadvies ....................................................................................................20
Bereidingstabel ....................................................................................................................................................21
Reiniging en onderhoud...................................................................................................................................22
Periodiek onderhoud .........................................................................................................................................24
Wat te doen als .................................................................................................................................................25
Adres service-afdeling .......................................................................................................................................26
Voor de installateur
Aanwijzingen voor de installateur..................................................................................................................27
Technische gegevens.........................................................................................................................................27
Gasaansluiting .....................................................................................................................................................28
Elektrische aansluiting.......................................................................................................................................29
Ombouw naar vloeibaar gas............................................................................................................................30
Inbouw ...................................................................................................................................................................35
Inbouwmogelijkheden ......................................................................................................................................37
5
Voor uw veiligheid
Dit nieuwe apparaat is eenvoudig in het gebruik. Desalniettemin is het belangrijk om dit boekje
aandachtig door te lezen voordat u het apparaat installeert of voor de eerste keer gebruikt. Op die
manier krijgt u de beste resultaten, voorkomt u verkeerd gebruik kunt u het apparaat veilig gebruiken
en ook het milieu ontzien.
Installatie
z Het installeren en aansluiten van het
apparaat dient door een erkend installateur
te geschieden.
z Zorg ervoor dat de lucht vrijelijk rond het
apparaat kan circuleren. Slechte ventilatie
veroorzaakt zuurstofgebrek.
z Controleer op het typeplaatje van het
apparaat of aansluitspanning, stroomsoort
en gastype overeenkomen met de
plaatselijke spanning, stroomsoort en
gastype. Het tyeplaatje vindt u onder de
voorste rand van de glazen plaat.
z Dit apparaat is niet aangesloten op een
afvoerkanaal voor verbrandingsgassen. Het
moet geplaatst en aangesloten worden
volgens de geldende voorschriften.
Bijzondere aandacht moet worden gegeven
aan die punten die betrekking hebben op
de ventilatie.
z Tijdens het gebruik van een gaskookplaat
ontstaat er warmte en vocht in de ruimte
waar het apparaat is geïnstalleerd. Zorg voor
voortdurende luchtaanvoer, houd de
luchtroosters in goede staat of installeer een
afzuigkap.
z Tijdens langdurig gebruik van de kookplaat
moet de ventilatie verbeterd worden, door
het openzetten van een raam of door de
snelheid van de afzuigkap te verhogen.
z Controleer, na het uitpakken van het
apparaat, of er niets beschadigd is en of het
aansluitsnoer in goede staat verkeert. Als dat
niet het geval is, contact opnemen met uw
vakhandelaar, voordat u het apparaat
installeert.
z De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid ten
aanzien van schade of letsel af, indien
bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet
zijn getroffen of in acht genomen.
Veiligheid van kinderen
z Deze kookplaat is ontworpen voor gebruik
door volwassenen. Laat kinderen niet in de
buurt van of met het apparaat spelen. Wij
adviseren u dringend om de
kinderslotfunctie te activeren wanneer de
kookplaat niet in gebruik is.
z De kookplaat wordt heet tijdens het gebruik
en blijft een tijdje heet, nadat hij is
uitgeschakeld. De kookplaat is uitgerust met
speciale indicatielampjes die de restwarmte
aangeven (zie “Het aansteken van een
brander”). Kinderen dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden tot het
afgekoeld is en de restwarmtelampjes uit zijn
gegaan.
Tijdens het gebruik
z Dit instructieboekje moet bij het apparaat
bewaard worden, zodat u het in de toekomst
kunt raadplegen. Zorg ervoor dat, als het
apparaat verkocht wordt of aan iemand
anders wordt gegeven, het boekje bij de
nieuwe eigenaar terecht komt.
z Deze kookplaat is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk gebruik. De kookplaat is niet
ontworpen voor commerciële of industriële
doeleinden.
z Het is gevaarlijk om veranderingen aan te
brengen aan de eigenschappen van dit
apparaat.
z Houd het apparaat schoon. Etensresten
kunnen brandgevaar opleveren.
6
z Dit apparaat mag niet worden
schoongemaakt met stoom of een
stoomreiniger.
z Reparaties aan elektrische apparaten mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd.
Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden.
Wend u daarom altijd tot de AEG service-
afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door
anderen kan AEG geen aansprakelijkheid
aanvaarden. Alleen originele AEG-
onderdelen voldoen aan alle eisen!
Mocht er een storing optreden, dan vindt u
in dit boekje aanwijzingen om kleine
storingen zelf op te heffen, zie "Wat te doen
als...".
z Schakel het apparaat, na gebruik, uit met
tiptoets AAN/UIT en controleer of het
bijbehorende rode lampje uit is. Blokkeer
daarna alle bedieningstoetsen van de
kookplaat door op de "sleutel"-toets te
drukken.
z Als u andere elektrische apparaten gebruikt,
zorg er dan voor dat de snoeren niet in
aanraking komen met de hete onderdelen
van deze kookplaat.
Milieu-informatie
z Alle gebruikte materialen zijn
milieuvriendelijk en geschikt voor recycling.
Draag bij aan het behoud van het milieu door
gebruik te maken van gescheiden
afvalinzameling.
z Gesloopte of niet langer gebruikte apparaten
zijn geen waardeloos afval. Door gescheiden
afvalinzameling kunnen verschillende
materialen die gebruikt zijn bij de
vervaardiging van uw apparaat gerecycled
worden.
z Wanneer u een oud apparaat afdankt, maak
het dan onbruikbaar door het snoer eraf te
snijden.
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor
mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen
in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met de
gemeente, de gemeentereiniging of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Deze instructies gelden alleen voor de
landen waarvan het identificatiesymbool
is aangebracht op het titelblad van het
instructieboekje en het apparaat zelf.
Dit apparaat voldoet aan de
volgende EU-richtlijnen:
89/336 EG, 93/68 EG, 90/396 EG,
73/23 EG, 90/683 EG.
))
))
)
UU
UU
U
Over deze gebruiksaanwijzing
Onderstaande symbolen vindt u in de tekst en
hebben de volgende betekenis:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. het gebruik
Adviezen en tips
Informatie m.b.t. het milieu
7
Beschrijving van de kookplaat
Kinderslot
AAN/UIT
schakelaar
Bedienings-
zone
brander
rechts
achter
Bedieningszone
timer
Bedieningszone
brander
rechts voor
Bedieningszone
brander
links voor
Bedienings-
zone
brander
links
achter
Sudder-
brander
Sterk-
brander
Normaal-
brander
Normaal-
brander
8
Gebruiksaanwijzing
Voordat u het apparaat in gebruik
neemt, alle verpakkingsmateriaal
verwijderen, inclusief reclamelabels en
beschermende folie.
Tiptoetsbediening
De kookplaat is uitgerust met tiptoetsbediening.
Om uw kookplaat te bedienen, de gewenste
tiptoets met een vinger aanraken.
Zorg ervoor dat u slechts één bedieningstoets
tegelijkertijd aanraakt.
Dit zijn de symbolen voor de belangrijkste
tiptoetsbedieningen met de bijbehorende
indicatielampjes
Tiptoets AAN/UIT
Tiptoets branderontsteking
Indicatielampjes vlamhoogte
Tiptoets om de vlamhoogte te
vergroten.
Tiptoets om de vlamhoogte te verlagen.
Restwarmte-indicatie
Bedieningszone
brander
9
Het aansteken van een
brander
1. Raak gedurende ongeveer 3 seconden
tiptoets AAN/UIT aan om de kookplaat
in te schakelen. Het rode lampje naast de
tiptoets gaat branden, er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat is klaar voor
gebruik.
2. Raak de tiptoets branderontsteking van
de gewenste brander aan. De vlamhoogte-
indicatielampjes onder de symbolen en
gaan branden.
3. Raak, binnen ongeveer 3 seconden, de
tiptoets hoger of lager aan om de
brander aan te steken.
- Indien de tiptoets is gekozen, gaat de
brander automatisch op maximale
vlamhoogte branden (alle vlamhoogte-
indicatielampjes gaan branden).
)
10
- Als de tiptoets is gekozen, gaat de
brander automatisch op gemiddelde
vlamhoogte branden (drie vlamhoogte-
indicatielampjes gaan branden).
4. Om de hoogte van de vlam bij te stellen, de
tiptoets hoger of lager aanraken.
Het restwarmtelampje gaat branden zodra
de brander is aangestoken.
Dit betekent dat de kookzone heet wordt:
het restwarmtelampje blijft branden tot de
pannendrager en de brander zijn afgekoeld.
11
Het uitschakelen van een
brander
1. Om een brander uit te schakelen de
bijbehorende tiptoets branderontsteking
aanraken. Alle vlamhoogte-
indicatielampjes gaan uit.
Het restwarmtelampje blijft branden tot de
pannendrager en de brander zijn afgekoeld.
Als de branders niet aangaan
Het ontstekingsmechanisme van de kookplaat
geeft gedurende ongeveer 6 seconden een serie
kleine vonkjes.
Als de vlam binnen dat tijdsbestek niet gaat
branden, wordt de gastoevoer naar de brander
onderbroken. Na 3 seconden herhaalt het
ontstekingsmechanisme de procedure
automatisch gedurende weer 6 seconden.
Na drie mislukte ontstekingspogingen wordt de
brander door een veiligheidsmechanisme
geblokkeerd. De vlamhoogte-indicatielampjes
knipperen.
Voorzichtig! Wanneer een brander door
het beveiligingsmechanisme is
geblokkeerd, kunnen de
bedieningstoetsen gedurende ongeveer
60 seconden niet gebruikt worden.
Na 60 seconden kunt u het
beveiligingsmechanisme uitschakelen door
tegelijk de toetsen hoger en lager aan
te raken.
Volg daarna de instructies uit "Het aansteken
van een brander".
Voorzichtig! Controleer of de deksel en
de kroon goed op hun plaats zitten (zie
afbeelding).
)
)
Brander-
deksel
Brander-
kroon
Ontstekings-
bougie
Thermo-
koppel
12
Als de branders per ongeluk
uitgaan (automatische
herontsteking)
Als de vlam van de brander per ongeluk uitgaat
(tocht, overkoken van vloeistoffen, enz.) wordt
de gastoevoer onmiddellijk onderbroken.
Na ongeveer 20 seconden,
herhaalt het
ontstekingsmechanisme de
ontstekingsprocedure
.
Bij de ontsteking brandt de vlam eerst op
maximale hoogte, daarna gaat hij automatisch
terug naar de hoogte waarop hij was ingesteld
toen de vlam per ongeluk uitging.
Als er drie ontstekingspogingen mislukken,
wordt de brander door een
beveiligingsmechanisme geblokkeerd. De
vlamhoogte-indicatielampjes en het
restwarmtelampje knipperen.
Voorzichtig! Wanneer een brander door
het beveiligingsmechanisme is
geblokkeerd, kunnen de
bedieningstoetsen gedurende ongeveer
60 seconden niet gebruikt worden.
Na 60 seconden kunt u het
beveiligingsmechanisme uitzetten door tegelijk
de toetsen hoger en lager aan te raken.
Volg daarna de instructies uit "Het aansteken
van een brander".
)
Als het ontstekingsmechanisme nog
steeds niet werkt, raadpleeg dan “Wat te
doen als...”.
Gebruik nooit een gasaansteker als het
ontstekingsmechanisme niet goed werkt.
Indien nodig een lucifer gebruiken.
13
Alle branders tegelijk
uitschakelen
In een onverwacht noodgeval (het overkoken
van vloeistoffen, gevaarlijke situatie voor
kinderen, enz.), kunt u onmiddellijk alle branders
van de kookplaat uitschakelen door toets AAN/
UIT aan te raken.
)
Veiligheidsuitschakeling
branders
Als u een of meer branders gedurende lange
tijd ingeschakeld laat en niets doet (dat wil
zeggen dat u gedurende 4 uur geen enkele toets
aanraakt), wordt elke aangestoken brander
automatisch uitgeschakeld en geblokkeerd door
het beveiligingsmechanisme.
Voorzichtig! Wanneer een brander door
het beveiligingsmechanisme is
geblokkeerd, kunnen de
bedieningstoetsen gedurende ongeveer
60 seconden niet gebruikt worden.
Als u de brander kiest die niet werkt met
de timertoets , gaat code nummer
10 in het display van de kookzone
knipperen.
Na 60 seconden kunt u het
beveiligingsmechanisme uitschakelen door
tegelijk de toetsen hoger en lager aan
te raken.
Volg daarna de instructies uit "Het aansteken
van een brander".
)
Veiligheidsuitschakeling
kookplaat
Als geen enkele brander werkt maar de
kookplaat is ingeschakeld (het rode
indicatielampje boven de tiptoets brandt),
wordt de kookplaat automatisch uitgeschakeld
als er binnen 30 minuten geen enkele toets
wordt aangeraakt.
)
14
Bescherming tegen
oververhitting
Als de kookplaat intensief gebruikt wordt, bijv.
als verschillende branders gedurende lange tijd
op maximaal niveau branden, stelt een
temperatuursensor mogelijke oververhitting
vast en worden alle branders automatisch op
het minimum gezet.
Als de temperatuur van de kookplaat nog steeds
hoger wordt terwijl de vlamhoogte verlaagd is,
worden alle branders automatisch
uitgeschakeld en worden ze door het
beveiligingsmechanisme geblokkeerd.
Voorzichtig! Als het
beveiligingsmechanisme de branders
heeft geblokkeerd, kunnen de
bedieningstoetsen gedurende ongeveer
60 seconden niet bediend worden.
Als u alle branders met de timertoets
kiest (een voor een), gaat code nummer
9 in het display van de kookzone
knipperen.
Na 60 seconden kunt u alle branders weer
aandoen door de toetsen hoger en lager
van een van de branders tegelijk aan te
raken.
Nadat het beveiligingsmechanisme is
uitgeschakeld, wachten tot de kookplaat is
afgekoeld voordat u hem weer gebruikt.
)
15
)
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen de kookplaat
bedienen, kunt u deze blokkeren.
1. Raak de “sleutel”-toets gedurende
ongeveer 3 seconden aan. Het rode lampje
naast het “sleutel”-symbool gaat
branden en er klinkt een geluidssignaal.
Nu zijn alle toetsen van de kookplaat
geblokkeerd, behalve tiptoets AAN/UIT. Elke
aangestoken brander blijft werken, maar kan
niet geregeld worden.
2. Om de toetsen van de kookplaat te
deblokkeren, de “sleutel”-toets
ongeveer 3 seconden aanraken. Het rode
lampje naast het “sleutel”-symbool gaat
uit en er klinkt een geluidssignaal.
Wij adviseren u dringend om de
kinderslotfunctie te activeren wanneer
de kookplaat niet in gebruik is.
In geval van stroomuitval, slaat de
kookplaat de instelling van het
kinderslot op in het geheugen van het
systeem. Als de toetsen op het moment
van de stroomuitval geblokkeerd zijn,
dan zijn ze nog steeds geblokkeerd als
de stroomuitval voorbij is.
16
De elektronische timer
Uw kookplaat is uitgerust met een elektronische
timer waarmee u de bereidingstijd kunt
programmeren. De timer kan ook gebruikt worden
als kookwekker, als de kookplaat niet in gebruik is.
De kookplaat kan ook handmatig
bediend worden, d.w.z. zonder iets te
programmeren.
De timer werkt alleen als de kookplaat
ingeschakeld is met toets AAN/UIT.
Dit zijn de symbolen in de bedieningszone van
de timer:
Tiptoets om de timer te activeren en
een brander te kiezen.
Display bereidingstijd
Display branderkeuze
Tiptoets om de tijd te verlengen.
Tiptoets om de tijd te verkorten.
Timer
bedieningszone
17
Het uitschakelen van een
brander programmeren
Om het uitschakelen van een brander te
programmeren, als volgt te werk gaan:
1. Indien nodig, de kookplaat inschakelen door
toets AAN/UIT gedurende ongeveer 3
seconden aan te raken.
2. Steek de brander aan en stel het vlamniveau
in met de toetsen hoger of lager
(zie "Het aansteken van een brander").
3. Activeer de timer door de timertoets aan
te raken en kies de gewenste brander door
de timertoets meerdere malen aan te
raken.
4. Stel de gewenste bereidingstijd in door de
toetsen hoger en lager aan te raken.
(max. tijdsduur: 99 minuten).
Nadat de bereidingstijd is ingesteld, kan
de branderkeuze niet meer veranderd
worden.
Als u een andere brander wilt gebruiken,
moet u de bereidingstijd op nul zetten
met de toets lager , en dan de
branderkeuze veranderen door de
timertoets aan te raken.
)
18
5. De timer begint enkele seconden na het
instellen van de bereidingstijd met aftellen.
6. Tijdens de laatste tien seconden begint de
timer te piepen om u te waarschuwen dat
de bereidingstijd bijna is afgelopen.
7. Aan het einde van de bereidingstijd klinkt er
een geluidssignaal. Om het geluidssignaal
uit te zetten de timertoets aanraken.
Om de bereidingstijd te veranderen:
1. U kunt te allen tijde toets hoger of lager
aanraken om de tijdsinstelling te
veranderen.
Om de tijdsinstelling te annuleren:
1. Raak toets lager aan om de
bereidingstijd op nul te zetten.
U kunt het uitschakelen van slechts één
brander tegelijk programmmeren.
U kunt de bereidingstijd ook instellen als
de brander al aangestoken is.
U kunt bijvoorbeeld een pan met water
aan de kook brengen, vervolgens
groente, vlees of pasta toevoegen en dan
de gewenste bereidingstijd
programmeren.
Het restwarmtelampje blijft branden,
ook al is de kookplaat uitgeschakeld,
totdat de brander en de pannendragers
afgekoeld zijn.
19
Het instellen van de
kookwekker
U kunt de timer als eenvoudige kookwekker
gebruiken als geen enkele brander in gebruik
is.
De kookplaat moet wel ingeschakeld zijn om de
timer als kookwekker te kunnen gebruiken.
Ga als volgt te werk:
1. Indien nodig, de kookplaat inschakelen
door toets AAN/UIT gedurende ongeveer
3 seconden aan te raken.
2. Raak de timertoets aan om de timer te
activeren.
3. Raak de toetsen hoger of lager aan
om de gewenste tijd in te stellen (max.
tijdsduur: 99 minuten).
4. De timer begint enkele seconden na het
instellen van de tijd met aftellen.
6. Tijdens de laatste tien seconden begint de
timer te piepen om u te waarschuwen dat
de tijd bijna is afgelopen.
7. Aan het einde van de tijd klinkt er een
geluidssignaal. Om het geluidssignaal uit te
schakelen de timertoets aanraken.
Om de tijdsinstelling te veranderen:
1. U kunt te allen tijde toets hoger of lager
aanraken om de tijdsinstelling van de
kookwekker te veranderen.
Om de tijdsinstelling te annuleren:
1. Raak toets lager aan om de kookwekker
op nul te zetten.
)
20
Veiligheids-en energiebesparingsadvies
Voor een correct gebruik van
de kookplaat
Om zeker te zijn van maximale efficiëntie
van de branders en lager gasverbruik,
dient u uitsluitend pannen te gebruiken
met een vlakke bodem die past op de maat
van de gebruikte brander (zie tabel).
Als u een steelpan gebruikt die kleiner
is dan de aanbevolen maat, zal de vlam
zich buiten de bodem van de pan
uitstrekken, waardoor de steel heet
wordt.
Zet nooit pannen op de
bedieningszones.
Draai de vlam altijd laag of uit voordat
u pannen van de branders haalt.
Wees voorzichtig als u voedsel in hete
olie of vet bakt, oververhitte spetters
kunnen makkelijk ontvlammen.
Om de ontsteking van de brander
makkelijker te maken, de brander
aansteken voordat u de pan op de
pannendrager zet.
Gebruik geen onstabiele of vervormde
pannen op de kookplaat, deze kunnen
ongelukken veroorzaken als ze omvallen
of overkoken.
Wij adviseren u te koken met de deksels
op de pannen.
Het gebruik van een snelkookpan levert
extra energiebesparing en kortere
bereidingstijd op.
Zodra een vloeistof begint te koken, de
vlam lager draaien, zodat de vloeistof
zachtjes blijft koken.
Gebruik geen pannen van steen,
aardewerk of gietijzer.
Gebruik ook geen aluminiumfolie om de
bovenkant van de kookplaat tijdens het
gebruik te beschermen.
Diameter brander diameter diameter
min. max.
Sterkbrander 160 mm 240 mm
Normaalbrander 120 mm 220 mm
Sudderbrander 80 mm 160 mm
21
GERECHTEN
Soepen Bouillon 15-20 minuten x
Vis Gekruide visbouillon x
Hollandaise x
Sauzen
Bechamel 10 minuten x
Andijvie x
Groenten
Erwten in saus 25-30 minuten x x
Provençaalse tomaten 15-20 minuten x x
Gebakken aardappelen x x
Pastei x
Vlees Steak (in pan) x
Gebakken kalfslapje 10-12 minuten x
Frituren
Friet 18-22 minuten x
Beignets x
Rijstpudding 35 minuten x
Gestoofd fruit x x
Desserts Flensjes 3-4 minuten x
Chocoladepudding 5-6 minuten x
Custardpudding 15-20 minuten x
Aanbevolen
bereidingstijd
(Waar geen
aanbevelingen
worden gedaan,
de tijdsduur
instellen volgens
uw eigen
wensen)
STERKBRANDER
SUDDERBRANDER
NORMAALBRANDER
VERMOGEN
BRANDER
Als in de tabel twee branders worden aangegeven, adviseren wij u die brander te kiezen die
het meest geschikt is voor de hoeveelheid voedsel die bereid moet worden.
Bereidingstabel
22
Trek voordat u de kookplaat gaat
schoonmaken altijd eerst de stekker uit
het stopcontact en laat de kookplaat
afkoelen.
Dit apparaat mag niet worden
schoongemaakt met stoom of een
stoomreiniger.
Het morsblad
Neem het morsblad regelmatig af met een vochtige
zachte doek en wat afwasmiddel.
Gebruik geen:
- allesreiniger en bleekmiddelen;
- pannensponsjes die niet geschikt zijn voor
anti-aanbakpannen;
- pannensponsjes van staalwol;
- vlekkenverwijderaars voor bad/wastafel.
Als de kookplaat erg vuil is geworden, adviseren
wij u een geschikt reinigingsmiddel te gebruiken.
Als er krassen of barsten te zien zijn
op de glazen plaat, het apparaat
onmiddellijk loskoppelen van het
elektriciteitsnet en contact opnemen
met onze service-afdeling. Gebruik het
apparaat niet voordat het gerepareerd
is.
Pannendragers
De pannendragers mogen in de afwasmachine.
Als u ze met de hand afwast, voorzichtig zijn met
afdrogen want het emailleerproces kan soms
scherpe randjes achterlaten. Indien nodig,
hardnekkige vlekken verwijderen met een
reinigingspasta.
Reiniging en onderhoud
23
De pannendragers kunnen van de kookplaat
verwijderd worden zodat u ze makkelijker
schoon kunt maken.
Om de pannendragers op de juiste plaats te
houden, zitten ze vast op metalen pennen aan
de achterkant van de kookplaat. Nadat u de
kookplaat heeft schoongemaakt, controleren of
de pannendragers goed geplaatst zijn, zie
afbeelding.
Wees voorzichtig met het
plaatsen van de pannendragers,
om krassen op het glazen
oppervlak van de kookplaat te
voorkomen.
U vermijdt de grill te neigen die
hefboom op de spillen u doen
zouden kunnen beschadigen of
kunnen breken hen.
JA
GEEN
24
Zorg ervoor dat de conditie en efficiëntie van
de gasleiding en drukregelaars periodiek
gecontroleerd worden. Als er storingen worden
gevonden, vraag dan niet om reparatie maar
laat het onderdeel altijd vervangen.
Periodiek onderhoud
De branders
Reinig de branderdeksels en -kronen
regelmatig met warm sop, verwijder vlekken
met een milde reinigingspasta. Een goed
vochtig gemaakt pannensponsje van staalwol
kan gebruikt worden als de vlekken erg
hardnekkig blijken te zijn.
Na het schoonmaken de kroon en de deksel
met een zachte doek droogwrijven en ze
daarna in de goede stand op de brander
zetten.
Voor hardnekkige vlekken normaal niet-
schurend reinigingsmiddel gebruiken of een
in de handel verkrijgbaar speciaal
reinigingsproduct. NOOIT schuursponsjes,
staalwol of zure stoffen gebruiken.
Het ontstekingssysteem
De elektrische ontsteking wordt verkregen
door een ontstekingsbougie en een metalen
elektrode (letter C). Houd deze onderdelen
goed schoon, om moeilijkheden bij het
aansteken te voorkomen, en controleer of
de gaatjes van de branderkroon niet verstopt
zijn.
A - Branderdeksel
B - Branderkroon
C - Ontstekingsbougie
D - Thermokoppel
25
Probeer in geval van storing aan de hand van onderstaande aanwijzingen het probleem zelf op te
lossen.
Wat te doen als …
f OPLOSSING
fVervang de zekeringen.
fReset de schakelaars.
f Raak tiptoets AAN/UIT
aan.
fDraai de kraan open.
f
Koop een nieuwe gasfles.
fLaat de plaat afkoelen (zie
“Bescherming tegen
oververhitting”).
f Schakel het kinderslot uit
(zie “Kinderslot”).
f
Wacht 60 seconden, volg
daarna de instructies uit “Als
de branders niet aangaan”
op.
f Controleer de juiste stand
(zie “Als de branders niet
aangaan”).
fVolg de aanwijzingen op uit
“Reiniging en onderhoud”.
fNeem contact op met onze
service-afdeling.
fZie “Het aansteken van een
brander”
PROBLEEM
DE KOOKPLAAT
WERKT NIET
EEN BRANDERWERKT NIET
HET DUURT TE LANG
VOOR DE GERECHTEN
KLAAR ZIJN / DE GERECHTEN
ZIJN TE SNEL KLAAR.
OORZAAK
z Er zijn zekeringen
doorgebrand in de elektrische
installatie van uw huis, er zijn
schakelaars uitgeschakeld of
er is geen spanning op het
stopcontact.
z De kookplaat is niet
ingeschakeld.
z De hoofdgaskraan is gesloten.
z De gasfles is leeg.
z De kookplaat is oververhit en
het beveiligingsmechanisme
heeft de vier branders
geblokkeerd.
z Het kinderslot is per ongeluk
ingeschakeld.
z Het beveiligingsmechanisme
heeft de brander
geblokkeerd omdat de
ontsteking meerdere malen
mislukt is. De vlamhoogte-
indicatielampjes en het
restwarmtelampje knipperen.
z De pannendrager of de
branderdeksel en kroon zijn
na reiniging niet goed op hun
plaats terug gezet.
z De gaatjes van de
branderkroon zijn verstopt.
z De storing duurt voort.
z De afstelling van de
vlamhoogte is niet goed.
26
Adres service-afdeling
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u de volgende
afdelingen raadplegen:
Service-informatielijn tel. (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
www.aeg.nl
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het Prod.- en Ser.-nummer van uw apparaat bij de hand.
Deze nummers vindt u op het typeplaatje en kunt u het beste hieronder en voorop deze
gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding . . . . . . . . . . . . . . .
Prod.-nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ser.-nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geef onze service-afdeling ook het volgende op:
z Hoe doet de storing zich voor?
z Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste voorbereidingen treffen, zodat
de machine bij het eerste bezoek van de servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier
hoeft u slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve
bediening de AEG service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet
door onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische apparaten van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen.
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd.
Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u daarom
altijd tot de AEG service-afdeling of uw vakhandelaar. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan
AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de
Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke
Apparaten Nederland) zijn overeengekomen.
27
Technische gegevens
Vermogen gasbranders
Sterkbrander 2.9 kW (G25) - 2.7 (G30/G31)
Normaalbrander 1.9 kW
Sudderbrander 1.0 kW
Categorie II2L3B/P
Instelling gastoevoer
Voeding gas G25 - 25 mbar
Koppeling gas G 1/2"
Aansluiting aan 230 V 50 Hz
Afmetingen van het apparaat
Breedte 730 mm
Diepte 510 mm
Uitsnijmaat
Breedte 710 mm
Diepte 470 mm
Apparaat klasse 3
Aanwijzingen voor de installateur
28
zz
zz
z De installatie en de aansluiting dienen door
een erkend installateur uitgevoerd te
worden, volgens de hem bekende
voorschriften en eventuele voorschriften
van het plaatselijk energiebedrijf.
De aansluiting dient van een GIVEG-
goedgekeurde aansluitgaskraan met
koppeling te worden voorzien.
zz
zz
z De zijwanden van het inbouwmeubel mogen
niet hoger zijn dan het werkblad.
zz
zz
z Plaats het apparaat niet in de buurt van
ontvlambare materialen (zoals gordijnen,
handdoeken enz.).
zz
zz
z Koppel het apparaat los van de
stroomvoorziening. Als stroomtoevoer naar
het apparaat voor de werkzaamheden nodig
is, moeten alle nodige
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Attentie
Bij het gebruik van het apparaat wordt er bij de
verbranding van aardgas zuurstof onttrokken
aan de lucht. Zorg daarom voor voldoende
ventilatie.
De aansluiting moet volgens NEN 1078 gemaakt
worden.
De kookplaat is vanuit de fabriek gemaakt en
ingesteld voor de gassoort zoals aangegeven op
het typeplaatje.
Overtuig u ervan dat deze gegevens
overeenkomen met de geleverde gassoort in de
woning.
Een haakse fitting met 1/2" wartel A (NEN 3258)
en ringetje worden meegeleverd.
Schroef de onderdelen eerst losjes in elkaar,
bepaal de juiste richting en draai de wartel daarna
stevig vast.
Indien de koppeling van de GIVEG-
goedgekeurde gasslang niet past op de
schroefdraad van de meegeleverde haakse
fitting, gebruik dan de met de kookplaat
meegeleverde adapter.
Gasaansluiting
WAARSCHUWING
Controleren of alle verbindingen naar
het apparaat goed gasdicht zijn, dient
te geschieden met een zeep-oplossing,
nooit met een vlam.
A) Aansluitpijp met wartel
B) Ringetje
C) Haakse fitting
29
Het apparaat is ontworpen voor aansluiting aan
230 V.
z De aansluiting moet volgens NEN 1010 en
eventuele speciale voorschriften van het
plaatselijke energiebedrijf worden
uitgevoerd.
z Controleer of de zekeringen en de
huisinstallatie de belasting van het apparaat
kunnen verdragen (zie typeplaatje).
z Het stopcontact moet geaard zijn.
z Het stopcontact of de meerpolige schakelaar
moeten makkelijk toegankelijk zijn.
z Het apparaat wordt geleverd zonder
aansluitsnoer. Het gebruikte aansluitsnoer
moet van een geschikte stekker worden
voorzien die de totale op het typeplaatje
aangegeven elektrische belasting kan
dragen. De stekker moet in een passend
stopcontact worden gestoken.
Als u het apparaat direct aan het net aansluit,
moet tussen net en apparaat een meerpolige
schakelaar worden aangebracht die tussen
de contacten een opening van minimaal 3
mm heeft. Deze moet de belasting kunnen
dragen en genormd zijn. De bruine fasedraad
(die aangesloten is op de “L” clip van de
kookplaat) moet altijd worden aangesloten
op het fasecontact van het stroomnet.
z Het aansluitsnoer moet zodanig worden
geïnstalleerd dat het niet heter kan worden
dan 90°C.
Vervangen van het aansluitsnoer
Het aansluitsnoer mag alleen door een erkend
installateur worden vervangen.
Voor het vervangen van het snoer mag alleen
type H05V2V2-F T90, H05 BB-F worden gebruikt,
aangepast aan temperatuur en belasting.
Bovendien moet de groen/gele aardleiding zo’n
2 cm langer zijn dan de faseleiding en de
nulleiding (zie afb.). Test de
verwarmingselementen, na aansluiting, door ze
ongeveer 3 minuten aan te zetten.
Elektrische aansluiting
Aardleiding (groen/geel)
Nulleiding
30
De sproeiers vervangen
1. Verwijder de pannendragers.
2. Verwijder de branderdeksels en -kronen.
3. Gebruik een 7 mm dopsleutel om de
sproeiers los te schroeven en te verwijderen,
monteer nieuwe gassproeiers (zie tabel).
4. Zet de onderdelen weer terug op hun plaats
door dezelfde procedure omgekeerd uit te
voeren.
5. Vervang de sticker naast de gasaansluiting.
Deze sticker wordt met het apparaat
meegeleverd.
Als de gasdruk afwijkt van de waarde zoals
vermeld op de sticker naast de gasaansluiting,
moet volgens de geldende normen een passende
drukregelaar op de inlaattube worden geplaatst.
Ombouw naar vloeibaar gas
31
Kenmerken brander
Maximale
warmte-
afgifte
kW
aardgas
25 mbar
flessengas
30 mbar
sproeiers
verbruik
m
3
/h
g/h-G31
Minimale
warmte-
afgifte
kW
Maximale warmte-afgifte
g/h-G30 sproeiers
Type
brander
Sudderbrander
1 0,33 71 0,111 50 73 50 71
Normaalbrander
1,9 0,45 100 0,210 71 137 71 136
aardgas:
Sterkbrander 2,9 0,65 124 0,321 86 196 86 193
flessengas:
2,7
sproeiers
32
De kookplaat instellen op het
nieuwe type gas
1. Indien nodig, de kookplaat inschakelen
door de toets AAN/UIT ongeveer 3
seconden aan te raken.
2. Raak de Timertoets een paar keer aan
om de sudderbrander (brander links voor)
te selecteren op het keuzedisplay .
3. Raak toets hoger aan en blijf hem
aanraken tot de waarde 99 op het
tijdsdisplay wordt aangegeven. Raak daarna
toets lager aan en blijf hem aanraken
tot de waarde 80 word aangegeven.
4. Raak daarna toets hoger aan tot 83 wordt
aangegeven. Op dit punt is de kookplaat
ingesteld in de modus “Gas Veranderen” en
de huidige gasinstelling wordt op het display
aangegeven:
- n0 betekent gas G25 (25 mbar)
- n1 betekent gas G30/G31 (30 mbar)
33
4. Raak toets lager aan om het gewenste
type gas te kiezen.
5. Nadat het type gas gekozen is de kookplaat
uitschakelen met de toets AAN/UIT .
6. Raak toets AAN/UIT weer aan om de
kookplaat in te schakelen.
Het apparaat is automatisch ingesteld in de
normale “Gebruikersmodus”.
7. Steek alle branders aan en zet ze op de
laagste stand om de stabiliteit van de vlam
te controleren (visuele controle).
8. Controleer tegelijkertijd hoe de vlam eruit
ziet (visuele controle).
Als zowel de stabiliteit als het uiterlijk van de
vlam goed zijn, is de instelling van de kookplaat
op het nieuwe gastype voltooid.
Als de stabiliteit van de vlam niet goed is, voer
dan een extra afstelling uit zoals beschreven is
in de volgende paragraaf.
Afstelling minimale vlam
Als de stabiliteit en het uiterlijk van de vlam niet
goed zijn, ga dan als volgt te werk:
1. Voer de handelingen uit, zoals beschreven
in “De kookplaat instellen op het nieuwe
type gas” - punten 1, 2, 3, en 4.
2. Steek de brander die afgesteld moet worden
aan door de aanwijzingen in "Het aansteken
van een brander" op te volgen.
De brander wordt automatisch ingesteld op
de minimale vlamhoogte.
3. Als de minimale vlamhoogte te laag is, gaat
de brander uit. De kookplaat voert
automatisch een afstelling tot de minimale
hoogte uit en steekt de brander weer aan.
BELANGRIJK: als u n2 instelt, werkt de
kookplaat niet.
34
4. Terwijl de vlam brandt, raakt u toets hoger
of lager aan om de vlam nog beter
af te stellen, tot er een kleine en regelmatige
vlam uit de hele branderkroon komt.
5. Schakel de kookplaat uit door toets AAN/
UIT aan te raken.
35
Inbouw
De kookplaat is ontworpen voor inbouw in
geschikte keukenmeubelen met een diepte van
550 - 600 mm.
Inbouw in keukenmeubelen met een diepte van
600 mm is ook mogelijk: in dit geval dient de
uitsnede in het werkblad uitgevoerd te worden
zoals aangegeven in afb. 2.
Het werkblad dient minimaal 30 mm dik te zijn.
Als het werkblad dikker is dan 50 mm, kan de
kookplaat in keukenmeubelen van elke breedte
geïnstalleerd worden.
Onderdelen (meubilair, huishoudelijk apparaat,
enz..) die zich naast de plaats waar de kookplaat
is ingebouwd bevinden, mogen niet boven het
werkblad uitsteken.
Er dient minimaal 100 mm afstand te
zijn tussen de uitsnede in het werkblad
en aangrenzende muren die boven de
werkhoogte uitsteken.
De afmetingen van de kookplaat en de uitsnede
vindt u in afb. 1 en 2.
Afb. 2
Afmetingen
in millimeters
730
510
A
SR
SR
R
Afb. 1
A) Werkblad
B) Verwijderbaar paneel
A = Sudderbrander
SR = Normaalbrander
R = Sterkbrander
36
Het bevestigen van de
kookplaat in het werkblad
Voordat de kookplaat in de opening wordt
geplaatst moet er op de buitenste rand, aan de
onderkant van de kookplaat een zelfklevende
afdichting worden bevestigd. Het is belangrijk
dat er geen openingen in deze afdichting zitten
om te voorkomen dat vloeistoffen, die naast de
plaat zijn gemorst in het kastje eronder terecht
komen.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de pannendragers, de
branderdeksels en-kronen en draai de
kookplaat ondersteboven, pas op dat de
ontstekingsbougies en de thermokoppels
hierbij niet beschadigd raken.
2. Bevestig de zelfklevende afdichting helemaal
rond de glazen rand, zoals aangegeven in
afb. 3.
3. Plaats de kookplaat in de opening en druk
hem naar beneden totdat de glasplaat en
het werkblad goed tegen elkaar aan zitten,
zoals aangegeven in afb. 4. Met de veren
aan de zijkant kunt u de plaat centreren.
)
A) Afdichting Afb. 4
Afb. 3
37
Inbouw boven een
keukenmeubel met deur
Let goed op bij de plaatsing in een
keukenmeubel, om te voorkomen dat de
onderkant van de kookplaat, die heet wordt
tijdens het gebruik, in aanraking komt met het
meubel. De aanbevolen oplossing ziet u in afb.
5.
Het paneel onder de kookplaat (“a”) moet
makkelijk verwijderd kunnen worden, zodat een
technicus, voor evt. reparatie, makkelijk bij de
kookplaat kan komen. Zie ook afb. 2.
De ruimte achter het keukenmeubel (“b”) kan
gebruikt worden voor de aansluitingen.
Afmetingen in mm
Inbouw boven een
keukenmeubel met oven
De benodigde uitsparingen voor de kookplaat
en de oven vindt u in afb. 6 en moeten voorzien
zijn van openingen die een constante
luchtaanvoer mogelijk maken.
Twee mogelijke oplossingen om oververhitting
te voorkomen vindt u in afb. 7 en 8.
De elektrische aansluitingen voor de kookplaat
en de oven moeten gescheiden worden
uitgevoerd, om veiligheidsredenen en ook om
het mogelijk te maken de oven indien nodig
makkelijk te verwijderen uit het meubel.
Inbouwmogelijkheden
a) verwijderbaar paneel
b) ruimte voor aansluitingen
Afb. 5
38
Afb. 7
FO 0938
Afb. 8
FO 0939
Afb. 6
Hangkastjes of afzuigkappen dienen
geplaatst te worden op een hoogte van
minimaal 650 mm boven de kookplaat
(afb. 6).
De elektronische gaskookplaat
mag alleen geïnstalleerd
worden boven een
inbouwoven die voorzien is van
een koelventilator.
Als de kookplaat geïnstalleerd
wordt boven een inbouwoven
die voorzien is van een
pyrolytische reinigingsfunctie,
mag de kookplaat niet gebruikt
worden tijdens de pyrolitische
reinigingscyclus van de oven.
550 MIN
595
140
240
650 MIN.
39
35688-7503 12/05
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Electrolux plc 2003
Grafiche MDM - Forlì
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

AEG Electrolux 79904 GB Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor