Indesit IWSC 5105 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding
25
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat en
starten van een programma, 28-29
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programmas, 30
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 31
Instellen van de temperatuur
Instellen van de centrifuge
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 32
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 33
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 34
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
NL
IWSC 5105
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
26
NL
Installatie
Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat
verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de
wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de
functies en betreffende raadgevingen kan doornemen.
Lees de instructies aandachtig door: u vindt er
belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik
en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het
geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u
contact opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de 3
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer en de
rubberen ring met
bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic
doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat
ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden
aangebracht.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een
muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal is
kunt u de
onregelmatigheid
opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster
te schroeven (zie
afbeelding); de
inclinatiehoek, gemeten
ten opzichte van het werkvlak, mag de niet
overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van
de automaat tijdens de werking. In het geval van
vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes
zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is
voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan
op de koudwaterkraan
met een mondstuk met
schroefdraad van 3/4 gas
(zie afbeelding).
Voordat u de
wasautomaat aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan de
wasautomaat door hem
op de betreffende
watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de
buis zijn.
De waterdruk van de kraan moet zich binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden
(zie bladzijde hiernaast).
Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde winkel of een
bevoegde installateur.
Gebruik nooit tweedehands buizen.
Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
27
NL
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen
de 65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de
bijgeleverde steun aan
de kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit
niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde
doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag
hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet
u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens
(zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker
of het stopcontact vervangen worden.
De wasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats,
aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en
onweer bloot te stellen.
Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
De voedingskabel mag alleen door een bevoegde
installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik
neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met
wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2.
Technische gegevens
Model
IWSC 5105
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 44
Vermogen
van 1 tot 5 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat
is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 40 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1000 toeren per minuut
Controle-program-
ma's volgens de
norm EN 60456
programma 2; temperatuur 60°C;
uitgevoerd met 5 kg lading.
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EEC voorschriften:
-89/336/EEC van 03/05/89
(Elektromagnetische compatiabiliteit)
en successievelijke modificaties
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
28
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en
wasversterkers (zie Wasmiddelen en wasgoed).
Toets AAN/UIT: voor het in- en uitschakelen van de
wasautomaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de
programmas. Gedurende het programma blijft de
knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het
selecteren van de beschikbare functies. Het
controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven.
CENTRIFUGEKNOP: voor het instellen of uitsluiten
van de centrifuge (zie Persoonlijke Instellingen).
TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de
temperatuur of koud wassen
(zie Persoonlijke Instellingen).
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/
UITGESTELDE START: voor het volgen van het
verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Als de functie Uitgestelde start is ingesteld, tonen
de lampjes de tijd die resteert tot het starten van het
programma (zie pagina hiernaast).
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien
of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUZE: om
programmas te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u
op deze toets. Het oranje licht van het betreffende
controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje
van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
uit is, kunt u
het deurtje openen.
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op
deze toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing,
over een systeem wat het apparaat automatisch na
30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet
gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot
de wasautomaat weer aangaat.
Beschrijving van de wasautomaat
en starten van een programma
Controlelampjes
VOORTGANG
CYCLUS/UITGESTELDE START
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKEERD
Toets met
controlelampje
START/
PAUZE
Bedieningspaneel
TEMPERATUUR
KNOP
Wasmiddelbakje
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
AAN/UIT
toets
CENTRIFUGEKNOP
PROGRAMMAKNOP
29
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Uitgestelde start
Als de functie Uitgestelde Start is geactiveerd
(zie Persoonlijke Instellingen) zal, nadat het program-
ma is gestart, het controlelampje dat bij de
uitgestelde start hoort gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende
wachttijd getoond, met het knipperen van het
betreffende controlelampje:
Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het
ingestelde programma van start gaan.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan
om te tonen op welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende
controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende
controlelampje aan. Als de gekozen functie niet
geschikt is voor het ingestelde programma gaat het
betreffende controlelampje knipperen en zal de functie
niet worden geactiveerd. Als de geselecteerde functie
niet compatibel is met een optie die daarvòòr is
ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de
tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje
van de geactiveerde functie zal aangaan.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de
deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per
ongeluk wordt geopend. Om het deurtje te openen
moet u wachten tot het controlelampje uitgaat (wacht
circa 3 minuten). Om de deur te openen tijdens de
wascyclus drukt u op de knop START/PAUZE; als het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u
het deurtje openen.
Een programma starten
1. Schakel de wasautomaat in met de AAN/UIT toets. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan en gaan
dan weer uit en het controlelampje START/PAUZE knippert.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie Persoonlijke instellingen).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie Persoonlijke instellingen).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie Wasmiddelen en wasgoed).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast
groen licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/
PAUZE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje
aan. Als het controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan
zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de AAN/UIT toets.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge
Waterafvoer
Einde hoofdwas
30
NL
Speciale programmas
-NFHAII (programma 10) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en
bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (10 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen
(behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg.
Sport Intensive (programma 11) is ontwikkeld voor het wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken,
sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven
hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de "Programmatabel".
Sport Light (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken,
sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven
hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de "Programmatabel". We raden u aan een vloeibaar
wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading.
Sport Shoes (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u
nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Programmas
De gegevens in de tabel geven slechts geschatte waarden weer.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Programmas
Beschrijving van het Programma
Maxi-
male
Te m p
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Wasmiddel
Maximale
lading (kg)
Duur cyclus
Voor-
was
Was-
sen
Bleek-
middel
Wasver-
zachter
Normaal
Eco
Time
Normaal
Eco
Time
Dagelijkse was
1
Katoen + Voorwas:
Zeer vuile witte was.
90° 1000
ll
-
l
5
-
171
-
2
Katoen:
Zeer vuile witte was.
90° 1000
-
ll l
5
-
155
-
2
Katoen (1):
Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1000
-
ll l
5
-
153
-
2
Katoen (2):
Zeer vuile witte en bonte fijne was.
40° 1000
-
ll l
5
-
147
-
3
Katoen:
Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1000
-
ll l
52,5130104
4
Bont Katoen (3):
Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1000
-
ll l
5 2,5 92 71
5
Synthetisch:
zeer vuile kleurvaste bonte was.
60° 800
-
ll l
2,5 1,5 85 72
6
Synthetisch:
niet zo vuile kleurvaste bonte was.
40° 800
-
ll l
2,5 1,5 71 60
Speciale was
7
Wol:
voor wol, kasjmier, etc.
40° 600
-
l
-
l
1
-
55
-
8
Zijde/Gordijnen:
voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0
-
l
-
l
1
-
55
-
9
Jeans
40° 800
-
l
-
l
2,5
-
70
-
10
Express:
voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800
-
l
-
l
1,5
-
15
-
Sport
11
Sport Intensive
30° 600
-
l
-
l
2,5
-
78
-
12
Sport Light
30° 600
-
l
-
l
2,5
-
68
-
13
Sport Shoes
30° 600
-
l
-
l
Max. 2
paar.
-
50
-
Delprogramma's
Spoelen
-
1000
- -
ll
5
-
36
-
Centrifugeren
-
1000
- - - -
5
-
16
-
Afpompen
-
0
- - - -
5
-
2
-
31
NL
Instellen van de temperatuur
Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen (
).
De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
Instellen van de centrifuge
Door aan de CENTRIFUGEKNOP te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
De maximum snelheden voorzien voor de programmas zijn:
Programmas Maximum snelheid
Katoen 1000 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 600 toeren per minuut
Zijde alleen waterafvoer
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool
.
De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum
voorzien voor dat programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het
ingestelde programma.
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd
worden voor een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie "Programmatabel"). Met
kunt u wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid
vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading.
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programmas 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , , .
Bleken
Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor
bestemde bakje 4 te gieten (zie Bleekcyclus).
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programmas 1, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , .
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel
verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programmas 10, , .
Uitgestelde Start
Stelt de start van de wasautomaat tot aan 12 uur uit.
Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Bij de
vijfde druk op de toets wordt de functie uitgeschakeld.
N.B.: Als de START/PAUZE knop eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden voor u het
ingestelde programma van start doet gaan.
Deze optie is bij alle programmas mogelijk.
Persoonlijke instellingen
32
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste
dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het
wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de
binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor
het vervuilen van het milieu.
Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien
die te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of
de wasversterker er als
volgt in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u
controleren of het bakje 4 is verwijderd.
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in
het bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig
wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate
bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen,
synthetische stoffen en wol.
Plaats het bijgeleverde
extra bakje 4 in bakje 1.
Let er bij het gieten van
het bleekwater op dat
het niveau "max",
aangegeven op de
centrale pin, niet wordt
overschreden (zie afb.).
Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwater in het
extra bakje 4, stelt u het programma Spoelen
en
activeert u de functie Bleken (
.
Voor bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel
en de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het
gewenste programma in en activeert u de functie
Bleken (
.
Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit.
1
2
3
4
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend
voor droog wasgoed, nooit:
Kleurechte stoffen: max 5 kg
Synthetische stoffen: max 2,5 kg
Fijne stoffen: max 2 kg
Wol: max 1 kg
Zijde: max 1 kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook
die met het etiket "alleen handwas"
. Voor de
beste resultaten dient u een specifiek wasmiddel te
gebruiken en nooit de 1 kg wasgoed te overschrijden.
Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle
zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan
een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de
bijgeleverde zak. Gebruik het programma 8.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor
u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik het programma 9.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de
automaat de lading voor het centrifugeren op een
gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te
laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan
de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de
lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de
wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit
balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren
in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering
te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
33
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
De wasmachine is ontworpen en geproduceerd
volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze
aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven
en moeten aandachtig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor
huishoudelijk niet-professioneel gebruik.
De wasautomaat mag alleen door volwassenen
worden gebruikt en volgens de instructies in deze
handleiding.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, maar altijd door de stekker
zelf beet te pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer
heet kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme
dat een ongewild openen van de deur voorkomt,
kan beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan
met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig.
Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet
u controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt
u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti
ging van Electrische en Electronische Apparatuur,
vereist dat oude huishoudelijke electrische appa
raten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optima
liseren en de negatieve invloed op de gezondheid
en het milieu te reduceren. Het symbool op het
product van de afvalcontainer met een kruis
erdoor herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat
apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
34
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee
beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de
wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen
met een spons en een lauw sopje worden
schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of
oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje door
het op te lichten en
naar voren te trekken
(zie afbeelding).
Was het onder
stromend water. Dit
moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het
kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en
zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal
de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan de
voorkant van de
wasautomaat met behulp
van een
schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten
moet hij vervangen worden: gedurende het wassen
kan de hoge waterdruk onverwachts breuken
veroorzaken.
Gebruik nooit tweedehands buizen.
35
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst
(zie Service)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van
de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen
watertoevoer (het
controlelampje van de eerste
wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water
aan- en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de
"opties" en het controlelampje
"start/pauze" gaan knipperen, en
een van de controlelampjes van
de "lopende fase" en van "deur
geblokkeerd" blijven vast
aanstaan.
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De AAN/UIT toets is niet ingedrukt.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld (zie Persoonlijke Instellingen).
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af
geïnstalleerd (zie Installatie).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie Installatie).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de
waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst
inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een
flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de
wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te
verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programmas moet dit
met de hand worden gestart (zie Starten en Programmas).
De afvoerbuis is gebogen (zie Installatie).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd
(zie Installatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie Installatie).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie Installatie).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie Installatie).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie Onderhoud en
verzorging).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie Installatie).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet voor
wasautomaat, handwas en machinewas, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
36
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie Storingen en oplossingen).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het
telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat.
Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N);
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u
het deurtje opendoet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 26-27 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma, 28-29 Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten Programma’s, 30 Programmatabel Persoonlijke instellingen, 31 IWSC 5105 Instellen van de temperatuur Instellen van de centrifuge Functies Wasmiddelen en wasgoed, 32 Wasmiddelbakje Bleekcyclus Voorbereiden van het wasgoed Bijzondere kledingstukken Balanceersysteem van de lading Voorzorgsmaatregelen en advies, 33 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 34 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Storingen en oplossingen, 35 Service, 36 25 Installatie NL  Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.  Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Hydraulische en elektrische aansluitingen Uitpakken en waterpas zetten Aansluiting van de watertoevoerbuis Uitpakken 1. De wasautomaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 3 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding).  Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. Waterpas zetten  De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). kinderen. 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 26  Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.  Gebruik nooit tweedehands buizen.  Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond  Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. NL  Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.  De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen.  Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Eerste wascyclus Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2. Technische gegevens Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden.  De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.  Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Model IWSC 5105 Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 44 Vermogen van 1 tot 5 kg Elektrische aansluitingen zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Aansluiting waterleiding max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 40 liters Snelheid centrifuge tot 1000 toeren per minuut Controle-programma's volgens de norm EN 60456 programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 5 kg lading. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: -89/336/EEC van 03/05/89 (Elektromagnetische compatiabiliteit) en successievelijke modificaties - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) 27 Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma NL Bedieningspaneel Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/UITGESTELDE START START/ PAUZE FUNCTIE TEMPERATUUR KNOP Wasmiddelbakje Toets met controlelampje Toetsen met controlelampjes AAN/UIT toets PROGRAMMAKNOP Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD CENTRIFUGEKNOP Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast). Toets AAN/UIT: voor het in- en uitschakelen van de wasautomaat. Toets met controlelampje START/PAUZE: om programma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken. N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het uit is, kunt u controlelampje DEUR GEBLOKKEERD het deurtje openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de programma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan. Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. CENTRIFUGEKNOP: voor het instellen of uitsluiten van de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”). TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”). Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/ UITGESTELDE START: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Het controlelampje geeft de lopende fase weer. Als de functie “Uitgestelde start” is ingesteld, tonen de lampjes de tijd die resteert tot het starten van het programma (zie pagina hiernaast). 28 Stand- by modus Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasautomaat weer aangaat. Controlelampjes Hoofdwas De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie over: Spoelen Uitgestelde start Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd (zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort gaan knipperen: Waterafvoer NL Centrifuge Einde hoofdwas Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd getoond, met het knipperen van het betreffende controlelampje: Functietoetsen en betreffende controlelampjes Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan. Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het ingestelde programma van start gaan. Controlelampje deur geblokkeerd: Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot het controlelampje uitgaat (wacht circa 3 minuten). Om de deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop START/PAUZE; als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen. Controlelampjes lopende fase Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is: Een programma starten 1. Schakel de wasautomaat in met de AAN/UIT toets. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan en gaan dan weer uit en het controlelampje START/PAUZE knippert. 2. Laad het wasgoed in en sluit de deur. 3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP. 4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”). 5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”). 6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). 7. Selecteer de gewenste functies. 8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/ PAUZE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen. 9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Als het controlelampje DEUR uitgaat, kunt u het deurtje openen. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan GEBLOKKEERD zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de AAN/UIT toets. 29 Programma’s Programmatabel Programma’s NL Beschrijving van het Programma Maximale Temp (°C) Maximale Maximaal Wasmiddel Duur cyclus lading (kg) toerental (toeren per Voor- Was- Bleek- WasverEco Eco Normaal Normaal minuut) Time Time was sen middel zachter Dagelijkse was 90° 90° 60° 40° 60° 40° 60° 40° 1000 1000 1000 1000 1000 1000 800 800 l - l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l 5 5 5 5 5 5 2,5 2,5 9 Jeans 40° 30° 40° 600 0 800 - l l l - l l l 10 30° 800 - l - 30° 30° 600 600 - l l 30° 600 - - 1000 1000 0 - 1 Katoen + Voorwas: Zeer vuile witte was. 2 Katoen: Zeer vuile witte was. 2 Katoen (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 2 Katoen (2): Zeer vuile witte en bonte fijne was. 3 Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 4 Bont Katoen (3): Niet zo vuile witte en bonte was. 5 Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was. 6 Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was. - - 2,5 2,5 1,5 1,5 171 155 153 147 130 92 85 71 104 71 72 60 1 1 2,5 - 55 55 70 - l 1,5 - 15 - - l l - 78 68 - l - l 2,5 2,5 Max. 2 paar. - 50 - - l - l - 5 5 5 - 36 16 2 - Speciale was 7 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 8 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. Express: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). Sport 11 Sport Intensive 12 Sport Light 13 Sport Shoes Delprogramma's Spoelen Centrifugeren Afpompen De gegevens in de tabel geven slechts geschatte waarden weer. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. Speciale programma’s -NFHAII (programma 10) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (10 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg. Sport Intensive (programma 11) is ontwikkeld voor het wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de "Programmatabel". Sport Light (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de "Programmatabel". We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading. Sport Shoes (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. 30 Persoonlijke instellingen Instellen van de temperatuur Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma. Instellen van de centrifuge Door aan de CENTRIFUGEKNOP te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn: Programma’s Maximum snelheid Katoen 1000 toeren per minuut Synthetisch 800 toeren per minuut Wol 600 toeren per minuut Zijde alleen waterafvoer . U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat programma. Functies De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort; 2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is. N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde programma. Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie "Programmatabel"). Met ” kunt u wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid “ vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading.  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , , . Bleken Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde bakje 4 te gieten (zie “Bleekcyclus”).  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , . Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 10, , . Uitgestelde Start Stelt de start van de wasautomaat tot aan 12 uur uit. Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Bij de vijfde druk op de toets wordt de functie uitgeschakeld. N.B.: Als de START/PAUZE knop eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden voor u het ingestelde programma van start doet gaan.  Deze optie is bij alle programma’s mogelijk. 31 NL Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. • • •  Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of 4 de wasversterker er als volgt in: 1 2 3 bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of het bakje 4 is verwijderd. bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. extra bakje 4: Bleekmiddel Bleekcyclus  Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol. Plaats het bijgeleverde extra bakje 4 in bakje 1. Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het niveau "max", aangegeven op de centrale pin, niet wordt overschreden (zie afb.). Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwater in het en extra bakje 4, stelt u het programma “Spoelen” activeert u de functie “Bleken” ( . Voor bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en activeert u de functie “Bleken” ( . Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit. 32 Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: Kleurechte stoffen: max 5 kg Synthetische stoffen: max 2,5 kg Fijne stoffen: max 2 kg Wol: max 1 kg Zijde: max 1 kg Hoeveel weegt wasgoed? 1 1 1 1 1 laken 400-500 g. sloop 150-200 g. tafelkleed 400-500 g. badjas 900-1200 g. handdoek 150-250 g. Bijzondere kledingstukken Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook . Voor de die met het etiket "alleen handwas" beste resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1 kg wasgoed te overschrijden. Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde zak. Gebruik het programma 8. Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 9. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Voorzorgsmaatregelen en advies  De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. NL Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • De wasautomaat mag alleen door volwassenen worden gebruikt en volgens de instructies in deze handleiding. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische appa raten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. 33 Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Reinigen van de pomp • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen.  Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.  Gebruik nooit tweedehands buizen. 34 Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De De De De De De wasautomaat heeft geen watertoevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUZE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aan- en afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de "opties" en het controlelampje "start/pauze" gaan knipperen, en een van de controlelampjes van de "lopende fase" en van "deur geblokkeerd" blijven vast aanstaan. • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. deur zit niet goed dicht. AAN/UIT toets is niet ingedrukt. START/PAUZE toets is niet ingedrukt. waterkraan is niet open. uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). 35 NL Service Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. NL  Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N); Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 36
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Indesit IWSC 5105 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding

Gerelateerde papieren