Faxitron® Path+
Radiografiesysteem voor specimens
FAXITRON PATH+ HANDLEIDING | HOLOGIC | REVISIE 003
HOOFDSTUK
Installatie en
Hologic en de medische instellingen die van het apparaat gebruikmaken, delen de
verantwoordelijkheid voor de beveiliging van het apparaat. Een gebrekkige cyberbeveiliging kan
ertoe leiden dat de functionaliteit van het apparaat negatief wordt beïnvloed, medische gegevens of
persoonsgegevens verloren gaan of de integriteit ervan niet meer kan worden gewaarborgd, of dat
andere aangesloten apparaten of netwerken aan cyberbedreigingen worden blootgesteld. Hologic
heeft een aantal beveiligingsmaatregelen geïmplementeerd om de veiligheid en functionaliteit van
zijn systemen te waarborgen.
Al onze systemen maken gebruik van het standaard Windows-besturingssysteem. Bij de installatie
van de Faxitron Path+ adviseren we de medische instelling alle noodzakelijke intern vastgelegde
veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals zij ook zouden doen voor een PC die op het interne
netwerk is aangesloten.
De medische instelling kan het Windows-besturingssysteem configureren met alle benodigde
netwerkprotocollen en toestemmingen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld:
• Gebruikers-ID’s en wachtwoorden
• Gelaagde autorisatie met passende authenticatie instellen
• Beperkingen voor het installeren van software vastleggen
• Eisen voor vertrouwde content toevoegen, inclusief verificatie van authenticatiecodes
• Windows-updates, inclusief beveiligingsreleases, uitvoeren
Bovendien kan onze beeldvormingssoftware (Vision) met een wachtwoord worden beveiligd, zodat
bepaalde gebruikers wel met het besturingssysteem kunnen werken, maar geen toegang hebben
tot de Vision-software.
Het apparaat wordt geleverd met een fysieke sleutel waarmee het röntgensysteem kan worden
in- en uitgeschakeld. Dit betekent dat er geen röntgenfoto’s kunnen worden gemaakt als de sleutel
in de uitstand staat. Zelfs niet als hier via de software opdracht toe wordt gegeven.
De Faxitron Path+ is ontworpen om als standalone-systeem te worden gebruikt of om op het
interne PACS of een ander gesloten netwerk van de medische instelling te worden aangesloten.
Het is niet de bedoeling dat het apparaat op het internet wordt aangesloten, tenzij (a) de medische
instelling hiervoor de opdracht heeft gekregen van Hologic en (b) de medische instelling adequate
voorzorgsmaatregelen heeft genomen om het systeem te beschermen tegen bedreigingen als
gevolg van de verbinding met het internet.
Hologic zal indien nodig gedurende de gehele levensduur van het apparaat updates of patches
voor de software ontwikkelen om de veiligheid van het product te blijven garanderen.
Aanvullende beveiligingsmaatregelen, waaronder encryptie, kunnen worden geïmplementeerd en
Hologic kan met de IT-afdeling van de medische instelling samenwerken om de gevolgen van een
cyberaanval voor patiënten te beperken.
Netwerk-/gebruikersinstellingen
De detector van de Faxitron Path+ maakt gebruik van een ethernetverbinding (netwerk) om te
communiceren. Het toevoegen van gebruikers of implementeren van extra netwerkbeveiliging kan
e
rvoor zorgen dat de detector niet meer met de software kan communiceren. Voeg extra gebruikers met
lokale beheerrechten toe om ervoor te zorgen dat de software juist werkt.
Overleg tijdens de installatie
met het Hologic-team om er zeker van te zijn dat het systeem juist wordt geconfigureerd.
Reiniging
Binnenzijde van kast
Specimens met materiaal van biologische oorsprong kunnen besmettelijke stoffen bevatten die
gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Volg de juiste
bioveiligheidsprocedures: er moeten
handschoenen worden gedragen als een weefselspecimen of ander materiaal dat hiermee in
contact is gekomen, wordt vastgepakt.
Veeg de binnenzijde van de kast regelmatig af met 70-
90% isopropylalcohol of verdund
natriumhypochloriet (om de juiste concentratie te verkrijgen kan 5,25-
bleekmiddel worden verdund in de verhouding 1:500). Zorg ervoor dat het specimengebied, dat op
de vloer van de kast is gemarkeerd, grondig wordt gereinigd.
Buitenzijde van kast
Veeg de buitenzijde van de kast regelmatig af met milde zeep en water.
Maak de oppervlakken niet te nat en gebruik geen schuurmiddelen die krassen kunnen
veroorzaken. Voorkom dat vocht in contact komt met de elektrische onderdelen van het systeem.
Test reinigingsmiddelen eerst op een klein onopvallend gebied van de kunststo
afdekkingen om er zeker van te zijn dat deze het oppervlak niet beschadigen.
2.1.0
Systeem-
waarschuwingen
en voorzorgs-
maatregelen