NL
- 35 -
klok mee wordt de kleminrichting aangehaald.
Door draaien tegen de richting van de wijzers van
de klok in wordt de kleminrichting losgezet.
•
De extra handgreep (8) moet eerst worden
gemonteerd. Te dien einde de kleminrichting
door draaien van de handgreep ver genoeg
openen zodat de extra handgreep over de
boorhouder (1) van de klopboormachine kan
worden geschoven.
•
Na het opschuiven van de extra handgreep
(8) zwenkt u die naar de werkpositie die voor
het aangenaamst is.
•
Draai dan de handgreep in tegengestelde
draairichting terug dicht tot de extra hand-
greep vast zit.
•
De extra handgreep (8) is zowel voor rechts-
handigen als ook voor linkshandigen geschi-
kt.
5.2 Diepteaanslag monteren en afstellen
(fi g. 4, pos. 2)
De diepteaanslag (2) wordt door de extra
handgreep (8) dankzij een kleminrichting vast-
gehouden. De kleminrichting wordt losgezet of
aangehaald door de handgreep te draaien.
•
Draai de kleminrichting los en zet de dieptea-
anslag (2) de uitsparing van de extra hand-
greep in die ervoor is voorzien.
•
Breng de diepteaanslag (2) op het zelfde ni-
veau t.o.v. de boor.
•
Trek de diepteaanslag met de gewenste boor-
diepte terug.
•
Draai de greep van de extra handgreep (8)
terug dicht tot hij vastzit.
•
Boor dan het gat tot de diepteaanslag (2) het
werkstuk raakt.
5.3 Inzetten van de boor (fi g. 5)
•
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcon-
tact voordat u het gereedschap anders afstelt.
•
Diepteaanslag loszetten zoals beschreven
onder 5.2 en naar de extra handgreep toe
schuiven. Zodoende hebt u toegang tot de
boorhouder (1).
•
Deze klopboormachine is voorzien van een
snelspanboorhouder (1).
•
Draai de boorhouder (1) open. De boorope-
ning moet groot genoeg zijn om de boor op
te nemen.
•
Kies een gepaste boor. Schuif de boor zo ver
mogelijk de boorhouderopening in.
•
Draai de boorhouder (1) dicht. Controleer of
de boor in de boorhouder (1) vast zit.
•
Controleer regelmatig of de boor of het ge-
reedschap goed vast zit (netstekker uit het
stopcontact verwijderen!).
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (fi g. 6, pos. 5)
•
Zet eerst een gepaste boor het gereedschap
in (zie 5.3).
•
Sluit de netstekker aan op een gepast stop-
contact.
•
Zet de boormachine rechtstreeks op de
plaats aan waar u wilt boren.
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar (5) indrukken
Continubedrijf:
AAN/UIT-schakelaar (5) indrukken en borgen
d.m.v. de vastzetknop (4).
Uitzetten:
De AAN-/UIT-schakelaar (5) kort indrukken.
6.2 Toerental afstellen (fi g. 6, pos. 5)
•
U kan het toerental tijdens het bedrijf traploos
regelen.
•
U kiest het toerental door de AAN/UIT-scha-
kelaar (5) meer of min hard in te drukken.
•
Kiezen van het juiste toerental: Het best
geschikte toerental is afhankelijk van het
werkstuk, van de werkmodus en van de inge-
zette boor.
•
AAN/UIT-schakelaar (5) minder hard inge-
drukt: lager toerental (geschikt voor: kleine
schroeven, zachte materialen)
•
AAN/UIT-schakelaar (5) harder ingedrukt:
hoger toerental (geschikt voor: grote/lange
schroeven, harde materialen)
Hint: boor de boorgaten met een laag toerental
aan. Verhoog dan het toerental geleidelijk aan.
Voordelen:
•
De boor is bij het aanboren gemakkelijker te
controleren en glijdt niet weg.
•
U voorkomt verbrijzelde boorgaten (b.v. bij te-
gels).6.3 Vooraf instellen van het toerental
(fi g. 6, pos. 6)
•
De toerentalafstelring (6) maakt het mogelijk
het maximumtoerental vast te leggen. De
AAN/UIT-schakelaar (5) kan enkel nog tot het
vooraf ingestelde maximumtoerental worden
ingedrukt.
•
Stel het toerental af d.m.v. de afstelring (6) in
Anleitung_TC_ID_550_E_SPK2.indb 35Anleitung_TC_ID_550_E_SPK2.indb 35 10.11.2016 07:29:5910.11.2016 07:29:59