ELECTROLUX LOISIRS RC1180 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
207.5170.01
COMBI BOX 3 WAY KOEL- & VRIESKAST
RC 1180
Gebruiksaanwijzing
0402
NL
2
Wij danken u dat u ons apparaat heeft gekozen. Wij hopen dat u er lang plezier aan zult beleven.
Hieronder willen wij u vertrouwd maken met enkele symbolen om een veilig en efficiënt gebruik van het
apparaat te verzekeren:
bron van gevaar bij onjuist gebruik
nuttige tips
informatie omtrent milieubescherming
Het koeltoestel RC 1180 dat u gekocht heeft, kan aangesloten worden op het stroomnet, een 12V-accu of
een gasfles.
Let op!
De vriesbox /koelbox mag - bij aansluiting op gas - alleen worden gebruikt op een
goed geventileerde plaats, in een tent of op grondniveau op een licht verhoogd vlak,
afgeschermd van regen en waterdruppels. Bij aansluiting op het elektriciteitsnet kan
het apparaat ook binnenshuis gebruikt worden. Ook dan moet het apparaat beschermd
worden tegen vocht.
Het is verboden om giftige of explosieve substanties in dit toestel op te slaan!
Let op!
Uw draagbare diepvriezer/koelkast - met gasvoeding - mag alleen worden gebruikt in
een goed geventileerde ruimte, waar hij beschermd is tegen regen en spatwater.
Voor een efficiënte werking is het belangrijk dat het toestel aan de achterzijde zoveel
mogelijk ventilatieruimte heeft zodat de hitte kan ontsnappen. Het heetst is het in de
omgeving van de brander, en het is dus van groot belang -vooral wanneer het toestel
op gas loopt - dat deze plaats niet wordt afgedekt of in contact komt met ontvlambare
materialen (bijv. gras of brandbare kunststofbodemzeilen).
Met de elektrische voeding kan het toestel ook worden gebruikt in een gesloten
ruimte, het moet echter nog steeds worden beschermd tegen vocht.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor u het apparaat in werking stelt.
Indien u het apparaat later verkoopt of weggeeft, zorg er dan voor dat de nieuwe
eigenaar de gebruiksaanwijzing ontvangt.
3
INHOUD
INHOUD
1. Uitpakken
2. Afbeelding van het apparaat
3. Schoonmaken
4. Plaatsing van het apparaat
5. Het apparaat gebruiken
5.1. Via aansluiting op het elektriciteitsnet
5.2. Via aansluiting op de accu van een auto
5.3. Via aansluiting op een gasfles
6. Nuttige tips
7. Ontdooien, schoonmaken en onderhouden
8. Electrolux Servicedienst
9. Inwerkingstelling
9.1. Aansluiting op het elektriciteitsnet
9.2. Aansluiting op de accu van een voertuig
9.3. Aansluiting op een gasfles
9.4. Aansluiting van een gasfles met een vast ingebouwde gasklep
10. Informatie omtrent milieubescherming
11. Recycling
12. Serviceadressen
4
1. Uitpakken
Controleer na het verwijderen van de kartonnen
verpakking of het apparaat niet beschadigd is. Indien
het apparaat beschadigd werd tijdens het vervoer,
moet u dit meteen melden aan uw leverancier.
2. Afbeelding van het apparaat
1. geïsoleerd chassis
2. geïsoleerd deksel
3. bedieningselementen
4. rooster
5. uitneembare scheidingswand
6. vriesgedeelte*
7. koelgedeelte*
Afbeelding 1.
*Als u de scheidingswand (5) verwijdert, beschikt u over een totaal koelvolume van 50 liter.
5
Afbeelding 2
3. Schoonmaken
Maak het apparaat zowel aan de binnen- als
de buitenkant schoon voor u het in gebruik
neemt.
Gebruik hiervoor een zachte doek, lauw water
en een niet bijtend reinigingsmiddel. Zorg
ervoor dat er geen water in het rooster van de
achterplaat en de bedieningselementen loopt.
Veeg daarna het apparaat af met een schone
doek en helder water en wrijf het droog.
Gebruik, om schade te voorkomen, geen zeep,
schurende of bijtende reinigingsmiddelen.
4. Plaatsing van het apparaat
Tijdens het vries / koelproces geeft het
apparaat via de condensor (onder het bovenste
deel van de achterplaat) de onttrokken warmte af aan
de omgeving. Hoe beter de ventilatie van de
condensor, hoe efficiënter de koeling zal verlopen.
Het beste koelresultaat wordt bereikt als het
toestel op een vlakke ondergrond staat, in een
rijdend voertuig valt het koelresultaat iets
slechter uit. De bewegingen van het voertuig
beïnvloeden namelijk de circulatie van het
koelmiddel in het toestel.
Het is belangrijk dat het apparaat niet
blootgesteld wordt aan directe warmtestraling
(zonlicht, radiator, dicht bij een oven, enz.)
Bij het werken op gas moeten de volgende vrije
afstanden in acht worden genomen: minimaal 10
cm van de achterkant van het toestel, minimaal 4
cm van beide kanten, minimaal 30 cm van de
bovenkant van het toestel, minimaal 5 cm van de
bodem.
Alle brandbare voorwerpen (papier, hout, gras,
textiel enz.) in de onmiddellijke nabijheid van het
toestel dienen op de bovenvermelde afstanden
te worden gehouden.
5. Het apparaat gebruiken
De kabel voor de aansluiting op het stroomnet, de
12V-verbindingskabel en het verbindingsstuk voor
de gasaansluiting bevinden zich aan de
achterkant van de RC 1180 (Afbeelding 2).
5.1 Via aansluiting op het
elektriciteitsnet
Controleer of de elektrische spanning, vermeld op
het typeplaatje van het apparaat, overeenstemt met
de spanning van het elektriciteitsnet waarop u het
apparaat wenst aan te sluiten. Wikkel de
elektriciteitskabel af en steek de stekker in een
geaard stopcontact.
Indien u het toestel voor het eerst gebruikt, draait u
de thermostaat op maximum; na ongeveer vijf uur
draait u hem terug op minimum, afhankelijk van de
gewenste koeling.
6
5.2 Via aansluiting op de accu
van een auto
Controleer of de spanningswaarde op het typeplaatje
van het toestel overeenstemt met de spanning van de
accu van het voertuig (12V).
Met 12V-voeding loopt het toestel constant en zonder
temperatuurcontrole.
Het toestel wordt geleverd met een passende
12V-STEKKER + CONTRASTEKKER (zie punt
9.2 over het aansluiten aan de accu van het voertuig).
Als het toestel aangesloten is op de 12V-voeding,
moet u het afkoppelen (zie Afbeelding 7) als de motor
van het voertuig niet loopt. Als het toestel
ingeschakeld blijft, wordt de accu van het voertuig
ontladen.
5.3. Via aansluiting op een gasfles
De aansluiting op de gasfles wordt beschreven in de
paragrafen 9.3. en 9.4.
Open de klep van de gasfles, controleer of er geen
gaslekken zijn, zet de thermostaat op maximum
(Afbeelding 4) en duw vervolgens de veiligheidsknop
naar beneden. Houd deze ongeveer 10 seconden
ingedrukt en duw enkele malen snel achter elkaar op
de piëzo-ontstekingsknop (aangeduid met een ster).
Indien u geen vlam krijgt, herhaal dan de procedure.
(De lucht die zich nog in de gasleiding van het
apparaat bevond voor het werd aangesloten op de
gasfles moet eerst verwijderd worden. Pas dan kan
het gas ontstoken worden).
De ontsteking kan worden gecontroleerd via het
vlammenkijkgaatje (Afbeelding 5). Wanneer de vlam
brandt, moet u de veiligheidsknop nog 10 seconden
ingedrukt houden.
Om de gastoevoer uit te schakelen, moet u de
afsluiter (of de drukregelaar) van de gasfles sluiten.
Afbeelding 3
Afbeelding 4.
Afbeelding 5.
7
6. Nuttige tips
Laat het toestel voor u op reis vertrekt gedurende
24 uur ingeschakeld op 230V. Plaats alleen vooraf
gekoeld voedsel in het toestel.
Als het toestel werkt, wordt ijs gevormd op het
verdamperpaneel. Wanneer u het deksel opent of
voedsel in het toestel legt, smelt dit ijs gedeeltelijk
en loopt het op de bodem samen in de vorm van
water. Veeg het water nu en dan weg met een
spons.
Vermijd voedsel in breekbare verpakkingen (zoals
glas) in het koeltoestel te plaatsen. Door de
bewegingen van het toestel kan deze verpakking
breken.
Zodra de RC 1180 op zijn definitieve plaats staat,
moet u ervoor zorgen dat de inhoud niet in contact
komt met het verdamperpaneel; dit kan vriesbrand
op het voedsel veroorzaken.
Het toestel mag niet op 12 Volt werken als het
voertuig geparkeerd is, anders wordt de accu van
het voertuig ontladen.
Er mag slechts één energiebron tegelijk gebruikt
worden.
7. Ontdooien, schoonmaken
en onderhouden
Trek vóór het ontdooien de stekker van het apparaat
steeds uit het stopcontact om elektrische schokken te
voorkomen. Zorg ervoor dat er geen andere
energiebron is aangesloten (gas of 12V). Maak het
koelapparaat leeg en laat het deksel openstaan.
Afhankelijk van de temperatuur, smelt het ijs van het
verdamperpaneel in korte tijd en vormt zich water op
de bodem van het koelapparaat. Veeg dit weg met
behulp van een spons. Maak daarna het apparaat
schoon volgens de instructies in paragraaf 3. Laat het
deksel open zodat er geen nare luchtjes ontstaan. Het
toestel moet, afhankelijk van de gebruiksfrequentie,
minstens eenmaal per jaar onderhouden worden door
een erkend servicetechnicus.
8. Electrolux Servicedienst
Gelieve het volgende te controleren alvorens contact
op te nemen met de Electrolux Servicedienst:
Zijn de standplaats en ventilatie optimaal ?
Staat het apparaat waterpas ?
Staat er spanning op het stopcontact en is de
aansluiting geschikt voor het apparaat ?
Is de elektriciteitskabel beschadigd ?
Voor werking op elektriciteit, is de elektrische
thermostaat ingeschakeld?
Voor werking op gas, werd de veiligheidsknop
lang genoeg ingedrukt ?
Staat de thermostaat op maximum?
Staat de gasfles of het drukreduceerventiel open?
Is de gasfles gevuld ? (De fles is leeg als u bij
schudden geen bewegende vloeistof
waarneemt).
Zijn er per toeval twee verschillende
energiebronnen aangesloten ? (bijvoorbeeld gas
en elektriciteit)
Werd er warm voedsel in het apparaat gezet ?
Werden grote hoeveelheden voedsel in een keer
in het apparaat gezet ?
Als het apparaat na deze controle nog steeds niet
of niet goed functioneert, neem dan contact op met
de Electrolux Servicedienst. Wanneer u melding
maakt van het probleem, vermeld dan ook de aard
van het probleem, het type apparaat, en het
product- en serienummer op het typeplaatje.
Wij komen de garantievoorwaarden voor het apparaat
na.
9. Inwerkingstelling
U mag het apparaat slechts op één
energiebron aansluiten. Wanneer u het
opverscheidene energiebronnen tegelijk aansluit zal
het apparaat niet werken.
Technische gegevens:
Model
Bruto inhoud
Inhoud koelvak
Inhoud vriesvak
Volume scheidingswand
Spanning
Vermogen
Energieverbruik
Accu
Vermogen
Energieverbruik
Gasdruk
Gasclassificatie
Straalomvang
Klimaatklasse
Koelmiddel
RC 1180
50 liter
30 liter
16 liter
4 liter
220 - 240V (wisselstroom)
120W (0,5A)
2,1kWh/24h
12V (gelijkstroom)
120W (10A)
240Ah/24h
30 mbar
I3 B/P
26
N
580g NH
3
+ H
2
O
8
9.1 Aansluiting op het elektriciteitsnet
Zorg ervoor dat er geen andere energiebron
aangesloten is (gas, 12V).
Het toestel mag alleen gebruikt worden met de
nominale netspanning zoals aangegeven op
het typeplaatje. De stekker van het toestel kan
aangesloten worden op een volgens de wettelijke
voorschriften geaarde contactdoos.
Elektrische installatiewerkzaamheden moeten
uitgevoerd worden door een gekwalificeerd
elektromonteur of een bevoegd persoon.
De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid af indien
deze veiligheidsaanwijzingen niet gevolgd worden.
Elektrische vereisten
Controleer of de elektrische voedingsspanning
overeenstemt met de waarde op het typeplaatje voor
u het toestel inschakelt.
9.2 Aansluiting op de accu
van een voertuig
Zorg ervoor dat er geen andere energiebron is
aangesloten (gas, 230V).
De 12v-contrastekker bevindt zich aan de achterzijde
van het toestel. De passende stekker met 2,5m kabel
wordt als toebehoren bij uw nieuwe toestel geleverd.
Het aansluiten aan de 12V-accu van het voertuig moet
als volgt worden uitgevoerd door een professionele
technicus:
Het vrije uiteinde van de kabel moet worden
aangesloten aan de positieve en de negatieve polen
van de accu.
Opgelet: de verbinding met de positieve pool moet
worden beveiligd met een 16a-zekering!
Een aansluitingsmogelijkheid is afgebeeld op
Afbeelding 6.
A - zekeringhouder met 16a-zekering
B - kabelbinder
C - positieve accukabel
Als de 2,5m lange kabel te kort is, moet voor een
verlenging tot 4m een kabel met 2,5mm
2
, en voor een
verlenging tot 6m een kabel met 4,0mm
2
doorsnede
worden gebruikt.
Let op de spanningswaarden op het kenplaatje en op
het label onder de contrastekker!
De 12v-voeding wordt ingeschakeld door het insteken
en uitgeschakeld door het uittrekken van de stekker.
Duw met een schroevendraaier op het
vergrendelingslipje zoals afgebeeld op Afbeelding 7.
Daarna kan de stekker worden verwijderd.
9.3 Aansluiting op een gasfles
Zorg ervoor dat er geen andere energiebron is
aangesloten (230V, 12V).
Het apparaat mag niet op stads- of aardgas
worden aangesloten. Het is uitsluitend
geschikt voor propaan-/butaangas-toepassing.
Op het typeplaatje (zie achterwand van het
apparaat) is de voorgeschreven gasaansluitdruk in
mbar vermeld. Er dient een dienovereenkomstige
drukregelaar te worden gebruikt.
HET APPARAAT MAG MET GEEN ANDERE DAN
DE OP HET TYPEPLAATJE VERMELDE DRUK
WORDEN GEBRUIKT.
Afbeelding 6.
Afbeelding 7.
9
9.4 Aansluiting van een gasfles
met een vast ingebouwde
gasklep (Zie afbeelding 9)
Controleer of de dichting aan het verbindingsstuk
van de gasflesklep aanwezig en onbeschadigd is.
Gebruik geen extra dichtingen. De gasklep van
de fles moet tijdens de gehele installatie gesloten
blijven.
Laat een kleine hoeveelheid gas ontsnappen om
eventueel aanwezig vuil uit de gasflesklep te
verwijderen.
Schroef de kartelmoer van de drukregelaar
zonder gereedschap handmatig linksom vast en
sluitend op het aansluitstuk van de gasflesklep.
Schroef de kartelmoer van de slangleiding
linksom op het afvoerstuk van de drukregelaar.
Voor het sluitend vastdraaien van de kartelmoer
moet u een beksleutel met 17 mm bekwijdte
gebruiken. Om te voorkomen dat er een niet
toegestane krachtoverbrenging op het
aansluitstuk van de fles ontstaat, moet met een
tweede beksleutel de drukregelaar worden
tegengehouden. Deze sleutelwijdte is afhankelijk
van de uitvoering van de drukregelaar.
Sluit het tweede uiteinde van de slangleiding
aan op het aansluitstuk van de box en borg de
slangleiding met een slangklem (afbeelding 8).
Open de gasklep en controleer de dichtheid
van alle verbindingen met een lekzoekspray.
Wanneer op de verbindingspunten geen
blaasjes ontstaan, zijn deze goed dicht.
EEN DICHTHEIDSCONTROLE MET OPEN VLAM IS NIET TOEGESTAAN!
NIET ROKEN! EXPLOSIE- EN VERBRANDINGSGEVAAR!
Afbeelding 8. Afbeelding 9.
10
EEN DICHTHEIDSCONTROLE MET OPEN VLAM IS NIET TOEGESTAAN!
NIET ROKEN! EXPLOSIE- EN VERBRANDINGSGEVAAR!
9.5 Aansluiting van een gasfles
met binnenliggende
kogelterugslagklep (Zie afbeelding 10)
Controleer of in de gasflesaansluiting en in het
schroefstuk van de drukregelaar de dichtingen
aanwezig en onbeschadigd zijn. Gebruik geen
extra dichtingen.
Sluit de klep van de drukregelaar en houd deze
gedurende de gehele installatie gesloten.
Schroef zonder gereedschap handmatig de
drukregelaar vast en sluitend rechtsom in de
schroefdraad van de fles.
Schroef de kartelmoer van de slangleiding
linksom op het afvoerstuk van de drukregelaar.
Voor het sluitend vastdraaien van de kartelmoer
moet u een beksleutel met 17 mm bekwijdte
gebruiken. Om te voorkomen dat er een niet
toegestane krachtoverbrenging op het
aansluitstuk van de fles ontstaat, moet met een
tweede beksleutel de drukregelaar worden
tegengehouden. Deze sleutelwijdte is afhankelijk
van de uitvoering van de drukregelaar.
Sluit het tweede uiteinde van de slangleiding
aan op het aansluitstuk van de box en borg de
slangleiding met een slangklem (figuur 8).
Open de gasklep en controleer de dichtheid
van alle verbindingen met een lekzoekspray.
Wanneer op de verbindingspunten geen
blaasjes ontstaan, zijn deze goed dicht.
Vóór de vervanging van een gasfles en/of
demontage van een slangleiding moet altijd eerst
de klep van de gasfles of van de drukregelaar
worden gesloten. Vervang poreuze of beschadigde
slangleidingen door nieuwe.
Afbeelding 10.
11
10. Informatie omtrent
milieubescherming
Het apparaat bevat geen CFK's/HCFK's.
Ammoniakgas (natuurlijke waterstof en
stikstofverbinding) wordt gebruikt als koelmiddel in het
koelapparaat.
Het ozonvriendelijke cyclopentaan dient als agens
voor de polyurethaan schuimisolatie.
Der anvendes natriumchromat til
korrosionsbeskyttelse (i en koncentration på mindre
end 2% i kølervæsken).
11. Recycling
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, brengt u het
verpakkingsmateriaal bij voorkeur naar een plaatselijk
inzamelpunt. Na de nuttige levensduur, moet het
apparaat afgeleverd worden bij een gemeentelijk
inzameldepot of bij een gespecialiseerd inzamel- en
recyclingbedrijf, dat de nog bruikbare materialen
terugwint. De rest wordt volledig vernietigd.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EEG-
richtlijnen:
LVD-Richtlijn 73/23/EEG gewijzigd bij
Richtlijn 90/683/EEG.
EMC-Richtlijn 89/336/EEG.
Gas-Richtlijn 90/396/EEG
SERVICE DISTRIPARTS
Nederland:
Storingsmeldingen Onderdelenverkoop
(op werkdagen tijdens kantooruren) (op werkdagen tijdens kantooruren)
Telefoon : 0172 - 46 83 00 Telefoon : 0172 - 46 84 00
Telefax : 0172 - 46 82 55 Telefax : 0172 - 46 83 76
België:
Thuisherstellingen Wisselstukken
(op werkdagen tijdens kantooruren) (op werkdagen tijdens kantooruren)
Telefoon : 02 - 363 04 44 Telefoon : 02 - 363 05 55
Telefax : 02 - 363 04 00 Telefax : 02 - 363 05 00
Printed by Xerox Hungary Ltd. Rev.:2003. 08. 26.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

ELECTROLUX LOISIRS RC1180 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding