a
b
M1
A
PROGPROG
<1’’
2 P.E. 2 P.E. 2 P.E.
2 P.E.1 P.E.
>3’’
Pag. 6 - Handleiding FA01726-NL - 03/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd - Vertaling van de originele instructies
Functieprogrammering hekopening
Het is mogelij k om de bediening van een automatisering te verbinden
met het relais van de module en/of de status van een automatisering
aan de ingangsstatus van de deur.
De programmering verlaten
Druk kort op de toets PROG : de waarschuwingslampjes van de
buitenpost worden uitgeschakeld.
Programmering van de toetsen
Druk de eerste oproeptoets in op elke module (zie de paragraaf 'Aantal
oproepen') tot het blauwe lampje en de lampjes van de toetsen
stoppen met knipperen.
De correcte programmering van de toetsen op een module
wordt gemeld door het vast branden van de verlichtingslampjes.
In geval van de basismodule (zonder oproeptoetsen), dient u
de toetsen niet in te drukken die knipperen in afbeelding
a.
Herhaal de verrichting op alle buitenposten die u wilt programmeren:
aan het eind zij n de signaleringen zoals in de afbeelding en krij gt u
automatisch toegang tot de 'Programmering van de oproepen'.
Programmering van de oproepen
Het groene waarschuwingslampje knippert. Hef de hoorn op (indien
aanwezig) van de binnenpost en druk tegelij kertij d op de deuropener
en AUX2 . Druk op de buitenpost op de oproeptoets die u
aan de binnenpost wil koppelen
a: een akoestisch signaal meldt dat
de informatie correct opgeslagen werd
b. Beëindig de oproep en ga
verder met de programmering. Herhaal dezelfde stappen voor alle andere
binnenposten.
De handeling mag uitsluitend uitgevoerd worden via de
buitenpost als het blauwe waarschuwingslampje uitgeschakeld
is (1 P.E. in ). Om de oproepen op een andere buitenpost te
programmeren, dient u een van de oproeptoetsen in te drukken op
de buitenpost waarmee u de programmering wil uitvoeren.
Via de voorziene en op passende wij ze geprogrammeerde binnenposten is het mogelij k om het relais te besturen met behulp van de
hekopeningsbediening en/of de status van de automatisering op het lampje dat voor deze functie voorbestemd is op de binnenpost.
Om de module te confi gureren met de hekopeningsfunctie, volstaat het om de functie te activeren op een van de verbonden binnenposten
door de programmering van de oproepen te openen (zie de vorige paragraaf) en een hekopeningsopdracht te verzenden naar de binnenpost
(langdurig op de "sleutel"-toets drukken) als alternatief voor of in combinatie met het koppelen van de oproeptoets. Het inschakelen van het
hekopeningslampje op de binnenpost geeft ook de correcte inschakeling aan op de module.
De functie hekopening kan alleen ingeschakeld worden in de module die verbonden is met BIN1 van de voeding.
Als de module geprogrammeerd is met de hekopeningsfunctie, werkt de klem "ingang contact deur" uitsluitend als status van
de automatisering.
Deze functie is beschikbaar vanaf softwareversie 1.03.000 van de module en vanaf softwareversie 1.08.000 van de voeding.
Het is mogelij k om de overschakeling van de ene programmeringsmodus naar de andere te forceren door gedurende 3
seconden de PROG-toets op de voeding in te drukken en binnen 6 seconden weer los te laten. Als de overgang geforceerd wordt
van de oproepenprogrammering van de toetsenprogrammering, worden de toetsen van de module die niet geprogrammeerd zij n
geconfi gureerd met 8 oproepen en zal de basismodule, als deze niet geprogrammeerd is, niet over oproepen beschikken.