Electrolux RC1500 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

820.9502.56
Gebrauchsanweisung
Mode demploi
Instruzioni per luso
Operating instructions
Gebruiksaanwijzing
Instrucciones de manejo
Manual de utilizaçao
Seite 3
Page 12
Pagina 21
Page 30
Pagina 39
Página 48
Págína 58
DE AT CH LU
BE CH
IT CH
GB
NL
ES
PT
IE
LU
mobilCooler
®
RC1500
0402
2
39
Koelapparaat bij gebruik van gas niet in gesloten ruimten gebruiken!
(Zorg voor een goede ventilatie in voortenten!)
Voor installatie en gebruik van het apparaat de gebruiksaanwijzing in acht
nemen!
- INHOUDSOVERZICHT -
Hoofdstuk3 pagina
1. Toepassingsbereik.................................................................................................40
2. Het bewaren van gasflessen ................................................................................40
3. Plaatsing van het apparaat ...................................................................................40
4. Reiniging ...............................................................................................................40
5. Toepassing met netstroom (AC)............................................................................40
6. Toepassing met batterijstroom (DC) .....................................................................41
7. Toepassing met vloeibaar gas ..............................................................................42
8. Artikelen die nodig zijn voor de aansluiting van de koelbox/gasfles.....................42
9. Aansluiting van een gasfles met een vast ingebouwde gasklep...........................42
10. Aansluiten van een gasfles met binnenliggende kogelterugslagklep....................43
11. Gasarmatuur ........................................................................................................44
12. Ontsteken van de gasbrander...............................................................................44
13. Gastoepassing uitschakelen .................................................................................45
14. Bewaren van te koelen producten.........................................................................45
15. Bereiden van ijsblokjes ........................................................................................45
16. Ontdooien en maatregelen voor langdurige bedrijfsonderbrekingen....................45
17. Maatregelen na langdurige bedrijfsonderbrekingen .............................................46
18. Onderhoud van het apparaat ................................................................................46
19. Klantenservice ......................................................................................................46
20. Technische gegevens............................................................................................47
NL
40
1. Toepassingsbereik
In weg- en watervoertuigen mag het apparaat niet voor gastoepassing worden
geïnstalleerd! Toepassing met vloeibaar gas in gesloten ruimten is niet toegestaan!
DIT KOELAPPARAAT MAG ALLEEN BUITEN MET GAS WORDEN GEBRUIKT
Het gebruik in de openlucht betekent : ook tenten (voortenten), die tijdens het bedrijf van
het apparaat goed geventileerd zijn, alsmede terrassen op de begane grond.
Elektrische toepassing is onbeperkt toegestaan.
De locatie dient in ieder geval tegen regen en spatwater te worden beschermd.
2. Het bewaren van gasflessen
Flessen met vloeibaar gas nooit op ongeventileerde plekken of onder het maaiveld
(trechtervormige kuilen in de aarde) bewaren. Beschermende maatregelen tegen direct
zonlicht nemen. De gasfles mag niet op meer dan 50° C worden verhit.
3. Plaatsing van het apparaat
Horizontaal op een gladde, vaste vloer of overeenkomstige ondergrond. Desgewenst met
waterpas of een met water gevuld reservoir richten.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en een begrenzing aan de achterzijde
(muur) dient tenminste 10 cm te bedragen.
Standplaatsen in de volle zon en dicht bij warmtebronnen dienen te worden vermeden.
Ventilatiegleuven zowel aan de boven- en onderkant als aan de achterzijde van de
mobilCooler ten behoeve van een goede luchtcirculatie van het koelaggregaat vrijhouden.
Op die manier bereikt men een goede, energiebesparende koelcapaciteit.
4. Reiniging
Voor de eerste inbedrijfstelling, en later na het ontdooien of voor langdurige
bedrijfsonderbrekingen, dient u het compartiment en het deksel met lauw water en
eventueel een huishoudelijk reinigingsmiddel schoon te maken. Opgelet! Druk het
geopende deksel niet per ongeluk of met kracht verder open dan de vastgestelde aanslag
- op gevaar van scharnierbreuk! Gebruik in geen geval schurende of bijtende
reinigingsmiddelen. Gereinigde oppervlakken met een zachte vaatdoek droogwrijven
5. Toepassing met netstroom (AC)
Gebruik geen extra energiebron - batterij/gas.
Controleer of de netspanning en de gegevens van de bedrijfsspanning op het typeplaatje
(zie achterzijde van het apparaat) overeenstemmen.
Bij overeenstemming dient u de geaarde stekker in het volgens de voorschriften
geïnstalleerde geaarde stopcontact te steken. In het buitenland kan vanwege andere
stopcontacten een adapter noodzakelijk zijn.
NL
41
Inschakelen
Thermostaatklok A naar rechts draaien tot pos. 7/MAX. De
koeling wordt eerst na ongeveer 1 uur duidelijk merkbaar
(rijm op de verdamper).
De koelkasttemperatuur kan via de thermostaatklok
worden geregeld.
0 = koeling uitgeschakeld, tussen 1-7 neemt de koeling toe.
Na afloop van de koelingtijd (ongeveer 5 uur) kan de
thermostaatstand in het bereik tussen pos. 2 en 5 worden
ingesteld. De ingestelde koeltemperatuur wordt nu
automatisch geregeld door de thermostaat.
Uitschakelen
Thermostaatklok A naar links op 0 draaien (bij het bereiken van deze positie wordt
men een lichte weerstand gewaar).
Stekker uit het stopcontact trekken.
6. Toepassing met batteri
jstroom (DC)
Gebruik geen extra energiebron - netstroom/gas! In de stroomvoedingskabel tussen
batterij en mobilCooler is of moet een zekering in een kabel worden ingebouwd.
Bij 12 V: max. 15 ampère / bij 24 V: max. 7,5 ampère
Bij aansluiten van de apparaten hoeft met de aansluitpolen geen rekening te worden
gehouden. Controleer of de batterijspanning en de bedrijfsspanning vermeld op het
typeplaatje (zie achterzijde van het apparaat) overeenstemmen.
Als er geen van het voertuig onafhankelijke batterij wordt gebruikt, mag de mobilCooler
uitsluitend tijdens het rijden worden gebruikt omdat bij stilstand van de motor de accu
zover kan worden ontladen, dat de motor van de auto bij het starten niet meer aanspringt.
Advies: voordat u begint te rijden dient u het apparaat via netstroom-toepassing voor te
koelen.
Inschakelen
De aan de aansluitkabel gemonteerde autostekker in de contactdoos/sigarettenaansteker
steken. Als het apparaat met een speciale autostekker (met adapter) uitgerust is, kan
deze adapter ten behoeve van aanpassing aan verschillende contactdozen worden
verwijderd: tegen de pijlmarkering in draaien, ontgrendelen en axiaal aftrekken.
Bij accustroom-toepassing kan de koelcapaciteit niet met thermostaat worden geregeld,
de knop A werkt dus niet. (Alleen apparaten die voor één van beide elektrische
toepassingen - AC of DC werden uitgerust, kunnen dan steeds door middel van knop A
met thermostaat worden geregeld). Als de knop A gedeactiveerd is, de temperatuur in de
koelkast echter te laag is:
NL
max. kabellengte
Kabeldiameters bei 12 V 24 V
2.5 mm
2
tot 2.5 m 5 m
4.0 mm
2
tot 4.0 m 8 m
6.0 mm
2
tot 6.0 m 12 m
42
Apparaat uitschakelen
Stekker uit de contactdoos trekken.
7. Toepassing met vloeibaar gas
Gebruik geen extra energiebron - net-/accustroom. Het apparaat mag niet op stads- of
aardgas worden aangesloten. Het is uitsluitend geschikt voor propaan-/butaangas-
toepassing.
Op het typeplaatje (zie achterzijde van het apparaat) is de voorgeschreven
gasaansluitdruk in mbar vermeld. Er dient een dienovereenkomstige drukregelaar te
worden gebruikt.
HET APPARAAT MAG MET GEEN ANDERE DAN DE OP HET TYPEPLAATJE
VERMELDE DRUK WORDEN TOEGEPAST.
8. Artikelen die nodig zijn voor de aansluiting van de koelbox/gasfles
Gasfles
a) Camping-propaangasfles met vast ingebouwde gasklep, inhoud 5 kg of 11 kg. Kleur:
grijs. Flessen met een andere kleur tot 14 kg inhoud moeten volgens hetzelfde
systeem worden aangesloten.
b) Gasflessen met een binnenliggende kogelterugslagklep tot 3 kg inhoud.
Vast ingestelde, goedgekeurde drukregelaar, geschikt voor de gebruikte gasfles (zie
aansluiting van de gasfles).
Goedgekeurde slangleiding van de juiste lengte, die geschikt is voor een knikvrije
montage.
Beksleutel met bekwijdte 17 en een sleutel met de juiste wijdte voor de drukregelaar.
Lekzoekmiddel (Iekzoekspray of een schuimvormend middel).
9. Aansluiting van een gasfles met een vast ingebouwde gasklep
NL
afdichting
43
Controleert u, of de dichting aan het verbindingsstuk van de gasflesklep aanwezig en
onbeschadigd is. Gebruikt u geen extra dichtingen. De gasklep van de fles moet
tijdens de gehele installatie gesloten blijven.
Schroeft u de kartelmoer van de drukregelaar zonder gereedschap handmatig linksom
vast en sluitend op het aansluitstuk van de gasflesklep.
Schroeft u de kartelmoer van de slangleiding linksom op het afvoerstuk van de
drukregelaar. Voor het sluitend vastdraaien van de kartelmoer moet u een beksleutel
met 17 mm bekwijdte gebruiken. Om te voorkomen dat er een niet toegestane
krachtoverbrenging op het aansluitstuk van de fles ontstaat, moet met een tweede
beksleutel aan de drukregelaar worden tegengehouden. Deze sleutelwijdte is
afhankelijk van de uitvoering van de drukregelaar.
Sluit u het tweede uiteinde van de slangleiding aan op het aansluitstuk B van de box
en borgt u deze met een slangklem.
Opent u de gasklep en controleert u de dichtheid van alle verbindingen met een
lekzoekspray. Wanneer op de verbindingspunten geen blaasjes ontstaan, zijn deze
goed dicht.
EEN DICHTHEIDSCONTROLE MET OPEN VLAM IS NIET TOEGESTAAN!
NIET ROKEN! EXPLOSIE- EN VERBRANDINGSGEVAAR.
10. Aansluiten van een gasfles met binnenliggende
kogelterugslagklep
Controleert u, of in de gasflesaansluiting en in het schroefstuk van de drukregelaar de
dichtingen aanwezig en onbeschadigd zijn. Gebruikt u geen extra dichtingen.
Sluit u de klep van de drukregelaar en houdt u deze gedurende de gehele installatie
gesloten.
Schroeft u zonder gereedschap handmatig de drukregelaar vast en sluitend rechtsom
in de schroefdraad van de fles.
NL
afdichting
44
Schroeft u de kartelmoer van de slangleiding linksom op het afvoerstuk van de
drukregelaar. Voor het sluitend vastdraaien van de kartelmoer moet u een beksleutel
met 17 mm bekwijdte gebruiken. Om te voorkomen dat er een niet toegestane
krachtoverbrenging op het aansluitstuk van de fles ontstaat, moet met een tweede
beksleutel aan de drukregelaar worden tegengehouden. Deze sleutelwijdte is
afhankelijk van de uitvoering van de drukregelaar.
Sluit u het tweede uiteinde van de slangleiding aan op het aansluitstuk B van de box
en borgt u deze met een slangklem.
Opent u de gasklep en controleert u de dichtheid van alle verbindingen met een
lekzoekspray. Wanneer op de verbindingspunten geen blaasjes ontstaan, zijn deze
goed dicht.
EEN DICHTHEIDSCONTROLE MET OPEN VLAM IS NIET TOEGESTAAN!
NIET ROKEN! EXPLOSIE- EN VERBRANDINGSGEVAAR!
Vóór de vervanging van een gasfles en/of demontage van een slangleiding moet altijd
eerst de klep van de gasfles of van de drukregelaar worden gesloten.
Vervangt u poreuze of beschadigde slangleidingen door nieuwe.
11.Gasarmatuur
Het gasarmatuur bestaat uit :
een regelelement C met ingebouwde
ontstekingsbeveiliging,
de brander
de piezo-ontsteking D (uitvoering EGP)
Knop C kan op drie standen worden gedraaid:
: grote vlam = grote koelcapaciteit (MAX)
: kleine vlam = kleine koelcapaciteit (MIN)
: uit-stand = gastoevoer naar de brander afgesloten
De ontstekingsbeveiliging houdt de gastoevoer naar de brander automatisch open zolang
de vlam brandt, de gastoevoer wordt automatisch afgesloten, indien de vlam om enige
reden uitgaat.
12. On
tsteken van de gasbrander
Kraan van de gasfles resp. drukregelaar openen.
Knop C linksom in de max-positie draaien, indrukken en ingedrukt
houden.
Ontsteekt u na ongeveer 30 seconden de gasbrander, door
meerdere malen knop D in te drukken. Bij een uitvoering zonder
piezo-aansteker steekt u een brandende lucifer door opening F aan
de achterzijde van het apparaat.
Wanneer de vlam is aangestoken, houdt u knop C nog 20-30
seconden ingedrukt en laat u deze daarna pas los.
NL
45
De vlam kan ook door opening F gecontroleerd worden. Als de vlam niet brandt,
herhaalt u de ontstekingsprocedure na een wachttijd van ca. 1 minuut.
(Na een langdurige bedrijfspauze of na het vervangen van de gasfles kan het langer
dan 10 seconden duren voordat de vlam aangaat. Oorzaak : lucht in de leiding).
Nadat de koelruimte voldoende gekoeld is kan het nuttig blijken de regelaarknop C op
"MIN" stand te regelen om te voorkomen dat de te koelen producten bevriezen.
13. Gastoepassing uitschakelen
Kraantje van de gasfles resp. drukregelaar sluiten.
Knop C rechtsom in uit-stand draaien.
14. Bewaren van te koelen producten
Levensmiddelen en dranken steeds gesloten in het apparaat bewaren. Hierdoor
voorkomt u een nadelige beïnvloeding van de smaak en geur.
Te koelen producten bij voorkeur zo bewaren dat de lucht in de koelkast in de
koelruimte van het apparaat kan circuleren.
Geen hete gerechten of dranken deponeren.
In geen geval brandbare vloeistoffen en/of gassen in het koelapparaat bewaren!
Ontploffingsgevaar !
15. Bereiden van ijsblokjes
De ijsbak (als deze niet wordt meegeleverd, is als optie te bestellen) voor 4/5 vullen met
drinkwater en met het deksel afsluiten. Eventueel aanwezige waterdruppels van schaal
en deksel afwrijven om het vastvriezen te voorkomen. IJsblokjesschaal in het apparaat op
de koeleenheid plaatsen.
Om de vorming van ijsblokjes te versnellen dient u, bij toepassing met stroom, de
thermostaatknop of, bij toepassing met vloeibaar gas, de regelaarsknop eventueel
gedurende korte tijd op de MAX-stand te regelen. (Vergeet niet de knop weer terug te
zetten nadat u de ijsblokjes heeft aangemaakt!)
Om de ijsblokjes eruit te nemen dient u de complete ijsbak kortstondig te laten dooien of
een ogenblik onder gewoon leidingwater te houden en vervolgens het deksel van de bak
te nemen. De ijsblokjes kunnen nu gemakkelijk uit de bak resp. uit de vakjes in het deksel
worden genomen.
16. Ontdooien en maatregelen voor langdurige
bedrijfsonderbrekingen
Een te sterke ijsvorming van de verdamper bemoeilijkt het overbrengen van de koellucht
naar de koelruimte van het apparaat waardoor de koelcapaciteit wordt verminderd. Als er
dus een ca. 5 mm dikke ijslaag is gevormd, verdient het aanbeveling de mobilCooler te
ontdooien. Hiervoor wordt het apparaat uitgezet en het te koelen product verwijderd. Om
het ontdooien eventueel te versnellen mag u nooit verwarmingstoestellen, hoogtezonnen
en dergelijke gebruiken! Indien noodzakelijk kan er een in heet water verhitte doek als
hulpmiddel worden opgelegd. Na het ontdooien dient u het dooiwater met een schone
doek af te nemen en de koeleenheid zoals onder hoofdstuk 4 beschreven te reinigen.
NL
46
Als het apparaat gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, dan wordt het
uitgeschakeld en het te koelen product verwijderd. Na het ontdooien moet de koelruimte
zorgvuldig worden gereinigd en worden afgedroogd.
Om ervoor te zorgen dat er geen onaangename geurtjes in de koelruimte kunnen
ontstaan, dient men het deksel op een kiertje te laten openstaan.
17. Maatregelen na langdurige bedrijfsonderbrekingen
Als de mobilCooler na een langdurige bedrijfspauze na het inschakelen niet koelt, zet het
apparaat dan ZONDER AANGESLOTEN ENERGIETOEVOER op de kop. Na enkele
minuten zet u de mobilCooler weer op de poten en schakelt hem opnieuw in. Als het
resultaat dan nog niet beter is, dient u deze procedure eventueel meerdere malen te
herhalen.
18. Onderhoud van het appar
aat
Vernieuwen van de gasfilter: de gasfilter van cellulose bevindt
zich vooraan in de gasaansluitopening G. Als de gasfilter dient
te worden vervangen, dient u de filter uit de boring te trekken en
door een nieuwe te vervangen. Verdere onderhouds- resp.
reparatiewerkzaamheden, in het bijzonder aan het
koelaggregaat en het gasbrandersysteem, mogen uitsluitend
door geautoriseerde klantenservicediensten worden uitgevoerd.
Advies: bij normaal gebruik van het apparaat is het in het belang van uw eigen veiligheid
aan te bevelen, steeds na 2 jaar de volledige gasinstallatie met alle bestanddelen
(gasarmatuur, brandersysteem, aansluit- en verbindingsdelen) door een erkende
servicedienst of daartoe bevoegde technicus te laten controleren, om vast te stellen of uw
gasinstallatie nog in optimale staat verkeert.
19. Klantenservice
Mocht er aan het apparaat een storing optreden, controleer dan het volgende voordat u
contact opneemt met de klantenservice:
Staat het apparaat op een geschikte plaats en is het voldoende geventileerd?
Staat het apparaat horizontaal?
Heeft de contactdoos stroom?
Is de aansluitkabel beschadigd? I
Is er een contactverbinding losgeraakt?
Werd de stekker correct in het stopcontact gestoken?
Werd voor gastoepassing de knop van de ontstekingsbeveiliging (regelorgaan) lang
genoeg ingedrukt?
Staat de regelorgaanknop op de juiste positie?
Is het kraantje van de gasfles resp. van de drukregelaar opengedraaid?
Is er nog gas in de vloeibaargasfles? Als er bij het schudden van de gasfles geen
vloeistofbeweging kan worden vastgesteld, dan is de glasfles leeg.
Zijn er diverse energiebronnen tegelijkertijd ingeschakeld?
NL
47
Werden er warme voedingsmiddelen in de koelkast gelegd?
Werd er een te grote hoeveelheid te koelen producten in een keer in de koelkast
gelegd? Plaats de te koelen producten zodanig dat de lucht in de koelruimte vrij kan
circuleren. Geen karton of plastic platen als tussenschotten gebruiken. Houd de
vloeistofreservoirs steeds gesloten.
Als u contact opneemt met onze klantenservice, vermeld dan a.u.b. het toesteltype, het
productnummer, het serienummer en de aard van het defect. Voor dit apparaat
waarborgen wij de correcte staat van het apparaat op grond van onze
garantievoorwaarden.
20. Technische gegevens
Model: RC 1500
Gebr
uik op gas butaan (propaan):
Nominale warmtebelasting Qn : 140 W - 10.1 g/h (104W - 7.4 g/h)
Minimale warmtebelasting Qn min : 91 W - 6.6 g/h (80W - 5.7 g/h)
Aansluitdruk p 30 mbar
Categorie NL - l
3B/P
Klimaatklasse N
Toegestane bedrijfsdruk : 30 bar
Gebr
uik op elektriciteit:
220 - 240 V AC 50/60Hz 65 W
12 V DC 65 W
24 V DC 55 W
lnhoud 21 l
Koelmiddel 0,24 kg NH
3
+ H
2
O
Het toestel bevat geen CFK's/HCFK's.
Natriumchromaat wordt gebruikt als roestwerend middel (minder dan 2% van het
koelvloeistofgewicht)
NL
Dit apparaat voldoet aan de volgende EEG-richtlijnen:
LVD-Richtlijn 73/23/EEG gewijzigd bij
Richtlijn 90/683/EEG.
EMC-Richtlijn 89/336/EEG.
Gas-Richtlijn 90/396/EEG
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Electrolux RC1500 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor