DeWalt D712N de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Dansk 8
Deutsch 15
English (original) 23
Español 31
Français 39
Italiano 47
Nederlands 55
Norsk 63
Português 70
Suomi 78
Svenska 85
Türkçe 92
 100
Copyright DEWALT
NEDERLANDS
55
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Door jarenlange
ervaring, voortdurende productontwikkeling en innovatie is DEWALT
één van de betrouwbaarste partners voor professionele gebruikers van
aangedreven gereedschap.
Technische gegevens
DW712 DW712N
Geluidsniveau (L
pA
) dB(A) 90 90
Geluidsvermogen (L
WA
) dB(A) 103 103
Gewogen hand-armtrilling m/s
2
< 2,5 < 2,5
Spanning V 230 230
Afgegeven vermogen W 1 600 1 600
Ingangsstroom (230V) A 8 8
Zaagbladdiameter mm 216 216
Asgat mm 30 30
Max. zaagbladdikte mm 1,8 1,8
Snelheid zaagblad min
-1
3 500–4 00 5 400
Max. zaagbreedte bij 90º mm 300 300
Max. verstek bij 45º mm 212 212
Max. zaagdiepte bij 90º mm 70 70
Max. diepte bij afschuining 45º mm 50 50
Verstekzagen (max. hoek)
links 50˚ 50˚
rechts 60˚ 60˚
Afschuining (max. hoek)
links 48˚ 48˚
rechts
0º verstek
Eindbreedte bij max. hoogte 70 mm mm 300 300
Eindhoogte bij max. breedte 300 mm mm 70 70
45º verstek naar links
Eindbreedte bij max. hoogte 70 mm mm 212 212
Eindhoogte bij max. breedte 212 mm mm 70 70
45º verstek naar rechts
Eindbreedte bij max. hoogte 70 mm mm 212 212
Eindhoogte bij max. breedte 212 mm mm 70 70
45º afschuining links
Eindbreedte bij max. hoogte 50 mm mm 300 300
Eindhoogte bij max. breedte 300 mm mm 50 50
31,62º verstek, 33,85º afschuining
Eindhoogte bij max. breedte 254 mm mm 65 65
Remtijd zaagblad s < 10 < 10
Capaciteit stofopvang mg/m < 2,0 < 2,0
Gewicht kg 19,0 19,0
Zekeringen
Europa 230 V-machines 10 Ampère, voeding
In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt:
Duidt op mogelijk lichamelijk letsel, levensgevaar of kans op
beschadiging van de machine indien de instructies in deze
gebruiksaanwijzing worden genegeerd.
Geeft elektrische spanning aan.
EG-Verklaring van overeenstemming
DW712/DW712N
DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder
“technische gegevens” zijn ontworpen in overeenstemming met:
98/37/EEC, 89/336/EEC, EN 55014-2, EN 55014, EN 61000-3-2,
EN 61000-3-3 en EN 61029.
Neem voor meer informatie contact op met DEWALT, zie het adres
hieronder of kijk op de achterzijde van deze handleiding.
Ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het
technisch dossier en legt deze verklaring af namens DEWALT.
TUV Rheinland
Product and Safety GmbH (TRPS)
Am Grauen Stin 1
D-51105 Köln
Germany
Horst Grossmann
Vice-president Engineering en Productontwikkeling
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 40,
D-65510, Idstein, Duitsland
Veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van stationaire elektrische machines
altijd de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht in
verband met brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en
lichamelijk letsel.
Lees deze gehele handleiding aandachtig door voordat u de
machine gebruikt.
Bewaar deze handleiding om er later zaken in op te zoeken.
Algemeen
1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving
Een rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken.
2 Houd rekening met omgevingsinvloeden
Stel de machine niet bloot aan regen. Gebruik de machine niet in
een vochtige of natte omgeving. Zorg dat de werkruimte goed is
verlicht (250 - 300 Lux). Gebruik de machine niet op plaatsen waar
brand- of explosiegevaar bestaat, bv. in de buurt van brandbare
vloeistoffen of gassen.
3 Houd kinderen uit de buurt
Houd kinderen, bezoekers en dieren buiten het werkgebied en laat
ze de machine of het netsnoer niet aanraken.
4 Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of loshangende sierraden. Deze kunnen
door de bewegende delen worden gegrepen. Houd lang haar
bijeen. Draag bij werken buitenshuis bij voorkeur geschikte
werkhandschoenen en schoenen met profielzolen.
5 Persoonlijke bescherming
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker
bij werkzaamheden waarbij stofdeeltjes of spanen vrijkomen. Draag
ook een hittebestendig schort indien de vrijkomende spanen heet
kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming.
6 Bescherming tegen elektrische schok
Vermijd lichamelijk contact met geaarde voorwerpen (bv.
buizen, radiatoren, fornuizen of koelkasten). Bij gebruik onder
extreme omstandigheden (bv. bij hoge luchtvochtigheid of als
metaalslijpsel vrijkomt) kan de elektrische veiligheid door een
scheidingstransformator of een aardlek-(Fl)-schakelaar worden
verhoogd.
VERSTEKZAAGMACHINE DW712, DW712N
NEDERLANDS
56
7 Zorg voor een veilige houding
Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding.
8 Blijf voortdurend opletten
Houd uw aandacht bij uw werk.
Ga met verstand te werk. Gebruik de machine niet als u niet
geconcentreerd bent.
9 Klem het werkstuk goed vast
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren.
Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen
worden bediend.
10 Sluit de uitrusting van de stofafvoer aan
Indien hulpmiddelen zijn meegeleverd voor de aansluiting van
stofafvoer en voorzieningen voor stofopvang, zorg dan dat deze zijn
aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11 Verwijder sleutels en hulpgereedschappen
Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en andere
hulpgereedschappen zijn verwijderd.
12 Verlengsnoeren
Inspecteer voor gebruik het verlengsnoer. Vervang het snoer indien
het is beschadigd. Gebruik buitenshuis uitsluitend voor dit doel
goedgekeurde en als zodanig gemerkte verlengsnoeren.
13 Gebruik de juiste machine
Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze
handleiding. Gebruik geen lichte machine of hulpstukken voor het
werk van zware machines. De machine werkt beter en veiliger
indien u deze gebruikt voor het beoogde doel. Overbelast de
machine niet.
WAARSCHUWING! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel
uitsluitend de in deze handleiding aanbevolen accessoires en
hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend volgens bestemming.
14 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine en het netsnoer voor gebruik zorgvuldig
op beschadigingen. Controleer of de bewegende delen niet
klemmen, verdraaid of gebroken zijn. Ga na of de beveiligingen en
schakelaars niet zijn beschadigd en of aan alle andere voorwaarden
voor een juiste werking is voldaan. Verzeker u ervan dat de
machine correct werkt en naar behoren zal functioneren. Gebruik
de machine niet als een onderdeel beschadigd of defect is. Gebruik
de machine niet als u deze niet met de schakelaar in en uit kan
schakelen. Beschadigde of defecte onderdelen moeten door een
erkende D
EWALT-reparateur worden vervangen. Probeer nooit om
de machine zelf te repareren.
15 Stekker uit het stopcontact verwijderen
Schakel de machine uit en wacht tot de machine volledig tot
stilstand is gekomen voordat u deze achterlaat. Verwijder de
stekker uit het stopcontact wanneer u de machine niet gebruikt,
voordat u gereedschappen, accessoires of onderdelen van de
machine verwisselt en voordat u onderhoud aan de machine
uitvoert.
16 Voorkom onbedoeld inschakelen
Zorg ervoor dat de machine is uitgeschakeld voordat u de stekker
in het stopcontact steekt.
17 Misbruik het netsnoer niet
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te
verwijderen. Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie,
en scherpe randen.
18 Berg de machine veilig op
Berg niet in gebruik zijnde machines op in een droge, afgesloten
ruimte, buiten het bereik van kinderen.
19 Onderhoud de machine met zorg
Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken.
Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het
vervangen van accessoires. Houd alle handgrepen en schakelaars
droog, schoon, en vrij van olie en vet.
20 Reparaties
Deze machine voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Wendt u voor reparaties tot een erkende DEWALT-reparateur.
Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde vakmensen worden
uitgevoerd en er mogen alleen originele reserveonderdelen worden
gebruikt, anders kan er een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker
ontstaan.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor
verstekzagen
Let erop dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn,
alvorens de machine in werking te stellen.
Gebruik de machine uitsluitend als de beschermkap correct is
aangebracht, goed werkt en naar behoren is onderhouden.
Gebruik de machine nooit zonder de sleufplaat.
Houd uw handen uit de buurt van het zaagblad wanneer de
machine is aangesloten op de elektrische voeding.
Probeer nooit om een draaiende machine te stoppen door het
zaagblad te blokkeren; hierdoor kunnen de ernstigste ongelukken
gebeuren.
Lees altijd eerst de handleiding voordat u een accessoire gebruikt.
Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
Kies het juiste zaagblad voor het te zagen materiaal.
Houd rekening met de maximum snelheid die op het zaagblad is
vermeld.
Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van
zaagbladen.
Gebruik geen zaagblad met een grotere of kleinere diameter dan is
voorgeschreven. Raadpleeg de technische gegevens voor de juiste
specificaties van het zaagblad. Gebruik uitsluitend zaagbladen die
in deze handleiding worden gespecificeerd en voldoen aan
EN 847-1.
Overweeg om speciale geluidsarme zaagbladen te gebruiken.
Gebruik geen HSS-zaagbladen.
Gebruik nooit gescheurde of beschadigde zaagbladen.
Gebruik geen slijpschijven.
Licht het zaagblad uit de zaagsnede van het werkstuk voordat de
bedieningschakelaar wordt losgelaten.
Zorg dat de arm bij het uitvoeren van afschuinzaagsneden goed
vastzit.
Plaats geen wig tegen de ventilator om op die manier de motoras
tegen te houden.
De beschermkap van het zaagblad gaat automatisch omhoog als
de zaagarm naar beneden wordt getrokken. De beschermkap gaat
over het zaagblad als de zaagarm wordt opgetild. De beschermkap
kan met de hand worden opgetild bij het monteren en verwijderen
van zaagbladen, of bij inspectie van de zaag. Licht de beschermkap
van het zaagblad nooit op terwijl de machine ingeschakeld is.
Het voorste deel van de beschermkap heeft openingen, zodat
u zicht heeft tijdens het zagen. Door de beschermkap wordt de
hoeveelheid rondvliegend materiaal sterk verminderd. U moet
echter altijd een veiligheidsbril dragen als u in openingen kijkt.
Houd de omgeving van de machine schoon en vrij van
rondzwervend materiaal, zoals spaanders en restafval.
Controleer regelmatig of de luchtsleuven van de motor schoon en
vrij van spaanders zijn.
Vervang de sleufplaat indien deze is versleten.
Ontkoppel de machine van de voeding wanneer
onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd of
wanneer het zaagblad moet worden verwisseld.
Maak de machine niet schoon en voer geen onderhoud uit zolang
de machine in nog bedrijf is en de zaagkop zich niet in de ruststand
bevindt.
Monteer de machine, indien mogelijk, altijd op een werkbank.
Overige gevaren
De volgende gevaren zijn inherent aan het gebruik van zaagmachines:
Verwonding door het aanraken van roterende delen
Ondanks toepassing van de veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen
van beveiligingen blijven bepaalde gevaren bestaan. Dit zijn:
Gevaar voor gehoorbeschadiging.
NEDERLANDS
57
Gevaar voor verwonding door de niet afgedekte gedeelten van het
roterende zaagblad.
Gevaar voor verwonding bij het verwisselen van het zaagblad.
Gevaar voor beklemming van vingers bij het openen van de
beschermkap.
Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het
verwerken van eiken- en beukenhout en MDF.
Labels op de machine
De volgende pictogrammen zijn op de machine aangebracht:
Lees voor gebruik de handleiding
Waarschuwing voor veilig gebruik
Draagpunt
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde netspanning.
Controleer altijd of de netspanning overeenkomt met de waarde op het
typeplaatje.
De machine is dubbel geïsoleerd, in overeenstemming met
EN 61029. Een aarddraad is daarom niet nodig.
Het snoer van de machine mag alleen worden vervangen door een
erkende servicemedewerker of een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik van verlengsnoeren
Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem dan een goedgekeurd
verlengsnoer dat geschikt is voor het vermogen van de machine (zie
technische gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede
hebben van 1,5 mm
2
.
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal
af.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gemonteerde verstekzaagmachine
1 Zaagbladsleutel
1 Zaagblad
1 Handleiding
1 Onderdelentekening
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op
transportschade.
Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de
machine gaat werken.
Beschrijving (fi g. A1–A5)
Uw DW712 verstekzaagmachine is ontworpen voor het professioneel
zagen van hout, houtproducten, aluminium en kunststoffen. De
belangrijkste zaagbewerkingen – afkorten, schuinzagen en verstekzagen
– kunnen zo eenvoudig, nauwkeurig en veilig worden uitgevoerd.
A1
1 Aan/uit-schakelaar
2 Beweegbare onderste beschermkap
3 Parallelgeleiding links
4 Verstekhendel
5 Verstekgrendel
6 Verstekschaal
7 Vaste parallelgeleiding
8 Parallelgeleiding rechts
9 Aanslagschroef voor afschuininstelling
10 Schaal voor afschuininstelling
11 Afschuinklemhendel
12 Groefaanslag
13 Vergrendelknop geleiderails
14 Vergrendelingsstift zaagkop
15 Instelknop groefdiepte
16 Knop voor spindelblokkering
17 Zaagkopontgrendeling
18 Bedieningshendel
19 Stelwiel snelheidsregeling (DW712)
A2
23 Bovenste beschermkap
24 Stofafzuigadapter
25 Geleiderails
26 Zaagbladsleutel
27 Deblokkeerknop afschuinvergrendeling
28 Aanslagschroef verticale stand
29 Vergrendelknop bovenste parallelgeleiding links
30 Handvat
31 Sleufplaat
OPTIONELE ACCESSOIRES
A4
35 Pootstandaard
A5
36 Stofafvoerset
A6
37 Draaggreep
Installatie
UITPAKKEN (FIG. B1 EN B2)
Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking.
Zet de vergrendelknop (13) vrij en duw de zaagkop naar achteren
om hem in de achterste positie te vergrendelen.
Druk de bedieningshendel (18) omlaag en trek aan de
vergrendelingsstift (14), zoals afgebeeld.
Verminder de druk langzaam en laat de zaagkop geheel
omhoogkomen.
Werkbankmontage (fi g. C)
1. In de vier voeten zijn gaten (40) aangebracht om montage op de
werkbank te vergemakkelijken. Er zijn twee gatmaten voor twee
verschillende schroefdiameters. Het is niet nodig om beide gaten te
gebruiken. Zorg voor een stevige montage, opdat de zaagmachine
niet kan bewegen. Als de zaagmachine draagbaar moet blijven,
monteer de machine dan op een stuk multiplex met een dikte van
12,5 mm of meer, dat op de werkbank of samen met de machine
op een andere werkplek op een andere werkbank kan worden
bevestigd.
2. Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er
dan voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout
uitsteken.
Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank
aanliggen. Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten
de plaatsen van de bevestigingsgaten worden gebruikt om te
klemmen. Klemmen op een ander punt zal het werken met de
zaagmachine bemoeilijken.
3. Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het
bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op
het werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder
één van de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat.
Monteren
Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het
stopcontact.
ZAAGBLAD MONTEREN (FIG. E1–E5)
Druk op de zaagkopontgrendeling (17) om de onderste
beschermkap (2) vrij te geven. Trek de onderste beschermkap nu
zo ver mogelijk omhoog.
NEDERLANDS
58
Draai de schroef van de beschermkaphouder (43) voldoende
los om beschermkaphouder (44) omhoog te trekken. Trek de
beschermkaphouder omhoog om de bladvergrendelschroef (45) te
bereiken.
Terwijl de onderste beschermkap omhoog wordt gehouden door
de schroef van de beschermkaphouder (43), drukt u met een
hand de spindelvergrendeling (16) in. Gebruik nu met de andere
hand de meegeleverde zaagbladsleutel (26) om de linksdraaiende
zaagbladschroef (45) los te draaien. Hiertoe wordt de schroef
rechtsom gedraaid.
Gebruik de spindelvergrendeling door op de knop te
drukken en de spindel te draaien totdat deze vergrendelt.
Houd de vergrendelknop ingedrukt om te verhinderen dat
de spindel draait.
Verwijder de bladvergrendelschroef (45) en de buitenste askraag
(46).
Monteer het zaagblad (47) op de schouder (48) op de binnenste
askraag (49). Zorg er hierbij voor dat de tanden aan de onderzijde
van het zaagblad in de richting van de achterkant van de zaag, dus
van de gebruiker vandaan wijzen.
Breng de buitenste askraag (46) weer aan.
Draai de bladvergrendelschroef (45) aan door deze linksom te
draaien. Houd hierbij met de andere hand de spindelvergrendeling
ingedrukt.
Beweeg de beschermkaphouder (44) omlaag totdat de
bladvergrendelschroef (45) helemaal is afgedekt.
Draai de schroef van de beschermkaphouder (43) vast.
Druk nooit op de spindelvergrendeling terwijl het zaagblad
draait.
Druk de beschermkaphouder naar beneden en draai
na het monteren van het zaagblad de schroef van de
beschermkaphouder stevig vast.
Instellen
Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het
stopcontact.
Deze verstekzaagmachine is nauwkeurig in de fabriek afgesteld. Als zij
als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet
worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De
instelling zou daarna niet meer moeten verlopen.
ZAAGBLAD T.O.V. PARALLELGELEIDING CONTROLEREN EN AANPASSEN
(FIG. F1–F4)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om
de verstekarm (50) vrij te geven.
Draai de verstekarm totdat deze in de stand 0° verstek wordt
vergrendeld. Maak de hendel niet vast.
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf
(51) valt.
Plaats een winkelhaak (52) tegen de parallelgeleiding links (7) en het
zaagblad (47) (fig. F3).
Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden
van het zaagblad.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Draai de schroeven (53) los en beweeg de verstekarm
met verstekschaal naar links of naar rechts, totdat de met
de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en de
parallelgeleiding 90° bedraagt.
Draai de schroeven (53) weer vast. Let hierbij nog niet op de
uitlezing van de verstekwijzer.
VERSTEKWIJZER INSTELLEN (FIG. F1, F2 EN G)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om
de verstekarm (50) vrij te geven.
Beweeg de verstekarm om de verstekwijzer (54) in de nulpositie te
brengen, zoals afgebeeld in fig. G.
Laat de verstekgrendel in de juiste positie klikken door de
verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekhendel
nog niet vastgezet is.
Kijk naar de wijzer (54) en de verstekschaal (6). Als de wijzer niet
exact nul aanwijst, draai dan de schroef (55) los, beweeg de wijzer
zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast.
VERSTEKVERGRENDELING/BLOKKEERSTANG INSTELLEN (FIG. H)
Als het onderstel van de zaag kan worden bewogen terwijl de
verstekhendel (4) is vergrendeld, dan moet de verstekvergrendeling/
blokkeerstang (56) worden afgesteld.
Maak de verstekhendel (4) los.
Zet de verstekvergrendeling/blokkeerstang (56) volledig vast met
behulp van een schroevendraaier (57). Draai de stang vervolgens
een kwartslag linksom.
Controleer of de tafel niet beweegt wanneer de verstekhendel (4) is
vastgezet op een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek.
STAND ZAAGBLAD T.O.V. TAFELBLAD CONTROLEREN EN AANPASSEN
(FIG. I1–I4)
Draai de afschuinklemhendel (11) los.
Beweeg de zaagkop naar rechts om er zeker van te zijn dat hij
volledig verticaal staat. Maak de afschuinklemhendel vast.
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf
(51) valt.
Plaats een winkelhaak (52) op de tafel en omhoog langs het
zaagblad (47) (fig. I2).
Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden
van het zaagblad.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Maak de afschuinklemhendel (11) los en verstel de aanslagschroef
voor de verticale stand (28) totdat de met de winkelhaak gemeten
hoek tussen het zaagblad en de tafel 90° bedraagt.
Als de stand van de afschuinwijzer (58) op de afschuinschaal (10)
ongelijk is aan 0, draai dan de borgschroef (59) los en stel de wijzer
op 0 in.
PARALLELGELEIDING AANPASSEN (FIG. J1 EN J2)
Het bovenste deel van de parallelgeleiding aan de linkerzijde kan naar
links worden bijgesteld. Zo wordt ruimte gemaakt om de zaag tot de
maximale afschuining van 48° naar links te draaien. Parallelgeleiding (3)
aanpassen:
Draai de kunststof knop (29) los en beweeg de parallelgeleiding
naar links.
Voer een test uit met uitgeschakelde zaag en kijk hoe groot de
beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein
mogelijke afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse
beweging van de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk
optimaal gesteund.
Draai de knop stevig aan.
De geleidegroef (60) kan verstopt raken met zaagsel.
Gebruik een stokje of lage-druklucht om de geleidegroef
schoon te maken.
Het beweegbare deel van de parallelgeleiding aan de rechterzijde
kan worden bijgesteld. Zo wordt ruimte gemaakt om het werkstuk
bij de zaag maximaal te steunen en de zaag kan tot de maximale
afschuining van 45° naar links worden gedraaid. De afstand waarover
de parallelgeleiding kan schuiven is in beide richtingen begrensd.
Parallelgeleiding (8) aanpassen:
Draai de vleugelmoer (76) van de parallelgeleiding (8) los.
Schuif de parallelgeleiding naar links.
Voer een test uit met uitgeschakelde zaag en kijk hoe groot de
beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein
mogelijke afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse
beweging van de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk
optimaal gesteund.
Draai de vleugelmoer (76) aan om de parallelgeleiding vast te
zetten.
AFSCHUINVERGRENDELING DEBLOKKEREN (FIG. K)
De afschuinvergrendeling vergrendelt het zaagblad in de verticale
stand of in een hoek van 45°. De afschuinvergrendeling kan worden
gedeblokkeerd, zodat hoeken van 2° rechts tot 48° links kunnen
worden ingesteld.
NEDERLANDS
59
Ontgrendel voor de tussenliggende hoeken de zaagkop en
draai deze iets naar links. Trek daarna de deblokkeerknop van
de afschuinvergrendeling (27) uit en draai deze in de stand
deblokkeren (62). De deblokkeerknop klikt automatisch vast.
Stel de gewenste afschuinhoek in en vergrendel de zaagkop.
Draai de deblokkeerknop van de afschuinvergrendeling (27) terug in
de afschuinvergrendeling (61) om te beëindigen.
AFSCHUINHOEK CONTROLEREN EN AANPASSEN (FIG. A1, A2 EN I5)
Zorg ervoor dat de deblokkeerknop (27) zich in de afschuinpositie
bevindt.
Maak de vergrendelknop van de linker parallelgeleiding (29) los en
schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk
naar links.
Maak de afschuinklemhendel (11) los en beweeg de zaagkop naar
links. Dit is de afschuininstelling van 45º.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Verstel de aanslagschroef (9) totdat de wijzer (58) 45º aangeeft.
RAILGELEIDING INSTELLEN (FIG. L)
Controleer de rails regelmatig op speling.
Draai de instelschroef (64) geleidelijk rechtsom om de speling te
verminderen terwijl de zaagkop naar voren en achteren wordt
geschoven.
Instructies voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan
de geldende voorschriften.
Gebruikers in het VK worden gewezen of de “woodworking machines
regulations 1974” en alle aanvullingen daarop.
Voor gebruik
Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten
zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum
toerental van de machine.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
Klem het werkstuk vast.
Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout en
veel niet ijzerhoudende metalen, hebben deze bedieningsinstructies
alleen betrekking op het zagen van hout. Dezelfde instructies gelden
echter ook voor andere materialen. Zaag met deze zaagmachine
geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk!
Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf
breder is dan 10 mm.
In- en uitschakelen (fi g. M)
De aan/uit-schakelaar is voorzien van een gat (65) om een hangslot
door te steken om de machine uit bedrijf te vergrendelen.
Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen.
Stop de machine door de schakelaar los te laten.
Variabele snelheid instellen (fi g. M)
DW712
Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (19) kan worden
gebruikt om vooraf de maximum snelheid in te stellen.
Draai het stelwiel voor de snelheidsregeling (19) naar de gewenste
waarde, aangegeven met een nummer.
Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen
zoals hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal.
Basis zaagsneden
VERTICALE RECHTE AFKORTSNEDE (FIG. A1, A2 EN N)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om
de verstekarm vrij te geven.
Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast.
Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 en 7).
Pak de bedieningshendel (18) vast en druk op de
zaagkopontgrendeling (17) om de zaagkop vrij te geven. Druk op
de aan/uit-schakelaar (1) om de motor in te schakelen.
Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het
zaagblad gaat in de sleuf van de sleufplaat (31).
Laat na het zagen de schakelaar los en wacht tot het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat
terugkeren naar zijn bovenste ruststand.
SCHUIFZAAGSNEDE (FIG. O)
Met behulp van de geleiderails is het mogelijk om, gebruik makend van
een voor-, neer- en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken
van 50 x 100 mm tot 500 x 1000 mm te zagen.
Zet de vergrendelknop van de geleiderails (13) vrij.
Trek de zaagkop naar u toe en schakel de machine in.
Laat het zaagblad in het werkstuk zakken en duw de zaagkop
terug om de zaagsnede te voltooien.
Ga te werk zoals hierboven beschreven.
Maak geen schuifzaagsneden bij werkstukken die kleiner
zijn dan 50 x 100 mm.
Vergeet niet om de zaagkop in de achterste positie te
vergrendelen als de werkzaamheden zijn voltooid.
VERTICAAL ZAGEN MET VERSTEK (FIG. A1, A2 EN P)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in
om de verstekarm vrij te geven. Beweeg de zaagarm naar links of
rechts om de gewenste hoek in te stellen.
De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en
45°, zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor
tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast
door de verstekhendel vast te zetten.
Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is
vastgezet.
Ga verder zoals beschreven voor de verticale rechte afkortsnede.
Als een stuk hout met een beschadigde kant wordt
gezaagd, leg het hout dan zo tegen de zaag, dat de
beschadigde kant zich aan de kant met de grootste hoek
t.o.v. de parallelgeleiding bevindt; d.w.z. bij zagen met
verstek naar links de beschadiging links, bij zagen met
verstek naar rechts de beschadiging rechts.
AFSCHUINEN (FIG. A1, A2 EN Q)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 2° naar
rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links
of naar rechts worden ingesteld.
Maak de vergrendelknop van de linker parallelgeleiding (29) los
en schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding (3) zo ver
mogelijk naar links. Draai de afschuinklemhendel (11) los en stel de
afschuinhoek op de gewenste waarde in.
Zet de afschuinklemhendel (11) stevig vast.
Ga verder zoals beschreven voor de verticale rechte afkortsnede.
Kwaliteit van de zaagsnede
Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen,
zoals het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn,
bijvoorbeeld voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik
dan een scherp zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere,
gelijkmatige zaagsnelheid om het gewenste resultaat te bereiken.
Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen niet
wegschuift; maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas
omhoogkomen als het zaagblad volledig tot stilstand is
gekomen. Als aan de achterkant toch kleine splinters
ontstaan, plak dan een stuk crêpeplakband op de plaats
waar de zaagsnede zal worden gemaakt. Zaag door het
crêpeplakband en verwijder het voorzichtig na het zagen.
Plaatsen van het lichaam en de handen
Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt
het zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger.
Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede.
NEDERLANDS
60
Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad.
Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en
de parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de
schakelaar is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is
gekomen.
Voer altijd een test uit (met uitgeschakelde zaag) om de baan van
het zaagblad te kunnen controleren.
Plaats uw handen niet kruiselings.
Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed
evenwicht.
Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts
beweegt.
Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de
beschermkappen.
LIJSTEN, DOZEN EN ANDERE RECHTHOEKIGE OBJECTEN ZAGEN (FIG. R1 EN R2)
VERSTEKLIJSTEN EN ANDERE LIJSTEN
Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u uw zaag ‘aanvoelt’.
Uw zaag is een perfect gereedschap voor het zagen van verstekhoeken
zoals die in fig. R1. De afgebeelde verbinding kan naar keuze worden
gemaakt door middel van afschuin- of verstekinstelling.
- Door middel van afschuininstelling
De afschuinhoek voor de beide planken wordt ingesteld op 45°, zodat
er een hoek van 90° wordt gevormd. De verstekarm wordt vastgezet in
de nulstand. Het hout wordt met de brede, vlakke kant tegen de tafel
en de smalle kant tegen de parallelgeleiding gelegd.
- Door middel van verstekinstelling
Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts met
verstek te zagen, met de brede kant tegen de parallelgeleiding. De
twee schetsen (fig. R1 en R2) gelden alleen voor rechthoekige objecten.
Als het aantal kanten verandert, veranderen ook de verstek- en
afschuinhoeken. Onderstaand overzicht geeft de juiste hoeken voor
een groot aantal verschillende vormen. Er wordt aangenomen dat alle
zijden even lang zijn. Als de door u gewenste vorm niet in het overzicht
voorkomt, deel dan 180° door het aantal zijden om de verstek- of
afschuinhoek te bepalen.
Aantal zijden Verstek- of afschuinhoek
4 45°
5 36°
6 30°
7 25,7°
8 22,5°
9 20°
10 18°
DUBBELE VERSTEKSNEDE (FIG. S1 EN S2)
Voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals in fig. S1
wordt een combinatie van verstek- (fig. R2) en afschuinhoek (fig. R1)
gebruikt.
Als de zaaghoek telkens verschillend is, zorg er dan voor
dat de afschuinklemhendel en de verstekhendel stevig
vastgezet zijn. De hendels moeten na elke verandering van
de verstek- en afschuinhoek worden vastgezet.
De onderstaande grafiek helpt u bij het kiezen van de juiste
afschuin- en verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke
hoeken. U gebruikt de grafiek door de gewenste hoek “A” (fig. S2)
voor uw project te kiezen en deze hoek op de juiste curve in de
grafiek te vinden. Ga van dat punt recht naar beneden om de juiste
afschuinhoek te vinden en recht naar links of rechts om de juiste
verstekhoek te vinden.
Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele
proefsneden.
Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen.
Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25°
(hoek ‘A’) (fig. S2) en gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25°
op de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om
de instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen.
Volg op dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of
naar boven voor het instellen van de afschuinhoek van de zaag
(40°). Maak steeds enkele proeven met stukjes afvalhout om de
instellingen te controleren.
Basislijsten zagen
Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek
van 45°.
Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag.
Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de
zaag liggend.
BINNENHOEK
Links
Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Rechts
Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
BUITENHOEK
Links
Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Rechts
Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Plafondsierlijsten zagen
Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een
gecombineerde verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van
uiterste nauwkeurigheid heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op
31,62° verstek en 33,85° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt
voor standaard plafondsierlijsten met een hoek van 52° aan de
bovenkant en een hoek van 38° aan de onderkant.
Maak testzaagsneden op afvalmateriaal voordat u de definitieve
zaagsneden maakt.
Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met
de achterkant van de lijst tegen het onderstel.
BINNENHOEK
Links
Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Verstekhoek naar rechts.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45
5
10
15
20
25
30
35
40
45
5
10
15
20
25
30
35
40
5
10
1
5
2
0
25
30
3
5
40
45
50
5
5
60
65
7
0
75
80
85
5
10
1
5
20
25
30
35
40
4
5
5
0
55
60
6
5
7
0
75
80
85
5
1
0
1
5
20
25
30
35
40
4
5
50
5
5
6
0
65
7
0
7
5
80
85
SET THIS BEVEL ANGLE ON SAW
SET THIS MITER ANGLE ON SAW
ANGLE OF SIDE OF BOX (ANGLE"A")
SQUARE BOX
6 SIDED BOX
8 SIDED BOX
STEL DEZE VERSTEKZAAGHOEK OP DE ZAAG IN
HOEK VAN ZIJKANT VAN DE DOOS (HOEK “A”)
STEL DEZE SCHUINE HOEK OP DE ZAAG IN
6-KANTIGE DOOS
VIERZIJDIGE DOOS
8-KANTIGE
DOOS
Rechts
Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Verstekhoek naar links.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
NEDERLANDS
61
BUITENHOEK
Links
Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Verstekhoek naar links.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Rechts
Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Verstekhoek naar rechts.
Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
GROEVEN MAKEN (FIG. T)
Uw zaag is voorzien van een groefaanslag (12) en een instelknop voor
de groefdiepte (15) om groeven te kunnen maken.
Wip de groefaanslag (12) naar de voorkant van de zaag.
Stel de instelknop voor de groefdiepte (15) in. Het kan nodig zijn
om eerst de borgmoer (66) los te draaien.
Plaats een stuk afvalhout van ca. 5 cm tussen de parallelgeleiding
en het werkstuk om een rechte groef te maken.
STOFAFZUIGING (FIG. A2 EN A5)
De machine is voorzien van een stofafzuigpunt (24) waarop een
stofafvoerset (36) kan worden aangesloten (als optie leverbaar).
Sluit indien mogelijk een stofafzuiger aan die voldoet aan de
geldende richtlijnen voor stofemissie.
KLEINE WERKSTUKKEN ZAGEN (FIG. J1)
Het bovenste deel van de van de linker parallelgeleiding (3) kan worden
ingesteld om maximale steun te bieden bij het zagen van kleine
werkstukken.
Plaats het zaagblad in de verticale stand.
Maak de kunststof knop (29) ten minste drie volledige slagen los.
Plaats de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke afstand van
het zaagblad.
Draai de knop stevig aan.
STEUN VOOR LANGE WERKSTUKKEN (FIG. A4)
Zorg altijd voor ondersteuning bij lange werkstukken.
Gebruik voor het beste resultaat de extra steun (35) om de
tafelbreedte van de zaagmachine te verlengen (als optie
verkrijgbaar bij uw leverancier). Ondersteun lange werkstukken
om te voorkomen dat de uiteinden vallen. Gebruik middelen die
hiervoor geschikt zijn, zoals schragen.
ZAAGBLADEN
Om de genoemde zaagdiepten te bereiken, moeten altijd zaagbladen
met een diameter van 216 mm en een asgat van 30 mm worden
gebruikt. Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie
over de geschikte accessoires.
TRANSPORT (FIG. B2)
Om de machine eenvoudig te kunnen dragen, beschikt het onderstel
over een draaggreep. De draaggreep (zie fig. A6) is als optie leverbaar.
Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagarm omlaag
en druk de vergrendelingsstift (14) naar binnen.
Zet de vergrendelknop van de geleiderails vast terwijl de zaagkop
in de voorste positie staat. Vergrendel de verstekarm in de rechtse
verstekhoek en schuif de parallelgeleiding (3) helemaal naar binnen.
Zet de afschuinhendel (11) vast terwijl de zaagkop in de verticale
stand staat om de machine zo compact mogelijk te maken.
Gebruik altijd de handvatten (30) zoals afgebeeld in fig. B2 om de
zaag te transporteren.
ONDERHOUD
Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd
probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een
juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen
een hoge levensduur.
Reiniging
Houd de ventilatiesleuven vrij en maak de behuizing regelmatig schoon
met een zachte doek.
Reinig regelmatig het tafelblad.
Reinig regelmatig het stofopvangsysteem.
Vermijd het gebruik van reinigings- of smeermiddelen
om de machine te onderhouden. In het bijzonder
reinigingsmiddelen uit sproeiflacons of spuitbussen kunnen
de kunststof onderbeschermkap chemisch aantasten.
SLEUFPLAAT REINIGEN EN ONDERHOUDEN (FIG. U)
Reinig regelmatig de ruimte onder de sleufplaat. Vervang de sleufplaat
als deze is versleten.
Verwijder de schroeven (67) van de sleufplaat (31).
Verwijder de sleufplaat en reinig de ruimte eronder.
Plaats de onderdelen van de sleufplaat weer terug en schroef ze
vast.
Draai de schroeven handvast aan.
Ga als volgt te werk om de sleufplaat in te stellen:
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf
valt.
Stel de onderdelen van de sleufplaat in op the tanden van het
zaagblad.
Draai de schroeven weer vast.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale
huishoudafval worden gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet
worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het
huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen
maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk.
Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt
milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte
inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de
verkoper wanneer u een nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage
van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben
bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product
terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal
inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te
nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs
en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie
vinden op www.2helpU.com.
NEDERLANDS
62
GARANTIE
30 DAGEN GEEN RISICO TEVREDENHEIDSGARANTIE
Indien uw D
EWALT-machine, om welke reden dan ook, niet
geheel aan uw verwachtingen voldoet, brengt u de machine
dan compleet zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen
terug naar het erkend DEWALT verkooppunt waar u het
toestel heeft gekocht, samen met uw aankoopbewijs. U
ontvangt een nieuw toestel of het aankoopbedrag wordt
terugbetaald.
EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT
Als u onderhoud of service nodig hebt voor uw D
EWALT
werktuig binnen de 12 maanden na uw aankoop, zal dit gratis
worden geleverd bij een bevoegde DEWALT reparateur. U
dient een aankoopbewijs voor te leggen. Dit omvat werkuren
en vervangingsonderdelen voor elektrisch gereedschap. Dit
omvat geen toebehoren.
• EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE •
Als uw DEWALT product gebreken vertoont die te wijten zijn
aan slechte materialen of vakmanschap binnen 12 maanden
na aankoop, garanderen wij dat we alle defectieve onderdelen
gratis zullen vervangen of, naar onze keuze, de eenheid gratis
zullen vervangen mits:
Het product niet verkeerd werd gebruikt.
Onbevoegde personen niet getracht hebben herstellingen
uit te voeren.
Bewijs van aankoop is geleverd. Deze garantie wordt
aangeboden als een extra voordeel en vormt een
aanvulling op de wettelijke rechten van klanten.
Voor het adres van uw dichtstbijzijnde erkende DEWALT
reparateur verwijzen we naar het telefoonnummer op de
achterzijde van deze handleiding. Of u kunt een lijst met
bevoegde DEWALT reparateurs en alle gegevens over
onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.

Documenttranscriptie

Dansk 8 Deutsch 15 English (original) 23 Español 31 Français 39 Italiano 47 Nederlands 55 Norsk 63 Português 70 Suomi 78 Svenska 85 Türkçe 92 Ελληνικά 100 Copyright DEWALT 2 N EDERLANDS VERSTEKZAAGMACHINE DW712, DW712N Gefeliciteerd! EG-Verklaring van overeenstemming U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Door jarenlange ervaring, voortdurende productontwikkeling en innovatie is DEWALT één van de betrouwbaarste partners voor professionele gebruikers van aangedreven gereedschap. DW712/DW712N Technische gegevens Geluidsniveau (LpA) Geluidsvermogen (LWA) Gewogen hand-armtrilling Spanning Afgegeven vermogen Ingangsstroom (230V) Zaagbladdiameter Asgat Max. zaagbladdikte Snelheid zaagblad Max. zaagbreedte bij 90º Max. verstek bij 45º Max. zaagdiepte bij 90º Max. diepte bij afschuining 45º Verstekzagen (max. hoek) links rechts Afschuining (max. hoek) links rechts 0º verstek Eindbreedte bij max. hoogte 70 mm Eindhoogte bij max. breedte 300 mm 45º verstek naar links Eindbreedte bij max. hoogte 70 mm Eindhoogte bij max. breedte 212 mm 45º verstek naar rechts Eindbreedte bij max. hoogte 70 mm Eindhoogte bij max. breedte 212 mm 45º afschuining links Eindbreedte bij max. hoogte 50 mm Eindhoogte bij max. breedte 300 mm 31,62º verstek, 33,85º afschuining Eindhoogte bij max. breedte 254 mm Remtijd zaagblad Capaciteit stofopvang Gewicht Zekeringen Europa DW712 90 103 < 2,5 230 1 600 8 216 30 1,8 3 500–4 00 300 212 70 50 DW712N 90 103 < 2,5 230 1 600 8 216 30 1,8 5 400 300 212 70 50 50˚ 60˚ 50˚ 60˚ 48˚ 2˚ 48˚ 2˚ mm mm 300 70 300 70 mm mm 212 70 212 70 dB(A) dB(A) m/s2 V W A mm mm mm min-1 mm mm mm mm DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder “technische gegevens” zijn ontworpen in overeenstemming met: 98/37/EEC, 89/336/EEC, EN 55014-2, EN 55014, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3 en EN 61029. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT, zie het adres hieronder of kijk op de achterzijde van deze handleiding. Ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technisch dossier en legt deze verklaring af namens DEWALT. TUV Rheinland Product and Safety GmbH (TRPS) Am Grauen Stin 1 D-51105 Köln Germany Horst Grossmann Vice-president Engineering en Productontwikkeling DEWALT, Richard-Klinger-Straße 40, D-65510, Idstein, Duitsland Veiligheidsinstructies Neem bij het gebruik van stationaire elektrische machines altijd de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband met brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel. Lees deze gehele handleiding aandachtig door voordat u de machine gebruikt. Bewaar deze handleiding om er later zaken in op te zoeken. Algemeen 1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving mm mm 212 70 212 70 mm mm 300 50 300 50 mm s mg/m kg 65 < 10 < 2,0 19,0 65 < 10 < 2,0 19,0 230 V-machines 10 Ampère, voeding In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt: Duidt op mogelijk lichamelijk letsel, levensgevaar of kans op beschadiging van de machine indien de instructies in deze gebruiksaanwijzing worden genegeerd. Geeft elektrische spanning aan. Een rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken. 2 Houd rekening met omgevingsinvloeden Stel de machine niet bloot aan regen. Gebruik de machine niet in een vochtige of natte omgeving. Zorg dat de werkruimte goed is verlicht (250 - 300 Lux). Gebruik de machine niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, bv. in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen. 3 Houd kinderen uit de buurt Houd kinderen, bezoekers en dieren buiten het werkgebied en laat ze de machine of het netsnoer niet aanraken. 4 Draag geschikte werkkleding Draag geen wijde kleding of loshangende sierraden. Deze kunnen door de bewegende delen worden gegrepen. Houd lang haar bijeen. Draag bij werken buitenshuis bij voorkeur geschikte werkhandschoenen en schoenen met profielzolen. 5 Persoonlijke bescherming Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stofdeeltjes of spanen vrijkomen. Draag ook een hittebestendig schort indien de vrijkomende spanen heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. 6 Bescherming tegen elektrische schok Vermijd lichamelijk contact met geaarde voorwerpen (bv. buizen, radiatoren, fornuizen of koelkasten). Bij gebruik onder extreme omstandigheden (bv. bij hoge luchtvochtigheid of als metaalslijpsel vrijkomt) kan de elektrische veiligheid door een scheidingstransformator of een aardlek-(Fl)-schakelaar worden verhoogd. 55 N ED E R L A ND S 7 Zorg voor een veilige houding Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding. 8 Blijf voortdurend opletten Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk. Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent. 9 Klem het werkstuk goed vast Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren. Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen worden bediend. 10 Sluit de uitrusting van de stofafvoer aan Indien hulpmiddelen zijn meegeleverd voor de aansluiting van stofafvoer en voorzieningen voor stofopvang, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11 Verwijder sleutels en hulpgereedschappen Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en andere hulpgereedschappen zijn verwijderd. 12 Verlengsnoeren Inspecteer voor gebruik het verlengsnoer. Vervang het snoer indien het is beschadigd. Gebruik buitenshuis uitsluitend voor dit doel goedgekeurde en als zodanig gemerkte verlengsnoeren. 13 Gebruik de juiste machine Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen • Let erop dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn, alvorens de machine in werking te stellen. • Gebruik de machine uitsluitend als de beschermkap correct is aangebracht, goed werkt en naar behoren is onderhouden. • Gebruik de machine nooit zonder de sleufplaat. • Houd uw handen uit de buurt van het zaagblad wanneer de machine is aangesloten op de elektrische voeding. • Probeer nooit om een draaiende machine te stoppen door het zaagblad te blokkeren; hierdoor kunnen de ernstigste ongelukken gebeuren. • Lees altijd eerst de handleiding voordat u een accessoire gebruikt. Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken. • Kies het juiste zaagblad voor het te zagen materiaal. • Houd rekening met de maximum snelheid die op het zaagblad is vermeld. • Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van zaagbladen. Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding. Gebruik geen lichte machine of hulpstukken voor het werk van zware machines. De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt voor het beoogde doel. Overbelast de machine niet. • Gebruik geen zaagblad met een grotere of kleinere diameter dan is voorgeschreven. Raadpleeg de technische gegevens voor de juiste specificaties van het zaagblad. Gebruik uitsluitend zaagbladen die in deze handleiding worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1. WAARSCHUWING! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel uitsluitend de in deze handleiding aanbevolen accessoires en hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend volgens bestemming. • Overweeg om speciale geluidsarme zaagbladen te gebruiken. 14 Controleer de machine op beschadigingen Controleer de machine en het netsnoer voor gebruik zorgvuldig op beschadigingen. Controleer of de bewegende delen niet klemmen, verdraaid of gebroken zijn. Ga na of de beveiligingen en schakelaars niet zijn beschadigd en of aan alle andere voorwaarden voor een juiste werking is voldaan. Verzeker u ervan dat de machine correct werkt en naar behoren zal functioneren. Gebruik de machine niet als een onderdeel beschadigd of defect is. Gebruik de machine niet als u deze niet met de schakelaar in en uit kan schakelen. Beschadigde of defecte onderdelen moeten door een erkende DEWALT-reparateur worden vervangen. Probeer nooit om de machine zelf te repareren. 15 Stekker uit het stopcontact verwijderen Schakel de machine uit en wacht tot de machine volledig tot stilstand is gekomen voordat u deze achterlaat. Verwijder de stekker uit het stopcontact wanneer u de machine niet gebruikt, voordat u gereedschappen, accessoires of onderdelen van de machine verwisselt en voordat u onderhoud aan de machine uitvoert. 16 Voorkom onbedoeld inschakelen Zorg ervoor dat de machine is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 17 Misbruik het netsnoer niet Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie, en scherpe randen. 18 Berg de machine veilig op Berg niet in gebruik zijnde machines op in een droge, afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen. 19 Onderhoud de machine met zorg Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken. Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het vervangen van accessoires. Houd alle handgrepen en schakelaars droog, schoon, en vrij van olie en vet. 20 Reparaties Deze machine voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Wendt u voor reparaties tot een erkende DEWALT-reparateur. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde vakmensen worden 56 uitgevoerd en er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt, anders kan er een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker ontstaan. • Gebruik geen HSS-zaagbladen. • Gebruik nooit gescheurde of beschadigde zaagbladen. • Gebruik geen slijpschijven. • Licht het zaagblad uit de zaagsnede van het werkstuk voordat de bedieningschakelaar wordt losgelaten. • Zorg dat de arm bij het uitvoeren van afschuinzaagsneden goed vastzit. • Plaats geen wig tegen de ventilator om op die manier de motoras tegen te houden. • De beschermkap van het zaagblad gaat automatisch omhoog als de zaagarm naar beneden wordt getrokken. De beschermkap gaat over het zaagblad als de zaagarm wordt opgetild. De beschermkap kan met de hand worden opgetild bij het monteren en verwijderen van zaagbladen, of bij inspectie van de zaag. Licht de beschermkap van het zaagblad nooit op terwijl de machine ingeschakeld is. • Het voorste deel van de beschermkap heeft openingen, zodat u zicht heeft tijdens het zagen. Door de beschermkap wordt de hoeveelheid rondvliegend materiaal sterk verminderd. U moet echter altijd een veiligheidsbril dragen als u in openingen kijkt. • Houd de omgeving van de machine schoon en vrij van rondzwervend materiaal, zoals spaanders en restafval. • Controleer regelmatig of de luchtsleuven van de motor schoon en vrij van spaanders zijn. • Vervang de sleufplaat indien deze is versleten. • Ontkoppel de machine van de voeding wanneer onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd of wanneer het zaagblad moet worden verwisseld. • Maak de machine niet schoon en voer geen onderhoud uit zolang de machine in nog bedrijf is en de zaagkop zich niet in de ruststand bevindt. • Monteer de machine, indien mogelijk, altijd op een werkbank. Overige gevaren De volgende gevaren zijn inherent aan het gebruik van zaagmachines: – Verwonding door het aanraken van roterende delen Ondanks toepassing van de veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen van beveiligingen blijven bepaalde gevaren bestaan. Dit zijn: – Gevaar voor gehoorbeschadiging. N EDERLANDS – Gevaar voor verwonding door de niet afgedekte gedeelten van het roterende zaagblad. 14 Vergrendelingsstift zaagkop – Gevaar voor verwonding bij het verwisselen van het zaagblad. 16 Knop voor spindelblokkering – Gevaar voor beklemming van vingers bij het openen van de beschermkap. 17 Zaagkopontgrendeling – Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het verwerken van eiken- en beukenhout en MDF. Labels op de machine De volgende pictogrammen zijn op de machine aangebracht: 15 Instelknop groefdiepte 18 Bedieningshendel 19 Stelwiel snelheidsregeling (DW712) A2 23 Bovenste beschermkap 24 Stofafzuigadapter 25 Geleiderails Lees voor gebruik de handleiding Waarschuwing voor veilig gebruik Draagpunt 26 Zaagbladsleutel 27 Deblokkeerknop afschuinvergrendeling 28 Aanslagschroef verticale stand 29 Vergrendelknop bovenste parallelgeleiding links 30 Handvat Elektrische veiligheid 31 Sleufplaat De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde netspanning. Controleer altijd of de netspanning overeenkomt met de waarde op het typeplaatje. OPTIONELE ACCESSOIRES De machine is dubbel geïsoleerd, in overeenstemming met EN 61029. Een aarddraad is daarom niet nodig. A4 35 Pootstandaard A5 36 Stofafvoerset Het snoer van de machine mag alleen worden vervangen door een erkende servicemedewerker of een gekwalificeerde elektricien. A6 Gebruik van verlengsnoeren Installatie Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem dan een goedgekeurd verlengsnoer dat geschikt is voor het vermogen van de machine (zie technische gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede hebben van 1,5 mm2. UITPAKKEN (FIG. B1 EN B2) Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af. Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: 1 Gemonteerde verstekzaagmachine 1 Zaagbladsleutel 1 Zaagblad 1 Handleiding 1 Onderdelentekening • Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op transportschade. • Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de machine gaat werken. Beschrijving (fig. A1–A5) Uw DW712 verstekzaagmachine is ontworpen voor het professioneel zagen van hout, houtproducten, aluminium en kunststoffen. De belangrijkste zaagbewerkingen – afkorten, schuinzagen en verstekzagen – kunnen zo eenvoudig, nauwkeurig en veilig worden uitgevoerd. A1 1 Aan/uit-schakelaar 2 Beweegbare onderste beschermkap 3 Parallelgeleiding links 4 Verstekhendel 5 Verstekgrendel 6 Verstekschaal 7 Vaste parallelgeleiding 37 Draaggreep • Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking. • Zet de vergrendelknop (13) vrij en duw de zaagkop naar achteren om hem in de achterste positie te vergrendelen. • Druk de bedieningshendel (18) omlaag en trek aan de vergrendelingsstift (14), zoals afgebeeld. • Verminder de druk langzaam en laat de zaagkop geheel omhoogkomen. Werkbankmontage (fig. C) 1. In de vier voeten zijn gaten (40) aangebracht om montage op de werkbank te vergemakkelijken. Er zijn twee gatmaten voor twee verschillende schroefdiameters. Het is niet nodig om beide gaten te gebruiken. Zorg voor een stevige montage, opdat de zaagmachine niet kan bewegen. Als de zaagmachine draagbaar moet blijven, monteer de machine dan op een stuk multiplex met een dikte van 12,5 mm of meer, dat op de werkbank of samen met de machine op een andere werkplek op een andere werkbank kan worden bevestigd. 2. Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er dan voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout uitsteken. Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank aanliggen. Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten de plaatsen van de bevestigingsgaten worden gebruikt om te klemmen. Klemmen op een ander punt zal het werken met de zaagmachine bemoeilijken. 3. Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat. Monteren Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het stopcontact. 8 Parallelgeleiding rechts 9 Aanslagschroef voor afschuininstelling 10 Schaal voor afschuininstelling 11 Afschuinklemhendel 12 Groefaanslag ZAAGBLAD MONTEREN (FIG. E1–E5) • Druk op de zaagkopontgrendeling (17) om de onderste beschermkap (2) vrij te geven. Trek de onderste beschermkap nu zo ver mogelijk omhoog. 13 Vergrendelknop geleiderails 57 N ED E R L A ND S • Draai de schroef van de beschermkaphouder (43) voldoende los om beschermkaphouder (44) omhoog te trekken. Trek de beschermkaphouder omhoog om de bladvergrendelschroef (45) te bereiken. • Terwijl de onderste beschermkap omhoog wordt gehouden door de schroef van de beschermkaphouder (43), drukt u met een hand de spindelvergrendeling (16) in. Gebruik nu met de andere hand de meegeleverde zaagbladsleutel (26) om de linksdraaiende zaagbladschroef (45) los te draaien. Hiertoe wordt de schroef rechtsom gedraaid. Gebruik de spindelvergrendeling door op de knop te drukken en de spindel te draaien totdat deze vergrendelt. Houd de vergrendelknop ingedrukt om te verhinderen dat de spindel draait. • Verwijder de bladvergrendelschroef (45) en de buitenste askraag (46). • Monteer het zaagblad (47) op de schouder (48) op de binnenste askraag (49). Zorg er hierbij voor dat de tanden aan de onderzijde van het zaagblad in de richting van de achterkant van de zaag, dus van de gebruiker vandaan wijzen. • Breng de buitenste askraag (46) weer aan. • Draai de bladvergrendelschroef (45) aan door deze linksom te draaien. Houd hierbij met de andere hand de spindelvergrendeling ingedrukt. • Beweeg de beschermkaphouder (44) omlaag totdat de bladvergrendelschroef (45) helemaal is afgedekt. • Draai de schroef van de beschermkaphouder (43) vast. • Druk nooit op de spindelvergrendeling terwijl het zaagblad draait. • Druk de beschermkaphouder naar beneden en draai na het monteren van het zaagblad de schroef van de beschermkaphouder stevig vast. Instellen VERSTEKVERGRENDELING/BLOKKEERSTANG INSTELLEN (FIG. H) Als het onderstel van de zaag kan worden bewogen terwijl de verstekhendel (4) is vergrendeld, dan moet de verstekvergrendeling/ blokkeerstang (56) worden afgesteld. • Maak de verstekhendel (4) los. • Zet de verstekvergrendeling/blokkeerstang (56) volledig vast met behulp van een schroevendraaier (57). Draai de stang vervolgens een kwartslag linksom. • Controleer of de tafel niet beweegt wanneer de verstekhendel (4) is vastgezet op een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek. STAND ZAAGBLAD T.O.V. TAFELBLAD CONTROLEREN EN AANPASSEN (FIG. I1–I4) • Draai de afschuinklemhendel (11) los. • Beweeg de zaagkop naar rechts om er zeker van te zijn dat hij volledig verticaal staat. Maak de afschuinklemhendel vast. • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (51) valt. • Plaats een winkelhaak (52) op de tafel en omhoog langs het zaagblad (47) (fig. I2). Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden van het zaagblad. • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Maak de afschuinklemhendel (11) los en verstel de aanslagschroef voor de verticale stand (28) totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en de tafel 90° bedraagt. • Als de stand van de afschuinwijzer (58) op de afschuinschaal (10) ongelijk is aan 0, draai dan de borgschroef (59) los en stel de wijzer op 0 in. PARALLELGELEIDING AANPASSEN (FIG. J1 EN J2) Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het stopcontact. Deze verstekzaagmachine is nauwkeurig in de fabriek afgesteld. Als zij als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De instelling zou daarna niet meer moeten verlopen. ZAAGBLAD T.O.V. PARALLELGELEIDING CONTROLEREN EN AANPASSEN (FIG. F1–F4) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm (50) vrij te geven. • Draai de verstekarm totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (51) valt. • Plaats een winkelhaak (52) tegen de parallelgeleiding links (7) en het zaagblad (47) (fig. F3). Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden van het zaagblad. • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Draai de schroeven (53) los en beweeg de verstekarm met verstekschaal naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° bedraagt. • Draai de schroeven (53) weer vast. Let hierbij nog niet op de uitlezing van de verstekwijzer. VERSTEKWIJZER INSTELLEN (FIG. F1, F2 EN G) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm (50) vrij te geven. • Beweeg de verstekarm om de verstekwijzer (54) in de nulpositie te brengen, zoals afgebeeld in fig. G. • Laat de verstekgrendel in de juiste positie klikken door de verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekhendel nog niet vastgezet is. 58 • Kijk naar de wijzer (54) en de verstekschaal (6). Als de wijzer niet exact nul aanwijst, draai dan de schroef (55) los, beweeg de wijzer zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast. Het bovenste deel van de parallelgeleiding aan de linkerzijde kan naar links worden bijgesteld. Zo wordt ruimte gemaakt om de zaag tot de maximale afschuining van 48° naar links te draaien. Parallelgeleiding (3) aanpassen: • Draai de kunststof knop (29) los en beweeg de parallelgeleiding naar links. • Voer een test uit met uitgeschakelde zaag en kijk hoe groot de beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund. • Draai de knop stevig aan. De geleidegroef (60) kan verstopt raken met zaagsel. Gebruik een stokje of lage-druklucht om de geleidegroef schoon te maken. Het beweegbare deel van de parallelgeleiding aan de rechterzijde kan worden bijgesteld. Zo wordt ruimte gemaakt om het werkstuk bij de zaag maximaal te steunen en de zaag kan tot de maximale afschuining van 45° naar links worden gedraaid. De afstand waarover de parallelgeleiding kan schuiven is in beide richtingen begrensd. Parallelgeleiding (8) aanpassen: • Draai de vleugelmoer (76) van de parallelgeleiding (8) los. • Schuif de parallelgeleiding naar links. • Voer een test uit met uitgeschakelde zaag en kijk hoe groot de beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund. • Draai de vleugelmoer (76) aan om de parallelgeleiding vast te zetten. AFSCHUINVERGRENDELING DEBLOKKEREN (FIG. K) De afschuinvergrendeling vergrendelt het zaagblad in de verticale stand of in een hoek van 45°. De afschuinvergrendeling kan worden gedeblokkeerd, zodat hoeken van 2° rechts tot 48° links kunnen worden ingesteld. N EDERLANDS • Ontgrendel voor de tussenliggende hoeken de zaagkop en draai deze iets naar links. Trek daarna de deblokkeerknop van de afschuinvergrendeling (27) uit en draai deze in de stand deblokkeren (62). De deblokkeerknop klikt automatisch vast. • Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast. • Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 en 7). • Stel de gewenste afschuinhoek in en vergrendel de zaagkop. • Pak de bedieningshendel (18) vast en druk op de zaagkopontgrendeling (17) om de zaagkop vrij te geven. Druk op de aan/uit-schakelaar (1) om de motor in te schakelen. • Draai de deblokkeerknop van de afschuinvergrendeling (27) terug in de afschuinvergrendeling (61) om te beëindigen. • Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het zaagblad gaat in de sleuf van de sleufplaat (31). AFSCHUINHOEK CONTROLEREN EN AANPASSEN (FIG. A1, A2 EN I5) • Zorg ervoor dat de deblokkeerknop (27) zich in de afschuinpositie bevindt. • Maak de vergrendelknop van de linker parallelgeleiding (29) los en schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links. • Maak de afschuinklemhendel (11) los en beweeg de zaagkop naar links. Dit is de afschuininstelling van 45º. • Laat na het zagen de schakelaar los en wacht tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn bovenste ruststand. SCHUIFZAAGSNEDE (FIG. O) Met behulp van de geleiderails is het mogelijk om, gebruik makend van een voor-, neer- en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken van 50 x 100 mm tot 500 x 1000 mm te zagen. • Zet de vergrendelknop van de geleiderails (13) vrij. • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Trek de zaagkop naar u toe en schakel de machine in. • Verstel de aanslagschroef (9) totdat de wijzer (58) 45º aangeeft. • Laat het zaagblad in het werkstuk zakken en duw de zaagkop terug om de zaagsnede te voltooien. RAILGELEIDING INSTELLEN (FIG. L) • Controleer de rails regelmatig op speling. • Draai de instelschroef (64) geleidelijk rechtsom om de speling te verminderen terwijl de zaagkop naar voren en achteren wordt geschoven. Instructies voor gebruik Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de geldende voorschriften. Gebruikers in het VK worden gewezen of de “woodworking machines regulations 1974” en alle aanvullingen daarop. Voor gebruik • Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum toerental van de machine. • Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen. • Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit. Forceer het zagen niet. • Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen. • Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn. • Klem het werkstuk vast. • Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout en veel niet ijzerhoudende metalen, hebben deze bedieningsinstructies alleen betrekking op het zagen van hout. Dezelfde instructies gelden echter ook voor andere materialen. Zaag met deze zaagmachine geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk! • Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder is dan 10 mm. • Ga te werk zoals hierboven beschreven. • Maak geen schuifzaagsneden bij werkstukken die kleiner zijn dan 50 x 100 mm. • Vergeet niet om de zaagkop in de achterste positie te vergrendelen als de werkzaamheden zijn voltooid. VERTICAAL ZAGEN MET VERSTEK (FIG. A1, A2 EN P) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm vrij te geven. Beweeg de zaagarm naar links of rechts om de gewenste hoek in te stellen. • De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en 45°, zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door de verstekhendel vast te zetten. • Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet. • Ga verder zoals beschreven voor de verticale rechte afkortsnede. Als een stuk hout met een beschadigde kant wordt gezaagd, leg het hout dan zo tegen de zaag, dat de beschadigde kant zich aan de kant met de grootste hoek t.o.v. de parallelgeleiding bevindt; d.w.z. bij zagen met verstek naar links de beschadiging links, bij zagen met verstek naar rechts de beschadiging rechts. AFSCHUINEN (FIG. A1, A2 EN Q) De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 2° naar rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of naar rechts worden ingesteld. • Maak de vergrendelknop van de linker parallelgeleiding (29) los en schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding (3) zo ver mogelijk naar links. Draai de afschuinklemhendel (11) los en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in. In- en uitschakelen (fig. M) • Zet de afschuinklemhendel (11) stevig vast. De aan/uit-schakelaar is voorzien van een gat (65) om een hangslot door te steken om de machine uit bedrijf te vergrendelen. • Ga verder zoals beschreven voor de verticale rechte afkortsnede. • Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen. • Stop de machine door de schakelaar los te laten. Variabele snelheid instellen (fig. M) DW712 Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (19) kan worden gebruikt om vooraf de maximum snelheid in te stellen. • Draai het stelwiel voor de snelheidsregeling (19) naar de gewenste waarde, aangegeven met een nummer. • Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen zoals hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal. Basis zaagsneden VERTICALE RECHTE AFKORTSNEDE (FIG. A1, A2 EN N) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm vrij te geven. Kwaliteit van de zaagsnede Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid om het gewenste resultaat te bereiken. Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen niet wegschuift; maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas omhoogkomen als het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als aan de achterkant toch kleine splinters ontstaan, plak dan een stuk crêpeplakband op de plaats waar de zaagsnede zal worden gemaakt. Zaag door het crêpeplakband en verwijder het voorzichtig na het zagen. Plaatsen van het lichaam en de handen Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt het zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger. • Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede. 59 N ED E R L A ND S • Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad. • Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de schakelaar is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. • Voer altijd een test uit (met uitgeschakelde zaag) om de baan van het zaagblad te kunnen controleren. • Plaats uw handen niet kruiselings. • Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed evenwicht. • Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts beweegt. • Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de beschermkappen. LIJSTEN, DOZEN EN ANDERE RECHTHOEKIGE OBJECTEN ZAGEN (FIG. R1 EN R2) VERSTEKLIJSTEN EN ANDERE LIJSTEN Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u uw zaag ‘aanvoelt’. Uw zaag is een perfect gereedschap voor het zagen van verstekhoeken zoals die in fig. R1. De afgebeelde verbinding kan naar keuze worden gemaakt door middel van afschuin- of verstekinstelling. - Door middel van afschuininstelling Basislijsten zagen Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°. • Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag. • Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de zaag liggend. BINNENHOEK Links • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. Rechts • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. BUITENHOEK Links • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. • Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele proefsneden. • Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen. • Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25° (hoek ‘A’) (fig. S2) en gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor het instellen van de afschuinhoek van de zaag BINNENHOEK Links • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. 5 10 75 80 15 20 25 30 35 45 65 40 50 55 60 40 35 45 35 6-KANTIGE DOOS 6 SIDED BOX 30 30 35 70 75 40 30 65 25 55 60 25 50 65 45 20 55 35 50 45 15 15 30 40 15 25 35 10 20 40 60 20 25 30 8-KANTIGE 8 SIDED BOX 10 15 20 15 5 10 20 25 DOOS 10 5 5 10 5 5 0 5 10 15 20 25 30 35 40 STEL DEZE SET SCHUINE HOEK OP DE THIS BEVEL ANGLE ONZAAG SAW IN Rechts • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. 60 40 VIERZIJDIGE SQUARE DOOS BOX 70 0 85 45 70 • De onderstaande grafiek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuin- en verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken. U gebruikt de grafiek door de gewenste hoek “A” (fig. S2) voor uw project te kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafiek te vinden. Ga van dat punt recht naar beneden om de juiste afschuinhoek te vinden en recht naar links of rechts om de juiste verstekhoek te vinden. • Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de achterkant van de lijst tegen het onderstel. 85 Als de zaaghoek telkens verschillend is, zorg er dan voor dat de afschuinklemhendel en de verstekhendel stevig vastgezet zijn. De hendels moeten na elke verandering van de verstek- en afschuinhoek worden vastgezet. • Maak testzaagsneden op afvalmateriaal voordat u de definitieve zaagsneden maakt. 80 Voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals in fig. S1 wordt een combinatie van verstek- (fig. R2) en afschuinhoek (fig. R1) gebruikt. Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een gecombineerde verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste nauwkeurigheid heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 31,62° verstek en 33,85° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard plafondsierlijsten met een hoek van 52° aan de bovenkant en een hoek van 38° aan de onderkant. 75 DUBBELE VERSTEKSNEDE (FIG. S1 EN S2) Plafondsierlijsten zagen 45 HOEK VANANGLE ZIJKANT VANOF DEBOX DOOS (HOEK “A”) OF SIDE (ANGLE"A") Verstek- of afschuinhoek 45° 36° 30° 25,7° 22,5° 20° 18° • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. 85 Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts met verstek te zagen, met de brede kant tegen de parallelgeleiding. De twee schetsen (fig. R1 en R2) gelden alleen voor rechthoekige objecten. Als het aantal kanten verandert, veranderen ook de verstek- en afschuinhoeken. Onderstaand overzicht geeft de juiste hoeken voor een groot aantal verschillende vormen. Er wordt aangenomen dat alle zijden even lang zijn. Als de door u gewenste vorm niet in het overzicht voorkomt, deel dan 180° door het aantal zijden om de verstek- of afschuinhoek te bepalen. • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. 80 - Door middel van verstekinstelling Rechts STEL DEZESET VERSTEKZAAGHOEK DE ZAAG IN THIS MITER ANGLE ONOP SAW De afschuinhoek voor de beide planken wordt ingesteld op 45°, zodat er een hoek van 90° wordt gevormd. De verstekarm wordt vastgezet in de nulstand. Het hout wordt met de brede, vlakke kant tegen de tafel en de smalle kant tegen de parallelgeleiding gelegd. Aantal zijden 4 5 6 7 8 9 10 (40°). Maak steeds enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren. N EDERLANDS BUITENHOEK Links • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. Rechts Reiniging Houd de ventilatiesleuven vrij en maak de behuizing regelmatig schoon met een zachte doek. • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Reinig regelmatig het tafelblad. • Verstekhoek naar rechts. • Reinig regelmatig het stofopvangsysteem. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. GROEVEN MAKEN (FIG. T) Uw zaag is voorzien van een groefaanslag (12) en een instelknop voor de groefdiepte (15) om groeven te kunnen maken. • Wip de groefaanslag (12) naar de voorkant van de zaag. • Stel de instelknop voor de groefdiepte (15) in. Het kan nodig zijn om eerst de borgmoer (66) los te draaien. • Plaats een stuk afvalhout van ca. 5 cm tussen de parallelgeleiding en het werkstuk om een rechte groef te maken. Vermijd het gebruik van reinigings- of smeermiddelen om de machine te onderhouden. In het bijzonder reinigingsmiddelen uit sproeiflacons of spuitbussen kunnen de kunststof onderbeschermkap chemisch aantasten. SLEUFPLAAT REINIGEN EN ONDERHOUDEN (FIG. U) Reinig regelmatig de ruimte onder de sleufplaat. Vervang de sleufplaat als deze is versleten. • Verwijder de schroeven (67) van de sleufplaat (31). STOFAFZUIGING (FIG. A2 EN A5) • Verwijder de sleufplaat en reinig de ruimte eronder. De machine is voorzien van een stofafzuigpunt (24) waarop een stofafvoerset (36) kan worden aangesloten (als optie leverbaar). • Plaats de onderdelen van de sleufplaat weer terug en schroef ze vast. • Sluit indien mogelijk een stofafzuiger aan die voldoet aan de geldende richtlijnen voor stofemissie. KLEINE WERKSTUKKEN ZAGEN (FIG. J1) Het bovenste deel van de van de linker parallelgeleiding (3) kan worden ingesteld om maximale steun te bieden bij het zagen van kleine werkstukken. • Plaats het zaagblad in de verticale stand. • Maak de kunststof knop (29) ten minste drie volledige slagen los. • Plaats de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke afstand van het zaagblad. • Draai de knop stevig aan. • Draai de schroeven handvast aan. • Ga als volgt te werk om de sleufplaat in te stellen: • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf valt. • Stel de onderdelen van de sleufplaat in op the tanden van het zaagblad. • Draai de schroeven weer vast. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. STEUN VOOR LANGE WERKSTUKKEN (FIG. A4) • Zorg altijd voor ondersteuning bij lange werkstukken. • Gebruik voor het beste resultaat de extra steun (35) om de tafelbreedte van de zaagmachine te verlengen (als optie verkrijgbaar bij uw leverancier). Ondersteun lange werkstukken om te voorkomen dat de uiteinden vallen. Gebruik middelen die hiervoor geschikt zijn, zoals schragen. ZAAGBLADEN Om de genoemde zaagdiepten te bereiken, moeten altijd zaagbladen met een diameter van 216 mm en een asgat van 30 mm worden gebruikt. Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie over de geschikte accessoires. TRANSPORT (FIG. B2) Om de machine eenvoudig te kunnen dragen, beschikt het onderstel over een draaggreep. De draaggreep (zie fig. A6) is als optie leverbaar. • Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagarm omlaag en druk de vergrendelingsstift (14) naar binnen. • Zet de vergrendelknop van de geleiderails vast terwijl de zaagkop in de voorste positie staat. Vergrendel de verstekarm in de rechtse verstekhoek en schuif de parallelgeleiding (3) helemaal naar binnen. Zet de afschuinhendel (11) vast terwijl de zaagkop in de verticale stand staat om de machine zo compact mogelijk te maken. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. • Gebruik altijd de handvatten (30) zoals afgebeeld in fig. B2 om de zaag te transporteren. ONDERHOUD Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur. 61 N ED E R L A ND S GARANTIE • 30 DAGEN GEEN RISICO TEVREDENHEIDSGARANTIE • Indien uw DEWALT-machine, om welke reden dan ook, niet geheel aan uw verwachtingen voldoet, brengt u de machine dan compleet zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen terug naar het erkend DEWALT verkooppunt waar u het toestel heeft gekocht, samen met uw aankoopbewijs. U ontvangt een nieuw toestel of het aankoopbedrag wordt terugbetaald. • EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT • Als u onderhoud of service nodig hebt voor uw DEWALT werktuig binnen de 12 maanden na uw aankoop, zal dit gratis worden geleverd bij een bevoegde DEWALT reparateur. U dient een aankoopbewijs voor te leggen. Dit omvat werkuren en vervangingsonderdelen voor elektrisch gereedschap. Dit omvat geen toebehoren. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT product gebreken vertoont die te wijten zijn aan slechte materialen of vakmanschap binnen 12 maanden na aankoop, garanderen wij dat we alle defectieve onderdelen gratis zullen vervangen of, naar onze keuze, de eenheid gratis zullen vervangen mits: • Het product niet verkeerd werd gebruikt. • Onbevoegde personen niet getracht hebben herstellingen uit te voeren. • Bewijs van aankoop is geleverd. Deze garantie wordt aangeboden als een extra voordeel en vormt een aanvulling op de wettelijke rechten van klanten. Voor het adres van uw dichtstbijzijnde erkende DEWALT reparateur verwijzen we naar het telefoonnummer op de achterzijde van deze handleiding. Of u kunt een lijst met bevoegde DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. 62
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

DeWalt D712N de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor