Bauknecht AKT 477/IX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Uw eigen veiligheid en die van anderen is zeer belangrijk.
Deze handleiding en het apparaat zelf geven belangrijke veiligheidsberichten, die te allen tijde gelezen en opgevolgd moeten worden.
Dit is het veiligheidswaarschuwingssymbool, waarmee gebruikers worden gewaarschuwd voor mogelijke gevaren voor henzelf en
anderen. Alle veiligheidsberichten komen na het veiligheidswaarschuwingssymbool en de volgende woorden:
Alle veiligheidsberichten geven aan wat het mogelijke risico is, vertellen u hoe u de kans op letsel kunt verkleinen en wat er kan gebeuren
als de instructies niet worden opgevolgd.
- Het apparaat moet van de netvoeding worden afgekoppeld voordat er installatiewerkzaamheden worden uitgevoerd.
- Installatie en onderhoud moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde monteur, in overeenstemming met de aanwijzingen van
de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Repareer of vervang geen enkel onderdeel van het apparaat, tenzij dit specifiek
is vermeld in de gebruikershandleiding.
- Bewaar of gebruik geen gasoline of andere ontvlambare dampen en vloeistoffen in de buurt van dit apparaat.
WAT U MOET DOEN ALS U GAS RUIKT:
- Probeer geen enkel apparaat aan te steken.
- Raak geen enkele elektrische schakelaar aan.
- Gebruik geen enkele telefoon in uw woning.
- Bel onmiddellijk uw gasleverancier met de telefoon van uw buren. Volg de instructies van uw gasleverancier.
- Als u uw gasleverancier niet kunt bereiken, bel dan de brandweer.
- Installatie en service moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde installateur, servicecentrum of de gasleverancier.
- Installeer een scheidingspaneel onder het apparaat
- Gebruik het apparaat alleen in goedgeventileerde ruimtes.
De elektrische aansluiting en de gasaansluiting moeten voldoen aan de plaatselijke voorschriften.
- De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
- Het netsnoer moet lang genoeg zijn om het apparaat in zijn behuizing aan te sluiten op het stopcontact.
- Gebruik alleen flexibele of stijve metalen leidingen voor de gasaansluiting.
- Leg geen metalen voorwerpen zoals keukengerei (messen, vorken, lepels...), deksels of andere voorwerpen op de kookzones, omdat
deze zeer heet kunnen worden.
- Wanneer de kookplaat geïnstalleerd is, moet er een meerpolige contactschakelaar te worden aangebracht met een opening tussen de
contacten van minimaal 3 mm.
- Dit apparaat voldoet aan de huidige veiligheidsvoorschriften en de voorschriften met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
Dragers van een pacemaker mogen dit apparaat echter niet gebruiken. Het is onmogelijk om te garanderen dat al dergelijke op de markt
gebrachte apparaten voldoen aan de huidige veiligheidsvoorschriften en de voorschriften m.b.t. elektromagnetische compatibiliteit, en
dat er geen geen gevaarlijke interferenties zullen optreden. Het is tevens mogelijk dat mensen met andere soorten apparaten, zoals een
gehoorapparaat, zich ongemakkelijk zullen voelen.
- Gebruik geen meervoudige adapters of verlengsnoeren.
- Trek niet aan het netsnoer om het apparaat van de netvoeding te koppelen.
- De elektrische onderdelen mogen na installatie niet toegankelijk zijn voor de gebruiker.
- Raak het apparaat niet aan met natte handen en bedien het niet op blote voeten.
- Deze kookplaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik, voor het bereiden van voedsel. Gebruik dit apparaat NOOIT als
verwarming om de kamer te verwarmen. Dit kan leiden tot koolmonoxidevergiftiging en oververhitting van de kookplaat. De fabrikant
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor oneigenlijk gebruik van het apparaat of onjuiste instelling van de bedieningsknoppen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
Geeft een gevaarlijke situatie aan, die ernstig letsel veroorzaakt als deze niet
wordt vermeden.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die ernstig letsel zou kunnen veroorzaken als
deze niet wordt vermeden.
Als de informatie in deze handleiding niet exact opgevolgd wordt, kan er brand of explosie
ontstaan die schade aan eigendommen of letsel aan personen veroorzaakt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
- Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht hebben gestaan of instructies met betrekking tot het gebruik van
het apparaat hebben ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
- Plaats geen ontvlambare materialen in of naast het apparaat: er kan brand ontstaan als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld.
- Verwarm of kook geen verzegelde potten of pannen op het apparaat. Door de opgebouwde druk binnenin de houder kan de pot
ontploffen, waardoor het apparaat beschadigd wordt.
- Gebruik geen pannen van synthetisch materiaal.
- Oververhitte olie en vet kunnen makkelijk vlam vatten. Blijf altijd alert als u voedsel met veel vet of olie bereidt.
- Blijf altijd in de buurt van het apparaat als u frituurt.
Als er alcoholische dranken worden gebruikt bij het bereiden van voedsel (b.v. rum, cognac, wijn), denk er dan aan dat alcohol verdampt
bij hoge temperaturen. Als gevolg hiervan kunnen de alcoholdampen vlam vatten als ze in contact komen met het verwarmingselement.
- Bewaar het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen, omdat het gevaarlijk kan zijn.
- Wacht tot de kookplaat is afgekoeld voordat u deze schoonmaakt of onderhoudt.
OPMERKINGEN:
Een verkeerd gebruik van de pannenroosters kan krassen op de kookplaat veroorzaken. Plaats de pannenroosters niet ondersteboven
en schuif de roosters niet over de kookplaat.
Als de kookplaat een glaskeramisch oppervlak heeft, is het volgende niet toegestaan:
- het gebruik van potten en pannen van gietijzer en aardewerk
- het gebruik van hitteverdelers (b.v. metaalgaas)
- het gebruik van twee kookzones voor dezelfde pan
Bij langdurig gebruik kan extra ventilatie nodig zijn (het openzetten van een raam of verhoging van de afzuigkracht van de wasemkap).
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht hebben gestaan of instructies met betrekking tot het gebruik van
het apparaat hebben ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Houd kinderen uit de buurt van de kookplaat wanneer deze in gebruik is, en laat ze niet spelen met de knoppen of andere onderdelen
van het apparaat.
5019 619 01340
Het apparaat moet geïnstalleerd worden door een gekwalificeerd technicus die volledig
op de hoogte is van de geldende veiligheids- en installatievoorschriften. De fabrikant wijst
alle aansprakelijkheid af voor letsel aan personen of dieren of schade aan voorwerpen die
het gevolg is van het niet naleven van de voorschriften uit dit hoofdstuk.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluiting van de kookplaat moet tot stand gebracht worden voordat u het apparaat aansluit op het elektriciteitsnet.
De elektrische aansluiting moet conform de richtlijnen van het plaatselijke energiebedrijf worden uitgevoerd.
Verzeker u ervan dat de spanning die vermeld is op het typeplaatje op de bodem van het apparaat overeenkomt met de netspanning in
de woning waar het apparaat geïnstalleerd zal worden.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht: gebruik uitsluitend stroomgeleiders (inclusief de aardleiding) van de juiste afmetingen.
Gebruik voor de elektrische aansluiting een kabel van het type H05 RR-F zoals aangegeven in de tabel “Netspanning”.
Aansluiting op het klemmenblok
Sluit de geel/groene aardleiding aan op de klem met het symbool . Bovengenoemde kabel moet langer zijn dan de andere draden.
1. Verwijder het deksel van het klemmenblok (A) door de schroef los te draaien en steek het deksel in het scharnier (B) van het klemmenblok.
2. Strip ongeveer 70 mm van de kabelbekleding van het netsnoer af.
3. Strip ongeveer 10 mm van de kabelbekleding van de draden af. Steek het netsnoer daarna in de kabelklem en sluit de draden op het
klemmenblok aan volgens het aansluitschema naast het klemmenblok.
4. Bevestig het netsnoer door middel van de kabelklem.
5. Sluit het deksel (C) en schroef het vast op het klemmenblok met de verwijderde schroef - punt (1).
Bij elke aansluiting op de netvoeding voert de kookplaat gedurende enkele seconden een automatische controle uit.
Het netsnoer moet lang genoeg zijn om de kookplaat te kunnen verwijderen uit het
werkblad en moet zodanig geplaatst worden dat schade of oververhitting ten gevolge
van contact met de plaat vermeden wordt. Gebruik geen verlengsnoeren.
Netspanning
Zie het plaatje dat aan het netsnoer is bevestigd als de kookplaat al van een netsnoer voorzien is.
Breng de aansluiting op het net tot stand via een meerpolige schakelaar met een afstand tussen de contacten van minimaal 3 mm.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Draden Aantal x afmeting
230V ~ +
3 X 2,5 mm
2
230-240V ~ +
3 X 2,5 mm
2
230V 3 ~ +
4 X 1,5 mm
2
400V 3N ~ +
5 X 1,5 mm
2
400V 2N ~ +
4 X 1,5 mm
2
A
B
C
400V 3N ~
230V ~
230-240V~ALLEEN VOOR AU
230V~ALLEEN VOOR UK
400V 2N ~
230V 3~
ALLEEN VOOR BELGIË
400V 2N~
ALLEEN VOOR NL
GASAANSLUITING
Het gastoevoersysteem moet voldoen aan de plaatselijke voorschriften.
U kunt de specifieke plaatselijke voorschriften voor bepaalde landen terugvinden in de paragraaf “Verwijzing naar plaatselijke
voorschriften”. Als er geen informatie over uw land wordt gegeven, doe dan navraag bij de installateur.
De aansluiting van de kookplaat op de gasleiding of de gasfles moet uitgevoerd worden met behulp van een stijve koperen of stalen leiding
met fittingen die voldoen aan de plaatselijke voorschriften, of met behulp van een roestvrijstalen slang met glad oppervlak, die voldoet
aan de plaatselijke voorschriften. De maximale lengte van de slang is 2 meter.
Voordat de buis wordt aangesloten op de elleboogfitting (A) moet de meegeleverde ring (B) worden aangebracht, in overeenstemming
met de norm EN 549.
OPMERKING: als er een slang van roestvrij staal wordt gebruikt, moet deze zo worden geplaatst dat
hij geen bewegende delen van de meubels kan raken.
Hij moet door een gebied lopen waar geen obstakels aanwezig zijn en waar hij over zijn hele lengte kan
worden geïnspecteerd.
Controleer de gasaansluiting met zeepsop op lekken.
INSTALLATIE EN BEVESTIGING
De installateur is verantwoordelijk voor eventuele schade of letsel die voortvloeit uit
een niet-correcte installatie.
Om een correcte werking van het apparaat te garanderen, moet het op een volmaakt recht
oppervlak geïnstalleerd worden.
Het werkblad moet 38 - 60 mm dik zijn. Zaag indien nodig het werkblad en de kast op maat. Verwijder alle splinters uit het gat die de
werking van het apparaat zouden kunnen beïnvloeden.
Installeer een scheidingspaneel onder de kookplaat (er is geen scheidingspaneel nodig als er een oven onder de kookplaat is geïnstalleerd)
Controleer voor de installatie of:
- de plaatselijke gastoevoervoorzieningen (gassoort en -druk) compatibel zijn met de instellingen van de kookplaat (zie het typeplaatje en
de sproeiertabel).
- de buitenkant van meubels of apparaten die aan de kookplaat grenzen hittebestendig zijn volgens de plaatselijke voorschriften.
- verbrandingsproducten in de open lucht worden afgevoerd via specifieke wasemkappen of elektrische ventilators, die in de muur en/of
ramen zijn gemonteerd.
- er gezorgd wordt voor natuurlijke luchtcirculatie door een vrije opening in de muur van minstens 100 cm
2
. Deze opening moet:
a) permanent zijn, en in een buitenmuur zitten van het vertrek dat geventileerd moet worden;
b) zo gemaakt zijn dat hij noch aan de binnen- noch aan de buitenkant kan worden afgedekt (ook niet onopzettelijk);
c) beschermd worden door plastic roosters, metaalgaas, enz., waarbij erop moet worden gelet dat het effectieve ventilatie-oppervlak dat
hierboven aangegeven wordt, niet wordt verkleind;
d) dichtbij de vloer zitten, en zo geplaatst zijn dat hij niet van invloed is op de werking van het luchtafzuigsysteem
Montage
1. Plaats de klemmen (A) in hun behuizing op de lijst van de kookplaat (Afb. 3), als dit nog niet gebeurd is.
2. Meet het midden van de verticale zijden van het gat (Afb. 1)
3. Bevestig de beugels (C) in het midden van de verticale zijden en lijn de bovenrand uit met het oppervlak van het werkblad (Afb. 2).
4. Bevestig de beugels met de 4 bijgeleverde schroeven (B) in de hiervoor bestemde gaten.
5. Plaats de kookplaat in het gat en let erop dat de klemmen (A) vastgezet worden in de hiervoor bestemde uitsparingen (Afb. 4).
Houd u voor de afstand tussen de onderkant van de inductiekookplaat en de kast (of het scheidingspaneel) aan de afmetingen die vermeld
zijn op de afbeelding hiernaast. Als er een hoge kast naast de kookplaat geïnstalleerd wordt, dient een afstand van tenminste 100 mm tussen
de rand van de plaat en de kast te worden gelaten.
C
B
Afb. 2Afb. 1
A
Afb. 4
Afb. 3
min. 5
min. 20
min. 5
MONTAGE VAN OVEN ONDER DE KOOKPLAAT:
Als de kookplaat boven een (door ons geproduceerde) oven wordt geïnstalleerd, dient
u zich ervan te vergewissen dat deze voorzien is van een koelsysteem en dient u de op
de afbeelding hiernaast aangegeven afstanden aan te houden.
Er mag niets tussen de kookplaat en de oven zitten (dwarsrails, panelen, steunen etc.).
AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASSOORTEN
Deze ingreep moet worden uitgevoerd oor een gekwalificeerde monteur.
Als er een ander type gas wordt gebruikt dan gespecificeerd op het typeplaatje en op de oranje sticker op de achterkant van de kookplaat,
dan moeten de sproeiers worden vervangen.
Verwijder de oranje sticker en bewaar deze bij het instructieboekje.
Gebruik drukregelaars die geschikt zijn voor de gasdruk die op het Productinformatieblad wordt vermeld.
De sproeiers moeten worden vervangen door de Klantenservice of door een gekwalificeerde monteur.
Sproeiers die niet bij het apparaat geleverd zijn, moeten worden besteld bij de Klantenservice.
Stel de laagste stand van de kranen bij.
Opmerking: als er vloeibaar gas (G30/G31) wordt gebruikt, moet de schroef voor de laagste stand zo ver mogelijk worden
aangehaald.
Als de branderknoppen moeilijk draaien, neem dan contact op met de Klantenservice voor vervanging van de branderkraan,
als blijkt dat deze defect is.
VERVANGEN VAN DE SPROEIERS(zie de tabel in het
Productinformatieblad)
Verwijder de roosters (A).
Haal de branders weg (B).
Schroef de sproeier (C) los met een dopsleutel van de juiste maat.
Vervang hem door een sproeier die geschikt is voor het nieuwe type gas.
Denk er voor de installatie van de kookplaat aan dat de sticker waarop de gasafstelling
vermeld staat, en die bij de sproeiers geleverd wordt, zodanig moet worden
aangebracht dat hij de bestaande informatie omtrent de gasafstelling bedekt.
INSTELLING VAN DE LAAGSTE STAND VAN DE KRANEN
Om er zeker van te zijn dat de laagste stand goed is afgesteld, moet de knop worden
verwijderd, waarna u als volgt te werk gaat:
draai de schroef vaster om de vlamhoogte te verkleinen (-)
draai de schroef losser om de vlamhoogte te vergroten (+)
De minimale afstelling moet worden verricht terwijl de kraan in de laagste stand staat
(kleine vlam).
De primaire lucht van de branders hoeft niet te worden bijgesteld.
Steek nu de branders aan en draai de knoppen van de hoogste stand naar de laagste
stand om de stabiliteit van de vlam te controleren.
Na de instelling moet worden afgedicht met afdichtingswas of soortgelijk materiaal.
5mm
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren de kookplaat na ieder gebruik schoon te maken om te voorkomen dat het oppervlak beschadigd raakt en dat zich aangekoekt
vuil ophoopt, dat later moeilijk te verwijderen is. Controleer voordat u gaat schoonmaken of de kookzones uitgeschakeld zijn en dat de
restwarmte-indicator (“H”) niet wordt weergegeven.
•Schakel de stroom uit voordat u onderhoud uitvoert
•Reinig de kookplaat NIET met een stoomreiniger
OPMERKING: Controleer regelmatig of er geen stof onder het apparaat, naast de koelventilatie-ingang of de
uitlaatopeningen zit. Stof kan het ventilatie- en koelsysteem van de elektronische module belemmeren en de efficiëntie van
de kookplaat doen afnemen.
Om de plaat schoon te maken adviseren wij het volgende:
1. gebruik een zachte, schone doek, absorberend keukenpapier of specifieke producten voor het reinigen van glaskeramische
kookplaten. Gebruik geen schuursponsjes en/of metalen pannensponsjes.
2. Verwijder voedselresten voordat deze hard worden. Suiker of suikerhoudende voedingsmiddelen beschadigen het glaskeramische
oppervlak en moeten onmiddellijk worden verwijderd met een schraper voor glas. De schraper voor glas heeft een scherp blad en
moet voorzichtig gehanteerd worden.
3. Verwijder eventueel aangekoekt vuil met een schraper of met specifieke producten.
4. Zout, suiker en zand maken krassen in het plaatoppervlak: verwijder eventuele resten hiervan onmiddellijk van de kookplaat.
REINIGING VAN DE ONDERDELEN VAN DE KOOKPLAAT
Roosters, branderdeksels en branders kunnen worden verwijderd om ze schoon te maken.
Was ze met de hand af in warm water met een niet-schurend reinigingsmiddel. Verwijder eventuele voedselresten en controleer of de
branderopeningen niet verstopt zijn.
Afspoelen en afdrogen.
Plaats de branders en de branderdeksels weer goed terug in de daarvoor bestemde openingen.
Controleer bij het terugplaatsen van de roosters of het gebied om de pannen neer te zetten in lijn is met de brander, en dat de
branderpootjes in de daarvoor bestemde openingen in de kookplaat zitten.
Bij modellen met elektrische ontstekingsbougies en een beveiliging moet het uiteinde van de bougie goed schoongemaakt worden, om
ervoor te zorgen dat de kookplaat goed kan functioneren. Controleer deze onderdelen regelmatig, en maak ze indien nodig schoon met
een vochtige doek.
Als er aangekoekt voedsel op zit, moet dit worden verwijderd met een tandenstoker of een naald.
Opmerking: om schade aan het elektrische ontstekingsmechanisme te voorkomen mag dit niet worden gebruikt wanneer de branders niet
in hun behuizing zitten.
OPSPOREN VAN STORINGEN (GASBRANDERS)
Als de kookplaat niet goed werkt. Lees de aanwijzingen voor het opsporen van storingen door, voordat u de Klantenservice belt.
1. De brander ontsteekt niet of de vlam is niet gelijkmatig.
Controleer of:
Het gas of de elektrische voeding niet uitgeschakeld zijn, en vooral of de gaskraan open staat.
De gasfles (bij vloeibaar gas) niet leeg is.
De openingen van de brander niet verstopt zitten.
Het uiteinde van de bougie niet vuil is.
Alle onderdelen van de brander goed geplaatst zijn.
Er geen tocht is in de buurt van de kookplaat.
2. De brander blijft niet branden
Controleer of:
De knop bij het aansteken van de brander lang genoeg ingedrukt is om de beveiliging te activeren.
De openingen van de brander niet verstopt zitten in de buurt van het thermokoppel.
Het uiteinde van de beveiligingsinrichting niet vuil is.
De instelling van de laagste stand correct is (zie de desbetreffende paragraaf).
3. De pannen staan niet stabiel
Controleer of:
De bodem van de pan perfect vlak is.
De pan midden op de brander staat.
De roosters niet verwisseld of niet goed geplaatst zijn.
ONDERHOUD
OPSPOREN VAN STORINGEN (INDUCTIEZONE)
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
lees en volg de instructies in de paragraaf “Bedieningsinstructies”.
Sluit de kookplaat aan op de netstroom en controleer of er geen stroomuitval is.
Maak het plaatoppervlak na het schoonmaken goed droog.
Als bij de inschakeling van de kookplaat op het display alfanumerieke codes worden weergegeven, dient u volgens onderstaande tabel
te handelen.
Als het niet mogelijk is de glaskeramische kookplaat uit te schakelen na gebruik, haal
dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
Klantenservice
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
Probeer het probleem op te lossen (zie “Opsporen van storingen (inductiezone)”).
Schakel het apparaat uit, wacht 30 seconden en schakel het weer in. Controleer of het probleem is opgelost.
Als dit niet helpt, kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde Klantenservice.
Vermeld altijd de volgende informatie:
de aard van de storing;
het type en het model;
het servicenummer (het nummer achter het woord Service op het typeplaatje. Dit zit aan de onderkant van de kookplaat of op het
garantieboekje;
uw volledige adres en telefoonnummer.
Wanneer er reparatie(s) nodig zijn, neem dan contact op met een officiële Klantenservice zoals aangegeven in het garantiebewijs.
Het niet naleven van deze instructies kan nadelige gevolgen hebben voor de
veiligheid en de kwaliteit van het product.
TYPEPLAATJE
FOUTCODE BESCHRIJVING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
De kookplaat wordt
uitgeschakeld en geeft na 30
seconden iedere 4 seconden
een geluidssignaal
Er wordt ononderbroken op
het bedieningspaneel gedrukt
Water of keukengerei op het
bedieningspaneel
Maak het bedieningspaneel
schoon
C81, C82
Het bedieningspaneel wordt
uitgeschakeld door te hoge
temperaturen
De interne temperatuur van de
elektronische onderdelen is te hoog
Wacht tot de kookplaat is
afgekoeld voordat u hem weer
gebruikt
F42 of F43
Het aansluitvoltage is niet
goed
De sensor detecteert een verschil
tussen het voltage van het apparaat
en het voltage van de netvoeding
Koppel de kookplaat los van
het elektriciteitsnet en
controleer de aansluiting
F12, F21, F25, F36, F37, F40,
F47, F56, F58, F60
Bel de Klantenservice en geef de foutcode door
MODEL SERVICENUMMER
Energiebesparing
Om de beste resultaten te verkrijgen adviseren wij het volgende:
Gebruik potten en pannen met een doorsnede die gelijk is aan die van de kookzone.
Gebruik alleen pannen met een platte bodem.
Houd tijdens het koken zo veel mogelijk de deksel op de pan.
Kook groenten, aardappelen enz. met weinig water om de bereidingstijd zo kort mogelijk te houden.
Met een snelkookpan kunt u nog meer tijd en energie besparen.
Zet de pan altijd in het midden van de op de kookplaat getekende kookzone.
Milieutips.
Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recycleerbaar en draagt het recyclingsymbool
Elektrische apparaten.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product correct wordt afgedankt, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu
en de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de begeleidende documentatie bij het product geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval
behandeld mag worden, maar naar een speciaal verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten moet worden
gebracht. Afdanken moet plaatsvinden in overeenstemming met de plaatselijke milieuvoorschriften voor afvalverwerking. Voor meer
informatie over behandeling, terugwinning en recycling van dit product kunt u contact opnemen met de betreffende plaatselijke instantie,
het afvalverzamelcentrum.
Conformiteitsverklaring
Deze kookplaat is geschikt voor contact met etenswaren, en voldoet aan de EEG (CE)-norm 1935/2004.
Deze apparatuur is alleen bedoeld voor het bereiden van voedsel. Elk ander gebruik (b.v. voor het verwarmen van een ruimte) wordt
beschouwd als oneigenlijk gebruik en is mogelijk gevaarlijk.
De apparatuur is ontworpen, vervaardigd en in de handel gebracht in overeenstemming met:
de veiligheidsvoorschriften van de “Laagspanningsrichtlijn” 2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere verordeningen vervangt);
de beschermingsvoorschriften van de EMC-richtlijn 2004/108/EG met betrekking tot “Elektromagnetische compatibiliteit”;
de voorschriften van de richtlijn 93/68/EEG;
de veiligheidsvereisten van de EEG-richtlijn m.b.t. “Gas” 30/396/EEC.
TIPS VOOR DE GEBRUIKER
5019 619 01340
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Bauknecht AKT 477/IX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor